Levermetabolisme en aminozuren
42 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Welke van de volgende processen vindt plaats in de lever tijdens een gevoede toestand (hoge bloedglucose, veel insuline)?

  • Vrijmaken van aminozuren uit spierweefsel voor energie.
  • Uitsluitend proteïnesynthese met aminozuren uit de bloedbaan.
  • Afbraak van vetzuren voor ATP productie.
  • Omzetting van overige aminozuren in glucose en/of vetzuren. (correct)

Een atleet consumeert een eiwitrijke maaltijd na een intensieve training. Wat is de meest waarschijnlijke bestemming van de aminozuren in zijn lichaam?

  • Uitscheiding via de nieren als stikstofafval.
  • Proteïnesynthese in de spieren om spierweefsel te herstellen en op te bouwen. (correct)
  • Omzetting in ketonen voor energieproductie in de hersenen.
  • Directe opslag als triglyceriden in vetweefsel.

Wat is het voornaamste verschil tussen glucogene en ketogene aminozuren met betrekking tot hun omzetting in de lever?

  • Glucogene aminozuren worden direct omgezet in vetzuren, terwijl ketogene aminozuren worden omgezet in glucose.
  • Glucogene aminozuren leiden tot de vorming van glucoseprecursoren, terwijl ketogene aminozuren leiden tot de vorming van vetzuurprecursoren. (correct)
  • Glucogene aminozuren worden opgeslagen in de lever, terwijl ketogene aminozuren direct worden afgegeven aan de bloedbaan.
  • Glucogene aminozuren worden uitsluitend gebruikt voor proteïnesynthese, terwijl ketogene aminozuren worden afgebroken voor energie.

Tijdens een periode van vasten maakt het lichaam gebruik van verschillende processen om de bloedsuikerspiegel stabiel te houden. Welke van de volgende processen is het meest dominant?

<p>Gluconeogenese: de synthese van glucose uit niet-koolhydraat bronnen. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van carnitine bij de vetzuuroxidatie tijdens de gevaste toestand?

<p>Carnitine transporteert vetzuren naar het mitochondrium voor oxidatie. (D)</p> Signup and view all the answers

Welk van de volgende processen wordt geremd door de aanwezigheid van ketonlichamen?

<p>Gluconeogenese. (A)</p> Signup and view all the answers

Na 72 uur vasten, wat is de voornaamste energiebron voor het lichaam?

<p>Ketonen en vetverbranding. (A)</p> Signup and view all the answers

Waar wordt het meeste acetyl-CoA, afkomstig van de β-oxidatie van vetzuren, voor gebruikt in de lever tijdens het vasten?

<p>Synthese van ketonlichamen. (A)</p> Signup and view all the answers

In welke weefsels worden ketonlichamen voornamelijk omgezet in acetyl-CoA voor energieproductie?

<p>Skeletspieren en andere weefsels. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke route legt pyruvaat af om uiteindelijk glucose te vormen tijdens gluconeogenese?

<p>Pyruvaat -&gt; OAA -&gt; PEP -&gt; Glucose (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende processen vindt plaats tijdens transaminatie van aminozuren?

<p>De 'carbon-backbone' van het aminozuur wordt losgemaakt van de aminogroep. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van glutamaat in de afbraak van aminozuren?

<p>Het accepteert aminogroepen en transporteert deze naar de lever. (C)</p> Signup and view all the answers

Waarom is de omzetting van ammoniak in ureum essentieel voor het lichaam?

<p>Om de giftige effecten van ammoniak te neutraliseren en uitscheiding mogelijk te maken. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen over de ureumcyclus is correct?

<p>De ureumcyclus zet ammoniak om in ureum. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke rol speelt N-acetylglutamaat (NAG) in de ureumcyclus?

<p>Het activeert carbomyl fosfatase synthase 1. (C)</p> Signup and view all the answers

In welke volgorde vinden de volgende stappen plaats in de ureumcyclus?

<p>Ornithine → Citrulline → Argininesuccinaat → Arginine (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de bron van de tweede aminogroep die wordt opgenomen in ureum tijdens de ureumcyclus?

<p>Aspartaat (A)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met fumaraat dat vrijkomt tijdens de ureumcyclus?

