Didactische Tips Boekhouden PDF

Summary

Deze document bevat didactische tips voor het thema 'boekhouden'. Het beschrijft doelstellingen, verschillende niveaus (levels), oefeningen, en informatie over boekhoudkundige begrippen en registraties. Het is bedoeld voor onderwijsdoeleinden.

Full Transcript

DIDACTISCHE TIPS 5 THEMA Boekhouden 5 THEMA Boekhouden PAPER PACK DIDACTISCHE TIPS THEMA 5 2 S...

DIDACTISCHE TIPS 5 THEMA Boekhouden 5 THEMA Boekhouden PAPER PACK DIDACTISCHE TIPS THEMA 5 2 STEP-UP p. 210 Een jobadvertentie voor een boekhouder opstellen LEVEL Hoe registreer je verrichtingen in p. 172 5 verband met leningen op korte en lange termijn? LEVEL Hoe registreer je betalingen en p. 120 4 inningen in de boekhouding? LEVEL Hoe registreer je p. 72 3 verkoopverrichtingen in de boekhouding? LEVEL Hoe registreer je p. 24 2 aankoopverrichtingen in de boekhouding? PAPER PACK LEVEL Wat weet je nog van boekhouden? 1 p. 5 DIDACTISCHE TIPS STEP-IN p. 4 THEMA 5 3 5 THEMA Boekhouden Doelstellingen Basisdoelen 16.04.02* toepassen De leerlingen registreren courante bedrijfsverrichtingen. Subdoelen 16.04.02*.01 De leerlingen omschrijven het begrip boekhouden. 16.04.02*.02 De leerlingen lichten de noodzaak van het bijhouden van een boekhouding toe. 16.04.02*.03 De leerlingen omschrijven het belangrijkste verschilpunt tussen de enkelvoudige boekhouding en de dubbele boekhouding. 16.04.02*.05 De leerlingen omschrijven het begrip inventaris. 16.04.02*.06 De leerlingen stellen een eenvoudige inventaris op aan de hand van beschikbaar cijfermateriaal. 16.04.02*.07 De leerlingen omschrijven het begrip vermogen. 16.04.02*.08 De leerlingen leiden uit de inventaris het vermogen van de onderneming af. 16.04.02*.09 De leerlingen omschrijven het begrip balans door gebruik te maken van de begrippen actief en passief. 16.04.02*.10 De leerlingen lichten het balansevenwicht toe. PAPER PACK 16.04.02*.11 De leerlingen lichten de begrippen balansrubriek en balanspost toe. 16.04.02*.12 De leerlingen leiden de balans af uit de inventaris. DIDACTISCHE TIPS 16.04.02*.13 De leerlingen rubriceren een eenvoudige balans. 16.04.02*.14 De leerlingen geven eenvoudige wijzigingen in actief en passief weer op de balans. 16.04.02*.16 De leerlingen splitsen de balans uit in rekeningen. 16.04.02*.17 THEMA 5 De leerlingen omschrijven de begrippen debet en credit, debetzijde en creditzijde. 3a 16.04.02*.18 De leerlingen passen de boekingsregels van het actief en passief toe. 16.04.02*.19 De leerlingen hanteren het boekhoudalgoritme (bijvoorbeeld door gebruik te maken van een coderingstabel) bij de boekhoudkundige verrichtingen aan de hand van handelsdocumenten. 16.04.02*.20 De leerlingen illustreren de noodzaak van het gebruik van de MAR. 16.04.02*.21 De leerlingen zoeken rekeningnummers op in de MAR. 16.04.02*.22 De leerlingen interpreteren het resultaat na het salderen van de rekeningen. 16.04.02*.23 De leerlingen omschrijven het begrip journaal. 16.04.02*.24 De leerlingen registreren eenvoudige verrichtingen in het journaal. 16.04.02*.25 De leerlingen leggen de noodzaak van het opstellen van een proef- en saldibalans uit. 16.04.02*.27 De leerlingen omschrijven de begrippen resultaat en resultatenrekening. 16.04.02*.28 De leerlingen leiden de verschillende resultaten af uit de resultatenrekening. 16.04.02*.29 De leerlingen situeren de resultatenrekeningen in de MAR. 16.04.02*.36 De leerlingen verwerken boekhoudkundig courante verrichtingen m.b.t. aan- en PAPER PACK verkopen van handelsgoederen (btw, handelskorting, aankoopkosten, financiële korting, terugstuurbare verpakking en doorgerekende kosten) met inbegrip van creditnota’s. 16.04.02*.37 DIDACTISCHE TIPS De leerlingen verwerken boekhoudkundig courante verrichtingen m.b.t. aankopen van diensten en diverse goederen (btw, handelskorting, aankoopkosten en financiële korting). 16.04.02*.40 De leerlingen omschrijven het begrip jaarrekening. 16.04.02*.41 THEMA 5 De leerlingen onderscheiden de onderdelen van een jaarrekening. 16.04.02*.42 De leerlingen omschrijven het begrip proef- en saldibalans. 3b Subdoelen 16.03.02.*38 De leerlingen verwerken boekhoudkundig courante verrichtingen m.b.t. liquide middelen (betalingen, inningen, bankkosten …), leningen op korte en lange termijn. Feitenkennis Vakterminologie inherent aan de afbakening van het cesuurdoel Conceptuele kennis – Registratie van ondernemingsverrichtingen in een dubbele boekhouding – Jaarrekening en de onderdelen Procedurele kennis Boeken van courante verrichtingen aan de hand van het boekhoudalgoritme: aankoop- en verkoopverrichtingen met inbegrip van btw en kortingen, creditnota, betaling, inning, lening en investering Verticale Specifieke eindterm 3e graad LPD 16.04.02 samenhang De leerlingen stellen, op basis van zelf geregistreerde bedrijfsverrichtingen, een balans en resultatenrekening inclusief winstverdeling op. toepassen ICT leerplan 4.1 De leerlingen gebruiken doelgericht en adequaat standaardfunctionaliteiten van digitale infrastructuur en toepassingen om digitaal inhouden te creëren, te delen en te beheren. (Transversaal) Sleutelcompetenties 13.19 De leerlingen gebruiken