Deel 3: Sociale Strukturen in de Nederlandse Geschiedenis PDF
Document Details
Uploaded by RecordSettingCloisonnism
UGent
Tags
Related
- Support de cours sur l'ESS (Economie Sociale et Solidaire) PDF
- Droit des Sociétés: L'économie Sociale et Solidaire (PDF)
- Psychologie Sociale Appliquée PSY1025-00 PDF - Automne 2024
- Comment est structurée la société française actuelle? PDF
- Chapitre 2 : Comment est structurée la société française actuelle PDF
- Cours sur le prestige social (PDF)
Summary
Dit document is een samenvatting van deel 3 in de Nederlandse geschiedenis, met nadruk op de sociale structuren. Het bespreekt onderwerpen als gezinnen, de rol van de kerk, en corporaties, en belicht de veranderingen in de loop van de tijd. De focus is op de dynamiek tussen individuen en gemeenschap.
Full Transcript
Dia 1 Dia 2 hoofdstuk 1: sociale structuren indentieit individu --> bepaald door de gemeenschap collectief karakter geletterdheid -> individualisering Dia 3 1.1 Het gezin * Subsistentiemaatschappij late huwelijksleeftijd (kenmerk 1 WE huwelijkspatroon in de VMT);...
Dia 1 Dia 2 hoofdstuk 1: sociale structuren indentieit individu --> bepaald door de gemeenschap collectief karakter geletterdheid -> individualisering Dia 3 1.1 Het gezin * Subsistentiemaatschappij late huwelijksleeftijd (kenmerk 1 WE huwelijkspatroon in de VMT); "Western European Marriage Pattern"; schaarste vruchtbaar land; woonst met landbouwgrond (vb. graafschap Vlaanderen: min. 5 hectare om zelfvoorzienend te zijn) * Zelfregulerend/homeostatisch systeem * Tot 10-15% bevolking bleef celibatair (nooit gehuwd) (kenmerk 2) * Erfrecht: "deelbaar" vs. "ondeelbaar" systeem -> varianten (vb. via aparte testamenten) -> gevolgen voor type huishoudens: - kerngezinnen (vader, moeder en kinderen) - uitgebreide gezinnen (meerdere generaties) - complexe huishoudens (meerdere kernen) -> erfrecht niet alleen bepalend, ook context en type land (vb. stad vs. platteland, landbouw/veeteelt) Langer thuis wonen later wonen huwen wanneer je de middelen bezit om een gezin te stichten. Deelbaar erfrecht: elk kind krijgt een deel Majoraat = oudste zoon krijgt alles (ondeelbaar) Dia 4 1.2 Kerk en gezin (met elkaar verbonden VMT) Huwelijk: tot Franse Revolutie exclusief kerkelijke aangelegenheid extra: schandaal rond Leopold III hertrouwt (eerste vrouw gestorven) trouwde eerst voor de kerk en dan pas voor de staat sinds fr. rev. eerst trouwen voor de staat. vrouw was al eens gescheiden Toegenomen reglementering door de Kerk (in kath. én prot. wereld) - tijdens Vasten (Veertigdagentijd voor Pasen) en Advent (vier zondagen voor Kerstmis) geen huwelijken - overspel, concubinaat, ongewenste zwangerschappen concubinaat = ongehuwd samenwonen - norm en gedrag in overeenstemming: officialiteit ( = kerkelijke rechtbank) Katholieke kerk: seks beperkt tot het huwelijk (oogjes dicht voor de vorsten) - daling onwettige kinderen (slechts enkele %), kinderen die niet zijn verwerkt tijdens een huwelijk - wel groot aantal prenuptialen (ca. 20%: data huwelijk/geboorte) prenuptialen = kinderen die voor het huwelijk verwekt zijn maar tijdens het huwelijk geboren - buitenechtelijke kinderen ongewenst: infanticide? vondelingen? infanticide = doden van pasgeborenen vondelingeschuif met een onbetwistbaar erkenningsteken Contrareformatie en toename huwelijksmoraal: strenger toezicht * Geboortebeperking? Laat huwen; onthouding; borstvoeding; coïtus