2024 Hoofdstuk 2 Cultuur PDF
Document Details

Uploaded by PremierDystopia
KU Leuven
Tags
Summary
Deze presentatie beschrijft hoofdstuk 2 Cultuur, en behandelt de basisprincipes en concepten van cultuur, sociale constructies, normen, instituties en afwijkend gedrag. De presentatie behandelt verschillende onderwerpen zoals de definitie en betekenis van cultuur, sociale constructies, normen en hun rol in de samenleving. Bovendien wordt ingegaan op het belang van instituties en afwijkend gedrag in samenlevingen, met voorbeelden en discussies.
Full Transcript
Hoofdstuk 2 Cultuur Afbeelding: Grotschildering in Lascaux, Frankrijk, geschat 15-20 000 jaar oud. 2 Faculty of Economics & Business Hoofdstuk 2: Cultuur 1. Het conc...
Hoofdstuk 2 Cultuur Afbeelding: Grotschildering in Lascaux, Frankrijk, geschat 15-20 000 jaar oud. 2 Faculty of Economics & Business Hoofdstuk 2: Cultuur 1. Het concept cultuur 2. Sociale constructies 3. Normen 4. Instituties 5. Deviantie 1. Het concept cultuur In het dagelijks leven: het hogere, de kunsten: sociologisch concept is ruimer Cultuur is een ‘sensitizing concept’ → een begrip dat een algemene aanduiding en richting aangeeft in het bestuderen van empirische toepassingen Hoewel (te) ruim, nut om biologische van sociologische benadering te onderscheiden Mensen zijn een soort: 1. Het concept cultuur Maar: mensen verklaren met behulp van aangeboren instincten en vermogens zou oneer doen aan enorme verscheidenheid aan menselijke samenlevingen Hier komt cultuur Dus: cultuur is wat niet natuur is (of er bovenop komt) Verbonden met de ‘wereldopenheid’ (Max Scheler) van mensen 1. Het concept cultuur Definitie die hierop gebaseerd is, zou kunnen neigen naar opsomming: “cultuur is een complex geheel dat allerhande fenomenen omvat zoals kennis, geloof, moraal, kunst, wetten en gebruiken en alle andere vermogens en gewoontes verworven door de mens als lid van de samenleving” (Tylor, 1874)* * Tylor, E.B., 1874, Primitive culture: researches in the development of mythology, philosophy, religion, art and custom, vol. 2. H. Murray, London. 1. Het concept cultuur Twee kenmerken zijn cruciaal Extern Intern om cultuur te begrijpen: 1. Cultuur is een a- a- bovenindividueel fenomeen, maar bestaat tegelijk in liserin liserin mensen g g 2. Het is dynamisch, vergt voortdurend Beideherbevestiging kenmerken samen worden goed(reproductie) gevat in een model van Object culturele reproductie dat drie dimensies heeft: internalisering, i- externalisering en objectivering verin reproductie g Figuur 1: Model van culturele 1. Het concept cultuur Verdere preciseringen: 1. Cultuur versus civilisatie 2. Vormen: belichaamd versus materieel 3. Functies: constitutief versus regulatief Cultuur versus civilisatie Eerste heeft Duitse wortels (Kultur), tweede Angelsaksisch en Frans (civilisation). Later: civilisatie verbonden met evolutionistisch model van culturele vooruitgang (‘primitieve’ cultuur) Concept werd gered van ideologie van westerse superioriteit door Norbert Elias*: civilisatieproces is niet normatief, maar een lange termijn evolutie naar zelfregulerend management van affecten (Selbstzwang * Elias, N., versus 1990, Het civilisatieproces. Fremdzwang). Sociogenetische en psychogenetische onderzoekingen. Het Spectrum, Utrecht. Cultuur in belichaamde en materiële vorm Belichaamde cultuur: geïnternaliseerd in individuen. Materiële cultuur: alles wat tastbaar is (artefacten, relicten) Materiële cultuur vergt een zekere hoeveelheid belichaamd cultureel kapitaal om de mogelijkheden te kunnen valoriseren Paradoxaal: relicten kunnen een tweede leven gaan leiden en nieuwe vormen van belichaamde cultuur doen ontstaan, cf. Stonehenge Constitutieve en regulatieve functies van cultuur Cultuur zegt ons wat wij en anderen geacht worden te doenén geeft tegelijk onze werkelijkheid vorm. Regulatief: wederzijdse verwachtingen jegens elkaars gedrag zijn cultureel bepaald (cf. onzekerheid en cultuurshock in vreemde cultuur) → zie paragraaf 3. Constitutief: cultuur zegt wat bestaat, welk statuut het heeft en hoe we het omschrijven → sociale constructie, paragraaf 2 Hoofdstuk 2: Cultuur 1. Het concept cultuur 2. Sociale constructies 3. Normen 4. Instituties 