schooltaal en domeinspecifieke taal in functie van hun leerproces. (Transversaal) PAPER PACK DIDACTISCHE TIPS THEMA 5 3c 3d THEMA 5 DIDACTISCHE TIPS PAPER PACK LEVEL 1 Wat weet je nog van boekhouden? TAXONOMIE VAN BLOOM onthouden begrijpen toepassen analyseren evalueren creëren STEP-IN STEP-IN Klassikaal 1 Lees de onderstaande schermafbeelding van de website van myKMO. De schermafdruk is afkomstig van een bedrijf dat a Wat is myKMO? facturatieprogramma’s verkoopt. een facturatieprogramma voor zelfstandigen Hieruit blijkt het voordeel om b Waarom zou een boekhouder zo een programma gebruiken? snel te kunnen boekhouden om snel facturen op te stellen, boekhoudkundig te verwerken en op te volgen en gegevens te verwerken. Je kunt eventueel de beginpagina van de website projecteren en c Wat is ‘betalingsopvolging’? nog enkele andere webpagina’s nagaan of de verkoopfacturen binnen de gevraagde periode betaald worden, overlopen. en ervoor zorgen dat je aankoopfacturen binnen de gevraagde periode betaalt om boetes te vermijden … 2 In dit thema doorloop je vijf levels waarin … 1 je de boekhoudkundige begrippen en registraties van vorig jaar herhaalt; PAPER PACK 2 je leert hoe je aankoopverrichtingen in de boekhouding registreert; 3 je leert hoe je verkoopverrichtingen in de boekhouding registreert; 4 je leert hoe je betalingen en inningen in de boekhouding registreert; 5 je leert hoe je leningen op korte en lange termijn in de boekhouding registreert. STEP-IN 3 Elk level biedt je een stukje kennis dat je nodig hebt om de opdracht van de Step­up uit te voeren. Daarin stel je een jobadvertentie op voor een boekhouder die Anissa Zadora tijdens haar zwanger­ STEP-IN schapsverlof zal vervangen. THEMA 5 THEMA 5 4 4 WAT HEB JE NODIG? ▪ Smartphone, tablet, laptop of pc om het internet te raadplegen ▪ Rekentoestel bij Action 1 ▪ MAR bij Re-Explore 4 LEVEL 1 Wat weet je nog van boekhouden? INTRO INTRO Klassikaal 1 Vorig jaar heb je al heel wat boekhoudkundige termen gebruikt. Welke ken je nog? Combineer het begrip met de juiste omschrijving. De leerlingen krijgen een tiental boekhoudkundige begrippen die BEGRIP OMSCHRIJVING verder in dit level aan bod komen. 1 Btw op verkoop A Dat is een document waarin de verkoper de koper vraagt te betalen voor geleverde goederen of verrichte diensten. Daarop Het is essentieel dat de leerlin- staat hoeveel, waarvoor en aan wie de koper moet betalen. De gen deze begrippen kennen. verkoper stelt de factuur op en de koper moet ze betalen. In dit level worden de verschil- 2 Creditnota B Dat is het bedrag waarop de btw wordt berekend. 3 Financiële korting C Dat is de linkerzijde van de balans met de werkmiddelen lende stappen herhaald van bij (vorderingen en bezittingen). de start van een boekjaar tot het 4 Actiefzijde D Dat is de btw die de ondernemer ontvangt van de klanten bij een einde van het boekjaar op basis verkoop van goederen of diensten. 5 Maatstaf van heffing E Dat is het tegenovergestelde van een factuur. Daarmee wordt een van de leerstof van het derde eerdere factuur kwijtgescholden of verminderd omwille van een jaar. slechte levering, een kwaliteitsverschil, een foutieve levering... 6 Factuur F Dat is het resultaat van het bedrijf. Heeft het bedrijf winst of verlies gemaakt? De resultatenrekening geeft de kosten en opbrengsten van het bedrijf weer van het voorbije boekjaar. 7 Debetzijde G Dat is de linkerzijde van een grootboekrekening. 8 Resultatenrekening H Dat is een korting die de verkoper soms toekent wanneer de klant niet wacht met betalen tot de vervaldag, maar binnen een bepaalde periode betaalt (bijvoorbeeld: binnen de zeven dagen). 9 Bedrijfsopbrengsten I Daarin worden de dagelijkse boekhoudkundige verrichtingen chronologisch geboekt of ingeschreven. 10 Journaal J Dat zijn de opbrengsten die een onderneming heeft bij de uitoefening van de bedrijfsactiviteit. De voornaamste PAPER PACK bedrijfsopbrengst is de verkopen van handelsgoederen. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 D E H C B A G F J I LEVEL 1 LEVEL 1 2 In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag: THEMA 5 Wat weet je nog van boekhouden? THEMA 5 5 5 RE-EXPLORE 1 Re-explore 1— Wat is boekhouden? 1.1 Individueel of per twee, met 1 Vorig jaar heb je kennisgemaakt met het dubbelboekhouden. Dit jaar verdiep je je nog meer in de logische daarna een klassikale bespreking en boeiende wereld van het boekhouden. Wat is boekhouding ook alweer? Omschrijf in je eigen woorden. Het is een instrument waarmee een ondernemer een goed overzicht heeft en houdt Je kunt eventueel werken met van de financiële situatie van zijn zaak, zodat hij in staat is de juiste beslissingen te een digitaal programma waarbij nemen. de antwoorden van de leerlingen worden geprojecteerd (zoals 2 Vorm een groep van enkele boekhouders (in spe). Padlet of Mindmup). a Vervolledig de mindmap op de volgende bladzijde met alle boekhoudkundige termen die je vorig jaar gezien hebt. Kies uit: 1.2 verkopen handelsgoederen – kapitaal – schulden > 1 jaar – bedrijfsresultaat – Individueel of per twee, met balans – financieel resultaat – bank – vlottende activa – bedrijfskosten (BK) – daarna een klassikale bespreking aankopen handelsgoederen – diensten en diverse goederen – schulden – meubilair – resultatenrekening – betaalde rente – eigen vermogen – financiële opbrengsten (FO) – actief – bedrijfsopbrengsten (BO) – voorraad handelsgoederen – leveranciers – Je kunt dit schema ook afdrukken financiële kosten (FK) – passief – vaste activa – rollend materieel – schulden ≤ 1 jaar – en in het klaslokaal ophangen. ontvangen interest Het geeft een goed overzicht van de boekhoudkundige Tip: Je werkt samen aan een schema. Elk groepslid gebruikt een andere kleur zodat je ziet wie welke term genoteerd heeft. documenten. Je kunt er steeds naar verwijzen bij oefeningen of b Structureer (met lijnen, pijlen …) alle termen in de mindmap zodat je het verband tussen de termen kunt afleiden. Soms is er geen verband, die woorden blijven dan los staan. Je krijgt alvast een stukje klassikale lesmomenten. van de puzzel. c Ken je nog de volledige naam van deze documenten? Noteer. ƒ AF: aankoopfactuur ƒ RU: rekeninguittreksel ƒ UCN: uitgaande creditnota ƒ VF: verkoopfactuur ƒ ICN: inkomende creditnota PAPER PACK LEVEL 1 LEVEL 1 THEMA 5 THEMA 5 6 6 Verkopen Bedrijfs- handelsgoederen opbrengsten (BO) Staffelvorm Aankopen Bedrijfsresultaat Inventaris Bezittingen handelsgoederen Bedrijfskosten Schulden (BK) Diensten en diverse goederen Resultaten- Boekhouden rekening Meubilair Vaste activa Financiële Rollend Ontvangen rente opbrengsten (FO) materieel Actief Financieel Voorraad resultaat Financiële kosten Vlottende activa handelsgoederen Betaalde interest (FK) Bank Balans Eigen vermogen Kapitaal Passief Schulden Schulden > 1 jaar Schulden ≤ 1 jaar Leveranciers 7 THEMA 5 LEVEL 1 7 THEMA 5 LEVEL 1 PAPER PACK Re-explore 2— Wat zijn de balans en de inventaris? Kenniskader Balans De basis van het dubbelboekhouden is de balans. Ze toont de dubbele ontleding van het vermogen van Projecteer beide de onderneming met aan de actiefzijde de bezittingen, en aan de passiefzijde de schulden. Omdat het kenniskaders na elkaar en vermogen op een dubbele manier wordt ontleed en geboekt, geldt als absolute regel: bespreek deze klassikaal. ACTIEF 20xx-01-01 PASSIEF Wijs de leerlingen vooral op VASTE ACTIVA 89 000,00 EIGEN VERMOGEN 68 250,00 Gebouwen 80 000,00 Geplaatst kapitaal 68 250,00 de rubrieken en de opbouw Meubilair 9 000,00 SCHULDEN 43 000,00 van de balans en inventaris. VLOTTENDE ACTIVA 22 250,00 Schulden op >1 jaar 35 000,00 Voorraden 10 000 ,00 Kredietinstellingen: schulden Ook het begrip ‘vermogen’ Aanvangswaarde handelsgoederen 10 000 ,00 > 1 jaar 35 000,00 kun je hier herhalen. Vorderingen op ten hoogste één jaar 1 250,00 Schulden op ≤ 1 jaar 8 000,00 Handelsdebiteuren 1 250,00 Leveranciers 8 000,00 Liquide middelen 11 000,00 Bank R/C 11 000,00 TOTAAL ACTIEF 111 250,00 TOTAAL PASSIEF 111 250,00 ACTIEF = PASSIEF De balans wordt ingedeeld in balansrubrieken. Aan de actiefzijde vind je de vaste en vlottende activa, aan de passiefzijde het eigen vermogen en de schulden. De balans geeft de toestand van de onder­ neming op een bepaald ogenblik weer. Je kunt meerdere keren per jaar een foto van je bedrijf maken, m.a.w. een balans opstellen. Omdat het nogal omslachtig is, zal dat in praktijk enkel aan het einde van een kwartaal of aan het einde van het boekjaar gebeuren. De balans wordt in scontovorm genoteerd, d.w.z. activa en passiva naast elkaar. Inventaris Naast de balans moet elke onderneming éénmaal per jaar een inventaris opstellen. Dat is een gedetailleerde lijst in staffelvorm (= onder elkaar) van alle bezittingen en schulden aan derden, zoals aan een leverancier. PAPER PACK BEZITTINGEN 1 Gebouwen Winkelpand, Nieuwstraat 1, 3000 Leuven 212 200,00 LEVEL 1 2 Uitrusting 9 650,00 LEVEL 1 5 vrijstaande winkelrekken € 700,00/stuk 3 500,00 1 toonbank 1 700,00 THEMA 5 1 kasregister 450,00 8 muurrekken € 500,00/stuk 4 000,00 THEMA 5 8 8 Inventaris (vervolg) BEZITTINGEN 3 Meubilair 11 280,00 2 archiefkasten € 800,00/stuk 1 600,00 2 computers € 1 400,00/stuk 2 800,00 2 laptops € 860,00/stuk 1 720,00 2 bureaus € 2 300,00/stuk 4 600,00 4 bureaustoelen € 140,00/stuk 560,00 4 Rollend materieel Bedrijfswagen Renault Kangoo Express 16 000,00 5 Handelsgoederen 10 360,00 Laptops 4 HP Chromebook GM € 870,00/stuk 3 480,00 3 Acer Aspire 6T € 760,00/stuk 2 280,00 Desktop 2 Acer Predator € 680,00/stuk 1 360,00 1 Apple Mac mini € 1 100,00/stuk 1 100,00 3 videokaarten NVIDEA GeForce € 420,00/stuk 1 260,00 4 Intel Core i5 processor € 220,00/stuk 880,00 6 Handelsdebiteuren (nog te ontvangen) 4 020,00 Procom (verkoopfactuur 14) 2 600,00 KA Heverlee (verkoopfactuur 21) 1 420,00 7 Bank Zichtrekening KBC 5 460,00 8 Kas Wisselgeld 345,00 TOTAAL BEZITTINGEN 253 315,00 SCHULDEN 9 Kredietinstellingen: schulden > 1 jaar 200 000,00 KBC Hypothecaire lening op 20 jaar 140 000,00 ING Investeringskrediet op 5 jaar 60 000,00 10 Leveranciers (nog te betalen) 3 315,00 PAPER PACK Computex (aankoopfactuur 23) 2 132,00 Meubelshop (aankoopfactuur 25) 1 183,00 TOTAAL SCHULDEN 203 315,00 LEVEL 1 EIGEN VERMOGEN LEVEL 1 Kapitaal 50 000,00 THEMA 5 De inventaris wordt los van de boekhouding opgesteld