Psychologie Hoofdstuk: Attitudes en Reacties

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat gebeurt er met de reactietijd als de target positief is?

  • De reactietijd is langer dan bij negatieve targets.
  • De reactietijd blijft altijd gelijk.
  • De reactietijd is afhankelijk van de testomgeving.
  • De reactietijd gaat korter zijn. (correct)

Wat meet de Implicit Association Test (IAT)?

  • De snelheid van fysieke reacties.
  • De complexiteit van communicatiestijlen.
  • De relatieve attitude-evaluatie tussen twee concepten. (correct)
  • De herinnering aan woorden.

Welke van de volgende technieken meet de fysiologische reacties op emoties?

  • Zelfrapportage
  • Facial Electromyography (EMG) (correct)
  • Observatietechniek
  • Verbaal interview

Wat kan een negatieve verandering in hersenactiviteit onder specifieke omstandigheden aangeven?

<p>Een sterke afkeer van de target. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk kenmerk van het Affect Misattribution Paradigm?

<p>Snelle blootstelling aan het attitude-object. (C)</p> Signup and view all the answers

Waarom is er veel hype rond neuro-onderzoek in marktonderzoek?

<p>Het heeft een wetenschappelijke uitstraling door dure machines. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat beïnvloedt de verandering in attitudes het meest?

<p>Sociale invloed, ervaring en nieuwe informatie. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is het doel van Event-Related Brain Potentials (ERPs)?

<p>Hersenactiviteit onderzoeken in reactie op stimuli. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijke factor die de kans op centrale routeverwerking beïnvloedt?

<p>Motivatie en capaciteit van de ontvanger (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de onderstaande stellingen betreft de perifere routeverwerking?

<p>Het gaat om oppervlakkige verwerking van de boodschap. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat bepaalt de richting en mate van attitudeverandering volgens de centrale routeverwerking?

<p>De valentie van iemands gedachten. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er als er weinig tot geen motivatie is om een boodschap te verwerken?

<p>Er is een grotere kans op perifere verwerking. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat versterkt de houding tegenover een object volgens de centrale routeverwerking?

<p>De hoeveelheid cognities die je al hebt. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende elementen is NIET relevant voor centrale routeverwerking?

<p>Slagingspercentage van de marketingcampagne. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een gevolg van centrale attitudeverandering?

<p>De attitudeverandering is meestal resistent. (B)</p> Signup and view all the answers

Welk kenmerk heeft geen invloed op de motivatie om een boodschap te verwerken?

<p>De kleur van de verpakking. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk verschil tussen attitudevervorming en attitudeverandering volgens het onderzoek?

<p>Er is meer onderzoek naar attitudevervorming dan naar attitudeverandering. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat toont de social judgement theory aan over attitudes?

<p>Attitudes kunnen positiever worden als ze in de zone van acceptatie zitten. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat was de bevinding van LaPierre's onderzoek uit 1934?

<p>Er was een discrepantie tussen attitudes en daadwerkelijk gedrag van hotels. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat stelde Corey in zijn onderzoek over attitudes en liegen?

<p>Er was geen significante correlatie tussen attitudes en het gedrag van studenten. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke onderzoekers vonden een hoge correlatie tussen attitude en politiek stemmen?

<p>Goodmonson &amp; Glaudin. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke verklaring biedt de social judgement theory voor attitudeverandering?

<p>Zodra een attitude positief is, is verandering moeilijk. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat kunnen we stellen over de correlatie tussen attitude en gedrag volgens de gegevens?

<p>De correlatie tussen attitudes en gedrag kan sterk variëren. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste effect van afleiding volgens de ELM?

<p>Afleiding vermindert de kans op verwerking van argumenten. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke factor is volgens de studie van Petty, Wells & Brock niet beïnvloed door afleiding?

<p>Aantal opgeroepen argumenten. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat blokkeren bevooroordeelde gedachten in het proces van uitgebreide verwerking?

<p>De objectiviteit van de ontvangen informatie. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van persoonlijke relevantie bij waarschuwing, volgens Petty & Cacioppo?

<p>Het verhoogt de kans op centrale verwerking. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende stellingen over afleiding is juist?

<p>Afleiding kan zwakke argumenten verbergen. (C)</p> Signup and view all the answers

In de studie van Tormala & Petty, wat was de instructie aan deelnemers?

<p>Probeer je niet te laten overtuigen. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met de overtuigingskracht bij het gebruik van sterke argumenten na een waarschuwing?

<p>De overtuigingskracht wordt geblokkeerd. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn disposities die van invloed zijn op de capaciteitsfactoren bij persuasieve communicatie?

<p>Intelligentie en werkgeheugencapaciteit. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de impact van een hoge Need for Cognition (NFC) op het evalueren van argumenten?

<p>Mensen met een hoge NFC vormen vaker online attitudes en evaluatieve oordelen. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat betekent het als iemand een lage Need for Cognition heeft?

<p>Deze persoon maakt zich minder zorgen over de kwaliteit van argumenten. (B)</p> Signup and view all the answers

Hoe beïnvloedt issue involvement de verwerking van een boodschap over collegegeldverhoging?

<p>Het beïnvloedt de manier waarop sterke en zwakke argumenten worden verwerkt. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn sterke argumenten volgens de concepten van evaluatieve oordelen?

<p>Argumenten die rechtstreeks door de ontvanger worden nagedacht en gecorreleerd zijn aan meer cognities. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke resultaten werden waargenomen bij deelnemers met een hoge NFC in de studie van Haugtvedt & Petty?

<p>Ze gebruikten zowel centrale als perifere verwerking. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat kan een gevolg zijn van het niet onderscheiden van hoge en lage NFC in onderzoek?

<p>Het kan leiden tot onjuiste conclusies over attitudevorming. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijke bevinding van de studie van Cacioppo, Petty & Morris over collegegeldverhoging?

<p>Hoge NFC deelnemers zijn meer gemotiveerd voor centrale verwerking van berichten. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat benadrukken de onderzoekers over hoe argumenten worden geëvalueerd?

<p>De sterkte van argumenten heeft te maken met het aantal geproduceerde cognities. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijke factor voor de overtuigingskracht van een verhaal?

<p>De mate waarin de ontvanger zich laat meeslepen (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende vormen valt niet onder de diverse soorten verhalen?

<p>Marketingstrategieën (A)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er tijdens het transportatieproces?

<p>De huidige wereld en cognities worden geblokkeerd (D)</p> Signup and view all the answers

Wat typeert de centrale route bij de ELM (Elaboration Likelihood Model)?

<p>Het is een divergent proces waarbij de ontvanger actief bezig is met de boodschap (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het effect van transportatie op de ontvanger?

<p>Sterke emoties en motivaties ontstaan (A)</p> Signup and view all the answers

Wat typeert verhalen als attitude-objecten?

<p>Ze kunnen abstracte concepten omvatten. (C)</p> Signup and view all the answers

Waarom is het belangrijk dat een verhaal uniek is?

<p>Om de aandacht te trekken en te behouden. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het doel van narratieve overtuiging in advertenties?

<p>Om een emotionele en overtuigende connectie te maken met de ontvanger. (D)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Impliciete associatietest (IAT)

Een test die de associatie tussen twee concepten meet door de reactietijd te meten. Dit doet men door mensen te laten reageren op woorden die geassocieerd worden met positieve of negatieve concepten.

Affect Misattribution Paradigm

Een methode die de attitude van mensen meet door hun reactietijd te meten op een stimuli. De test werkt door het snel tonen van een 'target' die direct na een neutraal beeld wordt getoond.

Facial Electromyography (EMG)

Het meten van de activiteit van de gezichtsspieren om de attitude te meten. Deze methode gaat uit van de gedachte dat de gezichtsspieren bepaalde emoties weerspiegelen.

Event-Related Brain Potentials (ERPs)

Het meten van de hersenactiviteit door electronen te plaatsen op de schedel en het presenteren van concepten. De hersenactiviteit wordt gemeten en bekeken voor verandering als response op een stimulus.

Signup and view all the flashcards

Attitudeverandering

Het veranderen van de attitude door ervaring, informatie en sociaal invloed.

Signup and view all the flashcards

Centrale Route

De centrale route is een manier van informatieverwerking waarbij mensen aandachtig de inhoud van een boodschap analyseren, relateren aan hun voorkennis en zo tot nieuwe attitudes komen.

Signup and view all the flashcards

Perifere Route

De perifere route is een oppervlakkige manier van informatieverwerking waarbij mensen zich laten beïnvloeden door simpele cues, zoals de aantrekkelijkheid van de boodschapper of de emotionele toon van de boodschap.

Signup and view all the flashcards

Motivatie

De mate waarin iemand gemotiveerd is om een boodschap te verwerken.

Signup and view all the flashcards

Capaciteit

De capaciteit om een boodschap te verwerken, oftewel de mogelijkheid om de informatie te begrijpen en te verwerken.

Signup and view all the flashcards

Elaboration Likelihood

De combinatie van motivatie en capaciteit bepaalt de waarschijnlijkheid dat iemand een boodschap centraal zal verwerken.

Signup and view all the flashcards

Valentie van Gedachten

De valentie van gedachten verwijst naar de mate waarin ze positief of negatief zijn. Hoe meer positieve gedachten er zijn, hoe gunstiger de attitude zal zijn.

Signup and view all the flashcards

Aantal Gedachten

Het aantal gedachten dat iemand heeft over een boodschap. Hoe meer gedachten iemand heeft, hoe sterker de attitude zal zijn.

Signup and view all the flashcards

Vertrouwen in Gedachten

Het vertrouwen dat iemand heeft in zijn eigen gedachten. Hoe meer vertrouwen, hoe sterker de attitude zal zijn.

Signup and view all the flashcards

Verkeerd gebruik van modellen voor attitudeverandering

De veronderstelling dat attitudeverandering hetzelfde is als attitudevorming. Bijvoorbeeld, het gebruik van modellen van persuasieve communicatie om te begrijpen hoe attitudes veranderen, terwijl deze modellen eigenlijk ontworpen zijn om te beschrijven hoe attitudes worden gevormd.

Signup and view all the flashcards

Theorie van sociaal oordeel

Een theorie die stelt dat attitudes een "zone van acceptatie" hebben. Informatie die binnen deze zone valt, zal worden geaccepteerd en de attitude zal worden aangepast. Informatie buiten deze zone wordt afgewezen en heeft geen invloed.

Signup and view all the flashcards

Assimilatie

Het proces waarbij informatie die binnen de zone van acceptatie valt, wordt geïntegreerd met bestaande attitudes, waardoor de attitude verandert.

Signup and view all the flashcards

Attitude-gedrag relatie

De link tussen attitudes en gedrag. Een belangrijke vraag in de sociale psychologie: hebben onze meningen invloed op wat we doen?

Signup and view all the flashcards

LaPiere (1934) - Attitudes en gedrag?

Een onderzoek door LaPiere (1934) dat aantoont dat er een discrepantie kan zijn tussen attitudes en gedrag. LaPiere bezocht samen met een Chinese assistent hotels, ondanks dat veel hotels zeiden dat ze geen Chinezen wilden ontvangen. Toch werden ze in de praktijk bijna overal gastvrij ontvangen.

Signup and view all the flashcards

Corey (1937) - Attitudes en gedrag?

Een onderzoek door Corey (1937) waarin studenten een test moesten maken en de verbetersleutel kregen. De studenten hadden de mogelijkheid om te valsspelen, maar de resultaten lieten geen duidelijk verband zien tussen attitudes en gedrag.

Signup and view all the flashcards

Kelley & Miller: attitude en stemmen

Een studie die suggereert dat er een correlatie is tussen attitudes en gedrag, met name voor het stemmen in politieke verkiezingen.

