🎧 New: AI-Generated Podcasts Turn your study notes into engaging audio conversations. Learn more

Stuvia-1458858-samenvatting-fysiologie-van-het-orofaciale-systeem-bij-de-voedselinname.pdf

Loading...
Loading...
Loading...
Loading...
Loading...
Loading...
Loading...

Full Transcript

Samenvatting Fysiologie van het Orofaciale Systeem bij de Voedselinname written by dedeny The Marketplace to Buy and Sell your Study Material At Stuvia, you will find the best notes, summaries, flashcards & other study material. Search for your school or uni and find the study material you need....

Samenvatting Fysiologie van het Orofaciale Systeem bij de Voedselinname written by dedeny The Marketplace to Buy and Sell your Study Material At Stuvia, you will find the best notes, summaries, flashcards & other study material. Search for your school or uni and find the study material you need. www.stuvia.com Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 1 Samenvatting: Fysiologie van het Orofaciale Systeem bij de Voedselinname: Craniomandibulaire spieren: • Staan in voor de verschillende onderdelen van het kauwen en slikken o Kauwspieren zijn skeletspieren â–ª Contraheren enkel wanneer een elektrisch signaal vanuit het CZS wordt verzonden via somatische zenuwen Verschillen tussen skeletspieren en kauwspieren: • • Embryologisch: o Skeletspieren ontwikkelen zich vanuit het mesoderm o Spieren van het hoofd ontwikkelen zich uit de neurale groeve van de 1ste kieuwboog â–ª Worden bezenuwd door zenuw van 1ste kieuwboog (n. trigeminus) Histochemisch profiel: o Spiervezelsamenstelling van kauwspieren is aangepast aan de specifieke functie van de kauwspier â–ª M. pterygoideus bestaat voornamelijk uit type I vezels • Voornamelijk posturale stabiliserende rol • Geen belangrijke spierkrachten moeten ontwikkeld worden â–ª M. digastricus bestaat voornamelijk uit type II vezels • Snelle kaakbewegingen nodig voor spraak â–ª Samenstelling kan binnen een spier variëren • M. temporalis Musculus temporalis: • • Oppervlakkig deel: o Rijk aan type IIb vezels, voor snelle precieuze kaakbewegingen Diepe posterieel deel: o Rijk aan type I vezels, bestaan teneinde zijn posturale rol te vervullen Fysiologie van het Orofaciale Systeem bij de Voedselinname Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 2 Myosine in de kauwspieren: • Type myosine verschilt met dat van andere spieren o ‘supersnelle’ myosine dat hoge ATP-ase activiteit vertoont â–ª Laat spieren toe om zeer snelle en krachtige bewegingen te maken Kracht van de kauwspier: • • Kauwspieren zijn enorm sterk en kunnen kracht van meer dan 4000N ontwikkelen o Gevolg van samenstelling van de spiervezels o Gevolg van biochemische eigenschappen Verhoging van efficiëntie: o Kauwspieren hebben korte pezen (in tegenstelling tot ledemaatspieren) â–ª Praktisch aangehecht op bot zonder lange pezen Musculus masseter: • • • • Betrokken bij de kaakbeweging o Staat in voor opheffen van de mandibula (zeer krachtige elevator) Oppervlakkig deel: o Oefent een verticale en licht anterior gerichte kracht uit op de mandibula â–ª Staat ongeveer loodrecht op het occlusale vlak van de molaren o Oefent een heterolaterale kracht uit â–ª Leidt tot een mediale beweging Diepe deel: o Oefent een ipsilaterale kracht â–ª Leidt tot een laterale beweging Innervatie gebeurt via de nervus mandibularis van de n. V Musculus temporalis: • • • • • • • Wordt opgesplitst in 3 functionele delen o Waaiervormige morfologie geeft aan dat richting van de uitgeoefende kracht kan variëren in functie van welk deel van de spier actief is Voorste deel: o Vezels lopen praktisch verticaal Middelste deel: o Vezels lopen schuin naar voor Achterste deel: o Vezels lopen praktisch horizontaal o Zal achterwaartse kracht uitoefenen op de onderkaak De temporalis is in eerste instantie een elevator van de onderkaak Overgang ter hoogte van de arcus zygomaticus o Werkt als een soort draaipunt o Vandaar effectieve krachtrichting op de onderkaak is verticaal Innervatie gebeurt via de nervus mandibularis van de n. V Fysiologie van het Orofaciale Systeem bij de Voedselinname Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 3 Musculus pterygoideus medialis: • • • • Zorgt in synergie met de m. masseter en temporalis voor maalbewegingen van kaken en tanden Spier heeft een heterolateraal gerichte krachtcomponent o Geeft aanleiding tot een mediale beweging Functie o Primair een elevator van de onderkaak Innervatie gebeurt via de nervus mandibularis van de n. V Musculus pterygoideus lateralis: • • • Zorgt voor voorwaartse beweging van de mandibula o Betrokken bij de maalbeweging Beide koppen spelen een verschillende rol bij uitvoering van de onderkaakbewegingen o Bovenste kop; actief tijdens de sluitbewegingen o Onderste kop; contraheert tijdens voorwaartse bewegingen en openen bij heterolaterale bewegingen Innervatie gebeurt via de nervus mandibularis van de n. V Musculus buccinator: • Houdt het voedsel binnen het maaloppervlakte van de tanden en mond Tongspieren: • • • Musculus genioglossus: o Uitsteken van de tong Musculus hyoglossus: o Tong naar beneden bewegen Musculus styloglossus: o Tong terugtrekken en opheffen Slikspieren: • • Kunnen onderverdeeld worden in suprahyoidale spieren en infrahyoidale spieren Suprahyoidale spieren: o Helpen de mondbodem verstevigen o Ankeren de tong o Bewegen de larynx naar boven tijdens het slikken Musculus digastricus: • • • • Staat in voor het opheffen en fixeren van het hyoidbeen tijdens het slikken en spreken o Tongbeen is niet gefixeerd tijdens het kauwen Betrokken bij de mondopening Activiteit van de m. digastricus zal de mandibula naar beneden en naar achter laten trekken Innervatie: o Voorste buik; door n. mandibularis o Achterste buik; door n. facialis Fysiologie van het Orofaciale Systeem bij de Voedselinname Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 4 Musculus stylohyoideus: • • Functie: o Stabilisator, retractor en elevator van tongbeen o Tijdens kauwen, spier heeft weinig invloed op de bewegingen van de onder Innervatie gebeurt door de nervus facialis Musculus mylohyoideus: • • • Bij gestabiliseerde mandibula o Activatie van deze spier de mondbodem en het tongbeen opheffen o Os hyoideum wordt naar voor getrokken o