Groeiende welvaart en voedselvraag
5 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is een mogelijke interpretatie van de afbeelding?

  • Het toont een wiskundige formule.
  • Het is een scriptie over geschiedenis.
  • Het geeft een wetenschappelijk concept weer.
  • Het vertegenwoordigt een soort kunstwerk. (correct)
  • Welke symbolen zijn waarschijnlijk niet in de afbeelding te vinden?

  • Natuurkundige symbolen
  • Lettertekens
  • Wiskundige tekens
  • Geluidsymbolen (correct)
  • Wat zou het doel van de afbeelding kunnen zijn?

  • Het uitleggen van een concept. (correct)
  • Het verkopen van een product.
  • Het versieren van een pagina.
  • Het illustreren van een verhaal.
  • Welke van de volgende factoren is niet relevant in de afbeelding?

    <p>Smaak van de maker</p> Signup and view all the answers

    Wat kan de complexiteit van de symbolen aanduiden?

    <p>Meerdere lagen van betekenis.</p> Signup and view all the answers

    Study Notes

    Groeiende welvaart en voedselvraag

    • Groeiende welvaart leidt tot grotere voedselvraag.
    • Grondstoffen en brandstoffen worden gebruikt om voedsel te produceren.
    • Multinationals en overheden exploiteren gebieden zoals het Amazonegebied en Bolivia.
    • Exploiteren betekent het halen van producten om winst te maken.
    • Amazonegebied is van mondiaal belang voor CO2-opname en zuurstof.
    • Ontbossing en vervuiling neemt toe door toenemende vraag naar grondstoffen en economische groei.
    • Draagkracht van de aarde wordt overschreden.
    • Meest verbouwde plantagegewas is soja, vooral bestemd voor veevoer.
    • Bolivia is grote producent van cocabladeren voor cocaïne.
    • Tropisch hout is populair vanwege hardheid en goedkope prijs.
    • Lage lonen en geen noodzaak voor houtplantages maken het goedkoop.
    • Grotere vraag naar water en elektriciteit, vooral in verband met stuwdammen.
    • Biodiversiteit en inheemse bevolking worden aangetast.
    • Ontbossing is een groot gevolg van veeteelt.
    • Regenwoud wordt gekapt om landbouwgrond te creëren.
    • Ontginning = aanpassen van landbouwgrond voor plantages.

    Plantagelandbouw en Monoculturen

    • Plantagelandbouw is grote bedrijven gebruiken om monoculturen te produceren.
    • Monoculturen zijn gewassen op grote bedrijven voor de wereldmarkt.
    • Amazone rijk aan grondstoffen.
    • Winning leidt tot ontbossing en vervuiling.
    • Exploitatie Amazone vereist meer infrastructuur voor gemakkelijke bereikbaarheid.
    • Organisaties zoals VN, EU proberen ontbossing van Amazone tegen te gaan.
    • Zuid-Amerikaanse landen maken wetten om Amazone te beschermen.

    Natuurrampen

    • Natuurrampen = rampen door natuurlijke oorzaken met grote economische schade en slachtoffers.
    • Zuid-Amerikaanse landen hebben te maken met modderstromen.
    • Modderstromen ontstaan door langdurige regenval, die tot aardverschuivingen kan leiden.
    • Aardverschuiving = verzakking van verzadigde puinmassa.
    • Kwetsbare gebieden met veel bevolking dragen meer schade.
    • Ontbossing vergroot kans op overstromingen.
    • Orkaan = tropische storm met windsnelheden die orkaan-drempel overschrijden.
    • Orkanen of stormen buiten tropen kunnen stormavloed veroorzaken.
    • Stormavloed = sterke stijging van zeewaterstand langs kust.
    • Westen Zuid-Amerika staat voor aardbevingen en vulkaanuitbarstingen vanwege platentektoniek.
    • Gevolg aardbevingen en tsunami.
    • Vulkaanuitbarstingen leiden vaak tot lahars, wat modderstromen zijn.
    • Hazard management = preventief voorkomen van natuurrampen.
    • Curatief = op het moment van ramp.
    • Maatregelen (preventief): onderzoeken risicogroepen en het verkleinen van risico's.
    • Maatregelen (curatief): noodhulp en verbetering van systemen.
    • Organisaties zoals gemeenten, UN helpen bij problemen.

    Informele Steden

    • Informele stad = deel van stad dat geen deel uitmaakt van ontwikkeling.
    • Ge-consolideerde wijken = opgeknapt door bewoners of overheid.
    • Terwijl het stadscentrum verder ontwikkelt, nemen stadsuitbreiding en winkelcentra toe in de rand.
    • Megastad = stad met veel inwoners leidt tot problemen met vervoer, wegen en ontlasting.
    • Beperkte ruimte in megastaden leidt tot overbelast OV, weinige wegen, files, luchtvervuiling.
    • Problematisch met essentiële voorzieningen als gevolg van groeiende bevolking.
    • Mensen bouwen woningen in sloppenwijken buiten stad.

    Sociale Ongelijkheid in Zuid-Amerikaanse Steden

    • Sociale ongelijkheid in Zuid-Amerikaanse steden.
    • Gini-coëfficiënt meet de sociale ongelijkheid.
    • Hoe hoger coëfficiënt hoe groter ongelijkheid.
    • Sociaaleconomische ongelijkheid groeit in grote steden, met veel goedbetaalde banen en veel macht.
    • Arme migranten migreren naar steden, relatief minder armoede in steden vs platteland.
    • Sociale segregatie = scheiding van groepen, vaak gebaseerd op socialeconomische en etnische achtergrond.
    • Verschillende sociale klassen, ontstaan door verschillende economische posities.
    • Meeste armen wonen in sloppenwijken.
    • Stedelijke groei is vaak te wijten aan armere bevolkingsgroepen.
    • Armen bouwen woningen zonder erkenning van eigendomsrechten.
    • Overheden beginnen om armere bevolkingsgroepen te beschermen (vaak als voorwaarde voor subsidie).

    Inheemse Bevolking

    • Inheemse bevolking = oorspronkelijke bewoners in een bepaald gebied.
    • Identiteit en cultuur onder druk.
    • Integratieproces van aanpassen aan dominante cultuur.
    • Assimilatie = opgeven van identiteit voor cultuur van dominante cultuur.
    • Invloed van dominante cultuur en overheid op identiteit inheemse volkeren.
    • Aandeel van inheemse volkeren in steden neemt toe.
    • Oorzaken variëren: vlucht voor conflicten of hoop op economische kansen.
    • Inheemse volkeren scoren lager op sociaal-economische indicatoren dan niet inheemse volkeren.
    • Inheemse bevolking vecht voor meer rechten.

    Conflicts en Protesten

    • Inheemse volkeren komen steeds meer in opstand tegen overheden.
    • Er zijn botsingen, conflicten over land en grondgebruik.
    • Inheemse bevolking voelt zich achtergesteld door dominante groepen.
    • Ze vragen om zelfbeschikkingsrecht (autonomie)en lokale bestuursrechten.
    • Dit leidt tot conflicten over land, grondgebruik en lokale macht.
    • Overheid wil land gebruiken om natuurlijke bronnen te verwerven, vaak zonder inheemsen recht te erkennen.
    • Conflict over grenzen tussen landen: territoriale conflicten.
    • Protesten, soms gewelddadig, door inheemse bevolking.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    3.pdf

    Description

    Deze quiz verkent de relatie tussen groeiende welvaart en de toename van de voedselvraag. We onderzoeken de impact van economische activiteiten op het milieu, inclusief ontbossing en de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen in gebieden zoals het Amazonegebied en Bolivia. Bereid je voor op vragen over biodiversiteit en de gevolgen voor inheemse bevolkingen.

    More Like This

    Discovering the World of Fisheries and Aquaculture
    10 questions
    Trends in Food Colorants
    10 questions

    Trends in Food Colorants

    AuthenticLesNabis avatar
    AuthenticLesNabis
    Global Population and Food Demand Challenges
    5 questions
    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser