Podcast
Questions and Answers
Wat wordt bedoeld met formele hulp?
Wat wordt bedoeld met formele hulp?
- Hulp die vrijblijvend is en niet professionele begeleiding biedt
- Hulp van sociaal werkers of andere experts (correct)
- Hulp van vrienden en familie
- Hulp van vrijwilligers met ervaring
Wat is de focus van supervisie binnen een professionele groep?
Wat is de focus van supervisie binnen een professionele groep?
- Teamwerk en samenwerking
- Reflectie op het functioneren met een deskundige (correct)
- Financiële planning en strategie
- Het verbeteren van tijdmanagement
Wat is een belangrijk onderdeel van de ABCD-methode?
Wat is een belangrijk onderdeel van de ABCD-methode?
- Planning
- Conclusie (correct)
- Communicatie
- Evaluatie
Hoe wordt sociale zekerheid gedefinieerd?
Hoe wordt sociale zekerheid gedefinieerd?
Wat is het doel van positieve feedback?
Wat is het doel van positieve feedback?
Welke van de volgende niveaus gaat over de inhoud van de boodschap?
Welke van de volgende niveaus gaat over de inhoud van de boodschap?
Wat beschrijft de open ruimte in de Johari-matrix?
Wat beschrijft de open ruimte in de Johari-matrix?
Wat is het eerste principe van de 4G feedbackregels?
Wat is het eerste principe van de 4G feedbackregels?
Welke copingsstijl houdt in dat iemand probeert een oplossing te vinden voor een probleem?
Welke copingsstijl houdt in dat iemand probeert een oplossing te vinden voor een probleem?
Wat beschrijft het concept van maatschappelijke participatie het beste?
Wat beschrijft het concept van maatschappelijke participatie het beste?
Wat is de juiste volgorde van de fasen in het begeleidingsproces?
Wat is de juiste volgorde van de fasen in het begeleidingsproces?
Wat houdt de term 'impliciete zingeving' in?
Wat houdt de term 'impliciete zingeving' in?
Wat is een voorbeeld van een emotiegerichte copingstijl?
Wat is een voorbeeld van een emotiegerichte copingstijl?
Wat beschrijft het participatiewiel het beste?
Wat beschrijft het participatiewiel het beste?
Wat is een kenmerk van responsegerichte copingstijl?
Wat is een kenmerk van responsegerichte copingstijl?
Wat houdt positieve gezondheid in?
Wat houdt positieve gezondheid in?
Wat houdt sociale mobiliteit in?
Wat houdt sociale mobiliteit in?
Wat wordt bedoeld met sociale segregatie?
Wat wordt bedoeld met sociale segregatie?
Wat is het doel van jeugdreclassering?
Wat is het doel van jeugdreclassering?
Wat houdt mantelzorg in?
Wat houdt mantelzorg in?
Wat is het primaire doel van maatschappelijk werk?
Wat is het primaire doel van maatschappelijk werk?
Wat is de rol van sociaal raadsliedenwerk (SRW)?
Wat is de rol van sociaal raadsliedenwerk (SRW)?
Wat is het verschil tussen ambulante en intramurale zorg?
Wat is het verschil tussen ambulante en intramurale zorg?
Wat is het primaire doel van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ)?
Wat is het primaire doel van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ)?
Flashcards
Formele hulp
Formele hulp
Professionele hulp van sociaal werkers of experts met specifieke opleidingen en kwalificaties.
Intervisie
Intervisie
Een groep professionals met vergelijkbare functies die elkaar ontmoeten om praktijksituaties te bespreken en van elkaar te leren.
Supervisie
Supervisie
Samen met een deskundige reflecteren op je werk en leervragen.
Sociale zekerheid
Sociale zekerheid
Signup and view all the flashcards
Feedback
Feedback
Signup and view all the flashcards
Positieve feedback
Positieve feedback
Signup and view all the flashcards
Negatieve feedback
Negatieve feedback
Signup and view all the flashcards
4G feedbackregels
4G feedbackregels
Signup and view all the flashcards
Sociale mobiliteit
Sociale mobiliteit
Signup and view all the flashcards
Sociale stijging
Sociale stijging
Signup and view all the flashcards
Sociale daling
Sociale daling
Signup and view all the flashcards
Sociale segregatie
Sociale segregatie
Signup and view all the flashcards
Jeugdreclassering
Jeugdreclassering
Signup and view all the flashcards
Mantelzorg
Mantelzorg
Signup and view all the flashcards
Maatschappelijk werk
Maatschappelijk werk
Signup and view all the flashcards
Sociaal raadsliedenwerk (SRW)
Sociaal raadsliedenwerk (SRW)
Signup and view all the flashcards
Biopsychosociaal model
Biopsychosociaal model
Signup and view all the flashcards
Holistische mensvisie
Holistische mensvisie
Signup and view all the flashcards
Positieve psychologie
Positieve psychologie
Signup and view all the flashcards
Positieve gezondheid
Positieve gezondheid
Signup and view all the flashcards
Copingsstijl
Copingsstijl
Signup and view all the flashcards
Probleemgerichte copingstijl
Probleemgerichte copingstijl
Signup and view all the flashcards
Emotiegerichte copingstijl
Emotiegerichte copingstijl
Signup and view all the flashcards
Responsegerichte copingstijl
Responsegerichte copingstijl
Signup and view all the flashcards
Impliciete zingeving
Impliciete zingeving
Signup and view all the flashcards
Existentiële zingeving
Existentiële zingeving
Signup and view all the flashcards
Maatschappelijke participatie
Maatschappelijke participatie
Signup and view all the flashcards
Individuele participatie
Individuele participatie
Signup and view all the flashcards
Participatiewiel
Participatiewiel
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Sociaal-maatschappelijke problemen
- Â Kenmerken: Maatschappelijk bepaald, ontstaan bij groepen, moeilijk op te lossen, leiden tot bijkomende problemen, treffen doorgaans hele gezinnen, leiden tot psychosociale problemen.
Psychosociale problemen
- Â Interactie tussen sociale en psychische problemen.
Sociaal-economische status (SES)
- Â Bepaalt hoe mensen in de maatschappij functioneren.
Sociaal functionalisme
- Â Cohesie (mate van verbondenheid) tussen mensen.
- Â Structuur van relaties (verenigingen, vriendengroepen, gezinnen)
Conflictsociologie
- Â Ongelijkheid in bezit, macht, kennis en aanzien (sekse, afkomst, leeftijd, culturele achtergrond).
Symbolisch interactionisme
- Â Modernisering, veranderingen in sociale structuren door veranderde kijk van mensen.
Antropologie
- Â Holistische visie op mens en cultuur
- Â Onderzoek van culturele diversiteit en overeenkomsten in verschillende samenlevingen.
Sociale mobiliteit
- Â Verandering in positie op maatschappelijke ladder (individu en groepen).
- Soorten sociale mobiliteit: stijging, daling, tussen generaties, herhaling ongelijkheid.
Sociale segregatie
- Â Weinig contact tussen verschillende bevolkingsgroepen.
- Ruimtelijke of sociale afstand.
Jeugdreclassering
- Â Begeleiding en controle van jongeren (12-18 jaar) door de rechter om herhaling van gedrag te voorkomen.
Mantelzorg
- Â Ongecompenseerde zorg aan familie, vrienden of buren van mensen met een langdurige ziekte of beperking.
Maatschappelijk werk
-  Ondersteuning bij persoonlijke, sociale, financiële of emotionele uitdagingen.
- Doel: verbetering welzijn individuen, bevordering gezonde samenleving.
Sociaal raadsliedenwerk (SRW)
- Â Sociaal-juridische ondersteuning aan individuen en gemeenschappen, begeleiding bij complexe wetgeving.
Geestelijke gezondheidszorg (GGZ)
- Â Gespecialiseerde zorg voor psychische gezondheidsproblemen.
Ambulante zorg (extramurale zorg)
-  Zorg buiten de instelling, cliënt woont zelfstandig.
Intramurale zorg (klinische zorg)
- Â Zorg binnen de instelling, langere opname door zorgbehoefte.
Residentiële zorg
- Â Voor kinderen (12-18 jaar).
- Specifieke woonsituatie, meer zorg nodig.
Semimurale zorg
- Â Tussen extramuraal en intramuraal, meer zorg nodig dan extramuraal, maar niet volledig instellingsverblijf.
Transmurale zorg (ketenzorg)
- Â Combinatie van intramurale en extramurale zorg, samenwerking van verschillende zorgverleners.
Decentralisatie
- Niet gedefinieerd, waarschijnlijk over centralisatie.
Signaleren
- Â Alert zijn op veranderingen, problemen en behoeften in de gemeenschap.
Agenderen
- Â Verzamelen en kenbaar maken van problemen voor het beleid.
Radicalisering
- Niet gedefinieerd, waarschijnlijk een proces van extremisme.
Extremisme
- Niet gedefinieerd.
Competentie
- Kennis, vaardigheden en houding voor het uitvoeren van taken.
Beroepscompetentieprofiel
- Overzicht competenties voor een beroep.
Delegatie
- Taken en verantwoordelijkheden overdragen aan anderen (zelfde functieniveau, niet naar lager niveau).
Beroepscode
- Waarden en normen voor beroepsbeoefenaires.
Copingsstijlen
- Probleemgericht (oplossen) en emotiegericht (vermijden/afreageren) coping mechanismen.
8-fasenmodel
- Leefgebieden die van invloed zijn op welzijn en gezondheid van personen.
Begeleidingsproces
- Stappen in hulpverlening.
Impliciete zingeving
- Dagelijkse zingeving, meest voorkomende.
Existentiële zingeving
- De vraag naar de betekenis van het bestaan.
Maatschappelijke participatie
- Bijdrage aan de samenleving.
Individuele participatie
- Actieve deelname aan de samenleving op basis van eigen mogelijkheden en behoeften.
Participatiewiel
- Leefwereld centraal, behoeftes en doelen van mensen, niet van beleid gericht.
Informele hulp
- Ondersteuning door familie, vrienden, buren.
Formele hulp
- Professioneel ondersteuning door sociaal werkers etc.
Intervisie
- Groepsgesprekken tussen professionals met vergelijkbare functies over knelpunten in het werk.
Supervisie
- Opvolging en ondersteuning van professionals.
ABCD-Methode
- Probleemoplossende methode.
STARTT-Methode
- Reflectie in acht taken.
Sociale zekerheid
- Zekerheid van inkomen voor niet-werkende mensen.
Feedback
- Boodschap over gedrag/handelingen, positief of negatief.
Positieve feedback
- Geven van complimenten of erkenning.
Negatieve feedback
- Het aankaarten van verbeterpunten.
Inhoudsniveau feedback
- Letterlijke inhoud van feedback.
Betrekkingsniveau feedback
- Relatie feedbackgever en ontvanger.
4G voor feedback
- Methode voor het geven van effectieve feedback aan de ontvanger.
De Johari matrix
- Visuele weergave van informatie die bekend is bij jezelf en anderen (open, verborgen, blinde vlek, onbekend).
Cognitieve empathie
- Begrijpen van andermans denken en emoties.
Affectieve empathie
- Gevoelsmatig inleven in andermans emoties.
Assertiviteit
- Voor jezelf opkomen.
Eigen kracht conferentie (EKC)
- Zelfredzaamheid en participatie
Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO)
- Ondersteuning, begeleiding en dagbesteding.
Discrepantie
- Tegenstrijdig gedrag.
Ambivalentie
- Tegenstrijdige gevoelens.
Verandertaal
- Letterlijke uitspraken.
Behoudtaal
- Ontkennende taal, weerstand tegen verandering.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.