<p>Het wordt omgezet in malaat en vervolgens in oxaalacetaat (OAA). (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen beschrijft correct de feed-forward regulatie van ureumcyclus-enzymen bij een verhoogde stikstofbelasting?

<p>De cel reageert door meer enzymen te produceren, waardoor de verwijdering van ammoniak efficiënt blijft. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de primaire functie van de ureumcyclus tijdens vasten in relatie tot de bloedglucosespiegel?

<p>Het omzetten van de stikstofcomponent van aminozuren in ureum voor uitscheiding, als bijproduct van gluconeogenese. (B)</p> Signup and view all the answers

Hoe past het lichaam zich aan tijdens langdurig vasten om de ureumproductie te verminderen?

<p>Door over te schakelen op het gebruik van vetzuren als energiebron, waardoor er minder aminozuren worden afgebroken. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke rol speelt alanine tijdens vasten in de gluconeogenese?

<p>Alanine dient als efficiënte drager van stikstof naar de lever voor gluconeogenese. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende processen draagt bij aan een verhoogde ureumproductie?

<p>Verhoogde eiwitinname. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is het effect van glucagon op de opname van alanine in de lever tijdens vasten?

<p>Glucagon stimuleert de opname van alanine in de lever. (B)</p> Signup and view all the answers

Waarom is het handhaven van normale bloedglucosespiegels cruciaal om te overleven?

<p>Omdat de hersenen voornamelijk afhankelijk zijn van glucose als brandstof. (B)</p> Signup and view all the answers

Hoeveel moleculen alanine zijn nodig om één molecuul glucose te vormen tijdens gluconeogenese?

<p>Twee moleculen alanine. (C)</p> Signup and view all the answers

Welk enzym is betrokken bij zowel de ketogenese als de β-oxidatie?

<p>Acetoacetyl-CoA-thiolase (A)</p> Signup and view all the answers

Welke netto ATP-opbrengst levert de afbraak van β-hydroxybutyraat?

<p>21,5 ATP (D)</p> Signup and view all the answers

Welk van de volgende weefsels maakt GEEN gebruik van ketonlichamen als energiebron?

<p>Rode bloedcellen (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen over de synthese van ketonlichamen is niet correct?

<p>De omzetting van twee moleculen Acetyl-CoA naar acetoacetylo-CoA is de geprefereerde route tijdens lage Acetyl-CoA niveaus. (D)</p> Signup and view all the answers

Onder welke hormonale condities stroomt Acetyl-CoA voornamelijk richting ketogenese?

<p>Lage insuline/glucagon ratio (A)</p> Signup and view all the answers

Welk effect heeft een verhoogde concentratie NADH in de levercellen op de citroenzuurcyclus en de gluconeogenese?

<p>Remming van de citroenzuurcyclus en activering van de gluconeogenese (D)</p> Signup and view all the answers

Welk enzym is verantwoordelijk voor de omzetting van HMG-CoA naar acetoacetaat en acetyl-CoA?

<p>HMG-CoA-lyase (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is het effect van een langere duur van vasten op de expressie van het HMG-CoA synthase gen?

<p>Verhoogde expressie (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het lot van aceton dat ontstaat door spontane decarboxylatie van acetoacetaat?

<p>Het wordt voornamelijk via de longen uitgescheiden. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen over het gebruik van vetzuren en ketonlichamen door verschillende weefsels is correct?

<p>Spieren gebruiken voornamelijk vetzuren als brandstof tijdens vasten. (A)</p> Signup and view all the answers

De verhouding tussen β-hydroxybutyraat en acetoacetaat in het bloed wordt beïnvloed door de NADH/NAD+ verhouding in de mitochondriën. Welke van de volgende beweringen is correct?

<p>Een verhoogde NADH/NAD+ verhouding bevordert de reductie van acetoacetaat naar β-hydroxybutyraat. (D)</p> Signup and view all the answers

Welk enzym is essentieel voor de oxidatie van ketonlichamen in weefsels zoals de hersenen en spieren, maar ontbreekt in de lever?

<p>Succinyl-CoA-acetoacetaat-CoA-transferase (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van malonyl-CoA in de regulatie van vetzuuroxidatie en ketogenese?

