Podcast
Questions and Answers
Wat is een tympanon en waar bevindt het zich meestal?
Wat is een tympanon en waar bevindt het zich meestal?
Een tympanon is een driehoekig gevelveld dat zich boven de porticus van een tempel bevindt.
Wat is een veduta en waar was deze vooral populair?
Wat is een veduta en waar was deze vooral populair?
Een veduta is een afbeelding van een stadspanorama, vooral populair in het 18e eeuwse Venetië.
Hoe wordt een voluut gekarakteriseerd in de architectuur?
Hoe wordt een voluut gekarakteriseerd in de architectuur?
Een voluut is een spiraalvormig ornament dat voorkomt op de hoeken van een Ionisch of Corinthisch kapiteel.
Wat is een abacus in de architectuur?
Wat is een abacus in de architectuur?
Wat is een waaiergewelf en hoe onderscheiden de ribben zich?
Wat is een waaiergewelf en hoe onderscheiden de ribben zich?
Wat zijn de kenmerken van adobe als bouwmateriaal?
Wat zijn de kenmerken van adobe als bouwmateriaal?
Beschrijf wat een ziggurat is en geef een voorbeeld.
Beschrijf wat een ziggurat is en geef een voorbeeld.
Wat is het doel van een adyton in een Griekse tempel?
Wat is het doel van een adyton in een Griekse tempel?
Welke functie heeft een aedicula?
Welke functie heeft een aedicula?
Wat is een akroterion en waar bevindt het zich?
Wat is een akroterion en waar bevindt het zich?
Wat wordt verstaan onder een ambulatorium?
Wat wordt verstaan onder een ambulatorium?
Wat wordt verstaan onder 'schalken' in de architectuur?
Wat wordt verstaan onder 'schalken' in de architectuur?
Hoe wordt de binnenhof van een Italiaans palazzo genoemd?
Hoe wordt de binnenhof van een Italiaans palazzo genoemd?
Wat is de specifieke vorm van een apsis?
Wat is de specifieke vorm van een apsis?
Wat is een 'cottage ornée'?
Wat is een 'cottage ornée'?
Wat is de rol van een architraaf binnen een entablement?
Wat is de rol van een architraaf binnen een entablement?
Wat kenmerkt de Curvilinear Style in de Engelse Gotiek?
Wat kenmerkt de Curvilinear Style in de Engelse Gotiek?
Wat is een dipteros?
Wat is een dipteros?
Wat is het doel van de entasis in een zuil?
Wat is het doel van de entasis in een zuil?
Wat beschrijft de term 'enfilade' in de paleisarchitectuur?
Wat beschrijft de term 'enfilade' in de paleisarchitectuur?
Wat zijn de belangrijkste onderdelen van een entablement?
Wat zijn de belangrijkste onderdelen van een entablement?
Wat is een gargouille?
Wat is een gargouille?
Wat is het doel van een gordelboog in de gotische architectuur?
Wat is het doel van een gordelboog in de gotische architectuur?
Wat ontstaat er uit de combinatie van twee tongewelven?
Wat ontstaat er uit de combinatie van twee tongewelven?
Wat zijn guttae in de Dorische architectuur?
Wat zijn guttae in de Dorische architectuur?
Wat is de functie van een steunbeer in de architectuur?
Wat is de functie van een steunbeer in de architectuur?
Wat wordt bedoeld met de term 'halfuizen'?
Wat wordt bedoeld met de term 'halfuizen'?
Wat is een stoa en welke rol speelt het in de Griekse samenleving?
Wat is een stoa en welke rol speelt het in de Griekse samenleving?
Wat karakteriseert een hallenkerk in de gotische architectuur?
Wat karakteriseert een hallenkerk in de gotische architectuur?
Wat is een stral kapel en waar bevindt deze zich in een kerkgebouw?
Wat is een stral kapel en waar bevindt deze zich in een kerkgebouw?
Wat is een koor in een kerk?
Wat is een koor in een kerk?
Waarvoor dient een stylobaat in de architectuur?
Waarvoor dient een stylobaat in de architectuur?
Wat is een kruisribgewelf?
Wat is een kruisribgewelf?
Wat beschrijft de term tholos in de architectuur?
Wat beschrijft de term tholos in de architectuur?
Wat is een tonggewelf en hoe verschilt deze van andere gewelven?
Wat is een tonggewelf en hoe verschilt deze van andere gewelven?