Zorgt er voor dat de tong een opwaartse beweging en achterwaartse druk geeft â–ª Zo voedsel in farynx duwen Bij gestabiliseerd tongbeen o Spier zal de onderkaak naar beneden trekken Innervatie gebeurt door de n. mandibularis Musculus geniohyoideus: • • • Gefixeerde mandibula o Hyoidbeen en mondbodem worden verheven â–ª Protrusie van de tong treedt op â–ª Farynx wordt geopend voor het slikken Gefixeerd tongbeen: o Spier zal onderkaak naar beneden trekken Innervatie gebeurt door de ventrale vertakkingen van de eerste cervicale spinale zenuwen o Via de nervus hypoglossus (n. XII) Infrahyoidale spieren: • • • • • • • Liggen inferior van het os hyoideum Spelen een belangrijke rol bij het stabiliseren en omlaag trekken van het hyoidbeen Controleren of beperken zij de opwaartse beweging van het tongbeen Tijdens slikken en spreken doen ze het tongbeen en de larynx dalen o Spelen dus rol met suprahyoïdale spieren bij de controle van posities van tong, tongbeen en onderkaak Musculus sternohyoideus: o Doet larynx dalen Musculus sternothyroideus: o Trekt aan het thyroidbeen en via de ligamentaire verbindingen ook de larynx en het os hyoideum naar omlaag Innervatie: o Door 1ste, 2de en 3de cervicale zenuw via de n. XII en de ansa cervicalis Fysiologie van het Orofaciale Systeem bij de Voedselinname Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 5 Spiervezeltype: • • • Afwijkend van die van de ledemaatspieren o Ze zijn dunner o Type II vezels hebben een kleinere diameter dan type I Relatief veel intermediaire spiervezels (type IM) Type IIa is schaars in de kaakelevatoren o Met uitzondering van digastricus (lijkt meest op een skeletspier) Spiervezeltypes van de kaaksluiters: • Masseter, temporalis en pterygoideus medialis verschillen onderling in verhouding van verschillende samenstellende vezeltypes o Binnenin de spier verschilt de samenstelling per regio Spiervezels van de musculus temporalis: • • • • Bestaat overwegend uit type I en IIb o Relatief aandeel varieert echter over het geheel van de spier Voorste oppervlakkige deel: o Types I en IIb (elk 45%) Achterste oppervlakkige deel: o Type IIb (ongeveer 60%) Diepe gedeelte van de spier: o Type I (ongeveer 80%) Spiervezels van de musculus masseter: • • Oppervlakkige achterste deel: o Ongeveer gelijke verhouding van type I en type IIb (elk 46%) Rest van de spier: o Bestaat overwegend uit type I (tussen 61-71%) Spiervezels van de musculus pterygoideus medialis: • • Voorste deel: o Ongeveer 64% bestaat uit type I Achterste deel: o Ongeveer 44% bestaat uit type I Dikte van type I en IIb: • Dikte varieert tussen de verschillende spieren, maar ook binnen dezelfde spier Fysiologie van het Orofaciale Systeem bij de Voedselinname Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 6 Spiervezeltypes van de kaakopeners: • • Pterygoideus lateralis: o Bevat overwegend type I vezels (70%), geen type IIa o Rest bestaat uit type I en IIb vezels Digastricus: o Bevat type I, IIa en IIb in ongeveer eenzelfde verhouding o Voorste deel: â–ª Bevat iets meer type IIb vezels (48%) o Achterste deel: â–ª Bevat 38% type I vezels o In beide delen hebben de verschillende types ongeveer dezelfde diameter Algemene principes van de kauwmusculatuur: • • • Meerdere spieren zijn samen actief o Een enkele kauwspier is nooit actief alleen â–ª Afhankelijk van onderkaakbeweging die moet uitgevoerd worden Mandibula vormt het bewegende deel van het kaakgewricht Spieren kunnen onderverdeeld worden in 3 groepen o Elevatoren o Depressoren o Protractoren Elevatoren: • M. temporalis, masseter, pterygoideus medialis en lateralis caput superior Depressoren : • M. digastricus, mylohyoideus, geniohyoideus en pterygoideus lateralis caput inferior Protractoren: • M. pterygoideus lateralis caput inferior Retractoren: • • • Verantwoordelijk voor de retractie van de onderkaak Vormen geen onafhankelijke spiergroep o Middelste en achterste gedeelte van de m. temporalis o Diepe deel van de m. masseter o M. pterygoideus medialis en digastricus Bij gefixeerd tongbeen: o M. stylohyoideus, infrahyoïdale spieren, mylohyoideus en geniohyoideus â–ª Dragen bij tot retractie Fysiologie van het Orofaciale Systeem bij de Voedselinname Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 7 Openingsbeweging: • • Wordt bewerkstelligd door: o Relaxatie van de elevatoren o Werking van de zwaartekracht o Gecombineerde actie van m. pterygoideus lateralis caput inferior, geniohyoideus, mylohyoideus en digastricus Infrahyoïdale tongspieren helpen tongbeen stabiliseren bij snelle kaak-open bewegingen Geringe mondopening: • Kan bereikt worden door relaxatie van de elevator en werking van zwaartekracht Wijde mondopening: • • • Voorwaarts gerichte kracht van de m. pterygoideus lateralis caput inferior werkt op het kaakkopje en de discus Neerwaarts acherwaarts gerichte kracht van m. geniohyoideus en digastricus werkt op de kin Neerwaartse kracht van m. mylohyoideus werkt op de onderkaak Sluitbeweging: • • Wordt uitgevoerd door de elevatoren Aan het begin van de sluitbeweging moet het discus-kaakkopcomplex eerst naar achter worden bewogen voorbij het diepste punt o Daarna kan het terugkeren naar de rustpositie Protrusie: • • • • Voornamelijk het gevolg van de contractie van de onderste kop van de m. pterygoideus lateralis o Geringe activiteit in de masseter en pterygoideus medialis Musculus temporalis is niet actief bij deze beweging o Depressoren zijn slechts in geringe mate actief M. pterygoideus lateralis caput inferior: o Trekt kaakkopje samen met de discus naar voren en naar beneden langs het tuberculum articulare Elevatoren en depressoren stabiliseren de positie van de onderkaak ten opzichte van de schedel Laterotrusie: • • Kan worden gezien als een asymmetrische variatie van de protrusie Betekenis: o Contralaterale m. pterygoideus lateralis caput inferior is actief samen met lichte activiteit van de elevatoren o Middengedeelte van ipsilaterale m. temporalis is eveneens actief â–ª Houdt kaakkopje in positie om te voorkomen dat het te ver naar voren zou afwijken Fysiologie van het Orofaciale Systeem bij de Voedselinname Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 8 Rustpositie: • • Plaats wordt ingenomen wanneer kauwspieren op comfortabele wijze