Ontwikkelingpsych. - Hfst 5 en 6
42 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat beschrijft klassieke conditionering het beste?

  • Het stimuleren van gedrag door externe gevolgen.
  • Het verminderen van respons op nieuwe stimuli.
  • Het associëren van twee verschillende stimuli. (correct)
  • Het leren door directe observatie en imitatie.
  • Wat is het belangrijkste kenmerk van operante conditionering?

  • Het proces van associëren tussen een stimulus en een respons.
  • Het leren van gedrag door de omgeving te observeren.
  • Het gedrag wordt gestimuleerd of gehinderd door externe stimuli. (correct)
  • Het gedrag wordt passief geleerd zonder externe invloeden.
  • Wat gebeurt er tijdens habituatie?

  • De respons op een nieuwe stimulus neemt toe.
  • Het gedrag wordt getriggerd door angst.
  • De respons op een herhaalde stimulus neemt af. (correct)
  • Het kind leert spontaan via imitatie.
  • Wat betekent het dat een kind op zoek is naar nieuwe stimuli?

    <p>Het kind leert effectief door variatie in ervaring. (C)</p> Signup and view all the answers

    Welke uitspraak over het behaviorisme is correct?

    <p>Het legt de nadruk op de rol van de omgeving bij leren. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is het doel van intelligentietests bij volwassenen?

    <p>De score vaststellen en het niveau van begaafdheid bepalen (A)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende tests is veelgebruikt voor het evalueren van peuters?

    <p>Bayley Scales of Infant Development (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is belangrijk om te overwegen bij het testen van peuters?

    <p>Er zijn beperkingen door hun beperkte vaardigheden (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijke overweging bij het interpreteren van testresultaten bij peuters?

    <p>Er zijn aanzienlijke individuele variaties in ontwikkeling (C)</p> Signup and view all the answers

    Welke vaardigheden worden getest bij volwassenen volgens de beschikbare intelligentietests?

    <p>Verbaal, werkingsgeheugen en perceptuele vaardigheden (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijk kenmerk van de sensorimotorische fase volgens Piaget?

    <p>Er is een interactie tussen het kind en zijn omgeving. (C)</p> Signup and view all the answers

    Welke subfase omvat het herhalen van gedragingen met betrekking tot het eigen lichaam?

    <p>Subfase 2: Primaire circulaire reacties (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat beschrijft de subfase van coördinatie van secundaire circulaire reacties?

    <p>Het gebruik van meerdere gedragingen in een situatie. (C)</p> Signup and view all the answers

    In welke subfase begint het kind mentale representaties te vormen?

    <p>Subfase 6: Beginselen van gedachten (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijk aspect van secundaire circulaire reacties?

    <p>Het gedrag is gericht op de omgeving. (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat wordt bedoeld met de term 'object permanentie'?

    <p>De erkenning dat objecten blijven bestaan, ook als ze niet zichtbaar zijn. (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is typisch voor tertiaire circulaire reacties?

    <p>Variaties op secundaire reacties en experimenteren. (C)</p> Signup and view all the answers

    Welke kritiek is er op Piaget's theorie?

    <p>Het is te afhankelijk van observaties van extern gedrag. (D)</p> Signup and view all the answers

    Wanneer begint de eerste communicatie meestal?

    <p>Direct na de geboorte (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat verstaan we onder brabbelen?

    <p>Experimenteren met geluiden (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een holofrase?

    <p>Een enkele woordzin met betekenis (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat karakteriseert de eerste zinnen die kinderen maken?

    <p>Ze volgen vaak een telegramstijl (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een voorbeeld van over extensie in taalgebruik?

    <p>Een kind noemt alle dieren hond (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de manier waarop kinderen hun taalvaardigheden meestal ontwikkelen volgens operante conditionering?

    <p>Door stimulatie van ouders (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een probleem met leertheorieën zoals operante conditionering?

    <p>Ze verklaren niet alles over taalontwikkeling (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is belangrijk voor ouders bij het leren van taal aan kinderen?

    <p>Ouders moeten een verband leggen tussen woorden en voorwerpen (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat begint zich te ontwikkelen vanaf 12 maanden oud?

    <p>Volledig besef van het ik (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijk aspect van 'theory of mind'?