Wat is de functie van een torus in de architectuur?
Wat is de functie van een torus in de architectuur?
Wat is een trompe-l’oeil en waar wordt het voor gebruikt?
Wat is een trompe-l’oeil en waar wordt het voor gebruikt?
Wat is een Salomonszuil en hoe is deze opgebouwd?
Wat is een Salomonszuil en hoe is deze opgebouwd?
Beschrijf de kenmerken van rustica in de bouwkunst.
Beschrijf de kenmerken van rustica in de bouwkunst.
Wat is de functie van een schalk in de architectuur?
Wat is de functie van een schalk in de architectuur?
Wat is een stereotomie en waarvoor wordt het gebruikt?
Wat is een stereotomie en waarvoor wordt het gebruikt?
Leg uit wat een serliana is.
Leg uit wat een serliana is.
Wat zijn sedilia en waar bevinden ze zich?
Wat zijn sedilia en waar bevinden ze zich?
Wat is een schip in de context van kerkarchitectuur?
Wat is een schip in de context van kerkarchitectuur?
Wat is het doel van sgraffito in de decoratie?
Wat is het doel van sgraffito in de decoratie?
Flashcards
Abacus
Abacus
Stenen dekplaat op een kapiteel die het entablement ondersteunt.
Adobe
Adobe
Bouwsteen van in de zon gedroogde, ongebakken klei.
adyton
adyton
Binnenruimte in een Griekse tempel waar alleen de priester toegang had.
Aedicula
Aedicula
Signup and view all the flashcards
Akroterion
Akroterion
Signup and view all the flashcards
Alternatief (of Gebonden) Stelsel
Alternatief (of Gebonden) Stelsel
Signup and view all the flashcards
Ambulatorium of Deambulatorium
Ambulatorium of Deambulatorium
Signup and view all the flashcards
Apsis
Apsis
Signup and view all the flashcards
Schalken
Schalken
Signup and view all the flashcards
Concha
Concha
Signup and view all the flashcards
Cortile
Cortile
Signup and view all the flashcards
Decorated Style
Decorated Style
Signup and view all the flashcards
Curvilinear Style
Curvilinear Style
Signup and view all the flashcards
Dipteros
Dipteros
Signup and view all the flashcards
Donjon
Donjon
Signup and view all the flashcards
Early English
Early English
Signup and view all the flashcards
Gordelboog
Gordelboog
Signup and view all the flashcards
Graatgewelf
Graatgewelf
Signup and view all the flashcards
Guttae
Guttae
Signup and view all the flashcards
Halfzuilen
Halfzuilen
Signup and view all the flashcards
Hallenkerk
Hallenkerk
Signup and view all the flashcards
Hofstijl
Hofstijl
Signup and view all the flashcards
In antis
In antis
Signup and view all the flashcards
Kolossale orde
Kolossale orde
Signup and view all the flashcards
Rotonde / Rotunda
Rotonde / Rotunda
Signup and view all the flashcards
Rondbogen-stijl
Rondbogen-stijl
Signup and view all the flashcards
Rustica
Rustica
Signup and view all the flashcards
Scheiboog
Scheiboog
Signup and view all the flashcards
Schip (kerk)
Schip (kerk)
Signup and view all the flashcards
Sedilia
Sedilia
Signup and view all the flashcards
Serliana / Venetiaans Venster
Serliana / Venetiaans Venster
Signup and view all the flashcards
Tympanon
Tympanon
Signup and view all the flashcards
Veduta
Veduta
Signup and view all the flashcards
Volut
Volut
Signup and view all the flashcards
Waaiergewelf
Waaiergewelf
Signup and view all the flashcards
Westwerk (of Westbouw)
Westwerk (of Westbouw)
Signup and view all the flashcards
Steunbeer
Steunbeer
Signup and view all the flashcards
Stoa
Stoa
Signup and view all the flashcards
Straalkapel
Straalkapel
Signup and view all the flashcards
Stylobate
Stylobate
Signup and view all the flashcards
Tamboer
Tamboer
Signup and view all the flashcards
Terrace
Terrace
Signup and view all the flashcards
Tholos
Tholos
Signup and view all the flashcards
Tierceron
Tierceron
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Architectuur - Interieur in Context A - Glossarium
- ABACUS: Stenen plaat op een kapiteel, ondersteunt het entablement.