<p>Malonyl-CoA remt CPT-I, waardoor vetzuuroxidatie wordt geremd. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de uiteindelijke bestemming van acetoacetaat dat in de skeletspieren wordt geoxideerd?

<p>Het wordt omgezet in acetyl-CoA en geoxideerd in de citroenzuurcyclus. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van β-hydroxybutyraatdehydrogenase bij de oxidatie van ketonlichamen?

<p>Het zet β-hydroxybutyraat om in acetoacetaat en produceert NADH. (D)</p> Signup and view all the answers

In welke volgorde worden ketonlichamen omgezet tijdens de oxidatie in weefsels zoals de hersenen?

<p>β-hydroxybutyraat → Acetoacetaat → Acetoacetyl-CoA → Acetyl-CoA (B)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Essentiële aminozuren

Aminozuren die het lichaam niet zelf kan aanmaken en via de voeding moeten worden opgenomen.

Aminozuren omzetten in glucose

Het proces waarbij aminozuren worden omgezet in glucose in de lever.

Glucogene aminozuren

De koolstofstructuur van het aminozuur leidt tot glucose synthese (pyruvaat, OAA of intermediairen van de CZC).

Ketogene aminozuren

De koolstofstructuur van het aminozuur leidt tot vetzuursynthese (Acetyl-CoA of Acetoacetyl-CoA).

Signup and view all the flashcards

Lever oxidatie van vetzuren

De lever oxideert vetzuren om ATP te produceren voor energie, vooral voor gluconeogenese.

Signup and view all the flashcards

Gluconeogenese

Omzetting van pyruvaat naar glucose

Signup and view all the flashcards

Vetzuren

Belangrijkste brandstof tijdens vasten, afkomstig uit vetweefsel

Signup and view all the flashcards

Ketonlichamen

Acetoacetaat en β-hydroxybutyraat, gesynthetiseerd uit acetyl-CoA in de lever

Signup and view all the flashcards

Ketonlichamen oxidatie

Omzetting van ketonlichamen naar Acetyl-CoA voor energieproductie in spieren

Signup and view all the flashcards

Minder Gluconeogenese

Productie van glucose uit niet-koolhydraatbronnen, vermindert door ketonlichamen.

Signup and view all the flashcards

Glucogene vs. Ketogene aminozuren

Sommige aminozuren worden omgezet in glucose, terwijl andere in Acetyl-CoA worden omgezet.

Signup and view all the flashcards

Acceptor aminegroep bij transaminatie

Alfa-ketoglutaat accepteert de aminogroep, waardoor glutamaat ontstaat.

Signup and view all the flashcards

Ureumcyclus Functie

Ammoniak (NH3) wordt omgezet in ureum, een minder schadelijke stof die via de nieren wordt uitgescheiden.

Signup and view all the flashcards

Stap 1 Ureumcyclus

Ammonium, afkomstig van aminozuren, wordt gecombineerd met CO2 om een hoog-energetisch molecuul te vormen.

Signup and view all the flashcards

Stap 2 Ureumcyclus

Ornithine bindt met carbamoyl fosfaat in de mitochondriale matrix en vormt citrulline

Signup and view all the flashcards

Rol Aspartaat in Ureumcyclus

Aspartaat levert de tweede aminogroep die nodig is voor de uiteindelijke vorming van ureum.

Signup and view all the flashcards

Stap 4 Ureumcyclus

Argininesuccinaat wordt gesplitst in arginine en fumaraat.

Signup and view all the flashcards

Rol alfa-ketozuur

Het alfa-ketozuur draagt bij aan de vorming van voorlopermoleculen in de stofwisseling.

Signup and view all the flashcards

Inductie/repressie van ureumcyclus-enzymen

De aanpassing van ureumcyclus-enzymen aan de metabole behoeften van het lichaam.

Signup and view all the flashcards

Invloed van eiwitinname op ammoniak

Bij verhoogde eiwitinname of vasten wordt de afbraak van aminozuren gestimuleerd, wat leidt tot meer ammoniakproductie.

Signup and view all the flashcards

Feed-forward regulatie (ureumcyclus)

Het celproces waarbij de cel reageert op een verhoogde stikstofbelasting door meer enzymen te produceren.

