GGZ boek h10
45 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Welke factor speelt een rol bij suïcidaal gedrag volgens de cognitief-psychologische theorievorming?

  • Onvoldoende werkervaring
  • Overgevoeligheid voor gebeurtenissen die uitstoting betekenen (correct)
  • Overmatige sociale interactie
  • Te veel problemoplossende vaardigheden
  • Wat wordt beschreven als een kenmerkende ervaring voor mensen met suïcidale gedachten?

  • Het gevoel altijd ondersteund te worden door vrienden
  • De ervaring dat er geen ontsnapping is aan lijdensdruk (correct)
  • Een positieve outlook op de toekomst
  • Een constante zoektocht naar nieuwe kansen
  • Welke behandeling kan helpen bij acute suïcidale dreiging?

  • Alle mogelijke middelen uit de omgeving verwijderen (correct)
  • Alleen cognitieve therapie
  • Langdurige afwachting zonder medische interventie
  • Psychologische hersteltijd zonder steun
  • Wat is een mogelijk effect van serotonerge antidepressiva in de eerste weken van behandeling?

    <p>Verhoogde suïcidale gedachten (C)</p> Signup and view all the answers

    Welke benadering kan een preventief effect hebben op suïcidale gedachten?

    <p>Cognitieve therapie gericht op het opsporen van negatieve gedachten (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een risicofactor voor het ontwikkelen van een depressie?

    <p>Neuroticisme (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een typische eigenschap van patiënten met een depressie?

    <p>Ze herinneren nare gebeurtenissen beter dan prettige ervaringen (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat moet er gedaan worden bij het starten van de behandeling van een depressie?

    <p>Psycho-educatie geven en een goede dagritme adviseren (C)</p> Signup and view all the answers

    Welke behandeling kan worden overwogen als lichte klachten van depressiviteit langer dan 3 maanden aanhouden?

    <p>Probleemgerichte therapie (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijk kenmerk van tricyclische antidepressiva (TCA’s)?

    <p>Ze zijn gecontra-indiceerd bij recente myocardinfarct. (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat kan een bijwerking zijn die al eerder merkbaar wordt dan het effect van antidepressiva?

    <p>Bijwerkingen (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat moet er gedaan worden als monotherapie niet helpt bij een depressieve stoornis?

    <p>Combinatietherapie worden toegepast (A)</p> Signup and view all the answers

    Hoe lang moet een succesvolle behandeling van depressie na herstel gecontinueerd worden?

    <p>Minimaal 6 maanden (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kenmerkend symptoom dat erop kan wijzen dat er sprake is van een depressieve stoornis in plaats van een normale rouwreactie?

    <p>Preoccupatie met schuldgevoelens (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de levensprevalentie van alle depressieve stemmingstoornissen?

    <p>19% (D)</p> Signup and view all the answers

    Welke factoren spelen een grotere rol in het ontstaan van een depressieve stoornis dan genetische kwetsbaarheid?

    <p>Omgevingsfactoren (D)</p> Signup and view all the answers

    Op welke leeftijdscategorie heeft 40% van de patiënten hun eerste episode van een depressieve stoornis?

    <p>Tussen het 15e en 35e levensjaar (B)</p> Signup and view all the answers

    Welk neurotransmitter systeem is het sterkst betrokken bij de pathogenese van depressieve stoornissen?

    <p>Serotoninesysteem (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat wordt soms als een biologische afwijking gezien in het serotoninesysteem bij depressieve patiënten?

    <p>Verhoogde affiniteit van receptoren (D)</p> Signup and view all the answers

    Welke rol heeft het immuunsysteem in de context van een depressieve stoornis?

    <p>Het veroorzaakt somatische klachten (D)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende systemen is in verband gebracht met de inadequate stressregulatie bij depressieve stoornissen?

    <p>HPA-as (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn enkele verschijnselen van een depressieve stoornis?

    <p>Magische denkbeelden en vreemd gedrag (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de kans op een recidief na een derde depressieve episode?

    <p>90% (C)</p> Signup and view all the answers

    Hoe kan de ernst van een depressieve stoornis worden bepaald?

    <p>Aan de hand van het aantal symptomen en het effect op het functioneren (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijke stap voordat de classificatie van depressieve stoornis wordt toegekend?

    <p>Het uitsluiten van somatische aandoeningen en middelengebruik (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat kan de impact zijn van een depressieve stoornis?

    <p>Beperking van sociale contacten en werkprestaties (D)</p> Signup and view all the answers

    Welke symptomen kunnen moeilijk te onderscheiden zijn van een angststoornis?

    <p>Vervlakte emoties en beperkte initiatief (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kenmerk van een persisterende depressieve stoornis?

    <p>Intensievere vormen van psychotherapie zijn noodzakelijk (B)</p> Signup and view all the answers

    Waarom kan de diagnose van een depressieve stoornis moeilijk zijn bij oudere patiënten?

    <p>Omdat zij gemakkelijk met dementie verward kunnen worden (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn enkele lichamelijke klachten die geassocieerd zijn met depressieve symptomen?

    <p>Moeheid en gewichtsverlies (A), Slaapproblemen en libidoverlies (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat betekent anhedonie in de context van depressie?

    <p>Het ervaren van geen plezier in dagelijkse activiteiten (D)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende symptomen wordt als cognitief beschouwd tijdens een depressieve episode?

    <p>Verlies van concentratie (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijke factor die de kans op suïcidepogingen vergroot?

    <p>Aanwezigheid van suïcidale gedachten (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat percentage van mensen met suïcideplannen onderneemt daadwerkelijk een suïcidepoging?

    <p>72% (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kenmerk van persisterende depressieve stoornis volgens de DSM5 criteria?

    <p>Sombere stemming gedurende ten minste twee jaar (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn stemmingscongruente depressieve wanen?

    <p>Wanen zoals schuld, zonde en armoede (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat maakt automutilatie verschillend van suïcidaal gedrag?

    <p>Automutilatie is gewoonlijk impulsief en niet gepland. (C)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende is geen voorbeeld van een conatieve symptoom bij depressie?

    <p>Slechte eetlust (D)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende factoren kan DUURZAME suïcidale gedachten of gedrag aanduiden?

    <p>Chronische hopeloosheid (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een mogelijk gevolg voor naasten van iemand die suïcide pleegt?

    <p>Intense verdriet en schuldgevoelens (D)</p> Signup and view all the answers

    Welke symptomen kunnen gepaard gaan met een ernstige depressieve stoornis?

    <p>Preoccupatie met zelfmoord (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een risicofactor voor suïcide die vaak wordt genoemd?

    <p>Laag zelfbeeld (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn de mogelijke gevolgen van een depressieve episode op het functioneren van een patiënt?

    <p>Verlies van sociale contacten (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een gevolg van het niet tijdig herkennen van suïcidaliteit?

    <p>Verhoogde kans op suïcidepogingen (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat wordt als een belangrijke diagnostische stap gezien in de behandeling van patiënten met een depressieve stoornis?

    <p>Vragen naar suïcidale gedachten (A)</p> Signup and view all the answers

    Flashcards

    Depressieve symptomen

    Onder depressieve symptomen vallen somberheid en verlies van interesse of plezier in dagelijkse bezigheden (anhedonie).

    Lichamelijke klachten van depressie

    Moeheid, anergie, slaapstoornissen, anorexie, gewichtsverlies, obstipatie, libidoverlies en amenorroe (menstruatiestoornissen) bij vrouwen.

    Cognitieve Depressie Symptomen

    Verlies van concentratie, geheugen, oordeelsvermogen en denkprocessen. Vaak gepreoccupeerd met waardeloosheid.

    Gevoelens bij depressie

    Overdreven of misplaatste schuldgevoelens, besluiteloosheid, gedachten van uitzichtloosheid, hopeloosheid, hulpeloosheid en preoccupatie met de dood/zelfmoord.

    Signup and view all the flashcards

    Depressieve Wanen

    Bij ernstige depressie kunnen wanen ontstaan (schuld, zonde, armoede, hypochondrisch), of zelfs negatiewaan.

    Signup and view all the flashcards

    Conatieve symptomen

    Psychomotorische aspecten zoals remming of agitatie. Deze zijn niet altijd aanwezig bij lichte stoornissen.

    Signup and view all the flashcards

    Persisterende depressieve stoornis

    Langdurige depressieve stemming, tenminste twee jaar, met minder symptomen dan een normale depressie.

    Signup and view all the flashcards

    DSM-5 criteria (pers. depressie)

    Sombere stemming meeste dagen gedurende 2 jaar (adolescenten: 1 jaar, mogelijk prikkelbaarheid) met 2 of meer symptomen zoals slechte eetlust/eten, slaapstoornissen, weinig energie, laag zelfbeeld, concentratieproblemen of moeilijke beslissingen.

    Signup and view all the flashcards

    Verschijnselen van depressie

    Beperkingen in sociaal functioneren, vreemd gedrag, slechte verzorging, vervlakte emoties, magische denkbeelden, betrekkingsideeën en gebrek aan initiatief, belangstelling of energie.

    Signup and view all the flashcards

    Restsymptomen

    Symptomen die na de behandeling van depressie overblijven en de kans op terugval vergroten waardoor het functioneren negatief beïnvloed wordt.

    Signup and view all the flashcards

    Recidiefepisoden

    Herhalende depressieve episodes, belangrijk om zoveel mogelijk te behandelen en preventie op te nemen.

    Signup and view all the flashcards

    Ernst depressie bepalen

    De ernst van de depressie wordt bepaald door de mate van functieverlies en het aantal symptomen. Er zijn lijsten die in licht, matig en ernstig onderscheid maken.

    Signup and view all the flashcards

    Depressie vs. angst

    Een lichte depressie kan moeilijk te onderscheiden zijn van een angststoornis, waarbij de relatieve ernst van angst en depressie, en de volgorde van verschijning van de symptomen belangrijk zijn.

    Signup and view all the flashcards

    Depressie bij ouderen en dementie

    Depressie bij ouderen kan verward worden met dementie vanwege vergeetachtigheidsklachten, maar depressie komt vaak bij dementie voor

    Signup and view all the flashcards

    Geheugenprobleem bij depressie

    Een geheugenprobleem kan ontstaan door slechte concentratie en desinteresse, wat leidt tot onvoldoende informatieopslag.

    Signup and view all the flashcards

    Proefbehandeling depressie

    Een proefbehandeling met antidepressiva kan nodig zijn om te bevestigen of er sprake is van een depressieve stoornis.

    Signup and view all the flashcards

    Depressie na verlies dierbare

    Symptomen als schuldgevoel, doodgedachten en waardeloosheid na een overlijden kunnen duiden op depressie in plaats van rouw.

    Signup and view all the flashcards

    Epidemiologie depressie

    19% van de mensen ervaart in hun leven een depressie, vrouwen twee keer zo vaak als mannen.

    Signup and view all the flashcards

    Genetische kwetsbaarheid depressie

    Een eerstegraads familielid met een stemmingsstoornis verhoogt het risico op depressie.

    Signup and view all the flashcards

    HPA-as en depressie

    Depressieve patiënten vertonen vaak een verhoogde activiteit van de HPA-as, het systeem dat stress reguleert.

    Signup and view all the flashcards

    Neurotransmitters en depressie

    Noradrenaline, dopamine en serotonine spelen een belangrijke rol bij depressie, met afwijkingen in het serotoninesysteem.

    Signup and view all the flashcards

    Psychosociale factoren en depressie

    Psychosociale factoren kunnen een rol spelen in het ontstaan of in stand houden van depressie.

    Signup and view all the flashcards

    Risicofactoren voor depressie

    Psychotraumatische ervaringen in de jeugd, neuroticisme en persoonlijkheidsstoornissen verhogen het risico op depressie.

    Signup and view all the flashcards

    Depressieve Denkpatronen

    Mensen met depressie veralgemenen negatieve ervaringen en herinneren nare gebeurtenissen beter dan positieve.

    Signup and view all the flashcards

    Gevolg van negatieve gedachten

    Depressieve mensen hebben vaak indringende negatieve gedachten over zichzelf en irreële overtuigingen, wat terugvalrisico verhoogt.

    Signup and view all the flashcards

    Eerste stap in depressiebehandeling

    Psycho-educatie is de eerste stap, inclusief advies voor een regelmatig dagritme.

    Signup and view all the flashcards

    Behandelingen voor lichte depressie

    Lichte depressieve klachten die langer dan 3 maanden aanhouden, kunnen behandeld worden met psychotherapie zoals probleemgerichte therapie.

    Signup and view all the flashcards

    Ernstige depressie: Behandelingsopties

    Bij ernstige depressieve stoornissen komen zowel neurobiologische (medicatie) als psychologische behandelingen in aanmerking.

    Signup and view all the flashcards

    Efficiëntie van Medicatie

    Medicatie is even effectief als psychotherapie bij depressie, tenzij de ernst zo groot is dat psychotherapie niet haalbaar is.

    Signup and view all the flashcards

    Combinatietherapie voor depressie

    Bij ineffectieve monotherapie is combinatietherapie (medicatie + psychotherapie) een optie, met een herstelpercentage van 75%.

    Signup and view all the flashcards

    HPA-as hyperactiviteit

    Een verhoogde activiteit van het hypothalamus-hypofyse-bijniras systeem dat stress reguleert, wat in verband wordt gebracht met suïcidaal gedrag.

    Signup and view all the flashcards

    Serotonerge neurotransmissie

    De communicatie tussen zenuwcellen via de neurotransmitter serotonine is verstoord bij suïcidaal gedrag.

    Signup and view all the flashcards

    Uitstoting door de sociale omgeving

    Gebeurtenissen die iemand het gevoel geven dat hij of zij wordt afgewezen of uitgesloten uit de gemeenschap, zoals pesten of werkloosheid. Deze kunnen leiden tot intens psychisch lijden en suïcidale gedachten.

    Signup and view all the flashcards

    Geen ontsnapping (No escape)

    De ervaring dat er geen manier is om te ontsnappen aan een moeilijke situatie, gepaard gaand met een beperkt probleemoplossend vermogen en een negatief autobiografisch geheugen.

    Signup and view all the flashcards

    Geen redding (No rescue)

    Het gevoel dat er in de toekomst geen verbetering of hulp zal komen, gepaard gaand met hopeloosheid.

    Signup and view all the flashcards

    Suïcidepoging vs. Suïcide

    Een suïcidepoging is een actie met de intentie om zichzelf te doden, maar die niet succesvol is. Een suïcide is een succesvolle poging om zichzelf te doden.

    Signup and view all the flashcards

    Suïcidaal proces

    Een periode waarin iemand suïcidale gedachten heeft, plannen maakt en mogelijk pogingen onderneemt om zichzelf te doden.

    Signup and view all the flashcards

    Risicofactoren bij suïcide

    Factoren die de kans op suïcidaal gedrag vergroten, zoals een doodswens, concrete plannen, hopeloosheid, alcoholgebruik en toegang tot letale middelen.

    Signup and view all the flashcards

    Automutilatie vs. Suïcidaal gedrag

    Automutilatie is herhaaldelijk zelfbeschadigend gedrag, vaak met andere motivaties dan suïcide. Suïcidaal gedrag is gericht op zelfdoding.

    Signup and view all the flashcards

    Incidentie van suïcide

    Het aantal nieuwe gevallen van suïcide per jaar.

    Signup and view all the flashcards

    Etiopathogenese van suïcide

    De oorzaken en ontwikkeling van suïcidaal gedrag, die voortkomen uit een combinatie van psychologische kwetsbaarheid en stress.

    Signup and view all the flashcards

    Rol van genetica bij suïcide

    Genetische factoren, met name die betrokken bij de serotonine-stofwisseling, verhogen de kwetsbaarheid voor suïcidaal gedrag.

    Signup and view all the flashcards

    Overerving van suïcide

    De neiging tot suïcidaal gedrag kan worden doorgegeven, maar is onafhankelijk van de overerving van psychiatrische aandoeningen zoals depressie of schizofrenie.

    Signup and view all the flashcards

    Study Notes

    Depressieve stemmingsstoornissen

    • Pathologisch somberheid: Intensiteit en duur van somberheid staan niet in verhouding tot aanleiding.

    • Classificatie (DSM-5): Depressieve stoornis, Persisterende depressieve stoornis, Premenstruele stemmingsstoornis, Depressieve stoornis door middel/medicatie, Depressieve stoornis door somatische aandoening.

    • Depressieve stoornis: Characterized by one or more depressive episodes. Affective and somatic symptoms are prominent.

    • DSM-5 criteria for depressive episode: Five (or more) symptoms present for two weeks, deviating from prior functioning; at least one symptom is:

      • (1) or (2): Either a persistently sad mood or loss of interest/pleasure.
      • Sombre stemming: Pervasive throughout the day, and almost every day, as evidenced by subjective reports (e.g., feeling sad, empty, hopeless) or observable by others (e.g., evident tears)
      • Diminished interest or pleasure: Vast majority of daily activities, nearly every day.
    • Significant weight changes: Without dieting or with increased/decreased appetite.

    • Sleep disturbances: Insomnia (difficulty sleeping) or hypersomnia (excessive sleeping).

    • Psychomotor agitation or retardation: Observable by others, not just subjective feelings.

    • Fatigue or loss of energy: Nearly every day.

    • Worthlessness or excessive guilt: Daily, often not related to being ill, but more as a general feeling about the self.

    • Impaired concentration or indecisiveness: Frequent occurrences.

    • Recurring thoughts of death: Not just fear of death, but recurring suicidal ideation, non-specific ideation, or a specific plan for suicide, or a suicide attempt.

    Subtypes

    • Persistent depressive disorder: Chronically low mood (at least two years) with fewer symptoms than a major depressive episode.

    • Premenstrual dysphoric disorder: Symptoms worsening in the week before menstruation and improving within a few days post-menstruation. Symptoms include mood swings, irritability, anxiety, and depression.

    Additional notes

    • Somatic symptoms: Fatigue, anergia, sleep disturbances, anorexia, weight loss, constipation, loss of libido (female: amenorrhoea).

    • Cognitive symptoms: Concentration problems, memory issues, judgment impairment, thought distortions (worthlessness, hopelessness, helplessness, suicidal thoughts).

    • Conative symptoms: Slowed or agitated movements.

    • Depressive mania: Severe depression can manifest with delusions or hallucinations.

    • Hypo/Schizoaffective disorder & other related considerations: Distinction with other diagnoses.

    • Severity: Mild, moderate, and severe distinctions based on levels of functioning impairment.

    • Comorbidity: Commonly co-occurs with other mental health conditions.

    • Treatment considerations: A comprehensive approach based on patient factors, including pharmacological and psychological interventions (e.g., cognitive behavioral therapy, interpersonal therapy).

    • Suicide risk assessment: Essential consideration in patients with depressive disorders, necessitating careful assessment regarding suicidal ideation, plans, and methods.

    • Diagnostic features: Differentiating between various forms of depression, including premenstrual dysphoric disorder, persistent depressive disorder and depressive disorders, and differentiating from other conditions.
    • Epidemiology: Prevalence rates of various depressive disorders within different populations.
    • Etiopathogenesis: Factors related to the origin and development of depression (biological, psychological, and social influences).
    • Treatment Strategies : Including both psychological therapy and pharmacological interventions.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    Description

    Test je kennis over depressieve stemmingsstoornissen, inclusief de classificatie en DSM-5 criteria. Dit quizje helpt je de verschillende vormen van depressie te begrijpen, zoals de depressieve stoornis en de persisterende depressieve stoornis. Valideren je kennis over de symptomen en vereisten voor diagnose.

    More Like This

    Mental Health Quiz
    5 questions

    Mental Health Quiz

    ReasonedGrace avatar
    ReasonedGrace
    Depressive Disorders according to DSM-5
    10 questions
    Classification
    32 questions
    Chapter 5 (Depressive Disorders)
    42 questions

    Chapter 5 (Depressive Disorders)

    RighteousHeliotrope6625 avatar
    RighteousHeliotrope6625
    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser