Podcast
Questions and Answers
Wat houdt het zelfreferentie-effect in?
Wat houdt het zelfreferentie-effect in?
Welke van de volgende niveaus hoort bij zelfregulatie?
Welke van de volgende niveaus hoort bij zelfregulatie?
Wat is een mogelijke oplossing voor het verminderen van zelfdiscrepanties volgens de zelfbewustzijntheorie?
Wat is een mogelijke oplossing voor het verminderen van zelfdiscrepanties volgens de zelfbewustzijntheorie?
Wat is de basisvraag van het zelfconcept?
Wat is de basisvraag van het zelfconcept?
Signup and view all the answers
Wat zijn mogelijke gevolgen van hoog zelfbewustzijn volgens Baumeister?
Wat zijn mogelijke gevolgen van hoog zelfbewustzijn volgens Baumeister?
Signup and view all the answers
Wat beschrijft de gelaatsfeedback hypothese?
Wat beschrijft de gelaatsfeedback hypothese?
Signup and view all the answers
Welke van de volgende uitspraken over het onderzoek van Strack is waar?
Welke van de volgende uitspraken over het onderzoek van Strack is waar?
Signup and view all the answers
Wat is een mogelijk effect van botox-injecties op emotionele ervaringen?
Wat is een mogelijk effect van botox-injecties op emotionele ervaringen?
Signup and view all the answers
Wat waren de bevindingen van Kleinke et al. over gelaatsuitdrukkingen?
Wat waren de bevindingen van Kleinke et al. over gelaatsuitdrukkingen?
Signup and view all the answers
Wat is een gevolg van glimlachen volgens Zajonc?
Wat is een gevolg van glimlachen volgens Zajonc?
Signup and view all the answers
Wat is de rol van zelfwaardering volgens de Terror Management Theory?
Wat is de rol van zelfwaardering volgens de Terror Management Theory?
Signup and view all the answers
Welke van de volgende methoden wordt niet genoemd als een manier om zelfwaardering te verhogen?
Welke van de volgende methoden wordt niet genoemd als een manier om zelfwaardering te verhogen?
Signup and view all the answers
Wat is een kenmerk van impliciete metingen van zelfwaardering?
Wat is een kenmerk van impliciete metingen van zelfwaardering?
Signup and view all the answers
Wat kan het effect van een laag zelfvertrouwen zijn?
Wat kan het effect van een laag zelfvertrouwen zijn?
Signup and view all the answers
Hoe reageert iemand doorgaans op sociale verwerping volgens Leary & Baumeister?
Hoe reageert iemand doorgaans op sociale verwerping volgens Leary & Baumeister?
Signup and view all the answers
Wat wordt niet beschouwd als een teken van zelfdienende cognities?
Wat wordt niet beschouwd als een teken van zelfdienende cognities?
Signup and view all the answers
Wat is kenmerkend voor het naamlettereffect?
Wat is kenmerkend voor het naamlettereffect?
Signup and view all the answers
Welke emotie kan zelfwaardering bufferend beïnvloeden?
Welke emotie kan zelfwaardering bufferend beïnvloeden?
Signup and view all the answers
Wat wordt onder CORFING verstaan?
Wat wordt onder CORFING verstaan?
Signup and view all the answers
Wat is het effect van neerwaartse sociale vergelijkingen volgens Festinger?
Wat is het effect van neerwaartse sociale vergelijkingen volgens Festinger?
Signup and view all the answers
Wat kan een negatief effect zijn van het succes van een vriend?
Wat kan een negatief effect zijn van het succes van een vriend?
Signup and view all the answers
Welke term beschrijft het positieve effect van het vergelijken met minder succesvolle mensen?
Welke term beschrijft het positieve effect van het vergelijken met minder succesvolle mensen?
Signup and view all the answers
Wat is een belangrijke reden dat mensen zich wenden tot zelfhulpgroepen?
Wat is een belangrijke reden dat mensen zich wenden tot zelfhulpgroepen?
Signup and view all the answers
In welke situatie is BIRGING eerder waarschijnlijk?
In welke situatie is BIRGING eerder waarschijnlijk?
Signup and view all the answers
Wat zijn positieve illusies in de context van zelfwaardering?
Wat zijn positieve illusies in de context van zelfwaardering?
Signup and view all the answers
Wat is een gevolg van het uitspelen van CORFING?
Wat is een gevolg van het uitspelen van CORFING?
Signup and view all the answers
Wat is een gevolg van intensief gebruik van sociale netwerksites voor jongeren?
Wat is een gevolg van intensief gebruik van sociale netwerksites voor jongeren?
Signup and view all the answers
Welke verklaring geeft de studie voor de negatieve zelfperceptie van jongeren?
Welke verklaring geeft de studie voor de negatieve zelfperceptie van jongeren?
Signup and view all the answers
Wat beschrijft het 'poor-get-poorer' idee in de context van sociale media?
Wat beschrijft het 'poor-get-poorer' idee in de context van sociale media?
Signup and view all the answers
Welke factor heeft een verzwakkend effect op de relatie tussen SNS-gebruik en zelfperceptie?
Welke factor heeft een verzwakkend effect op de relatie tussen SNS-gebruik en zelfperceptie?
Signup and view all the answers
Wat is een kenmerk van het culturele verschil between 'low' en 'high' welvaart volgens de studie?
Wat is een kenmerk van het culturele verschil between 'low' en 'high' welvaart volgens de studie?
Signup and view all the answers
Wat is een mogelijke negatieve uitkomst van een hoge zelfwaardering?
Wat is een mogelijke negatieve uitkomst van een hoge zelfwaardering?
Signup and view all the answers
Welke strategieën behoren tot strategische zelfpresentatie?
Welke strategieën behoren tot strategische zelfpresentatie?
Signup and view all the answers
Welke van de volgende dingen kan het schijnwerper effect illustreren?
Welke van de volgende dingen kan het schijnwerper effect illustreren?
Signup and view all the answers
Wat is de essentie van zelfverificatie?
Wat is de essentie van zelfverificatie?
Signup and view all the answers
Welke van de volgende elementen draagt NIET bij aan strategische zelfpresentatie?
Welke van de volgende elementen draagt NIET bij aan strategische zelfpresentatie?
Signup and view all the answers
Wat kan een gevolg zijn van positieve illusies op lange termijn?
Wat kan een gevolg zijn van positieve illusies op lange termijn?
Signup and view all the answers
Wat is de rol van zelfpresentatie in sociale media?
Wat is de rol van zelfpresentatie in sociale media?
Signup and view all the answers
Waarom zijn positieve illusies adaptief als het gaat om productiviteit?
Waarom zijn positieve illusies adaptief als het gaat om productiviteit?
Signup and view all the answers
Wat is EEN gevolg van strategische zelfpresentatie?
Wat is EEN gevolg van strategische zelfpresentatie?
Signup and view all the answers
Welke van de volgende beweringen over zelfwaardering is juist?
Welke van de volgende beweringen over zelfwaardering is juist?
Signup and view all the answers
Study Notes
Inleiding in de Algemene en Sociale Psychologie, Les 3: Vervolg Sociale Zelf
- De les behandelt het onderwerp van de sociale zelf, met nadruk op het sociale zelfconcept, zelfregulatie, zelfconcept en introspectie.
- Een onderzoek naar het gebruik van ChatGPT door studenten en mogelijke gevolgen voor hun argumentatieve vaardigheden wordt beschreven. Dit onderzoek is geen experimenteel onderzoek, omdat er geen controle is op de interventiegroep die ChatGPT gebruikt en de controlegroep die het niet gebruikt.
- Observationeel onderzoek wordt gebruikt, en er vindt geen volkomen toevallige toewijzing plaats aan de condities.
- Een ander onderzoek, over de ouders van Oksana die haar zakgeld willen verminderen om haar overmatig alcoholgebruik te beteugelen, wordt besproken. Deze methode past onder operante conditionering en negatieve bekrachtiging.
- Een model wordt gepresenteerd dat de verschillende aspecten van het sociale zelf weergeeft: zelfwaardering (affectief), zelfconcept (cognitief), en zelfpresentatie (gedrag).
- Een overzicht van verschillende concepten gerelateerd aan het sociale zelf wordt gepresenteerd, waaronder zelfherkenning, relationele invulling van het zelf, zelfschema's, zelfregulatie (o.a. zelfdiscrepantietheorie, zelfbewustzijntheorie, ego-depletion), zelfconcept, introspectie, zelfperceptie, invloed van anderen en autobiografisch geheugen.
Zelfschema's als delen van zelfconcept
- Zelfschema's worden beschreven als mentale structuren die zelfrelevante kennis structureren.
- A-schematische informatie wordt niet opgemerkt, genegeerd of zelfs verworpen door het zelfconcept.
- De implicatie voor iemand die zichzelf sociaal ondermaats ziet, is dat verandering in zelfbeeld moeilijk kan zijn, zelfs met succes.
Zelfreferentie-effect
- Informatie die direct gerelateerd is aan het zelfconcept wordt grondiger en dieper verwerkt, waardoor het beter kan onthouden worden.
Zelfregulatie
- Zelfsturende rol die aandacht vereist voor het zelf.
- Intentionele pogingen om gedachten, gevoelens en gedrag te corrigeren aan de hand van interne standaarden.
- Niveaus van zelfregulatie worden beschreven - ideaal zelf, principieel zelf en programma zelf.
Zelfdiscrepantietheorie
- Een theorie die verbanden legt tussen discrepanties tussen zelfconcept en zelfgidsen (persoonlijke maatstaven).
- Actuele zelf tegenover verlangde/moeten zelf zijn.
- Mogelijke emoties als gevolg van discrepanties.
Zelfbewustzijntheorie
- Zelfbewustzijn is aversief omdat het confronteert met beperkingen en discrepanties.
