Sociologische Vraagstukken 3: Cultuur & Identiteit PDF
Document Details
Uploaded by SaintlyJasper3087
Erasmus University Rotterdam
Tags
Summary
This document discusses cultural sociology and its relation to other sociological perspectives. It details concepts of identity and analyzes contemporary societal issues related to culture and identity in Western societies. The document focuses on group work, lectures, and literature reviews.
Full Transcript
Sociologische vraagstukken 3: Cultuur & Identiteit Doelstellingen: Na succes afronden van dit vak kunnen studenten: - Uitleggen wat cultuursociologie behelst als sociologisch perspectief en hoe deze zich verhoudt tot andere sociologische benaderingen; - Centrale begrippen binnen de soc...
Sociologische vraagstukken 3: Cultuur & Identiteit Doelstellingen: Na succes afronden van dit vak kunnen studenten: - Uitleggen wat cultuursociologie behelst als sociologisch perspectief en hoe deze zich verhoudt tot andere sociologische benaderingen; - Centrale begrippen binnen de sociologie van identiteit beschrijven en toepassen op hedendaagse maatschappelijke vraagstukken; - Prominente sociologische debatten omtrent cultuur en identiteit in hedendaagse westerse samenleving toelichten en analyseren; - In groepen een maatschappelijk verschijnsel toepassen en analyseren, en de resultaten hiervan effectief rapporteren en presenteren aan verschillende publieke; - Op constructieve wijze feedback geven op het werk van peers. Inhoudsopgave LITERATUUR WEEK 1....................................................................................................................................... 3 HOORCOLLEGE 1: CULTUUR EN IDENTITEIT.......................................................................................................... 4 WERKGROEP 1...................................................................................................................................................... 8 LITERATUUR WEEK 2..................................................................................................................................... 10 HOORCOLLEGE 2: DE TEGENCULTUUR ALS KANTELPUNT................................................................................... 15 WERKGROEP 2.................................................................................................................................................... 19 LITERATUUR WEEK 3..................................................................................................................................... 20 HOORCOLLEGE 3: DE HERTOVERING VAN DE WERELD........................................................................................ 23 WERKGROEP 3.................................................................................................................................................... 27 LITERATUUR WEEK 4..................................................................................................................................... 28 HOORCOLLEGE 4: KENNIS IN TIJDEN VAN COMPLOTTEN..................................................................................... 32 WERKGROEP 4.................................................................................................................................................... 35 LITERATUUR WEEK 5..................................................................................................................................... 36 HOORCOLLEGE 5: ‘I’-CULTURE.......................................................................................................................... 40 WERKGROEP 5.................................................................................................................................................... 44 LITERATUUR WEEK 6..................................................................................................................................... 45 HOORCOLLEGE 6: LIEFDE EN SEKS IN VERANDERING.......................................................................................... 48 WERKGROEP 6.................................................................................................................................................... 51 LITERATUUR WEEK 7..................................................................................................................................... 52 HOORCOLLEGE WEEK 7: ZORGEN OM HET LICHAAM........................................................................................... 53 2 Literatuur week 1 Mathias, Matthew D. (2013). The Sacralization of the Individual: Human Rights and the Abolition of the Death Penalty. American Journal of Sociology, 118(5), 1246– 1283. https://doi.org/10.1086/669507 - Durkheim: heilige → het aanmerken van het individu als heilige - Symbolisch-internationalisme: wat is het individu en wat betekent dit en ook voor de doodstaf - Politiek: opkomst democratie → meer voor mensenrechten, minder burgeroorlogen → als er meer conflicten zijn, wordt de doodstraf gebruikt om mensen binnen de lijntjes te houden, rechterlijke macht is in handen van de elite → gaan ervanuit dat de elite voor de afschaffing is - Economisch: Foucault → straffen zijn niet meer om autoriteit uit te stralen, maar moet gebruikt worden om iets te leren dus doodstraf past hier niet bij, Durkheim → hoge niveaus van differentiatie zorgt ervoor dat we steeds minder met elkaar overeen hebben, behalve het feit dat we allemaal mensen zijn - Religieus: katholiek → God heeft jou gecreëerd, de doodstraf neemt de heiligheid van het leven weg, de mens staat boven de schepping en heeft recht op heerschappij; protestanten →individuele cultuur dus meer bescherming voor het individu, er is focus op de individuele band met God; islam → vaker wel doodstraf, minder op individu en meer op het collectief, ‘eye for an eye’, doodstraf ter bescherming van het collectief - Culturele argument: Christendom, de verlichting → het individu als iets heiligs - Structureel: institutionalisering van het centraal staan van het individu, in instituties werd het individuele belang belangrijker dan het collectieve belang → vooral mensenrechtenorganisaties - 3 Hoorcollege 1: cultuur en identiteit - Alles wat onderdeel is te koppelen aan cultuur en identiteit - Hoe kan ik dit als (cultuur)socioloog begrijpen? Probeer je te verplaatsen in de posities van mensen waarmee je je oneens bent, maar ook waarom doe je de dingen die je doet en vind je de dingen die je vindt? Cultuursociologie - Dit heeft niet maar één antwoord. Verschillende sociologen hebben verschillende betekenissen gegeven. - Thomas theorema: ‘if a person perceives a situation as real, it is real in its consequences’ - als mensen ergens een betekenis aan geven, heeft dit ook echt consequenties (e.g., crypto: wanneer mensen denken dat de waarde gaat stijgen, gaan mensen de munt meer kopen en stijgt hij vervolgens) Een sociologische benadering die zich richt op de systematische analyse van: A) Gedeelde betekenissen; B) Hun gevolgen voor het sociale handelen en de sociale verhoudingen (op het moment dat het ene groep het ene geloofd en een ander niet, waardoor ze andere betekenissen geven aan dingen waardoor er botsingen kunnen ontstaan); C) De (onvoorzien) neveneffecten van dit handelen. Neveneffecten: een klassiek voorbeeld (Max Weber) - De protestante ethiek en de geest van het kapitalisme: de opkomst van het kapitalisme, dat komt omdat protestante betekenis geven aan het leven, hard werken, en dat zorgt dat ze geld gaan investeren en het kapitalisme opkomt (het verrijken onder het protestantisme niet meer wordt gezien als iets slechts, als je het hier op aarde goed hebt, heb je dat in het hiernamaals goed hebt → hard werken om nu een goed leven te hebben). Wat is cultuursociologie? Het is een manier (benadering) om naar de samenleving te kijken. Het gaat niet om een ontologische wijze van zijn, maar een epistemologische wijze van zien. We moeten kijken naar de betekenissen die de mensen eraan geven. Deze worden namelijk echt in de consequenties. Het is geen theorie, maar een benadering, een manier van kijken. Daardoor kan het ook niet worden weerlegd of bevestigd – de benadering zelf. Cultuursociologie is geen ‘deelsociologie’, het beperkt zich niet tot een bepaald onderwerp. Het is een ‘algemene’ sociologie. - Verschil ‘sociology of culture’ – sociologen die cultuur bestuderen, en ‘cultural sociology’ – focus op de betekenisgeving Verschil cultuursociologie en andere perspectieven - Positivisme sociologie is gemodelleerd naar de natuurwetenschappen → het vinden van oorzaken op sociaal gedrag (Durkheim). Daar zet de cultuursociologie zich tegenaf. Dit gaat om het proberen te begrijpen van motivaties voor sociaal gedrag (Weber). Tegenstelling met (neo)Marxisme - Binnen het werk van Marx was er een onderscheid tussen een basis en een bovenbouw. De cultuur werd uiteindelijk bepaald door een economische basis. Hij stelde dat deze verstandhouding er een was van ongelijkheid en klassenstrijd, en zorgt uiteindelijk voor cultuur, de manier waarop mensen dingen. Die cultuur hield de 4 economische basis in stand (fundamenteler). Hierdoor gaan sociologen uitspraken doen over normaal en abnormaal, dit is een vorm van betekenisgeving van de socioloog zelf ‘dat jij je tevreden voelt is eigenlijk niet normaal, want je wordt eigenlijk gewoon uitgebuit’. Tegenstelling met functionalisme (Durkheim) - In Frankrijk waren veel protesten en hij zei ‘dit is eigenlijk abnormaal, deze mensen hebben nog niet door dat de klassenverdeling nodig is voor het functioneren van de samenleving’. Organische solidariteit (basisbehoefte zijn verdeeld, je hebt allemaal iets van elkaar nodig) is de normale gang van zaken – ook als het niet bestaat. Dat is volgens cultuursociologen weer een betekenis die Durkheim er zelf aangeeft, wat normaal en abnormaal is. De ‘cultural turn’ in de sociologie 1. Cultuur wordt als onafhankelijke variabele beschouwd: het wordt niet gezien als een afgeleide van iets anders, maar iets wat van zichzelf het handelen van mensen beïnvloed. 