Hirst's Theory of Moral Acceptability

Gelijkheid vervult ons met afschuw omdat we willen uniek zijn?

Gelijkheid heeft alleen een feitelijke inhoud en geen normatieve betekenis?

Er bestaan veel verschillende vormen van gelijkheid, maar hierover hoeft op een examen niet duidelijk verwoord te worden?

Rechtengelijkheid behoort tot de 3 vormen van gelijkheid op het niveau van 'recht op gelijke behandeling'?

Het non-discriminatie principe wil juist meer toelaten bij de start?

Volgens Robert Nozick is vrijheid onverenigbaar met moderne grondrechten?

Aristoteles stelt dat gelijke zaken ongelijk behandeld moeten worden?

Gelijke zaken moeten gelijk worden behandeld, volgens de tekst.

Lance Armstrong werd zwaar aangepakt volgens de tekst.

Formele gelijkheid is een veeleisend beginsel volgens de tekst.

Plato verwierp democratie en tirannie volgens de tekst.

John Locke geloofde in aangeboren ideeën volgens de tekst.

Volgens Thomas Hobbes leven alle mensen in de natuurtoestand in volledige vrijheid, volgens de tekst.

Racisme en beschavingsleer worden negatief beoordeeld in de tekst.

De Europese Unie mengt zich in domeinen die ver buiten de grenzen van natuurrechten reiken, volgens de tekst.

Studies zijn wel relevant als basis om ongelijke behandeling te rechtvaardigen, volgens de tekst.

Kansengelijkheid houdt in dat iedere burger dezelfde kansen krijgt, volgens de tekst.

Uitsluiting is pas moreel aanvaardbaar als die teruggaat op een onverenigbaar kenmerk waarvoor men vrij kan kiezen, volgens de tekst.

Te streng zijn in het criterium voor gerechtvaardigde uitsluitingen wordt in de tekst als een probleem genoemd.

Volgens Hirst is uitsluiting moreel aanvaardbaar omdat je vrij kan kiezen voor je religie. (waar/onwaar)

Is het toegestaan om direct onderscheid te maken op grond van leeftijd, seksuele geaardheid, geloof, levensbeschouwing of handicap? (waar/onwaar)

Indirect onderscheid vindt plaats wanneer een ogenschijnlijk neutrale bepaling schadelijke weerslag heeft op personen op wie een discriminatiegrond van toepassing is. (waar/onwaar)

De complexe open toetsing van antidiscriminatiewetten is begrijpelijk voor de gemiddelde burger. (waar/onwaar)

Compenserende kansengelijkheid zorgt voor gelijke toegang en gelijke middelen voor alle individuen. (waar/onwaar)

Gemiddeld stijgt de kans van elk individu op hoger onderwijs door democratisering. (waar/onwaar)

Democratisering heeft geleid tot een stijging in de kans op hoger onderwijs voor zwakkere groepen ten opzichte van sterkere groepen. (waar/onwaar)

Substantiële gelijkheid betekent dat iedereen dezelfde uitgangspositie heeft om banen, middelen en voordelen te verkrijgen. (waar/onwaar)

Compenserende kansengelijkheid is een vorm van gelijkheid die alleen gelijke toegang biedt tot verdeelde middelen. (waar/onwaar)

Mensen uit lagere milieus krijgen iets en mensen uit hogere milieus wordt iets afgenomen om substantiële gelijkheid te bereiken. (waar/onwaar)

Economische compensaties voor compenserende kansengelijkheid kunnen bestaan uit zaken zoals maximumfactuur, kinderbijslag en sociale leningen. (waar/onwaar)

Democratisering heeft geleid tot een stijging in de gemiddelde kans van groepen op hoger onderwijs. (waar/onwaar)

Volgens het verschilprincipe mag ongelijke verdeling alleen gerechtvaardigd worden als die in het voordeel is van de meest begunstigden.

Mensen hebben recht op bronnen zoals kwaliteitsvol onderwijs en basisinkomen volgens de bronnengelijkheid.

Absolute welvaartsgelijkheid betekent dat iedereen evenveel verdient, wat kan leiden tot gevoelens van unfairheid voor zij die zich meer inzetten.

Het verschilprincipe is in strijd met economische principes zoals 'principle of the best profit'.

Gelijkheid naar behoefte, gebaseerd op zowel luxebehoeften als sociale behoeften, is een principe van welvaartsgelijkheid.

Mensen die prosociaal zijn, zijn onverschillig ten opzichte van de behoeften of verlangens van anderen.

Gelijkheid naar prestatie houdt in dat er gelijk loon is voor gelijk werk.

Bij bronnen gelijkheid hebben ook minder getalenteerde mensen recht op gelijkheid.

Compensatie voor variatie in capaciteiten en talenten wordt gegeven of verkregen op basis van het verschil.

Mensen zijn prosociaal als ze bereid zijn een stuk van hun eigenbelang te laten varen om anderen iets te geven of te helpen.

Volgens de tekst is het mogelijk om welvaartsgelijkheid onder te verdelen in verschillende principes, zoals absolute welvaartsgelijkheid en gelijkheid naar behoefte.

Het verschilprincipe erkent het bestaan van competentieverschillen en capaciteitsgradaties.