College 5 - Fonologische Processen - African Languages and Cultures
Document Details
Uploaded by ImprovingJasper3168
Ghent University
Heidi Goes & Koen Bostoen
Tags
Related
Summary
This document provides lecture notes for a course on African Languages and Cultures, specifically focusing on phonological processes. The document includes detailed explanations and examples related to vowel harmony and assimilation in various languages.
Full Transcript
DEPARTMENT OF LANGUAGES AND CULTURES AFRICAN LANGUAGES AND CULTURES INLEIDING IN DE AFRIKAANSE TAALKUNDE LES 5: FONOLOGISCHE PROCESSEN Heidi Goes & Koen Bostoen - BA1 Afrikaanse Talen en Culturen - 2024-2025 met dank aan Hilde Gunnink & Minah Nabirye OVERZIC...
DEPARTMENT OF LANGUAGES AND CULTURES AFRICAN LANGUAGES AND CULTURES INLEIDING IN DE AFRIKAANSE TAALKUNDE LES 5: FONOLOGISCHE PROCESSEN Heidi Goes & Koen Bostoen - BA1 Afrikaanse Talen en Culturen - 2024-2025 met dank aan Hilde Gunnink & Minah Nabirye OVERZICHT Huiswerk Klinkersystemen: herhaling Klinkerharmonie klinkerharmonie op basis van openingsgraad klinkerharmonie op basis van ATR Affricatie ‘Unpacking’ 3 HUISWERK 4 HUISWERK Plaats van Manier van Stemhebbendheid articulatie articulatie b bilabiaal plosief/stop stemhebbend ɡ velair plosief/stop stemhebbend x velair fricatief stemloos β bilabiaal fricatief stemhebbend ʋ labiodentaal approximant stemhebbend 5 HUISWERK Plaats van Manier van Stemhebbendheid articulatie articulatie ɖ retroflex plosief stemhebbend h glottaal fricatief stemloos ⱱ labiodentaal tap stemhebbend ʃ postalveolair fricatief stemloos n alveolair nasaal stemhebbend 6 HUISWERK Tongboog Hoogte Ronding i voor hoog / gesloten ongerond o achter halfhoog / halfgesloten gerond ɔ achter halflaag / halfopen gerond a voor laag / open ongerond ɪ bijna voor verlaagd hoog; bijna hoog ongerond 7 HUISWERK Tongboog Hoogte Ronding u achter gesloten/hoog gerond e voor halfgesloten/halfhoog ongerond ʉ midden gesloten/hoog gerond ɛ voor halfopen/halflaag ongerond y voor gesloten/hoog gerond 8 KLINKERSYSTEMEN 9 KLINKERS Herhaling: drie eigenschappen voor de beschrijving van klinkers: - Positie van de tongboog: voor, midden, achter - Hoogte van de tongboog: hoog/dicht, halfhoog/halfdicht, halflaag/halfopen, laag/open - Lipronding: gerond (links), ongerond (rechts) - www.ipachart.com i u e o a 10 KLINKERHARMONIE 11 ASSIMILATIE Klinkerharmonie is een proces van assimilatie: klanken passen zich aan de klanken in hun omgeving aan. Voorbeelden van assimilatie in het Nederlands: zakdoek [zɑgduk], dekbed [dɛgbɛt] > Assimilatie van stemhebbendheid: de stemloze /k/ wordt stemhebbend onder invloed van de volgende stemhebbende plosief (d, b) Herhaling: stemloos: p, t, k; stemhebbend: b, d, g 12 ASSIMILATIE Wat is het verschil tussen deze twee groepjes voorbeelden uit het Engels? /bæt/ + s > [bæts] ‘bats’ (vleermuizen) /bʊt/ + s > [bʊts] ‘boots’ (laarzen) /lɪp/ + s > [lɪps] ‘lips’ (lippen) /bæg/ + s > [bægz] ‘bags’ (zakken) /dɑv/ + s > [dɑvz] ‘doves’ (duiven) /læb/ + s > [læbz] ‘labs’ (labo’s) 13 ASSIMILATIE Voorbeelden van assimilatie in het Engels: /bæt/ + s > [bæts] (vleermuizen) (geen assimilatie) /bʊt/ + s > [bʊts] (laarzen) /lɪp/ + s > [lɪps] (lippen) /bæg/ + s > [bægz] (zakken) (assimilatie) /dɑv/ + s > [dɑvz] (duiven) /læb/ + s > [læbz] (labo’s) 14 ASSIMILATIE Voorbeelden van assimilatie in het Engels: /bæt/ + s > [bæts] (vleermuizen) (geen assimilatie) /bʊt/ + s > [bʊts] (laarzen) /lɪp/ + s > [lɪps] (lippen) /bæg/ + s > [bægz] (zakken) (assimilatie) /dɑv/ + s > [dɑvz] (duiven) /læb/ + s > [læbz] (labo’s) Assimilatie van stemhebbendheid: /s/ wordt [z] na een stemhebbende consonant (hier: g, v, b), en blijft [s] na een stemloze consonant (hier: t, p) 15 KLINKERHARMONIE - Klinkerharmonie: klankverandering waarbij een klinker zich in één of meerdere eigenschappen aanpast aan andere klinkers in het woord - Welke eigenschappen kunnen dit zijn? - tonghoogte - tongpositie - gerondheid 16 KLINKERHARMONIE Runyambo (E21, Tanzania) (Rugemalira 1993) siija ‘smeren’ > siij-ir-a siijira ‘smeren voor’ (inf. + applicatief) 17 KLINKERHARMONIE Runyambo siija ‘smeren’ > siij-ir-a siijira ‘smeren voor’ (inf. + applicatief) reeta ‘brengen’ > ? ‘brengen naar/voor’ reeba ‘kijken’ > ? ‘kijken naar’ 18 KLINKERHARMONIE Runyambo siija ‘smeren’ > siij-ir-a siijira ‘smeren voor’ reeta ‘brengen’ > reet-er-a reetera ‘brengen naar/voor’ reeba ‘kijken’ > reeb-er-a reebera ‘kijken naar’ 19 KLINKERHARMONIE Runyambo siija ‘smeren’ > siij-ir-a siijira ‘smeren voor’ reeta ‘brengen’ > reet-er-a reetera ‘brengen naar/voor’ reeba ‘kijken’ > reeb-er-a reebera ‘kijken naar’ hunja ‘vluchten’ > ? ‘vluchten naar’ gura ‘kopen’ > ? ‘kopen voor’ 20 KLINKERHARMONIE Runyambo siija ‘smeren’ > siij-ir-a siijira ‘smeren voor’ reeta ‘brengen’ > reet-er-a reetera ‘brengen naar/voor’ reeba ‘kijken’ > reeb-er-a reebera ‘kijken naar’ hunja ‘vluchten’ > hunj-ir-a hunjira ‘vluchten naar’ gura ‘kopen’ > gur-ir-a gurira ‘kopen voor’ 21 KLINKERHARMONIE Runyambo siija ‘smeren’ > sij-ir-a siijira ‘smeren voor’ reeta ‘brengen’ > reet-er-a reetera ‘brengen naar/voor’ reeba ‘kijken’ > reeb-er-a reebera ‘kijken naar’ hunja ‘vluchten’ > hunj-ir-a hunjira ‘vluchten naar’ gura ‘kopen’ > gur-ir-a gurira ‘kopen voor’ soma ‘lezen’ > ? ‘lezen voor’ kora ‘werken’ > ? ‘werken voor’ 22 KLINKERHARMONIE Runyambo siija ‘smeren’ > sij-ir-a siijira ‘smeren voor’ reeta ‘brengen’ > reet-er-a reetera ‘brengen naar/voor’ reeba ‘kijken’ > reeb-er-a reebera ‘kijken naar’ hunja ‘vluchten’ > hunj-ir-a hunjira ‘vluchten naar’ gura ‘kopen’ > gur-ir-a gurira ‘kopen voor’ soma ‘lezen’ > som-er-a somera ‘lezen voor’ kora ‘werken’ > kor-er-a korera ‘werken voor’ twara ‘dragen’ > ? ‘dragen voor’ gamba ‘spreken’ > ? ‘spreken voor’ 23 KLINKERHARMONIE Runyambo siija ‘smeren’ > sij-ir-a siijira ‘smeren voor’ reeta ‘brengen’ > reet-er-a reetera ‘brengen naar/voor’ reeba ‘kijken’ > reeb-er-a reebera ‘kijken naar’ hunja ‘vluchten’ > hunj-ir-a hunjira ‘vluchten naar’ gura ‘kopen’ > gur-ir-a gurira ‘kopen voor’ soma ‘lezen’ > som-er-asomera ‘lezen voor’ kora ‘werken’ > kor-er-a korera ‘werken voor’ twara ‘dragen’ > twar-ir-a twarira ‘dragen voor’ gamba ‘spreken’ > gamb-ir-a gambira ‘spreken voor’ 24 KLINKERHARMONIE Runyambo siija ‘smeren’ > sij-ir-a siijira ‘smeren voor’ reeta ‘brengen’ > reet-er-a reetera ‘brengen naar/voor’ reeba ‘kijken’ > reeb-er-a reebera ‘kijken naar’ hunja ‘vluchten’ > hunj-ir-a hunjira ‘vluchten naar’ gura ‘kopen’ > gur-ir-a gurira ‘kopen voor’ soma ‘lezen’ > som-er-a somera ‘lezen voor’ kora ‘werken’ > kor-er-a korera ‘werken voor’ twara ‘dragen’ > twar-ir-a twarira ‘dragen voor’ gamba ‘spreken’ > gamb-ir-a gambira ‘spreken voor’ 25 KLINKERHARMONIE - Regel voor klinkerharmonie in het Runyambo: -ir- > -er- na middenklinkers in de stam, namelijk na e, o of: na e, o in de stam, dus na de middenklinkers -ir- > -ir- na hoge of lage klinkers in de stam (i, u, a) of: na i, u, a in de stam, dus na de hoge of lage klinkers - Onderliggende vorm = ?? -ir- Waarom niet -er-? verandering van -ir- naar -er- onder invloed van de middenklinkers 26 KLINKERHARMONIE: OEFENING Mongo (C61, DRC) Eerste lettergreep = prefix = bo-kalá ‘bep. vis’ voorvoegsel bo-kelé ‘ei’ bo-kili ‘rand’ Daarna = kern/stam van bo-koló ‘hoorn’ naamwoord bɔ-lɔkɔ́ ‘spraak’ Wat merk je op? bɔ-kɛli ‘beek’ bɔ-sɔ́nɡɔ́ ‘palmhart’ bo-kélé ‘klimtouw’ bo-tamba ‘boom’ 27 KLINKERHARMONIE: OEFENING Mongo (C61, DRC) bo-kalá ‘bep. vis’ bo-kelé ‘ei’ bo-kili ‘rand’ bo-koló ‘hoorn’ bɔ-lɔkɔ́ ‘spraak’ bɔ-kɛli ‘beek’ bɔ-sɔ́nɡɔ́ ‘palmhart’ bo-kélé ‘klimtouw’ bo-tamba ‘boom’ 28 KLINKERHARMONIE: OEFENING Mongo (C61, DRC) bɔ- als de stam een half-open klinker bo-kalá ‘bep. vis’ bevat bo-kelé ‘ei’ bo- in alle andere gevallen bo-kili ‘rand’ bo-koló ‘hoorn’ Wat is er gebeurd? bɔ-lɔkɔ́ ‘spraak’ bɔ-kɛli ‘beek’ Van half-gesloten bo- naar halfopen bɔ-sɔ́nɡɔ́ ‘palmhart’ bɔ- voor een kern met half-open bo-kélé ‘klimtouw’ klinker /ɔ/ of /ɛ/, dus verlaging bo-tamba ‘boom’ Wat is de onderliggende vorm? Waarom? 29 KLINKERHARMONIE IN DE KLC (PVHH) Progressive Vowel Height Harmony in infinitieven met suffixen Goes & Bostoen (2019) 30 GEEN PVHH IN DE KLC - Geen pVHH – geen klinkerharmonie - Voorbeelden uit Kintandu (Oost-Kikongo) (Butaye 1909) a. Applicatief (-il) geg-il-a ‘souffler sur’ (blazen op) kot-il-a ‘entrer dans, avec’ (binnengaan) b. Causatief (-is) yed-is-a ‘faire mûrir, faire grandir’ (doen rijpen, doen groeien) c. Separatief (intransitief) (-uk) bél-uk-a ‘guérir, se remettre de maladie’ (herstellen, genezen) somp-uk-a ‘être mariée’ (getrouwd zijn) d. Separatief (transitief) (-ul) bémb-ul-a ‘mépriser’ (verachten) gog-ul-ul-a ‘répéter’ (herhalen) 31 SYMMETRISCHE PVHH IN DE KLC ̶ Voorbeelden uit Kindibu (Butaye 1909): -bokela ‘appeler’ (noemen) (°-bok-il-a) -lembeka ‘calmer’ (kalmeren) (°-lemb-ik-a) -lemoka ‘courir’ (lopen) (°-lem-uk-a) -longoka ‘apprendre’ (leren) (°-long-uk-a) 32 SYMMETRISCHE PVHH IN DE KLC ̶ Voorbeelden uit Kindibu (Butaye 1909): -bokela ‘appeler’ (noemen) (°-bok-il-a) -lembeka ‘calmer’ (kalmeren) (°-lemb-ik-a) -lemoka ‘courir’ (lopen) (°-lem-uk-a) -longoka ‘apprendre’ (leren) (°-long-uk-a) 33 SYMMETRISCHE PVHH IN DE KLC ̶ Voorbeelden uit Kindibu (Butaye 1909): -bokela ‘appeler’ (noemen) (°-bok-il-a) -lembeka ‘calmer’ (kalmeren) (°-lemb-ik-a) -lemoka ‘courir’ (lopen) (°-lem-uk-a) -longoka ‘apprendre’ (leren) (°-long-uk-a) Symmetrische pVHH: suffixen met voor- en met achterklinker gedragen zich hetzelfde na een middenklinker: ze verlagen tot een middenklinker Na een hoge of lage klinker: geen verlaging! 34 ASYMMETRISCHE PVHH IN DE KLC ̶ Voorbeelden uit Kisolongo (Visseq 1890): -zekela ‘tordre’ (verdraaien) (°zek-il-a) -sompeka ‘louer’ (huren) (°somp-ik-a ) -voloka ‘tomber’ (vallen) (°vol-uk-a ) -kessouka ‘ébrécher’ (overtreden) (°kes-uk-a) ( = /u/) -bouakissa ‘rougir, render rouge’ (rood maken) (°buak-is-a ) -fitouka ‘render moins trenchant, moins aigu’ (stomper maken) (°fit-uk-a ) -fouloumoukissa ‘ressusciter’ (verrijzen) (°ful-um-uk-is-a) 35 ASYMMETRISCHE PVHH IN DE KLC ̶ Voorbeelden uit Kisolongo (Visseq 1890): -zekela ‘tordre’ (verdraaien) (°zek-il-a) -sompeka ‘louer’ (huren) (°somp-ik-a ) -voloka ‘tomber’ (vallen) (°vol-uk-a ) -kessouka ‘ébrécher’ (overtreden) (°kes-uk-a) (* = /u/) -bouakissa ‘rougir, render rouge’ (rood maken) (°buak-is-a ) -fitouka ‘render moins trenchant, moins aigu’ (stomper maken) (°fit-uk-a ) -fouloumoukissa ‘ressusciter’ (verrijzen) (°ful-um-uk-is-a) 36 ASYMMETRISCHE PVHH IN DE KLC ̶ Voorbeelden uit Zuid-Kisolongo (Visseq 1890): -zekela ‘tordre’ (verdraaien) (°zek-il-a) -sompeka ‘louer’ (huren) (°somp-ik-a ) -voloka ‘tomber’ (vallen) (°vol-uk-a ) -kessouka ‘ébrécher’ (overtreden) (°kes-uk-a) (* = /u/) Asymmetrische pVHH: suffixen met voor- en met achterklinker gedragen zich verschillend na een middenklinker Na een hoge of lage klinker: geen verlaging! 37 ASYMMETRISCHE PVHH IN DE KLC ̶ Asymmetrisch: suffixen met voor- en met achterklinker gedragen zich verschillend na een middenklinker ̶ Voorbeelden uit Noord-Kisolongo (Veldwerk H. Goes in Muanda, DRC, 2019): -lembeka ‘adoucir’ (verzachten, kalmeren) (°lemb-ik-a) -wombeka ‘mouiller’ (nat maken) (°womb-ik-a ) -doloka ‘casser’ (breken) (°dol-uk-a ) MAAR: -kwenduka ‘progresser, faire du progrès’ (vooruitgang maken) *ku-end-uk-a -kweeluka ‘marier’ (trouwen) -leemvuka ‘solliciter le pardon’ (vergiffenis vragen) 38 BACK PVHH IN DE KLC ̶ Voorbeelden uit Kidondo (H112B) (Mfoutou 1985) -lemisa ‘blesser’ (verwonden) (°-lem-is-a) -lefoka ‘se coucher’ (neerliggen) (°-lef-uk-a) -lemvokisa ‘être capable d’avoir pitié de’(in staat zijn medelijden te hebben) (°-lemv-uk-is-a) -bodisa ‘faire pourrir, mouiller’ (doen rotten, nat maken) (°bod-is-a) -sokola ‘creuser un arbre’ (een boom uithollen) (°kel-ul-a) -vììngìlá ‘attendre, patienter’ (wachten) (°-viing-il-a) -dàdìsá ‘laisser tomber’ (laten vallen) (°-dad-is-a) 39 BACK PVHH IN DE KLC ̶ Voorbeelden uit Kidondo (H112B) (Mfoutou 1985) -lemisa ‘blesser’ (verwonden) (°-lem-is-a) -lefoka ‘se coucher’ (neerliggen) (°-lef-uk-a) -lemvokisa ‘être capable d’avoir pitié de’ (in staat zijn medelijden te hebben) (°-lemv-uk-is-a) -bodisa ‘faire pourrir, mouiller’ (doen rotten, nat maken) (°bod-is-a) -sokola ‘creuser un arbre’ (een boom uithollen) (°kel-ul-a) -vììngìlá ‘attendre, patienter’ (wachten) (°-viing-il-a) -dàdìsá ‘laisser tomber’ (laten vallen) (°-dad-is-a) ̶ Suffixen met een hoge achterklinker worden verlaagd na een middenklinker in de stam. ̶ Suffixen met een hoge voorklinker worden nooit verlaagd, zelfs niet na een middenklinker in de stam of na een middenklinker in een voorafgaand suffix. 40 ‘HYPER’ PROGRESSIVE VOWEL HARMONY Hyper Vowel Harmony is het meest verregaand in Kibembe (H11) (Kouarata 2015: 87, 2016): - niet alleen werkwoordextensies, maar ook de laatste klinker van het werkwoord - niet alleen de hoogte van de aangetaste klinkers maar totale assimilatie (ook de plaats) Causatief van -bolo ‘rot’ (verrotten) is noch *bolisa, *-bolesa noch *-bolese, maar boloso ‘to make rot’ (rot maken) Seperatief van -beele ‘be sick’ (ziek zijn) is noch *-beeloka noch *-beeloko, maar -beeleke ‘recover’ (genezen) 41 ADVANCED TONGUE ROOT (+ATR) EN RETRACTED TONGUE ROOT (RTR/-ATR) In de meeste talen een verschil van hoogte (hoog versus verlaagd hoog, halfhoog versus halflaag) [i] vs. [ɪ] (hoog vs. verlaagd hoog) [u] vs. [ʊ] (hoog vs. verlaagd hoog) [e] vs. [ɛ] (halfhoog vs. halflaag) [o] vs. [ɔ] (halfhoog vs. halflaag) In sommige talen een verschil van advanced tongue root (+ATR) of retracted tongue root (RTR/-ATR) 42 ADVANCED TONGUE ROOT (+ATR) EN RETRACTED TONGUE ROOT (RTR/ -ATR) +ATR: de tongwortel wordt naar voren verplaatst (waardoor de keelholte groter wordt); -ATR: tongwortel staat in een neutrale positie of wordt naar achteren verplaatst (waardoor de keelholte kleiner wordt). →Voor sommige talen hebben taalkundigen voorgesteld dat het een neerwaartse beweging van het strottenhoofd kan zijn die de grotere faryngeale holte creëert. →Maar of het nu een beweging van de tongwortel of een beweging van het strottenhoofd is, het belangrijkste kenmerk is de vergroting van de faryngeale holte ofwel de keelholte. →Niet evident om verschil te horen/uit te spreken 43 ADVANCED TONGUE ROOT (+ATR) EN RETRACTED TONGUE ROOT (RTR/ -ATR) +ATR: e̘ -ATR: e̙ 44 -ATR/+ATR ATR-systemen en ATR-harmonie: Uniek voor Afrika, vooral in West-Afrika en Oost-Afrika 45 +ATR/-ATR +ATR klinkers: /i, e, u, o, ə/ -ATR klinkers: /ɪ, ɛ, a, ʊ, ɔ/ 46 +ATR/-ATR IN MAASAI Minimale paren! Bron: Maasai Contrastive Vowels (uoregon.edu) 47 +ATR/-ATR IN MAASAI: ATR-HARMONIE Talen die gebruik maken van ATR maken vaak gebruik van ATR-harmonie Bijv. in Maa/Maasai: ̶ Klinkers in een bepaald woord zijn meestal allemaal [+ATR], of allemaal [-ATR] (behalve dat /a/ neutraal is en voorkomt met beide sets). ̶ De [+ATR]-eigenschap is dominant: als een morfeem dat inherent [+ATR]-klinkers heeft, wordt gecombineerd met een morfeem dat dat niet heeft, alle klinkers zullen assimileren om [+ATR] te worden. ̶ /a/ kan de verspreiding van de ATR-eigenschap "blokkeren", zodat een deel van een woord [+ATR] zal zijn, en een deel [-ATR]. ̶ Merk op dat de basis voor klinkerharmonie in Nilo-Saharaase-talen verschilt van die in Altaïsche talen. Bron: Maasai Contrastive Vowels (uoregon.edu) 48 ATR-HARMONIE Nog een voorbeeld van een taal mat ATR-harmonie binnen woorden: Degema (Edoid, Niger-Congo, Nigeria) *= voor Protovormen +ATR: /i e o u/ // -ATR: /ɪ ɛ ɔ ʊ/ Maar ook voor onmogelijke vormen Binnen een woord zijn alle klinkers +ATR of alle klinkers -ATR +ATR /βùné/ ‘opensnijden’ *βùnɛ́ is niet mogelijk -ATR /mʊ̀rɛ́/ ‘aansteken’ *mʊ̀ré is niet mogelijk 49 ATR-HARMONIE Klinkerharmonie op basis van ATR: klinkers in affixen passen hun ATR- waarde aan de ATR-waarde van klinkers in de stam aan Igbo (Niger-Congo, Nigeria): klinker van prefix wordt aangepast +ATR klinkers: /i, e, u, o, ə/ -ATR klinkers: /ɪ, ɛ, a, ʊ, ɔ/ ó mèrè: ‘hij deed’ ɔ́ dɔ̀rɔ̀: ‘hij trok’ ó zòrò: ‘hij deed’ ɔ́ sàrá: ‘hij waste’ ó gbùrù: ‘hij doodde’ ɔ́ zʊ̀r: ‘hij kocht’ Geldt ook voor 1e en 2e persoon enkelvoud Bron oa: Pronouns in Igbo Language – 50 Ezinaụlọ (ezinaulo.com) ATR-HARMONIE Ateso (Nilotisch, Kenia) e-pega ‘hij/zij ruziet’ ɛ-mɪna ‘hij/zij houdt van’ e-buun ‘hij/zij komt’ Wanneer krijg je e-? e-ɟasi ‘hij/zij had’ Wanneer krijg je ɛ-? e-bekin ‘hij/zij kan’ e-ker ‘hij/zij rent’ ɛ-lɛɟɪ ‘hij/zij danst’ ɛ-dakɪ ‘hij/zij draagt’ 51 ATR-HARMONIE Ateso (Nilotisch, Kenia) e-pega ‘hij/zij ruziet’ ɛ-mɪna ‘hij/zij houdt van’ e-buun ‘hij/zij komt’ Wanneer krijg je e-? e-ɟasi ‘hij/zij had’ Wanneer krijg je ɛ-? e-bekin ‘hij/zij kan’ e-ker ‘hij/zij rent’ ɛ-lɛɟɪ ‘hij/zij danst’ ɛ-dakɪ ‘hij/zij draagt’ 52 ATR-HARMONIE Ateso (Nilotisch, Kenia) e-pega ‘hij/zij ruziet’ ɛ-mɪna ‘hij/zij houdt van’ e-buun ‘hij/zij komt’ Wanneer krijg je e-? e-ɟasi ‘hij/zij had’ Wanneer krijg je ɛ-? e-bekin ‘hij/zij kan’ Wat doet de /a/? e-ker ‘hij/zij rent’ ɛ-lɛɟɪ ‘hij/zij danst’ ɛ-dakɪ ‘hij/zij draagt’ 53 ATR-HARMONIE Ateso (Nilotisch, Kenia) e-pega ‘hij/zij ruziet’ ɛ-mɪna ‘hij/zij houdt van’ e-buun ‘hij/zij komt’ Wanneer krijg je e-? e-ɟasi ‘hij/zij had’ Wanneer krijg je ɛ-? e-bekin ‘hij/zij kan’ Wat doet de /a/? e-ker ‘hij/zij rent’ ɛ-lɛɟɪ ‘hij/zij danst’ ɛ-dakɪ ‘hij/zij draagt’ 54 ATR-HARMONIE - In talen met ATR-harmonie doen niet altijd alle klinkers mee - In veel talen gedraagt de /a/ zich als een neutrale klinker, en doet niet mee aan ATR-harmonie, bijv. Ateso (Nilotisch, Kenia), -ATR /ɪ, ɛ, ʊ, ɔ/ +ATR /i, e, u, o, (a)/ e-ɟasi ‘hij/zij had’ – /a/ (+ATR) + /i/ (+ATR) ɛ-dakɪ ‘hij/zij draagt’ - /a/ (+ATR) + /ɪ/ (-ATR) - In