Podcast
Questions and Answers
Wat beschrijft klassieke conditionering het beste?
Wat beschrijft klassieke conditionering het beste?
- Het stimuleren van gedrag door externe gevolgen.
- Het verminderen van respons op nieuwe stimuli.
- Het associëren van twee verschillende stimuli. (correct)
- Het leren door directe observatie en imitatie.
Wat is het belangrijkste kenmerk van operante conditionering?
Wat is het belangrijkste kenmerk van operante conditionering?
- Het proces van associëren tussen een stimulus en een respons.
- Het leren van gedrag door de omgeving te observeren.
- Het gedrag wordt gestimuleerd of gehinderd door externe stimuli. (correct)
- Het gedrag wordt passief geleerd zonder externe invloeden.
Wat gebeurt er tijdens habituatie?
Wat gebeurt er tijdens habituatie?
- De respons op een nieuwe stimulus neemt toe.
- Het gedrag wordt getriggerd door angst.
- De respons op een herhaalde stimulus neemt af. (correct)
- Het kind leert spontaan via imitatie.
Wat betekent het dat een kind op zoek is naar nieuwe stimuli?
Wat betekent het dat een kind op zoek is naar nieuwe stimuli?
Welke uitspraak over het behaviorisme is correct?
Welke uitspraak over het behaviorisme is correct?
Wat is het doel van intelligentietests bij volwassenen?
Wat is het doel van intelligentietests bij volwassenen?
Welke van de volgende tests is veelgebruikt voor het evalueren van peuters?
Welke van de volgende tests is veelgebruikt voor het evalueren van peuters?
Wat is belangrijk om te overwegen bij het testen van peuters?
Wat is belangrijk om te overwegen bij het testen van peuters?
Wat is een belangrijke overweging bij het interpreteren van testresultaten bij peuters?
Wat is een belangrijke overweging bij het interpreteren van testresultaten bij peuters?
Welke vaardigheden worden getest bij volwassenen volgens de beschikbare intelligentietests?
Welke vaardigheden worden getest bij volwassenen volgens de beschikbare intelligentietests?
Wat is een belangrijk kenmerk van de sensorimotorische fase volgens Piaget?
Wat is een belangrijk kenmerk van de sensorimotorische fase volgens Piaget?
Welke subfase omvat het herhalen van gedragingen met betrekking tot het eigen lichaam?
Welke subfase omvat het herhalen van gedragingen met betrekking tot het eigen lichaam?
Wat beschrijft de subfase van coördinatie van secundaire circulaire reacties?
Wat beschrijft de subfase van coördinatie van secundaire circulaire reacties?
In welke subfase begint het kind mentale representaties te vormen?
In welke subfase begint het kind mentale representaties te vormen?
Wat is een belangrijk aspect van secundaire circulaire reacties?
Wat is een belangrijk aspect van secundaire circulaire reacties?
Wat wordt bedoeld met de term 'object permanentie'?
Wat wordt bedoeld met de term 'object permanentie'?
Wat is typisch voor tertiaire circulaire reacties?
Wat is typisch voor tertiaire circulaire reacties?
Welke kritiek is er op Piaget's theorie?
Welke kritiek is er op Piaget's theorie?
Wanneer begint de eerste communicatie meestal?
Wanneer begint de eerste communicatie meestal?
Wat verstaan we onder brabbelen?
Wat verstaan we onder brabbelen?
Wat is een holofrase?
Wat is een holofrase?
Wat karakteriseert de eerste zinnen die kinderen maken?
Wat karakteriseert de eerste zinnen die kinderen maken?
Wat is een voorbeeld van over extensie in taalgebruik?
Wat is een voorbeeld van over extensie in taalgebruik?
Wat is de manier waarop kinderen hun taalvaardigheden meestal ontwikkelen volgens operante conditionering?
Wat is de manier waarop kinderen hun taalvaardigheden meestal ontwikkelen volgens operante conditionering?
Wat is een probleem met leertheorieën zoals operante conditionering?
Wat is een probleem met leertheorieën zoals operante conditionering?
