Urinair Stelsel Samenvatting PDF

Summary

Dit document is een samenvatting van het urinaire stelsel en bespreekt de functies, organisatie, en de rol van de nieren in het lichaam, in het kader van menselijke anatomie en fysiologie.

Full Transcript

11-12-2023 20:12 Urinair stelsel samenvatting Uitscheiding Het urinaire stelsel  Nieren hebben een heel belangrijke rol in de home...

11-12-2023 20:12 Urinair stelsel samenvatting Uitscheiding Het urinaire stelsel  Nieren hebben een heel belangrijke rol in de homeostase, bloedvorming en handhaving v/d bloeddruk.  Nieren gebruiken diffusie, osmose en filtratie!  Verplaatsen van een hoge concentratie naar een lage concentratie of van een hoge druk naar een lage druk. INLEIDING Urinair stelsel onmisbaar in nastreven homeostase. - Rol urinair stelsel: Verwijdering grootste deel afvalstoffen vanuit lichaam. Nieren heel belangrijke rol in homeostase en goede werking v/h lichaam. - Nierfalen = groot probleem, acuut levensgevaar! Functies urinaire stelsel 3 belangrijke functies: 1. Excretie: verwijdering organische afvalstoffen uit lichaamsvloeistoffen. 2. Eliminatie: do lozing van die organische afvalstoffen naar buiten. 3. Homeostatische regeling: Regeling van de volume en concentratie opgeloste stoffen in bloedplasma.  Filtratie = we verliezen producten die we niet kwijt willen geraken. Organisatie urinaire stelsel De functies worden vervuld door 2 nieren en de urinewegen namelijk: - Urineleiders/ 2urethers (voert urine naar urineblaas) - Urineblaas (tijdelijke opslag urine) - Urinebuis/urethra (afvoer vanuit urineblaas naar buiten toe) - Mictie (lozen van urine) Homeostatische functies: - Nodig om samenstelling bloed binnen grenzen te houden o Reguleren bloedvolume en bloeddruk about:blank 1/15 11-12-2023 20:12 Urinair stelsel samenvatting Volume H2O dat met urine verloren is aan te passen. Nieren bepalen hoeveel druk er op de bloedvaten komt en hoeveel volume bloed door bloedvaten stroomt. Die druk word bijgestuurd via erytropoëtine en renine. Erytropoëtine zorgt voor de aanmaak van rode bloedcellen en renine zorgt ervoor dat de bloeddruk hoog genoeg blijft. o Reguleren van Na, K, Chloride en andere ionenconcentraties Hoeveel ionen verloren gaan met urine.  nieren zorgen ervoor dat de ionenconcentratie binnen bepaalde waarden bijgehouden worden. Concentratie calciumionen via vorming van calcitriol.  Kalium = afgifte, teveel is slecht. Calcium heel belangrijk want is nodig voor veel processen. o Bijdragen aan stabiliseren van pH Het verlies van waterstofionen (H+) en bicarbonaationen (HCO3-) in urine te reguleren. pH bloed = 7,35-7,45 pH op pijl houden via Metabolisme (via nieren) en ademhaling. o Behoud van waardevolle voedingsstoffen Voorkomen dat glucose en aminozuren via urine uitgescheiden worden. Het zijn kostbare producten en belangrijke organische voedingsstoffen! Waardevolle voedingsstoffen kwijt spelen = teken van ziekte. Glucose in de urine aantreffen is een grote kans op diabetes. Nieren Bilateraal van de wervelkolom! De linker nier bevind zich hoger dan de rechter nier! De nieren worden beschermd door valse ribben, spieren dorsale lichaamswand en bekleding buikholte. (nierenlichaam ingekapseld in spieren) Ze blijven op hun plaats liggen dankzij buikvlies, aangrenzende organen en bindweefsel. Nierkapsel = dicht vezelig kapsel – vetweefsel (beschermd de nier) Uitwendige anatomie Uitzicht = roodbruine kleur (Veel bloed passeert hier), boonvormig Nierpoort = plaats waar alles binnenkomt en buitengaat.  Plaats waar ureter en nierader uittreden.  Plaats waar nierslagader en nierzenuw binnentreden. Nierkapsel = bedekt niet opp. Nierschors (cortex) = buitenste laag. about:blank 2/15 11-12-2023 20:12 Urinair stelsel samenvatting Niermerg ( medulla) = binnenste laag en bevat nier piramide. Nierpiramide = Hier wordt de urine gevormd.  Uiteinde nierpiramide komt in interne holte = nierpapil.  De urine in de nierpapil wordt afgevoerd naar komvormige holte = calix minor  4-5 calix minor = calix majores  Die Calices minores + majores = nierbekken Nierbekken = plaats waar dat druppels urine worden opgevangen.  Verbinding met ureters  Verbinding naar de urineblaas Cortex = nierschors Weg v/d urine = Calix minor -> calix major -> nierbekken Nefronen = Functionele eenheden van de nier!!! Is gelegen in de nierschors. Nefron 1 Tussen nummer 1 en 2 zit de lis van Henle. 2 Distale tubulus contortus gaat over in verzamelbuis. Twee delen: NIERLICHAAMPJE - Ronde structuur - Nierkapsel (kapsel van Bowman) Komvormig compartiment. Bevat een capillairnetwerk (glomerulus). Aanvoerend bloedvat = afferent bloedvat. Wegvoerend bloedvat = efferent bloedvat Glomerulus zit hier tussen Kapsel van Bouwman omsluit: Afferente bloedvat is in vasodilatatie Efferente bloedvat is in vasoconstrictie  van brede naar smalle doorgang  druk Drukverschil in glomerulus ten opzichte v/d omgeving  verplaatsing van hoge concentratie naar lage concentratie = filtratie = H2O en opgeloste stoffen worden in de kapselholte geperst. Vormt buitenste wand van het nierlichaampje, omgeeft de haarvaten van de glomerulus. - Ontstaan voorurine - Selectief proces (alle stoffen worden gefilterd) - Voorurine komt nierbuis binnen  belangrijke delen nierbuis Proximale tubulus contortus (PCT) about:blank 3/15 11-12-2023 20:12 Urinair stelsel samenvatting De lis van Henle Distale tubulus contortus (DCT) - Samenstelling voorurine wijzigt naarmate voorurine doorheen urinebuis stroomt. - Elk nefron mondt uit in verzamelbuis = begin van verzamelsysteem. Verzamelbuis loopt de shors uit en daalt af in merg. Urine wordt meegevoerd richting verzamelkanaaltjes en zo naar calices en nierbekken. NIERBUIS Bestaat uit 2 gekronkelde segmenten (in shors) verbonden door U-vormige buis (in merg) about:blank 4/15 11-12-2023 20:12 Urinair stelsel samenvatting Functies van het nefron Omzetten van voorurine in urine. Nierlichaampje – filtratie + Passief proces (geen energie nodig) - Niet selectief proces (ook goede elementen worden gefilterd naar voorurine. Terugresorptie nodig) Nierbuis  veel voedingsstoffen (vocht ionen) die we kwijt waren terug opgenomen) - Terugresorptie van alle bruikbare organische moleculen uit voorurine. - Terugresorptie van > 90% van het water uit voorurine. - Afgifte van afvalstoffen aan voorurine. Proximale tubulus contortus (PCT) Hier komt voorurine terecht. Ook stoffen worden terug opgenomen uit voorurine. Cellen uit bekleding PCT nemen voedingsstoffen, plasmaeisitten en ionen terug op uit voorurine. Deze stoffen worden afgegeven aan interstitële vloeistof rond de nierbuis. Concentratie opgeloste deeltjes interstitiële vloeistof neemt toe (die in voorurine wordt veel minder geconcentreerd) Door osmose zal water uit voorurine gaan waardoor het volume woorurine sterk afneemt. Lis van Henle Uiteinde PCT buigt scherp naar niermerg en is verbonden met Lis van Henle. Bestaat uit: - Dalende tak richting nierbekken Alleen doorlaatbaar voor water. Water zal via osmose uit voorurine geresorbeerd worden. about:blank 5/15 11-12-2023 20:12 Urinair stelsel samenvatting - Stijgende tak terug richting nierschors Niet doorlaatbaar voor water en opgeloste deeltjes. Neemt actief natrium en chloride-ionen uit de voorurine op  hoge concentratie opgeloste deeltjes in interstitieel vocht niermerg  osmotisch effect op water. Natriumchloride = zout Zout trekt water aan Die 2 takken hebben elkaar hard nodig, als ze niet goed samenwerken  grote gevolgen! Distale tubulus contortus (DCT) Stijgende tak Lis van Henle eindigt thv glomerulus en de daarrond liggende bloedvaten – begin DCT Actief afgifte van ionen, zuren en gifstoffen. Selectieve terugresorptie van natriumionen vanuit voorurine. Verder onttrekking van water uit voorurine via osmose. Epitheelcellen DCT dichtst tegen glomerulus vormen samen met juxtaglomerulaire cellen het juxtaglomerulair complex. - Endocriene structuur Afgifte van erytropoëtine juxtaglomerulair complex geeft Afgifte van renine deze 2 hormonen af Filtratiedruk nodig om de nieren te laten blijven werken Geen filtratie  de rest v/d nier gaat stilvallen = acuut nierfalen Nierfalen soorten: - Prerenaal - Renaal - Postrenaal Verzamelsysteem DCT mondt uit in het verzamelsysteem. Dit bestaat uit: - Verzamelbuizen + Verzamelen van de voorurine uit vele nefronen. - Verzamelkanaaltje + Verzamelen van de voorurine uit verschillende verzamelbuizen. + Geeft urine af aan calix minor. Functies: Samenstelling urine aanpassen door terugresorptie of afgifte van water, natrium, kalium, waterstof en bicarbonaationen. Urinevorming about:blank 6/15 11-12-2023 20:12 Urinair stelsel samenvatting Document gaat hieronder verder Ontdek meer van: Anatomie en fysiologie Karel de Grote… 438 documenten Ga naar vak Hoofdstuk 1 Weefsels - Samenvatting Anatomie… 15 Anatomie en 100% (10) fysiologie Samenvatting zenuwstelsel - Anatomie… 27 Anatomie en 93% (15) fysiologie Hoofdstuk 1.7 anatomische termen 6 Anatomie en 92% (12) fysiologie Ademhalingsstelsel Anatomie en 13 100% (4) fysiologie Anatomie huid samenvatting 6 Anatomie en 100% (4) fysiologie about:blank 7/15 11-12-2023 20:12 Urinair stelsel samenvatting samenvatting weefsels Anatomie en 12 100% (4) fysiologie DOEL 1. Homeostase nastreven door regulatie van bloedvolume en samenstelling van het bloed. 2. Uitscheiding van giftige stoffen in ons lichaam: a. Ureum (afbraak aminozuren) b. Creatinine (afbraak creatininefosfaat – nodig bij skeletspierweefsel) c. Urinezuur (afbraak en recycling RNA) Gaat gepaard met waterverlies. Waterverlies beperkt door nieren die urine concentreren. En zonder concentratie van urine gaan er kostbare organische stoffen verloren. Alsook het overlijden na enkele uren door dehydratatie. Afvalstoffen lozen  vocht kwijtspelen  urine zo hard nog concentreren  niet te veel vocht en kostbare stoffen verliezen. Fundamentele processen Er zijn 3 processen: 1. Filtratie (gebeurt bij nierlichaampje) Water wordt door filtratiemembraan geperst in nierlichaampje. Het is een NIET selectief proces -> nuttige organische stoffen mee gefilterd. 2. Terugresorptie Het verwijderen van water en opgeloste deeltjes uit de voorurine en teruggave van deze stoffen aan bloed in peritubulaire capillairen. Dit is een SELECTIEF proces: Opgeloste deeltjes via diffusie of dragereiwitten in epitheel van nierbuis. En water via osmose. 3. Actieve afgifte Transport van opgeloste deeltjes uit peritubulaire capillairen naar voorurine. -> Omdat bij filtratie niet alle opgeloste afvalstoffen uit bloed worden geperst -> verdere verlaging plasmaconcentratie van opgeloste stoffen. Om een goede werking van de nieren te verzekeren moeten deze processen in juiste verhouding doorgaan. Verstoring van juiste verhouding kan dodelijk zijn. Filtratie in glomerulus FILTRATIEDRUK Als deze te laat is valt heel het systeem stil. (te lage druk in bloedvaten) Blanco tekening op examen (behalve de waarden) about:blank 8/15 11-12-2023 20:12 Urinair stelsel samenvatting Er zijn 3 types van bloedvaten op de tekening: 1. Arteriole (Rechts) 2. Capillair (Midden) 3. Veneuze (Links) Druksysteem  v. hoge conc naar lage conc of hoge druk naar lage druk Drukverschil  lichaam gaat dat proberen weg te werken  afgifte v. producten vanuit bloedvat totdat drukverschil weg is = filtratie Druk gelijk  geen afgifte Druk afnemen in bloedvat ten opzicht v/d omliggende weefsels  terugresorptie  terug voedingsstoffen + vocht van rondom het bloedvat terug in het bloedvat trekken De druk binnen de capillairen = osmotische druk (35 mmHg > 25 mmHg) Nettokracht tussen beiden = filtratiedruk ( 10 mmHg) Oorzaak hiervan is het verschil meten in afferent en efferent vat. Capilaire drukverschil  filtratie kan plaatsvinden aan het nierlichaam Wat nodig voor filtratie? : o Afferente bloedvat moet meer in vasodilatie zijn dan het efferente bloedvat Bloeddrukdaling groot effect op de niering: o Te grote bloeddrukdaling  filtratiedruk valt weg Urinair stelsel van levensbelang voor regulering homeostatische mechanismen  invloed op bloeddruk en bloedvolume. Glomerulaire filtratiesnelheid Hoeveelheid voorurine/minuut gevormd in nieren.  ± 125 ml/min  ± 20% van vocht uit arteriële bevloeiing verlaat bloed  180 l voorurine/dag  99% terugresorptie Terugresorptie = levensbelangrijk proces  geen terugresorptie = binnen 24u dood Terugresorptie en afgifte in nierbuisje Combinatie van diffusie/osmose/dragerstoffen gemedieerd transport. Proximale tubulus contortus: o Actieve terugresorptie van organische voedingsstoffen, plasma-eiwitten en ionen uit voorurine -> transport naar interstitiële ruimte rond nierbuis. o Door osmose H2O + stoffen naar interstitiële vleodistof -> pertibulaire capillairen. o 60-70% van volume voorurine terug opgenomen + bijna alle organische voedingsstoffen. Lis van Henle o Dalende tak Lis van Henle: about:blank 9/15 11-12-2023 20:12 Urinair stelsel samenvatting Doorlaatbaar voor H2O – niet doorlaatbaar voor opgeloste stoffen  osmose laat transport H2O toe maar niet van opgeloste deeltjes. >50% resterend H2O uit voorurine geresorbeerd. o Stijgende tak Lis van Henle Ondoorlatend voor H2O en opgeloste stoffen. Actief wegpompen van Na en Cl-ionen uit voorurine naar interstitiële vloeistof in niermerg  concentratiegradiënt in niermerg  osmose van water vanuit voorurine in dalende deel lis van Henle. Distale tubulus contortus en verzamelsysteem Belangrijkste functie DCT = actieve afgifte Natrium wordt actief opgenomen uit voorurine in ruil voor kalium en chloride-ionen. DCT en verzamelbuizen hebben ionenpompen die reageren op aldosteron. Aldosteron zorgt ervoor dat: - Natrium wordt aangemaakt wnr er te weinig kalium is. - Meer Kalium wordt aangemaakt wnr er te weinig natrium is. Aldosteron zal vrijkomen bij een te lage concentratie aan natriumionen of een te hoge concentratie aan kalium. Hoe hoger de Aldosteron gehalte  hoe meer Na resorptie en hoe meer K wordt afgegeven. Terugresorptie van H2O oiv ADH (antidiuretisch hormoon -> haalt vocht uit urine) - Geen ADH -> DCT en verzamelbuis ondoorlatend voor H2O -> verdunde urine. - Veel ADH -> DCT en verzamelbuis sterk doorlatend voor H2O -> geconcentreerde urine. Alcohol en cafeïne werken ADH remmend.  minder vocht uit voorurine halen  meer plassen  urine wordt helderder (minder geconcentreerd) about:blank 10/15 11-12-2023 20:12 Urinair stelsel samenvatting Veel vocht verliezen = hoofdpijn, misselijkheid, nadorst, spierpijn = tekenen v. uitdroging. Normale nierfunctie Afhankelijk van stabiel GFS Goede doorbloeding! Regulatie door middel van: Plaatselijke regulering Spelen met doormeter bloedvaten bloedvaten nierfunctie - Doorbloeding met doormeter bloedvaten o Diameter neemt toe in afferente arteriole en glomerulaire capillairen. o Diameter neemt af in efferente arteriole. - Bloeddrukstijging o Diameter verkleint in afferente arteriole en glomerulaire capillairen. Afferente vat in vasodilatatie Efferentie vat in vasoconstricite Sympatische activering Door autonoom zenuwstelsel (AZS) – sympatische deel -> wegvoeren bloed van nieren. en nierfunctie Direct effect = vasoconstrictie afferente arteriolen -> GFS en vorming voorurine daalt. Waar gaat bloed naartoe? Bloed gaat naar hart, longen en grote spiergroepen zodanig dat we kunnen vechten of vluchten. (= sympathisch) In rust -> parasympatisch. Bloed gaat minder naar grote spiergroepen, wel naar nieren en maag/darmstelsel. Hormonale regeling Renine – angiotensinesysteem (RAS)  (Renine is de aanzet/start van het RAS) nierfunctie - Daling bloeddruk -> vrijzetting renine door juxtaglomerulair complex. Antidiuretisch hormoon (ADH) - Vergroot doorlaatbaarheid DCT en verzamelbuis voor H2O - Versterkt dorstgevoel Aldosteron - Bevordert resorptie van natriumionen in DCT en verzamelbuis. - Afgifte aldosteron door o Angiotensine II (RAAS) about:blank 11/15 11-12-2023 20:12 Urinair stelsel samenvatting o Stijging concentratie kaliumionen (komt aldosteron vrij) Vervoer urine door urinewegen Structuren verantwoordelijk voor transport, opslag en verwijdering urine Ureters (urineleiders) Gespierde buizen die urine naar urineblaas voeren. Beginnen nierbekken – eindigen achterwand urineblaas. Peristaltische beweging stuwt urine naar blaas. Urineblaas (vesica urinaria) Hol gespierd orgaan - Glad spierweefsel Tijdelijke opslag urine (tot 1l) - Kan uitzetten Toegang urethra aan top omgekeerde driehoek (trigonium) – laagste punt van de - 3 lagen glad spierweefsel blaas. Begin urethra omgeven door interne kringspieren van de urethra. Overgangsepitheel (Door spanning vervormen de min of meer kubische cellen zich tot meer afgeplatte epitheelcellen.) Urethra Loopt va de hals van de urineblaas naar buitenwereld (meatus van de penis) - Man: 18-20cm - Vrouw 2,5 – 3cm Uitwendige sluitspier van de urethra - Waar urethra door gespierde bekkenbodem doorgaat. - Samentrekking onder invloed van de wil  Vrouwen kunnen makkelijk ineens stoppen met plassen tijdens het plassen.  Bij mannen moeilijker voor MO om naar de blaas te geraken dan bij vrouwen.  Vanaf 2 promille alcohol in bloed geen controle in sluitspieren. about:blank 12/15 11-12-2023 20:12 Urinair stelsel samenvatting Meer van: Anatomie en fysiologie Karel de Grote… 438 documenten Ga naar vak Hoofdstuk 1 Weefsels -… 15 Anatomie 100% (10) en… Samenvatting zenuwstelsel -… 27 Anatomie 93% (15) en… Hoofdstuk 1.7 anatomische… 6 Anatomie 92% (12) en… Ademhalingsstelsel Anatomie 13 100% (4) en… about:blank 13/15 11-12-2023 20:12 Urinair stelsel samenvatting Meer van: Rosalie Van Belle 132 Karel de Grote… Meer ontdekken Geschiedenis + Rughygiëne - Bert 6 Denkkader Geen Weefsels invulopdracht… 5 Anatomie Geen Huid-woordenschat - woordjes die je… 1 Anatomie en Geen fysiologie Botten - prentjes die je kunnen helpen 5 Anatomie en Geen fysiologie Aanbevolen voor jou Hoofdstuk 1 Weefsels -… 15 about:blank 14/15 11-12-2023 20:12 Urinair stelsel samenvatting Anatomie 100% (10) Samenvatting en… zenuwstelsel -… 27 Anatomie 93% (15) en… Hoofdstuk 1.7 anatomische… 6 Anatomie 92% (12) en… samenvatting weefsels 12 Anatomie 100% (4) en… about:blank 15/15

Use Quizgecko on...
Browser
Browser