Thema 1 Chemie 3e Jaar PDF

Summary

This document is a set of class notes for a 3rd year chemistry class (Chemie 3e Jaar). It covers topics such as the rules and guidelines for the class, the definition of chemistry, types of matter, properties of substances, mixtures, and separation techniques. Several exercises and guided independent learning tasks are mentioned.

Full Transcript

Chemie 3e jaar Regels en afspraken ◦ Handboek chemie focus 3.1 of 3.2  1 thema altijd bij hebben! ◦ Cursus in een map met daarin:  3x Niet in orde = taak tijdens nablijven ◦ Ong 10 cursusblaadjes ◦ Labovademecum ◦ Taken en toetsen in een insteekhoesje ◦ Dagelijks werk: repetitie...

Chemie 3e jaar Regels en afspraken ◦ Handboek chemie focus 3.1 of 3.2  1 thema altijd bij hebben! ◦ Cursus in een map met daarin:  3x Niet in orde = taak tijdens nablijven ◦ Ong 10 cursusblaadjes ◦ Labovademecum ◦ Taken en toetsen in een insteekhoesje ◦ Dagelijks werk: repetities en practica (veiligheid, stiptheid, materiaal, …) ◦ Bij labowerk: veiligheid (zie later) ◦ Tijdens toetsen = middelste van de rij gaat apart zitten of aan vensterbank Regels en afspraken ◦ Vaste zitplaatsen in de klas ◦ Geen hoofddeksels of zonnebrillen ◦ Er wordt niet gegeten in een wetenschapslokaal ◦ Vragen stellen mag, maar wees beleefd ◦ 3x te laat = nablijven ◦ Respect voor elkaar op alle vlakken THEMA 1. STOFFEN RONDOM ONS Pg 9 - 68 Wat is chemie? Waar denken jullie aan? Chemie is https://www.youtube.com/watch?v=L2Q2q2 0KaEk overal Pg 10 1. Chemie In chemie bestudeer je: ◦ De samenstelling en bouw van materie ◦ De omzetting in samenstelling en bouw van materie ◦ De energie omzettingen die hiermee gepaard gaan Materie is een verzamelnaam voor alle waaruit het waarneembare universum is opgebouwd  Materie heeft een massa en neemt ruimte in (alles wat een massa heeft) ◦ Voorbeeld: magnesium Chemie 10-12-2024 1.2 Werken met chemische Pg 11 stoffen Pg 11 1.2 Werken met chemische stoffen ◦ Labomateriaal ◦ Meestal van glas ◦ Elke soort glaswerk heeft zijn eigen functie ◦ Etiketten van chemische stoffen Pg 11 1.2 Werken met chemische stoffen Pg 11 1.2 Werken met chemische stoffen ◦ Labomateriaal ◦ Meestal van glas ◦ Elke soort glaswerk heeft zijn eigen functie ◦ Etiketten van chemische stoffen ◦ Gevarenpictogrammen ◦ Signaalwoord (niet altijd) ◦ Gevarenaanduidingen ◦ Veiligheidsaanbevelingen Pg 11 Chemie NAAM PRODUCT FORMULE PRODUCT SIGNAALWOORD GEVARENPICTOGRAMMEN H- EN P- ZINNEN H-ZINNEN: geven de gevaren weer (Hazard) P-ZINNEN: geven de voorzorgsmaatregelen weer 10-12-2024 (Precaution) Pg 12- 15 Opdrachten Oef 4 pg. 13-15 Thuis: Oef 1 en 2 pg 12 Niet: Oef 3 pg 13 Pg 12- 15 Chemie: opdrachten Evenwicht, zwaartekracht, wrijving Spierkracht, evenwicht, adrenaline Wind en waterdichtegore texjas, adrenaline, supersterk snowboard, uv- 10-12-2024 bestendige zonnebril Pg 12- 15 Chemie 10-12-2024 Pg 12- 15 Chemie: opdrachten 10-12-2024 Pg 12- 15 Chemie 10-12-2024 Pg 12- 15 