Signup and view all the flashcards

Taak van de lever tijdens vasten

De lever handhaaft de bloedglucosespiegel tijdens vasten.

Signup and view all the flashcards

Eiwitafbraak tijdens vasten

Tijdens vasten worden spiereiwitten afgebroken, waarbij aminozuren vrijkomen die in de lever worden omgezet in glucose via gluconeogenese.

Signup and view all the flashcards

Ureumproductie tijdens vasten

De stikstofcomponent van aminozuren wordt tijdens vasten via de ureumcyclus omgezet in ureum en uitgescheiden via de urine.

Signup and view all the flashcards

Aanpassing aan langdurig vasten

Naarmate het vasten langer duurt, verschuift het lichaam naar het gebruik van ketonlichamen als energiebron, waardoor minder spiereiwit wordt afgebroken en de ureumproductie afneemt.

Signup and view all the flashcards

Rol van alanine tijdens vasten

Alanine dient als efficiënte transporteur van stikstof naar de lever voor gluconeogenese tijdens het vasten.

Signup and view all the flashcards

Ketonlichamen Synthese Stappen

Vetzuuroxidatie → Acetyl-CoA → Acetoacetylo-CoA → HMG-CoA → Acetoacetaat → Bloed/β-hydroxybutyraat.

Signup and view all the flashcards

Thiolasereactie

Twee Acetyl-CoA moleculen worden omgezet in acetoacetylo-CoA via deze omkeerbare reactie.

Signup and view all the flashcards

HMG-CoA-synthase functie

Acetoacetylo-CoA + acetyl-CoA → 3-hydroxy-3-methylglutarylo-CoA (HMG-CoA).

Signup and view all the flashcards

HMG-CoA-lyase functie

HMG-CoA → acetoacetaat + acetyl-CoA.

Signup and view all the flashcards

β-hydroxybutyraatdehydrogenase functie

Zet acetoacetaat om in β-hydroxybutyraat, afhankelijk van de NADH/NAD+ verhouding.

Signup and view all the flashcards

Spontane decarboxylatie van acetoacetaat

Acetoacetaat splitst in CO2 en aceton, dat via de longen wordt uitgescheiden.

Signup and view all the flashcards

Oxidatie van β-hydroxybutyraat

β-hydroxybutyraat → acetoacetaat + NADH.

Signup and view all the flashcards

Succinylo-CoA-acetoacetaat-CoA-transferase functie

Acetoacetaat → acetoacetylo-CoA door CoA-transfer van succinyl-CoA.

Signup and view all the flashcards

Acetoacetyl-CoA-thiolase

Enzym dat acetoacetyl-CoA splitst tijdens de ketogenese. Hetzelfde enzym als bij β-oxidatie.

Signup and view all the flashcards

ATP opbrengst ketonlichamen

Acetoacetaat levert netto 19 ATP, β-hydroxybutyraat levert netto 21,5 ATP.

Signup and view all the flashcards

Brandstof voorkeur bij vasten

Spieren, hart en lever gebruiken vooral vetzuren als brandstof tijdens vasten, terwijl andere weefsels, zoals de hersenen, meer ketonlichamen gebruiken.

Signup and view all the flashcards

Ketonen in darm en vetweefsel

Darmmucosacellen geven de voorkeur aan ketonlichamen en aminozuren boven vetzuren bij uithongering. Adipocyten slaan vetzuren op, maar gebruiken ketonen als brandstof.

Signup and view all the flashcards

Weefsels die ketonen niet gebruiken

De lever maakt ketonen maar gebruikt ze niet, rode bloedcellen hebben geen mitochondria en kunnen ketonen niet afbreken.

Signup and view all the flashcards

Factoren die ketogenese verhogen

Meer vetzuren beschikbaar, lage insuline/glucagon ratio en een overschot aan Acetyl-CoA bevorderen de ketogenese.

Signup and view all the flashcards

NADH en Oxaloacetaat tijdens vasten

Door de verhoogde concentratie NADH wordt oxaloacetaat omgezet in malaat voor gluconeogenese, waardoor er minder oxaloacetaat beschikbaar is voor de citroenzuurcyclus.

