Hoge Raad Arrest: Melk en Water (1916)

Wat is het belangrijkste juridische principe dat de Hoge Raad introduceert in deze zaak?

Waarom werd de knecht niet verantwoordelijk gehouden voor het verkopen van verdunde melk?

Welke artikel van de Algemene Politie Verordening werd geschonden?

Wat betekent de Hoge Raad voor de strafbaarheid bij overtredingen zonder schuldbestanddeel?

Welke conclusie kan worden getrokken over de verantwoordelijkheden van de knecht en de veehouder?

Hoge Raad arrest: Melk en water (1916)

Datum: 14 februari 1916
Arrest: NJ 1916/681

Onderwerp

Kern: Afwezigheid van alle schuld (avas) bij overtreding van de Algemene Politie Verordening (APV)
Probleem: Knecht verkoopt naar zijn weten volle melk, maar de melk was verdund met water. Dit is in strijd met artikel 303 APV.
Rechtsvraag: Is de knecht schuldig aan overtreding hoewel hij geen bewustzijn had van het bedrog?

Kernargumentatie Hoge Raad (HR)

Invoering: HR introduceert de ongeschreven schulduitsluitingsgrond 'afwezigheid van alle schuld'.
APV en schuldbestanddeel: De APV bevat geen expliciet schuldbestanddeel. Dit impliceert dat de innerlijke gesteldheid van de verdachte in principe geen bepalende factor is voor de strafbaarheid.
Adagium 'geen straf zonder schuld': De HR meent dat dit principe ook van toepassing is op overtredingen in de APV.
Beslissing: De knecht werd vrijgesproken, omdat hij geen bewustzijn had van het feit dat de melk verdund was.
Verantwoordelijkheid van de baas: De vrijspraak van de knecht betekent niet dat de veehouder niet strafrechtelijk verantwoordelijk is.

Verken het belangrijke Hoge Raad arrest 'Melk en Water' uit 1916. Dit arrest behandelt de afwezigheid van schuld bij overtredingen van de Algemene Politie Verordening. Ontdek de implicaties van deze uitspraak en hoe de Hoge Raad het adagium 'geen straf zonder schuld' toepaste in dit geval.