Psychologie Hechting en Leren

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson
Download our mobile app to listen on the go
Get App

Questions and Answers

Wat is een kenmerk van het A6achment Q-sort?

  • Het meet de gehechtheidsstijl van ouders.
  • Het is alleen toepasbaar voor volwassenen.
  • Het omvat 90 kaartjes met gedragsbeschrijvingen. (correct)
  • Het vereist dat ouders hun kinderen observeren.

Welke factor beïnvloedt de betrouwbaarheid van een gehechtheidsclassificatie?

  • De emotionele staat van het kind tijdens observatie.
  • De hoeveelheid tijd die ouders besteden aan observaties.
  • De leeftijd van het kind bij de observatie.
  • De observatie door een objectieve derde. (correct)

Wat is een nadeel van het adult attachment interview (AAI)?

  • Het is erg tijdsintensief om te transcriberen en te interpreteren. (correct)
  • Het is niet tijdsintensief.
  • Het is moeilijk om coherente verhalen te verkrijgen.
  • Het vereist geen transcriberen.

Wat gebeurt er tijdens stress met het hechtingssysteem?

<p>Het hechtingssysteem wordt meer geactiveerd. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat kan een gevolg zijn van het bagatelliseren van fouten door ouders in de AAI?

<p>Een minder coherente narratief in het interview. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat beschrijft het klassieke conditioneren het beste?

<p>Leren door associaties (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van operante conditionering volgens Skinner?

<p>Aanleren van gewenst gedrag (B)</p> Signup and view all the answers

Wat beschrijft de 'coercion cycle' het beste?

<p>Een interactieve activiteit tussen ouder en kind (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van het socialisatieproces?

<p>Kinderen verwerven kennis en gedragingen. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de belangrijkste taak van ouders volgens Bandura's sociale leertheorie?

<p>Ouders moeten goede modellen zijn (A)</p> Signup and view all the answers

Hoe wordt de wederzijdse invloed tussen kind en omgeving genoemd?

<p>Bidirectioneel (D)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt er bedoeld met 'imprinting' bij ganzen?

<p>Een kritisch leerproces in een bepaalde fase (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende concepten is verbonden met de psychodynamische benadering van Freud?

<p>Driesten en gedrag (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van ouders in de zelfregulatie van een kind volgens het gegeven materiaal?

<p>Ouders helpen kinderen om impulsen te beheersen. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn de effecten van de 'coercion cycle' op lange termijn?

<p>Versterking van negatief gedrag (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de hoofdthema van Bowlby en Ainsworth betreffende kind-ouder interactie?

<p>Kinderen hebben een aangeboren behoefte aan bescherming (A)</p> Signup and view all the answers

Wat betekent ego-controle in de context van zelfregulatie?

<p>De mate van inhibitie en controle over gedrag. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat werd benadrukt door Langeveld met betrekking tot het gedrag van baby's?

<p>Zelfstandigheid moet door ouders worden gefaciliteerd. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat betekent 'self-efficacy' in de context van leren?

<p>De overtuiging in eigen kunnen om bepaald gedrag uit te voeren (A)</p> Signup and view all the answers

Welke theorie benadrukt dat sociale interactie bijdraagt aan de ontwikkeling van kinderen?

<p>De transactietheorie. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt bedoeld met 'effortful control' volgens Rothbart?

<p>Het vermogen om te focussen en juist te reageren. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een gevolg van opvoeding volgens de sociale normtheorie?

<p>Adolescenten internaliseren sociale normen. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke opvoedingsstijl levert de beste resultaten op volgens het onderzoek?

<p>Democratisch (A)</p> Signup and view all the answers

Wat kan een negatief gevolg zijn van autoritaire opvoedingsstijlen?

<p>Ongewenste gedragsontwikkeling. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk aspect van permissief opvoeden?

<p>Vrijheid van het kind om zelfstandig te handelen. (B)</p> Signup and view all the answers

Hoe wordt controle in opvoeding gekarakteriseerd?

<p>Overdracht van kennis, waarden en normen. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat stelt de sociale normtheorie over adolescenten en sociale normen?

<p>Adolescenten verwachten externe beloningen voor conformiteit. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat bepaalt de opvoeding van een kind volgens de inhoud?

<p>De opvoedingsstijl en context. (C)</p> Signup and view all the answers

Welk effect heeft een autoritaire opvoedingsstijl op kinderen?

