Apeldoornse Canon - 01 Oude nederzettingen in Apeldoorn PDF
Document Details
![ProdigiousChrysoprase3498](https://quizgecko.com/images/avatars/avatar-9.webp)
Uploaded by ProdigiousChrysoprase3498
Wim H. Nijhof
Tags
Summary
This document provides a historical overview of settlements in Apeldoorn, Netherlands, tracing the presence of people from the Middle Stone Age to the medieval period. The text includes details about archeological finds, indicating the presence of settlements, including brief descriptions of structures and settlements in different eras.
Full Transcript
CANON VAN APELDOORN 01 1. Oude nederzettingen in Apeldoorn Door Wim H. Nijhof Eerste bewoners in Apeldoorn, Uddel en Kootwijk In de voorlaatste ijstijd – zo’n 150.000 tot 125.000 jaar geleden – stuwden schuivende ijsmassa’s lagen bevroren ondergrond in ons land op tot stuwwall...
CANON VAN APELDOORN 01 1. Oude nederzettingen in Apeldoorn Door Wim H. Nijhof Eerste bewoners in Apeldoorn, Uddel en Kootwijk In de voorlaatste ijstijd – zo’n 150.000 tot 125.000 jaar geleden – stuwden schuivende ijsmassa’s lagen bevroren ondergrond in ons land op tot stuwwallen. Zo zijn de Utrechtse Heuvelrug, de Sallandse Heuvelrug en de Veluwe ontstaan. Apeldoorn ligt tegen de oostelijke stuwwal, grotendeels op een hoogte van tien tot dertig meter boven NAP. Archeologische vondsten hebben aangetoond dat de Veluwe al ver voor het begin van onze jaartelling – in de jonge steentijd tussen 5300 en 2100 v. Chr. – was bewoond, of althans werd bezocht. Bij het Uddelermeer heeft de bekende archeoloog J.H. Holwerda restanten van een aantal nederzettingen gevonden uit de tijd van de Trechterbekercultuur, tussen 4400- en 2700 v.Chr. Bij het meer is ook een aantal graven blootgelegd die behoorden bij een nederzetting die langs een beek bij Elspeet was gebouwd, op een strook van vijftig meter lang en wel een kilometer breed. In Apeldoorn zijn bij opgravingen bijzondere vondsten gedaan. Vermoedelijk hebben hier in de middensteentijd, van 8800-4900 v. Chr., al mensen vertoefd, want op één van de zandkoppen in Osseveld-Oost zijn sporen gevonden die wijzen op een kampement, een tijdelijke verblijfplaats, van een groepje rondtrekkende jagers en verzamelaars. Eeuwen later ontstonden permanente nederzettingen van boeren. Apeldoorn was een zeer oud nederzettingsgebied. Vermoedelijk hebben in de buurt van de grafheuvels die op Apeldoorns grondgebied zijn te vinden, boerenbedrijven gelegen. Ruim een eeuw geleden zijn bij Driehuizen urnen, kralen en een lanspunt gevonden, die zonder twijfel afkomstig zijn uit een grafveld uit de zesde of zevende eeuw. Bij Het Loo zijn in 1912 restanten ontdekt van een nederzetting die vermoedelijk stamt uit de Karolingische tijd. Opgravingen op het terrein van de vroegere Van Haeften Kazerne aan de Zwolseweg in Apeldoorn in 2000 en 2001 hebben aangetoond dat hier in de elfde of twaalfde eeuw twee boerderijen of een woning met een schuur moeten hebben gestaan. Zo’n boerderij had een lengte van 22 meter, de grootste breedte was acht meter. Het andere gebouw was vermoedelijk achttien meter lang. De gebouwen waren uit hout opgetrokken; vlechtwerk, aangesmeerd met leem vormden de wanden. Roet of stro dekten het dak. Sconenbroke Misschien wel het oudste bakstenen gebouw in Apeldoorn, daterend uit de late middeleeuwen, was Sconenbroke, een bouwwerk met rondom een gracht. Het werd ontdekt Pagina 1 van 3 CANON VAN APELDOORN 01 in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw, op een akker waar later het bedrijvenpark-Noord werd aangelegd. Nader onderzoek heeft duidelijk gemaakt dat het complex rond 1350, mogelijk in 1347, was gebouwd, op de rand van een dekzandrug, een iets hoger terrein in het landschap, op enkele tientallen meters afstand van de lagere, drassige broeklanden. Het gebouw was opgetrokken uit baksteen en droeg een leien dak, toen luxueus bouwmateriaal, wat zou kunnen duiden op een welgestelde eigenaar. Nauwelijks een halve eeuw later brandde het huis af. Een kasteel lijkt het niet te zijn geweest, daarvoor waren de funderingen te smal en een kasteel had ook nooit een houten aanbouw, die namelijk bij een aanval of belegering snel zou sneuvelen. Vermoedelijk heeft het gebouw een functie gehad bij ontginningen in dit gebied. De naastgelegen buurtschap Nijbroek was het centrum van deze ontginningen, waar een soortgelijk complex was gebouwd; mogelijk was Sconenbroke een dependance. Kootwijkerzand De geschiedenis van de bewoning van de Veluwe is na de eerste vondsten eeuwenlang gehuld geweest in een diepe duisternis, vertelt H.A. Heidinga in zijn boekje over verdwenen dorpen in het Kootwijkerzand. Pas in de tweede eeuw na Chr. kwamen hier weer mensen wonen, op de flank van een zogenoemde stuwwalkop in het Kootwijkerzand: de top van één van de hoge wallen in het landschap, vele duizenden eeuwen eerder gevormd door gletsjers. Hier vestigden zich toen, in de Romeinse tijd, de eerste mensen, waarschijnlijk één familie, die een woonstalhuis en enkele bijgebouwtjes bouwde om er met hun dieren te wonen. In de loop van de jaren werd de boerderij vaak verbouwd, de breedte bleef gelijk, zes meter ongeveer, maar de lengte werd van achttien tot veertig meter uitgerekt, vermoedelijk omdat er meer mensen en dus ook meer dieren een plek moesten hebben. Niet ver van deze boerderij stond een kleiner huis, ruim tien meter lang, met twee haarden en nauwelijks plaats voor koeien. Misschien was het, volgens Heidinga, een welvarende boer die zich een apart woonhuis kon veroorloven, zoals boeren tegenwoordig een bungalow naast hun boerenbedrijf bouwen. Kootwijk In de buurt van Kootwijk moet in de vroege middeleeuwen, de achtste eeuw, een dorp zijn gebouwd, in de buurt van een vennetje, een gunstige plek dus bij water. Zulke vennetjes waren ontstaan omdat de bodem een ondoordringbare ijzerlaag bevatte. Voor jagers en verzamelaars een lustoord, want behalve water waren er een gemengd loofbos, met eiken, berken, beuken en linden, en heidevelden, maar veel minder dan tegenwoordig. De boeren konden een grote veestapel onderhouden, voornamelijk runderen, maar ook schapen, geiten, varkens, paarden en pluimvee. Hout was er volop. Op hun akkers verbouwden ze vooral rogge, maar ook haver, gerst, vlas en bonen. Hun behuizingen vormden een wijkje: een raamwerk van een aantal haaks op elkaar staande wegen, met erven erlangs, omheind, soms in een groepje bij elkaar. Pagina 2 van 3 CANON VAN APELDOORN 01 Zo’n boerenbedrijf bestond uit een hoofdgebouw, met rondom enkele bijgebouwen, alles op een duidelijk gemarkeerd terrein; de breedte varieerde van ruim zes tot acht meter, de lengte van zeventien tot drieëntwintig meter. Een weg van west naar oost voerde naar de brink en doorsneed het dorpje; haaks erop stonden twee wegen, naast elkaar, één leidde langs de brink naar het zuiden, de ander naar het noordelijke dorpsbuurtje. Bronnen: H.A. Heidinga, Verdwenen dorpen in het Kootwijkerzand, Barneveld, z.j. H.A. Heidinga, Apeldoorn – vroegmiddeleeuwse ijzerwinning en machtspolitiek, in: Bijdragen Felua, I-1992. R.M. Kemperink (eindred.), Geschiedenis van Apeldoorn, Zutphen, 1993 Wim H. Nijhof, Oude boerderijen. Monumenten van het platteland, Apeldoorn, 2004. H.A.M. Ummels, Uddel in het spinrag van het verleden, in: Uddel. De geschiedenis van een strijdbare dorpsgemeenschap, Uddel, 1992. “Sconenbroek” archeologisch onderzocht, brochure gemeente Apeldoorn, Apeldoorn, 2001. Archeologisch onderzoek op het terrein van de voormalige Van Haeften Kazerne aan de Zwolseweg, brochure gemeente Apeldoorn, Apeldoorn, 2001. Pagina 3 van 3