    <p>Het begrijpen van het perspectief van anderen (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat toont het Sally-Anne experiment aan?

    <p>Kinderen kunnen de overtuigingen van anderen begrijpen. (C)</p> Signup and view all the answers

    Welk begrip hebben jonge kinderen (2-3 jaar) vaak nog niet volgens het experiment?

    <p>Dat anderen valse overtuigingen kunnen hebben (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er met de overtuiging van Sally als zij terugkomt volgens de ontwikkeling van oudere kinderen (4-5 jaar)?

    <p>Sally zoekt de bal in haar mand. (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een resultaat van cognitieve vooruitgang in de context van 'theory of mind'?

    <p>Inzicht in de invloed van eigen gedrag op anderen (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is het affectieve aspect van 'theory of mind'?

    <p>Hoe voelt het andere individu? (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijke taak van het Sally-Anne experiment in ontwikkelingspsychologie?

    <p>Begrijpen van sociale interacties (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat illustreert het Visual Cliff experiment in relatie tot baby's?

    <p>Baby's kunnen emoties van hun ouders gebruiken om situaties in te schatten. (C)</p> Signup and view all the answers

    Op welke leeftijd beginnen kinderen zich zelfbewust te worden?

    <p>Ongeveer 12 maanden. (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat is het doel van de Rouge test?

    <p>Te onderzoeken of een kind zijn of haar eigen spiegelbeeld herkent. (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijk teken van zelfbewustzijn bij jonge kinderen?

    <p>Huilen bij een complexe taak. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat blijkt uit de resultaten van de shopping cart test?

    <p>Kinderen jonger dan 18 maanden hebben vaak moeite met het begrijpen van hun eigen lichaam in ruimte. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er met een kind dat jonger is dan 18 maanden als het voor een spiegel wordt gezet in de Rouge test?

    <p>Het kind raakt vaak de spiegel aan en denkt dat het een ander kind is. (B)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende beschrijvingen klopt het best met de ontwikkeling van zelfbewustzijn?

    <p>Een kind kan foto's van zichzelf herkennen. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat laat het Visual Cliff experiment zien over emotionele signalen van ouders?

    <p>Emoties van ouders beïnvloeden hoe baby's situaties waarnemen. (B)</p> Signup and view all the answers

    Flashcards

    Klassieke conditionering

    Een leerproces waarbij een neutrale stimulus (bijvoorbeeld een geluid) gepaard wordt met een natuurlijke stimulus (bijvoorbeeld voedsel) die een reflexmatige reactie uitlokt (bijvoorbeeld speekselvloed). Door herhaalde koppeling zal de neutrale stimulus dezelfde reactie uitlokken, zonder aanwezigheid van de natuurlijke stimulus.

    Operante conditionering

    Een vorm van leren waarbij de kans op het opnieuw optreden van een gedrag wordt beïnvloed door de gevolgen die dat gedrag heeft. Als het gedrag tot positieve gevolgen leidt, wordt het vaker gesteld. Als het gedrag tot negatieve gevolgen leidt, wordt het minder vaak gesteld.

    Habituatie

    Het proces waarbij de reactie op een stimulus afneemt na herhaaldelijke blootstelling.

    Nieuwheidsprefentie

    Wanneer een baby een nieuwe stimulus krijgt aangeboden, wordt hij/zij doorgaans meer gefascineerd dan door een bekende stimulus. Dit duidt erop dat baby's nieuwsgierig zijn en altijd op zoek zijn naar vernieuwende prikkels.

    Signup and view all the flashcards

    Behavioristische benadering (ontwikkeling)

    Het behaviorisme gaat ervan uit dat de ontwikkeling van een kind primair wordt bepaald door de omgeving. De nadruk ligt op de invloed van leerprocessen zoals klassieke en operante conditionering.

    Signup and view all the flashcards

    Intelligentietest voor volwassenen

    Een test die de intelligentie van volwassenen meet door te kijken naar hun vaardigheden op gebieden zoals taal, geheugen, perceptie en snelheid van verwerking.

    Signup and view all the flashcards

    Intelligentiescore

    Een score die wordt gegeven na het afnemen van een intelligentietest, die aangeeft of iemand laag, gemiddeld of hoog begaafd is.

    Signup and view all the flashcards

    Intelligentietest voor peuters

    Een test die bedoeld is om ontwikkelingsachterstand bij peuters op te sporen. Deze test concentreert zich niet op de voorspelling van later functioneren.

    Signup and view all the flashcards

    Ontwikkelingsschalen

    Een scala aan testen die de ontwikkeling van een kind op verschillende gebieden beoordelen, zoals motoriek, spraak en cognitie. Deze testen kunnen helpen bij het identificeren van vertragingen in de ontwikkeling.

    Signup and view all the flashcards

    Bayley Scales of Infant Development

    Een veelgebruikte test om de ontwikkeling van baby's en peuters te beoordelen. De test kan helpen bij het identificeren van mogelijke ontwikkelingsachterstanden.

    Signup and view all the flashcards

    Prelinguïstische communicatie

    Het vermogen om via geluiden, gebaren en gezichtsuitdrukkingen te communiceren, zonder gebruik te maken van woorden. Dit gebeurt in interactie met de omgeving.

    Signup and view all the flashcards

    Brabbelen

    De eerste fase van taalontwikkeling, waarin baby's beginnen te experimenteren met klanken en geluidjes. Dit gebeurt wereldwijd, zelfs bij dove kinderen.

    Signup and view all the flashcards

    Holofrase

    Een woord dat gebruikt wordt om een hele zin te representeren.

    Signup and view all the flashcards

    Eén-woordzin

    De eerste fase van zinsontwikkeling waarbij kinderen een beperkt aantal woorden combineren om een zin te vormen. Dit lijkt op een telegram.

    Signup and view all the flashcards

    Onder-extensie

    De neiging om een woord te gebruiken voor een te smalle categorie.

    Signup and view all the flashcards

    Over-extensie

    De neiging om een woord te gebruiken voor een te brede categorie.

    Signup and view all the flashcards

    Shaping

    Een specifiek leerproces dat onderdeel is van operante conditionering. Ouders leggen een verband tussen een voorwerp en een woord door ernaar te wijzen en het te benoemen.

    Signup and view all the flashcards

    Sensorimotorische fase

    De fase waarin baby's leren door hun zintuigen en motoriek te gebruiken.

    Signup and view all the flashcards

    Primair circulaire reacties

    Herhaalde gedragingen gericht op het eigen lichaam. Baby's leren door te herhalen wat toevallig lukt.

    Signup and view all the flashcards

    Secundaire circulaire reacties

    Herhaalde gedragingen gericht op de omgeving. Baby's ontdekken dat hun acties effecten hebben.

    Signup and view all the flashcards

    Object permanentie

    Het vermogen om te begrijpen dat een object blijft bestaan, ook al is het niet zichtbaar.

    Signup and view all the flashcards

    Tertiaire circulaire reacties

    Baby's experimenteren met variaties in hun acties om nieuwe resultaten te creëren.

    Signup and view all the flashcards

    Beginselen van gedachten

    De fase waarin baby's mentale voorstellingen kunnen maken van objecten en gebeurtenissen. Dit maakt uitgestelde imitatie mogelijk.

    Signup and view all the flashcards

    Piaget's theorie

    Piaget's theorie over cognitieve ontwikkeling is gebaseerd op observaties van kinderen.

    Signup and view all the flashcards

    Kritiek op Piaget's theorie

    Kritiek op Piaget's theorie is gebaseerd op het feit dat de theorie alleen zicht heeft op het uiterlijk gedrag van kinderen.

    Signup and view all the flashcards

    Emotionele signalen beïnvloeden baby's

    Baby's gebruiken emotionele signalen van hun moeder om hun eigen gedrag aan te passen. Ze reageren bijvoorbeeld anders op een diepte-illusie als hun moeder angst toont.

    Signup and view all the flashcards

    Zelfbewustzijn bij baby's

    Het besef dat je een individu bent met een eigen invloed op de wereld. Kinderen worden zich rond 12 maanden bewust van zichzelf.

    Signup and view all the flashcards

    Rouge test

    De test waarbij een rode stip op het voorhoofd van een baby wordt aangebracht om te zien of hij/zij de stip herkent in de spiegel. Dit is een manier om zelfbewustzijn te meten.