Wat is belangrijk voor ouders bij het leren van taal aan kinderen?
Wat is belangrijk voor ouders bij het leren van taal aan kinderen?
Wat begint zich te ontwikkelen vanaf 12 maanden oud?
Wat begint zich te ontwikkelen vanaf 12 maanden oud?
Wat is een belangrijk aspect van 'theory of mind'?
Wat is een belangrijk aspect van 'theory of mind'?
Wat toont het Sally-Anne experiment aan?
Wat toont het Sally-Anne experiment aan?
Welk begrip hebben jonge kinderen (2-3 jaar) vaak nog niet volgens het experiment?
Welk begrip hebben jonge kinderen (2-3 jaar) vaak nog niet volgens het experiment?
Wat gebeurt er met de overtuiging van Sally als zij terugkomt volgens de ontwikkeling van oudere kinderen (4-5 jaar)?
Wat gebeurt er met de overtuiging van Sally als zij terugkomt volgens de ontwikkeling van oudere kinderen (4-5 jaar)?
Wat is een resultaat van cognitieve vooruitgang in de context van 'theory of mind'?
Wat is een resultaat van cognitieve vooruitgang in de context van 'theory of mind'?
Wat is het affectieve aspect van 'theory of mind'?
Wat is het affectieve aspect van 'theory of mind'?
Wat is een belangrijke taak van het Sally-Anne experiment in ontwikkelingspsychologie?
Wat is een belangrijke taak van het Sally-Anne experiment in ontwikkelingspsychologie?
Wat illustreert het Visual Cliff experiment in relatie tot baby's?
Wat illustreert het Visual Cliff experiment in relatie tot baby's?
Op welke leeftijd beginnen kinderen zich zelfbewust te worden?
Op welke leeftijd beginnen kinderen zich zelfbewust te worden?
Wat is het doel van de Rouge test?
Wat is het doel van de Rouge test?
Wat is een belangrijk teken van zelfbewustzijn bij jonge kinderen?
Wat is een belangrijk teken van zelfbewustzijn bij jonge kinderen?
Wat blijkt uit de resultaten van de shopping cart test?
Wat blijkt uit de resultaten van de shopping cart test?
Wat gebeurt er met een kind dat jonger is dan 18 maanden als het voor een spiegel wordt gezet in de Rouge test?
Wat gebeurt er met een kind dat jonger is dan 18 maanden als het voor een spiegel wordt gezet in de Rouge test?
Welke van de volgende beschrijvingen klopt het best met de ontwikkeling van zelfbewustzijn?
Welke van de volgende beschrijvingen klopt het best met de ontwikkeling van zelfbewustzijn?
Wat laat het Visual Cliff experiment zien over emotionele signalen van ouders?
Wat laat het Visual Cliff experiment zien over emotionele signalen van ouders?
Flashcards
Klassieke conditionering
Klassieke conditionering
Een leerproces waarbij een neutrale stimulus (bijvoorbeeld een geluid) gepaard wordt met een natuurlijke stimulus (bijvoorbeeld voedsel) die een reflexmatige reactie uitlokt (bijvoorbeeld speekselvloed). Door herhaalde koppeling zal de neutrale stimulus dezelfde reactie uitlokken, zonder aanwezigheid van de natuurlijke stimulus.
Operante conditionering
Operante conditionering
Een vorm van leren waarbij de kans op het opnieuw optreden van een gedrag wordt beïnvloed door de gevolgen die dat gedrag heeft. Als het gedrag tot positieve gevolgen leidt, wordt het vaker gesteld. Als het gedrag tot negatieve gevolgen leidt, wordt het minder vaak gesteld.
Habituatie
Habituatie
Het proces waarbij de reactie op een stimulus afneemt na herhaaldelijke blootstelling.
Nieuwheidsprefentie
Nieuwheidsprefentie
Signup and view all the flashcards
Behavioristische benadering (ontwikkeling)
Behavioristische benadering (ontwikkeling)
Signup and view all the flashcards
Intelligentietest voor volwassenen
Intelligentietest voor volwassenen
Signup and view all the flashcards
Intelligentiescore
Intelligentiescore
Signup and view all the flashcards
Intelligentietest voor peuters
Intelligentietest voor peuters
Signup and view all the flashcards
Ontwikkelingsschalen
Ontwikkelingsschalen
Signup and view all the flashcards
Bayley Scales of Infant Development
Bayley Scales of Infant Development
Signup and view all the flashcards
Prelinguïstische communicatie
Prelinguïstische communicatie
Signup and view all the flashcards
Brabbelen
Brabbelen
Signup and view all the flashcards
Holofrase
Holofrase
Signup and view all the flashcards
Eén-woordzin
Eén-woordzin
Signup and view all the flashcards
Onder-extensie
Onder-extensie
Signup and view all the flashcards
Over-extensie
Over-extensie
Signup and view all the flashcards
Shaping
Shaping
Signup and view all the flashcards
Sensorimotorische fase
Sensorimotorische fase
Signup and view all the flashcards
Primair circulaire reacties
Primair circulaire reacties
Signup and view all the flashcards
Secundaire circulaire reacties
Secundaire circulaire reacties
Signup and view all the flashcards
Object permanentie
Object permanentie
Signup and view all the flashcards
Tertiaire circulaire reacties
Tertiaire circulaire reacties
Signup and view all the flashcards
Beginselen van gedachten
Beginselen van gedachten
Signup and view all the flashcards
Piaget's theorie
Piaget's theorie
Signup and view all the flashcards
Kritiek op Piaget's theorie
Kritiek op Piaget's theorie
Signup and view all the flashcards
Emotionele signalen beïnvloeden baby's
Emotionele signalen beïnvloeden baby's
Signup and view all the flashcards
Zelfbewustzijn bij baby's
Zelfbewustzijn bij baby's
Signup and view all the flashcards
Rouge test
Rouge test
Signup and view all the flashcards
Shopping cart test
Shopping cart test
Signup and view all the flashcards
Huilen bij te complexe taak
Huilen bij te complexe taak
Signup and view all the flashcards
Spiegelherkenning
Spiegelherkenning
Signup and view all the flashcards
Lichaamsbewustzijn
Lichaamsbewustzijn
Signup and view all the flashcards
Besef van het 'ik'
Besef van het 'ik'
Signup and view all the flashcards
Theory of Mind
Theory of Mind
Signup and view all the flashcards
Valse Overtuigingen
Valse Overtuigingen
Signup and view all the flashcards
Empathie
Empathie
Signup and view all the flashcards
Cognitieve Vordering
Cognitieve Vordering
Signup and view all the flashcards
Mentale Toestanden
Mentale Toestanden
Signup and view all the flashcards
Sally-Anne Experiment
Sally-Anne Experiment
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Cognitieve Ontwikkeling Peuter
- Behaviorisme: De theorie legt uit hoe gedrag wordt gevormd door associaties tussen stimuli in omgeving. Klassieke conditionering beschrijft hoe twee stimuli worden geassocieerd; operante conditionering beschrijft hoe gedrag wordt gestimuleerd of geremd door externe stimulatie.
- Habituatie: Een afname in respons op een vaak voorkomende stimulus. Kinderen zijn nieuwsgierig naar nieuwe stimuli.
- Piaget's theorie: Piaget geloofde dat denken over abstracte concepten, zoals het nemen van de bus, essentieel is in cognitieve ontwikkeling. De theorie beschrijft verschillende stadia in cognitieve ontwikkeling.
- Sensori-motorische fase (0-2 jaar): Coördinatie van zintuigen en motoriek. Sensorische nieuwsgierigheid; Ontwikkeling van objectpermanentie. Taal wordt gebruikt om te vragen en categoriseren.
- Pre-operationele fase (2-7 jaar): Ontwikkeling van symbolisch denken. Correct taalgebruik om concepten te benoemen. Intuïtieve en imaginatieve ontwikkeling, maar abstract denken is nog moeilijk. Conservatie wordt ontwikkeld.