<p>Ze ervaren vaak een laag gevoel van eigenwaarde. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de belangrijkste invloed van de ouderlijke controle op het gedrag van een kind?

<p>Het kan leiden tot angst bij het kind. (B)</p> Signup and view all the answers

Hoe beïnvloedt hoge disciplinering de ontwikkeling van een kind?

<p>Het is alleen effectief bij kinderen met een hoge angstniveaus. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat voorspelt een positieve omgeving volgens het differential susceptibility model?

<p>Kwetsbare individuen zullen beter functioneren. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke reactie toont een kind dat ambivalent gehecht is tijdens de Strange Situation Procedure?

<p>Het kind huilt en is overstuur wanneer de ouder weggaat. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een gevolg van een negatieve omgeving voor kwetsbare individuen volgens het diathesis-stress model?

<p>Ze zullen negatieve uitkomsten ervaren. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende verklaringen is juist over de interactie tussen opvoeding en gedrag van het kind?

<p>Ouderlijke stijl kan zowel positief als negatief invloed hebben. (A)</p> Signup and view all the answers

In welke fase van de Strange Situation Procedure is het kind het meest onzeker?

<p>Wanneer het alleen met de vreemde is. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van vriendelijkheid in de context van opvoeding?

<p>Het bevordert prosociaal gedrag met ondersteuning van opvoeding. (D)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Socialisatie

Het proces waarbij kinderen kennis, vaardigheden, gedrag, overtuigingen, waarden en normen leren die eigen zijn aan een bepaalde cultuur/samenleving, waardoor ze kunnen deelnemen in de samenleving.

Bronfenbrenner's Ecologisch Model

Een model dat de verschillende lagen van invloed op een individu beschrijft, van directe interacties (micro) tot bredere sociale contexten (meso).

Taak ouders bij impulsregulatie

De rol van de ouders bij het helpen van kinderen om hun impulsen te beheersen, om te buigen, of uit te stellen.

Ego-Controle

De mate waarin iemand in staat is om impulsen te onderdrukken of te beheersen.

Signup and view all the flashcards

Ego-Resiliëntie

De mate waarin iemand flexibel is in het toepassen van ego-controle, afhankelijk van de situatie.

Signup and view all the flashcards

Effortful Control

De capaciteit om je aandacht te focussen en te verdelen, afhankelijk van de situatie.

Signup and view all the flashcards

Langeveld's visie op opvoeding

De nadruk op autonomie en zelfstandigheid van kinderen, waar ouders een faciliterende rol spelen.

Signup and view all the flashcards

Spock's visie op opvoeding

De nadruk op de behoefte aan informatie, ondersteuning en genegenheid van ouders, naast andere dimensies die belangrijk zijn voor de ontwikkeling van kinderen.

Signup and view all the flashcards

Klassiek conditioneren

Een leertheorie die ervan uitgaat dat gedrag wordt geleerd door associaties tussen stimuli en responsen.

Signup and view all the flashcards

Operante conditionering

Het proces waarbij een respons versterkt wordt door een beloning (positieve bekrachtiging) of wordt verzwakt door een straf (negatieve bekrachtiging).

Signup and view all the flashcards

Coërcie-cyclus

Een patroon van interactie tussen ouder en kind waarbij negatief gedrag van het kind wordt versterkt door de reactie van de ouder.

Signup and view all the flashcards

Sociaal-cognitieve leertheorie

Leren door te observeren en te imiteren van anderen.

Signup and view all the flashcards

Zelf-efficaciteit

Het vertrouwen dat iemand heeft in zijn eigen vermogen om een taak uit te voeren.

Signup and view all the flashcards

Hechting

De aangeboren neiging van kinderen om bij hun ouders bescherming te zoeken in tijden van stress, gevaar of ziekte.

Signup and view all the flashcards

Kritische periode

Een gevoelige periode in de ontwikkeling waarin een kind in staat is om bepaalde vaardigheden of gedragingen te leren.

Signup and view all the flashcards

Theorie

Een door de mens geconstrueerd beeld van de werkelijkheid, bedoeld om deze te begrijpen en inzichtelijk te maken.

Signup and view all the flashcards

Hypothese

Een voorspelling die uit een theorie is afgeleid en die kan worden getoetst.

Signup and view all the flashcards

Empirisch onderzoek

Een proces waarbij onderzoekers data verzamelen en analyseren om een hypothese te testen.

Signup and view all the flashcards

Geloofwaardigheid van een theorie

De mate waarin een theorie wordt ondersteund door empirisch bewijs.

Signup and view all the flashcards

Autoritaire opvoeding

Een opvoedingsstijl waarbij ouders regels opleggen en gehoorzaamheid belangrijk vinden.

Signup and view all the flashcards

Democratische opvoeding

Een opvoedingsstijl waarbij ouders samenwerken met kinderen en hun autonomie stimuleren.

Signup and view all the flashcards

Laissez-faire opvoeding

Een opvoedingsstijl waarbij ouders weinig regels stellen en weinig betrokken zijn bij de opvoeding.

Signup and view all the flashcards

Opvoedingsdimensie: Ondersteuning/warmte

De mate waarin ouders warmte en ondersteuning bieden aan hun kind.

Signup and view all the flashcards

A6achment Q-sort

Een methode om de kwaliteit van de gehechtheid tussen een kind en zijn/haar verzorger te meten, door te observeren hoe het kind reageert in verschillende situaties.

Signup and view all the flashcards

Adult A6achment Interview (AAI)

Een interview waarin mensen terugkijken op hun jeugd en hun gehechtheidsrelaties met hun ouders beschrijven.

Signup and view all the flashcards

Nadelen van de A6achment Q-sort

Een nadeel van de A6achment Q-sort, omdat gehechtheidgedrag vooral zichtbaar wordt tijdens stressvolle momenten.

Signup and view all the flashcards

Nadelen van het Adult A6achment Interview

Een nadeel van het Adult A6achment Interview, omdat het veel tijd kost om alle informatie te analyseren.

Signup and view all the flashcards

Negatieve reactie op de AAI

Een negatieve reactie op de AAI waarin mensen hun eigen verantwoordelijkheid minimaliseren en de fouten van hun ouders benadrukken.

Signup and view all the flashcards

Evoca2eve processen

De invloed van het kind op de opvoedingsstijl, waarbij kindkenmerken de omgeving beïnvloeden.

Signup and view all the flashcards

Modula2e opvoeding x gedrag kind

De interac2e tussen opvoedingsstijl en het gedrag van het kind beïnvloedt de ontwikkeling van het kind.

Signup and view all the flashcards

Diathesis-stress model

Een model dat stelt dat individuen met een sterke veerkracht zelfs in moeilijke omgevingen posi2ef blijven, terwijl kwetsbare individuen in diezelfde omgevingen nega2ef beïnvloed worden.

Signup and view all the flashcards

Differen2al suscep2bility model

Een model dat stelt dat individuen posi2eve uitkomsten kunnen behalen in posi2eve omgevingen en nega2eve uitkomsten in nega2eve omgevingen, maar dat dit voor kwetsbare individuen sterker geldt.

Signup and view all the flashcards

Strange situa2on procedure

De manier waarop de hechting tussen ouder en kind wordt gemeten, via een reeks interac2es in een onbekende omgeving.

Signup and view all the flashcards

Ambivalente gehecht

Een hechtingsstijl gekenmerkt door angst en onzekerheid bij afwezigheid van de ouder, met zowel toenadering als afwijzing bij hereniging.

Signup and view all the flashcards

Angstig-ambivalente hechting

Een hechtingsstijl waarbij het kind weinig exploratie vertoont en dicht bij de ouder blijft, bang is van vreemden en moeilijk te troosten is.

Signup and view all the flashcards

Vermijdende hechting

Een hechtingsstijl waarbij het kind weinig interesse toont in de ouder en geen troost zoekt bij hereniging.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Pedagogische systemen in kindertijd en adolescentie

  • Centrale thema: micro- en mesosysteem en invloed op kinderontwikkeling.
  • Bronfenbrenner's theoretisch model wordt gebruikt.
  • Socialisatie is een proces waarbij kinderen cultuurkennis, vaardigheden en overtuigingen aanleren.
  • Cultuur en samenleving bepalen socialisatie.
  • Socialisatie is unidirectioneel (één kant) en bidirectioneel (twee kanten).
  • Transactioneel proces: verschillende bidirectionele relaties bepalen het proces.
  • Socialisatie omvat het reguleren van impulsen (Freud).
  • Impulsen worden gereguleerd door driften en externe controle.
  • Id (primitieve driften), Ego (regulerende impulsen) en Superego (geweten) vormen de structuur van de persoonlijkheid.
  • Ouders moeten kinderen helpen bij impulsen beheersen, buigen of uitstellen.
  • Zelfregulatie is de mate van controle over impulsen (Block & Block, 1970).
  • Ego-controle: mate van inhibitie van gedrag.
  • Ego-resillience: mate van controle uitoefening.

Socialisatie door de tijd heen

  • Langeveld (1905-1989): baby's moeten autonoom opgroeien.
  • Spock (1903-1998): ouders moeten informatie en ondersteuning bieden.
  • Begin 20ste eeuw: behavioristische perspectief.
    • Klassiek conditioneren: leren via associaties.
    • Operant conditioneren: leren via beloningen en straffen.
  • Halverwege 20ste eeuw: nieuw perspectief.
    • Operante conditioneren (Skinner, 1904-1990)
    • Nadruk op goede gedragsbekrachtiging.
  • Proces (coercion cycle, Patterson, 1926-2016):
    • Ouderlijke interactie, tegenaanval kind, reactie ouder, kind stopt reactie.
    • Effect op korte en lange termijn.

Gehechtheid

  • Strange situation procedure (SSP) door Ainsworth: meten van gehechtheid (baby's).
  • Attachment Q-sort: meten van gehechtheid in natuurlijke omgeving.
  • Adult Attachment Interview (AAI): diepter inzicht in gehechtheidsrelatie.
  • Gehechtheid is belangrijk voor ontwikkeling (vb. exploratie), stresscoping en zelfregulatie.
  • Relatie tussen ouders en kinderen beïnvloedt gehechtheid.

Gendersocialisatie

  • Sekse (biologisch) en gender (sociaal) zijn verschillend.
  • Socialisatie via ouders, leeftijdsgenoten en media beinvloedt genderidentiteit.
  • Leert leren door observatie (Bandura).
  • Ouders en peers bepalen passende patronen.
  • Sociale leertheorie (modeling): kinderen leren vanuit sociale omgeving, genderrollen en hoe ze zich moeten gedragen.
  • Cognitieve leertheorie: kinderen internaliseren stereotypes en regels.

Emoties en prosociale ontwikkeling

  • Primaire emoties (vroeg) vs. secundaire emoties (complexer).
  • Emotieherkenning: kinderen leren emoties van zichzelf en anderen herkennen.
  • Emotieregulatie: leren emoties managen.
  • Prosociaal gedrag: gedrag gericht op welzijn van een ander stimuleren.

Ouder-kind relaties tijdens adolescentie

  • Adolescentie: storm en stress ( conflict, fluctuatie en nieuw gedrag).
  • Veranderingen in sociale dynamiek.
  • Ouders moeten zich aanpassen aan veranderingen in hun kind.
  • Verschillende theoretische perspectieven (vb. cognitieve ontwikkeling, hechting).
  • Ouderlijke controle en opvoedstijl kunnen impact hebben.
  • Variatie in sociale dynamiek ouders en adolescenten is de norm.

Prosociaal gedrag

  • Perspectief nemen; begrijpen van andermans behoeften.
  • Empathie/ medeleven; ervaren van dezelfde emotie als ander.
  • Prosociaal gedrag: gedrag ten gunste van ander.
  • Peer invloed: peers kunnen prosociaal gedrag beïnvloeden.
  • Ouders kunnen prosociaal gedrag stimuleren.

Kinderen en media

  • Impact van media op kinderen (cognitie, emoties en gedrag).
  • Kwetsbare vs. weerbare kinderen.
  • Ontwikkelingsperspectief (verschillende fases).
  • Informatieverwerking in verschillende fases: cognitieve en ontwikkelingsverschillen.

Problematisch social media gebruik

  • Social Media gebruik kan een negatief effect op welzijn hebben (hoog gebruik).
  • Problematisch social media gebruik heeft 5 kenmerken (controle verlies, pre occupatie, conflicts, escapeisme, tolerantie, problemen ten gevolge van...).
  • Negatief effect op school en omgeving.

Relatie met leeftijdsgenoten

  • Peers beïnvloeden sociaal gedrag en identiteit.
  • Relaties met peers vormen dynamisch systeem voor ontwikkeling.
  • Gedrag van peers heeft effect op prosociaal gedrag.
  • Sociale status (populair, afgewezen).

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

PSKA Hoorcolleges PDF

More Like This

Attachment Theory Summary
17 questions

Attachment Theory Summary

SatisfiedBlackberryBush2743 avatar
SatisfiedBlackberryBush2743
Social Approach: Attachment and Deprivation
16 questions
Attachment Theory and Self-Esteem Quiz
48 questions
Use Quizgecko on...
Browser
Browser