Stedenbouw in de Klassieke Oudheid en Middeleeuwen PDF

Summary

Dit document behandelt de historische ontwikkeling van stedenbouw, met een focus op de periode van de Klassieke Oudheid tot de Middeleeuwen. Het verkent de veranderingen in stedelijke structuren, functies en groei in deze tijdperken. Informatie is beschikbaar over de veranderingen in de stedelijke landschappen, en een korte historisch overzicht wordt gegeven.

Full Transcript

Introductie Klassieke oudheid Middeleeuwen Stedenbouw Theorie en geschiedenis STRUCTUUR VAN DE LES: PERIODISERING 1_ 4-7de eeuw: Breuk met de antieke wereld _ Romeinse keizerrijk ten einde; periode van onzekerheid, schaarste en verval (constante dreiging)  Stedelijk leven verminder...

Introductie Klassieke oudheid Middeleeuwen Stedenbouw Theorie en geschiedenis STRUCTUUR VAN DE LES: PERIODISERING 1_ 4-7de eeuw: Breuk met de antieke wereld _ Romeinse keizerrijk ten einde; periode van onzekerheid, schaarste en verval (constante dreiging)  Stedelijk leven vermindert; in Engeland vrijwel verdwenen _ Opbouw nieuwe beschaving: Christendom: ontstaan bisdommen (midden 4deE), vielen nauw samen met bestuurlijke-territoriale gebiedsindeling van Romeinen (civitas). Omdat bischoppen, volgens het kerkelijk recht uit die tijd in een stad moesten wonen, vestigden ze zich in de hoofdplaatsen. De stad als middelpunt van het geestelijke en religieuze leven voor een wijde omgeving 2_ Vanaf 10de eeuw: Steden krijgen vorm (2) _ Opnieuw politieke stabiliteit, weer opbloeiende handel; bevolkingstoename;  Door de Romeinen gestichte steden opnieuw tot leven gewekt.  Vestingen worden omgezet in commerciële centra (handelssteden).  Een langzaam proces in gang gezet, waarbij dorpsnederzettingen transmuteren in steden de PERIODISERING + ONTWIKKELINGSTYPOLOGIEËN Steden van organische groei _ Steden van Romeinse oorsprong _ Vestingsteden, gebouwd als versterkende militaire basis met later commerciele functie _ Steden die zich ontwikkelen vanuit agrarische nederzettingen Nieuwe steden, op een bepaald moment gesticht, met een volledige stedelijke status, wel of niet op basis van een gepreconcipieerd stadsplan _ Bastide-steden, gesticht in Frankrijk, Engeland en Wales _ Gestichte steden door geheel Europa Rode draden die de ME stad kenmerken STRUCTUUR VAN DE LES: 4_ De stadsmozaïk van de ME 4.A. Sociaal-politieke organisatie in relatie met ruimtelijke organisatie 4.B. Stedelijkheid 1. BREUK MET DE ANTIEKE WERELD DE VAL VAN HET WEST-ROMEINSE RIJK Lot van Romeinse steden varieert: _ leegloop, wegkwijnen _ inkrimping: dorp binnen stadsomwalling bv. Bologna (van 75 naar 25 ha); Trier (gereduceerd naar enkele woonkernen) _ stedelijke verblijven van Europese vorsten bv: Pavia (Ostrogoten); Barcelona (Visigoten); Parijs (Merovingers) DE VOORBODEN VAN HET WESTERSE STEDELIJKE STELSEL Transformaties van de stad en vroege nieuwe stedelijke vestigingen Landschappelijke heroriëntatie ‘In de eerste plaats verloor het begrip stad zijn algemeen geldende betekenis. Er ontwikkelde zich een nieuw concept waarbij steeds werd uitgegaan van de bijzondere geografische en lanschappelijke situatie. Elke reeds bestaande stad werd als onderdeel van haar natuurlijke omgeving beschouwd en daarop richtte zich de inventiviteit van de mens, vanaf het begin. Toen in Parijs de acht hectare van de versterkte cité in de Seine onvoldoende plaats bood voor het opbloeiende stadsleven, begon men de oude Romeinse stad op de linkeroever de rug toe te keren. Op de rechteroever werd aangevangen met de bebouwing van het half-cirkelvormige gebied dat omgeven werd door de moerassige bedding van de prehistorische rivier, waar voorheen de Gallische stammen hun cultus-en vergaderplaatsen hadden gevestigd.’ DE VOORBODEN VOORBODENVAN VAN HETHET WESTERSE WESTERSE STEDELIJKE STEDELIJKE STELSEL Transformaties van de stad en vroege nieuwe stedelijke vestigingen vestigingen: Parijs: Romeins erfgoed + landschappelijke heroriëntatie ‘Clovis, die zijn blik meer op het zuiden richtte, verkoos enige tijd Soissons in Noord-Frankrijk boven Doornik als zetel voor zijn regering; in 508 werd dat Parijs…Die keuze lag voor de hand. Niet alleen hadden zijn veroveringen het zwaartepunt van zijn machtssfeer naar het zuiden verlegd, maar bovendien bood Parijs talrijke voordelen. De kern van de voormalig Romeinse stad lag op een tien hectare groot eiland in de Seine. Dat eiland, goed beveiligd door een ommuring uit het late Keizerrijk, vereenvoudigde de oversteek over de rivier. Aanlegkaden aan de oevers maakten het transport over water gemakkelijker. Parijs lag ook aan nog intact gebleven wegen die de verbinding verzekerden tussen de noordelijke gebieden en de Middellandse Zee. Bovendien troffen de Franken in Parijs nog goed bewaarde delen van Romeinse bebouwing aan. Twee arena’s en de thermen op de linkeroever lagen er al meer dan een eeuw verlaten bij, maar ze stonden nog DE VOORBODEN VAN HET WESTERSE STEDELIJKE STELSEL Transformaties van de stad en vroege nieuwe stedelijke vestigingen: Parijs: Romeins erfgoed + landschappelijke heroriëntatie Parijs DE VOORBODEN VAN HET WESTERSE STEDELIJKE STELSEL Transformaties van de stad en vroege stedelijke vestigingen: Geografie, landschap La Petite-Pierre (Vosges)Vézelay DE VOORBODEN VAN HET WESTERSE STEDELIJKE STELSEL Transformaties van de stad en vroege stedelijke vestigingen: Geografie, landschap Entrevaux Anagni DE VOORBODEN VAN HET WESTERSE STEDELIJKE STELSEL Transformaties van de stad en vroege nieuwe stedelijke vestigingen: christendom ‘Al aan het einde van de 1ste eeuw vonden de volgelingen van het nieuwe geloof de weg naar Noord-Italië, Zuid- Frankrijk en Spanje. Gedurende de 2de eeuw zwermden ze verder noord-en oostwaarts uit. Vooral in de woonkernen en garnizoensplaatsen vonden ze gehoor. Tegen het einde van de 3de eeuw kwamen de eerste clandestiene christelijke gemeenschappen, de ecclesia, bijeen…De officiële herkenning van het christendom in 313 had ingrijpende gevolgen voor de verdere ontwikkeling van de stadsplattegrond… In de Romeinse tijd was het verboden doden te begraven binnen de stadsmuren. Ook na de kerstening bleef het verbod van kracht. De eerste christenen, met diepe verering voor hun voorouders en heiligen, richtten hun bidplaatsen bij voorkeur nabij begraafplaatsen op. Zo ontstonden tussen de 4de en de 7de eeuw lands toegangswegen tot steden kernen …Alleen de Kerk voerde vanaf de 4de eeuw nog belangrijke bouwopdrachten uit… DE VOORBODEN VAN HET WESTERSE STEDELIJKE STELSEL Transformaties van de stad en vroege nieuwe stedelijke vestigingen: Parijs: Romeins erfgoed + landschappelijke heroriëntatie + christendom - Elke stedelijke gremeenschap reageert op eigen wijze op de veranderingen na de val van het Romeinse Rijk - In de noordelijke provincies van echt stadsleven geen sprake meer was: verval en inkrimping. - Niet nodig om elk lapje grond optimaal te benutten. Binnen de stadsmuren terreinen voor landbouw en veeteelt. - Onverharde straten kriskras door bebouwing - Gloucester: midden (9de eeuw): klooster verstigde zich in noordwestelijke hoek en wordt centrum van uitbreiding Gloucester DE VOORBODEN VAN HET WESTERSE STEDELIJKE STELSEL Transformaties van de stad en vroege nieuwe stedelijke vestigingen: omkering van structuur ‘In de tweede plaats vond er binnen de steden een verschuiving plaats in de bouwkundige en symbolische zwaartepunten, en daarmee verschoof ook de balans tussen de verschillende delen van de stad. We hebben reeds gewezen op de perifere ligging van de eerste christelijke kerken, die dikwijls in kruisvorm langs de belangrijkste toegangswegen werden gebouwd (bv Lyon, Reims, Milaan) … Soms leidde de aanwezigheid van een belangrijk heiligdom buiten het stedelijke gebied tot de verplaatsing van het centrum… Tegelijkertijd traden in de interne structuur van de stad ingrijpende veranderingen op. In de grote en kleine steden van Romeinse oorsprong verloren de meeste naar binnen gerichte bouwblokken hun oorspronkelijke functie als particuliere of collectieve woonhuizen, of als openbare gebouwen. Zij werden doorsneden door nieuwe grillig gevormde straten, wat het mogelijk maakte delen ervan afzonderlijk te gebruiken als werkplaatsen of kleinere DE VOORBODEN VAN HET WESTERSE STEDELIJKE STELSEL Transformaties van de stad en vroege nieuwe stedelijke vestigingen: landschappelijke heroriëntatie en christendom Périgueux Leuven Parochies Abdijen Kloosters Begijnhoven OPKOMST NIEUWE BESCHAVING Vestigingen ‘Toen er na de volksverhuizingen weer enige rust was teruggekeerd in West-Europa bloeiden de handelsbetrekkingen tussen de 7de en 9de eeuw op. De ontluikende handel maakte vooral gebruik van de grote rivieren van Midden-en Noord-Gallië. Aan de oevers van de Loire, Seine, Maas, Moezel en Rijn onstond toen een keten van commerciële steunpunten. (ruilhandel op grote afstand) Dorpen aan de oever van een goed bevaarbarae rivier of aan de zee profiteerden van hun goede bereikbaarheid over water…. Ook aan de Kanaal-en Noordzeekust kwamen verschillende nieuwe havens op..’ DE VOORBODEN VAN HET WESTERSE STEDELIJKE STELSEL Transformaties van de stad en vroege nieuwe stedelijke vestigingen ‘In de nieuwe vestigingen, waar men niet gebonden was aan het oude Romeinse patroon, vormden de dringende eisen, gesteld door verdediging en handel, de leidraad voor de aanleg.’ Benevolo, De Europese stad. laamse en Zeeuwse Kustburchten. DE VOORBODEN VAN HET WESTERSE STEDELIJKE STELSEL Transformaties van de stad en vroege nieuwe stedelijke vestigingen - Samengaan van internationale handel en boerenbedrijf (in de havenbuurt was de bebouwing vrij compact en daarachter verspreide boerderijen) - Houten woningen - Grachten en houden palissade laamse en Zeeuwse Kustburchten. OPKOMST NIEUWE BESCHAVING ‘Het verval van de steden in de geromaniseerde streken en het begin van de urbanisatie van de gebieden daarbuiten brachten geleidelijk een eenheid teweeg in het landschap vanaf de Middellandse Zee tot aan de zeeën in het noorden van Europa. Maar tegelijk werden er talloze regionale en lokale verschillen zichtbaar … Zo ging een gebied waar de Romeinse stad min of meer was blijven voortbestaan – Italië, Zuid-Frankrijk, Spanje … - geleidelijk over in een gebied dat zich uitstrekte tot aan de Rijn, de Germaanse limes [grens] en de Donau, waar de verdere uit elkaar liggende Romeinse steden eilanden bleven in hun landelijke [en bosrijke] omgeving, en vervolgens in een onmetelijk gebied, naar de rand van het continent, waar een nieuw systeem van geïsoleerde steunpunten tot ontwikkeling kwam. Zo tekende zich een nieuwe, heterogene eenheid af, die karakteristiek voor Europa zou blijven.’ 2. STEDEN KRIJGEN VORM EEN NIEUW STEDELIJKE STELSEL: STRUCTUUR EN FUNCTIE VAN DE MIDDELEEUWSE STAD Toename bevolking en productiviteit ‘De laatste, gevreesde indringers van de westelijke christelijke wereld … werden na de eerste helft van de tiende eeuw tot staan gebracht of gingen over tot permanente vestigingen. Voortaan bleef de westelijke rand van het Indo-Europese continent gevrijwaard van externe dreigingen… Het Europa dat tegen de achtergrond van deze gebeurtenissen gestalte kreeg, beschikte reeds over nieuwe landbouwtechnieken (het drieslagstelsel; trekdieren; …), nieuwe methoden van energie-opwekking (water-en windmolens) en de navigatiewerktuigen die bij de vaart over de noordelijke zeeën ontwikkeld waren… zowel de bevolking als productiviteit (nam) toe. In de loop van dit proces werden de steden gespecialiseerde centra van secundaire en tertiaire activiteiten… Zij vervulden een complementaire functie ten opzichte van een klein omliggend agrarisch gebied, of EEN NIEUW STEDELIJKE STELSEL: STRUCTUUR EN FUNCTIE VAN DE MIDDELEEUWSE STAD Toename bevolking en productiviteit ‘De versterkte nederzettingen uit de vroege middeleeuwen, doorgaans burchten genoemd, waren niet groot genoeg om al deze mensen op te nemen. Zo ontstonden buiten de poorten nieuwe vestigingen die als snel even belangrijk werden als de oorspronkelijke centra en uit een uitbreiding van de stadsmuren noodzakelijk maakten.’ GROEI: TWEEDE STADSOMWALLING Amersfoort Lier Atwerpen, Luik, Mechelen, GROEI: TWEEDE STADSOMWALLING Kortrijk GROEI: TWEEDE STADSOMWALLING Brugge GROEI: TWEEDE STADSOMWALLING Brussel 3. GESTICHTE STEDEN DE KOLONISATIE VAN HET PLATTELAND EN NIEUWE STEDEN Effecten stedelijke bloei _het platteland werd gedwongen de productie te verhogen (toename bevolking). Daartoe moest nieuwe grond in cultuur worden gebracht en dienden reeds bebouwde akkers efficiënter te worden geëxploiteerd. _In deze periode verschoven de Europese grenzen verder naar het oosten door de kolonisatie (offensie of defensie) van de gebieden voorbij de Elbe, en naar het zuiden door de geleidelijke herovering van de door de Arabieren overheerste gebieden in Spanje.  Beide ontwikkelingen maakten de aanleg van nieuwe steden noodzakelijk.’ Ex novo gestichte steden: ontwerpen van een stadsplan en het systematisch uitvoeren. De eerste steden hadden een onregelmatig plan. Vanaf de verspreiding van de gotische vormentaal (tweede helft 12de DE KOLONISATIE VAN HET PLATTELAND EN NIEUWE STEDEN Effecten stedelijke bloei ‘Gestichte steden konden alleen maar voldoen aan hun taak als militaire voorposten of centra voor handel of ontginningen als ze een grote aantrekkingskracht uitoefenden op nieuwe bewoners. Allerlei privileges hielpen daarbij, zoals de al in vroeg stadium van ontwikkeling verkregen stadsrechten….De feodale machtshebbers zetten de plattelanders, die meestal onder zware fiscale lasten leefden, ertoe aan om in de nieuwe stad intrek te nemen. Daar werd de persoonlijke vrijheid van de werkende bevolking gegarandeerd en het stadsbestuur werd altijd door de inwoners zelf gekozen. De stichtingsoorkonden regelden bovendien de verdeling en de omvang van de bouwkavels op een voor de nieuwkomers gunstige wijze….aantrekkelijke vestingsvoorwaarden leidden tot een snelle komst van nieuwe bewoners, die soms van heinde en ver kwamen…. De stichters zagen er ook op toe dat de nieuwkomers snel de hun toegewezen, kavels bebouwden. In het Nederlandse Elburg bijvoorbeeld bepaalde een verordening uit 1394 dat op DE KOLONISATIE VAN HET PLATTELAND EN NIEUWE STEDEN Engelse new towns (handel en landbouw) Frankische steden in Noord-Italië en Midden-Italië (uitbreiding stedelijk systeem Franken) Pobliaciones in Zuid-Spanje (uitbreiding van de Reconquesta op de Moren) Steden door Duitse Orde (Duitse kolonisatie in Polen en in Bohemen) Bastides in Frankrijk (honderdjarige oorlog) New Salisbury, 1219 Montagnana, 1257 Ostkolonisation: bv. Greifswald, 1250 DE KOLONISATIE VAN HET PLATTELAND EN NIEUWE STEDEN Kerstenen ‘Veel nieuwe kleine stadjes, gesticht om bepaalde gebieden te koloniseren en vaak tevens te kerstenen, kregen een vierkante of rechthoekige plattegrond, die door twee loodrecht op elkaar staande hoofdroutes in vier min of meer gelijke delen werd verdeeld. Men denke bijvoorbeeld aan de Duitse ‘Ostkolonisation’, waarin de Duitse Orde een belangrijke rol heeft gespeeld. Er is hier duidelijk sprake van een christelijke symboliek. Jeruzalem en later het christelijke Rome zouden volgens de overlevering met hun kruisvormig stratenpatroon ook een indeling in vier kwartieren hebben gehad. (ook verwijzing naar Romeinse planning) In de bisschopsstad Utrecht zorgde het zogenaamde kerkenkruis, bestaande uit de kathedraal en vier kapittelkerken, voor een symboliek geladen stadsplattegrond en een functionele opdeling ervan.’ Juliette Roding, ‘Vande oirdeningh der Steden’, in Taverne, Visser (red.) Stedebouw. De geschiedenis van de stad in de Nederlanden van 1500 tot heden (Amsterdam: Sun, 2004). Kerkenkruis: Reims, Elburg DE KOLONISATIE VAN HET PLATTELAND EN NIEUWE STEDEN Bastide _ 50-tal nieuwe steden in Zuid-Frankrijk: economische terugval door ziekten (ontvolking platteland, landbouwareaal daalt) / strijdende partijen in de Honderdjarige oorlog (Engelsen drijven wig tussen Franse koning en zijn vazallen in Zuid-West Frankrijk) / uitvalsbasis voor kruistochten naar Heilige land (religie)  nieuwe steden als economische, militaire verdediging + religieuze component _ Slechts enkelen zijn gegroeid Aigues Mortes, 1246 Monflanquin Monpazier De gotiek: continuïteit in het ontwerp (lokaal en territoriaal) De gotiek: continuïteit in het ontwerp 4. HET MIDDELEEUWSE STADSMOZAÏEK: 4.A. Sociaal-politieke organisatie in relatie met ruimtelijke organisatie EEN NIEUW STEDELIJKE STELSEL: STRUCTUUR EN FUNCTIE VAN DE MIDDELEEUWSE STAD  Politiek-economische organisatie: assemblage van belangen ‘De ambachts- en kooplieden in deze steden, die van meet af aan de meerderheid van de bevolking uitmaakten, streefden ernaar zich te ontworstelen aan het feodale politieke systeem en de noodzakelijke voorwaarden te scheppen voor hun economische activiteiten, zoals bestuurlijke en juridische autonomie, en een aan het inkomen geraleerde belastingssysteem waarvan de opbrengsten bestemd waren voor werken van openbaar nut, vooral fortificaties en bewapening… De instellingen van stedelijk bestuur, die een voorbode vormen van de moderne rechtsstaat, bestonden vrijwel altijd uit een grote raad die de belangrijkste belangen behartigde; een kleine raad die dienst deed als uitvoerend college, en aantal door loting aangewezen rechters… Daartegenover stonden de genootschappen die een deel van de stedelingen vertegenwoordigden: de gilden … en de EEN NIEUW STEDELIJKE STELSEL: STRUCTUUR EN FUNCTIE VAN DE MIDDELEEUWSE STAD Politiek-economische organisatie ‘De autonome bestuursvorm hield op bij de muren van de stad en strekte zich niet uit over het platteland. De stad was voor haar levensmiddelenvoorziening afhankelijk afhankelijk van het platteland en controleerde … maar anders dan de Griekse polis was de middeleeuwse stad een ‘gesloten stad’ die aan de bewoners van het platteland geen gelijke rechten toekende… binnen deze (stedelijke) bevolking kon echter niet iedereen op gelijke wijze zijn stem doen horen, zoals in de volksvergaderingen in de Griekse steden het geval was geweest. De heersende klasse, die was vertegenwoordigd in de raden, breidde zich weliswaar gestadig uit, maar bezoldigde arbeidskrachten werden er nooit in opgenomen … macht geconcentreerd … in handen van een groep families of van één enkele familie.’ EEN NIEUW STEDELIJKE STELSEL: STRUCTUUR EN FUNCTIE VAN DE MIDDELEEUWSE STAD Ruimtelijke organisatie: grote verscheidenheid 4 fundamentele vernieuwingen: 1) De openbare en particuliere gebouwen, die nu (brekend met de antieke traditie) naast elkaar gebouwd werden, sloten zich aaneen tot een compact geheel met een sterk individueel karakter, dat van buitenaf direct herkenbaar was. Op ons maken deze steden een ‘ongeordende’ indruk (geen grootschalig geometrisch plan, maar op elkaar afstemmen van elementen doorheen tijd)… Straten en pleinen vormen een samenhangende openbare ruimte met een sterk individueel karakter, waaraan ieder het zijne bijdraagt en de gemeenschap zichzelf herkent … De pleinen bieden meer ruimte maar verschillen in functie niet wezenlijk van straten… Particulier bouwers dragen bij tot verfraaiing van de collectieve ruimte: de façade. Raymond Unwin, Town planning in practice (1909) Raymond Unwin, Town planning in practice (1909) Raymond Unwin, Town planning in practice (1909) Raymond Unwin, Town planning in practice (1909) EEN NIEUW STEDELIJKE STELSEL: STRUCTUUR EN FUNCTIE VAN DE MIDDELEEUWSE STAD Ruimtelijke organisatie: grote verscheidenheid 4 fundamentele vernieuwingen: 2) Maatschappelijke complexiteit kristalliseert ruimtelijk. De structuur van de publieke ruimte was het resultaat van het evenwicht tussen machtsgroepen: het bisdom, het stedelijk bestuur, de religueze ordes, de gilden en de verschillende sociale klassen. Elke stad van enige omvang had meer dan één centrum: een religieus, civiel en één of meer handelscentra. Elke stad was onderverdeeld in kwartieren, wijken, buurten die ieder een eigen organisatie en symbolen hadden. Parochies Abdijen Kloosters Leuven Begijnhoven ke gebouwen en pleinen: Siena, Venetië, Straalsund blieke en religieuze centra EEN NIEUW STEDELIJKE STELSEL: STRUCTUUR EN FUNCTIE VAN DE MIDDELEEUWSE STAD Ruimtelijke organisatie: grote verscheidenheid 4 fundamentele vernieuwingen: 3) Het gesloten, bevoorrechte karakter van de middeleeuwse steden leidde tot een hoge bebouwingsdichtheid. De bebouwing werd steeds hoger, waardoor het profiel van de stad beheerst werd door vertikale openbare gebouwen. De stadsmuren waren het duurst, dus niet langer dan strikt noodzakelijk. Deze nieuwe verhouding tussen oppervlakte en hoogte vergemakkelijkte de voorstelling van het stedelijke organisme als een samenhangend driedimensionaal object. Een concreet, helder stadsbeeld gesitueerd in een natuurlijke omgeving, maar duidelijk herkenbaar. EEN NIEUW STEDELIJKE STELSEL: STRUCTUUR EN FUNCTIE VAN DE MIDDELEEUWSE STAD Ruimtelijke organisatie: grote verscheidenheid 4 fundamentele vernieuwingen: 4) Het dynamische karakter van de middeleeuwse stadsontwikkeling leidde tot een permanente staat van onvoltooidheid. Kerken en overheidsgebouwen stonden in de steigers; voltooide huizen stonden midden tussen in aanbouw zijnde constructies, en elke nieuwe toevoeging betekende een verrassing. De samenhang moest tot stand komen door een eenheid in stijl, dat wil zeggen door regels voor de toekomst en geen terugblik op vervlogen tijden. Men ging op zoek naar een rationeel bouwschema, dat overal toepasbaar moest zijn maar ook variatie toeliet: de gotiek. Voor het eerst een Europese eenheidsstijl. athedralen: Tournai, Amiens De gotiek: continuïteit in het ontwerp EEN NIEUW STEDELIJKE STELSEL: STRUCTUUR EN FUNCTIE VAN DE MIDDELEEUWSE STAD Ruimtelijke organisatie: grote verscheidenheid Onderscheiden van 3 gebieden: 1) Deel van het Middellandse-Zeegebied waar in de klassieke periode urbanisatie plaatsvond (Noord- en Midden-Italië, Zuid-Frankrijk) en waar bijna alle steden volgens het Romeins stadsplan verder ontwikkelden / nieuwe zeesteden gesticht werden  Van rechthoekige castrum naar ronde of halfronde (wanneer aan rivier) stad  Rijke zeesteden met elk een eigen vorm: uitgestrekte meditterane wereld als achterland Bologna Toulouse Venetië EEN NIEUW STEDELIJKE STELSEL: STRUCTUUR EN FUNCTIE VAN DE MIDDELEEUWSE STAD Ruimtelijke organisatie: grote verscheidenheid Onderscheiden van 3 gebieden: 2) Zuid-Italië en Spanje, waar de herovering van de door Arabieren en Byzantijnen bezette gebieden een directere confrontatie met eerdere stedelijke modellen noodzakelijk maakte EEN NIEUW STEDELIJKE STELSEL: STRUCTUUR EN FUNCTIE VAN DE MIDDELEEUWSE STAD Ruimtelijke organisatie: grote verscheidenheid Onderscheiden van 3 gebieden: 3) Het gebied tussen de Loire en de Rijn, Duitsland, England, en de Scandinavische en Slavische landen, waar de sporen van de Romeinse vestigingen schaarser waren of geheel ontbraken, waardoor steden met een Romeinse aanleg minder voorkwamen en de meeste steden uit deze periode volgens een geheel nieuw plan werden aangelegd. Parijs aamse handelsteden: Brugge aamse handelsteden: Brussel amse handelsteden: Mechelen 4. HET MIDDELEEUWSE STADSMOZAÏEK: 4.B. Stedelijkheid EEN NIEUW STEDELIJKE STELSEL: STEDELIJKHEID De wereld werd teruggebracht tot de vertrouwde omgeving van de stad ‘Mumford (1961) has given us two images of the medieval town: the container and the magnet. Towns attracted and secured their population, drew and held them. A much older symbol for the city is a cross enclosed in a circle. As Lopez points out, the “crossroads within the wall” embodies a paradox: the city closes itself off from the rural environment in order to enlarge the scope and intensity of communication with the wider world. The duality of the urban experience, its harmonies and contradictions, will be a persistent theme in our discussion. Economically, towns depended on and contributed to a feudal system of production while developing apart from it. This ambiguity extended also across the political and cultural realms and was central to the town’s place in medieval society.’  Spanningsveld globaal – lokaal / productie – consumptie / EEN NIEUW STEDELIJKE STELSEL: STEDELIJKHEID De wereld werd teruggebracht tot de vertrouwde omgeving van de stad ‘Het streven naar een volmaakte stadsvorm, waarvoor de grote publieke bouwwerken het uitgangspunt vormden, verdween naar de achtergrond. In plaats daarvan maakte men zich vertrouwd met het onvolmaakte, en stoorde men zich niet aan onregelmatige vormen, onvoltooidheid, contrast; eigenschappen die de Europese steden blijvend zouden karakteriseren.’  De stad als microkosmos zonder kosmos te willen/kunnen representeren. EEN NIEUW STEDELIJKE STELSEL: STEDELIJKHEID De wereld werd teruggebracht tot de vertrouwde omgeving van de stad ‘Het technische en geestelijke bereik van het menselijk ingrijpen in de ruimte werd drastisch beperkt. De mensen leerden hun leefomgeving van heel dichtbij te bekijken; overigens hadden ze de middelen niet om deze wereld in haar totaliteit uit te beelden en te beheersen. De architectuur verloor haar greep op grote ruimten. Losse elementen als zuilen en gebeeldhouwde decoraties, verwijderd uit heidense bouwwerken en geïncorporeerd in christelijke gebouwen, werden afzonderlijk gewaardeerd vanwege hun kunstige makelij, terwijl de idee van de geordende samenhang van het geheel verloren ging.’  De stad als microkosmos zonder kosmos te willen/kunnen representeren. EEN NIEUW STEDELIJKE STELSEL: STEDELIJKHEID De wereld werd teruggebracht tot de vertrouwde omgeving van de stad Een veelvormige stedenbouwkundige eenheid ‘Kerken vereisten voor de erediensten een nauw verband tussen binnen-en buitenruimte. Om deze redenen sloten alle ruimten in de stad zich aaneen tot één doorlopend geheel. Sterk gemodelleerde muren omsloten kleine ruimten en het architectonische detail had niet zozeer als doel een individueel gebouw te karakteriseren als wel het naar de openbare ruimte te presenteren. Stap voor stap werden de naar binnen gerichte muren (klassieke oudheid) naar buiten gekeerd, en zo ontstond een veelvormig stedenbouwkundige eenheid die zijn specifieke karakter ontleende aan de opeenvolging van elementen.’  De publieke ruimte: de straat; de markt. De strikte scheiding tussen publiek en privaat van de klassieke stad vervaagt. EEN NIEUW STEDELIJKE STELSEL: STEDELIJKHEID Griekse stad: Polis / Agora Romeinse stad: Legalisme / Forum Middeleeuwse stad: Assemblage van machten / de straat en de ‘markt’ EEN NIEUW STEDELIJKE STELSEL: STEDELIJKHEID De wereld werd teruggebracht tot de vertrouwde omgeving van de stad ‘Vanaf de 12de eeuw kregen marktpleinen steeds meer betekenis…naarmate steden groeiden en in de behoeften van meer medeburgers moest worden voorzien, kwam er meer marktruimte. Die ruimte bleef trouwens niet beperkt tot het drijven van handel. Ook het sociale leven, allerlei activiteiten en manifestaties en de rechtspraak vonden er plaats. …vaak was uitbreiding niet mogelijk doordat de markten al volledig waren omzoomd met woningen. De oplossing lag dan in het afbreken van de bebouwing…Veel pleinen werde in destijds verfaaid door het planten van boom … verkoos men een alleenstaande boom, boven een groep àf een rij van bomen. Beelden stonden niet niet midden op de ruimte, zoals in latere perioden, maar tegen de gevel van een stadhuis, gildenhuis of kerk. … het verkeer niet storen ’ EEN NIEUW STEDELIJKE STELSEL: STEDELIJKHEID – TERUGBLIK OP ME De morderne stad: De interactie en polariteit lopen uit op scheiding vanwege: Scheiding van werk en vrije tijd Scheiding van werk en wonen, leidend tot radicale privatisering De private sfeer is voor ontspanning Het private huis wordt een fort Sociale segregatie EEN NIEUW STEDELIJKE STELSEL: STEDELIJKHEID – TERUGBLIK OP ME De morderne stad _ Nostalgische theorievorming en praktijk Besloten Organisch Pittoresk Gezellig Gedifferentieerd Veelkleurig Rommelig … EEN NIEUW STEDELIJKE STELSEL: STEDELIJKHEID – TERUGBLIK OP ME De morderne stad _ Nostalgische theorievorming en praktijk _ Focus op morforlogie _ Ontstaan van de discipline stedenbouw Camillo Sitte en Raymond Unwin Leren van de traditionele stad Esthetische invalshoek ontbreekt bij ingenieurs _ Verticale dimensie van de stad _ Studie naar ruimtelijke patronen van steden, pleinen en monumenten _ Niet isoleren van kerken en monumenten _ Stad als geheel, laat het detail over aan particulier initiatief _ Verrassing Raymond Unwin, Town planning in practice (1909) Raymond Unwin, Town planning in practice (1909) Raymond Unwin, Town planning in practice (1909) Raymond Unwin, Town planning in practice (1909) EEN NIEUW STEDELIJKE STELSEL: STEDELIJKHEID – TERUGBLIK OP ME De morderne stad _ Nostalgische theorievorming en praktijk _ focus op morfologie _ Reactie op modernisme  Postmoderne historiserende reflex Lewis Mumford: ‘Stadraum’ –Krier In Middeleeuwse stad beter ‘Postmoderne toeven dan in de zogenaamde stedenbouw’ kunstzinnige renaissancestad; Historicisme Continuiteit in plaats van Postmodern = Groeten uit de Middeleeuwen Brandevoort en Haverley Introductie Klassieke oudheid Middeleeuwen Renaissance Stedenbouw Theorie en geschiedenis DE OPKOMST VAN EEN NIEUWE ARTISTIEKE CULTUUR LATE MIDDELEEUWEN  Gedeelde ontwerptheorie/praktijk? Maar nog voor het ontwerpen van de nieuwe steden in beeld en geschrift een theoretische uitwerking kon vinden, ging ze verloren door de demografische en economische crisis tgv de pestepidemie van 1347-48. (bv. Firenze verloor driekwart van inwoners) Diepe economische crisis van 1330 tot 1450 bracht de ontwikkeling van de Europese steden tijdelijk tot stilstand. (en verhoogd contrast tussen sociale klassen (concentratie van de macht); stad en platteland; politiek en religie; versterking positie handelaar) Een periode van stabiliteit en bezinning: aandacht voor wat reeds tot stand gebracht was en verder perfectioneren (mooier maken) door toevoeging van nieuwe gebouwen én bijdrage artistieke cultuur (literatuur, schilder- en beeldhouwkunst) ‘organiteit’ MIDDELEEUWSE ‘ongeplande steden’ STAD Transformatieprocesse Empirische lijn n: bestuderen + perfectioneren RENAISSANCE-STAD Ideaalontwerp Theoretische lijn en Planning BAROKSTAD Geometrie Stad als kunstwerk Stad als decor DE OPKOMST VAN EEN NIEUWE ARTISTIEKE CULTUUR  Bestuderen / perfectioneren van de stad ‘De schilderkunst…was een van de middelen geworden waarmee de blik op de wereld kon worden gericht, een middel waarmee de oneindige verscheidenheid van natuurlijke en door de mens gecreëerde vormen weergegeven en op eigen wijze geordend kon worden. Het stadsbeeld deed, in descriptieve of normatieve vorm, zijn intrede in de miniaturen die de boeken verluchtigeden, en verscheen op de beschilderde panelen en op de fresco’s die de wanden van de gebouden sierden. Binnen dit stadslandschap kreeg de hele scala van theologische, filosofische, ceremoniële en wereldse activiteiten een plaats, waarbij de visuele samenhang altijd vooropstond.’  De gevoelsmatige, experimentele overwegingen van de ME worden (getransformeerd naar) rationele beschrijvingen en normen. Memling, 1480 Van Eyck, 1432 Memling, 1489 Van der Weyden, ca 1440 Van der Weyden, ca 1440 DE OPKOMST VAN EEN NIEUWE ARTISTIEKE CULTUUR ‘ … (men) beschouwde hun capaciteiten als meer dan de bewerking van één materiaal, als een universeel vormgevend vermogen. Op grond daarvan konden ze een adviserende rol spelen op het gebied van architectuur en stedenbouw.’ De basis voor het werk van de renaissancekunstenaars en de stilistische omwenteling die de volgende twee eeuwen de traditionele vormentaal zou verdringen. Bv. Dürer / Giotto Dürer, 1527 Giotto, 1297-1299 / 1334  Samen met Brunelleschi en Alberti de grondlegger van Renaissance DE RENAISSANCE ‘De ommekeer voltrok zich in zeer korte tijd en binnen een zeer kleine kring, namelijk het culturele milieu van Florence tussen het jaar van de prijsvraag voor de koepel van de dom (1418) en het jaar van de voltooiing (1436)… Voor zover we weten zijn de belangrijkste vernieuwingen toe te schrijven aan één enkele persoon, Filippo Brunelleschi; deze betroffen zowel de architectuur als de andere beeldende kunsten.’ Benevolo, De Europese stad Visuele en symbolische centrum van de stad (macht, perspectief) / geometrie / wetenschap, mechanica DE RENAISSANCE Het perspectief: tegelijk beschrijven en ontwerp / focus op centrum Geometrische vormen, gestandardiseerde elementen uit de oudheid Wetenschap, mechanica DE RENAISSANCE Het perspectief: beschrijven en ontwerpen ‘Het streven om de wereld van de zintuiglijk waarneembare vormen te begrijpen en te beheersen kreeg een definitief, wetenschappelijk antwoord: het lineaire perspectief, dat een volmaakt verband creëerde tussen de gebeeldhouwde of geschilderd afbeelding en de driedimensionale vorm van de afgebeelde objecten. Dit perspectief brengt een hiërarchische ordening aan in de wereld van de verschijningen en deelt deze eerst in naar proporties en dan naar fysieke eigenschappen als oppervlaktestructuur en kleur. Uit deze ordening vloeien de regels voort voor het ontwerp van welk project dan ook, of het nu een gebouw of een hele stad betreft.’ Vanuit één observatiepunt, verbonden aan één persoon, heeft men een overzicht over het universum (Vitruvius, 1536). Het goddelijke Deus architectus mundi, 13 de perspectief: snijlijnen op oneindig, eeuw overzicht, één observatiepunt. Kent toepassingen voor het ontwerp van een gebouw(element) Kent toepassingen voor het ontwerp van een ideale stad Piero della Francesca, Ville idéale, ca.1475 (Urbino) Francesco di Giorgio Martini, 1490-1500 DE RENAISSANCE geometrische, antieke vormen: herkenbaarheid en overzicht ‘… wanneer het om grote bouwobjecten gaat is het belangrijk dat de onderscheiden delen een vertrouwde, herkenbare vorm bezitten, zodat bij een eerste aanblik direct de perspectivische samenhang waarvan zij deel uitmaken … duidelijk wordt. Ook kunnen de vaste elementen, zolang ze herkenbaar blijven, enigszins variëren en samen met bijkomende details nog steeds herleid worden tot hun perspectivische samenhang… onafhankelijk van de omgeving waarin ze geplaatst worden. De verschillende elementen werden ontleend aan de gestandardiseerde voorbeelden uit de klassieke oudheid.’ Benevolo, De Europese stad DE RENAISSANCE geometrische, antieke vormen + perspectief: de utopie ‘De stadsruimte verschijnt in de filosofische utopische literatuur als zinnebeeld van de perfecte stadsgemeenschap, als ruimtelijke uitbeelding van de geslaagde gemeenschap. In de primitief-middeleeuwse schoonheidsopvatting is het basisbeeld van de geslaagde stad de rijke stad, het paradijs is een opstapeling van pracht en een schatkamer. Maar het basisbeeld volgens de eerste moderne schoonheidsopvatting is de perfect geordende stad, werkzaam geworden waarheid, rigide geometrisch, overzichtelijk, geheel geconstrueerd. Vooral deze zienswijze heeft een belangrijke invloed gehad en zeer ‘filosofische’ stedebouw en architectuur voortgebracht. De politiek èn het denken over stedebouw en architectuur van de Italiaanse renaissance zijn diepgaand beïnvloed door dit neo-platoons gedachtengoed; het betrekt de reële stad daadwerkelijk op een ideaal model en wil een stad bouwen die ‘waar’ of ideaal is. Het westerse beeld van de geslaagde stad is niet zomaar een beeld van een rijke of een indrukwekkend monumentale of theatraal geordende stad. Het is ook een stad waar de filosofie mee kan instemmen: het is de intrinsiek ware DE RENAISSANCE Bv: Sforzinda van Filarete ‘De basisfiguur van Sforzinda was een cirkel met daarbinnen een achthoek. In het midden lagen drie afzonderlijke pleinen, aan het belangrijkste daarvan bevonden zich het paleis van de hertog en de kathedraal; de twee secundaire pleinen funguurde als commerciële knooppunten. Vanuit het centrum liepen 16 straten naar de periferie. Een radiaal halverwege verbond … de tangenten met elkaar… De belangrijkste uitgangspunten voor opvattingen over de ideale stad in de 15de en 16de eeuw weerspiegelen de overgang van de middeleeuwse feodale naar de vroeg-kapitalistische maatschappij, waarbij vooral de concrete oplossing van de ruimtelijke problematiek door meetkundige principes centraal staat..’ DE RENAISSANCE Wetenschap, mechanica: proportie, harmonie Copernicaanse voorstelling van het universum Utopia van Thomas Morus, 1516 Kosmische harmonie Leonado da Vinci, Studie van de menselijke proportie – menselijke maat DE RENAISSANCE Uomo universale ‘Terwijl de middeleeuwse levenswijze de onbelangrijkheid van het individu (collectiviteit staat centraal) onderstreepte en zijn uitdrukkingsmogelijkheden beperkte, stimuleerde de Renaissance daarentegen tot meer aandacht voor de individuele persoon, zijn ontplooiing en zijn materiële wereld. Men diende nu te beantwoorden aan het ideaal van de ‘uomo universale’, de volledige mens… De nieuwe rationele zienswijze betekende een rechtstreekse doorbraak van kerkelijke dogma’s en vooroordelen, tot dan toe zuilen van de stedelijke maatschappelijke orde… universiteiten, bij uitstek centra van kennis en rationele benadering (Leuven, Bologna, Padua).’ Francesco di Giorgio Martini: architectuur traktaat Sforzinda door Filarete (1400-1469): de cirkel als symbool kosmische harmonie en menselijke maat. In Filaretes ideale stad waaieren de wegen vanuit een centraal gelegen plein uit naar de vestingswerken, die aan de cirkel een stervormig uiterlijk geven. Onderling zijn de radialen vaak door ringwegen verbonden, waarbij op regelmatige afstand van elkaar kleinere pleinen worden gevormd. Fort Jesus at Mombasa, Kenya, 1610. DE RENAISSANCE Ideale steden: perspectief, geometrie, wetenschap Tegelijk despotische en militaristisch opgebouwd: de relatie met de buitenwereld wordt geregeld en beschermd door versterkingen. (Machiavelli, Il Principe)  Stadstaten: autonome politieke en culturele entiteiten Vitay-le-Francois Daniel Speckle, Idealplan einer Design for a fortress town by Stadt. Giorgio Martini. Pietro Cataneo. Hij verdeelt de stad volgens een raster van identieke vierkanten, die bouwblokken voorstellen of, als ze leeg gelaten zijn, pleinen of de plaats waar een kerk moet komen. De stad wordt in de lengte doorsneden door drie even brede kanalen, doe aan de korte zijde met elkaar verbonden worden en zodoende een rechthoek vormen. Rond het middelste kanaal worden modulen samengevoegd voor publieke functies. Aan de buitenste kanalen: een vorstelijk huis en hogeschool. Geïnspireerd door het Romeinse kamp, maar gebruikt het decimale stelsel als verdeelsleutel. Orthogonaal stadsplan van Dürers Koningsstad. Albrecht Dürer. DE RENAISSANCE Materialisatie Alberti: de brug tussen theorie en praktijk Het perspectief _ de scène Versterkte steden DE RENAISSANCE Materialisatie: Leon Battista Alberti ‘Alberti’s bedoelingen waren niet louter theoretisch: gebruikmakend van het universele middel van de humanistische cultuur, het geschreven woord, poogde hij de reeds gerealiseerde nieuwe bouwwerken te ordenen om zo een ruimere en meer trefzekere praktische toepassing mogelijk te maken. Concrete uitvoerings-problemen kregen grote aandacht. Bij het merendeel van de stedelijke vernieuwingen die tussen 1440 en 1470 in Italië werden doorgevoerd speelde Alberti een belangrijke rol… In de verhandeling over architectuur wijst Alberti op de onzekerheid van de nieuwe cultuur ten aanzien van het probleem van de stad. De architectuur is een complexe activiteit die zowel het ontwerp als de uitvoering betreft.’ _ Schalen (bv. regelmatige vorm gebouwen, de stad varieert met terrein) _ Het centrale concept van de muur. De architectonische ordening die het gebouw zijn perspectivische effect verleent, beschrijft hij als een ‘op verschillende plaatsen open en Urbino Ferrare: stadsuitbreidingen Rome, Capitole, 1546 Pallazo dei Conservatori, 1564 Rome: Pape Sixte V (1585-1590): Restaurator Urbis Piazza del Populo rspectief blijft van belang me, Place Saint-Pierre, 1656- anlorenzo Bernini DE RENAISSANCE Materialisatie: Het perspectief _ de scène Perspectivische enscenering van Vicenzo Scamozzi in the Teatro Olimpico_Vicenza. Scena Tragica door Serilo. DE RENAISSANCE Materialisatie: Versterkte steden

Use Quizgecko on...
Browser
Browser