interruptus * Gemiddeld slechts 2 of 3 overlevende kinderen per huwelijk: - restrictief huwelijkspatroon - tijdelijke steriliteit door borstvoeding - grote zuigelingen- en kindersterfte (slechts 50% bereikt volwass.) Dia 5 Daling huwelijk tijdens vasten, advent en tijdens lanbouwperiode Dia 6 1.3 Verwanten, vrienden en buren - Huwelijk: persoonlijke keuze, maar ook inspraak verwanten, buren... (mariage de raison). - Pas echt vrije keuze vanaf meerderjarigheid (meer in lagere dan in hogere klassen). - Ideaal: zelfde leeftijd, godsdienst (cf. Republiek) en sociaal-economische achtergrond. - Naarmate VMT vordert: affectie geeft meer en meer de doorslag. - "Sociale promotie" door huwelijk? Cf. ook hogere burgerij en adel. - Bruidsschat gegeven door ouders van meisjes uit welgestelde kringen: gevolgen? - Veel hertrouwers, tot een derde (kenmerk 3 WE huwelijkspatroon); rouwplicht weduwen. - Gezin = productie-eenheid. - Kerngezin : dominante gezinsstructuur in WE (cf. erfrecht en landbouwpraktijk), maar niet enige. - "Familie" aanvankelijk breder dan bloedverwanten, later scheiding verwanten/vrienden Dia 7 - Organisaties zoals gebuurten en prochies : -> gemeenschapsregels, -> controle op publ. maar ook private ruimte (veiligheid, openbare werken; ook bemiddeling bij huiselijke ruzies...) - Charivari, ketelmuziek, skimmington ride: "volksgerechten" (ongelijke huwelijken – vnl. leeftijd, mannen gedomineerd door vrouw, bedrogen echtgenoot, niet erkende zwangerschap...) Dia 8 Dia 9 Dia 10 Corporaties (corpus) = sociaal ordeningsprincipe: sociale, economische, culturele en religieuze leven structureren Leden van corporaties hebben gemeenschappelijke doelen en belangen -> ambachtsgilden -> broederschappen (georganiseerd rond parochiekerk (heiligen), processies uitvaardigen rond heiligendagen, belangrijke gebeurtenissen herdenken,..) -> schuttersgilden (soort stadswacht prestigieuze club met lidgeld) -> rederijkerskamers (theaterstukken boodschap overbrengen Zaak van identiteit, van inclusie en exclusie (bescherming, … je hoort ergens bij, je zorgt voor elkaar, maatschappelijke zekerheid) Regels, normen, hiërarchie, sociale en economische opdrachten (vb. naar eigen leden toe) Hoge visibiliteit, cf. stoeten en processies Belangrijke rol in stedelijke organisatie, band met overheid (worden gesponserd door overheid) (subsidie) -> Ambachtsgilden verliezen in de loop 16de eeuw hun politieke functie -> Rederijkerskamers: invloed bij de verspreiding van de ideeën van de Reformatie (heel actief 15de – 16de eeuw) gedachten reformatoren verwerken in theaterstukjes (= communicatiemiddel) meestal kerkscènes zal moeilijke thema’s aankaarten (Gendade Gods) rederijkerkamers verbonden 16de eeuw zeiden dingen die niet in de kerkelijke sfeer waren 17de eeuw terug (controle) -> Religieuze broederschappen: opgenomen in de Contrareformatie -> Schuttersgilden: aanv. milities, later elitaire genootschappen, sociale distinctie Typisch ME en VMT in de loop van de 18de eeuw neergang, en opgang van het individualisme Hedendaagse verschijningsvormen, vb. "Hermandades" (religie); allerlei "gildes"..., maar ook vakbonden tijdens de heilige week: gaan in processie uit (volgende slides) Dia 11 Geen KuKluxKlan Puntmutsen doel: anonimiteit, onherkenbaar met als reden omdat we tijdens de heilige week allemaal zondaars zijn moeten boete doen. anoniem zonden maar ook een beetje herkenbaar door de kleur