Signup and view all the flashcards

HMG-CoA synthase en vasten

Hoe langer het vasten duurt, hoe meer de expressie van het gen voor HMG-CoA synthase wordt verhoogd, wat de ketogenese verder stimuleert.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Basisprincipes van metabolisme

  • Metabolisme is een evenwicht tussen anabolisme (opbouw, opslag) en katabolisme (afbraak, energie vrijmaken).
  • Anabole hormonen bevorderen de opbouw en opslag, voorbeelden hiervan zijn insuline, geslachtshormonen, thyroxine en groeihormoon.
  • Katabole hormonen bevorderen de afbraak en het vrijmaken van energie, voorbeelden hiervan zijn glucagon, epinefrine/adrenaline, glucocorticoïden, thyroxine en groeihormoon.

Koolhydraatmetabolisme

  • Koolhydraatkatabolisme (glycolyse) breekt koolhydraten af via de volgende stappen: Koolhydraten -> Glucose -> Pyruvaat (reversibel) -> Acetyl-CoA (irreversibel) -> Krebs cyclus -> energierijke dragers (NADH, FADH2) -> Electronentransportketen -> ATP.
  • Zuurstof is noodzakelijk voor de omzetting van pyruvaat naar acetyl-CoA en de citroenzuurcyclus.
  • Koolhydraatanabolisme (glycogenese) slaat glucose op als glycogeen.

Eiwitmetabolisme

  • Eiwitkatabolisme (proteolyse) breekt eiwitten af tot aminozuren.
  • Afhankelijk van welk aminozuur, kan het metabolisme worden betreden als pyruvaat of als Acetyl-CoA (of C4 in de citroenzuurcyclus).
  • De aminogroep wordt afgestaan wanneer een aminozuur wordt omgezet in pyruvaat of Acetyl-CoA; de amine wordt een afvalstof in de urine.
  • Eiwitanabolisme (proteïnesynthese) zet eiwitten en aminozuren uit het dieet om in spierweefsel of andere weefsels, zoals transporteiwitten.

Vetmetabolisme

  • Vetkatabolisme (lipolyse en bèta-oxidatie) breekt vetten af, die bestaan uit glycerol en 3 vetzuren.
  • Het lichaam breekt vetten af tot vrije vetzuren en glycerol ("2 carbon units each").
  • Vrije vetzuren kunnen alleen het metabolisme betreden op het niveau van Acetyl-CoA (omzetting vrije vetzuren -> Acetyl-CoA).
  • Glycerol kan het metabolisme betreden als het wordt omgezet tot pyruvaat.
  • Vetanabolisme (lipogenese en triglyceridesynthese) slaat vet uit het dieet op als vetweefsel (lipolyse).

Overzicht van aminozuurmetabolisme

  • Aminozuurmetabolisme vertegenwoordigt slechts 10-15% van de totale energieproductie.
  • In gevoede toestand (hogere bloedglucose, veel insuline, weinig glucagon) worden eiwitten uit voedsel afgebroken tot aminozuren in de maag.
  • Essentiële aminozuren, die ons lichaam niet zelf kan maken, moeten we uit ons dieet winnen.
  • Niet-essentiële aminozuren kunnen in ons lichaam gesynthetiseerd worden en hoeven we niet uit ons dieet te halen.
  • Aminozuren gaan via de bloedbaan naar de lever.
  • De lever kan aminozuren direct gebruiken voor proteïnesynthese of de overige aminozuren omzetten in glucose en/of vetzuren.

Glucose, vetzuren en omzetting van aminozuren

  • Bij glucose worden aminozuren omgezet in pyruvaat of oxaloacetaat (OAA) -> glucose (-> glucagon), en kan weer omgezet worden tot glucagon in de lever.
  • Glucogene aminozuren: koolstof-ruggengraat van het aminozuur leidt tot voorlopermoleculen van glucose synthese (pyruvaat, OAA of intermediaren van de CZC).
  • Bij vetzuren worden aminozuren omgezet in Acetyl-CoA -> vetzuren (-> triglyceriden) en weer opgeslagen worden als triglycerides in vetweefsel.
  • Ketogene aminozuren zijn aminozuren waarbij de koolstof-ruggengraat leidt tot voorlopermoleculen van vetzuursynthese (Acetyl-CoA of Acetoacetyl-CoA), lycine of leucine zijn exclusief ketogeen.
  • De lever kan ook aminozuren sturen naar andere cellen (zoals de spieren) die dan zelf proteïnesynthese doen.

Gevaste toestand

  • In de gevaste toestand (lager bloedglucose, veel glucagon, weinig insuline) worden vetzuren naar de lever gebracht.
  • De lever oxideert vetzuren tot ATP.
  • Het geproduceerde ATP voorziet de energie voor gluconeogenese; bij extreem vasten worden er ketonen geproduceerd.
  • Aminozuren uit o.a. de spieren worden vrijgemaakt en naar de lever gebracht.

Structuur en omzetting van aminozuren

  • Vrije aminozuren worden in de lever omgezet/geoxideerd in glucose.
  • Glucogene aminozuren -> glucoseproductie (en een beetje ATP).
  • Ketogene aminozuren -> Acetyl-CoA kan helpen bij ketonproductie (beschermt de spieren), en is vooral afkomstig van de omzetting aminozuur -> vetzuur -> acetylcoa.
  • De aminogroep (NH3+) draagt niet bij aan de omzetting van aminozuren in voorlopermoleculen; eerst vindt transaminatie plaats, waarbij de 'carbon-backbone' wordt vrijgemaakt van de aminegroep.
  • Product = alfa-ketozuur (draagt wel bij aan voorlopermoleculen).
  • Acceptor aminegroep = alfa-ketoglutaraat -> glutamaat (aminozuur).
  • Zodra glutamaat in de lever aankomt geeft het de aminegroep af in de vorm van ammoniak (NH3).
  • Eigenlijk: glutamaat -> glutamine -> Lever -> 2 NH4+ -> a-KG.
  • Ammoniak gaat de ureacyclus binnen.
  • Ureumcyclus: ammoniak -> ureum.
  • Het is belangrijk dat ammoniak uitgescheden wordt, want het is giftig in hoge concentraties.

Ureumcyclus

  • De ureumcyclus vindt vooral plaats in de levercellen (en een beetje in de nieren).
  • Belangrijk om ammoniak (NH3), een toxisch bijproduct van aminozuurmetabolisme, om te zetten in het minder schadelijke ureum, wat vervolgens uitgescheden kan worden via de nieren en de urine..

De ureumcyclus in stappen

  • Stap 1: NH4+ + CO2 -(2 ATP)-> carbamoyl fosfaat (CH2NO5P2).
  • Ammonium (NH4+) wordt m.b.v. 2 ATP + CO2 (uit bicarbonaat) samengevoegd en vormt carbamoyl fosfaat, vereist activatie door NAG (N-acetylglutamaat) wat gesynthetiseerd is door Acetyl-CoA en Glutamaat.
  • Enzym: carbomyl fosfatase synthase 1.
  • Stap 2: Ornethine + Carbamoyl fosfaat -> Citrulline.
  • Ornithine (aminozuur) beweegt vanuit de ureumcyclus naar de mitochondriale matrix en bindt met carbamoyl fosfaat (aminozuur) -> Citrulline (aminozuur).
  • Enzym = Ornithine transcarbamoylase.
  • Stap 3: Citrulline + Aspartaat –(ATP)-> argininesuccinaat (cytoplasma levercel).
  • Aspartaat voorziet de tweede aminogroep op het uiteindelijke ureum.
  • Kost 1 ATP.
  • Enzym: argininosuccinaat synthease.
  • Stap 4: Argininesuccinaat -> Arginine + Fumaraat.
  • De tweede aminogroep van aspartaat komt terecht op arginine.
  • Fumaraat kan malaat vormen, wat weer OAA kan vormen.
  • OAA is een substraat van de CZC, en fumaraat is dus essentieel voor gluconeogenese in de lever.
  • Enzym: argininosuccinaat lyase.
  • Stap 5: Hydrolysering van arginine tot ureum (Arginine + H2O -> Ureum + ornithine).
  • Ornithine wordt vervolgens weer gerecycled voor de eerste stap van de ureumcyclus.
  • Enzym: arginase (bijna alleen maar in de lever aanwezig, dus deze stap kan alleen in de lever plaatsvinden).

Conclusie ureumcyclus

  • De NH3 groep in uereum komt van ammonia (stap 1), de NH2 groep van aspartaat (stap 3), het C-atoom komt van CO2 (stap 1).
  • Een deel van het ureum wordt gereabsorbeerd en naar de darm gebracht, waar het wordt afgebroken door ureasen (enzymen).
  • De geproduceerde ammoniak (NH3) wordt voor een dele via de feces uitgescheden, en een deel wordt weer geabsorbeerd in het bloed (-> ureumcyclus) en een heel klein deel blijft in de circulatie.
  • Er wordt dagelijks 30g ureum uitgescheden door een volwassene.

Regulatie en functie van de ureumcyclus

  • Regulatie van de ureumcyclus.

  • De lever heeft een grote capaciteit om stikstof uit aminozuren om te zetten in ureum, waardoor een toxische ophoping van ammoniak wordt voorkomen. De ureumcyclus wordt op drie manieren gereguleerd.

  • Regulatie door substraatbeschikbaarheid (feed-forward regulatie).

  • De snelheid van de ureumcyclus wordt grotendeels bepaald door de hoeveelheid beschikbare ammoniak: Hoe meer ammoniak er vrijkomt bij de afbraak van aminozuren, hoe sneller de cyclus verloopt. De snelheid van de cyclus hangt rechtstreeks af van de aanvoer van het substraat en niet van een feedbackmechanisme zoals bij veel andere metabole routes (typerend voor eliminatieprocessen die giftige stoffen uit het lichaam verwijderen).

  • Allostere activatie door N-acetylglutamaat (NAG).

  • Een belangrijke regulator van de ureumcyclus is het enzym carbamoylfosfaat synthetase I (CPSI), dat de eerste stap in de cyclus katalyseert; CPSI wordt geactiveerd door N-acetylglutamaat (NAG). De synthese van NAG uit acetyl-CoA en glutamaat wordt gestimuleerd door arginine; bij een verhoogde beschikbaarheid van arginine de neemt de productie van NAG toe, wat de activiteit van CPSI verhoogt en zo de ureumcyclus versnelt. Arginine stimuleert de vorming van ornithine via de arginase-reactie, waardoor de doorstroming van de cyclus verder bevordert.

  • Inductie en repressie van ureumcyclus-enzymen (feed-forward regulatie).

  • De expressie van enzymen die betrokken zijn bij de ureumcyclus wordt aangepast aan de metabole behoefte van het lichaam; verhoogde eiwitinname of langdurig vasten -> afbraak van aminozuren gestimuleerd -> meer ammoniakproductie -> expressie ureumcyclus-enzymen verhoogd -> ureumproductie neemt toe.

  • Dit is een tweede vorm van feed-forward regulatie, waarbij de cel reageert door meer enzymen te produceren, zodat de verwijdering van ammoniak efficiënt blijft verlopen.

  • Functie van de ureumcyclus tijdens vasten: Tijdens vasten speelt de lever een cruciale rol in het handhaven van de bloedglucosespiegel. Belangrijke bron van glucose = afbraak van spiereiwitten, omzetting via aminozuren in de lever door gluconeogenese.

  • Ureumuitscheiding tijdens de eerste fasen van vasten neemt aanzienlijk toe.

  • Het lichaam past zich aan door de energievoorziening te verschuiven van glucose naar ketonlichamen, de hersenen schakelen over op ketonlichamen.

  • Verlaagt de behoefte aan gluconeogenese, waardoor minder spiereiwit wordt afgebroken en de ureumproductie afneemt.

Hoe het lichaam zich aanpast aan uithongering

  • Om te overleven moeten we normale (basale) bloedglucoseniveaus behouden.
  • 3-4 uur na een maaltijd: glycogeenafbraak in de lever (+/- 1 dag) o.i.v. glucagon.
  • 24 uur na eten: gluconeogenese uit niet-koolhydraten.
  • Vetzuren: de afbraakproducten van vetzuren kunne voor het grootste deel niet omgezet worden in glucose (geen contributie aan gluconeogenese!); produceren WEL Acetyl-CoA -> CZC cyclus -> NADH en FADH2 -> ATP (dit geproduceerde ATP verzorgt de benodigde energie voor gluconeogenese).
  • Aminozuren zijn nodig om alanine, die wordt gesynthetiseerd in perifere weefsels, en dienst efficient als drager van stikstof naar de lever, omzet naar glucose door gluconeogenese.
  • Ketogene aminozuren kunnen NIET bijdragen aan gluconeogenese omdat deze omgezet worden tot Acetyl-CoA.
  • Verlengd vasten (>72 uur): eiwitten besparen door ketogenese
  • Ketonen zijn wateroplosbaar genoeg om de bloed-brein barrière te passeren
  • Wat gebeurt er tijdens een lange vast:
  • Lipolyse en bèta-oxidatie
  • Veel Acetyl-CoA moleculen Bij een korte vast (1/2 dagen): CZC -> NADH en FADH2 -> ATP
  • Na 3-4 dagen vast krijg je extreem veel Acetyl-CoA, meer dan nodig voor ATP-synthese (want geen inhibitie voor bèta- oxidatie) en heel veel ATP
  • Veel ATP zorgt voor slomere ETC, dus veel NADH en FADH2 aanwezig CZC gaat langzamer door veel NADH.
  • Acetyl-CoA wil de CZC niet meer in.
  • Hersenen e.d. nemen ketonen op en draaien deze teug tot Acetyl-CoA wat daar de citroenzuurcyclus in kan Minder gluconeogenese.
  • Minder eiwitafbraak
  • Gluconeogenese: Pyruvaat-> OAA-> PEP -> Glucose

Metabolisme van ketonlichamen

  • Over het algemeen dienen vetzuren (uit triacylglycerolen in het vetweefsel) als de belangrijkste energiebron voor het lichaam tijdens vasten. Deze vetzuren worden volledig geoxideerd tot CO2 en H2O door bepaalde weefsels.
  • In de lever wordt veel van het acetyl-CoA, dat ontstaat uit de oxidatie van vetzuren, gebruikt voor de synthese van de ketonlichamen acetoacetaat en hydroxybutyraat, die in het bloed terechtkomen.
  • In skeletspieren en andere weefsels worden deze ketonlichamen omgezet naar acetyl-CoA, dat geoxideerd wordt in de TCA-cyclus, waarbij ATP wordt geproduceerd
  • Verloop synthese: verloop via Acetyl-CoA + Acetyl-CoA => acetoacetaat + hydroxybutyraat + Aceton
  • Oxidatie van Ketonlichamen als Brandstof:
  • Acetoacetaat en B-hydroxybutyraat kunnen door de meeste weefsels worden verbruikt en in C02 omgezet worden
  • Het is niet mogelijk voor de rode bloedcel
  • Succinyl CoA is hierbij essentieel.

Wezels die ketonlichamen gebruiken

  • Spieren, hart, lever -> gebruiken vooral vetzuren als brandstof bij vasten
  • Andere weefsels, zoals de hersenen -> Gebruiken meer ketonlichamen
  • Specifieke weefsels die ketonlichamen gebruiken: Darmmucosacellen( voorkeur voor ketonlichamen + aminozuren (boven vetzuren) bij uithongering
  • Rode bloedcellen en de lever maken GEEN gebruik van ketonlichamen.
  • Lever: maakt ketonen, gebruikt ze niet.
  • Rode bloedcellen: hebben geen mitochondria dus kunnen de ketonen niet afbreken.
  • De supply bij factoren die verhogen de ketonlichaamsynthese is :1) Meer vetzuren beschikbaar uit weefsel & 2) Laag insuline/glucagon-ratio
  • Acetyl-CoA stroomt naar ketogeneses Acyl-CoA overschot -> ketogenese i.p.v. CZcyclus.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

Description

Deze quiz behandelt leverprocessen bij verschillende metabolische toestanden, waaronder de rol van aminozuren, vetzuuroxidatie en ketogenese tijdens het vasten en in gevoede toestand. Test je kennis van biochemische processen in de lever en hun regulatie.

More Like This

Liver and Protein Metabolism
36 questions

Liver and Protein Metabolism

DiversifiedMelodica6625 avatar
DiversifiedMelodica6625
Biochemistry of Liver Metabolism
40 questions

Biochemistry of Liver Metabolism

ConstructiveHeliotrope1915 avatar
ConstructiveHeliotrope1915
Use Quizgecko on...
Browser
Browser