2. Mensen worden meer beschouwd als behept met agency: handelen uit jezelf - Contrast met bijvoorbeeld het werk van Bourdieu: cultureel kapitaal, smaak wordt beïnvloed door je objectieve klassepositie → moeilijk te ontstijgen door de smaak waarmee je bent opgevoed. Dit past niet bij de cultuursociologie: je gaat voorbij de betekenis die de mensen zelf geven, maar is alleen goed of slecht. Hierdoor wordt cultuur weer een afhankelijke variabele. Cultuur wordt in de cultuursociologie beschouwd als: - Een sociale werkelijkheid op zichzelf; - Een onafhankelijke variabele die mensen voorziet van motieven voor het handelen, dat op zijn beurt weer allerhande (bedoelde en onbedoelde) maatschappelijke gevolgen heeft Cultuursociologen onderzoeken niet wat waar is, maar wat mensen zien als waar. Voorbeeld: deviantie - Het is niet objectief, maar wat mensen definiëren als deviant. - Wat mensen deviant vinden verandert door de tijd, verschilt per plaats en het verschilt tussen groepen Cultuursociologen zoeken dus niet maar één bindend perspectief en moraliseren niet; zij onderzoeken de verschillende waarheidsclaims in het dagelijks leven. Het is niet aan de wetenschap om te bepalen wat goed, mooi, lelijk en slecht is – dat doen mensen zelf wel. Het is aan de cultuursociologie om te onderzoeken hoe zij dat doen en met welke maatschappelijke gevolgen. Maar in het alledaagse leven wordt cultuur genaturaliseerd - Bv. Homoseksualiteit werd lang gezien als ‘onnatuurlijk’ en heteroseksualiteit als ‘natuurlijk’ Wat is identiteit? - Betekenisgeving rondom vraag: wie ben ik, wie ben jij, wie zijn wij, wij zijn zij? - Draait om identificatie: gelijkenissen en verschillen 5 De neiging om gelijkenissen en verschillen te categoriseren, normaliseren en naturaliseren als basis voor sociale in- en uitsluiting. Essentialisme (= niet-cultuursociologische benadering) - Identiteit is het resultaat van pre-culturele krachten, die meestal zouden voortkomen uit de natuur, maar bijvoorbeeld ook ingegeven door een hogere kracht of macht. Het essentialistische/ positivistische perspectief op identiteit - Identiteit is: A-historisch; noodzakelijk; onveranderlijk - Vier problemen: historische en culturele verschillen; reductionistisch; onenigheid onder biologen; ideologisch! Kritiek op essentialistische perspectief - “While it may appear that differences in the ways in which people are treated, and their experience of the world, arise out of innate differences, we need to consider that causation may run in the opposite direction – that differences (…) are produced out of discriminatory processes that establish some identities as more or less valuable than others.” - “In this respect, to see people as ‘different’ is to obscure the history and the politics of the making of both social distinction and social identities.” (Lawler, 2014: p. 13) Constructivisme (= cultuursociologische benadering) - Identiteit is het resultaat van culturele krachten, het resulteert uit wat mensen ‘doen’ “Identity needs to be understood not as belonging ‘within’ the individual person, but as produces between persons and within social relations” (Lawler, 2014: p. 19) Belangrijke sociale veranderingsprocessen Individualisering - Structureel (= positivistische definitie) - Cultureel (= hoe cultuursociologen ernaar kijken) - ‘Objectieve’ versus ‘subjectieve’ verandering; achterliggend proces: structurele differentiatie Het einde van de samenleving? Pessimistische visie: sociale orde?; solidariteit?; identiteit?; nuttigheid van de sociologie? - “The human being becomes a choice among possibilities, homo optionis, Life, death, gender, corporeality, identity, religion, marriage, parenthood, social ties – all are becoming decidable down to the small print; once fragmented into options, everything must be decided” (Beck, 2002, p. 5) o En om hier dan nog iets nuttigs over te zeggen is als “trying to herd a sack of fleas” (Beck, 1997, p. 144) Optimistische visie: vanuit cultuursociologisch perspectief is het naïef te denken dat individualisering heeft geleid tot het “verdwijnen” van sociale controle: - Individuen worden steeds “sociaal gevormd”, maar nu gebeurt dat in een omgeving waarin “individuele vrijheid” geldt als het nieuwe “culturele imperatief”. - Sociale orde verdwijnt niet, maar verandert Durkheim (1898) Individualism and the Intelectuals - Onderscheid tussen twee typen individualisme: utilitair en moreel → Het individu als ‘sacrale’ entiteit (zie bv. Mathias) → Vrijheid onaantastbaar goed en bron voor moraliteit, solidariteit en cohesie 6 - Centrale vraag voor veel mensen (incl. veel niet-sociologen): waar gaat dit heen? - Centrale vraag voor cultuursociologen: zijn we hiermee getuige van de opkomst van nieuwe ‘post-traditionele’ culturen en identiteiten en, zo ja, hoe geven zij betekenis aan- en geven zijn gevoelens van gemeenschap? 7 Werkgroep 1 - Opdracht bespreking over artikel van Mathias (afschaffing van doodstraf) Stap 1: Voorkennis ophalen A. Het gelezen artikel past het beste binnen het structureel-functionalisme. Dit perspectief richt zich op hoe verschillende elementen van de samenleving bijdragen aan het geheel en functioneren binnen een systeem. Het artikel van Mathias (2013) benadrukt de rol van mondiale culturele factoren en het steeds belangrijker worden van het individu bijdragen aan de wereldwijde afschaffing van de doodstraf. Het institutionaliseren van het belang van het individu, draagt bij aan de afname van de doodstraf als een vorm van sociale controle. - Durkheim: heilige → het aanmerken van het individu als heilige - Symbolisch-internationalisme: wat is het individu en wat betekent dit en ook voor de doodstaf B. Het onderwerp besproken in het artikel past vooral binnen de hoofdvraag van modernisering. Modernisering gaat over hoe samenlevingen veranderen door economische, culturele, politieke en sociale processen. Het artikel van Mathias (2013) bespreekt hoe moderne culturele veranderingen, zoals de toename van de waardering van het individu en de ontwikkeling van de mensenrechten, wereldwijd hebben geleid tot de afschaffing van de doodstraf. Het focust op hoe moderne waarden en ideeën zijn geïntegreerd in nationale en internationale wetgeving. Stap 3: Belangrijke informatie in een alinea herkennen A. Alinea 1: “The worldwide abolition of the death penalty has been largely driven by the growing global value placed on the individual.” Alinea 2: “This process is part of the broader historical trend in which the individual has been increasingly valued and protected.” Alinea 3: “The protection of the individual is now institutionalized in the global human rights regime, influencing national policies.” Alinea 4: “This trend is evident in the declining acceptance of harsh punishments, including the death penalty, in modern penal systems.” B. Deze sectie legt uit hoe de groeiende wereldwijde waardering voor het individu heeft bijgedragen aan de afschaffing van de doodstraf. Deze waardering is nu vastgelegd in internationale mensenrechten en beïnvloedt het strafrecht wereldwijd. Stap 5: Zelfevaluatie van begrip A. Zoals ik het begrip ‘sacralization’ heb begrepen, verwijst naar het proces waarbij iets steeds belangrijker of waardevoller wordt in de ogen van de samenleving, zoals de toenemende erkenning van het individu als iets dat beschermd en gerespecteerd moet worden. B. Om de definitie van ‘sacralization’ te achterhalen heb ik via het internet woordenboeken en andere artikelen opgezocht. Ik keek hierbij of deze definitie ook bij de context van het artikel paste. Toen de definitie consistent was met de inhoud van het artikel, begreep ik het voldoende. - Iets als heilig aanmerken Stap 6: Verbanden leggen A. a. Economische en politieke factoren: sommige theorieën stellen dat economische omstandigheden en politieke systemen bepalend zijn voor het wel of niet afschaffen van de doodstraf 8 b. Nationale hiërarchie en juridische systemen: andere theorieën stellen dat de afschaffing afhankelijk is van de juridische en sociale structuren van een land, zoals de mate van sociale differentiatie en de hiërarchie binnen het rechtssysteem - Politiek: opkomst democratie → meer voor mensenrechten, minder burgeroorlogen → als er meer conflicten zijn, wordt de doodstraf gebruikt om mensen binnen de lijntjes te houden, rechterlijke macht is in handen van de elite → gaan ervanuit dat de elite voor de afschaffing is - Economisch: Foucault → straffen zijn niet meer om autoriteit uit te stralen, maar moet gebruikt worden om iets te leren dus doodstraf past hier niet bij, Durkheim → hoge niveaus van differentiatie zorgt ervoor dat we steeds minder met elkaar overeen hebben, behalve het feit dat we allemaal mensen zijn - Religieus: katholiek → God heeft jou gecreëerd, de doodstraf neemt de heiligheid van het leven weg, de mens staat boven de schepping en heeft recht op heerschappij; protestanten →individuele cultuur dus meer bescherming voor het individu, er is focus op de individuele band met God; islam → vaker wel doodstraf, minder op individu en meer op het collectief, ‘eye for an eye’, doodstraf ter bescherming van het collectief B. Mathias stelt dat de wereldwijde afschaffing van de doodstraf vooral te maken heeft met de sacralisering van het individu. Deze verschuiving heeft geleid tot veranderde opvattingen over straf en uiteindelijk tot de afschaffing van de doodstraf in veel landen. - Culturele argument: Christendom, de verlichting → het individu als iets heiligs - Structureel: institutionalisering van het centraal staan van het individu, in instituties werd het individuele belang belangrijker dan het collectieve belang → vooral mensenrechtenorganisaties Stap 7: Kritisch lezen Ik vind het overkoepelende argument van Mathias overtuigend omdat het goed onderbouwd is met historische en culturele voorbeelden. Het bewijsmateriaal is sterk genoeg om de belangrijkste conclusies te ondersteunen. Toch zou het argument sterker zijn als er meer empirisch bewijs was dat direct verband legt tussen de culturele waardering voor het individu en specifieke gevallen van afschaffing van de doodstraf. Het zou ook helpen om tegenargumenten uitgebreider te bespreken en te weerleggen. 9 Literatuur week 2 Dick Houtman, Peter Achterberg & Roy Kemmers. (2012). De wedergeboorte van de fact- free politics. Beleid En Maatschappij , 39(2), 179–193. 1. Het artikel over Fortuyn en de opkomst van de PVV past het beste binnen de conflicttheorie. Dit perspectief focust op de conflicten en tegenstellingen die in de samenleving bestaan, vooral tussen groepen met verschillende belangen en macht. Het artikel bespreekt hoe Fortuyn de gevestigde politieke elites bekritiseerde en het conflict tussen de ‘zelfvoldane’ elites en de ’gewone mensen’ uitlichtte. Fortuyns retoriek en zijn ‘fact-free politics’ worden gepresenteerd als een manier om de gevestigde orde uit te dagen en een alternatieve visie op de maatschappij te promoten. a. Fortuyns kritiek op de gevestigde elite en zijn rol als uitdager van het politieke systeem benadrukken de conflicten en spanningen in de samenleving b. De concepten van sociale strijd en de impact van politieke retoriek en stijl passen bij het conflictperspectief, dat de dynamiek van macht en tegenstelling onderzoekt 2. Het onderwerp past vooral binnen de vraag naar identiteit, Fortuyns politiek kan worden gezien als een reactie op en een vorm van het uitdrukken van een bepaalde identiteit, zowel persoonlijk als collectief. Zijn retoriek en aanpak waren gericht op het vormgeven en benadrukken van een alternatieve identiteit ten opzichte van gevestigde politieke elites. Daarnaast kan het ook onder modernisering vallen, omdat Fortuyns opkomst en de bijbehorende politiek een reactie zijn op veranderingen in de politieke en sociale structuren in Nederland a. Identiteit: Fortuyn en zijn politieke stijl reflecteren een specifieke identiteit en een afwijzing van de identiteit van de gevestigde elite b. Modernisering: Fortuyns benadering kan ook worden gezien als een antwoord op de veranderingen in de samenleving en politiek, en een manier om het veranderende politieke landschap te adresseren 3. De personalisering van de politiek wordt vaak gezien als een reactie op de- ideologisering, maar Pim Fortuyn bracht een coherente visie, vooral rond cultureel verschil en de rol van elites. Hoewel hij soms werd gekarakteriseerd als voorstander van ‘fact-free politics’, draaide zijn stijl meer om het presenteren van idealen dan om pragmatisch beleid. Geert Wilders en de PVV hebben deze benadering verfijnd door onrealistische en normatieve standpunten verder uit te bouwen, wat moeilijk aansluit bij het Nederlandse pragmatische politieke systeem. Linkse partijen hebben moeite om effectief te reageren op deze vorm van politiek, die sterk lijkt op de tegencultuur uit de jaren zestig, waarin idealen belangrijker zijn dan feiten. 