Chemie: opdrachten 10-12-2024 Pg 12- 15 Chemie 10-12-2024 Pg 12- 15 Chemie: opdrachten 10-12-2024 Pg 12- 15 Chemie 10-12-2024 Milieugevaarlijk Pg 18 2. Materie ◦ = verzamelnaam voor stoffen. Alles wat een massa heeft. Pg 18 2. Materie ◦ = verzamelnaam voor stoffen. Alles wat een massa heeft. ◦ Voorwerpeigenschappen zijn eigenschappen die betrekking hebben op het voorwerp: vorm, massa, volume, grootte… ◦ Stofeigenschappen zijn eigenschappen die betrekking hebben op de stof waaruit het voorwerp is opgebouwd zoals kleur, oplosbaarheid, brandbaarheid, vervormbaarheid… Pg 18 2.1 voorwerpen versus stoffen Pg 18 2.1 voorwerpen versus stoffen ◦ De oorsprong van een stof heeft GEEN invloed op haar eigenschappen Pg 18 2. Materie ◦ = verzamelnaam voor stoffen. Alles wat een massa heeft. ◦ Voorwerpeigenschappen zijn eigenschappen die betrekking hebben op het voorwerp: vorm, massa, volume, grootte… ◦ Stofeigenschappen zijn eigenschappen die betrekking hebben op de stof waaruit het voorwerp is opgebouwd zoals kleur, oplosbaarheid, brandbaarheid, vervormbaarheid… Pg 19 2.2 soorten stofeigenschappen ◦ Direct waarneembare stofeigenschappen zijn eigenschappen die je met je zintuigen kan waarnemen: smaak, geur, uitzicht… ◦ Om uitzicht te beschrijven gebruiken we ◦ Kristalijn (opgebouwd uit kristallen) ◦ Amorf (niet opgebouwd uit kristallen) ◦ Viskeus (stroperig) ◦ Mat ◦ Glanzend ◦ …. Pg 19 2.2 soorten stofeigenschappen ◦ Meetbare stofeigenschappen zijn eigenschappen die we met meettoestellen gaan bepalen : kookpunt, smeltpunt, massadichtheid, oplosbaarheid in water…. Pg 19 Massadichtheid (ρ) ◦ Voorwerp met grootste massadichtheid  zinken ◦ Voorwerp met kleinste massadichtheid  drijven Pg 20- 21 Opdrachten Oef 1 en 3 pg. 20-21 Oef 2: interactieve oefening Pg 20 Pg 21 Pg 21 slecht Goed oplosbaar oplosbaar in in water water Pg 22 3. Mengsels ◦ Mengsel = combinatie van verschillende stoffen. Elke van deze stoffen noemen we een bestanddeel Pg 22 3.1 Mengsels indelen ◦ In chemie delen we mengsels in op basis van deeltjesgrootte ◦ Heterogeen mengsel: je kan minstens 1 bestandsdeel onderscheiden met het blote oog Pg 23 3.1 Mengsels indelen ◦Homogeen mengsel: een mengsel waarbij je de verschillende bestandsdelen niet kan onderscheiden met het blote oog Pg 24 3.2 Mengsels van zuivere stoffen onderscheiden ◦ Deeltjesmodel: Onzichtbaar kleine processen voorstellen ◦ 1 soort figuur = 1 stof ◦ Zuivere stof: bestaat uit 1 stof ◦ Wordt gekenmerkt door stofeigenschappen zoals kooktemperatuur, smelttemperatuur, massadichtheid… Pg 24 3.2 Mengsels van zuivere stoffen onderscheiden ◦ Zuivere stof en mengsel onderscheiden: via kook- en smelttemperatuur ◦ Koken en smelten zijn fysische verschijnselen ◦ Kook- en smelttemperatuur: fysische constanten ◦ Fysische verschijnselen  er ontstaan geen nieuwe stoffen. ◦ Chemische verschijnselen  er ontstaan nieuwe stoffen Pg 24 3.2 Mengsels van zuivere stoffen onderscheiden Pg 24 3.2 Mengsels van zuivere stoffen onderscheiden ◦ Zuivere stof en mengsel onderscheiden: via kook en smelttemperatuur ◦ Mengsel heeft een kook en smelttraject (de temperatuur veranderd tijdens het koken/ smelten) ◦ Zuivere stof heeft een kook- en smelttemperatuur Temperatuur-tijdgrafiek Pg 20- 21 Opdrachten Oef 8 en 9 pg. 28-29 Pg 25 3.3 Scheidingstechnieken ◦ Om mengsels te scheiden in zuivere stoffen gebruik je scheidingstechnieken ◦ Dit zijn fysische processen want er worden geen nieuwe stoffen gevormd. Pg 25 3.3 scheidingstechnieken ◦ Zeven: heterogene mengsels scheiden op basis van deeltjesgrootte ◦ Filtreren: heterogene mengsels scheiden op basis van deeltjesgrootte (fijner dan bij zeven) Pg 25 3.3 scheidingstechnieken ◦ Decanteren: suspensies of emulsie scheiden door verschil in massadichtheid (de stof met de grotere massadichtheid zinkt) ◦ Er kan hierbij een scheitrechter worden gebruikt om de stof met de grootste massadichtheid te verwijderen Pg 26 3.3 scheidingstechnieken ◦ Uitdampen: de stof met de laagste kooktemperatuur gaat verdampen wanneer de achtergebleven stof een vaste stof is noemen ze dit kristalliseren ◦ Destilleren: koken van een mengsel waardoor de stof met de laagste kooktemperatuur gaat verdampen. Je laat deze stof terug condenseren = destillaat Pg 26 3.3 Scheidingstechnieken ◦ Destilleren: koken van een mengsel waardoor de stof met de laagste kooktemperatuur gaat verdampen. Je laat deze stof terug condenseren = destillaat DESTILLAAT Oefening 11 pg 29 Extra oefening Pg 30 4. Zuivere stoffen ◦ Chemische reactie: reactie waarbij nieuwe stoffen ontstaan Pg 31 4.1 Zuivere stoffen indelen ◦ Enkelvoudige stof: zuivere stof die je NIET verder kan ontleden (bestaat uit 1 element) ◦ Samengestelde stof: zuivere stof die je WEL verder kan ontleden (bestaat uit meerdere verschillende elementen) Pg 31 4. Zuivere stoffen Scheiden(fys) analyse (chem) Mengsel --------------> Zuivere stoffen ---------------------> Nieuwe zuivere stoffen Scheiden analyse = ontleden Suikerwater ---------> suiker -----------------> water -----------------> Pg 31 4. Zuivere stoffen analyse Zuivere stof ----------------> Nieuwe zuivere stoffen samengesteld thermolyse Suiker ----------------> koolstof + water samengesteld enkelvoudig elektrolyse Water ---------------> waterstofgas + zuurstofgas samengesteld enkelvoudig enkelvoudig Pg 31 4.1 zuivere stoffen indelen ◦ Analyse/ ontleding: reactie waarbij uit 1 zuivere stof meerdere stoffen worden gevormd ◦ Synthese: meerdere enkelvoudige stoffen reageren tot 1 samengestelde stof Pg 31 4.1 zuivere stoffen indelen Samengesteld e stoffen Zuivere stoffen Enkelvoudige stoffen Opdracht begeleid zelfstandig leren Document smartschool: 1) Lezen pg 32-35 (4, 4.1 en 4,2) 2) Bekijken video’s pelckmans portaal (zonder geluid) 3) Oefening 1-5 pg 42-43 4) Oplossen online oefeningen Pg 32 4.2 Enkelvoudige stoffen indelen Enkelvoudige stoffen kan je verder indelen in ◦ Metalen ◦ Niet-metalen ◦ Edelgassen Pg 32 ◦ Metalen: ◦ bij kamertemperatuur vast ◦ Uitz: kwik is vloeibaar ◦ geleiden goed de stroom en warmte ◦ Niet-metalen: ◦ gasvormig, vast en vloeibaar bij kamertemperatuur Pg 33 Edelgassen: ◦ gasvormig bij kamertemperatuur ◦ zijn inert (reageren niet) Heliumgas neongas Pg 33 4.3 Zuivere stoffen voorstellen met modellen Deeltjesmodel Molecuulmodel: Zuivere stoffen zijn opgebouwd uit moleculen Moleculen = kleinste deeltjes van de stof met dezelfde eigenschappen Pg 33 4.3 Zuivere stoffen voorstellen met modellen Molecuulmodel: Zuivere stoffen zijn opgebouwd uit moleculen Moleculen = kleinste deeltjes van de stof met dezelfde eigenschappen Atoommodel: Moleculen zijn opgebouwd uit atomen Atoom = kleinste deeltjes waaruit de stof is opgebouwd Een atoom heeft niet meer de eigenschappen van de stof waarin ze aanwezig is. Pg 33 4.3 Zuivere stoffen voorstellen met modellen Atoommodellen nu: ◦ Universele kleurencode Pg 34 4.3 Zuivere stoffen voorstellen met modellen Voorstelling water ◦ Atomen in water: ◦ Watermolecule ◦ Zuivere stof water: Pg 34 4.3 Zuivere stoffen voorstellen met modellen ◦Analyse van water Pg 34 4.3 Zuivere stoffen voorstellen met modellen ◦Synthese van water Pg 35 Samenvatting ◦ Zuivere stof  moleculen  verschillende atoomsoorten of elementen ◦ Enkelvoudige stof: 1 atoomsoort Pg 36 4.4 atoomsoorten symbolisch voorstellen ◦ Te weinig kleuren, voor alle atoomsoorten ◦ Symbolische voorstelling ◦ 1ste letter: hoofdletter ◦ 2de letter: kleine letter Oefeningen Oefening 6, 8 en 9 pg 44-45 Pg 34 4.3 Zuivere stoffen voorstellen met modellen Voorstelling water ◦ Atomen in water: ◦ Watermolecule ◦ Zuivere stof water: Oef 12 pg 40 Oef. 13 blz 40 ◦ Suiker  koolstof + ………. = ….. ◦ …………… + …………….  water = ….. ◦ Zilverchloride  zilver + chloorgas = ……. Oef. 13 blz 40 ◦ Suiker  koolstof + water =A ◦ Waterstofgas + zuurstofgas  water = S ◦ Zilverchloride  zilver + chloorgas = A Oef. 13 blz 40 ◦ Suiker  koolstof + water =A ◦ Waterstofgas + zuurstofgas  water = S ◦ Zilverchloride  zilver + chloorgas = A Oef 14 pg 40 OF: Er worden geen nieuwe stoffen gevormd Oef 15 pg 41 Ontledings EXTRA EXTRA EXTRA EXTRA Oefening 16 pg 41 ◦ Volgende week: toets naamgeving elementen Pg 38 4.5 Moleculen symbolisch voorstellen ◦ Atomen in water: 2x H en 1x O ◦ Watermolecule: H2O = Index = hoe vaak 1 atoomsoort voorkomt in een molecule Pg 38 4.5 Moleculen symbolisch voorstellen ◦ Brutoformule = symbool aanwezige elementen en hun aantal N2 ◦ Systematische benaming = IUPAC-benaming = grieks telwoord (aantal atomen) + aanwezig elementen distikstof ◦ Triviale naam = gebruiksnaam in het dagelijks leven stikstofgas Enkelvoudige stoffen voorstellen: Ex Samengestelde stoffen: ExE’y Pg 39 Meerdere ◦Coefficiënt VOOR de brutoformule moleculen ◦Coefficiënt ≠ Index voorstellen Oefeningen Oefening 17-20 pg 41-43 Klaar? Online bookwidgets! oef.17 blz. 41 oef.18 blz. 42 oef.18 blz. 42 oef.19 blz. 43 oef.20 blz. 43

Use Quizgecko on...
Browser
Browser