door een echte telling van de werkelijkheid (= werkelijke waarde). De balans daarentegen vloeit voort uit de boekhouding (= boekwaarde). THEMA 5 9 9 RE-EXPLORE 2 Individueel of per twee, met daarna een klassikale bespreking Hieruit blijkt ook het belang Geef enkele voorbeelden waarbij de werkelijke waarde niet gelijk is aan de boekwaarde. van het boekhouden, namelijk – Er is meer geld in kas dan de boekwaarde de werkelijke toestand van het van de rekening Kas. bedrijf weergeven. – De voorraad handelsgoederen is volgens de boekhouding kleiner dan de voorraad bij Kenniskader inventarisatie. – Er is een overstroming geweest waardoor Het boekhouden vangt aan het meubilair in waarde is gedaald. bij de start van een boekjaar. Dat valt niet noodzakelijk samen met de start van een kalenderjaar (cf. Colruyt Re-explore 3— Hoe ga je van de beginbalans naar de Group). Overloop dit rekeningen? kenniskader klassikaal. Beginsaldo RE-EXPLORE 3 Je opent het boekjaar door de gegevens van de beginbalans (01­01) over te boeken op de rekeningen. Alle actiefrekeningen debiteer je voor de balanswaarde en alle passiefrekeningen 3.1 crediteer je voor die waarde. Vanaf nu houd je de wijzigingen van elk vermogensbestanddeel, Individueel, met daarna een zoals Meubilair: AW, bij op de rekeningen: één rekening per vermogensbestanddeel. klassikale bespreking Dit zijn essentiële termen. 1 Wat is: Bespreek deze begrippen aan a crediteren? de hand van een rekening uit het aan de creditzijde van een rekening boeken grootboek (opdracht 2). b debiteren? aan de debetzijde van een rekening boeken 3.2 2 Open de onderstaande rekeningen op basis van de balans in Re­explore 2. Individueel of in duo, met daarna een klassikale bespreking 24000 Meubilair: PAPER PACK D aanschaffingswaarde C D 10000 Geplaatst kapitaal C Dit zijn slechts enkele rekeningen (BS) 9 000,00 68 250,00 (BS) uit de balans. De leerlingen kunnen eventueel de andere LEVEL 1 D 55000 Bank R/C C D 44000 Leveranciers C rekeningen uit de balans LEVEL 1 (BS) 11 000,00 8 000,00 (BS) opstellen op een apart blad met THEMA 5 rekeningen. In deze opdracht primeert het mechanisme om THEMA 5 10 rekeningen te openen. 10 Re-explore 4— Wat is de MAR (Minimumindeling van het RE-EXPLORE 4 Algemeen Rekeningstelsel)? MAR Individueel, met daarna een klassikale bespreking MAR Als je het rekeningstelsel achteraan dit thema of bij het onlinelesmateriaal bekijkt, stel je vast dat de MAR is opgebouwd rond verschillende rubrieken. Kenniskader Klasse 2: Oprichtingskosten, Vaste activa en Vorderingen op meer dan één jaar — 22 Terreinen en gebouwen — 22000 Terreinen Achteraan in het handboek — 22100 Gebouwen: aanschaffingswaarde vinden de leerlingen de — 22109 Gebouwen: geboekte afschrijvingen (­) volledige MAR. Overloop A Balans ….-..-.. P enkele rekeningen en Klasse 2 Klasse 1 Vaste activa Eigen vermogen rubrieken uit deze MAR om Klasse 3 Schulden > 1 jaar de leerlingen vertrouwd Voorraden Klasse 4 Klasse 4 te maken met de manier Vorderingen Schulden ≤ 1 jaar van zoeken naar een Klasse 5 Liquide middelen rekeningnummer. TOTAAL ACTIEF TOTAAL PASSIEF Welke rubrieken of klassen behoren tot de balansrekeningen? klasse 1 tot en met klasse 5 Re-explore 5— Hoe registreer je wijzigingen in actief en/of RE-EXPLORE 5 passief? Individueel, met daarna een klassikale bespreking Vorig jaar leerde je al de basisregels van het dubbelboekhouden: de boekingsregels. Zet een + (vermeerdering) en een – (vermindering) op de juiste plaats. Bespreek dit aan de hand van een balansrekening, zoals 55000 PAPER PACK D Actiefrekening C D Passiefrekening C Bank R/C en 44000 Leveranciers. (BS) (BS) + – – + LEVEL 1 LEVEL 1 THEMA 5 THEMA 5 11 11 RE-EXPLORE 6 Re-explore 6— Hoe werken de boekingsregels voor de Individueel, met daarna een resultatenrekening? klassikale bespreking 1 In de MAR vind je behalve de balansrekeningen (klasse 1 t.e.m. 5) ook nog rekeningen van klasse 6 en Bespreek dit aan de hand van een klasse 7. Waarvoor gebruik je die? resultatenrekening, zoals 61400 a Klasse 6: kosten Telefoon en internet, en 74400 b Klasse 7: opbrengsten Huuropbrengsten. 2 Wat zijn de boekingsregels voor die resultatenrekeningen? Schrijf een plusteken (+) of een minteken (–) op de juiste plaats. D Kostenrekening C D Opbrengstenrekening C + – – + Kenniskader Bepalen van het resultaat Aan het einde van het boekjaar worden alle resultatenrekeningen teruggebracht tot één Je kunt een echte resultaat dat ofwel een winst, ofwel een verlies zal zijn. resultatenrekening van de bedrijfsopbrengsten – bedrijfskosten balanscentrale tonen om = bedrijfsresultaat (bedrijfswinst of bedrijfsverlies) aan te tonen dat dezelfde + financiële opbrengsten – financiële kosten structuur wordt gebruikt. = winst (of verlies) van het boekjaar voor belastingen PAPER PACK LEVEL 1 LEVEL 1 THEMA 5 THEMA 5 12 12 Re-explore 7— Hoe stel je de eindbalans op? Proef- en saldibalans Kenniskader Beginbalans Overloop dit kader klassikaal. Verrichtingen Vertrek vanuit het schema Journaal dat de verschillende stappen voorstelt in een boekjaar. Grootboek Tegenwoordig gebeurt de controle vooral digitaal via de Proef­ en saldibalans