Dia 12 [Hoofdstuk 2. Sociale categorieën] » we laten het over?» Hoofdstuk 3. Differentiatie Toegenomen differentiatie, afbakening op verschillende domeinen: - cultuur: volks tegenover elitair - sociale sferen: private en publieke ruimte - plaats religie: sacrale tegenover profane sfeer Evenwel geen polarisering Volk en elite groeien verder uiteen elite deed eerst met de volkscultuur later niet meer Dia 13 3.1 Volkscultuur en elitecultuur Elite deed mee met volkscultuur maar langzaam aan stappen ze hiervan af * Ca. 1500 en voordien: door verschillende soc. groepen gedeelde "volkscultuur" - Christelijke basis (maar ook magie en bijgeloof), de aard van het Christendom (met kerstverlichting duisternis verjagen) - lokale beleving - uiting in allerlei feesten en processies (mirakelprocessies, boetprocessies, Mariaprocessies, heiligenprocessies...) - gekoppeld aan christel. kalender, maar ook vele profane aspecten (eten en drinken...) - ook niet-christel. vormen: meiboomplanting (heroplevende natuur, vruchtbaarheid), charivari... Meiboom: lente herijzen van de natuur * Daarnaast ook elitecultuur (geletterdheid, Latijn…); elite = bi-cultureel (deels volksegebeuren en haar eigen) * Zowel protest. als kathol. instanties hervorming/uitzuivering v.d. volkscultuur: heidense gebruiken afwijzen. - in wezen een soort van interne missionering - katholieke wereld: loopt samen met Contrareformatie - protestantse wereld: in volkscultuur vele "paapse elementen"; nadruk op Bijbel, psalm, preek Kerken in het Noorden sober tegen alle versiering - opgelegde arbeidsethiek, minder vrije tijd (cf. regulering herbergbezoek, aantal deelnemers huwelijksfeesten...); dit zowel in protestantse als katholieke wereld; actieve rol overheid * Na 1600: groeiende distinctie bij de burgerij en elites (vb. ontstaan schouwburgen) Dia 14 3.2 Het sacrale versus het profane * Sacrale sfeer: alles wat betrekking heeft op (de verering van) God - cultusplaatsen (kerken, begraafplaatsen, bedevaartsoorden...) - Begraafplaats: voor contrareformatie: plaats van bijeenkomst STILTE - Kerken: voor CR. Bijeenkomstplaats voor volksvergadering plaats om te bidden. - devote praktijken (bv. bidden) - Mag niet gestoord worden - de persoon van de clericus (cf. belang van celibaat) - Respect « eerwaarde » (aanspreeknaam) respect - Woont gescheiden van het volk - Moet eigen status hooghouden netjes in de pas lopen −> wordt strikt gescheiden van het profane, geen vermenging meer van beide sferen, - vb. geen profaan gebruik meer van plaatsen verbonden aan de cultus..., - vb. eisen gesteld aan clerici (ook soc.-econ. afscheiding), want belangrijk voor zielenheil -> vb. bestraffing godslasterlijke taal (blasfemie), van respectloos gedrag t.a.v. clerici, rituelen, plaatsen... Profane sfeer in toenemende mate negatieve connotatie ("zedeloosheid"...), "werelds vermaak"... Losbandig Hieraan mag men niet aan overgeven Dia 15 3.3 Private sfeer versus publieke ruimte * Elites zonderen zich af; sociale activiteiten (sociabiliteit) steeds meer naar privésfeer: - literaire salons Eerst adel burgerij doet nu ook boeklezigen , in een burgerijhuis (word groter, met een salon, …) met ontvangingsruimtes - Schouwburgen (niet voor iedereen opleiding nodig, theatervoorstellingen in een schouwburg niet meer op straat) - verfijnde conversaties met thee en koffie, thuis of in selecte etablissementen Burgerij doet dit nu woning laat dit toe - private