4. De theorie van de auteurs richt zich op de personalisering van de politiek en de manier waarop charismatische leiders zoals Fortuyn politieke bewegingen rond hun persoonlijkheid en ideeën kunnen opbouwen. Ze stellen dat het niet per se leidt tot de- ideologisering, maar dat het juist gepaard kan gaan met een duidelijke, samenhangende visie op maatschappelijke problemen a. Fact-free politics: theorie die stelt dat de opkomst van charismatische leiders samenhangt met een verschuiving van feitelijke beleidsvoorstellen naar idealistische, emotioneel geladen retoriek b. Vergelijking met de tegencultuur van de jaren 60: een andere verklaring suggereert dat de personalisering van de politiek vergelijkbaar is met de tegencultuur, waarin idealisme en emotie prioriteit kregen boven feiten en rationeel beleid 10 5. Het overkoepelende argument van de auteurs is overtuigend omdat het personalisering van politiek niet alleen vanuit een oppervlakkig perspectief beschouwt, maar ook erkent dat charismatische leiders ideologische diepgang kunnen hebben en maatschappelijk relevante kwesties aansnijden. De analyse van Fortuyn als case study is passend en geeft inzicht in hoe personalisering en ideologie kunnen samengaan, wat het argument valide maakt. Wat betreft het bewijsmateriaal, de auteurs gebruiken vooral de casus Fortuyn om hun stellingen te onderbouwen. Hoewel dit een sterke illustratie is, is het mogelijk beperkt doordat het gebaseerd is op één specifieke leider. Het zou sterker zijn als de auteurs meerde voorbeelden van gepersonaliseerde leiders aanhalen om de generaliseerbaarheid van hun argument te vergroten. Bovendien zou een empirisch onderzoek naar de perceptie van kiezers over personalisering en ideologie het argument kunnen versterken. Inglehart, Ronald, and Pippa Norris. (2016). Trump, Brexit, and the Rise of Populism: Economic Have-Nots and Cultural Backlash. https://doi.org/10.00-11.30 1. Dit artikel past het best binnen de conflicttheorie. Het artikel onderzoekt hoe economische ongelijkheid en culturele conflicten bijdragen aan de opkomst van populisme. Het legt de nadruk op de spanning tussen ‘economische have-nots’ en degenen die profiteren van de globalisering en culturele verandering. Deze focus op de strijd tussen verschillende groepen en de impact van economische en culturele ongelijkheden weerspiegelt de kernprincipes van de conflicttheorie. 2. Het onderwerp van het artikel past het beste onder de vraag van gelijkheid. Het onderzoekt hoe economische ongelijkheid en sociale stratificatie bijdragen aan de opkomst van populistische bewegingen. Het artikel analyseert hoe de kloof tussen verschillende sociaaleconomische groepen en hun reacties op culturele verandering invloed hebben op politieke voorkeuren en sociale instabiliteit. Het benadrukt de rol van economische en culturele ongelijkheid in de vorming van politieke attitudes en de opkomst van populisme, wat direct ger4elateerd is aan de vraag naar gelijkheid in de sociologie. 3. De opkomst van populisme in westerse democratieën kan worden verklaard door een combinatie van economische en culturele factoren. De economische onzekerheid veroorzaakt door globalisering en de veranderingen in de arbeidsmarkt hebben geleid tot een groeiende steun voor populistische bewegingen onder de ‘economische have- nots’. Tegelijkertijd hebben culturele en demografische veranderingen, zoals de toenemende diversiteit en de veranderende waarden, geleid tot een ‘culturele terugslag’ bij bepaalde bevolkingsgroepen, die zich bedreigd voelen door deze veranderingen. Deze twee factoren samen verklaren de aantrekkingskracht van populistische leiders en partijen die deze zorgen aanspreken. 4. De theorie van de auters stelt dat de opkomst van populisme kan worden verklaard door een combinatie van economische ongelijkheid en culturele verandering. Economische onzekerheid onder de ‘have-nots’ en een culturele terugslag tegen de modernisering en diversiteit verklaren samen de aantrekkingskracht van populistische bewegingen. a. Economische determinisme: deze richt zich uitsluitend op economische factoren. Volgens deze visie komt de populistische opkomst voort ui economische verliezen en onzekerheden zonder de culturele dimensie te betrekken. 11 b. Culturele theorie: dit perspectief legt de nadruk op culturele angst en vervreemding als belangrijkste drijfveren voor populisme, los van economische factoren. c. Institutionele theorie: institutionele falen en verlies van vertrouwen in politieke systemen als een verklaring van populisme. De auteurs wijzen echter op de beperking van deze theorie door te benadrukken dat institutionele problemen vaak samenhangen met de economische en culturele factoren d. Psychologische theorie: de auteurs suggereren dat individuele angsten en onzekerheden bijdragen aan populistische sentimenten, maar komt verder niet diepgaand aan bod in dit artikel. Kuipers, G. (2019). De nar mag alles. Essay Humor in de politiek in De Groene Amsterdammer. 1. Dit artikel past het best binnen het symbolisch-interactionisme. Het artikel onderzoekt hoe komieken en hun rol in de politiek, invloed hebben op de publieke perceptie en sociale interacties. Het legt uit hoe de humor en provocaties van politici bijdragen aan een gevoel van wij-tegen-zij en de manier waarop deze gedragingen worden geïnterpreteerd door het publiek. Symbolisch-interactionisme komt hierbij aan bod omdat het kijkt naar hoe humor en groteske gedragingen in de politiek betekenis krijgen en hoe deze betekenissen bijdragen aan de sociale dynamiek en politiek cultuur. 2. Het onderwerp van het artikel past het best binnen de vraag over identiteit. Het bespreekt hoe komieken en hun humor in de politiek bijdragen aan de vorming van politieke identiteit en groepsidentiteit. Het laat zien hoe deze komieken en hun gedrag helpen bij het scheppen van een onderscheid tussen ‘wij’ en ‘zij; in de politiek, wat invloed heeft op de sociale en politieke identiteit van individuen en groepen. Het onderzoekt ook hoe de ‘nar-vrijheid’ van deze politici een deel van hun publieke identiteit en politieke strategie vormt, wat verder bijdraagt aan het bredere begrip van identiteit in de sociale context. 3. De auteur analyseert hoe humor en clownesque gedragingen de politieke arena beïnvloeden en biedt zowel een waardering als een kritische blik op de effecten van de benadering op de politiek en de maatschappij. De theorie benadrukt hoe deze vorm van politiek gebruik maakt van de zogenaamde ‘narrenvrijheid’ om grenzen te verleggen die normaal gesproken binnen de traditionele politiek niet geaccepteerd zouden worden. a. Politieke populisme: politici zoals Silvio Berlusconi en Donald Trump gebruiken humor en provocatie als onderdeel van hun populistische strategie. Deze aanpak trekt een breed publiek aan door het politieke systeem te bekritiseren waardoor ze zich onderscheiden van traditionele politici. b. Comedian als Outsider: komieken die politiek actief worden vaak gezien als outsiders die de politieke status que uitdagen. Deze theorie legt uit hoe hun onconventionele benadering hen in staat stelt om een andere vorm van legitimiteit en autoriteit te claimen dan traditionele politici. c. Narrenvrijheid: de historische en culturele conceptie van narrenvrijheid stelt dat komieken en narrefiguren ongestraft sociaal ongepaste en controversiële dingen mogen zeggen. Dit idee wordt kritisch bekeken in het artikel, waarbij wordt besproken hoe hedendaagse politici deze vrijheid claimen, maar ook de prijs betalen van een onbetrouwbare en onserieuze reputatie. 12 d. Polariserende humor: humor kan polariserend werken door het versterken van tegenstellingen tussen groepen, zoals weergegeven in de manier waarop humor wordt ingezet door populisten om een duidelijk ‘wij-tegen-zij’ gevoel te creëren. Deze theorie benadrukt hoe humor een krachtig instrument kan zijn voor het versterken van groepsidentiteit en sociale fragmentatie. Roszak, T. (1969). Technocracy’s Children. In The Making of a Counterculture (pp. 1–22). 1. Het past het best binnen de conflicttheorie. Roszak’s analyse van de tegencultuur van de jaren ’60 richt zich op de manier waarop deze beweging zich verzet tegen de gevestigde orde en traditionele waarden, en hoe deze strijd heeft bijgedragen aan culturele en maatschappelijke verandering. Hij onderzoekt de tegenstelling tussen de opkomende tegencultuur en de gevestigde cultuur, wat typisch is voor de conflicttheorie. 2. Het onderwerp in het artikel past vooral binnen de vraag naar modernisering. Roszak onderzoekt hoe de tegencultuur van de jaren ’60 een reactie was op de moderne, industriële maatschappij en hoe deze beweging een alternatieve visie bood op de richting van de samenleving. De opkomst van de tegencultuur kan worden gezien als een uitdrukking van een bredere sociale en culturele modernisering, waarbij bestaande normen en waarden werden uitgedaagd en nieuwe manieren van denken en leven werden gepromoot. 3. Theorie van Roszak: a. Waarde van De Tegencultuur: Roszak waardeert de tegencultuur als een noodzakelijke en positieve kracht die een kritiek levert op de tekortkomingen van de gevestigde orde. Hij beschouwt de beweging als een poging om de spirituele en menselijke elementen van het leven te herstellen die volgens hem verloren zijn gegaan in de moderniteit. b. Relevantie van de Filosofische Kritiek: Roszak staat kritisch tegenover de heersende ideologieën van zijn tijd en ziet de tegencultuur als een belangrijke tegenstem tegen de oppervlakkigheid en rationaliteit van de mainstream cultuur. Hij gelooft dat de tegencultuur essentiële vragen stelt over de richting van de samenleving en de aard van het menselijk bestaan. c. Historische en Culturele Context: Het standpunt van Roszak is sterk ingebed in de historische en culturele context van de jaren '60. Hij ziet de opkomst van de tegencultuur als een reflectie van bredere maatschappelijke veranderingen en als een antwoord op de sociale en culturele onvrede van die tijd. 4. Alternatieve theorie: a. Individueel Verzet Tegen Consumptie en Materialisme: Roszak's theorie over de tegencultuur als een bredere maatschappelijke beweging kan worden vergeleken met verklaringen die de opkomst van de tegencultuur puur als een individueel verzet tegen consumptie en materialisme beschouwen. Waar Roszak de tegencultuur ziet als een georganiseerde reactie tegen een systeem van dominantie en onderdrukking, beschouwen andere theorieën dit verzet als een persoonlijke afwijzing van de oppervlakkige waarden van de consumptiemaatschappij. b. Psychologische en Sociologische Ontwikkelingen: Sommige alternatieve verklaringen richten zich op de psychologische en sociologische veranderingen binnen individuen als oorzaak van de tegencultuur, zoals de behoefte aan zelfexpressie en persoonlijke bevrediging. Roszak’s benadering legt meer nadruk op de collectieve maatschappelijke context en de bredere culturele 13 strijd, terwijl deze alternatieve verklaringen de nadruk leggen op interne psychologische behoeften en ervaringen van individuen. c. Politieke en Economische Onvrede: Andere theorieën leggen de opkomst van de tegencultuur uit als een gevolg van politieke en economische onvrede, zoals de onvrede met de Vietnamoorlog of de ongelijkheden van het kapitalisme. Roszak erkent deze factoren ook, maar hij legt een grotere nadruk op de culturele en filosofische aspecten van de tegencultuur, zoals de afwijzing van het rationalisme en technologische determinisme van de heersende cultuur. d. Culturele Veranderingen en Innovaties: Sommige verklaringen wijzen op culturele veranderingen en innovaties, zoals de invloed van muziek en kunst op de ontwikkeling van de tegencultuur. Roszak’s theorie sluit deze invloeden in, maar hij plaatst ze binnen een bredere analyse van hoe de tegencultuur als geheel een reactie vormt tegen de overheersende cultuur en haar waarden. 