- ADOBE: Bouwsteen van gedroogde, ongebakken klei.
- ADYTON: Vertrek in een Griekse tempel, alleen toegankelijk voor priesters.
- AEDICULA: Decoratieve omlijsting, bijvoorbeeld voor een beeld.
- AKROTERION: Ornament of beeld op de hoek of top van een tympanon.
- ALTERNEREND (GEBONDEN) STELSEL: Pijlers en zuilen afwisselend in arcaden.
- AMBULATORIUM (DEAMBULATORIUM): Wandelgang rondom de apsis van een kerk.
- APSIS: Halfronde of veelhoekige uitbouw van een gebouw, vaak als einde van een koor.
- ARCADE: Een reeks bogen die op zuilen of pijlers rusten.
- ARCHITRAAF: Onderste element van een entablement, direct op de zuilen rustend.
- ARCHITRAAFBOUW: Bouwwijze waar krachten recht naar beneden overgebracht worden (in tegenstelling tot boogbouw).
- ARCHIVOLT: Boogomlijsting in Romaanse en Gotische bouwkunst.
- AXIALE PLATTEGROND: Plattegrond langs een centrale lengte-as.
- ATRIUM: Onbedekte binnenplaats in Romeinse huizen, of open voorhof in vroegchristelijke kerken.
- BASILICA: Grote zaal met colonnades in Romeinse architectuur, later driebeukige kerk.
- BELVEDÈRE: Kleine uitkijktoren of dakpaviljoen.
- BOOGBOUW (ARCADEBOUW): Bouwmethode met boogoverspanningen (in tegenstelling tot architraafbouw).
- BRISE-SOLEIL: Vaste zonwering, vaak in beton.
- CAMPANILE: Vrijstaande klokkentoren, vaak in de Italiaanse architectuur.
- CANNELURE: Groef, gleuf in zuilenschachten of pilasters.
- CASSETTEN: Verdiepte panelen in plafonds, gewelven en boogvlakken.
- CELLA (NAOS): Voorname ruimte in een tempel, waarin het beeld van de godheid staat.
- CHEVET: Oosteinde van een kerk met apsis en ambulatorium.
- CLERESTORIUM (LICHTBEUK): Vensterpartij boven de zijbeuken in een kerk.
- CLOISONNÉ: Decoratietechniek met smalle metaalranden rond figuren.
- COLLEGIALE KERK: Kerk, bestuurd door een collegiaal kapittel.
- COLONNET: Smalle zuil of halfzuil in Romaanse en Gotische bouwkunst.
- CONCHA: Gewelfvormig, door een halve koepel bekroonde apsis.
- CORTILE: Binnenhof van Italiaanse paleizen.
- COTTAGE ORNÉ: Kleine, rustieke villa, vaak met rieten dak.
- CURVILINEAR STYLE: Fase in de Engelse Gotiek, gekenmerkt door liërnen in gewelven.
- DIPTEROS: Griekse tempel met dubbele colonnade.
- DONJON: Verdedigbare woontoren van een burcht.
- EARLY ENGLISH: Vroegste fase van de Engelse Gotiek.
- ECHINUS: Rond of ovaal kussen onder de abacus van een Dorische kapiteel.
- EIERLIJST: Bol lijstwerk met decoratie van eivormen.
- EMPIRESTIJL: Eclectische vorm van Franse neoclassicisme, gekenmerkt door Romeinse en Egyptische ornamentiek.
- ENFILADE: Rij representatieve kamers met rechtlijnige doorgangen.
- ENTABLEMENT: Bovenste gedeelte van een zuilenorde (architraaf, fries en kroonlijst).
- ENTASIS: Lichte bolling in het profiel van een zuil.
- EXEDRA: Apsis of grote nis, bijvoorbeeld voor bisschoppenstoelen.
- FLAMBOYANT: Decoratieve laatgotische stijl, uitbundig gebruik van spitsbogen en wimpers.
- FRIES: Middelste gedeelte van een entablement tussen architraaf en kroonlijst.
- FRONTON: Bekroning van een gevel, ingang of venster.
- GARGOUILLE: Waterspuwer in gotische kathedralen.
- GORDELBOOG: Boog loodrecht op de lengte-as van een gewelf.
- GRAATGEWELF(=KRUISGEWELF): Gewelf gevormd door twee tongewelven die elkaar loodrecht snijden.