voorstellingen - wetenschappelijke genootschappen Mensen met een wetenschappelijke opleiding - eenzame wandelingen (vb. Jean-Jacques Rousseau, Les rêveries du promeneur solitaire, ca. 1777) Als hoogste vorm van pers. Ontwikkeling In de natuur kun je pas echt nadenken Heel individueel In een gesloten ruimte activiteit organiseren Dia 16 Muziek + gezin in eigen woning = private sfeer Dia 17 Afzondering mogelijk door effecten drukpers en toegenomen geletterdheid: lectuur, ego-documenten (cf. ook nu) Meer discussie mogelijk Afzondering mogelijk door groei affectie, ook binnen het gezin; huiselijkheid (materiële omstandigheden maken dit mogelijk). Gevolgen voor plaats van de vrouw -> teruggedrongen binnen de huiselijke sfeer Affectie: kinderen waren een investering verzorging weinig affectie Affectie: 18de eeuw ontstaat kinderliefde Plaats van de vrouw: 18de eeuw; vrouw aan de haard (voordien was dit een uitzondering) Meer controle op de manieren ("civilisatieproces", cf. etiquetteboeken): zich in het openbaar ontbloten, wildplassen, spuwen...; andere omgangsvormen Bepaalde regels: publieke ruimtes worden geregulariseerd * Verhouding tussen private en publieke sfeer: verandert sterk (nu ook: je kan je kamer niet verlaten en toch overal zijn internet) -> ontstaan van een ruime kritische publieke sfeer (vanuit de privésfeer), onafh. van politieke macht en kerk; uitdeling van ideeën: een openbare publieke mening vormt zich -> communicatie (vanuit de privé-sfeer) cf. République des Lettres ->-> Private/publieke sfeer: evoluties vandaag, de wereld vanop het scherm Dia 18 3.4 Heksenwaan -> Volkse of traditionele hekserijconcept: magische wereldbeeld -> compenseert gebrek aan kennis geloof in heksen zwarte en witte magie, cf. Merlijn (witte magie = goed, werd getolereerd en aangemoedigd) Malificia bonaficia (witte magie resultaat belangrijker dan aard van bovennatuurlijke krachten Late ME ontstaan demonologische of geleerde hekserijconcept: (16de eeuw) Gewone mens kan geen mirakels doen (alleen iemand verbonden met God of de Duivel) witte magie wordt niet meer aanvaard (past niet meer in het christelijke kader) heks niet meer willen aanvaarden behoort tot de duivel (pact met de duivel) aard van de krachten belangrijker: per definitie slecht pact met de duivel (anders kan je niet aan die krachten komen) Geleerde traktaten, cf. Malleus Maleficarum ("Heksenhamer") 1486: handleidingen voor vervolgers Heksen herkennen en ondervragen Vernietiging van de heksen Tussen 1450-1750 ca. 100.000 processen, met 40 tot 60.000 executies, ca. 75% slachtoffers vrouwen Heksenvervolging Dia 19 Houtsnede, uit: Heksensabbat (Hans Baldung Grien, 1510) 2 woorden die de christenen niet leuk vinden aan elkaar verbinden Sabbat: joden (hebben Christus vermoord) heks (pact met de duivel) Bijeenkomst van heksen = sabbat Dia 20 Trouwzwering aan de duivel door de kus op het achterwerk. Ook mannelijke heksen Dia 21 Dia 22 -> Hoogtepunt heksenwaan: 1570-1660; spin-off godsdienstoorlogen? -> Oorzaak: cluster van angsten in een ontwrichte maatschappij vol onzekerheden en schijnbaar onverklaarbare tegenslagen -> "Maleficia": schadelijke magische handelingen Lokale niveau: Witches and neighbours : the social and cultural context of European witchcraft (Robin Briggs, 2002); vaak geïsoleerde slachtoffers (letterl. levend aan de rand van de maatschappij) Heksenvervolgingen niet van boven opgelegde maar groeide vanuit de bevolking en dorpen Invloed van rechtsapparaat: ondervragingen met tortuur, bekentenissen, "medeplichtigen", cf. Salem, Massachussetts in 1692 (meer dan 20 slachtoffers). Mensen laten bekennen door een godsoordeel/foltering Verwonding aanbrengen overleven: hulp van de duivel Laatste executie in ZN in 1685; Zwitserland 1782 Men beweerde dat heksenvervolgingen van bovenaf waren opgelegd? genuanceerder ze groeiden van de dorpen zelf (verschillend) in een dorp een oud vrouwtje schuldig verklaren (voor de dood van een vee, …) begrijpt de wereld niet Schuld geven aan een oud vrouwtje die aan de rand van het dorp leefde. Moord door inquisitie (=gepaard met het ondervragen) inquisitoriale procedure: komen door een vaststelling van feiten door (godsoordeel, torture) -> inquisitoriale procedure: komen tot het vaststellen van feiten (door bvb. Godsoordelen, getuigenissen, ondervragingen) Veel verhalen doen de ronde -> verklaringen onder tortuur -> mensen zeggen maar wat ze gehoord hebben -> eigenlijk weinig betekenis maar werd wel gebruikt Dia 23 Hoofdstuk 4. Mensen in de marge (marginalen) 4.1 Definitie Marginaliseringsproces = gevolg opgelegd waardensysteem, dat door bepaalde maatsch. groepen niet kan of niet wil worden nageleefd −> niet (kunnen) deelnemen aan productieprocessen −> niet (kunnen) volgen van heersende gedragsnormen Fluctuerende grenszone; soms wel en soms niet (vb. armoede, bedelarij) Marginalen: mensen die leven aan de marge van de samenleving kan heel snel gaan bewust of onbewust Dia 24 4.2 Armoede en bedelarij Late ME en VMT: subsistentiemaatschappij; bereiken vitaal minimum Bevolkinstoename (dubbel negatieve gevolgen) pauperisme -> Toename pauperisme: pauperisme is niet constant door bevolkingstoename door crisis feodale systeem, ontluiken kapitalistische samenleving: verlies van controle over productiemiddelen (verlies eigen grond, en dus loonarbeid) Wegvallen eigen bedrijven verplicht loondienst (kans op jobverlies groot) door oorlogsomstandigheden door misoogsten/natuurrampen Fluctureerd Door demografische evolutie 16e en 18e eeuw: stijgende prijzen, lagere lonen koopkrachtdaling Late 18de eeuw pauperisme omhoog onderscheid goeie en slechte armen -> Veranderde houding tegenover armen: wantrouwen en criminalisering -> "Goede armen" (miserabiles personae) en "slechte armen" -> Tweesporenbeleid: harde repressie en hervorming liefdadigheid Dia 25 16de eeuw daling demografische vooruitgang Stijging eind 16de eeuw begin 17de eeuw val van Antwerpen mensen gaan weg huisprijzen dalen gevolg: koopkracht stijgt minder arbeids beschikbaar (lonen gaan stijgen) 17de eeuw slecht 1700: spaanse succesie oorlog uitvochten 2de helft 18de eeuw: gelijkelijk dalen wilt niet zeggen dat inkomen redden door kinderen te laten redden normale salaris daalt Dia 26 4.3 Verplichte tewerkstelling "Luiheid is oorkussen van de duivel" (conditionering) Verplichte tewerkstelling (van slechte armen) vanaf 16de eeuw: tuchthuizen, rasphuizen (m.), spinhuizen (vr.); detentie in "hospitalen« Rasphuizen = hout raspen (kleurhout) kleurstof uit het hout halen door het raspen kleurstof nodig voor het kleuren van katoen. Ideaal versus praktijk: uitbuiting In 18e eeuw: verdere toename van het pauperisme "correctiehuizen", heropvoedende aspect belangrijker (invloed Verlichting) Correctiehuizen voor irritante kinderen, … Dia 27 Misdadigers en luiaards -> verplichte tewerkstelling