Maa/Maasai (Nilotisch, Kenia/Tanzania) kan de /a/ de harmonie blokkeren 55 KLINKERHARMONIE: SAMENVATTEND ̶ Er zijn klinkers die veranderen, bijvoorbeeld in een suffix of prefix (‘target’) ̶ Er zijn klinkers die de verandering veroorzaken, bijvoorbeeld in de stam van het werkwoord of naamwoord (maar kan met voorwaarde zijn! - ‘trigger’) ̶ De verandering maakt de twee klinkers meer hetzelfde, bijv. doordat ze dezelfde openingsgraad krijgen (of bijv. in Kibembe ook dezelfde plaats), of +ATR/-ATR 56 ‘AFFRICATIE’ 57 ‘AFFRICATIE’ ̶ Post-nasale affricatie van stemloze fricatieven na een niet-syllabische nasaal vindt plaats in alle clades van de KLC, maar niet in alle varianten. 58 ‘AFFRICATIE’ ̶ Post-nasale affricatie van stemloze fricatieven na een niet-syllabische nasaal vindt plaats in alle clades van de KLC, maar niet in alle varianten. ̶ Wat is een post-nasaal? 59 ‘AFFRICATIE’ ̶ Post-nasale affricatie van stemloze fricatieven na een niet-syllabische nasaal vindt plaats in alle clades van de KLC, maar niet in alle varianten. ̶ Wat betekent post-nasaal? na nasaal (n, m) 60 ‘AFFRICATIE’ ̶ Post-nasale affricatie van stemloze fricatieven na een niet-syllabische nasaal vindt plaats in alle clades van de KLC, maar niet in alle varianten. ̶ Wat betekent post-nasaal? na nasaal (n, m) ̶ Vb. van fricatieven of wrijfklanken? 61 ‘AFFRICATIE’ ̶ Post-nasale affricatie van stemloze fricatieven na een niet-syllabische nasaal vindt plaats in alle clades van de KLC, maar niet in alle varianten. ̶ Wat betekent post-nasaal? na nasaal (n, m) ̶ Vb. van fricatieven of wrijfklanken? s, z, f, v 62 ‘AFFRICATIE’ ̶ Post-nasale affricatie van stemloze fricatieven na een niet-syllabische nasaal vindt plaats in alle clades van de KLC, maar niet in alle varianten. ̶ Wat betekent post-nasaal? na nasaal (n, m) ̶ Vb. van fricatieven of wrijfklanken? s, z, f, v ̶ Welke hiervan zijn stemloos? 63 ‘AFFRICATIE’ ̶ Post-nasale affricatie van stemloze fricatieven na een niet-syllabische nasaal vindt plaats in alle clades van de KLC, maar niet in alle varianten. ̶ Wat is post-nasaal? na nasaal (n, m) ̶ Vb. van fricatieven of wrijfklanken? s, z, f, v ̶ Welke hiervan zijn stemloos? s, f 64 ‘AFFRICATIE’ ̶ Post-nasale affricatie van stemloze fricatieven na een niet-syllabische nasaal vindt plaats in alle clades van de KLC, maar niet in alle varianten. ̶ Wat is post-nasaal? na nasaal (n, m) ̶ Vb. van fricatieven of wrijfklanken? s, z, f, v ̶ Welke hiervan zijn stemloos? s, f ̶ Wat zijn affricaten? 65 AFFRICATIE Een affricaat is een combinatie van twee medeklinkerklanken, waarvan de eerste een (bijvoorbeeld dentale) t͡s Voiceless alveolar affricate plosief is en de tweede een wrijfklank. t͡ʃ Voiceless palato-alveolar affricate Deze heeft (ongeveer) dezelfde plaats van articulatie. t͡ɕ Voiceless alveolo-palatal affricate ʈ͡ʂ Voiceless retroflex affricate Beide zijn stemloos of beide zijn d͡z Voiced alveolar affricate stemhebbend. d͡ʒ Voiced post-alveolar affricate d͡ʑ Voiced alveolo-palatal affricate ɖ͡ʐ Voiceless retroflex affricate 66 AFFRICATIE Voorbeelden: - Kisuku (KK) (Kifindi 1997:61) tsâla ‘plume’ (veer, pluim), ntsâsu ‘vélocité’ (snelheid) - Kiyaka (KK) (Van Den Eynde 1968:35; Ruttenberg 2000:12) lusala (pl. tsala) ‘feather’ (veer, pluim) - Gitsamba (KK) (Van Acker 2018:97) tsóngi ‘point’ > kusónga ‘montrer’ (tonen) ntsángu ‘novelty’ > *-càngò ‘news’ (nieuws) (BLR 479) - Kisikongo (Sk) (KongoKing 2012) tsóni ‘shame; modesty; timidity’ (schaamte,…) ( > *-cónì, BLR 664), ntsúúngi ‘season’ (seizoen) (*-cʊ́ngé ‘moon’ (maan), BLR 739) - Kimanyanga (CK) (Makokila Nanzanza 2012:25) [ntsɔni] ‘honte’ (schaamte) 67 ‘UNPACKING’ 68 ‘UNPACKING’ ̶ ‘Unpacking’ of ‘fission’ = ‘ontwikkeling van een opeenvolging van geluiden uit een enkel origineel geluid’ (Dimmendaal 2011) ̶ ‘ndrondroza’ (> Nguni, South Africa, Skhosana 2009: 86) ̶ Ook gevonden in Sakata-cluster (C34) en in Ndebele-talen (S407) ̶ Vb. uit Kiyombe: ‘naandri’ (hij) (> Kiyombe, Cabinda) 69 UNPACKING (KIYOMBE) mwana ndruumba/nduumba (jonge/kleine vrouw) Ndreemvukila. (vergeef me) /N-leemv-uk-il-a/ Ndeevisa. (leen me) /N-dev-is-a/ Kikuundu, kikuundru (stoel) Nandri membrona. (Hij heeft me gezien.) /me-N-mon-a/ zimbrwenu zipwedi (veel spiegels) (Veldwerk Heidi Goes, 2019) 70 UNPACKING (KISUNDI) Yandri widi mulonguka. (Hij is aan het leren.) ndraambu baatu (weinig mensen) zindrimi (tongen) mbrweende, zimbrweende (hond, honden) (Veldwerk Heidi Goes, 2019) Homarganische nasaal: past zich aan aan de plaats van articulatie van de medeklinker die volgt. 71 HOMORGANISCHE NASAAL Homorganische nasaal: past zich aan aan de plaats van articulatie van de medeklinker die volgt. Voorbeelden: zie ‘unpacking’ hierboven. Dus: alveolair: /nd/ bilabiaal: /mb/ IPA: N̩ (syllabische nasaal, homorganisch) N (syllabische nasaal) 72 REFERENTIES ̶ Butaye, R. 1909. Dictionnaire kikongo-français, français-kikongo. Roulers: Jules De Meester. ̶ Coene, Alfons. 1960. Kikongo: Notions grammaticales. Vocabulaire Français-Kikongo, Néerlandais-Latin. Tumba: Imprimerie Maison Catholique ̶ Dimmendaal, G. 2011. Historical Linguistics and the Comparative Study of African Languages. Amsterdam; Philadelphia: John Benjamins. ̶ Goes, H. and K. Bostoen. 2019. Progressive Vowel Height Harmony in Proto-Kikongo and Proto-Bantu. Journal of African Languages and Linguistics 40 (1): 23-73. ̶ Kouarata, G.N. 2015. Grammaire beembe, langue bantu (H10) du Congo-Brazzaville. Saint- Denis: Edilivre. ̶ Mfoutou, J.-A. 1985. Esquisse phonologique du kidoondo: un dialecte koongo de la République Populaire du Congo. Brazzaville: Université Marien Ngouabi, mémoire de DES. ̶ Rugemalira, J.M. 1993. Runyambo verb extensions and constraints on predicate structure. Berkeley: University of California ̶ Skhosana, P.B. 2009. The Linguistic Relationship between Southern and Northern Ndebele. Pretoria: University of Pretoria 73