- Concreet operationele fase (7-11 jaar): Verbreding van cognitief begrip van tijd, ruimte en hoeveelheden.
- Formeel operationele fase (11 jaar en ouder): Theoretisch, hypothetisch en voorwaardelijk denken. Abstract en logisch denken; vermogen om plannen te maken en concepten over te dragen naar andere situaties.
- Kritiek op Piaget's theorie: De fases zijn niet altijd strikt, veel variaties bestaan. Objectpermanentie is mogelijk in jongere leeftijden dan Piaget had voor ogen. Focus op motorische ontwikkeling kan beperkingen opbrengen. Te sterke focus op Westerse maatschappij.
- Violation of expectation studies (Baillargeon): Experiments suggereren dat objectpermanentie eerder ontwikkelt dan Piaget dacht.
- Informatieverwerking: Een ander perspectief op cognitieve ontwikkeling dan Piaget's theorieën.
- Geheugen/Intelligentie: IQ is een maat voor intelligentie, maar er is geen vaste definitie van intelligentie.
- Intelligentieperformatie bij volwassenen met test zoals Verbal Comprehension Index en Perceptual Reasoning Index. Ook de Working Memory Index en de Processing Speed Index.
- Er zijn aanpassingen nodig voor intelligentietests bij peuters.
- Taal/communicatie:
- Voorafgaand aan taal: De ontwikkeling van gebaren, luisteren en uitdrukken met gezichtsuitdrukkingen is een essentieel onderdeel
- Brabbelen: Vanaf 2-3 maanden is brabbelen universeel.
- Eerste woorden: Tussen de 9-14 maanden, vaak eenvoudige woorden die verwijzen naar gezichten, familieleden en voorwerpen.
- Eerste zinnen: Rond 18 maanden beginnen peuters woorden te combineren in 'telegram stijl' zinnen, zoals "Mama eten".
- Over- en underextensie: Leestekens van het kind, waarnemen van objecten.
- Leestekens: Vermogen om een woord te gebruiken in verschillende contexten.
Sociale Persoonlijkheid, Ontwikkeling bij Peuters
- Sociale vaardigheden: Imitatie van gezichtsuitdrukkingen, interactie met anderen.
- Emotie: Uitdrukken van basis emoties zoals vreugde, interesse, woede, afkeer en ongemak. Het is universeel; mate van uiting kan cultureel verschillen.
- Angst voor vreemden/separatie:
- Vreemdenangst ontwikkelt zich vaak vanaf 6 maanden.
- Separatieangst is een distress reactie wanneer de ouder vertrekt. Dit is cultureel bepaald; frequenties van contact met de primaire verzorger kunnen het gedrag van het kind beïnvloeden.
- Social referencing: Kinderen observeren reactie van anderen, vooral hun ouders, om situaties te beoordelen en te bepalen hoe te reageren. De perceptie van de situatie is niet altijd juist
- Ontwikkeling van het "ik": Zelfbewustzijn begint vanaf ongeveer 12 maanden.
- Theory of mind: Begrip van de ervaringen en perspectief van anderen; dit vermogen ontwikkelt zich tijdens de peutertijd.
- Hechting: Emotionele band met primaire verzorger(s). Hechtingsstijlen die in de peutertijd ontstaan, kan belangrijke nadelen maar ook voordelen brengen in latere leeftijd. De verschillende categorieën (veilig, vermijdend, verzetbaar, gedisorganiseerd) hebben een verband met de gedragingen van de primaire verzorger.
- Temperament: Kenmerkt het kind vanaf geboorte en laat zich zien in gedrag. Het temperament is biologisch bepaald. Dit is echter niet het einde van de ontwikkelingsmogelijkheden, omgeving speelt ook een belangrijke rol.
- Verschil tussen geslacht: Genderbeleving is sociaal geconstrueerd en beïnvloedt de interactie van ouders met hun kind. Rol van media, opvoeding en speelgoed spelen een rol in de ontwikkeling. Rol van ouders.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.