- Oplossingen voor het omgaan met negatieve zelfbewustzijn, zoals gedrag aanpassen, zelfbewustzijn ontwijken.
- Baumeister’s onderzoek naar drug- en alcoholmisbruik als een methode om negatief zelfbewustzijn te vermijden wordt belicht.
Gedrag veranderen
- Het veranderen van gedrag is afhankelijk van de mate van discrepantie en de aandacht die aan discrepanties gehecht wordt.
- Beschikbaarheid van copingmechanismen.
- Het onderscheid tussen de oorzaken en gevolgen van zelfbewustzijn staat centraal.
Zelfregulatie vergt mentale energie
- Zelfcontrole is beperkt.
- Alle inspanningen op zelfcontrole putten uit eenzelfde reservoir van aandacht, zoals andere cognitieve processen.
- Doorzettingsvermogen leidt tot vermoeidheid.
- Ego-uitputting (ego depletion).
Muraven en Baumeister (1998)
- Onderzoek naar het effect van emoties overdrijven/onderdrukken/geen aanpassing en handgreep indrukken op handgreep indrukken (tijd in seconden) voor en na het bekijken van een film over stervende dieren.
Invloed van anderen
- Sociale vergelijkingstheorie stelt dat mensen hun eigen capaciteiten en meningen evalueren door vergelijking met anderen.
- Onzekerheid en afwezigheid van objectieve criteria leiden tot sociale vergelijking
- Mensen vergelijken zich vaak met mensen die op hen lijken.
Zelfperceptie van emoties
- Emoties worden ervaren door factoren zoals fysiologische opwinding en cognitieve interpretatie van de opwinding.
- Twee factoren emotie theorie.
- Voorbeelden van gebeurtenissen.
Zelfperceptie van motivatie
- Overrechtvaardigings effect
- De tendens tot vermindering van intrinsieke motivatie door beloningen of andere extrinsieke factoren.
- Onderzoek Lepper, Greene & Nisbett (1973) toont dat beloningen intrinsieke motivatie kunnen verminderen.
- Kleuters die kleuren zonder beloond te worden kleurden significant langer dan kleuters die beloond werden.
Resultaten studie Lepper
- Het percentage tijd dat men tekent met viltstiften.
- De vergelijking van verwachtte beloning, onverwachte beloning en geen beloning op het verwachte resultaat heeft een significant resultaat.
Positieve illusies
- positieve illusies worden beschreven als adaptief, omdat ze productiviteit en mentale gezondheid kunnen bevorderen.
- Te hoge zelfwaardering kan leiden tot negatieve oordelen door anderen.
Zelfpercepties van zelfwaardering
- Aandacht voor zelfherstellende cognities, zelfevaluatie
- Verschil impliciet en expliciet meting van zelfwaardering.
- Zelfrapportage (bv. Rosenberg schaal)
- Naamletter-effect.
- Zelfs in de omgeving zoeken naar bevestiging van jouw beeld.
Methoden om zelfwaardering te verhogen
- Zelfdienende cognities (self-serving bias).
- Zelfhandicappering
- Het koesteren aan het succes van anderen
- Neerwaartse vergelijkingen (slechtere dingen)
Zelfpresentatie
- Strategische zelfpresentatie om macht, invloed, sympathie of goedkeuring te verwerven.
- Schijnwerpereffect.
- Vormen van strategische zelfpresentatie: zich meer geliefd/aantrekkelijk maken, zelfpromotie, status.
- Strategische zelfpresentatie op sociale media
- Zelfverificatie
Zelfverificatie
- Het verlangen door anderen gezien te worden zoals men zichzelf ziet.
- Behoefte aan zelfverificatie sterker dan die aan zelfverheerlijking.
- Conflict tussen behoefte om geaccepteerd te worden en het uitdragen van een negatief zelfbeeld.
- Swann onderzoek
Individuele verschillen
- Niet iedereen heeft dezelfde nood aan zelfpresentatie.
- Zelfsturing: neiging gedrag aan te passen aan de eisen in een sociale situatie.
- Hoge mate van zelfsturing
- Lage mate van zelfsturing.
Socio-economische verschillen
- Studie naar socio-economische gelijkheid en de mate waarin mensen een self-enhancement bias vertonen.
- Mate van SE ongelijkheid (op basis van gini-coefficiënt)
- Groot of laag inkomen leidt tot een grotere of kleinere self-enhancement bias.
Neerwaartse sociale vergelijkingen
- Sociaal vergelijken met anderen die het slechter hebben dan je zelf
- Door dit soort vergelijkingen, kan je eigen zelfwaardering toenemen, en men voelen zich beter over zichzelf.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Related Documents
Description
Dit quizje test je kennis over zelfconcept, zelfwaardering en de impact van zelfbewustzijn. Aan de hand van relevante theorieën en studies worden belangrijke vragen gesteld over de psychologische aspecten van zelfregulatie en emotionele ervaringen. Test hoe goed je deze concepten begrijpt en toepast in de psychologie.