5. Deviantie Sociale constructies ‘constructie’ sociaal Het Thomas- theorema If men define Als mensen situaties als situations as real, they echt definiëren, zijn are real ze echt in their consequences in hun gevolgen William I. Thomas Sociale constructies ‘constructi e’ sociaal Sociale constructies… van het sociale van het fysieke Sociale constructies… van het sociale van het fysieke Sociale constructies van het fysieke Casus 1 Tenskwatawa, charismatisch religieus indianenleider 7/11/1811, slag bij Tippecanoe Geeft opdracht om de Amerikaanse legercommandant Harrison te vermoorden, waarbij de profeet beloofde de soldaten te betoveren zodat de krijgers onkwetsbaar worden Aanval mislukt grotendeels, tientallen worden gedood Sociale constructies van het fysieke Casus 2 Geloof dat betrekkingen met maagd doet genezen van HIV, maar ook van andere SOA’s Cases beschreven in zuidelijk Afrika, maar ook in 16de-eeuws Europa (syfilis) Discussie over incidentie, maar mechanisme is duidelijk: bepaalde definitie van de situatie determineert gedrag Sociale constructies van het fysieke Besluit Geen ‘opheffing’ van fysieke beperkingen Wel: relevantie van sociale constructie in de verklaring van gedrag Hoofdstuk 2: Cultuur 1. Het concept cultuur 2. Sociale constructies 3. Normen 4. Instituties 5. Deviantie 3. Normen Normen: standaarden die verwachtingen definiëren over gedrag dat wenselijk of gepast is Toepassing: verkeerslicht Opmerking: vele normen zijn niet algemeen geldend, maar gebonden aan rol Toepassing: een huilend kind Distinctie tussen twee aspecten: 1. sociale normen versus 2. morele normen Sociale versus morele normen Sociale normen: werkzaamheid ligt in vermogen om sancties van anderen op te roepen Belangrijkste sanctie: sociale afkeuring (= informeel) Morele normen: leidend tot schaamte bij overtreder op voorwaarde dat de norm geïnternaliseerd is Beide zijn doorgaans niet te onderscheiden, maar zijn wel constitutieve elementen van goed werkende normen Sociale versus morele normen Social Schaamte e (overtreder) afkeur ing Social Voorafgaa Nadat e nde omstaanders norme voorwaard afkeuring laten n e blijken Morel / Gemobiliseerd e door Een toepassing: erecodes Erecode is een institutie, bestaande uit Definitie van de situatie: wat is eerverlies? Sociale normen: hoe eerverlies remediëren? Vaak met behulp van gebruik van geweld Voorbeeld: zuiden versus noorden van de VS Een toepassing: erecodes Experiment Medewerker botst tegen proefpersoon en roept belediging (‘asshole’) Controlesituatie: geen belediging of botsing Situatie ‘chicken game’: situatie waarbij de deelnemende partijen weigeren om toe te geven in een situatie die uiteindelijk schadelijk kan aflopen voor alle deelnemers Toepassing: Bart Simpson Een toepassing: erecodes Experiment Experimenteel design smalle gang, stoere tegenligger (1,91 m, 114 kg) Meting: afstand vooraleer proefpersoon wijkt Zuidelijke proefpersonen gedragen zich na belediging anders (eer is geprikkeld), noordelijken niet Hoofdstuk 2: Cultuur 1. Het concept cultuur 2. Sociale constructies 3. Normen 4. Instituties 5. Deviantie 4. Instituties Samengevat (2-3), cultuur bestaat uit collectieve definities én Gedragsstandaarden Samen creëren ze instituties: “sociale praktijken (die) een algemeen ingeslepen, collectief gedragspatroon vormen dat zich historisch heeft ontwikkeld en het handelen van mensen modelleert” Omvat even goed formele wetten, normen en definities van de situatie, kortom de regels van het spel Hoofdstuk 2: Cultuur 1. Het concept cultuur 2. Sociale constructies 3. Normen 4. Instituties 5. Deviantie 5. Deviantie Waarom is er overtreding van normen? een terugval naar de natuur een reactie uit nood of tekort 5. Deviantie Waarom is er overtreding van normen? een terugval naar de natuur een reactie uit nood of tekort 5. Deviantie Waarom is er overtreding van normen? een terugval naar de natuur een reactie uit nood of tekort 5. Deviantie Cultureel gegeven doel Geïnstitutionalise erde middelen Individuele aanpassing 5. Deviantie Manier Cultureel doel Geïnstitution van ali- seerde aanpassi middelen ng I. Conformiteit + + II. Innovatie + - III. Ritualisme - + IV. - - Terugtrekking V. Rebellie ± ±