voor eigenbelang en gemeenschap Dia 28 -> Le grand enfermement? * Steeds meer tehuizen en instellingen voor verschillende groepen marginalen * Michel Foucault (1926-1984): proces van "de grote opsluiting" 17de-18de eeuw * "Disciplineringsproces" door opsluiting (bedelaars, landlopers, geesteszieken...) * Hierdoor bevorderen van sociale en politieke stabiliteit * Eigen waarden en normen opleggen, buitensluiten van de irrationaliteit -> Ook proces van onderuit: ‘collocaties’ Dia 29 4.4 Prostitutie Strikte kerkelijke bepalingen: seks binnen het huwelijk enkel en alleen voor voortplanting Stoof = badhuis (wassen verdoken prostitutie) Bordeelbezoek: zonde én misdrijf Niettemin: gedoogbeleid voor prostitutie; welbepaalde wijken (cf. "Stoofstraat") Regelmatig repressie van prostituées; probleem openbare orde en volksgezondheid Soms raffias en hoeren van straat halen komen in contact met veel mensen verspreider Dia 30 4.5 Seksueel deviant gedrag -> Sodomie: verzamelnaam voor allerlei deviante vormen van seks (homofilie, bestialiteit, pedofilie...) Sodomie niet gezien als een levenslange oriëntatie, wel ernstig misdrijf, wereldlijke en goddelijke majesteitsschennis Tegen God Tegen de natuur -> Vooral seks tussen mannen onderling vervolgd, niet continu of systematisch, maar in golven, ook strenge straffen op knapenschenderij, vb. Gentse beeldhouwer Hiëronymus du Quesnoy (1602-1654), proces en doodvonnis (brandstapel Korenmarkt, 28 september 1654) seks tss mannen mag niet seks tss vrouwen gebeurde minder en werd minder als probleem gezien Dia 31 Dia 32 Betrapt op pedofiele handelingen Ter dood veroordeeld Dia 33 4.6 Joden en zigeuners -> Niet alleen slachtoffer van marginalisering, kiezen soms ook zelf voor zekere afzondering (cf. ook zigeuners, "gipten" of "Egyptenaeren"). -> Zigeuners in West-Europa sinds begin 15de eeuw fascinatie en nieuwsgierigheid bevolking vs. afkeer: taal, uiterlijk, gebruiken, vermeende "Turkse spionnen" (uit India, via huidige Turkije en Balkan, nomadische levenswijze) criminalisering -> gebruikelijke zondebokken specifieke wetgeving (cf. repressie bedelarij): verbanning, geseling, brandmerken... Behouden hun gebruiken Om de zoveel jaar komen er weten tegen de zigeuners soms werden ze verjaagd gebrandmerkt, … -> Joden verdrijving uit vb. Mediterrane wereld (1492, Sefardische Joden, te onderscheiden van de Asjkenazische Joden uit Centraal- en Oost-Europa): exodus, verspreidingµ trekken naar West-Europa = Sefardische joden zondenbok maar ook hoogopgeleid dubbele houding: latent en soms hevig antisemitisme tegenover maatsch. nut (artsen) en financiële functie afgezonderde wijken ("ghetto’s" naar de wijk "Gheto" in Venetië, "judería", "juiverie") opgelegde uiterlijke herkenningstekens (hoofddeksels, gele insignes...) Dia 34 4.7 Ziekte en waanzin -> Ook ziekte kan oorzaak zijn van marginalisering Vb. melaatsen: - uiterlijke kentekenen (klepper, hoed, bedelnap) - afzondering in leprozerieën of hutten buiten de stad - verwijderingsritueel – "levende doden" Dia 35 -> Vb. mentale zieken: * aanvankelijk link met het religieuze/de duivel (bezetenheid) * wetenschappelijke revolutie: waanzin wordt een ziekte −> verzorging, of opsluiting ("te zot om los te lopen", vaak op verzoek familie: opsluiting "van onderuit") -> Zorg voor gemarginaliseerde zieken door Alexianen of Cellebroeders (pestlijders, later ook psychiatrische patiënten; afleggen van doden).