- GUTTAE: Kleine wigvormige uitsteeksels onder de trigliefen van een Dorisch hoofdgestel.
- HALFZUILEN: Niet vrijstaande zuilen, gedeeltelijk uit de wand voortkomend.
- HALL: Grote zaal, hoofdvertrek van een kasteel.
- HALLENKERK: Gotische kerktype met even hoge beuken.
- HEXASTYLE: Portiek met zes zuilen.
- HOFSTIJL: Fase van de Franse Hoge Gotiek, met verfijnde details.
- IN ANTIS: Portiek die in lijn staat met de omliggende muren.
- KEPERMOTIEF: Ornamentaal zigzag- of visgraatpatroon.
- KOLOSSALE ORDE: Zuilen- of pilasterorde over meerdere verdiepingen.
- KOOR: Oosteinde van een kerk met hoofdaltaar.
- KRAAGSTEEN: Kragende element in muurwerk waar andere elementen op rusten.
- KROONLIJST: Bovenste element van een entablement.
- KRUISGANG: Gang, vaak een arcade, die een kloosterhof omsluit.
- KRUISRIBGEWELF: Gewelf met vierkante plattegrond, steunend op ribben.
- KRUINRIB (NOKRIB): Doorlopende rib in de nok van een ribgewelf.
- LANCETVENSTER: Smal spitsboogvenster in vroeggotische architectuur.
- LOGGIA: Open galerij of veranda, vaak met een arcade.
- LOODRECHT PLATTEGROND: Plattegrond met de objecten op een rechte lijn.
- MAJOLICA: Kleurig geglazuurd aardewerk.
- MAASWERK (TRACERING): Decoratief stenen vlechtwerk in Gotische vensters.
- MEGARON: Vierhoekig of rechthoekig vertrek met een centraal portaal, in de Myceense architectuur.
- MINARET: Hoge, slanke toren bij moskeeën.
- MIRADOR: Spaans balkon, vaak begroeid en versierd.
- MOZARABISCHE STIJL: Architectuurstijl in Spanje, met vroeg-romaanse en Moorse elementen.
- MUDÉJAR: Spaanse christelijke architectuur, sterk beïnvloed door Moorse elementen.
- MUTULE: Kraagsteen aan de onderkant van een Dorische kroonlijst.
- NARTHEX: Grote voorhal aan de voorzijde van een kerk.
- NETGEWELF: Laatgotisch gewelf, met ribben die een mazenpatroon vormen.
- NEOCLASSICISME: Architectuurstijl uit de 18e eeuw, terugkerend naar klassieke elementen.
- NYMFEUM: Kunstmatige grot of tuinpaviljoen.
- OCULUS: Ronde opening in een gewelf.
- OJIEF: Laatgotische boogconstructie, vaak met uitzwenkende contour.
- PALLADIANISME: Classicistische stijl, met name in Engeland.
- PAVILJOEN: Vooruitspringend gedeelte van een groter gebouw, vaak met eigen dak en/of gevel.
- PENDENTIEF: Boldriehoekige gewelfsteen, die verbinding maakt tussen vlakken in een gewelf.
- PERIPTEROS: Griekse tempel met colonnade rondom de cella.
- PERISTYLE: Colonnade die een binnenplaats omsluit.
- PERPENDICULAR STYLE: Engelse Gotiek; sterk overheersende verticale lijnen.
- PILLIER CANTONNE: Gotische zuil, ingesloten door collonetten, die doorsteekt tot in de ribben.
- PILASTER: Decoratieve zuil die uit een muur lijkt voort te komen.
- PITTORESKE STIJL: Architectuurstroming die waarde legt aan de natuurlijke omgeving en landschap in de constructie.
- PINAAKEL: Slanke torenspits, vaak decoratief.
- PLANONOBILE: Verdieping van een indrukwekkend gebouw, bedoeld voor representatieve doeleinden.
- PLATERESCO: Renaissancestijl in Spanje, zeer gedecoreerd.
- PLATTEGROND: Afbeelding van de ruimtelijke indeling van een gebouw.
- POLYCHROOM: Veelkleurig.
- PORTAAL: Voorname ingang van een gebouw.
- PORTE-COCHÈRE: Koetspoort.
- PRESBYTERIUM: Priestersingel in een kerk.
- PRODIGY HOUSE: Extravagant Engels landhuis.
- PRONAOS: Voorhal van een tempel, achter de portiek.
- PROSTYLE: Tempel met een enkele rij zuilen voor de gevel.
- PUTTO: Naakt jongetje, vaak in beelden.
- QUADRANGLE: Vierkante binnenplaats, vaak in colleges.
- QUADRATURA: Illusionistische schilderstechniek, die ruimtelijke effecten creeërt.
- QUADRIGA (VIERSPAN): Beeld van een wagen met vier paarden.
- RAYONNANTE GOTIEK: Fase van de Franse hoge gotiek, met verfijnde details.
- REGENCY STYLE: Engelse neoclassicistische stijl uit de vroege 19e eeuw.
- RETABEL (ALTAARSTUK): Gedetailleerde decoratieve achterbouw van een altaar.
- RETROCHOIR: Ruimte achter het priesterkoor in Engelse kathedralen.
- ROCOCO: Barokke periode in de kunst, met speelse vormen en delicate ornamenten.
- ROLWERK: 16e-eeuwse decoratietechniek in Europa, met een herkenbaar ontwerp.
- ROTUNDA (ROTEND): Rondes gebouw, vaak overdekt.
- RUSTICA: Metselwerk van grote blokken met diepe naden, een rustieke uitstraling.
- SALOMONSZUIL: Zuil die schroefvormig omhoog spiraalt.
- SCHALK: Smalle halfzuil tegen een muur, vaak verbonden met gewelfconstructie.
- SCHIP (NAVIS): Hoofdvertrek van een kerk.
- SEDILIA: Gehouwen zitplaatsen voor geestelijken in een kerk.
- SERLIANA(VENETIAANS VENSTER): Constructie met twee kleine architraafbogen langs een centrale boogoverspanning.
- SGRAFFITO: Versieringstechniek waarbij een laag van schilderwerk wordt verwijderd om een andere kleur door te laten schijnen.
- SOKKEL: Massieve onderbouw van een object.
- SOLARIUM: Zonnekamer.
- STERGEWELF: Gewelf met vele ribben.
- STEREOTOMIE: Geometrie van snijvlakken van lichamen.
- STILE FLOREALE: Italiaanse Benaming voor Art Nouveau.
- STEUNBEER: Rechthoekige steunpilaar tegen een buitenmuur, dienares ter druk in het muurwerk.
- STOA: Overdekte zuilengalerij in een Grieks plein.
- STRAALKAPEL: Kapel die in een krans rond de apsis van een kerk is gegroepeerd.
- STYLOBAAT: Platvorm waarop een tempel rust.
- TAMBOER: Cilindrische constructie van een gewelfonderbouw.
- TEMPEL: Een structurele, heilige plaats, vaak gewijd aan goden.
- TERRACE: Rij gelijkvormige huizen in een rij.
- THOLOS: Ronde Griekse tempel.
- TIERCERON: Secundaire gewelfrib.
- TIMPAAN: Driehoekig veld boven een deur of venster.
- TONGEWELF: Eenvoudig gewelf, met vaak halfcirkelvormige doorsnede met gewelfbogen.
- TORUS: Bolle of halfronde ornament of sierlijst aan de voet van een zuil.
- TRAVERTIJN: Licht crèmekleurige kalksteen, geschikt om te polijsten.
- TRIBUNE: Afscheiding van een verdieping, soms met zitplaatsen.
- TRIFORIUM: Smalle, doorlopende gang in een kerk.
- TROMPE-L'OEIL: Illusie van diepte in schilderwerk, vaak gebruikt om driedimensionale effecten weer te geven.
- TRAVEE: Afstand tussen twee steunen in de constructie van een gebouw.
- TYMPANON: Driehoekig vlak boven een deur of venster in een architectuur.
- VEDUTA: Schildering van een stadspanorama.
- VOLUUT: Spiraalvormig ornament.
- WAAIERGEWELF: Ribgewelf met halve trechtervormige kern.
- WESTWERK (WESTBOUW): Westkant van een kerk.
- WIMPERG (WIMBERG): Decoratie boven een portaal of venster.
- ZIGGURAT: Tempeltoren op een serie terrassen.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Related Documents
Description
Test je kennis over verschillende architecturale termen en concepten. Deze quiz behandelt onderwerpen zoals tympanons, veduta's, en aparte bouwmaterialen zoals adobe. Ontdek de kenmerken en functies van diverse architectonische elementen.