Signup and view all the flashcards

Goodmonson & Glaudin: attitude en orgaandonatie

Een studie dat aantoont dat er een verband is tussen attitudes en gedrag, met name voor het doneren van organen.

Signup and view all the flashcards

Behoefte om te evalueren

Een persoonlijke, vrij stabiele eigenschap die de behoefte aan evaluatieve oordelen beschrijft.

Signup and view all the flashcards

Behoefte om te evalueren (Jarvis & Petty, 1996)

Een verschilvariabele die de behoefte aan evaluatie uitdrukt. Mensen met een hoge score op deze variabele hebben meer attitudes en meningen en deze zijn ook toegankelijker.

Signup and view all the flashcards

Behoefte aan nadenken (NFC)

Een verschilvariabele die de behoefte uitdrukt om een ​​centrale verwerkingsroute te gebruiken. Mensen met een hoge score op deze variabele zullen meer focussen op sterke argumenten en minder op zwakke argumenten.

Signup and view all the flashcards

Studie: Cacioppo, Petty & Morris, 1983: Rise in tuition fees

Een studie die de impact van betrokkenheid (issue involvement) en argumentsterkte op de manier waarop mensen reageren op persuasieve boodschappen testte.

Signup and view all the flashcards

Perifere route (ELM)

De perifere verwerkingsroute. Deze route is minder complex en beïnvloedbaar door oppervlakkige cues, zoals de aantrekkelijkheid van de bron.

Signup and view all the flashcards

Elaboration Likelihood Model (ELM)

De manier waarop mensen boodschappen verwerken. Er zijn twee routes: de centrale verwerkingsroute en de perifere verwerkingsroute.

Signup and view all the flashcards

Haugtvedt & Petty, 1992

De studie die de effecten van NFC op de perifere verwerkingsroute onderzocht. De resultaten suggereren dat mensen met hoge NFC meer beïnvloed worden door centrale argumenten, maar mensen met lage NFC beïnvloed kunnen worden door perifere cues.

Signup and view all the flashcards

Externe Afleiding

Een situatie waarbij iemand afgeleid is, waardoor hun aandacht en verwerkingscapaciteit verminderen. Dit kan positieve of negatieve effecten hebben op overtuiging.

Signup and view all the flashcards

Afleiding en Overtuiging

Een situationele factor die invloed heeft op capaciteit. Het vermindert de kans op verwerking, waardoor de impact van sterke en zwakke argumenten kleiner wordt. Dit kan leiden tot meer acceptatie van zwakke argumenten.

Signup and view all the flashcards

Vertekende Verwerking

Een term die verwijst naar de manier waarop onze verwerking van informatie kan worden beïnvloed door onze eigen voorkeuren en verwachtingen. Deze vooroordelen kunnen leiden tot eenzijdige beoordelingen en een verminderde objectiviteit.

Signup and view all the flashcards

Waarschuwing (Forewarning)

Het proces waarbij mensen opzettelijk worden gewaarschuwd voor een toekomstige persuasieve boodschap, waardoor ze meer kritisch nadenken en minder vatbaar zijn voor overtuiging.

Signup and view all the flashcards

Persoonlijke Relevantie

De persoonlijke relevantie van een onderwerp. Dit is een belangrijke motiverende factor die bepaalt hoe grondig we een boodschap verwerken.

Signup and view all the flashcards

Persoonlijke Relevantie en Waarschuwing

Een situationele factor die invloed heeft op onze motivatie om informatie te verwerken. Het creëert een grotere behoefte om nadenken over een boodschap.

Signup and view all the flashcards

Interactie-effect van Waarschuwing

Het effect van waarschuwing is niet altijd hetzelfde. Het is afhankelijk van de persoonlijke relevantie van het onderwerp. Als iets belangrijk is, is waarschuwing effectiever.

Signup and view all the flashcards

Transportatie in een verhaal

Het laten meevoeren in een verhaal, waarbij je tijdelijk de realiteit vergeet en je emoties en motivaties beïnvloed worden.

Signup and view all the flashcards

Narratieve Overtuiging

Het proces waarbij een verhaal invloed heeft op je attitude, je emoties en motivaties beïnvloed.

Signup and view all the flashcards

Uniek Verhaal

Een verhaal dat een perfecte mix heeft van familiariteit en nieuwigheid, waardoor het boeiend en aantrekkelijk is.

Signup and view all the flashcards

Attitude-objecten in Verhalen

Verhalen kunnen gebruikt worden om verschillende aspecten te beïnvloeden, zoals onze mening over producten, gebeurtenissen, mensen of abstracte ideeën.

Signup and view all the flashcards

Centrale Route (ELM)

De bewuste verwerking van een boodschap, waarbij je kritisch nadenkt over de argumenten.

Signup and view all the flashcards

Narratieve Overtuiging (ELM)

Het onbewuste proces van beïnvloeding door een verhaal, waarbij je emoties en gevoelens je attitude beïnvloeden.

Signup and view all the flashcards

Transportatie Niveau

De mate waarin je in een verhaal gezogen wordt en de realiteit vergeet.

Signup and view all the flashcards

Transportatie Proces

Het proces van transportatie is een 'gedachten-convergent' proces: je focust op het verhaal en wordt er door meegenomen.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Persuasieve communicatie - samenvatting

  • Het vakgebied bestudeert hoe communicatie gedrag kan beïnvloeden.
  • Verschillende communicatievormen zijn relevant, waaronder reclame, politieke campagnes en gezondheidscommunicatie.
  • Cruciaal is het begrip van de psychologie achter persuasieve communicatie, waarbij zowel bewuste (rationele) als onbewuste (emotioneel) processen een rol spelen.
  • Twee belangrijke modellen hierbij zijn het Elaboration Likelihood Model (ELM) en het Attitude-to- Behavior Process Model (ABPM). ELM onderscheidt een centrale en perifere route; ABPM legt uit hoe attitudes gedrag beïnvloeden.
  • Het vak bestudeert de effecten van verschillende factoren, zoals argumentsterkte, persoonlijkheid, situatie, en media-omstandigheden.
  • Andere modellen, zoals het Theory of Reasoned Action (TRA), Theory of Planned Behavior (TPB) en het Common Sense Model dienen om gezondheidsgedrag te verklaren.
  • Belangrijk aan gezondheidscommunicatie is dat persuasieve communicatie relevant is om goede gezondheidsbeslissingen te motiveren, maar tegelijkertijd wordt duidelijk dat er een complexiteit is aan het proces.
  • Onderzoek naar groepseffecten onderzoekt het effect van meerderheids en minderheidsbeïnvloeding op beslissingen en gedrag.
  • Verschillende persuasieve technieken worden besproken, zoals reciprocity, authority, social proof, commitment, liking, en schaarste.
  • Er wordt ook aandacht besteed aan de impact van verschillende media-omgeving op gedrag.
  • De impact van narratieve overtuiging en de manier waarop transportatie tijdens het verhaal beïnvloedt wordt.
  • De invloed van emoties en heuristieken in het proces van attitudeverandering
  • Er wordt specifiek gekeken naar de vraag of er een verband is tussen attitudes en gedrag. De verbinding is niet altijd voorspelbaar, maar modererende variabelen kunnen verklaren waarom.
  • Er wordt gekeken naar de impact van body language/behavorio op attitudes.
  • Verder wordt de effectiviteit en ethiek van "nudges" besproken, een interventie om gedrag in een bepaalde richting te duwen.

Cursusmateriaal

  • Slides
  • Handboek/artikelen
  • Examen: meerkeuzevragen, gericht op kennis, inzicht en toepassing
  • Auteursnamen

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

More Like This

Psychological Tasks Class Exercise
19 questions
Gender and Independence IAT Measures Quiz
10 questions
Use Quizgecko on...
Browser
Browser