    Signup and view all the flashcards

    Shopping cart test

    Een test die de capaciteit van een kind om te beseffen dat hun eigen lichaam een obstakel kan zijn, meet.

    Signup and view all the flashcards

    Huilen bij te complexe taak

    Baby's huilen bij te complexe taken, dit duidt op een besef van hun eigen beperkingen en hun vermogen om te beoordelen of ze een taak kunnen uitvoeren.

    Signup and view all the flashcards

    Spiegelherkenning

    Kinderen kijken eerst achter de spiegel omdat ze nog niet beseffen dat ze zichzelf zien. Rond 18-24 maanden beseffen ze dat het hun reflecterende beeld is, wat wijst op zelfbewustzijn.

    Signup and view all the flashcards

    Lichaamsbewustzijn

    Het besef van het eigen lichaam en hoe het beweegt in de omgeving. Dit ontwikkelt zich in de eerste jaren, met een toenemend begrip van de relatie tussen het lichaam en de omgeving.

    Signup and view all the flashcards

    Besef van het 'ik'

    Het besef van zichzelf als een individu, gescheiden van anderen. Dit ontwikkelt zich rond 12 maanden. Vanaf 18 maanden is het besef van het 'ik' volledig ontwikkeld.

    Signup and view all the flashcards

    Theory of Mind

    Het vermogen om de gedachten, gevoelens en perspectieven van anderen te begrijpen.

    Signup and view all the flashcards

    Valse Overtuigingen

    Het vermogen om te begrijpen dat anderen misschien andere gedachten, gevoelens en kennis hebben dan wijzelf. Dit is een belangrijk aspect van 'Theory of Mind'.

    Signup and view all the flashcards

    Empathie

    Het vermogen om de gedachten en gevoelens van anderen te begrijpen. Dit is gerelateerd aan Theory of Mind en speelt een belangrijke rol in sociale interacties.

    Signup and view all the flashcards

    Cognitieve Vordering

    Een cognitief proces dat kinderen helpt te begrijpen hoe hun eigen gedrag de gevoelens en reacties van anderen kan beïnvloeden.

    Signup and view all the flashcards

    Mentale Toestanden

    Het vermogen om te denken over de mentale toestanden van zichzelf en anderen, inclusief gedachten, gevoelens, overtuigingen en intenties. Dit is een belangrijke factor in sociale cognitie en empathie.

    Signup and view all the flashcards

    Sally-Anne Experiment

    Een experiment dat gebruikt wordt om te onderzoeken of kinderen begrijpen dat anderen verschillende perspectieven en overtuigingen kunnen hebben. Het experiment laat zien hoe kinderen leren om de gedachten en overtuigingen van anderen te begrijpen, zelfs wanneer die onjuist zijn.

    Signup and view all the flashcards

    Study Notes

    Cognitieve Ontwikkeling Peuter

    • Behaviorisme: De theorie legt uit hoe gedrag wordt gevormd door associaties tussen stimuli in omgeving. Klassieke conditionering beschrijft hoe twee stimuli worden geassocieerd; operante conditionering beschrijft hoe gedrag wordt gestimuleerd of geremd door externe stimulatie.
    • Habituatie: Een afname in respons op een vaak voorkomende stimulus. Kinderen zijn nieuwsgierig naar nieuwe stimuli.
    • Piaget's theorie: Piaget geloofde dat denken over abstracte concepten, zoals het nemen van de bus, essentieel is in cognitieve ontwikkeling. De theorie beschrijft verschillende stadia in cognitieve ontwikkeling.
    • Sensori-motorische fase (0-2 jaar): Coördinatie van zintuigen en motoriek. Sensorische nieuwsgierigheid; Ontwikkeling van objectpermanentie. Taal wordt gebruikt om te vragen en categoriseren.
    • Pre-operationele fase (2-7 jaar): Ontwikkeling van symbolisch denken. Correct taalgebruik om concepten te benoemen. Intuïtieve en imaginatieve ontwikkeling, maar abstract denken is nog moeilijk. Conservatie wordt ontwikkeld.
    • Concreet operationele fase (7-11 jaar): Verbreding van cognitief begrip van tijd, ruimte en hoeveelheden.
    • Formeel operationele fase (11 jaar en ouder): Theoretisch, hypothetisch en voorwaardelijk denken. Abstract en logisch denken; vermogen om plannen te maken en concepten over te dragen naar andere situaties.
    • Kritiek op Piaget's theorie: De fases zijn niet altijd strikt, veel variaties bestaan. Objectpermanentie is mogelijk in jongere leeftijden dan Piaget had voor ogen. Focus op motorische ontwikkeling kan beperkingen opbrengen. Te sterke focus op Westerse maatschappij.
    • Violation of expectation studies (Baillargeon): Experiments suggereren dat objectpermanentie eerder ontwikkelt dan Piaget dacht.
    • Informatieverwerking: Een ander perspectief op cognitieve ontwikkeling dan Piaget's theorieën.
    • Geheugen/Intelligentie: IQ is een maat voor intelligentie, maar er is geen vaste definitie van intelligentie.
      • Intelligentieperformatie bij volwassenen met test zoals Verbal Comprehension Index en Perceptual Reasoning Index. Ook de Working Memory Index en de Processing Speed Index.
      • Er zijn aanpassingen nodig voor intelligentietests bij peuters.
    • Taal/communicatie:
      • Voorafgaand aan taal: De ontwikkeling van gebaren, luisteren en uitdrukken met gezichtsuitdrukkingen is een essentieel onderdeel
      • Brabbelen: Vanaf 2-3 maanden is brabbelen universeel.
      • Eerste woorden: Tussen de 9-14 maanden, vaak eenvoudige woorden die verwijzen naar gezichten, familieleden en voorwerpen.
      • Eerste zinnen: Rond 18 maanden beginnen peuters woorden te combineren in 'telegram stijl' zinnen, zoals "Mama eten".
      • Over- en underextensie: Leestekens van het kind, waarnemen van objecten.
    • Leestekens: Vermogen om een woord te gebruiken in verschillende contexten.

    Sociale Persoonlijkheid, Ontwikkeling bij Peuters

    • Sociale vaardigheden: Imitatie van gezichtsuitdrukkingen, interactie met anderen.
    • Emotie: Uitdrukken van basis emoties zoals vreugde, interesse, woede, afkeer en ongemak. Het is universeel; mate van uiting kan cultureel verschillen.
    • Angst voor vreemden/separatie:
      • Vreemdenangst ontwikkelt zich vaak vanaf 6 maanden.
      • Separatieangst is een distress reactie wanneer de ouder vertrekt. Dit is cultureel bepaald; frequenties van contact met de primaire verzorger kunnen het gedrag van het kind beïnvloeden.
    • Social referencing: Kinderen observeren reactie van anderen, vooral hun ouders, om situaties te beoordelen en te bepalen hoe te reageren. De perceptie van de situatie is niet altijd juist
    • Ontwikkeling van het "ik": Zelfbewustzijn begint vanaf ongeveer 12 maanden.
    • Theory of mind: Begrip van de ervaringen en perspectief van anderen; dit vermogen ontwikkelt zich tijdens de peutertijd.
    • Hechting: Emotionele band met primaire verzorger(s). Hechtingsstijlen die in de peutertijd ontstaan, kan belangrijke nadelen maar ook voordelen brengen in latere leeftijd. De verschillende categorieën (veilig, vermijdend, verzetbaar, gedisorganiseerd) hebben een verband met de gedragingen van de primaire verzorger.
    • Temperament: Kenmerkt het kind vanaf geboorte en laat zich zien in gedrag. Het temperament is biologisch bepaald. Dit is echter niet het einde van de ontwikkelingsmogelijkheden, omgeving speelt ook een belangrijke rol.
    • Verschil tussen geslacht: Genderbeleving is sociaal geconstrueerd en beïnvloedt de interactie van ouders met hun kind. Rol van media, opvoeding en speelgoed spelen een rol in de ontwikkeling. Rol van ouders.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    Description

    Test je kennis over klassieke en operante conditionering, evenals belangrijke concepten van intelligentietests en de ontwikkeling bij peuters. Dit quiz behandelt ook de theorieën van Piaget over de cognitieve ontwikkeling. Bekijk hoe goed je de basisprincipes van de psychologie begrijpt!

    More Like This

    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser