Podcast
Questions and Answers
Wat is de functie van hemoglobine in rode bloedcellen?
Wat is de functie van hemoglobine in rode bloedcellen?
- Stolling van bloed
- Bindt zuurstof (correct)
- Verdediging tegen ziekteverwekkers
- Transport van koolstofdioxide
Witte bloedcellen hebben geen kern.
Witte bloedcellen hebben geen kern.
False (B)
Wat laadt zich op bij beschadigde bloedvatwanden tijdens het bloedstollingsproces?
Wat laadt zich op bij beschadigde bloedvatwanden tijdens het bloedstollingsproces?
Bloedplaatjes
De stof die fibrinogeen omzet in fibrine, wordt _______ genoemd.
De stof die fibrinogeen omzet in fibrine, wordt _______ genoemd.
Koppel de volgende bloedcomponenten aan hun functie:
Koppel de volgende bloedcomponenten aan hun functie:
Wat is een belangrijk kenmerk van een gesloten circulatiesysteem?
Wat is een belangrijk kenmerk van een gesloten circulatiesysteem?
De rechterboezem ontvangt zuurstofrijk bloed.
De rechterboezem ontvangt zuurstofrijk bloed.
Noem de twee circulatiesystemen die grote dieren kunnen hebben.
Noem de twee circulatiesystemen die grote dieren kunnen hebben.
De __________ is verantwoordelijk voor het scheiden van de linker- en rechterharthelft.
De __________ is verantwoordelijk voor het scheiden van de linker- en rechterharthelft.
Wat gebeurt er met het ovale venster na de geboorte?
Wat gebeurt er met het ovale venster na de geboorte?
Koppel de delen van het hart aan hun functie:
Koppel de delen van het hart aan hun functie:
De sinusknoop bevindt zich in de linkerboezem.
De sinusknoop bevindt zich in de linkerboezem.
Beschrijf de functie van halvemaanvormige kleppen.
Beschrijf de functie van halvemaanvormige kleppen.
Wat gebeurt er tijdens de systole van de kamers?
Wat gebeurt er tijdens de systole van de kamers?
De kamers ontspannen tijdens de diastole en bloed stroomt van de holle aders naar de kamers.
De kamers ontspannen tijdens de diastole en bloed stroomt van de holle aders naar de kamers.
Wat is de functie van de sinusknoop?
Wat is de functie van de sinusknoop?
De ______ voeren bloed naar het hart toe.
De ______ voeren bloed naar het hart toe.
Koppel de onderstaande bloedvaten aan hun functie:
Koppel de onderstaande bloedvaten aan hun functie:
Welke van de volgende beweringen over bloeddruk is juist?
Welke van de volgende beweringen over bloeddruk is juist?
Rode bloedcellen vervoeren zuurstof door het bloed.
Rode bloedcellen vervoeren zuurstof door het bloed.
Waar is de glucoseconcentratie het hoogst?
Waar is de glucoseconcentratie het hoogst?
Wat is een kenmerk van een gesloten circulatiesysteem?
Wat is een kenmerk van een gesloten circulatiesysteem?
Tijdens de _____ van de boezems geeft de sinusknoop impulsen.
Tijdens de _____ van de boezems geeft de sinusknoop impulsen.
De ductus arteriosus verschrompelt na de geboorte.
De ductus arteriosus verschrompelt na de geboorte.
Wat is de functie van de halvemaanvormige kleppen?
Wat is de functie van de halvemaanvormige kleppen?
Welke functie heeft de bloedsomloop niet?
Welke functie heeft de bloedsomloop niet?
De kransaders voeren _______ bloed van de hartspier weg.
De kransaders voeren _______ bloed van de hartspier weg.
Tijdens de diastole van de kamers zijn de halvemaanvormige kleppen geopend.
Tijdens de diastole van de kamers zijn de halvemaanvormige kleppen geopend.
Wat is de functie van bloedplaatjes?
Wat is de functie van bloedplaatjes?
De aders hebben een _____ wand en voeren bloed _____ het hart toe.
De aders hebben een _____ wand en voeren bloed _____ het hart toe.
Alle bloedcellen bevatten een kern.
Alle bloedcellen bevatten een kern.
Koppel de volgende bloedvaten aan hun functie:
Koppel de volgende bloedvaten aan hun functie:
Noem één complicatie die voorkomt bij bloedstolling.
Noem één complicatie die voorkomt bij bloedstolling.
Weefselvloeistof ontstaat door ________ dat aan het begin van haarvaten uittreedt.
Weefselvloeistof ontstaat door ________ dat aan het begin van haarvaten uittreedt.
Wat is kenmerkend voor capillairen?
Wat is kenmerkend voor capillairen?
Bloedplasma bevat alleen water zonder andere stoffen.
Bloedplasma bevat alleen water zonder andere stoffen.
Wat is de functie van venulen?
Wat is de functie van venulen?
Welke stof zet protrombine om in trombine?
Welke stof zet protrombine om in trombine?
De bloeddruk is het hoogst in de _____ en daalt naar de _____.
De bloeddruk is het hoogst in de _____ en daalt naar de _____.
Lymfe bevat geen witte bloedcellen.
Lymfe bevat geen witte bloedcellen.
Wat gebeurt er met het zuurstofgehalte van het bloed in de kleine bloedsomloop?
Wat gebeurt er met het zuurstofgehalte van het bloed in de kleine bloedsomloop?
Waar vindt de vorming van bloedcellen plaats?
Waar vindt de vorming van bloedcellen plaats?
De ________ zorgt voor de omzetting van fibrinogeen in fibrine.
De ________ zorgt voor de omzetting van fibrinogeen in fibrine.
Welke van de volgende stoffen wordt niet aangetroffen in weefselvloeistof?
Welke van de volgende stoffen wordt niet aangetroffen in weefselvloeistof?
Flashcards
Transport in eencelligen
Transport in eencelligen
Transport van stoffen in eencelligen en dieren met enkele cellagen gebeurt door diffusie.
Open circulatiesysteem
Open circulatiesysteem
Een open circulatiesysteem is een systeem waarbij bloedplasma en lichaamsvloeistof vermengd zijn en het bloed vrij door de weefsels stroomt.
Gesloten circulatiesysteem
Gesloten circulatiesysteem
Een gesloten circulatiesysteem is een systeem waarbij bloedplasma en lichaamsvloeistof gescheiden zijn en het bloed door bloedvaten stroomt.
Kleine bloedsomloop
Kleine bloedsomloop
Signup and view all the flashcards
Grote bloedsomloop
Grote bloedsomloop
Signup and view all the flashcards
Ovaal venster
Ovaal venster
Signup and view all the flashcards
Ductus arteriosus
Ductus arteriosus
Signup and view all the flashcards
Kransslagaders
Kransslagaders
Signup and view all the flashcards
Rode bloedcellen
Rode bloedcellen
Signup and view all the flashcards
Bloedplaatjes
Bloedplaatjes
Signup and view all the flashcards
Witte bloedcellen
Witte bloedcellen
Signup and view all the flashcards
Bloedstolling
Bloedstolling
Signup and view all the flashcards
Hemofilie
Hemofilie
Signup and view all the flashcards
Wat gebeurt er tijdens systole van de kamers?
Wat gebeurt er tijdens systole van de kamers?
Signup and view all the flashcards
Wat gebeurt er tijdens diastole van de kamers?
Wat gebeurt er tijdens diastole van de kamers?
Signup and view all the flashcards
Wat zijn de kenmerken van slagaders?
Wat zijn de kenmerken van slagaders?
Signup and view all the flashcards
Waar vindt uitwisseling van stoffen plaats?
Waar vindt uitwisseling van stoffen plaats?
Signup and view all the flashcards
Wat is het verschil tussen de kleine en grote bloedsomloop?
Wat is het verschil tussen de kleine en grote bloedsomloop?
Signup and view all the flashcards
Waar is de bloeddruk het hoogst en het laagst?
Waar is de bloeddruk het hoogst en het laagst?
Signup and view all the flashcards
Wat is de functie van bloedplasma?
Wat is de functie van bloedplasma?
Signup and view all the flashcards
Welke cellen vervoeren zuurstof?
Welke cellen vervoeren zuurstof?
Signup and view all the flashcards
Diffusie
Diffusie
Signup and view all the flashcards
Open bloedsomloop
Open bloedsomloop
Signup and view all the flashcards
Gesloten bloedsomloop
Gesloten bloedsomloop
Signup and view all the flashcards
Rechterhartkamer
Rechterhartkamer
Signup and view all the flashcards
Linkerhartkamer
Linkerhartkamer
Signup and view all the flashcards
Wat gebeurt er tijdens de systole?
Wat gebeurt er tijdens de systole?
Signup and view all the flashcards
Wat gebeurt er tijdens de diastole?
Wat gebeurt er tijdens de diastole?
Signup and view all the flashcards
Wat is de functie van hartkleppen?
Wat is de functie van hartkleppen?
Signup and view all the flashcards
Waar zit de sinusknoop en wat is zijn functie?
Waar zit de sinusknoop en wat is zijn functie?
Signup and view all the flashcards
Wat zijn de kenmerken van arteriën?
Wat zijn de kenmerken van arteriën?
Signup and view all the flashcards
Wat zijn arteriolen?
Wat zijn arteriolen?
Signup and view all the flashcards
Wat is de speciale eigenschap van capillairen?
Wat is de speciale eigenschap van capillairen?
Signup and view all the flashcards
Wat zijn venulen?
Wat zijn venulen?
Signup and view all the flashcards
Wat zijn de kenmerken van venen?
Wat zijn de kenmerken van venen?
Signup and view all the flashcards
Waar is de bloeddruk het hoogst en hoe verandert deze tijdens de bloedsomloop?
Waar is de bloeddruk het hoogst en hoe verandert deze tijdens de bloedsomloop?
Signup and view all the flashcards
Wat is de functie van rode bloedcellen?
Wat is de functie van rode bloedcellen?
Signup and view all the flashcards
Wat is de functie van bloedplaatjes?
Wat is de functie van bloedplaatjes?
Signup and view all the flashcards
Wat is de functie van witte bloedcellen?
Wat is de functie van witte bloedcellen?
Signup and view all the flashcards
Wat is bloedstolling?
Wat is bloedstolling?
Signup and view all the flashcards
Wat is hemofilie?
Wat is hemofilie?
Signup and view all the flashcards
Wat is trombose?
Wat is trombose?
Signup and view all the flashcards
Wat is weefselvloeistof?
Wat is weefselvloeistof?
Signup and view all the flashcards
Wat is lymfe?
Wat is lymfe?
Signup and view all the flashcards
Wat is colloïd-osmotische druk?
Wat is colloïd-osmotische druk?
Signup and view all the flashcards
Wat is bloeddruk?
Wat is bloeddruk?
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Circulatiesystemen bij Eukaryoten
- Verschillende soorten circulatiesystemen bestaan bij eukaryoten
- Eencelligen en diersoorten met enkele cellagen gebruiken diffusie voor transport
- Andere dieren hebben open of gesloten circulatiesystemen
- Bloedstelsels onderscheiden lichaamsvloeistof en bloedplasma
- Bloedsomloop kan enkelvoudig of dubbel zijn, met één of meer harten
Functies van Circulatiesystemen
- Homogene interne omgeving door transport van stoffen (zuurstof, voedingsstoffen, afvalstoffen) en signaalstoffen (hormonen).
- Transport van bestanddelen van het afweersysteem
- Warmteverdeling over het lichaam
- Bouw en werking van het bloedsomloopssysteem hangt af van zuurstofbehoefte en -voorziening.
Dubbele Bloedsomloop
- Bloed stroomt twee keer door het hart per omloop
- Kleine bloedsomloop: rechterkamer → longslagaders → longhaarvaten → longaders → linkerboezem
- Grote bloedsomloop: linkerkamer → aorta → slagaders → haarvaten in organen → aders → holle ader → rechterboezem
Embryonale Bloedsomloop van de Mens
- Aanpassingen om weinig bloed door de longen te laten stromen
- Opening tussen rechter- en linkerboezem (ovale venster)
- Verbinding tussen longslagader en aorta (ductus arteriosis)
- Veranderingen na de geboorte: ovale venster sluit, ductus arteriosis verdwijnt, navelstrengvaten verdwijnen.
Delen van het Hart en hun Functies
- Rechterboezem: ontvangt zuurstofarm bloed, stuurt het door naar de rechterkamer (dunne wand).
- Rechterkamer: pompt zuurstofarm bloed naar de longslagaders (gespierde wand).
- Linkerboezem: ontvangt zuurstofrijk bloed, stuurt het door naar de linkerkamer (dunne wand).
- Linkerkamer: pompt zuurstofrijk bloed naar de aorta (zeer gespierde wand).
- Harttussenwand: scheidt linker- en rechterhelft.
- Hartkleppen: voorkomen terugstromen van bloed tussen kamers en boezems.
- Halvemaanvormige kleppen: voorkomen terugstromen van bloed uit aorta en longslagaders.
- Kransslagaders: voorzien het hart van zuurstofrijk bloed.
- Kransslagaders: voeren zuurstofarm bloed af van de hartspier.
Hartwerking
- Systole (samentrekking) van boezems: impuls vanuit sinusknoop, samentrekken van boezemspieren
- Diastole (ontspanning) van kamers: kamers ontspannen, hartkleppen open, bloed stroomt naar kamers.
- Systole (samentrekking) van kamers: kamers samentrekken, bloed stroomt naar slagaders (aorta/longslagaders).
Bloedvaten (aders, slagaders en haarvaten)
- Slagaders (arteriën): vervoeren bloed weg van het hart. Dikke, stevige en elastische wand, hoge bloeddruk.
- Haarvaten (capillairen): dunne wand, uitwisseling van stoffen.
- Aders (venen): voeren bloed naar het hart, lage bloeddruk, dunnere wand met kleppen om terugstroming te voorkomen.
Zuurstof, Glucose, en Bloeddruk in Bloedvatenstelsel
- Zuurstofgehalte varieert doorheen bloedsomloop. Verschillende niveaus in slagaders en aders van kleinere en grotere bloedsomloop.
- Glucosegehalte varieert vooral in poortader, met grootste schommelingen. Hoogste glucosegehalte in leverader.
- Bloeddruk daalt van slagaders naar aders. Bloeddruk is het hoogst in de linkerkamer/aorta bij samentrekking.
- Bloeddrukregulatie door aanpassing hartritme, gestuurd door de hersenstam bij hoge/lage bloeddruk.
Samenstelling van Bloed
- Bloedplasma: water, opgeloste stoffen en plasma-eiwitten (transport van stoffen, osmotische druk, bloedstolling).
- Rode bloedcellen (erytrocyten): zuurstoftransport met hemoglobine.
- Bloedplaatjes (trombocyten): rol in bloedstolling.
- Witte bloedcellen (leukocyten): afweer.
Bloedstolling
- Bloedplaatjes kleven aan verwonding, vrijkomen van stollingsfactoren.
- Vorming van fibrine, netwerk dat wond afsluit
- Complicaties: hemofilie (stollingsfactor ontbreekt), trombose (ongewenste stolling).
Weefselvloeistof en Lymfe
- Weefselvloeistof: filtert uit haarvaten, uitwisseling van stoffen met cellen.
- Lymfe: rest van weefselvloeistof die naar bloedvatenstelsel terugkeert, zuivering door lymfeklieren.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.