Chapter 10: Consumption and Investment in Aggregate Demand

TransparentNewYork avatar
TransparentNewYork
·
·
Download

Start Quiz

Study Flashcards

20 Questions

Wat bepaalt de aggregatieve vraag?

Een combinatie van de consumptie van de gezinnen, investeringen van de bedrijven, overheidsbestedingen en netto-uitvoer

Wat is de consumptiefunctie?

Een relatie tussen macro-economische consumptie en het inkomensniveau

Hoe wordt de consumptiefunctie berekend?

C = C0 + cY

Wat vertegenwoordigt C0 in de consumptiefunctie?

De initiële consumptie bij een nationaal inkomen dat gelijk is aan 0

Hoe hangt de consumptie af van het inkomensniveau?

De consumptie neemt lineair toe met het inkomen

Wat gebeurt er wanneer het inkomen toeneemt volgens de consumptiefunctie?

Slechts een deel van het extra inkomen wordt geconsumeerd, het andere deel wordt gespaard

Wat geeft de gemiddelde consumptiequote aan?

Het percentage van het inkomen dat wordt geconsumeerd

Wat is de marginale consumptiequote?

Het percentage van een toename van inkomen dat wordt geconsumeerd

Wat is de spaarfunctie?

Relateert het totale sparen (S) in een economie aan het inkomensniveau van die periode

Wat is de gemiddelde spaarquote?

Het percentage van het inkomen dat wordt gespaard

Wat is de rol van vermogen in consumptie?

Het stimuleert de consumptie

Hoe beïnvloedt een hogere intrestvoet consumptie en sparen?

Meer sparen, minder consumptie

Wat is de beknopte evenwichtsvoorwaarde voor een gesloten economie zonder overheid?

S = Iea

Wat is de betekenis van de investeringsmultiplicator?

Een verhoging van het evenwichtsinkomen met een veelvoud van de oorspronkelijke investeringstoename

Wat gebeurt er als de aggregatieve vraag groter is dan het BBP?

Er treedt ongewenste outputting van de voorraden op

Hoe wordt het grafisch evenwichtsinkomen bepaald?

Door de som van het inkomen, de consumptie en de gewenste investeringen

Wat is het inkomensniveau waarvoor de aggregatieve vraag gelijk is aan het binnenlands product?

$Y_e$

Wat gebeurt er bij een lager inkomensniveau volgens de grafische weergave?

Er ontstaat een vraagoverschot dat het productie- en inkomenspeil zal omhoogtrekken

Wat gebeurt er bij een inkomensniveau van 90?

$Yv$ wordt groter dan $Y_e$

Wat is de formule voor de investeringsmultiplicator?

$IM = \frac{1}{S}$

Study Notes

Aggregatieve Vraag

  • De aggregatieve vraag wordt bepaald door het inkomensniveau en de consumptiefunctie.

Consumptiefunctie

  • De consumptiefunctie is een relatie tussen het inkomensniveau en de consumptie.
  • De consumptiefunctie wordt berekend door de consumptie te relateren aan het inkomensniveau.

Consumptiefunctie en Inkomensniveau

  • C0 in de consumptiefunctie vertegenwoordigt de autonome consumptie, de consumptie onafhankelijk van het inkomensniveau.
  • De consumptie neemt toe als het inkomensniveau stijgt, omdat mensen eerder geneigd zijn om te consumeren als hun inkomensniveau hoger is.
  • Wanneer het inkomensniveau stijgt, neemt de consumptie toe volgens de consumptiefunctie.

Consumptiequote

  • De gemiddelde consumptiequote geeft aan hoeveel procent van het inkomensniveau wordt besteed aan consumptie.
  • De marginale consumptiequote geeft aan hoeveel procent van een extra euro wordt besteed aan consumptie.

Spaarfunctie en Spaarquote

  • De spaarfunctie is een relatie tussen het inkomensniveau en het sparen.
  • De gemiddelde spaarquote geeft aan hoeveel procent van het inkomensniveau wordt gespaard.

Rol van Vermogen

  • Vermogen speelt een rol bij consumptie, omdat mensen met meer vermogen eerder geneigd zijn om te consumeren.

Effect van Intrestvoet

  • Een hogere intrestvoet beïnvloedt consumptie en sparen, omdat mensen eerder geneigd zijn om te sparen en minder te consumeren als de intrestvoet hoger is.

Beknopte Evenwichtsvoorwaarde

  • De beknopte evenwichtsvoorwaarde voor een gesloten economie zonder overheid is dat de aggregatieve vraag gelijk is aan het binnenlands product.

Investeringsmultiplicator

  • De investeringsmultiplicator geeft aan hoeveel keer een verandering in de investeringen wordt vermenigvuldigd in de economie.
  • De formule voor de investeringsmultiplicator is 1 / (1 - marginale consumptiequote).

Grafisch Evenwichtsinkomen

  • Het grafisch evenwichtsinkomen is het inkomensniveau waarvoor de aggregatieve vraag gelijk is aan het binnenlands product.
  • Bij een lager inkomensniveau is de aggregatieve vraag groter dan het binnenlands product, wat betekent dat er een overschot is aan consumptie.
  • Bij een inkomensniveau van 90 is de aggregatieve vraag gelijk aan het binnenlands product, wat betekent dat er evenwicht is in de economie.

This quiz covers the concepts of consumption and investment in the context of aggregate demand in a closed economy without government intervention. It includes an introduction to the determinants of aggregate demand, such as household consumption and business investments.

Make Your Own Quizzes and Flashcards

Convert your notes into interactive study material.

More Quizzes Like This

Use Quizgecko on...
Browser
Browser