Inventaris boekhoudprogramma’s. Eindbalans Op het einde van het boekjaar vat je het grootboek (de rekeningen) samen in een proef­ en saldibalans. PROEFBALANS SALDIBALANS REKENING- NAAM VAN DE REKENING NUMMER DEBET- CREDIT- DEBET- CREDIT- TOTAAL (€) TOTAAL (€) SALDO (€) SALDO (€) 10000 Geplaatst kapitaal 43 575,00 43 575,00 17300 Schulden op rekening 425,00 10 000,00 9 575,00 23200 Uitrusting: AW 6 300,00 935,00 5 365,00 24000 Meubilair: AW 10 150,00 10 150,00 24100 Rollend materieel: AW 16 250,00 16 250,00 40000 Handelsdebiteuren 1 585,00 585,00 1 000,00 44000 Leveranciers 5 000,00 46 400,00 41 400,00 55100 KBC R/C 66 860,00 5 075,00 61 785,00 TOTAAL 106 570,00 106 570,00 94 550,00 94 550,00 D 44000 Leveranciers C 2 000,00 3 000,00 (BS) 3 000,00 29 000,00 PAPER PACK CS 41 400,00 14 400,00 46 4000,00 46 400,00 De saldibalans geeft de toestand van de onderneming weer zoals die uit de boeken blijkt. Die boekwaarde moet je nu aanpassen aan de werkelijke waarde van de inventaris. Daarna wordt uit de LEVEL 1 rekeningen de eindbalans afgeleid. De eindbalans van het boekjaar wordt de beginbalans van het LEVEL 1 volgende boekjaar en zo kun je opnieuw beginnen... THEMA 5 THEMA 5 13 13 Hoe kom je aan de bedragen van: RE-EXPLORE 7 a de proefbalans? Individueel, met daarna een debet- en credittotaal van de diverse rekeningen klassikale bespreking b de saldibalans? debet- of creditsaldo van de diverse rekeningen Re-explore 8— Hoe registreer je de verrichtingen in het journaal of het dagboek? Kenniskader Journaal In principe worden alle verrichtingen in chronologische volgorde ingeschreven in het journaal Verwijs nog even naar het of dagboek. De balans geeft een foto van de zaak, het journaal toont de hele film. Bepaalde schema in het kenniskader gelijkheden moet je steeds voor ogen houden. Als deze basisvereisten niet gelden, heb je een foutje gemaakt. van Re-explore 7 om de plaats van het journaal te Actief = Passief Debetzijde van een journaalpost = Creditzijde van een journaalpost duiden. Het is immers een Debetzijde van het journaal = Creditzijde van het journaal chronologische manier om de Debetzijde van de proefbalans = Creditzijde van de proefbalans Debetzijde van de saldibalans = Creditzijde van de saldibalans verrichtingen te registreren in tegenstelling tot de 07­01 2 44000 Leveranciers 500,00 functionele registratie in het 55000 @ Bank R/C 500,00 grootboek. RU12 RE-EXPLORE 8 1 Welke rekeningen komen aan de linkerzijde (in dit geval Leveranciers) te staan? 8.1 – 8.2 te debiteren rekeningen Individueel, met daarna een 2 Welke rekeningen komen aan de rechterzijde (in dit geval Bank) te staan? klassikale bespreking te crediteren rekeningen PAPER PACK LEVEL 1 LEVEL 1 THEMA 5 THEMA 5 14 14 Re-explore 9— Hoe logisch redeneren? Redeneringsschema Kenniskader Je bouwt het best elke verrichting op aan de hand van een boekhoudalgoritme. Daarbij beantwoord je enkele vragen die leiden tot de uiteindelijke boeking: De basis van de — Welk document is de basis van de verrichting? boekhoudkundige registratie — Welke rekeningen veranderen? — Wat is het MAR­nummer van de rekeningen? in het leerplan is het — Is het een actief­ (A), passief­ (P), kosten­ (K) of opbrengstenrekening (O)? redeneringsschema. Op — Wordt de rekening vermeerderd (+) of verminderd (–)? — Moet je de rekening dan debiteren (D) of crediteren (C)? die manier verwerven de — Wat is het te boeken bedrag? leerlingen inzicht in het — Is het debettotaal gelijk aan het credittotaal? boekhoudkundig proces. Om de boekhoudkundige registratie tot een goed eind te brengen, begin je met een redeneringsschema. Daaruit leid je de boeking op de rekeningen af en stel je het journaal op. Op 14 april 20xx (RU13 KBC) betaalt leverancier Mediaglobe 242,00 euro aan A.S.Adventure.edu (hou geen rekening met btw). RE-EXPLORE 9 Individueel of in duo, met daarna a Vul het redeneringsschema in. een klassikale bespreking Documentnummer: RU13 KBC Documentdatum: 20xx-04-14 Projecteer bij de klassikale A/P DEBET- CREDIT- REDENERING REK. NR. REKENINGNAAM K/O +/- D/C BEDRAG (€) BEDRAG (€) bespreking de drie onderdelen (redeneringsschema, grootboek, Zichtrekening 55100 KBC R/C A – C 242,00 journaal) zodat de leerlingen de KBC  overgang van het ene naar het Leveranciers- 44000 Leveranciers P – D 242,00 andere inzien. schuld  Totaal 242,00 242,00 b Registreer de verrichting in het grootboek. PAPER PACK D 55100 KBC R/C C D 44000 Leveranciers C (BS) 242,00 (1) (1) 242,00 (BS) LEVEL 1 c Registreer de verrichting in het journaal. LEVEL 1 04-14 1 44000 Leveranciers 242,00 THEMA 5 55100 @ KBC R/C 242,00 RU13 KBC – Mediaglobe THEMA 5 15 15 TO THE POINT TO THE POINT Vertel de leerlingen dat dit een samenvatting van de lesinhouden Boekhouding Een boekhouding is een instrument waarmee een ondernemer een goed overzicht heeft en houdt van is. Bij het onlinelesmateriaal de financiële situatie van zijn zaak, zodat hij in staat is de juiste beslissingen te nemen. staan er twee mindmaps van de De balans verworven leerstof. De basis van het dubbelboekhouden is de balans. Ze geeft de dubbele ontleding van het vermogen 1 Een ingevulde mindmap voor van