14 Hoorcollege 2: de tegencultuur als kantelpunt - Hoe we de hedendaagse populariteit van cultuursociologie en identiteitsvraagstukken kunnen begrijpen - Sociologische debatten over individualisering: wat zijn de gevolgen voor de individu en samenleving? - Antwoord ligt aan perspectief: o Structureel/ (neo-) positivistisch – samenleving is zo radicaal veranderd dat de sociale context veel minder invloed hebben op mensen. Mensen zijn individuen die echt individuele keuzes maken → samenleving valt uiteen o Cultuur/cultureel sociologisch – mensen doen niet alles op basis van individuele kenmerken. De sociale context is nog steeds van belang, maar is radicaal verandert omdat mensen meer individuele vrijheid hebben. Het is het grootste goed waar mensen naar proberen te streven Durkheim: The Individualism of the Intellectuals - Utilitair individualisme: alleen handelen op basis van wat goed is voor het individu (nutsmaximalisatie) - Een hoop intellectuele gingen individualisme zien als een moreel goed dat beschermt moest worden, ongeacht je daar persoonlijk beter van werd. Het werd als een soort heilig beschouwd. Het is een bron van solidariteit waar mensen elkaar in kunnen vinden. Moreel individualisme is noodzakelijk, vooral in moderne samenleving. Dit omdat er geen kleine groepen meer zijn, maar mensen gingen naar de stad verhuizen etc. Er werd meer gevraagd van solidariteit, en door deze solidariteit zag hij een rode draad in het functionalisme. - De eerste vorm van individuele vrijheid is het vrij kunnen denken. Individuele vrijheid en rationalisme als grootste morele idealen van de moderniteit. Rationalisme is de eerste bron. - Het verbieden van de doodstraf (Mathias, 2013) o Het beschermen van de individuele vrijheid is een morele waarde. De sacralisatie (=verheiligen) van het individu en het beschermen van het individu werd een wereldwijd fenomeen, ‘human rights regime’. De tegencultuur - Het morele individualisme staat centraal in een kantelpunt in de samenleving = de tegencultuur Het is een begrip dat een groot scala van protesten beschrijft. Vaak door jongere uit middenklasse of hogere sociale klasse die zich ging verzetten tegen cultuur van ouders, milieuvervuiling, oorlogen, etc., maar ook tegen vormen van sociale..? - Ze zagen een elite die regeerde in strijd met wat het volk nodig had. Het volk is niet vrij (corruptie). Doelstelling: mensen moeten bevrijd worden van de regering. Ze verzetten zich tegen de cultuurindustrie, allerlei vormen van segregatie → de geboorteplaats van identiteitspolitiek Individuele vrijheid staat centraal → grootste goed (overlap moreel goed Durkheim), maar rationalisering was niet het evenbeeld, maar juist wat de vrijheid in de weg zat. Werd gebruikt om individuen monddood te maken. Het werd ingezet door de stad om individuen niet te laten nadenken en om de mond te snoeren. 15 De technocratie Een vorm van samenleving waarbij de regering zich beroepen op technische experts, die zich weer beroepen op wetenschappelijke kennis om te beargumenteren waarom bepaalde dingen zo gedaan moeten worden. - ‘beyond the authority of science, there is no appeal’ → plannen zouden zogenaamd objectief tot stand zijn gekomen, maar tegencultuur stelt dat dit niet zo is maar dat het de overheid is die de technische experts worden aangezet door de overheid. (De technische kennis wordt gebruikt om ons de mond te snoeren) Het gaat niet alleen om politiek, maar ook hele persoonlijke aspecten komen onder het bewind van de technocratie gesteld. Roszak: er wordt een idee van een elite, de technische experts die regeren en die zijn corrupt, waardoor het volk niks meer te zeggen hebben over hun leven. Het is de ultieme vorm van macht, want mensen hebben het niet door. De regels worden gemaakt door het systeem, mensen denken dat dit het beste systeem is door vertrouwen in regeren, maar dit is een vorm van machtuitoefening waarbij mensen niet meer door hebben dat er macht op hen wordt uitgeoefend. - Staat in dienst met kapitalisme, bureaucratie → onderdelen van technocratie Drie ideaaltypen van protest (Zijderveld) - Ze komen in werkelijkheid niet in de puurste vorm voor, maar hiermee kunnen we ze wel beter begrijpen Gnostici Meest religieuze vorm van protest. Ze geloofde dat de waarheid gevonden moest worden in de diepere lagen van zichzelf. Hetgeen wat je als morele richtsnoer niet moest zoeken bij dingen buiten jezelf → daarmee kan je je echte zelf vinden Ze verzetten zich tegen tradities en instituties, want ze vervreemden mensen van de echte werkelijke zelf (door socialisatie naar normen en waarden vanuit de samenleving). Geïnteresseerd in oosterse religies waarbij het individu meer centraal staat (boeddhisme, hindoeïsme, meditatie). Het gevoelsleven moet meer serieus genomen worden, omdat dat is hoe het echt is. - Hallucinerende drugs om uiteindelijk tot diepere lagen van jezelf te komen Anarchisten Het ging vooral van het gebruiken van een nieuwe levensstijl waarmee men terug wilde naar de natuur, de eenvoud en zich te verzetten, als iets wat zij zagen, als een autoristische systeem (lifestyle). Protesten waren vaak gebaseerd op speelsheid (PROVO beweging) op ludieke manieren de overheid te starren. Lifestyle als manier om terug te gaan naar de natuur en je te verzetten tegen alles wat de Activisten Sociaaleconomische politieke verandering teweegbrengen, waarbij men ongelijkheden wilde bevechten. Ze willen een nieuwe samenleving met meer gelijkheid. Er zou een belangrijke rol voor intellectuele moeten zijn, maar die werden onschadelijk gemaakt omdat ze vast zaten in bureaucratie en werden gebruikt om het volk verder monddood te maken en werden zelf ook monddood gemaakt. Ook protesten tegen de universiteit, administratief autoristisme, geen kritiek hebben en ook geen kritiek uiten. Methodologische beperking: wetenschap zich op objectieve kennis, onderzoek te doen naar hoe de wereld in elkaar zit, niet om de wereld te veranderen. 16 Activisten wilde praktische kennis die ingezet kon worden om de samenleving te veranderen. Universiteit werd gezien als handlangers van de technocratie. Mensen moeten meer vrijheid hebben op de universiteit; vrijer van het bedrijfsleven, vrij om kritiek te uiten, waardevrij. Sinds die tijd is veel veranderd aan de universiteiten en zijn er protesten op de universiteiten. Van tegencultuur naar mainstream cultuur De tegencultuur werd gezien als dat het iets was van die tijd, dat werd gezien als een mislukt project. Maar tegencultuur zie je nu breder terug in de samenleving in de huidige cultuur. Gnostici → ‘new age’ spiritualiteit + ‘therapie cultuur’ + ‘designer’ drug - Het gevoelsleven moet aangesproken worden. Zoeken naar waarheid in de diepere lagen van jezelf door naar het gevoelsleven te kijken. Komt voort uit de gnostici, ze wilde een nieuwe samenleving teweegbrengen waarbij men af was van de traditionele instituties. Door de tijd heen is de verandering een beetje losgelaten, maar gaat het om individuele transformatie. - Emoties van individuen begrijpen vanuit de psychologie. Vanuit het individu en diens emoties - Holistische verbintenis tussen jezelf en andere d.m.v. van drugs. Connecties maken met de wereld om je heen Anarchisten → lifestyle policies - Bijvoorbeeld tiny houses - Levensstijl verandering, terug naar de natuur en eenvoud. Het zijn ideaaltypen want in werkelijkheid lopen de typen door elkaar. - Vega/vegan eten: protest tegen het eten van vlees/dierlijke producten door terug te gaan naar de natuur - Ludiek protest: late night show, ludiek proberen de autoriteit te starren (Arjan Lubach) Activisten → ‘nieuwe-linkse’ politiek - Belangrijke rol bij het maken van groene partijen. Politieke partijen maar ook. Social movements die vanuit de jaren 60/70 tegencultuur. Vraagstukken rond democratie, gelijkheid, etc. oud linkse politiek meer op economische zaken en economische herverdeling om gelijkheid te krijgen. Nieuwe links gaat meer over andere gelijkheid, andere identiteitsvraagstukken, cultuurgelijkheid. Daarmee is er onderscheid. Inglehart: The Silent Revolution (1977) - Verklaring opkomst nieuw-links: We kunnen dit begrijpen vanuit economische voorspoed. Omdat de samenleving welvarender zijn geworden, hebben mensen de mogelijkheid om zich niet meer zo druk te maken over economische zekerheid. Er is aan een materialistische waarden voldaan waardoor mensen zich druk maken over postmaterialistische waarden. We hebben te maken met jongere generaties die opgroeien in een welvarendere samenleving en van daaruit postmaterialistische waarden worden aangeleerd. En zullen hiermee oudere generaties, die met schaarste te maken hadden, vervangen → generational displacement’ o Schaarste hypothese o Socialisatie hypothese De opkomst van ‘nieuw-rechts’ - Hoe kan dit dan? 17 Zij claimen dat linkse gedachten steeds verder is geïnstitutionaliseerd en daardoor hebben zij het gevoel dat zij een minderheid zijn die worden onderdrukt., Kenmerken: - Populistisch (volk versus elite) - Autoritaristische (voorkeur charismatisch leiderschap) - Directe democratie - Nationalistisch - Nadruk op sociale orde - Cultureel conservatief - Antifeministisch - Anti-globalisering - Anti-migratie - Antipolitiek - Anti-feiten - Etc. ‘Affectieve’ polarisatie Nieuwe sociale scheidslijnen: - Theoretisch versus praktisch - Centrum versus periferie - Jongeren versus periferie - Vrouwen versus mannen Verschillen en overeenkomsten nieuw-links en nieuw-rechts - Individuele vrijheid, rechts meer focus op sociale orde - Populistisch, rechts heeft alleen een ander idee van elite (linkse mensen) - Tegen technocratie, maar rechts heeft ander idee van technici (linkse mensen) - Nostalgische hang naar een gedroomd verleden (de tijd van de romantiek), maar voor rechts is dit een ander verleden (de tijd van de verlichting, rolverdeling man en vrouw, nazi staat, wereld was duidelijker) - Idee dat linkse tegencultuur nu mainstream cultuur is geworden en op zijn beurt de mensen monddood maakt - Ludieke manieren om autoriteiten te sangen via bijvoorbeeld memes Is er dan een tweede tegencultuur? Het is niet verdwenen, maar verandert. 18 Werkgroep 2 Video 1: Provobeweging 1. Het college en de tekst van Roszak zijn verschillende elementen van de klassieke ‘tegencultuur’ uit de jaren 1960 besproken. Wat waren dit ook alweer? Gnostici, anarchisten en activisten. Technocratie van Roszak 2. Welke aspecten herken je in het verhaal van de Anti-Rook Magiër? Met concrete voorbeelden. Anarchisten, kritiek op kapitalisme, ludiek protesten Belangrijke begrippen: - Cultural backlash - Hang naar gedroomd verleden - Narrenvrijheid – polariserende humor - Tegencultuur 2.0 - Institutionalisering van links – nieuw-rechts "Liefde en seksualiteit in de context van tegenculturen: van de seksuele revolutie tot digitale subculturen." Hierin combineer je **"liefde en seks in verandering"** met **"kantelpunt van tegencultuur."** Dit onderwerp kan zich richten op hoe tegenculturen in verschillende tijdperken de opvattingen over liefde, seks en relaties hebben veranderd, van de seksuele revolutie in de jaren '60 tot moderne digitale subculturen zoals polyamorie en open relaties. Je kunt onderzoeken hoe tegenculturen door de tijd heen hebben bijgedragen aan een herdefiniëring van traditionele normen rondom liefde en seksualiteit, en wat dit zegt over bredere maatschappelijke veranderingen. 19 Literatuur week 3 Aupers, Stef, Houtman, Dick. (2006). Beyond the Spiritual Supermarket: The Social and Public Significance of New Age Spirituality. Journal of Contemporary Religion, 21(2), 201– 222. https://doi.org/10.1080/13537900600655894 Het symbolisch internationalisme sluit aan bij het artikel omdat Aupers en Houtman beschrijven hoe mensen actief en individueel hun eigen spirituele betekenissen construeren door elementen uit verschillende religies en spirituele tradities te combineren. Het draait om persoonlijke identiteit, zelfexpressie en de subjectieve zoektocht naar spiritualiteit. Het artikel richt zich op de individualisering van spiritualiteit en de zoektocht naar authenticiteit, wat direct te maken heeft met vragen over identiteit. In de laatmoderene samenleving is het zelfgevoel en het idee van ‘authentiek zijn’ cruciaal, waarbij individuen hun eigen spirituele pad kiezen en hun eigen unieke identiteit samenstellen. De auteurs stellen dat spiritualiteit in de moderne samenleving steeds meer over de vorming van het zelf gaat, en minder over het conformeren aan traditionele religieuze regels. Modernisering zou ook een hoofdvraag kunnen zijn, omdat het artikel inspeelt op laatmoderne trends zoals individualisering, secularisatie en de opkomst van nieuwe vormen van spiritualiteit. De auteurs verwijzen naar alternatieven theorieën zoals secularisatietheorie, rationele keuzetheorie en postmodernisme. Aupers en Houtman wijzen erop dat de klassieke secularisatietheorie voorspelt dat de religie zal afnemen in belang van invloed, maar ze bekritiseren deze theorie door te stellen dat religie niet verdwijnt, maar zich transformeert in een meer persoonlijke, subjectieve vorm. Rationele keuzetheorie suggereert dat mensen religieuze keuzes maken op basis van kosten en baten. De auteurs erkennen deze theorie, maar beklemtonen dat hun benadering meer gericht is op subjectieve, existentiële zoektocht naar authenticiteit in plaats van puur rationele keuzes. Postmoderne theorieën benadrukken het pluralisme en de fragmentatie van waarheid en kennis in de moderne wereld, Aupers en Houtman verwijzen naar postmoderne ideeën, maar zij stellen dat de spirituele zelf juist niet gefragmenteerd is, maar wordt gezien als een diep en authentiek innerlijk dat ontdekt moet worden. Belangrijke concepten: - Spiritual supermarket: de manier waarop mensen in de moderne samenleving spiritualiteit behandelen als een product dat ze uit verschillende religieuze en spirituele tradities kunnen kiezen en combineren (nadruk op individualisering van religie) - Subjectivering van religie: religie en spiritualiteit wordt steeds meer persoonlijk en subjectief, in plaats van collectieve, geïnstitutionaliseerde geloofssystemen - Laatmoderne spiritualiteit: trend in de hedendaagse samenleving waarin mensen spiritualiteit benaderen als een persoonlijke zoektocht naar zingeving en zelfontdekking, buiten de grenzen van traditionele religies. Het is nauw verbonden met de verschuiving van religieus gezag naar subjectieve beleving Davie, Grace. (2006). Is Europe an Exceptional Case? International Review of Mission, 95(378–379), 247–258. https://doi.org/10.1111/j.1758-6631.2006.tb00562.x Het artikel past het best binnen het structureel-functionalisme omdat Grace onderzoekt hoe de specifieke religieuze en missiologische context in Europa functioneert binnen het bredere wereldsysteem van religie en misse. Het artikel analyseert hoe de Europese situatie past in de 20 wereldwijde religieuze dynamiek en hoe Europese religieuze trends bijdragen aan de algehele sociale structuur en stabiliteit in vergelijking met andere regio’s. Grace onderzoekt hoe de Europese religieuze context zich verhoudt tot wereldwijde trends en hoe de modernisering, inclusief secularisatie en veranderende religieuze landschappen, invloed heeft op Europa. Het artikel richt zich op de vraag of de trends in Europa representatief zijn voor bredere wereldwijde ontwikkelingen of dat Europa een uitzonderlijke casus is in het proces van modernisering. In het artikel worden ook alternatieven verklaringen besproken. Grace bespreekt secularisatie als een belangrijke factor die Europese religieuze trends beïnvloedt. Hij vergelijkt dit met de groei van religie in andere regio’s zoals Afrika en Azië, waarbij secularisatie niet dezelfde impact heeft als in Europa. Ook wordt globalisering genoemd als alternatief voor de unieke Europese situatie. Het idee is dat wereldwijde trends en culturele uitwisselingen ook de religieuze context in Europa beïnvloeden, wat een bredere verklaring biedt voor de veranderingen die in Europa plaatsvinden. Tot slot wijst Grace op unieke culturele en historische factoren die mogelijk bijdragen aan de uitzonderlijke situatie. Dit wordt vergeleken met andere regio’s waar andere culturele en historische factoren spelen. Belangrijkste concepten: - Europese uitzonderlijkheid: Grace vraagt zich af of de trends in Europa uniek zijn of representatief voor bredere mondiale ontwikkelingen - Secularisatie: de afname van religieuze invloed en het toenemende belang van wereldse en seculiere waarde - Missionaire activiteiten: de auteur analyseert de aard en impact van missionaire activiteiten in Europa in vergelijking met andere delen van de wereld - Religieuze pluraliteit: de aanwezigheid van verschillende religies en spirituele tradities binnen een samenleving. Grace onderzoekt hoe dit in Europa verschilt van andere regio’s en welke rol dit speelt in religieuze en culturele context - Globalisering: Grace bespreekt hoe globalisering van invloed is op de religieuze context in Europa en hoe het bijdraagt aan de vraag of Europa een uitzondering is Martijn de Koning. (2008). Inleiding. In Zoeken naar een “zuivere” islam. Geloofsbeleving en identiteitsvorming van jonge Marokkaans-Nederlandse moslims (pp. 15–24). Hoe construeren Marrokaans-Nederlandse moslimjongeren tussen 12 en 20 jaar in Gouda hun identiteit als moslim in relatie tot anderen binnen en buiten de eigen groep? - “In deze studie gaat het om de constructie van identiteit in de alledaagse leefwereld van de Marokkaans-Nederlandse jongeren in Gouda” - Paradoxale ontwikkeling: terwijl religie, etniciteit en cultuurbeleving door de overheid steeds meer als privézaken worden beschouwd, neemt de publieke aandacht voor Marokkaanse Nederlanders en de islam snel toe - “De Rushdie-affaire vormt een van de eerste momenten waarop ‘Nederlanders’ in het publieke debat tegenover ‘moslims’ worden gezet en waarop de loyaliteit van moslims in de Nederlandse samenleving in twijfel wordt getrokken.” - Hoe jongeren hun moslimidentiteit invullen (identity politics): o Individualisering van religiositeit o Religieus gezag o Onderhandelen met in- en outgroups → gaat om macht, wie is in staat om een bepaalde definitie van identiteit aan een ander op te leggen en hoe gaat die ander daarmee in 21 3 dimensies: - Etnografisch - Gender - Virtueel Martijn de Koning. (2008). Zoeken naar een “zuivere” islam. In Zoeken naar een “zuivere” islam. Geloofsbeleving en identiteitsvorming van jonge Marokkaans-Nederlandse moslims (pp. 296–319). 22 Hoorcollege 3: de hertovering van de wereld Zijn we getuige van de opkomst van nieuwe ‘post-traditionele’ culturen en identiteiten en, zo ja, hoe geven zij betekenis aan- en geven zijn gevoelens van gemeenschap? Seculariseringsthese: Religiositeit door moderniseringen processen hun legitimiteit verliest. Bruce – God is dead: op 3 manieren manifesteert: 1. Afnemend belang christendom voor andere instituties (zoals welvaart, onderwijs, binnen politiek) Macroprocessen, instituties komen los van religie 2. Minder vooraanstaande maatschappelijke rol, macroprocessen 3. Afname individuele religiositeit; zowel in termen van mensen die aangeven dat ze geloven en mate waarin mensen aangeven meedoen aan religieuze diensten, maken minder gebruik van instituties van religie (minder naar de kerk) Punt 1 en 2 structurele differentiatie als voorganger waar we de individualisering aan te danken hebben. Punt 3: vb. pp uit Amerika, neemt vooral af bij de jongste generaties. In Nederland lijkt jongste generatie meer religieus dan generaties daarvoor. Verklaring: Mensen die religieus zijn krijgen meer kinderen dan mensen die minder religieus zijn. Bijna 6 op de 10 Nederlanders geeft aan niet religieus te zijn, ligt in Nederland heel erg aan in welk deel van het land je bent. Waar komt dat door: Lijkt op wat Weber de onttovering van de wereld noemt, is een rationaliseringsproces. Begint al bij de opkomst van wat wij zien als religies. Hoe mensen de natuur proberen te beheersen. Hoe mensen doelen proberen te bereiken op aarde. Onttovering = erosie van het geloof in een ‘andere’ wereld, vol geheimzinnige en onberekenbare machten en krachten, gesitueerd voorbij ‘onze eigen wereld’. - Stap 1: Magie ontwikkelt zich tot (dualistische) religie - Stap 2: Dualistische religie ontwikkelt zich tot wetenschap en daarop gebaseerde technologie (gaat magie vervangen) “De onttovering van de wereld betekent dat mysterieuze en onberekenbare krachten in principe geen rol spelen, maar dat men, in principe, alle dingen via berekening kan beheersen.” - Voorbeelden: Regendans, brengen van offers (ivf), visserij → magische rituelen om de visserij te laten lukken De onttovering van de wereld, 3 stadia: 1. De opkomst van de Joods- Christelijke traditie: Is meer gebaseerd op rationele principes. Kenmerken: het jodendom is Monotheïstisch = Geloven in 1 god (i.p.v. polytheïstisch in het Oosten, = geloven in velen en verschillende goden). Dualisme= geloven mensen in 2 werelden, hier op aarde en een wereld waar god leeft. (I.p.v. monistisch/holistisch = spirituele wereld bevindt zich ook hier op aarde, oosterse religies, alles met elkaar verbonden). God als rationeel. Handelt op basis van rationele patronen en wetten, wetten worden door priesters vastgelegd, denk aan 10 geboden (i.p.v. emoties, oude Grieken geloofde in goden die handelde op basis van emotie). Levensbeschouwelijk georiënteerd, gaat niet zo zeer om doelen bereiken hier