Vragenbestand OB.docx PDF

**Week 2: Groups and Teams** **4 bedrijfsstructuren:** 1\. functioneel - Specifieke taken, afdelingsgericht (autofabriek) 2\. product - per product / dienst type (ING private group) 3\. Geografisch - per gebied (ING BeNeLux) 4\. Markt/klant - informatie in lijn met klantenindeling (Specifieke b...

**Week 2: Groups and Teams** **4 bedrijfsstructuren:** 1\. functioneel - Specifieke taken, afdelingsgericht (autofabriek) 2\. product - per product / dienst type (ING private group) 3\. Geografisch - per gebied (ING BeNeLux) 4\. Markt/klant - informatie in lijn met klantenindeling (Specifieke behoeften) **Professionele bureaucratie** = allemaal zelfstandig - advocatenkantoor **Adhocratie** = onderliggend afstemmen - organisatie festival. **5 organisatiestructuren:** 1\. Gestandaardiseerd kostencentrum - fietsenfabriek 2\. Opbrengstencentrum - omzet en volume 3\. Onafhankelijk kostencentrum - RD centrum, Staat in relatie tot iets 4\. resultaatcentrum - productie tot verkoop 5\. investeringscentrum - verantwoordelijk voor alles. **Cultuur** = geheel van normen en waarden van mensen in een organisatie. **3 Fases in een bedrijf:** I. Fase A (Mythisch) 2\. Fase B (ontologisch) 3\. Fase C (Functioneel) **8 Soft controls:** I. Voorbeeldgedrag 2\. Betrokkenheid. 3\. Uitvoerbaarheid 4\. helderheid. 5\. Bespreekbaarheid 6\. Transparantie 7\. Aanspreekbaarheid 8\. Handhaving Voorbeeldgedrag, betrokkenheid, uitvoerbaarheid en helderheid **= preventie.** Bespreekbaarheid en transparantie **= detectie** Aanspreekbaarheid en handhaving **= respons** Executive gaat actie initiëren. Supervisory board moet dit gaan autoriseren, hierna executive actie implementeren. Supervisory board gaat dit monitoren. **Nomination** = wie stellen we aan? **Rewarding =** hoe belonen we? **Groepen:** twee of meer individuen die normen, doelen en identiteit delen. **Rollen:** verwacht gedrag voor een functie, groepsrollen voor rol binnen een groep. **Normen:** Gedeelde attitudes, meningen, gevoelens of acties die gedrag (ook in groepen) sturen. Zowel formele als informele groepen belangrijk. Teams kleiner dus leden hechter. Gezamenlijk verantwoordelijk, dus gezamenlijke uitvoeren. **Task roles:** houden team op de rit **Maintenance roles:** houden team bij elkaar. Task roles zitten vaak lager in een organisatie, maintenance roles hoger **Normen** zijn ook van belang voor omgaan met fouten en bespreekbaar maker (zerotolerance beleid) **Ontwikkelfases groep:** 1\. forming. 2\. Storming 3\. Norming 4\. performing 5\. Adjourning **Auditteams:** **-Partner =** verantwoordelijk voor hele controle en relatie klant **- Manager =** aansturing dagelijks werk en auditplanning **- Senior =** Uitvoering en begeleiding juniors. **- Junior=** Uitvoerend werk verrichten. **Virtual teams:** Verschillende uitdagingen omtrent communicatie, relaties etc**.** **Task interdependence =** afhankelijkheid teamleden van elkaar. In hoeverre heb je iemand anders nodig voor informatie of dergelijke om jouw werk te kunnen doen. **Outcome interdependence =** in hoeverre wordt resultaat gemeten en beloond op groepsniveau. **Vertrouwen:** overtuiging dat een ander na zal denken hoe zijn intenties / gedrag jou beïnvloeden. **Soorten vertrouwen:** 1\. Contractueel vertrouwen 2\. Communicatief vertrouwen. 3\. Competentie vertrouwen. Vertrouwen is cruciaal voor succes, bij beschadiging heb je stappenplan om te herstellen. **Groepsdynamiek =** wisselwerking tussen posities in een groep over onderlinge betrekkingen en patronen in groepsgedrag. Hebben effect op besluitvorming en resultaat groep. **Besluiten In Groepsverband (BIG)** **Voordelen:** Besluit o.b.v. diversiteit Juniors kans om te leven Vermindering bias Vergroot draagvlak **Valkuilen:** Conflict vermijding (suboptimaal besluit) Blokkeren van ideeën Free riding Invloed: voorzitter kan toon zeggen, angst voor gevolgen. **Om BIG te verbeteren:** Diversiteit, allemaal participeren etc. **Belbin** **Teamrollen**: 1 Plant Eigenschappen: Creatief, genereert ideeën en lost complexe problemen op. Zwakte: kan niet goed effectief communiceren. 2\. Resource investigator Eigenschappen: enthousiast, extravert, communicatief en onderzoekend. Zwakte: te optimistisch, raakt interesse kwijt na enthousiasme. 3\. Coördinator Eigenschappen: volwassen, zelfverzekerd en duidelijk. Kan goed delegeren Zwakte: kan als manipulatief worden gezien, waarbij men denkt dat deze persoon zelf weinig doet. 4 Shaper Eigenschappen: uitdagend, houd van druk, overkomt obstakels. Zwakte: vatbaar voor provocatie, kan anderen pijn doen. 5\. Monitor/Evaluator Eigenschappen: Sober, Strategisch en ziet alle opties. Zwakte: over kritisch zijn en anderen niet kunnen inspireren 6\. Team worker Eigenschappen: luistert, coöperatief en vermijdt frictie. Zwakte: besluiteloosheid, vermijdt confrontaties. 7\. Implementer Eigenschappen: praktisch, betrouwbaar, zet ideeën om in acties. Zwakte: is niet snel om voor nieuwe ideeën, niet flexibel.\\ 8\. Completer/finisher Eigenschappen: bewust, zoekt fouten uit en maakt iets echt perfect. Zwakte: delegeert niet of slecht, kan zich onnodig zorgen maken. 9\. Specialist Eigenschappen: Kennis/skills van kwaliteit, kan zelfstandig werken. Zwakte: Kan alleen op een specifiek gebied goed bijdragen. **Kenmerken Succesvolle teams (TENTAMEN)** **1. Shared leadership** - onafhankelijkheid door empowering van anderen **2. Strong sense of accountability**- iedereen voelt zich verantwoordelijk **3. Alignment on purpose** - kennis waarom team bestaat en met welke punctie **4. Open communication** - klimaat van open en eerlijke communicatie **5. High trust** - geloof dat iedereen focust op het beste voor het team heeft. **6. Clear role and operational expectations** - individuele verantwoordelijkheden zijn duidelijk **7. Early conflict resdution** - Conflicten gelijk oplossen, i.p.v. ontwijken **8. Collaboration** - Samenwerken om teamdoelen te bereiken.