de onderneming met aan de actiefzijde de bezittingen en aan de passiefzijde de schulden. Vermits het vermogen op een dubbele manier wordt ontleed en geboekt, geldt als absolute regel: de leerlingen die het moeilijk ACTIEF 20xx-01-01 PASSIEF vinden om er zelf een op te VASTE ACTIVA 89 000,00 EIGEN VERMOGEN 68 250,00 stellen. Gebouwen 80 000,00 Geplaatst kapitaal 68 250,00 2 Een gedeeltelijk ingevulde Meubilair 9 000,00 SCHULDEN 43 000,00 VLOTTENDE ACTIVA 22 250,00 Schulden op >1 jaar 35 000,00 mindmap zodat de leerlingen Voorraden 10 000 ,00 Kredietinstellingen: schulden stap voor stap kunnen oefenen Aanvangswaarde handelsgoederen 10 000 ,00 > 1 jaar 35 000,00 Vorderingen op ten hoogste één jaar 1 250,00 Schulden op ≤ 1 jaar 8 000,00 om er zelf een op te stellen. Handelsdebiteuren 1 250,00 Leveranciers 8 000,00 Liquide middelen 11 000,00 Bank R/C 11 000,00 TOTAAL ACTIEF 111 250,00 TOTAAL PASSIEF 111 250,00 ACTIEF = PASSIEF De balans wordt ingedeeld in balansrubrieken. Aan de actiefzijde vind je de vaste en vlottende activa, aan de passiefzijde het eigen vermogen en de schulden. De balans geeft de toestand van de onder­ neming op een bepaald ogenblik. Je kunt meerdere keren per jaar een balans opstellen. Omdat het nogal omslachtig is, zal dat in praktijk enkel aan het einde van een kwartaal of aan het einde van het boekjaar gebeuren. De balans wordt in scontovorm genoteerd, d.w.z. activa en passiva naast elkaar. De inventaris Naast de balans moet elke onderneming éénmaal per jaar een inventaris opstellen. Dat is een gedetailleerde lijst in staffelvorm (= onder elkaar) van alle bezittingen en schulden aan derden, zoals een leverancier. De inventaris wordt los van de boekhouding opgesteld door een echte telling van de werkelijkheid (= werkelijke waarde). De balans daarentegen vloeit voort uit de boekhouding (= boekwaarde). PAPER PACK LEVEL 1 LEVEL 1 THEMA 5 THEMA 5 16 16 Het beginsaldo Je opent het boekjaar door de gegevens van de beginbalans (01­01) over te boeken op de rekeningen. Alle actiefrekeningen debiteer je voor de balanswaarde en alle passiefrekeningen crediteer je voor die waarde. Vanaf nu houd je de wijzigingen van elk vermogensbestanddeel, zoals Meubilair: AW, bij op de rekeningen: één rekening per vermogensbestanddeel. De MAR Omdat er wel eens verwarring kan bestaan over de naam van een rekening, heeft elke rekening een nummer gekregen. De opsomming van al die rekeningen met hun bijbehorende nummers staan in de Minimumindeling van het Algemeen Rekeningstelsel (de MAR). De MAR is ingedeeld in klassen om de rekeningen makkelijker te vinden. Het resultaat Aan het einde van het boekjaar worden alle resultatenrekeningen teruggebracht tot één resultaat dat ofwel een winst, ofwel een verlies zal zijn. bedrijfsopbrengsten – bedrijfskosten = bedrijfsresultaat (bedrijfswinst of bedrijfsverlies) + financiële opbrengsten – financiële kosten = winst (of verlies) van het boekjaar voor belastingen Proef- en saldibalans Aan het einde van het boekjaar vat je het grootboek (de rekeningen) samen in een proef­ en saldibalans. Beide documenten dienen als controle vooraleer de eindbalans wordt opgesteld. De proef­ en saldibalans geeft de toestand van de onderneming zoals die uit de boeken blijkt. Die boekwaarde moet je nu aanpassen aan de werkelijke waarde van de inventaris. Daarna wordt uit de rekeningen de eindbalans afgeleid. De eindbalans van het boekjaar wordt de beginbalans van het volgende boekjaar en zo begin je opnieuw. Het journaal en redeneringsschema Elke verrichting in de boekhouding wordt ingeschreven in het dagboek of journaal. Dat doe PAPER PACK je chronologisch. Aan de linkerzijde staat de naam van de te debiteren rekening, aan de rechterzijde de naam van de te crediteren rekening. Om de boekhoudkundige registratie tot een goed einde te brengen, werk je met een redeneringsschema. Daaruit LEVEL 1 leid je de boeking op de rekeningen af en ten slotte stel je het journaal op. LEVEL 1 THEMA 5 THEMA 5 17 17 ACTION 1 Action 1— Hoe pas je de boekingsregels toe aan de hand Rekentoestel van verrichtingen? Individueel of per twee, met De volgende gerubriceerde beginbalans is gegeven. Boek de opening van het boekjaar en de volgende daarna een klassikale bespreking verrichtingen in het grootboek en het journaal. Bij de klassikale verbetering is ACTIEF 20xx-12-31 PASSIEF het essentieel dat de nodige VASTE ACTIVA 1 500,00 EIGEN VERMOGEN 9 000,00 Machines 1 500,00 Geplaatst kapitaal 9 000,00 informatie voor de leerlingen VLOTTENDE ACTIVA 11 130,00 SCHULDEN 3 630,00 wordt geprojecteerd: Voorraden 3 000 ,00 Schulden op ≤ 1 jaar 3 630,00 AW handelsgoederen 3 000 ,00 Leveranciers 3 630,00 – de beginbalans en het Vorderingen ≤ 1 jaar 5 050,00 redeneringsschema per Handelsdebiteuren 5 050,00 Liquide middelen 3 080,00 verrichting; Bank R/C 2 350,00 – het redeneringsschema en de Kas 730,00 grootboekrekeningen; TOTAAL ACTIEF 12 630,00 TOTAAL PASSIEF 12 630,00 – de grootboekrekeningen/ a Stel de verrichtingen voor in de redeneringsschema’s. redeneringsschema en het ƒ 0 02­01­20xx Opening boekjaar journaal. ƒ 1 02­01­20xx RU1 Klant Wouters betaalt zijn schuld via een overschrijving: 545,25 euro. Het redeneringsschema wordt Documentnummer: RU1 Documentdatum: 20xx-01-02 immers afgeleid uit de balans, A/P DEBET- CREDIT- de rekeningen uit het redene- REDENERING REK. NR. REKENINGNAAM K/O +/- D/C BEDRAG (€) BEDRAG (€) ringsschema en het journaal Vordering  40000 Handels- A – C 545,25 uit de grootboekrekeningen/ debiteuren redeneringsschema. Bank  55000 Bank R/C A + D 545,25 Voor het opstellen van de proef- en saldibalans wordt best het Totaal 545,25 545,25 grootboek geprojecteerd. ƒ 2 04­01­20xx AF1 Aankoop van meubilair voor 1 500,00 euro bij leverancier Meutax. Betaling op termijn. PAPER PACK Documentnummer: AF1 Documentdatum: 20xx-01-04 A/P DEBET- CREDIT- REDENERING REK. NR. REKENINGNAAM +/- D/C K/O BEDRAG (€) BEDRAG (€) LEVEL 1 Meubilair  24000 Meubilair: AW A + D 1 500,00 LEVEL 1 THEMA 5 Leveranciers- 44000 Leveranciers P + C 1 500,00 schuld  THEMA 5 18 Totaal 1 500,00 1 500,00 18 ƒ 3 08­01­20xx KD1 Klant Schoofs komt 178,50 euro in contanten betalen voor VF62 van vorig jaar. Documentnummer: KD1 Documentdatum: 20xx-01-08 A/P DEBET- CREDIT- REDENERING REK. NR. REKENINGNAAM +/- D/C K/O BEDRAG (€) BEDRAG (€) Kas  57000 Kas A + D 178,50 Vordering  40000 Handels- A – C 178,50 debiteuren Totaal 178,50 178,50 ƒ 4 10­01­20xx RU2 Overschrijving naar leverancier Van der Maeren: betaling van AF32 van vorig jaar: 483,30 euro. Documentnummer: RU2 Documentdatum: 20xx-01-10 A/P DEBET- CREDIT- REDENERING REK. NR. REKENINGNAAM +/- D/C K/O BEDRAG (€) BEDRAG (€) Leveranciers- 44000 Leveranciers P – D 483,30 schuld  Bank  55000 Bank R/C A – C 483,30 Totaal 483,30 483,30 ƒ 5 11­01­20xx UCN1 Lichte beschadiging meubilair (cf. AF1): korting 250,00 euro. Documentnummer: UCN1 Documentdatum: 20xx-01-11 A/P DEBET- CREDIT- REDENERING REK. NR. REKENINGNAAM +/- D/C K/O BEDRAG (€) BEDRAG (€) Meubilair  24000 Meubilair: AW A – C 250,00 PAPER PACK Leveranciers- 44000 Leveranciers P – D 250,00 schuld  LEVEL 1 Totaal 250,00 250,00 LEVEL 1 THEMA 5 THEMA 5 19 19 ƒ 6 13­01­20xx RU3 Ontvangst van een dagafschrift van de bank in verband met de betaling van reclamekosten: 300,00 euro. Documentnummer: RU3 Documentdatum: 20xx-01-13 A/P DEBET- CREDIT- REDENERING REK. NR. REKENINGNAAM +/- D/C K/O BEDRAG (€) BEDRAG (€) Kosten  61500 Reclame en K + D 300,00 advertenties Banktegoed  55000 Bank R/C A – C 300,00 Totaal 300,00 300,00 b Boek vanuit de redeneringsschema’s de verrichtingen in de grootboekrekeningen. D 23100 Machines: AW C D 10000 Geplaatst kapitaal C (BS) 1 500,00 1 500,00 DS CS 9 000,00 9 000,00 (BS) 1 500,00 1 500,00 9 000,00 9 000,00 D 34000 AW handelsgoederen C D 44000 Leveranciers C (BS) 3 000,00 3 000,00 DS (4) 483,30 3 630,00 (BS) 3 000,00 3 000,00 (5) 250,00 1 500,00 (2) CS 4 396,70 D 40000 Handelsdebiteuren C 5 130,00 5 130,00 (BS) 5 050,00 545,25 (1) D 24000 Meubilair: AW C 178,50 (3) 4 326,25 DS (2) 1 500,00 250,00 (5) 5 050,00 5 050,00 1 250,00 DS 1 500,00 1 500,00 D 55000 Bank R/C C D 61500 Reclame en advertenties C (BS) 2 350,00 483,30 (4) (1) 545,25 300,00 (6) (6) 300,00 300,00 DS 2 111,95 DS 300,00 300,00 PAPER PACK 2 895,25 2 895,25 D 57000 Kas C (BS) 730,00 908,50 DS LEVEL 1 (3) 178,50 LEVEL 1 908,50 908,50 THEMA 5 THEMA 5 20 20 c Stel vanuit het grootboek het journaal op. 01-01 0 23100 Machines: AW 1 500,00 34000 AW handelsgoederen 3 000,00 40000 Handelsdebiteuren 5 050,00 55000 Bank R/C 2 350,00 57000 Kas 730,00 10000 @ Geplaatst kapitaal 9 000,00 44000 Leveranciers 3 630,00 Opening boekjaar 01-02 1 55000 Bank R/C 545,25 40000 @ Handelsdebiteuren 545,25 RU1 01-04 2 24000 Meubilair: AW 1 500,00 44000 @ Leveranciers 1 500,00 AF1 01-09 3 57000 Kas 178,50 40000 @ Handelsdebiteuren 178,50 KD1 01-10 4 44000 Leveranciers 483,30 55000 @ Bank R/C 483,30 RU2 01-11 5 44000 Leveranciers 250,00 24000 @ Meubilair: AW 250,00 UCN1 01-13 6 61500 Reclame en advertenties 300,00 55000 @ Bank R/C 300,00 RU3 PAPER PACK LEVEL 1 LEVEL 1 THEMA 5 THEMA 5 21 21 d Stel de proef­ en saldibalans op. PROEFBALANS SALDIBALANS REK. NR. NAAM VAN DE REKENING DEBET- CREDIT- DEBET- CREDIT- TOTAAL TOTAAL SALDO SALDO 10000 Geplaatst kapitaal 9 000,00 9 000,00 23100 Machines: AW 1 500,00 1 500,00 24000 Meubilair: AW 1 500,00 250,00 1 250,00 34000 AW handelsgoederen 3 000,00 3 000,00 40000 Handelsdebiteuren 5 050,00 723,75 4 326,25 44000 Leveranciers 733,30 5 130,00 4 396,70 55000 Bank R/C 2 895,25 783,30 2 111,95 57000 Kas 908,50 908,50 61500 Reclame en advertenties 300,00 300,00 TOTAAL 15 887,05 15 887,05 13 396,70 13 396,70 De leerlingen duiden voor zichzelf CHECKLIST aan welke vaardigheden ze al dan Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst. niet beheersen. Ze kunnen de KAN ingevulde checklist bewaren in JA EXTRA OEFENMATERIAAL BETER hun eigen portfolio. 1 Ik kan een balans met rubrieken opstellen. 2 Ik kan een boeking registreren aan de hand van een redeneringsschema. 3 Ik kan de (begin)balans overbrengen naar de grootboekrekeningen. 4 Ik kan de grootboekrekeningen overbrengen naar de (eind)balans. PAPER PACK 5 Ik kan de rekeningen en het rekeningnummer opzoeken in de MAR. 6 Ik kan eenvoudige verrichtingen registreren in het journaal. LEVEL 1 7 Ik kan de beginbalans overbrengen naar het journaal. LEVEL 1 THEMA 5 THEMA 5 22 22 KAN JA EXTRA OEFENMATERIAAL BETER 8 Ik kan de proef­ en saldibalans opstellen vanuit het grootboek. 9 Ik kan een (tussen)balans opstellen vanuit de saldibalans. 10 Ik kan een boeking met kosten­ en/of opbrengstenrekeningen registreren aan de hand van een redeneringsschema. PAPER PACK LEVEL 1 LEVEL 1 THEMA 5 THEMA 5 23 23 LEVEL 2 Hoe registreer je aankoop- verrichtingen in de boekhouding? TAXONOMIE VAN BLOOM onthouden begrijpen toepassen analyseren evalueren creëren LEVEL 2 Hoe registreer je aankoopverrichtingen in de boekhouding? INTRO INTRO In duo’s, met daarna een klassi- kale bespreking 1 Bekijk de afbeeldingen. Welke soorten aankopen voor A.S.Adventure.edu kun je onderscheiden? – aankopen handelsgoederen: gps, regenjas, wandelschoenen, snowboard – aankopen diensten en diverse goederen: brandstof voertuigen, telefoon, kantoorbenodigdheden – aankopen investeringsgoederen: vorkheftruck, winkelruimte PAPER PACK 2 In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag: LEVEL 2 Hoe registreer je aankoopverrichtingen in de boekhouding? LEVEL 2 THEMA 5 THEMA 5 24 24 WAT HEB JE NODIG? ▪ Smartphone, tablet, laptop of pc om het internet te raadplegen bij Step-In en Explore 1.6 ▪ Markeerstift bij Explore 2.3, 4.2, 7.2, 8.2 en 10.5 ▪ Rekentoestel bij Explore 2.4, 4.2, 4.3, 5.2, 6.2, 7.4, 8.3, 9.3, 10.6, 11.2 en Action 1 ▪ Kennisclip bij To the point ▪ Organogram bij Explore 2.1 ▪ MAR bij Explore 1.5, 1.7, 1.8, 1.9, 4.2, 5.1, 5.2, 6.1, 6.2, 7.2, 8.2, 8.3, 9.2, 9.3, 10.5, 10.6, 11.2 en Action 1 ▪ Boekingsregels bij Explore 4.2, 7.2, 8.2 en 10.5 ▪ Sjablonen bij Action 1.4 en 1.5 Explore 1— Welke goederen en diensten koopt een EXPLORE 1 onderneming aan? 1.1-1.4 Klassikaal, aan de hand van een 1 Hoe zie je het verschil tussen een aankoop­ en verkoopfactuur? onderwijsleergesprek Een verkoopfactuur stel je zelf op en heeft dus jouw eigen lay-out en logo. Een aankoopfactuur komt van een leverancier. De lay-out van elke aankoopfactuur is Dit is een herhaling van de verschillend. verschillende soorten aankopen. Deze indeling is belangrijk voor 2 Welke soorten aankopen kan een onderneming doen? Herbekijk ook de Intro. de boekhoudkundige verwerking aankopen handelsgoederen, aankopen diensten en diverse goederen, aankopen van de aankoopfacturen. investeringsgoederen / bedrijfsmiddelen 3 Wat zijn handelsgoederen? Dat zijn goederen die de onderneming opnieuw zal verkopen. 4 Geef drie voorbeelden van handelsgoederen voor: a A.S.Adventure.edu bv. tenten, skimateriaal, kleding, fietshelm, reisboeken... b een garage bv. auto’s, wisselstukken voor auto’s, onderhoudsproducten... c een bloemenwinkel bv. snijbloemen, planten, vazen, kaarten … 5 Bekijk de MAR achteraan dit thema of bij het onlinelesmateriaal. 1.5 a In welke groep van de MAR staat de rekening die betrekking heeft op de aankoop van handelsgoederen? MAR groep 60: Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen Klassikaal, aan de hand van een b Wat is het rekeningnummer? onderwijsleergesprek 60400 Aankopen handelsgoederen PAPER PACK 6 Zoek op het internet welke aankopen beschouwd worden als een investering. 1.6-1.7 Aankopen die de onderneming langer dan één jaar zal gebruiken. Het MAR aankoopbedrag (exclusief btw) voor kantoormateriaal en klein materiaal bedraagt Klassikaal, aan de hand van een minimaal 1 000,00 euro. LEVEL 2 onderwijsleergesprek LEVEL 2 7 In welke klasse en groepen van de MAR staan de investeringsrekeningen? In het derde jaar kwamen enkel THEMA 5 klasse 2: 21 Immateriële vaste activa, 22 Terreinen en gebouwen, 23 Installaties, machines en uitrusting, 24 Meubilair en rollend materieel groepen 22, 23 en 24 aan bod. De leerlingen hebben toegang tot het THEMA 5 25 internet nodig. 25 VASTE ACTIVA BEGRIPPENKADER Immateriële vaste activa zijn niet tastbaar. Voorbeelden zijn licenties, Vorig jaar kwamen de merken, knowhow, of het recht om een bepaald product te verkopen of om een merknaam te gebruiken. Ook de aankoop van softwareprogramma’s of de investeringsgoederen aan ontwikkeling van een website boek je op die rekening. bod zonder een expliciete Materiële vaste activa zijn tastbaar, je kunt ze dus aanraken of pakken. indeling in immateriële en Daartoe behoren bijvoorbeeld de machines, de kantoor- of winkelinrichting of de vrachtwagen. materiële vaste activa. 8 Bekijk de MAR achteraan dit thema of bij het onlinelesmateriaal. Wat zijn aankopen van diensten en diverse goederen? Geef vijf voorbeelden. 1.8 – 1.9 Dat is alles wat je aankoopt om het bedrijf te doen functioneren. Bv. gas, water, MAR elektriciteit, kantoorbenodigdheden, de huur van een winkelpand, telefoon, Klassikaal, aan de hand van een brandstof voertuigen … onderwijsleergesprek 9 In welke groep staan de rekeningen betreffende de aankopen van diensten en diverse goederen? groep 61 GOEDEREN BEGRIPPENKADER De aankopen van een onderneming kun je onderverdelen in drie grote Deze begrippen zouden groepen: gekend moeten zijn. Die zijn – Handelsgoederen zijn alle goederen die de onderneming aankoopt om te belangrijk

Use Quizgecko on...
Browser
Browser