Document Details

Uploaded by Deleted User

2025

Tags

international law public international law international relations law

Summary

This document appears to be course material for a Volkenrecht class, potentially for a law student. It covers topics in international law, such as the relationship between states, international organisations, and the concept of sovereignty, potentially also including some specific cases or examples. It also mentions different approaches to international law, including positivism and naturalism, and includes information about the United Nations and some key legal instruments.

Full Transcript

Volkenrecht Twee handboeken, handleiding volkenrecht en international law 14 januari 2025 pc-examen Meerkeuze-examen en open vragen 15 november en 23 december vragensessie Anonieme verbetering Opnames Bereid hoofdstuk uit Henriksen voor voor het college...

Volkenrecht Twee handboeken, handleiding volkenrecht en international law 14 januari 2025 pc-examen Meerkeuze-examen en open vragen 15 november en 23 december vragensessie Anonieme verbetering Opnames Bereid hoofdstuk uit Henriksen voor voor het college Ga na het college aan de slag met arresten en documentatie uit De Feyter’s bronnenboek Doelen van de cursus - Basisbegrippen definiëren en situeren - Primaire bronnen hanteren en toepassen - Over internationale actualiteit reflecteren in het licht van het volkenrecht Les 1 Volkenrecht → VORIGE CURSUSSEN recht dat voort springt uit de soevereine autoriteit ‘van’ landen. INTERNATIONAAL PUBLIEKRECHT Deze cursus: recht ‘tussen’ landen aka ‘inter-nationaal recht’ (internationale organisaties en individuen ontlenen ook rechten en verplichtingen aan internationaal recht) Internationaal publiekrecht p1 → ”het rechtssysteem dat de relatie tussen soevereine staten reguleert, evenals hun onderlinge rechten en verplichtingen Internationaal privaatrecht p1 → ”nationale (i.e. Belgische) wetten die privaatrechtelijke betrekkingen met buitenlandse elementen regelen omdat er dan een ‘conflict of law’ optreedt” (p. 1) - internationale bevoegdheid - toepasselijk recht - erkenning en uitvoerbaarheidverklaring - administratieve en gerechtelijke samenwerking MONISME (Nederland, Frankrijk,...) → “international recht en nationaal recht "vormen één enkele rechtsorde / een set onderling verweven orders die geacht worden coherent te zijn (Kelsen 1945) (p. 13) DUALISME → “internationaal en nationaal recht zijn twee systemen die onafhankelijk van elkaar opereren” (p. 13) SUB-DISCIPLINES - Internationaal zeerecht - Internationaal migratierecht - Internationaal gezondheidsrecht,... PERMANENT COURT OF INTERNATIONAL JUSTICE (PCIJ) (1922- 1946 ) LOTUS (FRANCE V TURKEY) (De Feyter p. 9) voorloper ICJ (NIH) → Heeft Turkije internationaal recht overtreden? Het lotus arrest, twee boten waren gebotst (Frankrijk en Turkije). Frankrijk voerde de Turkse bemanning terug naar Turkije, maar eenmaal daar werd de kapitein in de boeien geslagen. Frankrijk kreeg ongelijk. Twee belangrijke - RELATIES TUSSEN STATEN ⏤ “international law governs relations between independent States” p9 inleiding 1. INSTEMMING ⏤ “[t]he rules of law binding upon States … emanate from their own free will ⏤ “restrictions upon the independence of States cannot therefore be presumed” (staat mag zelf zeggen of hij hieraan deelneemt) 2. IL OF CO-EXISTENCE & IL OF COOPERATION ⏤ ”in order to regulate the relations between these co-existing independent communities or with a view to the achievement of common aims” (waarom? Omdat het internationaal recht zo kan zorgen dat staten kunnen functioneren en samen kunnen werken) VOORNAAMSTE AMBITIE → Stabiliteit creëren door samenwerking, na de Post ‘Wereld’ oorlog II en de Europese rechtsorde (Vrede van Westphalia 1648). Internationaal recht probeert orde te brengen opdat ze iets kunnen zeggen wanneer een staat iets overtreedt. Eigenlijk houdt dit soevereiniteit in. Soevereiniteit = ‘Elke staat heeft hoogste gezag binnen zijn grenzen’ Soevereine gelijkheid = ‘Geen staat mag macht uitoefenen over een andere D2 Charter of the United Nations (1945) - “The Organization is based on the principle of the sovereign equality of all its members” (Article 2(1)) (=soevereine gelijkheid) - “Nothing contained in the present Charter shall authorize the United Nations to intervene in matters which are essentially within the domestic jurisdiction of any state” (Article 2(7)) (=non-interventie) - “The purposes are 1. To maintain international peace and security… 2. To develop friendly relations among nations… 3. To achieve international cooperation… 4. To be a centre for harmonizing the actions of nations in attainment of these common ends.” (Article 1) Ze bereiken deze principes via drie principal organen: a General Assembly, a Security Council and an International Court of Justice” (Article 7). Daarnaast zijn er nog andere internationale organisaties zoals bijvoorbeeld: Internationaal Monetaire Fonds (IMF), Wereldbank, General Agreement on Tariffs and Trade (GATT) (recenter: wereldhandelsorganisatie (WTO)), Regionale organisaties (EU, Shanghai Cooperation Organisation etc). Kritisch internationaal recht → Twee bewegingen 1. Feminisme (FTAIL): Ervaringen en ideeën van mannen weerspiegeld in internationaal recht. Bias is inherent en moeilijk om te zien. We leven midden in het patriarchiaat = ‘privilegeren van mannen in sociale relaties’. Document: CIV 1/2017 (UN Special Procedures) 2. Postkolonialisme (TWAIL): Bias is inherent en moeilijk om te zien. We leven midden in het neoliberalisme. De taal van het globale Noorden weerspiegelt internationaal recht om armoede en onderontwikkeling in de ‘Derde Wereld’ te bestendigen. Internationaal recht bevoordeelt het globale Noorden. De eerste wereld is de wereld verwijst naar de geopolitieke indeling die tijdens de Koude Oorlog werd gebruikt om landen in verschillende blokken te categoriseren. (eerste wereld kant US, tweede wereld kant USSR) FtAIL 101 (FEMINIST APPROACH TO INTERNATIONAL law° - Liberaal feminisme: gelijke vertegenwoordiging in volkenrechtelijke instellingen (bv. evenveel vrouwen als mannen) - Poststructurele feminisme: gelijke vertegenwoordiging en gender kennis (e.g. CIV 1/2017) in volkenrechtelijke instellingen (gender kennis ook vertegenwoordigt, internationaal recht probeert dit) - Marxistisch feminisme: ‘zorgarbeid’ (‘social labor’) ten voordele van de markt (bepaalde taken worden door vrouwen alleen uitgevoerd, het internationaal recht is vooral bezig met handel en geeft niet om de vrouwen die dit allemaal uitvoeren) - Socialistisch feminisme: ‘zorgarbeid’ ten voordele van de markt en individuele mannen in huishoudens (zegt het marxistische ook, maar zegt dat dit de individuele mannen in huishoudens bevoordeelt) - Radicaal feminisme: het is hopeloos om te engageren met volkenrechtelijke instellingen (dit komt nooit goed, niet willen engageren) Volgens TWAIL (THIRD WORLD APPROACHES TO INTERNATIONAL LAW) TWEEDE WERELD? → UN Security Council functioneert pas na de Koude Oorlog en nadat Irak uit Kuwait verdreven na dreiging UN Security Council (1990) D10 → Stevige waarschuwing naar Irak, ze hadden daar niets te zoeken. Hiervoor wilde Irak een conflict met Israël uit te lokken. UN speelde een cruciale rol in het verwijderen van Irak uit Koeweit na de invasie van het land door de troepen van Saddam Hoessein. STATEN DISCUSSIËREN → Niet of ze gebonden zijn door internationaal recht, maar wél over de interpretatie van internationaal recht. Het is een anarchistisch systeem maar internationaal recht is goed voor de landen en zal dus niet discussiëren over het bestaan van internationaal recht. (discussie Poetin kernwapens en biepers hezbollah) Les 2 Kruis aan wat juist is De VN Veiligheidsraad bereikte een akkoord om nooit kernwapens toe te staan alvorens het een akkoord bereikte Irak uit Koeweit te verdrijven. De VN Veiligheidsraad bereikte een akkoord om nooit kernwapens toe te staan nadat het een akkoord bereikte Irak uit Koeweit te verdrijven. De VN Veiligheidsraad bevestigde het gebruik van kernwapens in sommige omstandigheden toe te staan nadat het een akkoord bereikte Irak uit Koeweit te verdrijven. De VN Veiligheidsraad bevestigde het gebruik van kernwapens in sommige omstandigheden toe te staan alvorens het een akkoord bereikte Irak uit Koeweit te verdrijven. COLLEGE BRONNEN: OVERZICHT Recap en Positivistisch vs naturalistische kijk op het IL Art 38(1) Statute ICJ Unilaterale verklaringen Hiërarchie Erga omnes Soft law INSTEMMING (“CONSENT”) ⏤ “De rechtsregels die bindend zijn voor staten komen voort uit hun eigen vrije wil” POSITIVISTISCHE KIJK OP HET INTERNATIONAAL RECHT Instemmen met formele regels Binnen de grenzen van de eigen discipline redereneren Rechtszaak bedrijf Canada, voornamelijk belgische aanhouders, spanje verbod op uitbetaling van obligaties, Canada kon iets zeggen maar wou niet. (NIH) ICJ SOUTH WEST AFRICA, 2ND PHASE (ETHIOPIA AND LIBERIA V SOUTH AFRICA) (1966) - “[De rechtbank] is een rechtscollege en kan morele principes slechts in overweging nemen voor zover deze in voldoende mate in juridische vorm zijn uitgedrukt. De wet bestaat, zo wordt gezegd, om een sociale behoefte te dienen, maar juist om die reden kan dit alleen door en binnen de grenzen van zijn eigen discipline. Anders zou het geen juridische dienst zijn die wordt verleend.” = positivistisch denken INTERNATIONAL LAW OF CO-EXISTENCE ⏤ “in order to regulate the relations between these co-existing independent communities” NATURALISTISCHE KIJK OP HET INTERNATIONALE RECHT - Internationaal recht heeft als functie soevereine belangen nastreven, en tegelijken de soevereiniteit en rechten van andere landen respecteren. - Formele regels zijn inherent vaag. Het recht is in beweging. (p. 10, 20-21) → Positivistisch leeft de wet letterlijk na, naturalistisch eerder voor interpretatie vatbaar. OEFENING “De rechters verzette zich tegen de stelling dat zij politieke beslissingen zouden nemen. Ze hielden vol dat rechtbankbeslissingen nooit politiek zijn: ze zijn altijd een interpretatie van het toepasselijke recht. … Helaas komen de sterke opvattingen van de rechters over hoe dingen zouden moeten zijn niet altijd overeen met de empirische werkelijkheid. → Positivistisch, schrijfster naturalistisch Zolang je jouw favoriete maatschappelijke doel kan koppelen aan een mensenrecht, kan je de politiek via de Nederlandse rechter dwingen om ‘het juiste’ te doen. … De werkelijkheid is gelukkig een stuk genuanceerder. Want die rol kan nu eenmaal niet groter zijn dan het recht toelaat, of kleiner zijn dan de fundamentele beginselen van onze rechtsorde vereisen.” → Naturalistisch DE MEESTE BRONNEN STAAN IN Art 38(1) Statute ICJ → is niet exhaustief, → Unilaterale verklaringen, Soft law, … → Primaire bronnen creëren recht, secundaire bronnen dienen om recht te identificeren 1. Internationale VERDRAGEN → Art 38(1)(a) Statute ICJ “internationale conventies, hetzij algemeen of specifiek, stellen regels vast die uitdrukkelijk erkend worden door de verdragsstaten” ENKEL BINDEND TUSSEN PARTIJEN - Bilateraal verdrag (bijv. Belastingverdrag tussen Nederland en België 2001) - Multilateraal verdrag (bijv. Canada-United States-Mexico Agreement 2018) - Oprichtingsverdrag (p. 22) = “een verdrag dat een internationale organisatie opricht” (bijvoorbeeld UN Charter), kan bindende resoluties aannemen - “partij stemt in gebonden te zijn door de bindende instrumenten die organisatie aanneemt” (bijvoorbeeld Art 25 UN Charter voor UN SC resoluties) - Vienna Convention on the Law of Treaties (VCLT) (Hoe moeten verdragen lopen) etc 2. Internationale gewoonte - Art 38(1)(b) Statute ICJ “international custom, as evidence of a general practice accepted as law (Er zijn dus twee voorwaarden: general practice en accepted as law) - Praktische voorwaarde: Doen en laten dat als algemene praktijk gevolgd worden door staten (eerste voorwaarde is praktisch, tweede subjectieve) - Subjectieve voorwaarde: Staten geloven dat die praktijk juridisch bindend is ! TOEPASSINGGEBIED KAN BEPERKT ZIJN TOT 2 STATEN OF REGIO ICJ Right of passage over Indian territory (Portugal v India) 1960 Praktische voorwaarde heeft twee subvoorwaarden, die verder wordt opgedeelt in 3) [1.1] Doen en laten door staten Praktisch: Doen en laten door staten - fysiek of verbaal - publiek - zelfs resoluties en verklaringen van internationale organisaties waar de staat lid van is [1.2] Algemene praktijk gevolgd wordt door staten [ - Consistent: A4 Military and Paramilitary Activities in and against Nicaragua (Nicaragua v US), para. customary rule of non-use of force customary rule of non-intervention - Duur Duur is een ambigue voorwaarde (twee voorbeelden) ICJ Adv. Op. Legal Consequences of the Separation of the Chagos Archipelago from Mauritius (2019) (archipelago afgesplitst met mauritius, en ze hebben daar een militaire basis op gebouwd) customary rule self-determination (‘zelfbeschikking’) ‘consolidated and confirmed gradually over time’ (p. 24) instant… na 11 September 2001 customary rule of self-defence if an armed attack by a non-state actor occurs ‘self defence if an armed attack occurs’ (Article 51 UN Charter) - Algemeenheid BINDT ALLE STATEN, TENZIJ EEN STAAT VOORTDUREND BEZWAAR MAAKT (‘PERSISTENT OBJECTION’ regel) ALS een verplichting in verdrag staat én internationaal gewoonterecht) is Niet-verdragsstaten gebonden onder internationaal gewoonterecht Ook als een verplichting in een verdrag staat, kunnen niet-verdragsstaten toch gebonden zijn door dezelfde norm indien deze norm onderdeel is geworden van het internationaal gewoonterecht. Dit betekent dat de gewoonte bindend is voor alle staten, zelfs voor die staten die geen partij zijn bij het verdrag, zolang de gewoonte algemeen aanvaard is en als rechtsnorm wordt gezien Voorbeeld: ICJ Adv. Op. Legal consequences of construction of a wall in the occupied Palestinian territory 2004 “Wat betreft het internationaal humanitair recht merkt de rechtbank op dat Israël geen partij is bij de Vierde Haagse Conventie van 1907... De rechtbank is van mening dat de bepalingen van de Haagse Regels deel zijn geworden van het gewoonterecht.” A4 ICJ Military and Paramilitary Activities in and against Nicaragua (Nicaragua v US), para. 172-175 VOORTDUREND BEZWAAR VOORTDUREND Nieuwe staten kunnen geen voortdurend bezwaar maken tegen vooraf bestaand bestaande internationaal gewoonterecht ALLEEN TEGEN NIEUWE OF OPKOMENDE GEWOONTE ICJ Adv. Op. Fisheries case (UK v Norway) (1951) Opkomende internationale gewoonte regel afbakenen territoriale wateren INTERNATIONALE GEWOONTE IS GEEN JUS COGENS (bijv. verbod op foltering, genocide) Subjectieve voorwaarde: Staten geloven dat die praktijk juridisch bindend is (opinio juris) - Vermoeden bij bestaand internationaal gewoonterecht - Geen vermoeden bij nieuw internationaal gewoonterecht Voorbeeld: ICJ Ad. Op. Legality of the Threat or Use of Nuclear Weapons (1994) “De opkomst, als lex lata, van een gewoonterechtelijke regel die specifiek het gebruik van nucleaire wapens als zodanig verbiedt, wordt bemoeilijkt door de voortdurende spanningen tussen de opkomende opinio juris aan de ene kant en de nog steeds sterke hechting aan de praktijk van afschrikking aan de andere kant.” –< De afschrikking maakt dat de opinio juris niet van toepassing is, IS GEEN INTERNATIONAAL GEWOONTERECHT!!!!! Voorbeeld: ICJ Columbian-Peruvian Asylum 1950 ⏤ Een nieuwe Latijns-Amerikaanse gewoonte om te zorgen dat iemand met diplomatiek asiel status die in een ambassade verblijft die veilig kan verlaten → Dergelijke praktijk stemt uit goede-buren relaties, niet uit opinio juris ALGEMENE RECHTSBEGINSELEN - Art 38(1)(c) Statute ICJ “er was bezorgdheid dat verdragen en internationale gewoonte onvoldoende konden zijn om alle juridische antwoorden te voorzien” “gap fillers” die zorgen voor samenhang binnen rechtsysteem (p. 27-28) Non-exhaustief: Billijkheid (‘equity’), Goede trouw (‘good faith’), Elementaire overwegingen van menselijkheid, Indirecte bewijsregels (‘circumstantial evidence’) BILLIJKHEID (‘EQUITY’) - volgens het ICJ “een logisch en integraal deel van deel van de applicatie van het recht, en enkel als een manier om toepassing van substantiele bronnen te beïnvloeden” (p. 28) - staat los van ‘justice’ (p. 28) Positivistische kijk op het internationaal recht GOOD FAITH / GOEDE TROUW - ICJ Nuclear test case new Zealand v France (1974) para 74 “Eén van de rechtsbeginselen die de creatie en uitvoering van juridische verplichtingen regelen, wat ook hun bron, is het principe van goede trouw. Vertrouwen … is inherent in internationale samenwerking, in het bijzonder in een tijd waarin samenwerking steeds essentiëler wordt.,(nucleaire oefening frankrijk in de buurt van Zeeland en Australië) ELEMENTAIRE OVERWEGINGEN VAN MENSELIJKHEID - Military and Paramilitary Activities in and against Nicaragua (Nicaragua v US) “Artikel 3 Geneva Conventies 1949 definieert bepaalde regels die van toepassing zijn in gewapende conflicten van niet-internationale aard. Er is geen twijfel dat, in het geval van internationale gewapende conflicten, deze regels ook een minimummaatstaf vormen.” INDIRECTE BEWIJSREGELS - ICJ, Corfu Channel (UK v Albania) (1949) ⏤ Explosies van mijnen ⏤ In Albanese wateren die voorheen ontmijnd waren ⏤ Britse oorlogschepen waren beschadigd en hun crew dood - ICJ, Corfu Channel (UK v Albania) (1949). Albanië heeft mijnen daar niet gelegd; heeft niet samengespand om mijnen daar te leggen, maar het was niet mogelijk dat de Albanese overheid hier niet van wist. Onmogelijk om direct bewijs te leveren dat Corfu channel onder exclusieve controle van Albanië. Indirect bewijs toegestaan: feiten die alles te samen tot één enkele conclusie leiden BESLISSINGEN VAN RECHTERS - Art 38(1)(c) Statute ICJ: “onder voorbehoud van artikel 59, beslissingen van rechters … als subsidiaire bronnen”. ICJ “geen bindende kracht tenzij tussen de partijen en met betrekking tot een particuliere zaak” Ze interpreteren het internationaal recht, geen precedentwerking maar wel consistent redeneren ICJ - finaal en zonder beroep Art 60 Statute ICJ - afzonderlijke mening (’separate opinion’) Art 37 Statute ICJ - provisionele maatregelen Art 41 Statute ICJ (26 Juni 1945) bijv. ICJ, Lockerbie - advisory opinions Art 96 UN Charter (26 Juni 1945) bijv. ICJ, The Wall; ICJ, Chagos Geen ‘wereldrechtbank’ … staten moeten nog steeds instemmen of het ICJ wel mag oordelen over bronnen - “andere tribunalen” Art 95 UN: Charter andere rechtbanken en tribunalen (bijv. ICC, ECtHR, Carribean Court of Justice), nationale rechtbanken en arbitrage (bijv. Trail Smelter US v Canada (1938 and 1941)) OPVATTINGEN VAN DE MEEST BEVOEGDE SCHRIJVERS - Art 38(1)(c) Statute ICJ: Als subsidiaire bronnen, echter zelden specifieke academici - International Law Commission: Opgericht door UN GA in 1947 ter uitvoering van Artikel 13(1)(a) UN Charter "studies en aanbevelingen … ter bevordering van de geleidelijke ontwikkeling van het internationaal recht en de codificatie ervan.” Internationaal recht experten die representatief zijn voor verschillende rechtssystemen rond de wereld ⏤ Bijv. Draft Articles on the Prevention of Transboundary Harm from Hazardous Activities (2001) UNILATERALE VERKLARINGEN (niet in statuut international court of justice) - Geschreven of verbaal - Klaar en specifiek; restrictieve interpretatie - Door staatshoofd, regeringshoofd of minister van buitenlandse zaken (cf art 7(2)(a) VCLT) vienna stelt 3 categorieën van toepassing Voorbeeld: ICJ Nuclear test case (New Zealand v France) (1974) para 74 “Op basis van het rechtsbeginsel van goede trouw… kunnen geïnteresseerde staten dus kennisnemen van unilaterale verklaringen en daar vertrouwen in stellen, en hebben het recht te eisen dat de op deze manier gecreëerde verplichting wordt gerespecteerd.” (eisen= bindend, alles wat gezegd is is bindend Voorbeeld: PCIJ Legal status of Eastern Greenland (Denmark v Norway) (1933) De Noorse minister van Buitenlandse Zaken Ihlen maakte een unilaterale verklaring dat Noorwegen “geen moeilijkheden zou maken bij de regeling van” Deense claims op geheel Groenland (p. 32-33, 43) (Noorwegen wou hierop nog terugkomen, ging niet) HIËRARCHIE - “behalve het onderscheid tussen primaire en secundaire bronnen in art 38 ICJ Statute hebben [bijna] alle bronnen hetzelfde gewicht” (p. 33) - I Complementair II Interpretatie om uit conflict tussen bronnen te komen III Voorrangsegels JUS COGENS = = PEREMPTORY NORM OF INTERNATIONAL LAW (verbod foltering,...) (genocide en foltering zijn de enige die echt onbetwijfeld op dit lijstje staan). = is “Een norm die door de internationale gemeenschap van staten als geheel is aanvaard en erkend als een norm waarvan geen afwijkingen zijn toegestaan en die alleen kan worden gewijzigd door een latere norm van algemeen internationaal recht van hetzelfde karakter.” (Art 53 VCLT (D6)) = "Die substantiële gedragsregels die verbieden wat als onaanvaardbaar is gaan worden vanwege de bedreiging die het vormt voor het voortbestaan van staten en hun volkeren, en de meest fundamentele menselijke waarden.” (p. 34; International Law Commission (1966)) = Geen ‘lijstje’, veel discussie Bijv. ‘forced labour’ ⏤ Canadian Supreme Court (Nevsun case) à Jus cogens ⏤ Jean Allain à Geen jus cogens, jean Allain stelde dat dit geen jus cogens. =ICJ, Armed Activities on the Territory of the Congo (Congo v Rwanda) (2006), para. 64 A12 =Verbod op genocide ICJ, Obligation to Prosecute or Extradite (Belgium v Senegal) (2012) A25 Verbod op foltering (ook belgie US met deathrow want onzekerheid killed) UN CHARTER Art 103 → UN Charter (D2) “In het geval van een conflict tussen de verplichtingen van de Leden van de Verenigde Naties onder het huidige Handvest en hun verplichtingen onder enige andere internationale overeenkomst, zullen hun verplichtingen onder het huidige Handvest voorrang hebben." Art 25 UN Charter (D6) “De Leden van de Verenigde Naties komen overeen de besluiten van de Veiligheidsraad in overeenstemming met het huidige Handvest te aanvaarden en uit te voeren.” Voorbeeld: ICJ, Case concerning Questions of Interpretation and Application of the 1971 Montreal Convention arising from the Aerial Incident at Lockerbie (Request for provisional measures by Libya against UK and US) (1992) ⏤ Het VK en de VS verzochten Libië twee verdachten van de vliegtuigbomaanslag over te dragen, als bevestigd in een UN SC Res ⏤ UN SC Res > Montreal Convention (UN gaat voor!) Dualistisch protest uit de EU 1. UN SC Res tegen Kadi van Al-Qaida 2. UN SC Res > Human Rs (EU recht) (EU Court of First Instance, Kadi 2005) 3. UN SC Res < Human Rs (EU recht) (In beroep bij EU Court of Justice, Kadi 2008) UN geimplementeerd maar binnen de grenzen eu mensenrechten ERGA OMNES → “hors catégorie” – procedureel → ‘niet zomaar tegen een andere staat, maar tegen de gehele internationale gemeenschap’, ‘alle staten kunnen deze normen inroepen → NIET: ICJ Barcelona traction (Belgium v Spain) (1970) → WEL - verbod op foltering ICJ, Obligation to Prosecute or Extradite (Belgium v Senegal) (2012) A25 - verbod op genocide ICJ, Armed Activities on the Territory of the Congo (Congo v Rwanda) (2006), para. 64 A12 ICJ, Application of the Convention on the Prevention and Punishment of the Crime of Genocide (Gambia v Myanmar) (2022) - recht op zelfbeschikking ICJ Adv. Op. Legal Consequences of the Separation of the Chagos Archipelago from Mauritius (2019) (NIH) SOFT LAW (bijvoorbeeld UN general assembly resolutions) → snel en flexibel → op zichzelf niet bindend, vaak ‘voorbereidend werk’ → dat al een politieke prijs kan hebben Bijv. UN Verklaring Conferentie over het Menselijk Leefmilieu (1972) UN Verklaring van Rio de Janeiro inzake Milieu en Ontwikkeling (1992) → UN GA Resoluties en verklaringen Bijv. UN GA Resolutie 76/300 Het mensenrecht op een schoon, gezond en duurzaam leefmilieu (2022). UN GA Resoluties en verklaringen kunnen de voorwaarden van customary law vervullen à ZOJA, HARD LAW Voorbeeld van soft law naar hard law ICJ Ad. Op. Legality of the Threat or Use of Nuclear Weapons (1994) “jaarlijkse aanneming door de Algemene Vergadering, met een grote meerderheid, van resoluties … die verzoeken … om een conventie te sluiten die het gebruik van nucleaire wapens verbiedt …, onthult de wens van een zeer groot deel van de internationale gemeenschap” “resoluties, ook al zijn ze niet bindend … kunnen in bepaalde omstandigheden … bewijs leveren … van een opinio juris” → Geen opinio juris, geen bindend wettelijke grond, geen internationaal gewoonterecht, willen hard law worden. → Bijv. UN GA Resolutie 1514 (XV) Verklaring aangaande het toekennen van de onafhankelijkheid van gekoloniseerde landen en volkeren (1960) ‘[bevat] het recht op zelfbeschikking als een internationale gewoontenorm’ (ICJ, Chagos; p. 37) TWAIL approach!! → ‘Zodra soft law begint te interageren met bindende instrumenten, kan het niet-bindende karakter verloren gaan of veranderd worden.’ quote UN veiligheidsraad resoluties zijn bindend, general assembly niet maar kunnen bindend worden → Evolutie Chagos: soft law naar hard law, chagos heeft soevereiniteit en UK moet dit respecteren. US militaire basis op Chagos. Les 3 COLLEGE VERDRAGEN: OVERZICHT ⏤ Concept ⏤ Bevoegdheid ⏤ Instemming (‘consent’) ⏤ Inwerkingtreding ⏤ Validiteit ⏤ Reservaties ⏤ Interpretaties ⏤ Amendementen ⏤ Beëindiging en terugtrekking 1. Concept → VERDRAGEN Art 38(1)(a) Statute ICJ “internationale conventies, hetzij algemeen of specifiek, stellen regels vast die uitdrukkelijk erkend worden door de verdragsstaten” ENKEL BINDEND TUSSEN PARTIJEN D6 Vienna Convention on the law of treaties (1969) (VCLT) door ILC - Artikel 2(1)(a) VCLT ‘in deze overeenkomst is een verdrag… een internationale overeenkomst overgeengekoment tussen staten in de geschreven vorm … hoe ook genoemd in kwestie’ - VCLT (1969) GELDT TUSSEN STATEN - Verdragen tussen staten en internationale organisaties Vienna Convention on the Law of Treaties between International Organizations and States or between States and International Organizations (1986) Nog niet in werking getreden - VCLT (1969) is VOOR GESCHREVEN VERDRAGEN Verdragen in ’gesproken vorm’ bestaan ook Artikel 3(a) VCLT ‘het feit dat het [VCLT] niet van toepassing is op … verdragen die niet geschreven zijn… beïnvloedt niet hun bindende kracht’ - HET LABEL ‘VERDRAG’ IS NIET VEREIST wel de intentie om rechten en verplichtingen onder internationaal recht te creëren US (State Department), Guidance on Non-Binding Documents (NIH) - Memorandum of understanding niet zo maar op een verdrag - Telefoonconversatie ⏤ Persbericht ⏤ Vergadering verslag (p. 42-43 - Partijen Hebben de intentie =‘Comes into operation’ SOFT LAW. Participanten Komen overeen = ‘Entries into force’ VERDRAGEN EN INTERNATIONALE GEWOONTEN - There has yet to be a case where the ICJ has found that the content of a particular provision in the VCLT does not reflect customary law VERDRAGEN ALS ALGEMENE RECHTSBEGINSELEN - Artikel 26 VCLT ‘pacta sunt servanda’ = ‘verdragen moeten worden nageleefd’ = ‘Elke in werking zijnde overeenkomst bindt de partijen en moet ter goeder trouw worden uitgevoerd 2. BEVOEGDHEID OM EEN VERDRAG TE SLUITEN → Artikel 6 VCLT = ‘elke staat heeft de capaciteit een verdrag te sluiten → Artikel 7(1)(a) VCLT vertegenwoordiger van de staat met ‘full powers’ = ‘een document dat een vertegenwoordiger van de staat de authoriteit geeft om een verdrag te onderhandelen en sluiten → Artikel 7(2)(a) VCLT vertegenwoordiger van de staat zonder ‘full powers’ (moeten geen document krijgen voor de autoriteit) ⏤ staatshoofd ⏤ regeringshoofd ⏤ minister van buitenlanse zaken - hoofd diplomatieke missie ⏤ Vertegenwoordiger bij international organisatie/conferentie → Artikel 8 VCLT “Verdrag gesloten door persoon die niet beschouwd kan worden alseen geauthoriseerde vertegenwoordiger van een staat onder Artikel 7 VCLT kan achteraf bevestigd worden door die staat” Artikel 46 VCLT ⏤ Schending van intern recht is geen excuus om te stellen dat er geen bevoegdheid -was ⏤ Tenzij ⏤ intern recht van fundamenteel belang is ⏤ schending manifest is objectief evident voor elke andere staat, overeenkomstig normale praktijk en de goede trouw 3. INSTEMMING (‘CONSENT’) Artikel 34 VCLT =“een verdrag crëeert geen verplichtingen of rechten voor een derde staat zonder diens instemming __> Artikel 11 etc VCLT =“‘consent’ van een staat om gebonden te zijn door een verdrag kan uitgedrukt worden met een ondertekening, een uitwisseling van instrumenten, ratificatie, aanvaarding, ‘approval’ of toetreding of op eender welke andere wijze overeengekomen door de partijen” → ONDERTEKENING ⏤ Artikel 12 VCLT ⏤ In praktijk bijna altijd vereist door verdrag (bv. EU Verdrag van Maastricht (1992) → RATIFICATIE ⏤ Moet expliciet vereist zijn (Artikel 14 VCLT) ⏤ Is in praktijk meestal expliciet vereist ⏤ Geeft verdragspartij wat tijd vooraleer gebonden te zijn door instemming (Bijvoorbeeld voor verkrijgen van instemming nationale parlement, instemming bij referendum,...) - RATIFICATIE - NATIONALE PARLEMENT: Partij van voormalige President Moon Jae-In legde Gedwongen Arbeid Conventie 29 (1930) in 2019 voor aan Nationaal Parlement van de Republiek van Korea (Zuid Korea) Maar de oppositie verwierp ratificatie. Motiveringen - migranten arbeiders - Noord-Koreaanse gevangen - militaire dienst … uiteindelijk geratificeerd in 2021 - EU Maastricht Verdrag 1992 - Geen VK referendum in 1992 - Maar allerhande ‘opt-outs’ (bijv. munteenheid). EU Maastricht Verdrag 1992 - Deens referendum (1992) dat ratificatie verwierp - Deense ‘op outs’ (bijv. Munteenheid, defensie) - Deens referendum (1993) aanvaardt ratificatie met 4 ‘opt outs’ - Deens referendum (2022) verwerpt defensie ‘opt out’ (p. 49) TOETREDING → “instemming gebonden te zijn door een verdrag dat reeds genegotieerd en ondertekend werd door andere partijen” (p. 45) ⏤ kan enkel als die andere partijen daarin voorzien hebben (Art 15 VCLT) → vaak in de context van ‘mensenrechtenverdragen’ (bijvoorbeeld: verdrag eliminatie raciale discriminatie (1965), verdrag burgerlijke en politiek rechten (1966),...) HEEFT EEN VERDRAG AL GEVOLGEN ALS ONDERTEKENING EN RATIFICATIE VEREIST ZIJN, MAAR ENKEL ONDERTEKENING IS AL GEBEURD? → Ja, ondertekening heeft als effect dat staat zich moet onthouden van ‘defeat the object and purpose’ van het verdrag (Art 18(a) VCLT) Bijvoorbeeld verdrag kinderrechten Ondertekend maar niet geratificeerd door VS Oefening Zweden 56-60 4. INWERKINGTREDING → Artikel 24(1-2) VCLT ⏤ Zoals bepaald in verdrag ⏤ En anders bij instemming (‘consent’). Bijv. Maastricht Treaty (1992). HEEFT EEN VERDRAG WAARMEE WERD INGESTEMD AL GEVOLGEN ALS HET NOG NIET IN WERKING IS GETREDEN? → Ja, instemming (‘consent’) heeft als effect dat staat zich moet onhouden van ‘defeat the object and purpose’ van het verdrag (Art 18(b) VCLT) - Oefening 5. Validiteit → Artikel 46-53 VCLT - verdrag niet geldig - gaat vaak om een aantasting van instemming VALIDITEIT AANGETAST? - Schending van intern recht is geen excuus om te stellen dat er geen bevoegdheid was. Tenzij ⏤ Intern recht van fundamenteel belang is ⏤ schending manifest is (objectief evident voor elke andere staat, overeenkomstig normale praktijk en de goede trouw) (Art 46 VCLT) - Fout (‘error’) (Art 48 VCLT) “een feit of situatie waarover een assumptie bestond toen het verdrag werd gesloten, en die een essentiële basis vormde voor de instemming’ niet te wijten aan verdragspartij staat had het niet kunnen weten - Fraude (Art 49 VCLT) Corruptie (Art 50 VCLT) Dwang (‘coercion’) … daden of bedreigingen door vertegenwoordiger van een staat (Art 51 VCLT) Dwang (‘coercion’) … bedreigingen of gebruik van [militair] geweld in strijd met UN Charter (Art 52 VCLT) Jus cogens (Art 53 VCLT) - Art 54 VCLT Nieuwe norm van jus cogens Bijv. ‘forced labour’ ⏤ Canadian Supreme Court (Nevsun case) à ‘seen as’ jus cogens Verdragen die vroeger ‘forced labour’ of het verhandelen van slaven reguleerden 6. Reservaties Bijvoorbeeld - Deense ‘opt outs’ bij EU Maastricht Verdrag (1992) - Reservatie artikel 10 België Verdrag Burgelijke en Politiek rechten HET LABEL RESERVATIE IS NIET VEREIST - Reservaties, declaraties: onderscheid hangt af van de inhoud - RESERVATIES NIET ALTIJD MOGELIJK Artikel 19 VCLT ‘Bij tekenen, ratificeren, accepteren, ‘approving’ of toetreden tot verdrag’ Reservatie onmogelijk wanneer ⏤ Niet toegelaten door het verdrag Bijv. Art 120 Rome Statute International Criminal Court) ⏤ Niet valt onder specifieke toelating in verdrag Bijv. Art 48 Lanzarote Conventie Bescherming kinderen tegen seksueel geweld en misbruik ⏤ ‘Object and purpose’ van verdrag aangetast worden - Artikel 20 Verdrag burgelijke politieke rechten "That the United States reserves the right … to impose capital punishment on any person (other than a pregnant woman) duly convicted under existing or future laws permitting the imposition of capital punishment, including such punishment for crimes committed by persons below eighteen years of age.” (p. 50) in strijd met ‘object en purpose’ Artikel 19(3) VCLT, Artikel 23 ook. (huwelijk) VERDRAGSPARTIJ ACCEPTEERT RESERVATIE ⏤ Zwijgen is toestemmen na 12 maanden (art 20(5) VCLT) ⏤ Accepteren is toestemmen (art 20(4)(a) VCLT) ! Enkel in relatie tot staat die toestemt Wederkerigheid: toestemmende staat, is zelf ook niet gebonden voor zover de reservatie reikt (art 21 VCLT) VERDRAGSPARTIJ WEIGERT (‘OBJECTS’) RESERVATIE ⏤ Reservatie bindt niet ! Enkel in relatie tot staat die toestemt (art 20(4)(b) VCLT) Wederkerigheid: weigerende staat is zelf ook niet gebonden voor zover de reservatie reikt (art 21 VCLT) Geen invloed op inwerkingtreding verdrag ! tenzij dat ‘definitief wordt uitgedrukt’ door partij die (art 20(4)(b) VCLT) 7. Interpretaties → Artikel 27 VCLT = ‘ een verdragspartij kan zich niet beroepen op de bepalingen van haar interne recht als rechtvaardiging voor het niet nakomen van een verdrag → Artikel 31-32 VCLT Mixen 3 interpretatie methodes: 1) objectieve 2) teleologische 3) subjectieve interpretaties 1) OBJECTIEF Artikel 31 VCLT “Een verdrag moet te goeder trouw worden uitgelegd in overeenstemming met de gewone betekenis die moet worden gegeven aan de termen van het verdrag in hun context” (Art 31(1) VCLT) ! ‘in hun context’ verwijst naar de tekst, “subsequent agreements”, “subsequent practice”, “relevante regels van internationaal recht van toepassing tussen de partijen” (Art 31(2) VCLT) Subsequent practice bv.: Bijv art. 27(5) UN Charter Niet procedurele maatregelen van UN SC vereisen affirmatieve stemmen van 9 leden en ‘concurring’ stemmen van 5 permanente leden (p. 53, ICJ Advisory opinion Nambia (1971)) 2) TELEOLOGISCH Artikel 31 VCLT “en in het licht van het voorwerp en doel van het verdrag” (Art 31(1) VCLT) 3) SUBJECTIEF Artikel 32 VCLT “Aanvullende middelen van interpretatie, waaronder de voorbereidende werkzaamheden van het verdrag en de omstandigheden waaronder het is gesloten, kunnen worden geraadpleegd wanneer artikel 31 - leidt tot dubbelzinnige of duistere uitkomsten - leidt to resultaten die manifest absurd of onredelijk zijn” LEVEND INSTRUMENT ⏤ Concept komt van Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg dat ‘Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens’(1950) monitort (Tyrer v UK (1978)) ⏤ 'Present day conditions’ moeten overwogen worden ⏤ De Comités die de kern ‘mensenrechtenverdragen’ monitoren volgen dezelfde aanpak (p. 54) 8. Amendementen - D6 AMENDEMENTEN Artikel 39 VCLT Partijen mogen een verdrag veranderen Artikel 40 VCLT multilateraal Artikel 41 VCLT tussen sommige partijen - KADER VERDRAG Bijvoorbeeld EU-Republiek van Korea Kaderverdrag (2010) en EU-Republiek van Korea Vrijhandelsverdrag (2012) - NIEUW VERDRAG Bijvoorbeeld Cotonou verdrag tussen EU en staten uit Afrika, Caribisch gebied en de Stille Oceaan (2000) à Samoa verdrag (2023) met drie geografische protocollen. Bijvoorbeeld WHO, International Sanitary Regulations (1951) à - WHO, International Health Regulations (2005) met bevoegdheid uitroepen ‘public health’ noodtoestand 9. Beëindiging en terugtrekking - Artikel 54 VCLT - zoals voorzien bij verdrag - met instemming - Artikel 56 VCLT - ‘established’ dat dit moet kunnen - ‘implied by’ natuur van het verdrag ! 12 maanden opzegtermijn - Bijv. Rusland trok zich terug cf. art 58 ‘Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens’(1950) ⏤ 6 maanden opzegtermijn (artikel 54 VCLT) ⏤ Notice op 15 maart 2022 ⏤ Terugtrekking op 16 september 2022 - Beëindiging of opschorting: Artikel 60 VCLT Materiële breuk - essentiëel voor ‘object and purpose’ van het verdrag - opschorten of beëindigen van hele / deel van verdrag - Beëindiging: Artikel 61-62 VCLT Uitzonderlijke omstandigheden - verdwijning van een object dat nodig is - fundamentele verandering van omstandigheden - A7 ICJ, Gabčikovo-Nagymaros Project (Hungary v Slovakia) (1997) para 104 Les 4 Kruis één antwoord aan dat juist is O Artikel 27 VCLT bepaalt dat intern recht geen grond is voor het niet nakomen van een verdrag. Jus cogens is dat daarentegen wel. O Artikel 27 VCLT bepaalt dat intern recht geen grond is voor ongeldigheid een verdrag. Jus cogens is dat daarentegen wel. O Artikel 46 VCLT bepaalt dat intern recht geen grond is voor het niet nakomen van een verdrag. Dwang is dat daarentegen wel. O Artikel 46 VCLT bepaalt dat intern recht geen grond is voor ongeldigheid van een verdrag. Dwang is dat ook niet. ACTOREN (wie zijn actoren: degene met rechtspersoonlijkheid) - “Wie of wat heeft rechtspersoonlijkheid in het volkenrecht?” - “Wie of wat zijn de rechtssubjecten?” Rechtssubjecten mogen claims brengen (A1), verdragen sluiten en genieten van privileges en immuniteiten - Aantal staten is enorm toegenomen na 1960 vanwege de dekolonisatie. De onafhankelijkheid steeg. - Nieuwste staten: Zuid Sudan (2011) (voorheen Sudan) en Montenegro (2006) (voorheen Serbia en Montenegro) OVERZICHT STATEN ⏤ Erkenning ⏤ Montevideo criteria ⏤ Illegaliteit ⏤ Recht op zelfbeschikking vs recht op afscheiding ⏤ Verwerving van territorium ⏤ Opvolging ⏤ Verdwijnen TWEE VISIES OP STATEN 1.Constitutieve visie (eerste les filmpje palestina, sommige staten wel erkennen, anderen niet. Staten stellen of andere staten staten zijn of niet. 2.Verklarende visie 1. Constitutieve visie - Erkenning: voormalig Joegoslavië (º 1998 - † 1992) ”erkenning vereist respect voor VN Charter … met name mensenrechten, democratie en ‘rule of law’” (European Community, Guidelines on the recognition of New States in Eastern Europe and in the Soviet Union 1991) Kritiek: Neokoloniaal visie, bizarre visie want je stelt dat staten enkel bestaan in relatie tot andere staten waardoor de vraag hoeveel en welke andere staten moeten deze staten dan erkennen opkomt. Voorbeeld: Israël (º 1948) (niet erkend door alle staten p. 62) Palestina (?) werd door de VN ‘niet-lid obervator staat’ (VN Algemene Vergadering 2012), maar werd ‘lidstaat’ van Rome Statute International Criminal Court (1988) in 2015 ‘Dit statuut staat open voor ondertekening door alle Staten’ (artikel 125). (TEGENSTELLING) 2. Verklarende visie Erkenning: ”Het politieke bestaan van een staat is onafhankelijk van erkenning door andere staten” Art 3 Montevideo conventie (1933) (D1) (verdrag dat niet openstaat voor niet-amerikaanse staten maar wordt wel gebruikt door europa want een verdrag kan ook internationaal gewoonterecht bevatten waardoor andere lidstaten dit gebruiken. - Israël (º verklaring afgelegd in 1948) ⏤ Palestina (º verklaring uit 1988) ⏤ Finland (º verklaring uit 1917) Montevideo 4 criteria [a] Permanente bevolking [b] Gedefinieerd territorium [c] Een regering [d] Capaciteit om met andere staten relaties aan te gaan Art 1 Montevideo conventie (1933) (D1) - [a] Permanente bevolking (hoeft geen grote bevolking te zijn) bijv. Liechtenstein, San Marino, Tuvalu, Naru < 40,000 inwoners - [b] gedefinieerd territorium bijv. Liechtenstein, San Marino, Tuvalu, Naru < 161 km2 bijv. Israël, Palestina - [c] Een regering = vertegenwoordiger van de staat. Oefent effectief controle uit over territorium (controle democratisch of niet!), is in staat zaken te regelen en verzekert dat internationale verplichtingen nageleefd worden (e.g. article 7(2)(a) VCLT D6) [c] Een regering ⏤ een vereiste om een staat te worden ⏤ niet om een staat te blijven (p. 61, 64) ⏤ Afghanistan ⏤ Yemen ⏤ Libië ⏤ Somalië - [d] Capaciteit om met andere staten relaties aan te gaan: juridische onafhankelijkheid, politieke of economische onafhankelijkheid irrelevant ⏤ tijdelijke interventie door andere staten irrelevant (bijv. Kuwait) Groenland en de faroe eilanden, schotland (uk) (GEEN STAAT): Permanente bevolking ✓ (b) Gedefinieerd territorium ✓ (c) Een regering ✓ (d) Capaciteit om met andere staten relaces aan te gaan ! Art 1 Montevideo convence (1933) (D1) 4.2.3 ZELFS ALS DE MONTEVIDEO CRITERIA VERVULD ZIJN KAN EEN STAAT ALSNOG ILLEGAAL ZIJN (denk aan Zimbabwe, cyprus (turkish republic of northern… opgericht door force, niet legaal, bangladesh is wel met force opgericht (was van pakistan), maar is wel een staat, mensenrechten in pakistan waren slecht voor indiërs, is geen regel, meer in casu) 4.2.4 Zelfbeschikking Recht op zelfbeschikking → Art 1 UN Charter, Art 1 Conventie Burgerlijke en politieke rechten, Art 1 Conventie Civiele, economische en culturele rechten → Erga omnes ⏤ ICJ Chagos (p. 65-66) ⏤ ‘Groep individuen’ als rechtssubject (p. 78) waardoor ze ook bepaalde rechten hebben. “Eén van de grootste ontwikkelingen van het internationale recht gedurende de 2e helft van de 20e eeuw is het recht op zelfbeschikking” ICJ, Accordance with International Law of the Unilateral Declaration of Independence in Respect of Kosovo (2010), para 82 (A21) Recht op afscheiding? (schotland wilt bv afscheiden) - “Buiten de context van niet-zelfbesturende gebieden en mensen onder vreemde onderwerping, overheersing en uitbuiting zijn er radicaal verschillende ideeën of een deel van een bestaande staat een recht heeft om zich af te scheiden ” ICJ, Accordance with International Law of the Unilateral Declaration of Independence in Respect of Kosovo (2010), para 82 (A21 ; p. 66) Recht op afscheiding niet algemeen erkend: niet-zelfbesturende landen en mensen onder vreemde onderwerping,/// zijn er verschillende meningen over recht op afscheiding. VN heeft lijst met niet-zelfbesturende gebieden die wel ooit zelf gaan kunnen besturen wat betekent dat je ooit onafhankelijk kan worden. Landen willen sommige gebieden niet op die lijst zijn (bijvoorbeeld Hong Kong) - “Internationaal recht bevat geen verbod op het uitvaardigen van een verklaring van onafhankelijkheid” ICJ, Accordance with International Law of the Unilateral Declaration of Independence in Respect of Kosovo (2010), para 84 (A21). Voorbeeld: “interne zelfbeschikking” Canadian Supreme Court, Quebec (1998) (zolang interne zelfbeschikking er is is het niet nodig, VN vergadering heeft gelijkaardige benadering: “safeguard clause” (gelijkheid en geen discriminatie) UN Algemene Vergadering, Verklaring Vriendelijke Relaties (1970). Geen recht van afscheiding. - Referendum voor afscheiding ? ⏤ Catalonia ⏤ Groenland ⏤ Quebec ⏤ New Caledonia ⏤ Schotland ⏤ South Sudan. Catalonia niet toegestaan, groenland (nog) gewenst maar toegestaan, anderen toegestaan. 4. 2.6 Verwerving → Verwerving nieuw territorium 1. Overdracht (‘cession’) 2. Accretie 3. Avulsie 4. Bezetting van ‘nobody’s land’ 5. Prescriptie 6. Verovering 1. Overdracht (‘cession’) → Mogelijke vorm: land swap (‘uitwisseling’). ‘Verkoop’ veelal historisch (Rusland ‘verkocht’ Alaska aan VS (1867), Denemarken ‘verkocht’ Maagdeneilanden aan VS (1917), Spanje ‘verkocht’ Filipijnen aan VS (1898)). Nu met respect voor recht op zelfbeschikking 2. Accretie ⏤ Land gecreëerd door de natuur (op trage wijze) Bijv. Ijsland kreeg Surtsey eiland ⏤ Artificiële accretie creëert geen rechten onder internationaal recht Bijv. Chinese eilanden in de Chinese Zuid Zee ⏤ Tegenovergesteld: erosie Bijv. klimaatvluchtelingen 3. Avulsie ⏤ Land gecreëerd door de natuur (op snelle wijze) Bijv. Stroom van de Rio grande tussen Mexico en US 4. Bezetting van ‘nobody’s land’ ⏤ Terra nullius ⏤ Veelal historisch ⏤ Geen bezetting van res communis (bijv. Internationale wateren) 5. Prescriptie ⏤ ‘Voortdurende en vredevolle vertoning van soevereiniteit’ ⏤ Met (impliciete) instemming (dat is de theorie) ⏤ Nabijheid is niet genoeg ⏤ Veelal historisch Bijv. Groenland Bijv. Las Palmas/Miangas* niet in overdracht van Filipijnen aan de VS 1898 Kricsche datum Door ‘prescripce’ over aan Nederland * vandaag de dag deel van Indonesië 6. Verovering (niet meer sinds 1945) Vijandelijke bezewng ⏤ Irak in Kuwait (1990) ⏤ Israël in delen van Palescna ⏤ Rusland in delen van Ukraine (2014, 2022) 4.2.7 Opvolging → Vienna Convention on Succession of States in Respect of Treaties (1978) = in werking → Vienna Convention on Succession of States in Respect of State Property (1983) = in vele opzichten internationaal gewoonterecht - Stapt nieuwe staat in de schoenen van vorige staat? - Oost Duitsland Assimileerde in West Duitsland (1990) ⏤ Rusland Nam plaats in van Soviet Unie in VN (1991) - Federale republiek van Joegoslavie* Nam niet de plaats in van Joegoslavie in VN (1992) * sinds 2006, 2 staten: Servië en Montenegro - Gebonden aan internationaal gewoonterecht?: Nieuwe staten kunnen geen voortdurend bezwaar maken tegen vooraf bestaand bestaande internationaal gewoonterecht (p. 25) - Gebonden aan verdragen? ⏤ Neen: schone lei (‘clean slate’) (p. 73) Tenzij 1. Grenzen Kritiek Neokoloniaal? ⏤ Of ‘uitzonderlijk belangrijk voor het Afrikaanse continent’ (ICJ)? 2. Mensenrechten en humanitaire verdragen (p. 74) 4.2.8 Verdwijnen → Joegoslavië ⏤ Oost-Duitsland en West-Duitsand ⏤ Noord-Yemen en Zuid-Yemen ⏤ Czechoslavakia Rechtspersoonlijkheid internationale organisaties… vanaf het begin - Folke Bernadoye Wiye bussen April 1945 VN Handvest (D2) Juni 1945, mensen uit concentratiekampen van duitsland naar scandinavië te voeren - Folke Bernadotte bemiddelt daarna tussen Israël en Palestina als VN agent Vermoord September 1948 (A1) - “De rechtssubjecten in elk rechtsstelsel zijn niet noodzakelijkerwijs identiek in hun aard of in de omvang van hun rechten, en hun aard hangt af van de behoeften van de gemeenschap. Doorheen zijn geschiedenis is het internationale recht beïnvloed geweest door de vereisten van het internationale leven” ICJ, Reparations for Injuries Suffered in the Service of the UN (Advisory Opinion)(1949) (A1 / pp. 59-60) - “en de collectieve activiteiten van staten hebben reeds aanleiding gegeven tot gevallen van actie op het internationale toneel door zekere entiteiten die geen staten zijn” ICJ, Reparations for Injuries Suffered in the Service of the UN (Advisory Opinion)(A1 / pp. 59-60) Internationale organisaties → “De [VN] werd gecreëerd om rechten uit te oefenen en hebben … dit kan enkel verklaard worden doordat het rechtspersoonlijkheid heeB en de capaciteit om internaConaal te opereren” ICJ, Reparacons for Injuries Suffered in the Service of the UN (Advisory Opinion)(A1 / p. 76) → “De rechten en plichten van een entiteit zoals de VN moeten afhangen van de doelen en functies die gespecifieerd of geïmpliceerd werden in de oprichtingsdocumenten of ontwikkeld werden in de praktijk” ICJ, Reparations for Injuries Suffered in the Service of the UN (Advisory Opinion)(A1 / p. 76) → INTERNATIONALE ORGANISATIES ⏤ Gecreëerd bij verdrag (bijv. VN Charter) ⏤ Rechten en verplichtingen gegeven door staten ICJ, Reparations for Injuries Suffered in the Service of the UN (Advisory Opinion)(1949) (A1) Individuen → INDIVIDUEN, Verschillend van ‘groepen individuen’. Zie college mensenrechten → Duitsers Karl en Walter Lagrand werden veroordeeld en geëxecuteerd door VS in 1999 ⏤ zonder informeren Vienna Convencon Consular Relacons (1963) ⏤ terwijl Duitsland stappen ondernam voor het ICJ ICJ, Lagrand (Provisional Measures) (1999) ICJ, Lagrand (judgment) (2001) Andere entiteiten → ANDERE TERRITORIAL ENTITEITEN. Territoria die geen staten zijn ⏤ Gecreëerd bij verdrag ⏤ Rechten en verplichtingen gegeven door staten (p. 27) → Viermogendhedenakkoord Berlijn (tot 1990) ⏤ Na WO – kolonies van de verliezer ⏤ mandaten systeem (na WO I) (bijv. Rwanda-Urundi) ⏤ trustee systeem (na WO II) ⏤ VN Veiligheidsraad ⏤ East Timor ⏤ Kosovo ⏤ Heilige stoel (‘Holy See’) (vaticaanstad) - IN HUMANITAIRE CONTEXT: opstandige groepen en nationale bevrijdingsbewegingen (p. 78), het Rode Kruis (p. 79) (ze hebben nog steeds bepaalde rechten, rode kruis heeft rechtspersoonlijkheid vanwege humanitaire context) - De natuur: “Het autonome recht op een gezond milieu onder de Amerikaanse Conventie op mensenrechten …. Beschremt component van de natuur, zoals bossen, rivieren en zeeën … zelfs wanneer het niet zeker is of er geen bewijs is dat er een risico is voor mens” (p. 79) Amerikaans hof voor de rechten van de mens ‘het milieu en mensen rechten) (2018) (natuur heeft op zichzelf rechten) - “o.w.v. het belang voor andere levende organismen waarmee wij de planeet delen” (p. 79) Amerikaans hof voor de rechten van de mens ‘het milieu en mensen rechten) (2018) - Rio Atrato - Ecosysteem van Amazonerivier Grondwettelijk Hof in Colombia (2016, 2018) - schending artikel 8 Europees Verdrag voor Rechten van de Mens (het recht op privéleven) ⏤ onvoldoende maatregelen voor het klimaat Europees Hof Rechten Mens, KlimaSeniorinnen v Zwitserland (2024) GEEN INTERNATIONALE RECHTSPERSOONLIJKHEID ⏤ Andere NGOs dan Rode Kruis ⏤ Bedrijven VN LEIDENDE PRINCIPES BEDRIJVEN EN MENSENRECHTEN (2011) ⏤ Staten beschermen (inclusief staatsbedrijven! Principe 4) ⏤ Bedrijven respecteren ⏤ Remediëring… Les 5 Jurisdictie Kruis het juiste antwoord aan O Artikel 1 van de Montevideo conventie is internationaal gewoonterecht. Het recht op zelfbeschikking houdt in dat een groep individuen een referendum mag houden om zich af te scheiden. O De Maagdeneilanden werden overgedragen van Denemarken aan de Verenigde Staten. Groenland staat echter wel onder bewind van Denemarken door prescriptie. Groenland heeft geen referendum gehouden om zich af te scheiden. O Ook andere territoriale entiteiten dan landen kunnen rechtspersoonlijkheid hebben in het volkenrecht. Volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens hebben zeeën rechtspersoonlijkheid, zelfs wanneer er geen bewijs is dat mensen risco lopen. O Het recht op zelfbeschikking houdt in dat een groep individuen steeds moet instemmen met overdracht van territorium aan een ander land. Las Palmas werd door prescriptie afgestaan door Nederland. D2 Charter of the United Nations (1945) “The Organization is based on the principle of the sovereign equality of all its members” (Article 2(1)) “Nothing contained in the present Charter shall authorize the United Nations to intervene in matters which are essentially within the domestic jurisdiction of any state” (Article 2(7)) - Ik heb jurisdictie, nee jij intervenieert staat Concept: - jurisdictie = "autoriteit van een staat om invloed en macht uit te oefenen en zo impact en gevolgen te creëren voor individuen of eigendom” = “het maken, toepassen en afdwingen van regels in de praktijk” (p 83) - jurisdictie balansoefening tussen ⏤ rechten van een soevereine staat om regels te maken, toepassen en afdwingen aangaande aangelegenheden waar het belang bij heeft ⏤ diezelfde rechten van andere staten (p. 83) - hoe ver gaat ’jurisdictie’ dan? en wanneer is er sprake van ‘interventie’? 3 soorten jurisdictie 1. Voorschrijvende jurisdictie (‘prescrictive jurisdiction’) = soevereiniteit van een staat om recht te stellen 2. Adjudicerende jurisdictie (‘adjudicative jurisdiction’) = het recht van nationale rechtbanken om zaken te berechten 3. Afdwingingsjurisdictie (‘enforcing jurisdiction’) = respect voor het recht fysiek handhaven ! Studietip Verwar de drie vormen van jurisdictie onder internationaal recht niet met ‘jurisdictionele clausules’ in mensenrechtenverdragen, een specifiek domein binnen het internationale recht (p. 181-183) Zie college ‘mensenrechten Voorschrijvende jurisdictie → redelijke link: Territorialiteitsprincipe ⏤ Actief persoonlijkheidsprincipe ⏤ Passief persoonlijkheidsprincipe ⏤ Beschermingsprincipe Universaliteitsprincipe geen link ⏤ In handboek a.h.v. strafrechtelijke jurisdictie (p. 85) 1. Territoriale jurisdictie - subjectief territorialiteitsprincipe: daad begonnen of gepland op territorium bijv. Duitsland, Afghanistan 9/11 - objectief territorialiteitsprincipe: daad vervolledigd op territorium bijv. US 9/11 Objectief enkel (economische, cyber, milieu…) effecten? (p. 86) (macht uit oefenen zo kunnen alle zaken objectief territorialiteitsprincipe zijn. Staten scheppen collectief het internationale recht: blokkerende wetten om de wetten die op basis van de effecten doctrine is aangenomen om niet aan te nemen (bijvoorbeeld US vliegtuigen die niet aan milieuwetten EU voldoen) effecten-doctrine, waarbij een staat jurisdictie claimt als buitenlandse acties aanzienlijke economische, digitale (cyber), of milieueffecten binnen zijn grenzen hebben. Staten proberen collectief het internationale recht te reguleren en te harmoniseren om conflicten over jurisdictie te verminderen. Zo zijn er blokkerende wetten, waarbij staten voorkomen dat andere landen wetten kunnen afdwingen op basis van de effecten-doctrine. Een voorbeeld is dat Amerikaanse vliegtuigen niet aan Europese milieuwetten hoeven te voldoen als die wetten als hinderlijk of buitensporig worden beschouwd. 2. Actief persoonlijkheidsprincipe of het nationaliteitsprincipe, verandert mensenrechten Meest klassieke principe van jurisdictie, hoe een staat de eigen bevolking behandelt werd pas onderdeel van internationaal recht sinds de opkomst van mensenrechten Jurisdictie op basis van nationaliteit In principe bepaalt elke staat zelf nationaliteit (bijvoorbeeld 18 jaar nationaliteit kiezen), MAAR andere staat mag nationaliteit in vraag stellen effectieve en oprechte link tussen staat en persoon ⏤ ICJ, Nottebohm (Liechtenstein v Guatemala) judgment (1955) (duitser guatemala wonen maar bezoek liechtenstein, duitsers in interneringskampen gestoken wilden dat ook met nottebohm doen maar liechtenstein betwijfelde de nationaliteit) 3. Passief persoonlijkheidsprincipe Jurisdictie op basis van slachtofferschap ⏤ Controversiële grond: eindeloos veel staten kunnen jurisdictie claimen ⏤ Voorrang aan staat die ‘dichtste’ redelijke link heeft (p. 88) Vaak bijkomende voorwaarden Bijvoorbeeld in België (art 12 Wet Strafprocesrecht 2024) Dubbele criminaliteit (zowel belg slachtoffer land als in belgie criminele daad Aanwezigheid vermoedelijke dader op Belgisch grondgebied (na plegen daad) Lotus arrest: controversieel US passagiers op gekaapt Jordaans vliegtuig in Libanon ⏤ US slachtoffer op Italiaans cruise schip in de Middelandse zee → US doet dit wel vaker 4. Beschermingprincipe (bijzondere grond)⏤ Vitaal belang van de soevereine staat beschermen ⏤ Bijv. vals geld ⏤ Bijv. drugshandel, terrorisme Bijv. US ‘secundaire boycots’ (bijzondere grond!, of Cuba of wij indien samenwerking met Cuba blokkerende wetten)) → buitenlandse bedrijven die zaken doen met Cubaans staatseigendom dat in beslag is genomen na de revolutie ⏤ buitenlandse bedrijven die zaken doen met Cuba (bijv. Pernod Ricard’s Havana Club) ⏤ straffen voor investeerders in Iraans en Libische grondstoffen → Als anderen dat proberen, blokkerende wetten 5. Universaliteitsprincipe ⏤ Geen link vereist ⏤ Enkel indien sprake van serieuze of disruptieve overtreding (bijv piraterij, jus cogens inbreuk) niet ICJ maar van District Court of Jerusalem, Adolph Eichmann trial (1961) Eichman berecht misdaden nazi israel, israel bestond nog niet wou wel jurisdictie nemen dus district court Beklaagde hoeft onder internationaal recht niet aanwezig te zijn in grondgebied van staat die prescriptieve jurisdictie uitoefent (na plegen daad) Internationale politiek werkt anders in praktijk ⏤ Minister Yerodia (DR Congo) in België: internationale druk ICJ, Arrest Warrant (Congo v België) (2002) ⏤ Hamid Nouri (Iran) in Zweden: aangehouden op Zweeds vliegveld Verband met erga omnes ERGA OMNES Bron “hors catégorie” – procedureel ⏤ niet zomaar tegen een andere staat, maar tegen de gehele internationale gemeenschap ⏤ alle staten kunnen deze normen inroepen ⏤ ICJ, Obligation to Prosecute or Extradite (Belgium v Senegal) (2012) (A25) In de praktijk: Overlappende jurisdictie ⏤ Blokkerende wetten ⏤ ‘Dichtst’ redelijke link (gaat jurisdictie hebben), ook terughoudendheid Barcelona traction: “Staten moeten ‘mate en terughoudenheid uitoefenen bij het aannemen van jurisdictie over zaken met een buitenlands element; zo wordt vermeden dat het zich ongewild met de jurisdictie die beter door een andere staat kan uitgeoefend worden’” Geen jurisdictie: “Meeste staten oefenen minder jurisdictie uit dan internationaal recht hen toestaat” (p. 84) Zelfstudie: UN Special Rapporteur Human Rights Defenders 2023 ⏤ Bedrijf uit België ⏤ Twee rechten studenten in Bosnië-Herzegovina Jurisdictie over civiele vliegtuigen Chicago Convention on International Civil Aviation (1944) ⏤ Volledige en exclusieve soevereiniteit van luchtruim boven territorium en territoriale wateren Tokyo Convention on Offences and Certain other Acts Committed on Board Aircraft (1963) ⏤ Registratiestaat heeft authoriteit om wetten toe te passen tijdens vlucht ⏤ Geen interventie van andere staten ⏤ Gezagvoerder mag redelijke dwang gebruiken wanneer misdaad of veiligheid in gevaar zijn Hague Convention for the Suppression of Unlawful Seizure of Aircraft (1970) ⏤ Vervolgen of uitleveren kapers OEFENING Art 25 Lanzarote Conventie Bescherming kinderen tegen seksueel geweld en misbruik ’07 1. Elke Partij neemt de wetgevende of andere maatregelen die nodig zijn om haar rechtsmacht te vestigen met betrekking tot een overeenkomstig dit Verdrag strafbaar gesteld feit, indien dit strafbare feit wordt gepleegd: a. op haar grondgebied; b. aan boord van een schip dat onder de vlag van die Partij vaart; c. aan boord van een luchtvaartuig dat overeenkomstig de wetgeving van die Partij staat ingeschreven; of d. door een van haar onderdanen; of e. door een persoon die op het grondgebied van die Partij zijn of haar vaste verblijfplaats heeft 2. Elke Partij streeft ernaar de wetgevende of andere maatregelen te nemen die nodig zijn om haar rechtsmacht te vestigen met betrekking tot een van de overeenkomstig dit Verdrag strafbaar gestelde feiten wanneer het feit gepleegd is tegen een van haar onderdanen of een persoon die op het grondgebied van die Partij zijn of haar vaste verblijfplaats heeft Afdwingingsjurisdictie: PERMANENT COURT OF INTERNATIONAL JUSTICE (PCIJ) LOTUS (FRANCE V TURKEY) “de eerste en belangrijkste beperking die internationaal recht stelt is dat een staat geen macht mag uitoefenen in eender welke vorm in het territorium van een andere staat, tenzij er een toestemmende regel bestaat (geen afdwingingsjuridictie tenzij toestemmende regel) Afdwingingsjurisdictie is verboden: vanwege respect voor soevereiniteit, ook in cyberspace. Uitzonderingen: ‘consent’ (bijvoorbeeld eurostar, zie later: college ‘Vrede en veiligheid’) Uitlevering in internationaal strafrecht 3 voorwaarden Dubbele criminaliteit Geen dubbele vervolging (ne bis in idem) Uitleverende staat moet mensenrechten beschermen (door de uitlevering worden er geen mensenrechten beschaadt) Zelfstudie: Doughty Chambers 2024 (foltering solitary en onzekerheid wanneer dood) Inbreuken op verbod afdwingingsjurisdictie ⏤ Adolph Eichmann (1960) ⏤ ICJ, Jadhav (India v Pakistan) (2019) (india door pakistan opgepakt en naar pakistan is gebracht ⏤ Skripal en Litvinenko (2006) (2018) ⏤ Khashoggi (2018) ⏤ Prostasevich; Ryanair Flight 4978 (2021) (p. 94-95) Inbreuken op verbod afdwingingsjurisdictie ⏤ Verhinderen adjudicerende jurisdictie niet ⏤ Principe van ‘mala captus, bene detentus’ (bijv. District Court of Jerusalem, Adolph Eichmann trial (1961)) ⏤ Maar de nationale rechter kiest of dit principe al dan niet dient toegepast te worden Adjudicerende jurisdictie ⏤ de nationale rechter kiest of zaak gehoord wordt (binnen de perken van de wet) ⏤ uiteenlopende opvattingen ‘extraterritoriale rechtsmacht als een belangrijke bron van internationale hulp voor slachtoffers tijdens de donkerste dagen van de dictatuur in Argentinië en tijdens de overgang naar democratie’ Argentine Republic (Government), ‘Brief as Amicus Curiae in Kiobel’ (2012) Nr 10-1491 ‘ (universele jurisdictie) extraterritoriale jurisdictie zou een directe aanfluiting zijn van Jordanië’s soevereiniteit…. om Jordaanse personen op Jordaans grondgebied te reguleren’ Jordan (Government), ‘Brief as Amicus Curiae in Jesner’ (2017) Nr 16-499 6 and 9. p83: “The concept of ‘extraterritorial’ jurisdiction relates to those cases where a state may be authorized to exercise its jurisdiction outside its own territory. Zijn er ook gevallen wanneer geen jurisdictie mag uitgeoefend binnen het eigen grondgebied? Les 6 Wat mag in principe? O Afdwingingsjurisdictie (‘enforcing jurisdiction’) O Adjudicerende jurisdictie na afdwingingsjurisdictie O Jurisdictie op basis van het beschermingsprincipe, wanneer er geen link is met de staat die jurisdictie uitoefent O Adjudicerende jurisdictie over een buitenlandse minister van buitenlandse zaken KORTE NOTA: INTERNATIONALE ORGANISATIES ⎯ Artikel 105 VN Charter (1945) (D2) “De organisatie zal privileges en immuniteiten genieten in het territorium van elke lidstaat, in zoverre noodzakelijk voor het vervullen van haar functies” (immuniteit staat)⎯ Hoofdkwartier verdrag (geneve) OVERZICHT COLLEGE: FOCUS OP STATEN 1. Staat en eigendom (civiele immuniteit) 2. Vertegenwoordigers (civiele en strafrechtelijke immuniteit) 3. Diplomaten en consuls 1. STAAT EN EIGENDOM Staten Immuniteit is internationaal gewoonterecht (bestaande uit praktische en subjectieve voorwaarde!) Twee belangrijke bronnen - Europese Conventie Staatsimmuniteit (1972), niet geratificeerd, complex regime - UN Verdrag juridictionele immuniteiten van staten en hun eigendom (2004) Twee soorten immuniteiten Adjudicerende jurisdictie (‘adjudicative jurisdiction’) = het recht van nationale rechtbanken om zaken te berechten Afdwingingsjurisdictie (‘enforcing jurisdiction’) = respect voor het recht fysiek handhaven Adjudicerende jurisdictie (‘adjudicative jurisdiction’) - immuniteit wordt van rechtswege door rechter beoordeeld - 1 van de vele manieren waarop adjudicerende jurisdictie wordt afgewezen door rechter Wanneer moet immuniteit van ‘een staat’ beoordeeld worden? Wat is een staat? ⎯ - Moet onderscheiden worden van immuniteit van ‘vertegenwoordigers’ - In principe: eender wie soevereine autoriteit uitoefent (bijv. medewerker onderwijsdienst VS leger in VK werd gezien als deel van de staat (dus geen vertegenwoordiger van de staat)) - Nationale rechtbanken volgen vaak de regering bij bepaling Adjudicerende jurisdictie (‘adjudicative jurisdiction’) (staat voor de rechter brengen in een ander land) Enkel in 4 limitatieve gevallen, geen immuniteit 1. indien een staat daarin toestemt (p. 100) 2. ‘echte’ eigendom (p. 101, 104) (huis bv dat niet voor staat gebruikt wordt) 3. jure gestionis (‘commerciële transacties) (p. 101) 4. letselschade of dood, in vredestijd (p. 103) 1. indien een staat daarin toestemt ’waiver’ 2. echte eigendom Inclusief: ⎯ private eigendommen van diplomatieke missies ⎯ kan zelfs gaan om eigendomstitels van diplomatieke missies ⎯ maar geen verdere ‘interference’ met diplomatie van andere staat 3. Jure gestionis daden (commerciële transacties)( probleem china met veel staatsbedrijven, zij stelden voor publieke doeleinden voor. slaagt de ‘privaat individu test’? bias: jure gestionis German Federal Constitutional Court, Empire of Iran voor publieke doeleinden? bias: jure imperii rechter gaat met context rekening houden: CONTEXT ‘63 UK House of Lords, Holland v. Lampen Wolf ‘00 - 3. Jure gestionis daden: Vaak bepalen landen in hun wetgeving over immuniteit wat zij als ‘jure gestionis’ beschouwen Bijv. Zelfstudie Chen (2023) 4. Letselschade, dood in vredestijd ⎯ letselschade, dood ⎯ en zoveel meer tijdens WWII ⎯ maar ICJ vond dat er sprake was van ‘immuniteit’ tijdens oorlogstijd ICJ Jurisdictional immunities of the state (Germany v Italy, Greece intervening) 2012 ICJ Jurisdictional immunities of the state (Germany v Italy, Greece intervening) 2012 ⎯ Immuniteit, hoe erg ook ⎯ kan niet gekoppeld worden aan ‘jus cogens’ ⎯ aparte beslissing die vooraf gebeurt, kan niet gekoppeld worden aan inhoud zelfs niet als jus cogens aan het bod komt Afdwingingsjurisdictie (‘enforcing jurisdiction’) Enkel in 2 limitatieve gevallen, geen immuniteit 1. Indien een staat daarin toestemt (‘waiver’) ! dergelijke toestemming moet apart gegeven worden van toestemming adjudicerende jurisdictie 2. eigendom gebruikt voor jure gestionis (‘commerciële transacties) afdwingingsjurisdictie tegen Duitse eigendom in Italië verboden ⎯ jure imperii: eigendom bestemd voor culturele uitwisselingen ICJ Jurisdictional immunities of the state (Germany v Italy, Greece intervening) 2012 2. VERTEGENWOORDIGERS VAN STATEN ICJ, Arrest Warrant (Congo v België) (2002) Vrijwaren van officiële functies van vertegenwoordigers van staten: ⎯ Vrij reizen ⎯ In communicatie blijven met ⎯ eigen regering EN vertegenwoordigers en diplomatieke missies andere landen Verschillen tussen vertegenwoordigers ⎯Staat kan instemmen met ‘waiver’ van immuniteit van vertegenwoordiger ⎯Persoonlijke vs. functionele immuniteit Djibouti en frankrijk beroepen zichzelf op immuniteit Beperkter 3. DIPLOMATIE EN CONSULS (consul burger, diplomaat staat) ALGEMENE REGEL ⎯ Diplomaten persoonlijke immuniteit ⎯ Staf functionele immunititeit ⎯ ‘Waiver’ mogelijk Staten zijn vrij diplomatieke relaties aan te gaan ⎯ Altijd gebaseerd op gemeenschappelijke instemming ⎯ Hoofd van diplomatieke missie wordt ‘geaccrediteerd’(aanvaard worden) Vienna Convention on Diplomatic Relations (VCDR) (1961) ⎯ United States Diplomatic and Consular Staff in Tehran (US v Iran) (1982) (A3) ‘diplomatieke [bescherming] … is met zorg geconstrueerd doorheen de eeuwen, het waarborgen ervan is vitaal voor de veiligheid en het welzijn van een complexe internationale gemeenschap vandaag de dag’ Iran in ICJ, Tehran hostages, p. 112 / A3, para. 92 - Iran in ICJ, Tehran hostages, p. 114-115 / A3, para. 62 and 77 ⎯ Diplomatieke agent: Artikel 29 VCDR ⎯ Ambassade: Artikel 22 VCDR (e.g. James Square incident, Julian Assange) p. 116 ⎯ Reizen: Artikel 26 VCDR ⎯ Archieven: Artikel 24 VCDR ⎯ Diplomatieke valies: Artikel 27 VCDR - ‘Het is de plicht van alle personen die privileges en immuniteiten genieten om de wetten en reguleringen in het gastland the respecteren Ze hebben ook de plicht om zich niet in te mengen [not to interfere] in de interne affairs van het gastland’ Iran in ICJ, Tehran hostages, A3, para. 84 jo. Artikel 41(1 en 3) VCDR - ‘het betreft meer dan 25 jaar continue inmenging [interference] in de interne affaires van Iran, de schaamteloze exploitatie van ons land, en talloze misdaden begaan tegen Iraniërs, in strijd met alle internationale en humanitaire normen’ Iran in ICJ, Tehran hostages, A3, para. 35 - ‘de regels van diplomatiek recht, kort gezegd, zijn een op zichzelf staand regime dat … voorziet in middelen om enig misbruik te counteren’ Iran in ICJ, Tehran hostages, A3, para. 86 - ⏤ Persona non grata (redelijke tijd) Iran in ICJ, Tehran hostages, A3, para. 85 ⏤ Stopzetten diplomatieke relaties CONSULS ’In tegenstelling tot diplomaten, houden consuls zich bezig met niet politiek assistentie … aan burgers van de staat, ook wanneer ze in moeilijkheden zijn’ Iran in ICJ, Tehran hostages, A3, para. 85 jo. Vienna Convention on Consular Relations (VCCR) - CONSULS ⎯Functionele immuniteit ⎯Vb. Khashoggi in Saudi consulaat in Turkije (2018) VERTEGENWOORDIGERS ‘OP SPECIALE MISSIE’ ⎯ Persoonlijke immuniteit ⎯ Toestemming van het gastland! ! Foutje in handboek (p. 110) Mongolia à Djibouti ! Verduidelijk in handboek (p. 100) “The question of immunity from enforcement only arises after jurisdictional immunity has been dealt with” “The question of immunity from enforcement only arises after adjudicative jurisdictional immunity has been dealt with” ! Verduidelijk in handboek (p. 109) “And unlike the situation that applies to civil claims, there is no need to distinguish between immunity from jurisdiction and immunity from execution with regard to criminal jurisdiction” “And unlike the situation that applies to civil claims, there is no need to distinguish between immunity from adjudicative jurisdiction and immunity from execution with regard to criminal jurisdiction” Hoofdstuk 7 Kruis het foute antwoord aan In de Tehran hostages case (A3) komen de volgende begrippen aan bod: O persona non grata, Vienna Convention on Consular Relations, artikel 11 ARSIWA, goedkeuring gijzelneming consulaire staf O diplomatieke immuniteit, Vienna Convention on Diplomatic Relations, artikel 5 ARSIWA, goedkeuring gijzelneming diplomatieke staf O diplomatieke valies, staatsaanprakelijkheid voor nalaten onder artikel 2 ARSIWA, verderzetting gijzelneming consulaire staf O diplomatieke reizen, staatsaanprakelijkheid voor toerekenbare daad onder artikel 2 ARSIWA, verderzetting gijzelneming diplomatieke staf STAATSAANSPRAKELIJKHEID (D19) Articles on Responsibility of States for Internationally Wrongful Acts (ARSIWA) (2001) ⎯ Geschreven door: International Law Commission (Art 38(1)(c) Statute ICJ) ⎯ Aanbevolen door: VN Algemene Vergadering ⎯ Bron: Algemeen gewoonterecht (p. 120) OVERZICHT 1. Introductie 2. Basis principes (Artikels 1, 2, 3 en 12 ARSIWA) 3. Toerekenbaarheid in meer detail 4. Hulp en ondersteuning (Artikel 16 ARSIWA) 5. Omstandigheden die onrechtmatigheid uitsluiten (Artikel 20-25 ARSIWA) 6. Gevolgen van onrechtmagiheid (Artikels 29, 30, 41, 40-41 ARSIWA) 7. Wie mag inbreuk inroepen (Artikel 43 en 48 ARSIWA) 8. Diplomatieke bescherming STAATSAANSPRAKELIJKHEID Regels van eerste orde: - verplichtingen die van toepassing zijn (p. 119) - of schade vereist is, of niet voor bepalen schending (p. 121) Regels van tweede orde: mogelijke gevolgen van schending van regels van eerste orde (p. 119) < VN Speciale Rapporteur aangaande Staatsaansprakelijkheid Robert Ago (D19) ARSIWA BASISPRINCIPES: OVERZICHT ⎯ Artikel 1 ⎯ Artikel 3 ⎯ Artikels 2 en 12 - (D19) Artikel 1 ARSIWA “Elke internationaal onrechtmatige daad van een staat brengt de internationale verantwoordelijkheid van die staat met zich mee” - Artikel 3 ARSIWA “De karakterisering van een daad van een staat als internationaal onrechtmatig wordt bepaald door internationaal recht … niet door intern recht - (D19) Artikel 2 ARSIWA “Er is sprake van een internationaal onrechtmatige daad van een staat wanneer een gedraging, bestaande uit een handeling of nalaten (‘action or omission’): a.aan de staat kan worden toegerekend volgens het internationaal recht; en b.een inbreuk vormt van een internationale verplichting van de staat.” Inbreuk: Ongeacht ‘origine of karakter van de inbreuk’ (Artikel 12 ARSIWA) Voorbeelden nalaten: Nalaten van bieden bescherming tegen daden private individuen (bijv. (A3) Iran in ICJ, Tehran hostages), Nalaten voorkomen dat gedragingen op eigen grondgebied schade veroorzaken op ander grondgebied, Nalaten te proberen verspreiding infectieziekte tegen te gaan (middelenverbintenis) → VOORBEELD Artikel 2 ARSIWA (A3) Iran in ICJ, Tehran hostages, para 67 ~ Artikel 2 ARSIWA ‘chapeau’ ‘handeling of nalaten’ para 56 ~ Artikel 2[a] [b] ARSIWA. VOORBEELD Artikel 2 ARSIWA (A3) Iran in ICJ, Tehran hostages, para 67 “De inactiviteit van de Iraanse overheid … schendt Irans verplichtingen” ~ Artikel 2 ‘chapeau’ ARSIWA ‘handeling of nalaten’ (‘) → (A3) Iran in ICJ, Tehran hostages, para 56 “in hoeverre ‘acts’ in kwestie toerekenbaar zouden zijn aan de Iraanse staat” ~ Artikel 2[a] ARSIWA → (A3) Iran in ICJ, Tehran hostages, para 56 “verenigbaarheid of onverenigbaarheid met de verplichtingen van Iran op grond van verdragen … of andere regels van het internationaal recht” ~ Artikel 2[b] ARSIWA 3. TOEREKENBAARHEID IN MEER DETAIL (Artikel 2[a] ARSIWA) ARSIWA TOEREKENBAARHEID: OVERZICHT - Artikel 2[a] toerekenbaarheid Toerekenbaarheid in alle soorten gevallen - Artikel 4 ‘organen van de staat’ - Artikel 5 ‘andere personen of entiteiten met machtiging overheidsgezag’ - Artikel 6 ‘ter beschikkinggestelde organen door andere staat’ - Artikel 7 ‘overschrijding van bevoegdheid of schending van instructies’ - Artikel 8 ‘personen of groepen personen’ - Artikel 11 ‘erkend en aangenomen door de staat’ - Artikel 10 ‘opstandige bewegingen ARTIKEL 4 ARSIWA ‘ORGANEN VAN DE STAAT’ 1. De gedraging van elk staatsorgaan wordt beschouwd als een ‘act’ van die staat volgens het internationaal recht, ongeacht of het orgaan wetgevende, uitvoerende, rechterlijke of enige andere functies uitoefent, welke positie het ook heeft in de organisatie van de staat en ongeacht zijn status als orgaan van de centrale overheid of van een territoriale eenheid van de staat 2. Een orgaan omvat elke persoon of entiteit die die status heeft in overeenstemming met het nationale recht van de staat - VOORBEELD Artikel 4(1) ARSIWA Duitsers Karl en Walter Lagrand werden veroordeeld (individuen zijn ook actoren gezien) en geëxecuteerd door VS (Arizona) in 1999 — zonder informeren Vienna Convention Consular Relations (1963) — terwijl Duitsland stappen ondernam voor het ICJ, Lagrand (Provisional Measures) (1999) - GEEN VOORBEELD Artikel 4(2) ARSIWA (A13) ICJ Application of the Convention on the Prevention and Punishment of the Crime of Genocide (Bosnia and Herzegovina v Serbia and Montenegro), para 377-415. ⎯Enclave Srebrenica bloedbad gericht tegen vnl. Bosnische moslim jongeren (< klagende partij Bosnia and Herzegovina) ⎯Acts van vnl. Bosnische Serviërs (< verdedigende partij Serbië en Montenegro) ⎯Niet toerekenbaar aan Joegoslavië (Serbië en Montenegro) Artikel 5 ARSIWA ”De gedragingen van een persoon of entiteit die geen staatsorgaan is volgens artikel 4, maar die door de wet van die staat gemachtigd is om elementen van overheidsgezag uit te oefenen, wordt beschouwd als een daad van de staat volgens het internationaal recht, op voorwaarde dat die persoon of entiteit in die hoedanigheid handelt in het specifieke geval.” - Zorgt ervoor dat staat verantwoordelijkheid niet kan ontlopen door ‘uitbesteding’ door o.a. privatisering — Wordt beoordeeld in context — Inhoud en omstandigheden van machtiging — Voor welke doelen wordt het overheidsgezag uitgeoefend — In welke mate moet persoon/entiteit rekenschap afleggen aan staat Artikel 6 ARSIWA “De gedragingen van een orgaan dat door een staat ter beschikking is gesteld van een andere staat wordt beschouwd als een daad van de eerstgenoemde staat volgens het internationaal recht, indien het orgaan handelt in de uitoefening van elementen van het overheidsgezag van de staat aan wie het ter beschikking is gesteld” - VOORBEELD Artikel 6 ARSIWA ⎯ Rechters (soms kleine landen onvoldoende rechters) ⎯ Gezondheidsservices in crisis situaties (uitdelen overheidsapparaat aan andere landen, voorbeeld Irakees doodgeschoten) Artikel 7 ARSIWA ⎯“Overschrijding van bevoegdheid of schending van instructies” ⎯ Zelfs als er maar “schijnbaar” authoriteit is (stelt ILC) - VOORBEELD Artikel 7 ARSIWA Inter-American Court of Human Rights, Velásquez Rodriguez 1988 Hondurese strijdkrachten en de verdwijning van een student-activist Moord op Khashoggi in het consultaat van Saudi Arabië Velásquez Rodríguez-zaak (Inter-American Court of Human Rights, 1988) In deze zaak werd de Hondurese staat verantwoordelijk gehouden voor de gedwongen verdwijning van Manfredo Velásquez, een student-activist. Hoewel het mogelijk was dat leden van de veiligheidsdiensten hun bevoegdheden overschreden of handelden zonder directe bevelen van de overheid, oordeelde het Hof dat hun handelingen aan de staat konden worden toegerekend. De strijdkrachten handelden immers binnen het kader van hun officiële functies of hadden ten minste de schijn van autoriteit, waardoor de staat aansprakelijk werd voor de mensenrechtenschendingen. Moord op Jamal Khashoggi (2018) De moord op journalist Jamal Khashoggi in het Saoedische consulaat in Istanboel is een voorbeeld waarbij Artikel 7 ARSIWA mogelijk relevant is. Hoewel er werd gesuggereerd dat de moord werd uitgevoerd door agenten van de Saoedische staat die buiten hun expliciete instructies of bevoegdheden handelden, kan Saoedi-Arabië toch aansprakelijk worden gesteld. Dit komt doordat de betrokken agenten functioneerden in een officiële hoedanigheid als vertegenwoordigers van het consulaat, waardoor hun handelen aan de staat kan worden toegerekend. Zelfs als de staat zou beweren dat de agenten hun instructies overschreden, blijft de staat verantwoordelijk vanwege de schijnbare autoriteit waaronder zij opereerden. Artikel 8 ARSIWA Gedragingen van een persoon of groep personen worden beschouwd als een daad van de staat volgens internationaal recht als de persoon of groep personen feitelijk handelt op instructie van, of onder de dirigentie of controle van, die staat bij het uitvoeren van die gedragingen - ‘Controle’ Lees: ‘effectieve controle’ - (A4) ICJ Nicaragua case (1986) para 115 (A13) ICJ Application of the Convention on the Prevention and Punishment of the Crime of Genocide (Bosnia and Herzegovina v Serbia and Montenegro) (2007), para 377-415. (niet onder de effectieve controle) ! - Kan gedeeld worden met internationale organisaties De kern van dit artikel ligt in het concept van "effectieve controle": een staat moet daadwerkelijke, directe invloed en zeggenschap hebben over de specifieke gedragingen van de betrokken personen om aansprakelijkheid op te roepen. ICJ Nicaragua-zaak (1986), paragraaf 115 In deze zaak beschuldigde Nicaragua de Verenigde Staten ervan de Contra-rebellen te ondersteunen bij aanvallen tegen de Nicaraguaanse regering. Het Internationaal Gerechtshof (ICJ) oordeelde dat de acties van de Contras niet aan de Verenigde Staten konden worden toegerekend, omdat de VS geen "effectieve controle" hadden over de militaire operaties. Hoewel de VS financiële steun, wapens en training boden, was er geen bewijs dat zij directe controle uitoefenden over de specifieke aanvallen van de Contras. ICJ Genocidezaak (Bosnië en Herzegovina v. Servië en Montenegro) (2007), paragrafen 377-415 Deze zaak betrof de vraag of Servië verantwoordelijk was voor de genocide in Srebrenica gepleegd door het Bosnisch-Servische leger (VRS). Het ICJ oordeelde dat hoewel Servië militaire steun en algemene hulp bood, het niet aangetoond kon worden dat Servië effectieve controle had over de specifieke acties die tot genocide leidden. Daarom konden de gedragingen van het VRS niet rechtstreeks aan Servië worden toegerekend. Artikel 11 ARSIWA “Gedragingen die niet aan een staat kunnen worden toegerekend op grond van de voorgaande artikelen, worden niettemin beschouwd als een daad van die staat volgens het internationaal recht, indien en voor zover de staat de betrokken gedraging erkent en als de zijne aanneemt. - VOORBEELD Artikel 11 ARSIWA (A3) Iran in ICJ, Tehran hostages, para. 74 Goedkeuring en verderzetting ⎯bezetting ambassade ⎯gijzelneming GEEN VOORBEELDEN Artikel 8 en 11 ARSIWA “Gedragingen gedirigeerd door of onder controle van een staat” “Gedragingen die een staat … als de zijne aanneemt” — Taliban (of Afghanistan) 9/11 in VS? — Wagner groep (of Rusland) in Ukraine? Niet toerekenbaar aan Afghanistan en Rusland Artikel 10 ARSIWA "1. De gedragingen van een opstandige beweging die de nieuwe regering van een staat wordt, worden beschouwd als een daad van die staat volgens het internationaal recht. 2. De gedragingen van een beweging, opstandig of anderszins, die erin slaagt een nieuwe staat te vestigen in een deel van het grondgebied van een bestaande staat of in een grondgebied onder haar bestuur, worden beschouwd als een daad van de nieuwe staat volgens het internationaal recht.” 4. HULP EN ONDERSTEUNING (Artikel 16 ARSIWA) Artikel 16 ARSIWA "Een staat die een andere staat helpt of bijstaat bij het begaan van een internationaal onrechtmatige daad door die laatste, is internationaal verantwoordelijk voor het verlenen van die hulp of bijstand indien: [a] Die staat kennis heeft van de omstandigheden van de internationaal onrechtmatige daad; en [b] De daad internationaal onrechtmatig zou zijn indien zij door die staat was begaan." - GEEN VOORBEELD Artikel 16[a] ARSIWA (A13) ICJ Application of the Convention on the Prevention and Punishment of the Crime of Genocide (Bosnia and Herzegovina v Serbia and Montenegro), para 416-424 (p. 127) ⎯Enclave Srebrenica bloedbad gericht tegen vnl. Bosnische moslim jongeren (< klagende partij Bosnia and Herzegovina) ⎯Acts van vnl. Bosnische Serviërs (< verdedigende partij Serbië en Montenegro) ⎯Niet toerekenbaar aan Joegoslavië (Serbië en Montenegro) “Er moet ook worden overwogen of het orgaan dat hulp of bijstand verleende aan een dader van het misdrijf genocide met kennis [‘knowingly’] handelde, dat wil zeggen in het bijzonder op de hoogte was of had moeten zijn van de specifieke intentie (dolus specialis) van de hoofddader.” - VOORBEELD Artikel 16 ARSIWA: ICJ Adv. Opinion Legal Consequences arising from the Policies and Practices of Israel in the Occupied Palestinian Territory, including East Jerusalem (Juli 2024) Zelfstudie, De Redactie 5. OMSTANDIGHEDEN DIE ONRECHTMATIGHEID UITSLUITEN (Hoofdstuk V ARSIWA) Artikel 26 ARSIWA "Niets in dit hoofdstuk sluit de onrechtmatigheid uit van een daad van een staat die niet in overeenstemming is met een verplichting die voortvloeit uit een dwingende norm van het algemeen internationaal recht. ” - jus cogens ARSIWA OMSTANDIGHEDEN DIE ONRECHTMATIGHEID UITSLUITEN: OVERZICHT - Artikel 20 Instemming - Artikel 21 Zelf-verdediging - Artikel 23 Force majeure - Artikel 24 ‘Distress’ = Levensbedreigend - Artikel 25 Noodzaak - Artikelen 22 en 49 etc Tegenmaatregelen Artikel 20 ARSIWA TOESTEMMING (‘consent’) 1 “Geldige toestemming” Bij twijfel kijken naar goeder trouw? 2 Vrij gegeven 3 Duidelijk uitgedrukt 4 Vooraf of tijdens stellen daad - VOORBEELDEN Artikel 20 ARSIWA ⎯ Vliegtuig dat over territorium vliegt ⎯ Reddingsoperaties ⎯ Ondersteuning bij rampen Artikel 21 ARSIWA: Zelfverdediging 'in overeenstemming met UN Charter’ = artikel 51 UN Charter - Artikel 23(1) ARSIWA Force majeure “een onweerstaanbare kracht of een onvoorziene gebeurtenis, buiten de controle van de staat, waardoor het materieel onmogelijk wordt om de verplichting na te komen onder de omstandigheden” - Artikel 24(1) ARSIWA ‘Distress’ “als de dader van de betreffende daad geen andere redelijke manier heeft om, in een situatie van ‘distress’ , zijn eigen leven of het leven van andere personen onder zijn zorg te redden” Levensbedreigende omstandigheden! - Artikel 25(1-2) ARSIWA ‘Noodzaak’ 1 de enige manier is voor de staat 2 om een essentieel belang te beschermen 3 tegen een ernstig en onmiddellijk gevaar 4geen ernstige aantasting van een essentieel belang van de staat of staten ten opzichte waarvan de verplichting bestaat, of van de internationale gemeenschap als geheel veroorzaakt 5 de staat heeft niet zelf bijgedragen aan de situatie van noodzaak 6mag niet uitgesloten worden voor de internationale verplichting in kwestie GEEN VOORBEELDEN Artikel 25 ARSIWA ICJ, Gabčikovo-Nagymaros Project (Hungary v Slovakia) (1997) ⎯ ‘op uitzonderlijke basis’ ⎯ milieu bescherming door niet nakomen verdrag niet noodzakelijk ICJ Adv. Op. Legal consequences of construction of a wall in the occupied Palestinian territory 2004 ⎯ Israël heeft ‘recht en verplichting om leven van burgers te beschermen’ ⎯ ’muur niet noodzakelijk Artikel 22 ARSIWA: Tegenmaatregelen De onrechtmatigheid... wordt uitgesloten als en voor zover de daad een tegenmaatregel vormt die tegen de laatstgenoemde staat is genomen in overeenstemming met hoofdstuk II van deel drie.” Artikel 49-54 ARSIWA VOORWERP EN LIMIETEN - alleen … om die staat te dwingen zijn verplichtingen na te komen (Artikel 49(1) ARSIWA) - tijdelijk (Artikel 49(2) ARSIWA) - voor zover mogelijk, zodanig worden genomen dat ze de hervatting van de nakoming mogelijk maken (Artikel 49(3) ARSIWA) Artikel 51 ARSIWA Proportioneel t.a.v. de geleden schade ≠ wraak / straffen ✓ verschillende aard - GEEN VOORBEELD Artikel 51 ARSIWA A7 ICJ, Gabčikovo-Nagymaros Project (Hungary v Slovakia) (1997) Tegenmaatregel van Slovakije voor niet naleven verdrag disproportioneel (p. 129) VOORWAARDEN Tegenmaatregelen - enkel na oproep aan verantwoordelijke staat om verplichtingen na te komen (Artikel 52(1)(a) ARSIWA) - enkel na communiceren besluit tegenmaatregelen te nemen aan verantwoordelijke staat en na aanbieden te onderhandelen (Artikel 52(1)(b) ARSIWA) - MAAR dringende maatregelen die noodzakelijk zijn om rechten te behouden mogen (Artikel 52(2) ARSIWA) - niet wanneer de onrechtmatige daad is gestopt (Artikel 52(3)(a) ARSIWA) - niet wanneer geschil hangende is bij rechtbank of tribunaal, tenzij verantwoordelijke staat hierin niet ter goeder trouw is (Artikel 52(3)(b) en 52(4) ARSIWA) - Artikel 50(2) ARSIWA Verplichtingen die niet worden beïnvloed door tegenmaatregelen (a)de procedures voor geschillenbeslechting na te komen die van toepassing zijn tussen de staat en de verantwoordelijke staat; (b) de onschendbaarheid van diplomatieke of consulaire agenten, gebouwen, archieven en documenten te respecteren - Artikel 50(1) ARSIWA Verplichtingen die niet worden beïnvloed door tegenmaatregelen (a) onthouden van de dreiging of het gebruik van geweld zoals vastgelegd in het Handvest van de Verenigde Naties; (b) verplichtingen voor de bescherming van fundamentele mensenrechten; (c) verplichtingen van humanitaire aard die represailles verbieden; (d)andere verplichtingen op grond van ‘peremptory norms of international law’ JUS COGENS Wat zijn fundamentele mensenrechten? ⎯ Eén en ondeelbaar niets is belangrijker ⎯ Henriksen suggereert een element van tijdelijkheid ⎯ oorlogstijd ⎯ publieke noodtoestanden (p. 129) Artikel 53 ARSIWA Tegenmaatregelen moeten worden beëindigd zodra de verantwoordelijke staat zijn verplichtingen … heeft nagekomen met betrekking tot de internationaal onrechtmatige daad 6. GEVOLGEN VAN ONRECHTMATIGHEID - Artikel 29 Voortdurende plicht tot nakoming “Voortdurende plicht tot nakoming” ⎯ Verplichtingen van eerste orde ⎯ A7 ICJ, Gabčikovo-Nagymaros Project (Hungary v Slovakia) (1997), para. 139 - Artikel 30 Beëindiging en niet-herhaling “De staat die verantwoordelijk is voor de internationaal onrechtmatige gedraging, is verplicht: (a) die gedraging te beëindigen, indien deze voortduurt; (b)passende waarborgen en garanties [assurances and guarantees] van niet-herhaling te bieden, indien de omstandigheden dit vereisen.” VOORBEELD Artikel 30(a) ‘Beëindiging’ ICJ Adv. Op. Legal Consequences of the Separation of the Chagos Archipelago from Mauritius (2019) ⎯ Zo snel mogelijk de administratie van Chagos beëindigen ⎯ Opdat Mauritius dekolonisering kan voltooien Cf Aan Rusland om zich terug te trekken aan Ukraine (p. 133) - Artikel 31 Herstel ⎯ volledige herstelmaatregelen ⎯ voor materiële als immateriële schade ⎯ in de mate van het mogelijke de gevolgen van een onrechtmatige daad uitwissen en terug te keren naar de oorspronkelijke situatie bestaat uit (Artikels 35-38 ARSIWA) ⎯ Teruggave ⎯ Compensatie ⎯ Genoegdoening (i.a. excuses, spijtbetuiging) ⎯ Interest - Artikels 40-41 Inbreuken jus cogens normen Staten zullen samenwerken om, met wettige middelen, een einde te maken aan elke ernstige schending in de zin van artikel 40. — Geen enkele staat zal een situatie die is gecreëerd door een ernstige schending in de zin van artikel 40 als rechtmatig erkennen, noch hulp of ondersteuning verlenen om die situatie in stand te houden. (…) 7. WIE MAG INBREUK INROEPEN? Artikel 43 ‘Benadeelde staat’ ⎯ Artikel 48 ‘Niet-benadeelde staat’ - Artikel 42 ARSIWA ‘Benadeelde staat’ als de geschonden verplichting verschuldigd is: (a) aan die staat individueel; of (b)aan een groep staten, inclusief die staat, of aan de internationale gemeenschap als geheel, en de schending van de verplichting: (i) die staat specifiek treft; of (ii)van een zodanige aard is dat het de positie van alle andere staten waaraan de verplichting verschuldigd is, radicaal verandert met betrekking tot de verdere nakoming van de verplichting. - Artikel 34 ARSIWA ‘Benadeelde staat’ ⎯ Alle herstelmaatregelen kan krijgen ⎯‘Volledige reparatie van de benadeling - Artikel 48(1) ARSIWA ‘Niet-benadeelde staat’ ⎯ Erga omnes verplichtingen - Artikel 48(2) ARSIWA ‘Niet-benadeelde staat’ Limitatief herstel: (a)beëindiging van de internationaal onrechtmatige daad, en garanties en waarborgen van niet-herhaling overeenkomstig artikel 30; en (b) nakoming van de verplichting tot genoegdoening overeenkomstig de voorgaande artikelen, in het belang van de benadeelde staat of de begunstigden van de geschonden verplichting ! Geen compensatie - Artikel 54 ARSIWA ⎯Mogen individuele tegenmaatregelen voor erga omnes principes genomen worden? ⎯Dat is een open vraag (p. 130) 8. DIPLOMATIEKE BESCHERMING Recht van een staat om voor onrechtmatige daden tegen eigen burgers internationale verantwoordelijkheid van een andere staat in te roepen Bijv. Aanbieden consulaire ondersteuning aan burgers die gearresteerd of in hechtenis geplaats zijn onder VCCR - ICJ, Lagrand (Provisional Measures) (1999) ICJ, Jadhav (India v Pakistan) (2019) (context verbod op inbreuk afdwingsjuridictie gezien) Hoofdstuk 8: Dispute settlement KALENDER BB Openingscollege Bronnen Verdragen Actoren Jurisdictie Rechtsmacht en immuniteit Staatsaansprakelijkheid Geschillenbeslechting Mensenrechten Milieu Handel Vrede en veiligheid KALENDER BB > Mededelingen wordt na het college aangevuld Neem ook info door onder BB > Inhoud 2. Studiemateriaal 4. Inhoudelijke vragen met antwoorden 7. Examen Kruis het juiste antwoord aan O De Velásquez Rodriguez case (inter-Amerikaanse mensenrechtenhof) is een voorbeeld van artikel 5 ARSIWA. In de juli 2024 ICJ advies opinie over Israël gaat het om artikel 16 ARSIWA. O De Velásquez Rodriguez case (inter-Amerikaanse mensenrechtenhof) is een voorbeeld van artikel 5 ARSIWA. In de juli 2024 ICJ advies opinie over Israël gaat het niet om artikel 16 ARSIWA. O De Velásquez Rodriguez case (inter-Amerikaanse mensenrechtenhof) is een voorbeeld van artikel 7 ARSIWA. In de juli 2024 ICJ advies opinie over Israël gaat het om artikel 16 ARSIWA. O De Velásquez Rodriguez case (inter-Amerikaanse mensenrechtenhof) is een voorbeeld van artikel 7 ARSIWA. In de juli 2024 ICJ advies opinie over Israël gaat het niet om artikel 16 ARSIWA. 1. INTRODUCTIE 4 BASISREGELSStaten mogen instemmen om geschillen te beslechten (‘consent’) Als ze dat doen, dan moet dat op vreedzame wijze gebeuren zodat ‘internationale vrede en veiligheid, en rechtvaardigheid niet in gevaar gebracht worden’ (D2 Article 2(3) VN Handvest = internationaal gewoonterecht)(p. 239) 4 BASISREGELSStaten moeten zich onthouden van ‘dreiging of gebruik van geweld tegen territorial integriteit of politieke onafhankelijkheid van eender welke staat’ (Article 2(4) VN Handvest) Staten zijn wel overeengekomen dat zij moeten oplossingen zoeken (door a.o. negotiatie, arbitrage, rechterlijke tussenkomst) wanneer geschillen op den duur waarschijnlijk de internationale vrede en veiligheid bedreigen (Artikel 33(1) VN Handvest) OVERZICHTWaaier van kanalen Zonder rechtbank of tribunaal: negotiëren Arbitrage tribunaal Internationaal Hof van Justitie Gespecialiseerde tribunalen en rechtbanken 2. ZONDER RECHTBANK OF TRIBUNAAL EERST EN VOORALNegotiëren: er moet, anders derde partijen ⎯ Een oprechte poging om te spreken met de andere partij ⎯Om het geschil op te lossen ⎯ICJ, Application of the International Convention on the Elimination of Racial Discrimination (Georgië v Rusland) 2011 DERDE PARTIJ: OVERZICHT⎯ Good offices ⎯Mediatie ⎯Bemiddeling ⎯Onderzoekscommissie of ‘fact finding’ missie DERDE PARTIJ‘Good offices’ Faciliteert communicatie Bijv. Reykjavik top (1986) tussen VS en Soviet unie Mediatie Suggereert hoe en/of welke oplossingen voor wederzijdse toegevingen mogelijk zijn Bijv. Dayton agreement (1995) burgeroorlog Bosnië DERDE PARTIJBemiddeling (‘conciliation’) (p. 242) ⎯Stelt directere oplossing voor ⎯Bijv. ‘Conciliation Commission Grenzen tussen ijsland en het Noorse eiland Jan Mayen in de zee ⎯Bijv. UN Commissie Internationaal Handelsrecht bemiddelingsregels (UNCITRAL) ⎯Bijv. Permanent Hof voor Arbitrage bemiddelingsregels DERDE PARTIJOnderzoekscommissie of ‘fact-finding’ missie aangesteld door Partij Internationale organisatie Superviserend orgaan Bijv Onderzoekscommissie naar incident waarbij Deense patrouilleboot vuurde op Brits visserschip n.a.v. illegale visserij Malaysian Airlines Flight MH17 VN Mensenrechtenraad, n.a.v. Russische invasie in Oekraïne (p. 241) Verenigde Naties organen: OVERZICHTVN Veiligheidsraad = 15 leden (5 permanente leden en 10 andere leden (Artikels 23 en 27(3) VN Handvest) VN Algemene Vergadering = alle leden van de VN (Artikel 9 VN Handvest) VN Secretariaat(p. 242) VN VEILIGHEIDSRAAD – 1e ordeinternationale vrede en veiligheid oproepen om naar oplossingen te zoeken wanneer geschillen op den duur waarschijnlijk de internationale vrede en veiligheid bedreigen (Artikel 33(2) VN Handvest) ⎯‘mag gepaste procedures of methodes aanbevelen’ (Artikel 36 jo 33 VN Handvest) (p. 242-243) VN VEILIGHEIDSRAAD – 2e orde⎯ doorverwijzen naar VN Veiligheids raad die aanbevelingen kan maken (Artikels 37 en 38 VN Handvest) ⎯ ‘de VN Veiligheidsraad mag eender welk geschil, of eender welke situatie die tot internationale frictie of een geschil kan leiden onderzoeken, om zo te bepalen of de voortgang van het geschil of de situatie internationale vrede en veiligheid bedreigt’ (Artikel 34 VN Handvest) (p. 242-243) VN VEILIGHEIDSRAAD – 3e orde⎯ optreden als nodig om ‘vrede en veiligheid te behouden of herstellen’ (artikel 42 VN Handvest) (p. 242-243) VN ALGEMENE VERGADERINGMag geen bindende resoluties of beslissingen aannemen VN ALGEMENE VERGADERINGArtikel 13 VN Handvest Promoten internationale samenwerking Artikel 14 VN Handvest Aanbevelen van maatregelen voor aanpassen elke situatie … die waarschijnlijk het algemene welzijn of de vriendelijke relaties tussennaties kunnen aantastenonder voorbehoud van artikel 12 VNHandvest(p. 243) VN ALGEMENE VERGADERINGArtikel 12(1) VN Handvest Terwijl de VN Veiligheidsraad onder het VN Handvest zijn functies uitoefent … mag de Algemene Vergadering geen aanbevelingen maken … tenzij op vraag van de VN Veiligheidsraad ‘Uniting for peace’ Resolutie (1950) Verklaring van de wil om verantwoordelijkheid op te nemen, als de VN Veiligheidsraad niet in staat is dat te doen (oekraine!!) ‘Uniting for peace’ ResolutieResolutie ES-11/1 (2022) Oekraïne is soeverein Betreurde ‘in de sterkste termen’ de Russische agressie ⎯ Vroeg Rusland te stoppen met geweld te gebruiken tegen Oekraïne ⎯ Vroeg Rusland om leger terug te trekken Resolutie ES-11/4 (2022) Veroordeelde Russische annexatie van Oekraïens gebied VN SECRETARIAAT‘Good offices’ Mag VN Veiligheidsraad alert maken van situatie die behoud internationale vrede en veiligheid kan bedreigen (artikel 99 VN Handvest)(p. 244) 3. ARBITRAGETRIBUNAAL ARBITRAGEUitkomst is finaal en bindend, net als ICJ Tussen staten (Bijv. Rainbow warrior case (Nieuw Zeeland tegen Frankrijk) (1986)) Tussen staten en individuen/bedrijven (bijv. Iran-VS Claims Tribunaal) ARBITRAGEPermanent Hof voor Arbitrage (Den Haag) Ad-hoc arbitrage ARBITRAGE –INSTEMMING UITDRUKKINGCompromis (overeenkomst nadat he

Use Quizgecko on...
Browser
Browser