op aarde maar bereiken van goed leven in het hiernamaals zodat je in de hemel terecht komt (i.p.v. praktisch zoals doelen als voedsel of je gezondheid). Volgens weber dus voorbeeld van magie meer terugdringen, dit is het eerste stadium die hij zag. 23 Stadium 2: De opkomst van het protestantisme Je vindt nog steeds magische rituelen zoals de verering van de heilige maagd Maria binnen het Katholicisme. Binnen opkomst van protestantisme valt bijvoorbeeld beelden storm. Is meer gerationaliseerde vorm van religie dan katholicisme. Had minder magie. Met doel om Gods grootheid aan te tonen en om dat vast te leggen kaarten ze de wetenschap en technologie aan, om de grootsheid van god te laten zien. Stadium 3: De opkomst van wetenschap en technologie. “Ik toon u het bewijs van Gods voorzieninigheid in de anatomie van een luis” (Swammerdam, 1637-1680) Gaan geloof in religie ondermijnen volgens Weber. Gaat om empirische bevindingen. Wereld meer voorspelbaar te maken gaan ze religie daarin ondergraven. Opkomst van technologie is de doodsteek voor magie, ultieme rationalisering en ultieme onttovering dat technologie gaat magie vervangen om wereld doelen te bereiken. - Technologie vervangt magie als middel om binnen wereldlijke doelen te realiseren (bijv. gezondheid, vruchtbaarheid): magie wordt door onttovering overbodig. - Wetenschap kan echter niet religie vervangen, want kan slechts tonen hoe de wereld is en niet, zoals religie, vertellen hoe zij zou moeten zijn: religie wordt door onttovering dus niet “overbodig” maar “onmogelijk”. Alfred Weber Vormen van hertovering Weliswaar afname van belang ‘traditionele’ christelijke religie, MAAR… op specifieke momenten vallen ongelovigen toch terug op diens religieuze instituties (Davie’s ‘vicarious religion’) Terug kunnen vallen op instituties van de kerk. Bijvoorbeeld mensen die het toch mooi vinden om hun kinderen te dopen na de geboorte. Of begrafenissen die plaats vinden in de kerk. Wanneer mensen overleden zijn een kaarsje branden voor de overleden. Christelijke rituelen waar mensen dan toch op terugvallen terwijl ze zeggen niet meer te geloven. Dit valt samen met een toename in ‘post-christelijke’ spiritualiteit, en mensen die in surveys aangeven nog wel te geloven, maar niet tot de kerk behoren (Davie’s ‘believing without beloning’). Aanhangers seculariseringspardigma: “fuzzy fidelity is merely a steppingstone between religion and irreligion in an increasingly secular society” (Bagg & Voas, 2010: 98). Zien het als tussenfase dat over zoveel jaar mensen believing without beloning aanhouden. Alternatieve ‘verwatering’, maar zelfstandige ‘derde weg’ Believing without beloning indiceert religieuze transformatie in plaats van neergang. Gnostische spiritualiteit sinds 1960 Waarheid moest gevonden worden binnen de diepere lagen van henzelf. Spiritualiteit staat voor individuele verlichting. New age spititualiteit: Gnosis als derde weg: - Gnosis als derde weg tussen ‘faith’ (geloof) en ‘reason’ (de rede) → geloof dat mensen zelf tot waarheid komen, maar dan door middel om het pad naar binnen te vinden door dingen te ervaren. Spirituele ervaringen tonen de waarheid. Verzetten zich tegen instituties omdat mensen dan geloven dat de kerk de waarheid heeft, vervreemde mensen van de waarheid die in henzelf zit. Vertrouwen in zowel ‘faith’ als in ‘reason’ is afgenomen, zoals in wetenschap. Hechten meer waarde aan ervaring. - Primaat op ervaring! 24 - Het goddelijke zelf laat zich kennen via emotie en intuïtie - Persoonlijke, directe godservaring Ongemedieerd: geen tussenpersonen, zitten geen instituties meer tussen. - ‘Luisteren naar je gevoel, je hart volgen, jezelf zijn’, je moet worden wie je bent → Privatiseringsthese - Kritiek/aanpassing op de seculariseringsthese: religie verdwijnt niet, maar religie veranderd. Meer privéaangelegenheid. Die ze binnen hun huis ervaren. Meer iets van het individu thuis. - Nieuwe, gepersonaliseerde religies vullen het gat. Thomas Luckmann - kenmerken: 1. Wereldbeschouwingen niet langer geconsumeerd als 1 geheel, maar à la carte. Niet de bijbel met 1 wereldbeschouwing maar mensen halen uit verschillende tradities/soorten geloof geloven. Ze pakken dingen waar ze in geloven en worden onderdeel van eigen samengestelde geloof. 2. Alleen relevant voor privésfeer, omdat mensen zelf dingen kiezen zit er geen socialisatieproces aan vooraf. Mensen kiezen het zelf dus kan je er niet meer in gesocialiseerd worden. Worden er niet in geboren maar kunnen er op latere leeftijd voor kiezen. 3. Religie zonder sociale gevolgen. Is alleen maar iets als strikt individuele aangelegenheid en niet meer een sociaal fenomeen. Geen publieke relevantie. Invisible religion: yoga, hekserij, matrixism, manifesting, vorm van posttraditionele van religie. Verschil: mensen zijn vaak niet vanaf geboorte gesocialiseerd in de invisible religion. Vind geen socialisatie plaats vanaf de geboorte. Hebben vrijblijvender karakter dan traditionele religies dus je kan er makkelijker in- en uitstappen. Minder fysieke kerken waar mensen zich verzamelen maar praktiseren zich vanuit hun eigen huis. Kritiek op privatiseringsthese: - Gedeelde doctrine: de doctrine van zelfspiritualiteit. “The belief that in the deeper layers of the self, one finds a true, authentic, and sacred kernel, ‘unpolluted’ by culture, history or society.” (Aupers & Houtman, p.204). Gaat om de reis naar je werkelijke zelf en worden wie je bent. Aan de oppervlakte lijkt het of mensen allemaal andere dingen doen, maar in de werkelijkheid hebben ze allemaal hetzelfde doel = de doctrine - Gaat wel een vorm van socialisatie aan vooraf, en verenging in netwerken. Maken vaak zelfde soort traject door, gaan door individuele crisis, zoals een burn-out, gaan zichzelf vragen stellen; wie ben ik nu? Wat wil ik nu? Raken meer bekend met zelfspiritualiteit en ga dan anders naar dingen kijken interpreteren. = Onderdeel van socialisatieproces. Gaan nieuwe levensbeschouwing ook definiëren. Verenigen zich ook in netwerken, zijn netwerkbijeenkomsten waar mensen bij elkaar komen. Yoga kan ook met andere beoefend worden. - Geen publieke relevantie? → Kritiek, je vindt zelfspiritualiteit overal in de wereld. Zelfs bij de EUR is er informatie over spirituele welzijn. Religieuze purificatiethese - Gelijk seculariseringsthese, afname belang traditionele religieuze instituties 25 - Gelijk privatiseringsthese, dit betekent niet dat religie verdwijnt maar verandert. - Echter, kritiek op idee dat religie in deze context verwordt tot een strikt persoonlijke/ privé aangelegenheid New age spiritualiteit: Omschreven als: Pick- and mix religion (Hamilton, 2000), Do- it- yourself religion (Baerveldt, 1996), spiritual supermarket (Lyon, 2000) - Perennialisme; achter alle religieuze tradities zit één en dezelfde spirituele waarheid. Mensen die spiritueel zijn geloven dat er één en dezelfde spirituele waarheid achter zit. - Traditionele instituties als vervreemdend. - Betrokken zoektocht naar een zuivere relatie met de goddelijke, spirituele waarheid. Jonge evangelisten Keren zich af van traditionele instituties zoals de kerk, willen een persoonlijke relatie met God dus keren zich tegen kerkelijke instituties. - Persoonlijke relatie met god is kern, maar volgens Roeland wel met publieke gevolgen. - Niet zelden keren zij zich tegen de kerkelijke instituties - Leidraad persoonlijke gevoelens en emoties “Het gaat vooral om jouw persoonlijke leven. Het gaat niet om de kerk die je bezoekt. Het gaat om jouw persoonlijke relatie met God. Jouw persoonlijke relatie met Jezus. Jouw persoonlijke relatie met de Heilige Geest” (Roeland, 2009). Jonge salafisten - Kritisch over ‘geculturiliseerde’ tradities ouders, gaan opzoek naar pure islam achter de instituties - Instituties wederom vervreemdend - Komen tot een ‘zuivere’, oorspronkelijke islam, waarbij ze de originele teksten proberen te lezen en met elkaar combineren en bespreken in netwerken om tot kern te komen. Ze socialiseren elkaar ook. Hele betrokken zoektocht met publieke waardes. - Netwerkstructuur Religieuze purificatie “De zuivere religie die nagestreefd wordt neemt niet zozeer afstand van bestaande religieuze tradities en instituties om te eindigen in een minder betrokken positie, maar gaan juist voorbij de gevestigde orde om gestalte te geven aan een religieuze betrokkenheid die verder gaat dan wat in de bestaande tradities en instituties wordt gevraagd. Men zoekt, met andere woorden, naar een diepere waarheid dan die men aantreft in de afgevlakte instituties en tradities” (Houtman e.a., 2020: 21). 26 Werkgroep 3 Herhaling sleutelconcepten - Wat is Thomas-theorema? o Als mensen ergens een betekenis aan geven, heeft dit ook echt consequenties - Hoe zien cultuursociologen sociale identiteit? o Identiteit is het resultaat van culturele krachten, het resulteert uit wat mensen ‘doen’ → identiteit is echt iets wat gedaan waard. Je hebt de ‘betekenisvolle andere’ nodig om je eigen identiteit te bepalen. Identiteit is niet iets wat vaststaat. (Constructivisme) - Wat waren kenmerken van individualisering als maatschappelijke verandering? o Het individu komt meer centraal van het individu - Wat waren de twee sociologische visies op individualisering die in het college zijn besproken? o Pessimistisch: Utilitair (nutsmaximalisatie), de sociale orde, en daarmee de samenleving zal verdwijnen; optimistisch: moreel (secralisatie), de samenleving verdwijnt niet, maar verandert Toepassing videofragment - Hoe zie je het thomas-theorema terug in de Pinksterbeweging? o Als je echt geloofd dat het bidden genezend werkt, dan ga je dat ook echt zo ervaren → en hierdoor reguliere zorg vermijden - Op welke manier geven Pinkstergelovigen vorm aan hun identiteit? o Moderne karakter benadrukken en andere christelijke stromingen als ouderwets zien - Op welke manier zie je individualisering terug in deze stroming? o Het gaat echt over de individuele relatie met God, persoonlijke roeping voor genezen, te handelen vanuit Jezus etc. - Bij welke visie op individualisering vind je de Pinksterbeweging het meeste aansluiten? o Optimistisch: individuele vrijheid wordt sociaal gevormd, de collectieve betekenis verandert/ komt nieuwe voor in de plaats, duidelijk gedeeld moreel kader Methodologische reflectie - Wat zijn kwalitatieve methoden? Waarom geschikt voor cultuursociologie? o Je onderzoekt echt de dieper betekenis in een bepaalde groep of fenomeen, de betekenisgeving staat erg centraal, subjectieve ervaringen - Wat is etnografie? o Participerende observaties, het begrijpen van een cultuur van een groep, onderzoeken dagelijkse activiteiten van een gemeenschap/cultuur 27 Literatuur week 4 Harambam, Jaron, Aupers, Stef. (2018). ‘Ik ben geen complotdenker.’ Sociologie, 13(2), 133– 163. https://doi.org/10.5117/SOC2017.2/3.001.HARA ‘Voor veel mensen zijn dit soort verklaringen normaal geworden om te begrijpen wat er daadwerkelijk gebeurt om hen heen.’ ‘Iemand een completdenker noemen is door die pejoratieve connotatie een uiterst effectieve discursieve strategie om haar argument te diskwalificeren en buiten het aanvaarde publieke debat te plaatsen.’ - Onderzoek is het empirisch bestuderen van hoe completdenkers zichzelf zien. Ze richten zich op de verschillende manieren waarop mensen die actief zijn in het Nederlandse complotdenkersmilieu onderscheid maken tussen zelf en ander. Welke in- en out-groups ontstaan er? → Identificatieproces - Ze onderscheiden zich van de sheeple, ze benadrukken hoe zij ‘niet op de maatschappelijke gold meedeinen’, maar ‘buiten de box denken’, ‘kritisch denken’ → eerste conclusie is dat mensen in het complotdenkersmilieu zich overeenkomstig af zetten tegen de mainstream door te beargumenteren dat zij kritische vrijdenkers zijn. Hiermee claimen zij de rationaliteit, en is de mainstream nu irrationeel want goedgelovig. o Ze onderscheiden zich niet alleen van de mainstream, maar ook van de ‘echte’ complotdenkers (de gekkies). Er zitten relationele verschillen tussen complotdenkers. - Activisme in het complotdenkersmilieu kan gezien worden als een vorm van ‘sub politiek’: een meer bottom-up-vorm van politiek bedrijven buitten de gevestigde politieke arena’s. Zij proberen actief het systeem te veranderen door publieke interventies te plegen, en alternatieven politieke partijen en volksbewegingen op te zetten. - Er zijn drie duidelijke groepen binnen complotdenkers: activisten, terugtrekkers en bemiddelaars. Terugtrekkers hanteren een psychologisch-spiritueel wereldbeeld waarbij veranderingen van binnenuit dient te komen opdat de rest mag volgen. Bemiddelaars denken juist dat de weg naar vooruitgang ligt in het verbinden van verschillende wereldbeelden en perspectieven. Het is moeilijk om het complotdenkersmilieu als 1 monolithisch geheel te zien, ondanks het gedeelde wantrouwen in de kennis van autoriteiten. Het complotdenkersmilieu kan daarom veel beter worden gezien als een fluïde netwerk van verschillende groepen mensen, die zich identificeren met verschillende waarden en normen, wereldbeelden, overtuigingen en praktijken. Olshansky, Alex, Peaslee, Robert M., Landrum, Asheley R. (2020). Flat-Smacked! Converting to Flat Eartherism. Journal of Media and Religion, 19(2), 46–59. https://doi.org/10.1080/15348423.2020.1774257 - De ‘Flat Earth’ movement gaat beide over complottheorieën en Bijbelse literatuur als bewijs voor de waarheid van deze claims. De meeste flat earthers zijn er pas sinds de laatste jaren door video’s op YouTube. - Het doel van dit onderzoek is om de perspectieven van de flat earthers te onderzoeken; om hun conversie verhalen en hun first-hand belevingen van het worden van een flat earther zijn te onderzoeken 28 - Veel maken een eigen YouTube kaneel erover of maken kunst, boeken, poëzie etc. waardoor het misschien het meest lijkt op fandomstudies - Bekering: verandering van hetzelf Dit artikel past het beste binnen het symbolisch interactionisme. De auteurs onderzoeken hoe blootstelling aan YouTube-video’s en online gemeenschappen mensen beïnvloedt en uiteindelijk hun overtuigingen over de aarde transformeert. Dit onderwerp past binnen de hoofdvraag van identiteit. Het gaat in dit artikel erover hoe individuen hun identiteit vormen en veranderen door blootstelling aan nieuwe ideeën via sociale media. De nieuwe identiteit die zij ontwikkelen als Flat Earther is sterk verbonden met een alternatieve visie op realiteit, wat hun plaats in de samenleving en hun wereldbeeld herdefinieert. Belangrijkste concepten - Complottheorieën – de overtuiging in een platte aarde gaat vaak samen met andere complottheorieën - Biblical literalism – de overtuiging dat de Bijbel letterlijk moet worden genomen, wordt in dit artikel benoemd als een invloedrijke factor binnen de Flat Earth-beweging - Conversieprocessen: individuen maken een proces van diepgaande persoonlijke verandering door, door hun blootstelling aan alternatieve ideeën via sociale media - Identiteitsvorming – het idee dat mensen hun identiteit herdefiniëren als ze deel worden van een subcultuur, waar ze nieuwe gemeenschappen en betekenissen vinden die hun wereldbeeld veranderen van Zoonen, Liesbet. (2012). I-Pistemology: Changing truth claims in popular and political culture. European Journal of Communication, 27(1), 56–67. https://doi.org/10.1177/0267323112438808 De auteur stelt dat epistemologie bij completdenkers niet draait om ‘the truth is out there’, maar ‘the truth is in there’, in henzelf, in persoonlijke ervaringen en gevoelens, subjectieve oordelen, individuele herinneringen → vandaar de term I-pistemology. → Mensen hechten meer waarde aan persoonlijke ervaringen dan aan wetenschappelijke of institutionele kennis Dit artikel past het best binnen symbolisch interactionisme. Het concept van I-pistemologie gaat over hoe individuen persoonlijke ervaringen en subjectieve kennis gebruiken om hun waarheid te vormen. Het idee dat waarheid sociaal wordt geconstrueerd door interactie, past bij de rol van sociale media en persoonlijke narratieve in dit artikel. Het onderwerp past binnen de hoofdvraag van identiteit. De verschuiving van het vertrouwen in wetenschappelijke kennis naar persoonlijke ervaringen is een manier van identiteitsvorming, omdat het gebruik van persoonlijke ervaringen mensen helpt hun eigen rol en positie in de maatschappij te bepalen, vooral in een tijd van toenemend wantrouwen jegens traditionele instituten. Belangrijkste concepten - I-pistemologie - de nadruk op persoonlijke ervaringen als bronnen van waarheid in plaats van traditionele, wetenschappelijke of institutionele kennis - Post-truth cultuur – een culturele verschuiving waarin emoties en persoonlijke overtuigingen zwaarder wegen dan feiten 29 - Digitale media – rol fan sociale en digitale media in het verspreiden van subjectieve waarheden - Vertrouwen in experts – de afnemende autoriteit van wetenschappelijke experts in het publieke debat door toenemende nadruk op persoonlijke verhalen Ward, Charlotte, Voas, David. (2011). The Emergence of Conspirituality. Journal of Contemporary Religion, 26(1), 103–121. https://doi.org/10.1080/13537903.2011.539846 Het artikel beschrijft het opkomende fenomeen conspiritualiteit, een hybride geloofssysteem dat complottheorieën combineert met New Age spiritualiteit. De auteurs identificeren twee kernideeën die deze beweging kenmerken: 1. De overtuiging dat een groep in het geheim de politiek en sociale orde controleert of probeert te controleren 2. Het geloof dat de mensheid een bewustzijnsverschuiving ondergaat, waarbij een ‘nieuw paradigma’ nodig is om de bedreiging van een totalitaire ‘nieuwe wereldorde’ tegen te gaan The Emerge of Conspirituality, zoals beschreven in dit artikel, past binnen de conflicttheorie. Conspiritualiteit weerspiegelt dit door haar focus op geheime elites die de wereld controleren, en de roep om een spirituele ontwaking als tegenreactie op deze machtsstructuren. De hoofdvragen van identiteit en cohesie staan in dit artikel centraal. Het betreft hoe mensen alternatieven identiteiten ontwikkelen binnen nieuwe geloofssystemen en hoe dergelijke bewegingen subculturen creëren die de maatschappelijke normen en instituten uitdagen, wat kan leiden tot een ondermijning van de sociale samenhang. Belangrijke concepten - Conspiritualiteit – hybride geloofssysteem dat complottheorie combineert met New Age spiritualiteit. Dit nieuwe wereldbeeld brengt de angst voor politieke controle samen met een spiritueel verlangen naar bewustzijnsverandering. - Complottheorieën – het idee dat een geheime elite of groep de wereldorde probeert te beheersen of controleert - New Age spiritualiteit – beweging die zich richt op persoonlijke groei, holistisch welzijn en de overtuiging dat de mensheid een bewustzijnsverschuiving doormaakt. Binnen conspiritualiteit wordt deze spirituele vernieuwing gezien als een manier om zich te verzetten tegen de bedreigingen van een nieuwe wereldorde - Paradigmawisseling – het geloof dat de wereld zich in een overgangsfase bevindt waarbij mensen een nieuw bewustzijn moeten omarmen om zich te bevrijden van verborgen machtsstructuren - Politieke ontevredenheid – de aanhangers van conspiritualiteit zijn vaal gedesillusioneerd door politieke systemen en zoeken naar alternatieve verklaringen en oplossingen, die een spirituele basis hebben Deze artikelen staan met elkaar in verband door hun focus op hoe mensen alternatieven waanbeelden aannemen in een tijd van digitale media, wantrouwen jegens traditionele kennis, en toenemende invloed van persoonlijke ervaringen en complottheorieën. Alle artikelen richten zich op hoe waarheidsclaims veranderen. Van Zoonen introduceert het concept van ‘I-pistemologie’, waarbij persoonlijke ervaringen zwaarder wegen dan institutionele kennis, dit sluit aan bij het proces van conversie in het artikel over Flat Eartherism, waar individuen door herhaaldelijke blootstelling aan YouTube-video’s geleidelijk hun ouder overtuigingen vervangen door nieuwe, gebaseerd op subjectieve waarnemingen en wantrouwen jegens wetenschappelijke autoriteiten. 30 Alle artikelen bespreken de belangrijke rol van sociale media in het verspreiden van alternatieven ideeën. Het kan een centrale rol spelen bij het overhalen van mensen, versterken van ideeën en het verspreiden van alternatieven ideeën. Samengevat verbinden deze artikelen zich via hun analyse van hoe persoonlijke ervaringen, wantrouwen in traditionele kennis en de kracht van sociale media mensen ertoe brengen alternatieve, vaak marginale of complot theoretische, overtuigingen omarmen 31 Hoorcollege 4: kennis in tijden van complotten Herhaling Op zoek naar een betekenisgeving van nieuwe vormen van religie. Proberen iet s te bereiken met magische rituelen, zoals manifesteren en het helen van mensen vanuit geloof. Mensen vertrouwd niet meer op de reden en het geloof, mensen drukken de nadruk op ervaring (de enige echte waarheid, op basis van je diepere gevoelens) → wantrouwen in instituties zoals de kerk, kennis instituties, want instituties socialiseren waardoor je verder wegraakt van de enige echte heilige waarheid, ze zitten de directe ongemedieerde relatie met het goddelijke in de weg De opkomst van nieuwe politieke identiteit Post traditionele politieke identiteit, men kreeg een sterk wantrouwen in politieke instituties, dus net als religie. Wantrouwen bevindt zich niet alleen aan een spectrum, maar zowel links als rechts. Het gaat ook over kennisinsitutities. Dit wantrouwen kunnen we traceren naar de jaren 60-70 tegencultuur. In deze tegencultuur staat het idee van individuele vrijheid centraal, belangrijkste waarde die beschermd moet worden. Maar in tegenstelling tegen verlichtingsdenkers, geloven ze niet dat rationaliteit de evenknie is van de individuele vrijheid. Rationaliteit is hierin een probleem om de manier dat rationaliteit is gesocialiseerd is in instituties als technocratie. Het wordt gebruikt om de gewone mens monddood te maken. Complottheorieën - Er is een overheid/ elite die tegen het volk is, corruptie - Er is een geheim groep die alles weet en stiekem aan de touwtjes trekt - Mensen die complot denken willen hun eigen onderzoek doen “complottheorien zijn false narritives of events converving multiple people (zie pp)” Gaat het echt over narratieve die niet waar zijn? Bijvoorbeeld Watergates, Nixton had camera’s opgehangen om zijn tegenstanders te volgen en te ondermijnen. - Op het moment dat een complottheorie uitkomt hebben mensen het over complotten en niet theorieën. - Het maakt voor een cultuursocioloog niet uit of het echt waar is, omdat het feit dat mensen hier in geloven heeft het gevolgen voor hoe mensen denken, voelen en handelen → Thomas theorema Typen complottheorieën Specifieke gebeurtenissen - 9/11 - Eerste man op de maandag - JFK - Corona - Verkiezingsuitslag van 2020 in Amerika Biologische en geologische complotten - Flat earthers - Corona - Vaccinaties – chip, juist ziek worden X-files achtige complotten - Aliens - Area 51 Schaduwregering 32 - Illuminatie - Agenda 2030 - Hagedismensen - Deep State Complottheorieën hebben consequenties zoals - Haat naar andere groepen, - Bestorming van Capitool, - Verdere afname in vertrouwen in de overheid, - Tweede Wereldoorlog. - Pizza gate In Nederland laten mensen zich niet vaccineren, waardoor ziektes weer terugkomen. Tijdens corona de zendmasten in brand doordat het met 5G te maken had. Kenmerken complottheorie: - Holisme: het geloof dat alles met elkaar verbonden is zoals gebeurtenissen die met elkaar samenhangen of de overheid die invloed heeft op dingen. - Een kwaadaardige elite versus het pure/ heilige volk dat wordt onderdrukt wordt (populisme) - Verschuiving in het bewustzijn: ze ontwaken - Weinig tot geen vertrouwen in rationele instituties, vooral in kennis instituties - Politiek en religie komen samen: ze willen vaak een verandering in de samenleving, dat doen ze ofwel door zich te linken aan politieke bewegingen of het kan door een actiegroep op te zetten Complottheorieën zijn niet te linken aan ÉÉN religie of ÉÉN politieke beweging. Ze zijn te vinden in verschillende groepen die vanuit verschillende overtuigingen samen komen in het complotmilieu, die gemeen hebben dat ze wantrouwen hebben instituties. I-pistemology ‘Hoe kunnen wij tot kennis komen?’ - Institutioneel wantrouwen leidt tot geïndividualiseerde epistemologie - Complotdenkers: je moet zelf als individu opzoek gaan naar kennis, je kan de instituties niet vertrouwen tot het voorzien van kennis. Je moet het vinden bij jezelf → gevoelsleven staat centraal (lijkt op gnosis) o BV. ‘ik ken niemand die ziek wordt van corona, dus het zal wel niet bestaan’ - Paradox: enerzijds wantrouwen in wetenschap als kennisinstituut en op ‘rede’ als kennisbron, anderzijds toch waarde aan mensen die afkomstig zijn uit dit instituut en empirische onderbouwing als legitimatie voor complottheorieën → gevolg van de autoriteit van de wetenschap! o Gebruiken wel wetenschappelijke/ empirisch onderzoek om hun theorie te bewijzen of te bevestigen Huidige populariteit complottheorieën - Individualisering → voedt wantrouwen in traditionele instituties en zet toektocht naar identiteit in gang - Onttovering → zet een nieuwe zoektocht in gang naar betekenis, om toch de wereld weer van betekenis te voorzien en antwoord geven op vragen die de wetenschap niet kunnen beantwoorden - Incidenten → voeden extra wantrouwen veroorzaakt door individualisering en onttovering, bijv. toeslagenaffaire, Diederik Stapel 33 - Modernisering, technologisering en globalisering → produceert complexiteit, ondoorzichtige problemen op globale schaal (teruggrijpen op magie) - Het internet → creëert gemeenschapsvorming over gedeelde ideeën o Biedt platform voor uiteenlopende ideeën o Faciliteert contact en een gedeeld narratief o Zorgt voor sterke in- en out-group identificatie – cyberbalkanisering, in groepen radicaliseren omdat ze zich met elkaar kunnen identificeren, ook wederkerige sociale contact erg belangrijk o Versterkt politieke identiteiten Hoe worden mensen complotdenker? - “Wakker worden”, vergelijkbaar met een proces van religieuze bekering - Complot denken is een soort religie (Durkheim), ze hebben iets heiligs wat ze met elkaar vereren (bepaalde ideeën, normen en waarden) Stap 1: epistemologische onzekerheid en wantrouwen in instituties Stap 2: gebeurtenis die dit versterkt (bv. Moord op Pim Fortuyn) Stap 3: contact met complottheorieën en hun aanhangers op het internet → socialisatieagenten Stap 4: mensen proberen het nieuwe geleerde te rijmen met voorgaande kennis, wat kan leiden tot een ervaren crisis Stap 5: interpretative drift, waarbij nieuwe kennis in de kaders van de nieuw opgedane inzichten wordt begrepen Stap 6: rationalisering, je bent geen complotdenker, maar een kritisch denker. Andere mensen zijn nog niet zo ver. Zowel in- als out-group distinctie Conclusie - Directe link met de jaren 60/70 tegencultuur - Hedendaagse voorbeelden van een combinatie van gnosticisme en activisme - Voor beide stond rationalisme, de individuele vrijheid in de weg o Bevragen institutionele vormen van ‘kennis’ – verlichting o Herwaardering voor kennis afkomstig uit het zelf – innerlijke of spirituele verlichting 34 Werkgroep 4 Video 1 - In de literatuur en college zijn verschillende typen complotten genoemd. Welke type complot herken je deze documentaire? o Schaduwregering - Welke theoretische aspecten van complot denken die zijn genoemd in het college en de literatuur herkennen jullie? o Hollisme: alles met elkaar verbonden: corona, 5G, o Kwaadaardige elite (regering) versus het volk o Ontwaken: toen hij ‘complotdenker’ werd veranderde zijn hele leven - Het artikel van Hamarbam en Aupers benadrukt dat het complotdenkersmilieu niet uit een coherente groep beslaat, maar mensen zich op verschillende manieren identificeren. Hoe identificeert Emil zich? o Hij is geen complotdenker, maar een complotrealist → bemiddellaar Video 2 - Olshanky, Peaslee & Landrum bespreken hoe mensen praten over hun bekering tot de Flat Earth beweging bekeren. Wat is volgens de auteurs een bekering? o Een verregaande verandering van het zelf o Ervaren als breuk tussen oude imperfecte en nieuwe perfectere zelf o Doormiddel van een plotseling of gradueel proces o Die plaatsvindt in een sociale context o En uitmondt in nieuwe ideeën en/of gedrag - Vijf centralen elementen die bekeringsnarratieven structureren o Indicatoren: welke woorden gebruiken mensen om zicht te identificeren als bekeerd? ▪ ‘Stopped worshipping at the altar of cynicism’ – afzetten van de critical race theory goggles o Proces: hoe verliep het door de tijd? ▪ Geleidelijk, eerst zelf op skatepark, video’s maken en dat haar vrienden de dingen die zij als positief ervaarde juist heel negatief ervaarden (zelfde ervaring, maar ander interpretatie) o Argumenten: welke argumenten overtuigde ze van hun nieuwe wereldbeeld? ▪ Witte patriarch mannen, waren wel gewoon aardig. Terwijl haar eigen vrienden bleven zeggen dat ze slecht waren → haar eigen ervaring o Betekenis: welke betekenis geven ze aan hun bekering? ▪ The real enemy is your own resentment → stoppen met vergif drinken - individualistisch o Coming out: hoe reageert oude sociale groep op nieuwe identiteit? ▪ Ze is naïef en onwetend, ze probeerde haar de les te lezen - Critical race theory: machtsrelaties analyseren vanuit zowel conflict als symbolisch interactionisme – ervaringen van minderheden zelf 35 Literatuur week 5 Stef Aupers. (2006). “Beter dan het echte leven.” Sociologie, 2(1), 29–52. - “Wat daarbij opvalt is dat zij ervaren worden als ‘beter dan het echte leven’ hetgeen mij brengt tot mijn centrale probleemstelling: hoe is de aantrekkingskracht van deze virtuele samenlevingen te begrijpen?” - Er wordt een alternatieve samenleving gecreëerd op het internet - “Spiritualiteit speelt ook hier een belangrijke rol in de onderlinge concurrentie en rekruting” - De culturen in de spellen zijn gebaseerd op populaire mythen en legendes en verwijzen zij, meer inhoudelijk, voornamelijk naar polytheïstische en animistische geloofssystemen → totems, magische praktijken en rituelen - Max Weber en onttovering van de wereld – hij wijst erop dat wetenschap en technologie het leven mogelijk efficiënter en comfortabeler maken, maar onvermijdelijk gepaard gaan met de erosie van zin en betekenis - “Het spel simuleert de sociale structuur uit de middeleeuwen: een staatloze samenleving georganiseerd rond kleine, coherente groepen die, als we klassieke sociologen als Tönnies en Durkheim mogen geloven, garant stonden voor morele stabiliteit en sociale cohesie.” Het artikel van Aupers sluit het best aan bij het symbolisch interactionisme. Aupers onderzoekt hoe mensen virtuele werelden en digitale interacties betekenis geven en deze als een soort uitbreiding van hun sociale realiteit beschouwen. Digitale werelden functioneren als symbolische ruimtes waarin mensen nieuwe identiteiten en gemeenschappen kunnen vormen, en waarbij de symboliek van de virtuele wereld een belangrijke rol speelt in hoe individuen hun ervaringen begrijpen. Daarnaast bespreekt het artikel hoe mensen zichzelf opnieuw kunnen identificeren in digitale omgevingen, wat centraal staat in het symbolisch interactionisme. Tot slot is in het symbolisch interactionisme de realiteit sociaal geconstrueerd door voortdurende interacties. Dit komt hier terug omdat de digitale wereld een mogelijkheid biedt om deel te nemen aan een alternatieve realiteit waarin de regels van het echte keven worden geïnterpreteerd. Dit onderwerp past goed binnen de hoofdvraag van identiteit. In het artikel wordt besproken hoe individuen hun identiteit construeren binnen virtuele werelden. Hij beschrijft hoe digitale omgevingen een alternatief bieden voor het ‘echte’ leven, waar mensen zich vrijer kunnen uitdrukken, nieuwe rollen kunnen aannemen en betekenisvolle ervaringen kunnen opdoen die hen helpen een gevoel van identiteit te vormen. Deze virtuele realiteiten bieden mensen de mogelijkheid om een nieuwe, vaak idealere versie van zichzelf te creëren, waardoor de traditionele concepten van identiteit opnieuw moeten worden overwogen. Sociologen besproken in het artikel - Tönnies: Gemeinschaft en Gesellschaft – virtuele werelden kunnen gezien worden als een herontdekte Gemeinschaft. Veel spelers zoeken in deze digitale omgevingen naar een gevoel van nabijheid, solidariteit en persoonlijke relaties, die ze mogelijk missen in de moderne Gesellschaft van het echte leven. De aantrekkingskracht van deze werelden ligt in de mogelijkheid om een nieuwe gemeenschap te vormen. Gebaseerd op gedeelde interesses, wat een gevoel van verbondenheid kan herstellen. - Durkheim: anomie en sociale cohesie – virtuele werelden bieden mensen een ontsnapping aan anomie. Aupers beschrijft hoe deze werelden een nieuwe vorm van cohesie en gedeelde betekenis creëren. Mensen kunnen rituelen en sociale banden 36 vinden die hen een gevoel van richting en collectiviteit geven. Deze werelden vervangen de gedeelde rituelen van traditionele gemeenschappen en voorzien in een nieuwe, digitale vorm van collectief bewustzijn. - Weber: rationalisering en onttovering – virtuele werelden kunnen worden gezien als een reactie op de onttovering die Weber beschreef. Deze werelden herintroduceren betovering, avontuur en mystiek in een onttoverde moderne samenleving. Mensen kunnen in games ‘magie’ gebruiken die in contrast staan met de rationele, voorspelbare realiteit van het dagelijks leven. Het biedt een nieuwe vorm van betovering en escapisme. Willem de Koster en Dick Houtman. (2006). Toevluchtsoord voor een bedreigde soort. Over virtuele gemeenschapsvorming door rechts-extremisten. Sociologie, 2(3), 232–248. - Vindt op het extreem-rechtse webforum Stormfornt virtuele gemeenschapsvorming plaats en, zo ja, hoe kan die