ontspannen zijn Rustpositie is belangrijk voor het herstellen van de functie van de onderkaak o Afhankelijk van de hoofhouding wordt deze klinisch bepaald o Frankfurtervlak moet horizontaal zijn Frankfurtervlak: • Vlak dat door het bovenste punt van de beide meatus acusticus externus en het laagste punt van de linker orbitarand Basisfactoren voor rustpositie: • • • Visco-elastische eigenschappen van de musculatuur en aangrenzende weefsels Rusttonus of rustactiviteit van de kauwspieren Intra-orale hydrostatische druk Kenmerkende eigenschappen temperomandibulair gewricht: • • • • Beide kaakkoppen zijn min of meer spoelvormig Beide kaakhelften zijn in het midden met elkaar verbonden o Opgevat worden als gepaard gewricht Kaakgewricht is een synoviaal gewricht o Omgeven door een dun en los kapsel o Kapsel is aan de binnenzijde bekleed met een synoviaal membraan Gewricht is verdeelt in 2 gescheiden compartimenten o Bovenste discotemporale deel o Onderste discomandibulaire compartiment Bewegingsmogelijkheden van de mandibula: • • Onder meer bepaald door de anatomische structuur Incongruentie van de gewrichtsoppervlakken en het losse gewrichtskapsel o Bepalend voor grote bewegingsvrijheid Beweging in temperomandibulaire gewricht: • • • Bestaat uit 2 fasen Vroege fase: o Scharnierbeweging, hoofdzakelijk in de onderste gewrichtshelft Late fase: o Translatiebeweging, bovenste helft van het gewricht Fysiologie van het Orofaciale Systeem bij de Voedselinname Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 9 Rol van ligamenten: • • • Rol is niet volledig duidelijk Extracapsulair gelegen: o Ligamentum stylomandibulare en sphenomandibulare o Invloed van deze 2 is waarschijnlijk klein Ligamentum temperomandibulare: o Loopt in laterale kapselwand o Versterking van collagene vezels van het kapsel â–ª Lopen van tuberculum articulare naar de laterale pool o Remmende werking uitoefent op retrusieve beweging o Kent verschillende verschijningsvormen en kan soms zelfs afwezig zijn Kauwspieren: • • Deze spieren kunnen een enorme kracht uitoefenen o Aanzienlijk groter dan andere spiergroepen in het lichaam o Wordt gewoonlijk maar voor korte perioden gebruikt â–ª Voedsel vermalen… Krachten zo sterk en via tanden: o Kan ernstige weefselbeschadiging veroorzaken o Om dit te voorkomen: â–ª Nauwkeurige controle Kauwbewegingen: • • • • • Niet aangeboren Bij foetale ontwikkeling: o Simpele kaak-, lip- en slikbewegingen Bij geboorte: o Zuigbeweging al mogelijk, maar geen kauwbewegingen Eerste maanden: o Eerste gecoördineerde kauwbewegingen Daaropvolgende maanden: o Bewegingen worden minder reflexmatig o Worden steeds beter gecontroleerd Ontwikkeling zenuwstelsel: • • Ontwikkelt sneller in het eerste levensjaar o Daardoor zijn motorfuncties beter gecoordineerd Craniale zenuwen ontwikkelen iets sneller als de innervatie van de rest van het lichaam o Daardoor spraak ontwikkeling door middel van trigeminus sensorische en motorische mechanismen Fysiologie van het Orofaciale Systeem bij de Voedselinname Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 10 Innervatie van de kauwspieren: • Voornaamste kernen en regio’s: o Nervus trigeminus o Nervus facialis o Nervus hypoglossus o Kernen van C1, C2 en C3 Motorische innervatie: • • Gelegen in de ipsilaterale motorische nucleus trigeminus o Binnen deze kernen is er een myotopische organisatie voor de verschillende spieren o Neuronen zijn dus gegroepeerd per spier â–ª Neuronen van kaaksluiters; in dorsolaterale deel van de kern â–ª Neuronen van de kaakopeners; in ventromediale deel van de kern â–ª Neuronen van het laterale hoofd van de pterygoideus; tussenin In de kern zijn grote en kleine motorneuronen aanwezig Sensibele innervatie: • Gelegen in de nucleus mesencephalicus, nucleus trigeminus en nucleus spinalis nervi trigemini Nervus trigeminus: • • Splitst buiten het centrale zenuwstelsel in 3 hoofdtakken o Nervus ophtalmicus, nervus maxillaris en nervus mandibularis o Eerste 2 zijn geheel sensorisch o De derde is zowel sensorisch als motoroisch â–ª Innervatie van de kauwspieren Functionele integratie van sensorisch en motorisch systeem zorgt voor eenvoudige en orofaciale functies o Zo doelgericht uitoefenen Mechanoreceptoren: • • • Functioneel zijn er 4 verschillende types mechanoreceptoren o Onderscheid in functie van snelheid en aanpassing van stimulus o Onderscheid in functie van grootte en begrenzing van het receptieve veld Meissner en Pacini: o Vertonen snelle aanpassing aan een mechanische prikkel o Reageren enkel bij het begin en soms bij het einde van de stimulus Merkel en Ruffini: o Vertonen een trage aanpassing o Dynamische gevoeligheid voor de stimulus kunnen de SA-mechanoreceptoren ook de grootte van de prikkel signaleren Type 1 mechanoreceptor: • • • Hebben kleine receptieve velden met duidelijke afgelijnde grenzen Kunnen zeer gedetailleerde ruimtelijke informatie doorgeven Meissner en merkel Fysiologie van het Orofaciale Systeem bij de Voedselinname Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 11 Type 2 mechanoreceptor: • • • • Hebben grotere receptieve velden, minder duidelijk afgelijnd Geleiden via snelle-geleidings, brede diameter gemyeliniseerde A-bèta-axonen Reageren sterk op subtiele mechanische veranderingen in het receptor veld Paccini en Ruffini Andere klasse mechanoreceptoren: • • • • • Laag-drempel C-vezel mechanoreceptoren Geleiden de mechanische prikkel voort via smalle traag-geleidende niet-gemyeliniseerde Cvezels Geven weinig gedetailleerde informatie over de timing van de prikkel o Bereiken hersenen pas nadat stimulus verdwenen is Kenmerk: o Ze zijn gevoelig voor een zeer lichte mechanische prikkel Rol is onduidelijk o Geassocieerd met affectieve facetten van tast Mechanoreceptoren in het gelaat en de mond: • • • Aan de vrije uiteinden van sensibele neuronen zijn er gespecialiseerde mechanoreceptoren o Meissner, cellen van Merkel en Ruffini uitlopers o Lichaampjes van Pacini zijn zeldzaam of zelfs afwezig â–ª Enkel op de ventrale zijde van de tong Meeste mechanosreceptoren zijn van type Merkel en Ruffini in het gelaat en de orale mucosa vooraan op de tong: o Mechanoreceptoren van het Fast-adapting type met klein receptief veld o Dus waarnemen van nauwkeurige sensaties met een hoge spatiale resolutie Hoge tactiele gevoeligheid van het orofaciaal systeem: • • Dankzij de uitgebreide innervatie Weke weefsel: o Vertoont een hoge compliance â–ª Daardoor zelfs zawkke mechanische stimuli en vervormingen worden gedetecteerd Mechanoreceptoren van het orofaciaal systeem: • • Ze worden geprikkeld door de kauwbewegingen ten gevolge van de vervormingen Informatie wordt voortgeleid via sensorische zenuwen o Belangrijk voor regeling en controle van de kauwbewegingen Fysiologie van het Orofaciale Systeem bij de Voedselinname Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 12 Mechanoreceptoren van de nervus lingualis: • • • Geeft geen informatie over de tongbewegingen Enkel geprikkeld wanneer de tong in contact komt met de orale structuren of voorwerpen in de mond Afferenten dieper in de tong o Geven wel informatie over de tongbewegingen ook zonder direct contact met receptieve veld Peridontale mechanoreceptoren: • • • • Liggen in het peridontale ligament o Verbindt wortels aan de mandibula Ongeveer 300 mechanoreceptieve afferenten per tand aanwezig o Bezorgen informatie over de mechanische belasting op elke tand â–ª Essentieel voor fijne motorische controle tijdens het kauwen Voornamelijk Ruffini-type o Niet omkapseld (in tegenstelling tot de huid) o Verschillen onderling in complexiteit van de structuur â–ª Liggen in nauw contact met collageenvezels tot simpele zenuwuiteinden Meissner komt slechts sporadisch voor Sensibele zenuwen van de mechanoreceptoren: • • • Rond de apex: o Afferenten vanuit de nucleus mesencephalicus trigemini Rest van de tand: o Afferenten vanuit het ganglion trigeminus o Hoogste concentratie rondom het midden van de wortels Receptoren zijn verantwoordelijk voor de bewuste perceptie van gevoeligheid van druk o Bij krachten uitgeoefend op de tanden Nervus alveolaris inferior: • Gemyeliniseerde vezels van deze zenuw zijn bimodaal verdeeld o Dunne vezels, voor pijn en temperatuursensatie o Dikke vezels, voor tast en drukgewaarwording Vergelijking met andere zenuwen: • • De mechanoreceptoren kunnen zowel vrije zenuwuiteinden als gecompliceerde hulpstructuren Vrije zenuwuiteinden: o Hebben aan hun uiteinde zeer fijne arborisaties o Sterke gelijkenis met die die aangetrefd worden in andere delen van het lichaam Fysiologie van het Orofaciale Systeem bij de Voedselinname Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 13 Basistypes van mechanoreceptoren in het paradontium: • • • Beide types reageren op beweging van de tand ten opzichte van de tandkas Ene type: o Vlug adapterend o Aanvankelijk hoge ontladingsfrequentie van de sensor vlug vermindert bij constante stimulatie Langzaam adapterende sensoren: o Vuren gedurende de hele tijd van de stimulus o Kunnen onderverdeeld wordenin sensoren die wel of niet spontaan actief zijn zonder externa kracht op de tand Richtingsgevoeligheid van de paradontale mechanoreceptoren: • • • • Er zijn sensoren die vooral reageren op axiale belastingen Er zijn sensoren die cooral reageren op krachten met een meer horizontale richting Receptoren reageren maximaal wanneer kracht wordt uitgeoefend op de kroon Wanneer een receptor in de optimale richting gestimuleerd word o Eveneens gevoelig voor veranderingen van zowel amplitude als herhaalbaarheid van de prikkel Functie van periodontale mechanoreceptoren: • • • • Mediëren van de tactiele gevoeligheid van de tanden en aanverwante sensibel functies o Bijvoorbeeld zoals orale stereognose (herkennen van vorm…) â–ª Pulpale receptoren zijn hier waarschijnlijk niet bij betrokken • Functie wordt hier niet aangetast door een vulling â–ª Gevoelsreceptoren in de gingiva, mondmucosa, tong en kaakgewricht â–ª Lokale anesthesie tast deze functie aan Dragen bij tot het moduleren van reflexen betrokken bij occlusie, slikgewoonten en patronen, spraak en protectieve reflexen van het orofaciale systeem Betrokken bij het limiteren van de maximale bijtkracht o Maximale kracht neemt tot bij herhaald bijten o Bij vervorming van peridontium worden de mechanoreceptoren minder gevoelig Bijdragen tot modificeren van sluitingspatroon van de kaak o Wijziging van sluitpatroon om prematuur tandcontact te vermijden Thermosensatie: • Temperatuur hangt niet enkel af van het voedsel, maar ook van textuur en fysische eigenschappen van voedsel o Vloeistof verspreid sneller en zal dus koel ervaren worden o Halfvast zal warmer ervaren worden door hogere viscositeit o Afhankelijk van afkoelingstechnieken kan temperatuur ook verlagen â–ª Bijvoorbeeld luchtzuigen Fysiologie van het Orofaciale Systeem bij de Voedselinname Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 14 Temperatuurgevoelige afferenten: • • • • • • • Gelijken sterk op deze in andere gebieden in het lichaam Worden onderverdeel in lage-drempel en hoge-drempel receptoren Lage-drempel: o Geeft informatie over temperatuur en temperatuurveranderingen o Nauwelijks of geen impact op eventuele weefselbeschadiging o Typisch binnen temperatuurgrens van 15 en 45° o 2 verschillende types lage-drempel Hoge-drempel: o Geeft informatie over temperatuur en temperatuurveranderingen o Potentieel weefselbeschadiging o Soms informatie uit de lage-drempel range â–ª Maar typisch hoger en lager dan bovenvermelde range o 3 verschillende types hoge-drempel Alle efferenten zijn dunne, gemyeliniseerde A-sigma-vezels ofwel niet-gemyeliniseerde Cvezels Algemeen is het orofaciaal gebied gevoeliger voor koude dan voor warmte o Maar gevoeligheid voor verschillen in warmte is in mond groter dan verschillen in koude Tip is de meest gevoelige intra-orale plaats voor temperatuur Golgi-peeslichaampjes: • • • • In de pezen van de skeletspieren liggen sensoren die gevoelig zijn voor de krachten die worden uitgeoefend op de spier o Krachten kunnen uitwendig zijn opgelegd of het gevolg zijn van contracties van de spier zelf Zijn in serie geschakeld o Fungeren als detectoren voor krachten die op de spier inwerken Afferente innervatie wordt verzorg door Ib-vezels Niet aanwezig in de sluitkaakspieren Spierspoeltjes: • • • • • • Hooggespecialiseerde sensoren die als lengtedetectoren voor de spier fungeren Ligt in de spier zelf, parallel aan de vezels van de spier Uitgebreide afferente innervatie (door Ia- en II-vezels) Uitgebreide efferente innervatie Mechanosensor met een dubbele functie Spierspoeldichtheid in de kaaksluitspieren is aanzienlijk groter dan die in de armspieren o Helft van de dichtheid van die van de vingers o 150 voor de masseter 220 voor de temporalis o 0-15 voor de kaakopeners Fysiologie van het Orofaciale Systeem bij de Voedselinname Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 15 Functies van de spierspoeltjes: • • Detecteert zowel de lengteverandering van de spier Detecteert de snelheid waarmee de spier van lengte verandert Innervatie van de spierspoeltjes: • • Type Ia-afferenten: o Zowel bij statische als dynamische component Type II-afferenten: o Enkel statische componenten Kaakgewricht sensoren: • • • Kaakgewricht wordt sensibel geïnnerveerd door mandibulaire takken van de n. V Sensoren: o Bestaan uit vrije zenuwuiteinden en gespecialiseerde uiteinden o Bevinden zich in de laterale en achterste delen van het gewrichtskapsel en de ligamenten Zijn deels pijnreceptoren, dragen eveneens bij tot de proprioceptie van de onderkaak o In samenwerking met de andere intra-orale en spierreceptoren o Dragen ook bij tot stereognose Mechanosensoren van het kaakgewricht: • • • Type I: o Vlug adapterend o Geef alleen impulsen af wanneer de condylus door een specifieke positie wordt bewogen Type II: o Langzaam adapterende sensoren vuren gedurende de gehele beweging o Vertonen geen activiteit wanneer de condylus niet beweegt Type III: o Vertonen activiteit bij specifieke standen van de condylus ten opzichte van de fossa Neurologische controle van de kaakbeweging: • • • Centrale regeling o Willekeurige, onwillekeurige en cyclische bewegingen Perifere modulatie: o Rek-reflex vanuit de spierspoeltjes o Masseter-reflex Reflexen Willekeurige bewegingen van de kaak: • • Bewegingen welke bewust gebeuren Gevolg van een prikkel vanuit de motorcortex Onwillekeurige bewegingen van de kaak: • Reflexbewegingen waarbij een sensorische input een motorische reactie uitlokt o Zonder betrekking van hogere neurologische centra Fysiologie van het Orofaciale Systeem bij de Voedselinname Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 16 Cyclische bewegingen van de kaak: • • • Basisritme van de cyclische bewegingen wordt aangedreven vanuit een programma dat vastligt in de hersenen Worden voortgezet zonder noodzakelijk sensorische feedback o Kunnen wel verfijnd worden door motorische controle vanuit de hersencortex Structuren in het centraal zenuwstelsel kunnen op een complexe wijze interageren om een ritmische cyclus te bekomen Kauwbewegingen: • • • Resultaat van een sterk gecoördineerde activiteit van kauw-tong-kaakspieren Verschillende structuren in het centrale zenuwstelsel interageren op een complexe wijze o Zo ritmische activiteit van de kaakopeners afwisselt met activatie van de kaaksluiters Patroon generator is niet in staat om op zichzelf de kracht van het kauwen aan te passen o Kracht wordt geregeld door activiteit sterk wordt gemoduleerd door de kaakreflexen o Zorgen voor automatisch nauwkeurig aanpassen van de kracht en de richting van het kauwpatroon Rek-reflex vanuit de spierspoeltjes: • • • • Zorgen er voor dat de kracht, geproduceerd door kaaksluiters, aangepast is aan de verandering in weerstand tijdens het kauwproces Spelen rol in het behouden van de rustpositie van de mandibula tijdens sterke hoofdbewegingen Reflex berust op stimulatie van een receptor o Prikkel wordt voortgeleid door een afferente sensibele zenuw naar het CZS Cellen van deze sensorische zenuwen liggen in de nucleus trigeminus mesencehpalici Masseter-reflex: • • • • Uitgevoerd bij neurologisch onderzoek van het trigeminusgebied Reflexhamer geeft een lichte tik gegeven op de kin bij een licht geopende mond Plotse neerwaartse beweging stimuleert de spierspoeltjes o Inductie van actiepotentiaal via de afferente vezels â–ª Masseter contractie als gevolg Reflex is slechts zeer licht aanwezig of zelfs afwezig o Bij letsel kan deze uitgesproken zijn Reflexen: • Reflexcentra liggen in verschillende kernen van de hersenstam o Bestaan uit eenvoudige reflexbogen o Verticale en horizontale kaakreflexen o Faciale reflexen, tong reflexen en vagale reflexen Fysiologie van het Orofaciale Systeem bij de Voedselinname Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 17 Trigeminus kern: • • 3 onderdelen van de sensorische kern van de nervus trigeminus o Mesencefalische kern o Sensorische kern o Spinale kern Interneuronen van de supratrigeminale zone projecteren zowel ipsi- als contralateraal o Projecties gaan naar de formatio reticularis en de drie craniale motorische kernen â–ª Trigeminus, facialis en hypoglossus Reflexboog: • • Vertrekt vanuit een receptor, gelegen in een spier, gewricht, huid, mucosa of peridontium o Maakt via 1 of meerdere synapsen contact met een motorneuron in motorische kern van craniale zenuw Axonen van motorisch neuron vormen de efferente tak van het reflex o Geven aanleiding tot contractie van gelaat of kauwspier Eenvoudige reflexen: • • Eenvoudige reflexen met betrekking tot kauwspieren, tong en gelaatsspieren o In essentie dezelfde organisatie als de eenvoudige spinale reflexen Maar er zijn opvallende verschillen: o Zie tabel Verticale reflexen: • Drie belangrijke reflexen: o Kaak-open reflex o Jaw jerk o Kaak-ontladingsreflex Fysiologie van het Orofaciale Systeem bij de Voedselinname Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 18 Jaw-jerkreflex: • • • • Vertoont sterke gelijkenis met de gekende monosynaptische kniepeesreflex Ontstaat door uitrekking van de kaaksluiters o Uitgelokt door een tik op de kin Monosynpatische reflex o 2 neuronen en een synaps Zeer korte latentietijd o Ongeveer 6 ms Jaw-unloading reflex: • • • • Beschermende reflex, voorkomt dat tanden beschadigd zouden worden wanneer er een voorwerp tussen de tanden geplet wordt Neuronale circuit is nog niet met volledige zekerheid gekend o Experimentele waarnemingen en analogie met spinale mechanisme Bij plots wegvallen van de weerstand o Zal plotse verkorting van de kaaksluiters de activiteit van de spierspoeltjes sterk verminderen Reflex kan niet helemaal ongedaan gemaakt worden door lesies in de tractus mesencephalicus o Waarbij spierspoeltjes worden uitgeschakeld o Vermoeden van andere receptoren betrokken bij de reflex â–ª Peridontale mechanoreceptoren Jaw opening reflex: • • • Reflex wordt uitgelokt via externe stimuli o Exteroceptieve reflex Eenvoudigste: o Disynaptische reflectoire activatie van de musculus digastricus anterior als antwoord op mechanische of nociceptieve stimulatie in en rond de mond Bestaat niet bij primaten en mensen Reflexboog : • • Begint bij de mechano- en nocireceptoren in de mond o Afferent neuron gelegen in trigeminus ganglion Eerste synaps: o Gevormd in sensibele trigeminus kern o Axon vormt synaps met motorneuron in motore kern Stabiele en reproduceerbare kaakopeningsreflexen: • Het gaat om reflectoire inhibitie van de kaaksluiters o Vastgesteld bij stimulatie van mechanoreceptoren in de mond o Vastgesteld bij stimulatie van nocireceptoren in de mond of aangezicht Fysiologie van het Orofaciale Systeem bij de Voedselinname Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 19 Horizontale kaakreflexen: • • • • Optreden van laterale, protrusieve en retrusieve kaakbewegingen bij stimulatie van intraorale mechanoreceptoren Experiment: o Duidelijke activatie van de pterygoideus lateralis o Onderzocht door middel van elektromyografie Reflexen zou rol spelen bij finale sluiting van de mond o Net voor intercuspale positie bereikt wordt Klinisch belang o Ze zijn blijkbaar betrokken bij vrijwel alle tandproblemen door afwijkende occlusale contacten Faciale reflexen • • • Zeer belangrijk diagnostisch hulpmiddel o Bijvoorbeeld wimper en corneareflex Afferenten van de betrokken mechanismen verlopen via de n. V o Nemen via interneuronen contact in de spinale trigeminus tractus met de motore kern van n. VII In de faciale spieren zijn nauwelijks spierspoeltjes aanwezig o Proprioceptieve functie wordt waarschijnlijk overgenomen door cutane mechanoreceptoren â–ª geven signaal door via n. V o Geen echte monosynaptische reflex bij de faciale musculatuur Tongreflexen: • • • • • • • Wordt motorisch geïnnerveerd door de nervus hypoglossus Interneuronen in de reflexboog worden aangetroffen in de spinale nucleus tracti van de trigeminus Zowel intrinsieke als extrinsieke tongspieren bevatten talrijke spierspoeltjes o Intrinsiek; voor vormverandering o Extrinsiek; voor op en neer bewegen van de tong Grote bewegingsmogelijkheid heeft onderzoek naar tongreflexen sterk bemoeilijkt Stimulatie aan de apex: o Contractie van de hypoglossus Stimulatie aan de achterste delen van de mond: o Protrusie van de tong (reflectoire contractie van de genioglossus) Achterliggende betekenis o Veronderstelling; voorkomen van tongbijten (reflectoire tongretractie) o Veronderstelling; vrijhouden van de luchtweg (tongprotrusie) Fysiologie van het Orofaciale Systeem bij de Voedselinname Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 20 Vagale reflexen: • • • • Stimulatie van faryngeale en laryngeale mucosa o Reflectoire sluiting van de glottis en onderdrukking van de ademhaling â–ª Reflex belet aspiratie van vocht en voedsel o Zeer krachtig tijdens spreken en slikken Motorneuronen liggen in nucleus ambiguus o Lopen naar IX, X en XI Sensibele vezels liggen vooral in n. IX en X, gedeeltelijk ook in de V Interneuronen zijn vooral gelegen in de nucleus tracti solitarii, nucleus tracti trigemini en de formatio reticularis Reflex synergiën: • • • • Bij bovenstaande reflexen is er meestal slechts 1 motorneuron betrokken o Verschillende kunnen eigenlijk gecombineerd worden â–ª Hierbij zijn meerdere motorneuronen betrokken â–ª Tevens reflexen van bovenste luchtwegen en spijsverteringsstelsel Supportieve reflexen o Ondersteuning van de inname van voedsel of drank Protectieve reflexen o Preventie van het inhaleren van voedsel of vloeistof in de luchtwegen Uitstoten van ongewenste stoffen uit de verschillende tracti ondersteunen Bewegingsmogelijkheden van de mandibula: • • Gedicteerd door de anatomische structuren van het kauwstelsel Incongruentie van de gewrichtsoppervlakken en losse gewrichtskapsel is bepalend voor de beweginsvrijheid ten opzichte van de schedel o Morfologie zal in belangrijke mate de grenzen dicteren o Vorm van boven en onderkaak, gebitselementen o Fysische eigenschappen van het kapsel, de ligamenten en de spieren en de andere weke delen Rol van ligamenten: • • • Niet volledig duidelijk Ligamentum sphenomandibulare en stylomandibulare zijn extracapsulair gelegen o Invloed is waarschijnlijk klein Ligamentum temperomandibulare loopt in de laterale kapselwand o Oefent remmende werking uit op de retrusieve bewegingen â–ª Tot ongeveer 20 mm mondopening o Kan verschillende vormen aannemen of zelfs afwezig zijn Fysiologie van het Orofaciale Systeem bij de Voedselinname Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 21 Posturale mandibulaire rustpositie: • • • • • • Mond is gesloten, maar er is geen tandcontact Er is steeds een lichte tonus aanwezig van de sluiters, ook bij normale slaap o Bij zeer diepe slaap valt de mandibula open Dynamische toestand die beïnvloed kan worden o Bewerkt worden door evenwicht tussen zwaartekracht en elasticiteit van de volledige gerelaxeerde spieren en van de andere weke delen Geen statisch fenomeen o Dynamische waaier van mandibulaire posities wanneer de mandibula niet betrokken is bij specifieke orale functies Ze zal binnen nauwe grenzen oscilleren o Lippen zijn gesloten maar de tanden blijven enkele mm van elkaar Weinig beïnvloed door proprioceptieve terugschakeling vanuit de sluitspieren Bepaling van de rustpositie: • • • • Blijkt bepaald te worden door een lage graad van spieractivatie in minstens 1 kaaksluiter o De musculus temporalis Activiteit van de spier wordt ook gemoduleerd door sensibele input vanuit het vestibulum en door visuele prikkeling o Overgang van zitten naar horizontaal, vermindering van activatiegraad Graad van alertheid speelt ook een rol o Oscillaties zijn meer uitgesproken wanneer er activiteit gebeurt Evenwichtstoestand, lichaamshouding hebben ook een rol Fysiologische rustpositie: • • • Geen grenspositie Relatie ten opzichte van de schedel waarbij de tot het orofaciale systeem behorende spieren ontspannen zijn o Toevoeging; wanneer het hoofd rechtopgehouden wordt Mond is meestal verder geopend bij fysiologische dan bij de klinische rustpositie o Beter om van een rusttraject te spreken dan een scherp begrensde positie Centrale en occulusie positie: • • • • Exacte omschrijving is al jarenlang discussiepunt o Bijvoorbeeld 7 verschillende definities voor de centrale relatie Centrale relatie: o De maxillomandibulaire relatie waarbij de condylen in articulatie zijn met het meest dunne avasculaire gedeelte van de discus waarbij het complex in anterior-superior positie staat in de fossa glenoidalis. Deze positie is onafhankelijk van enig tandcontact en is beprekt tot een pure draaibeweging rond transversale horizontale as. Centrale occlusie: o Interocclusale positive van de maxillaire tanden ten opzichte van de mandibulaire tanden wanneer de mandibula zich in CR-positie bevindt â–ª Kan wel of niet overeenkomen met de ICP Verschillen tussen beiden Fysiologie van het Orofaciale Systeem bij de Voedselinname Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 22 Maximale occlusie: • • • Oclussie waarbij het maximale aantal occlusale contacten aanwezig is tussen de gebitselementen in de mandibula en de maxilla onafhankelijk van de condylaire positie Algemeen; o Maximale occlusie vindt plaats in de meest sluitende interdigitatie of intercusppositie Kan al dan niet overeen komen met de centrale occlusie Spierpositie: • Occlusie die ontstaat als de mond vanuit de rustpositie van de mandibula wordt gesloten via de habituele sluitbeweging Traject van centrale relatie: • • Komt overeen met de dorsale scharnierbeweging van de mandibula o Bepaald door de temperomandibulaire gewrichten Belang van de CR: o Min of meer stabiele en reproduceerbare maxillomandibulaire relatie Grensbewegingen: • • • • • Bepaald door gebitselementen, ligamenten en spieren Meest extreme posities waarin de onderkaak zich kan bewegen o Ze zijn relatief stabiel o Onafhankelijk van hoofd- en lichaamshouding Klassiek beschreven: o Van punt tussen de onderste 2 snijtanden â–ª Links of rechts; 10-15 mm â–ª Neerwaarts; 40-60 mm â–ª Protrusie; 9 mm â–ª Retrusie; 0-2 mm Grensbewegingen worden beperkt door de vorm van boven- en onderkaak, de kaakgewrichten en gebitselementen in combinatie met de elastische eigenschappen van de weke delen Bij tandcontact spreekt men van contactbewegingen Fysiologie van het Orofaciale Systeem bij de Voedselinname Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 23 Intercuspidale contactpositie: • • • Komt overeen met de MO Positie: o Occlusale vlakken van de bovenste en onderste tandboog passen in elkaar o Onderkaak wordt tijdens sluitng naar deze positie geleid â–ª Door de occlusale hellingen van de bovenelementen o Eindpositie van kauwen en slikken Bepaling van positie: o Wordt bepaald door de positie van de tanden â–ª Niet door die van de condylen o Positie kan dus veranderen Centrale occlusie: • • Positie: o Geeft interactie van de tanden van de bovenste en onderste tandenrij wanneer de mandibula zich in centrale positie bevindt Kan overeenkomen met de ICP Retruded contact positie: • • • • Premature contact postitie in de CR Positie: o Onderkaak wordt vanuit ICP naar achteren bewogen â–ª Handhaving van licht tandcontact (anterieure onder en boventanden verliezen contact) o Onderkaak bevindt zich in meest teruggetrokken positie o Condylhoofdjes bevinden zich volledig in het anterior-superior deel deel van de fossa glenoidalis Relatief reproduceerbaar: o Gevolg van niet-elastische karakter van het temperomandibulair gewrichtskapsel en bijhorende ligamenten â–ª Dit is de reden waarom punt in de kliniek gebruikt als referentiepunt voor bepalen van afmetingen van gebitsprothesen â–ª RCP en ICP¨kunnen soms samenvallen (10%) Beweging: o Glijbeweging met horizontale, verticale en laterale component â–ª Lateraal echter niet zichtbaar in het sagittale vlak Fysiologie van het Orofaciale Systeem bij de Voedselinname Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 24 Punt R: • • • • Condylen worden in hun meest dorsale stand gehouden en de mond wordt geopend o Incisief punt beweegt zich langs het bovenste deel van de achtergrens Maximale mandibulaire beweging met de condylen in retruded position Beweging: o Zuivere scharnierbeweging van de kaakkopjes o Na ongeveer 20 mm wordt deze beweging belemmerd door het temperomandibulaire gewricht Beweging wordt gebruikt om plaats te bepalen waar een tandprothese contact maakt tussen bovenste en onderste gebit Punt T: • • Vertegenwoordigt de maximale mandibulaire beweging opening met de volledige anteriorinferior translatie van de kaakkopjes Beweging van R naar T: o Rotatie en translatie van de onderkaak Punt Pr: • • Onderkaak zal sluiten van maximale open positie o Wordt begrensd door spieren en ligamenten o Beweging stopt wanneer de achterste tanden contact maken o Kaakkopjes bevinden zich op de gewrichtsknobbels Grensbeweging terug naar ICP o Wordt bepaald tussen de occlusale relaties tussen de tanden van de boven- en ondertandboog Bewegingen in frontaal vlak: • • Tandcontact in ICP o Onderkaak wordt bewogen naar links of rechts o Door de helling van de elementen is beweging lateraalwaarts en naar beneden Dan beweging verder naar maximale opening o Kan van persoon tot persoon verschillen o Afwijkende positie van tanden kan aanleiding zijn tot beperkte asymmetrische bewegingen Bewegingen in het horizontaal vlak: • Vanuit RCP: o Grensbewegingen uitvoeren naar links en naar rechts o Vanuit punt link of rechts â–ª Naar meest voorwaartse positie bewogen â–ª Lijn wordt de gotische boog genoemd Fysiologie van het Orofaciale Systeem bij de Voedselinname Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 25 Vrije bewegingen: • • Bewegingen zonder voedsel in de mond Onderverdeling: o Open-sluitbewegingen o Voor-achterwaartse bewegingen o Zijwaartse bewegingen Open-sluitbewegingen: • • • • Wordt bepaald door de kauwspieren en kaakgewrichten Geen grensbeweging en ligt binnen de figuur van Posselt o Wel niet goed reproduceerbaar o Afhankelijk van de houding van het hoofd Positie van het hoofd: o Flexie van het hoofd zal gepaard gaan met een meet anterior verplaatste sluitingsbaan o Extensie van het hoofd geeft eerste tandcontact posterior ten opzichte van ICP Bij rechtopzittende patiënt met horizontaal Frankfurtervlak o Klinische rustafstand tussen beide bogen is 2-3 mm o Normale occlusiepositie Open-sluitbeweging in sagittaal vlak: • Beschreven als translatie van de kaakkopjes langs het tuberculum articulare (in het begin) o En als rotatie-as door de beide kaakkopjes Protrusie en retrusie: • Voornamelijk translatiebewegingen o Beweging naar voor is de protrusie â–ª Beide condyli worden naar voor getrokken â–ª Vindt voornamelijk plaats in de bovenste compartiment van het gewrichtplaats â–ª Wordt bepaald door de kromming van het tuberculum articulare o Beweging naar achter is de retrusie: â–ª Varieert in lengte in een gezond kauwstelsel â–ª Wordt beperkt door de horizontale vezels van het temperomandibulaire ligament â–ª Worden gewoonlijk niet ingenomen tijdens de normale onderkaakbewegingen Fysiologie van het Orofaciale Systeem bij de Voedselinname Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 26 Laterortrusie: • • • Beide condylen gelijktijdig, maar ongelijk Principes van laterale beweging: o Zijde waar de onderkaak beweegt is de werkende zijde â–ª Condyl is werkende of roterende condyl o Zijde waar de onderkaak van weg beweegt is de niet-werkende zijde â–ª Condyl is balancerende condyl Laterale verplaatsing: o Begint primair als rotatie van de onderkaak rond een verticale as â–ª Die door of vlak achter de ipsilaterale condylus loopt â–ª Mate van rotatie wordt beperkt door horizontale vezels van het temperomandibulaire ligament Bennet-beweging: • • • • • Laterale beweging van de mandibula o Treedt op wanneer de condylen langs de fossa mandibularis gedurende een zijwaartse beweging Bennet-hoek: o Hoek die beweging maakt Grootte van de beweging: o Hangt af van de anatomie van de gewrichtsstructuren en van contractie van de pterygoideus lateralis aan de contralaterale zijde o Gemiddeld, 0.75 mm Kan reeds direct optreden aan het begin van de laterotrusie of geleidelijk optreden tijdens de laterotrusie Geen bennet-beweging: o Contralaterale condylus zal uitsluitend een rotatie uitvoeren om de ipsilaterale condylus Functionele bewegingen: • • Resultanten van de elastische kracht binnen het bewegend systeem en de op de onderkaak uitgeoefende spierkrachten Complexe samengestelde bewegingen die gekenmerkt zijn door belangrijke species verschillen o Kauwen bij herbivoren; laterale bewegingen o Kauwen bij katachtigen; uitsluitend verticale bewegingen o Kauwen bij de mens; sterk individueel verschil Fysiologie van het Orofaciale Systeem bij de Voedselinname Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 27 Onderzoeksmethoden van functionele mandibulaire bewegingen: • • Men maakt gebruik van bewegingsanalyse met cinematografie en cineradiologie; elektromyografie en registratie van kauwkrachten Registratie van kauwkrachten; o Meestal gemeten door middel van krachttransducers geplaatst tussen contactvlakken van de tanden o Kracht is resultante van verschillende krachten door verschillende spieren uitgeoefend op een systeem met een scharnierpunt Grenzen en functionele bewegingen: • • • • Functionele bewegingen gebeuren altijd binnen de limieten van de grensbeweging Grenzen van de functionele bewegingen: o Bepaald door de anatomische verhoudingen en specificiteiten van de mandibula, kaakgewricht, de ligamenten en de tanden Bewegingsrichting: o Wordt duidelijk bepaald door de morfologie van de onderkaak â–ª Met name de intercondylaire afstand o Grotere afstand gaat gepaard met een grotere anterior beweging o Kleinere afstand resulteert in een meer naar achter gelegen beweging Bewegingen moeten dus geanalyseerd worden om het in kaart te brengen voor een optimaal resultaat te bekomen Kauwkracht: • • Ontwikkelde kauwkracht is sterk variabel tussen 20-100 kg met extremen tot meer dan 350 kg o Over het algemeen is deze hoger bij mannen dan bij vrouwen o Kan opgevoerd worden door training o Varieert afhankelijk van de plaats van de meting in de mond en het moment van de kauwcyclus Normaal kauwen; ongeveer 40% van de maximale kracht Factoren van de maximale kauwkracht: • • • • Pijndrempel Gevoeligheid van de mucosale en peridontale receptoren Emotionele toestand Verdelingsoppervlakten van de kracht o Bij aanwezigheid van weinig tanden, duidelijke vermindering van de bijtkracht Fysiologie van het Orofaciale Systeem bij de Voedselinname Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 28 Krachten die de kauwspieren uitoefenen op de onderkaak: • • • Verdelen zich over drie contactpunten van de onderkaak met de schedel o Bijtpunt tussen beide gebitsbogen en de kaakgewrichten Ze hebben niet alleen een verticale compontent o Maar ook een voorwaarts gerichte component â–ª Hierdoor wordt vooral de dikkere voorzjde van de fossa belast en niet het dunne dak van de fossa zelf Vereiste: o Som van de krachten en de som van de momenten op dat lichaam moet nul zijn â–ª Anders is lichaam niet in rust en moet er een verplaatsing zijn Belasting binnen het kaakgewricht: • Meeste discusperforaties bevinden zich aan de laterale zijde van het kaakgewricht o Vaak het gevolg van lokale mechanische factoren o Kan worden aangezien als aanwijzing dat tijdens functie het lateraal gedeelte zwaarder belast wordt dan het mediaal gedeelte o Niet duidelijk waarom dit meer belast wordt â–ª Suggestie; gerelateerd aan zijwaartse verplaatsing van de ipsilaterale condyl tijdens het kauwen â–ª Verplaatsing kan tot gevolg hebben dat het mediaal gedeelte contact verliest â–ª Tijdens sluittingsfase: • Lateraal deel van de ipsilaterale condyl wordt zwaarder belast â–ª Geen duidelijke zijwaartse verplaatsing door vermoedelijke gelijkmatige belasting van de articulerende gewrichtsoppervlakken • Kan aanleiding geven tot lokale spanningsconcentraties binnen het gewricht 1ste kauwtheorie: • • • • Kauwen ontwikkelt zich als een extensie en modificatie van het zuigen Zuigen is een precursor van het kauwproces o Kauwen berust op het voorafgaan van cyclisch op- en neerwaartse bewegingen van de mandibula â–ª Verlopen gecoördineerd met faciale bewegingen en slikken Motorisch engram: o Drijvende kracht achter de bewegingen begint zijn activiteit met het verschaffen van de timing voor de typische zuig-bewegingen Bij het verschijnen van de tanden treedt er sensorische feedback op o Deze bewegingen evolueren tot een kauwpatroon 2de kauwtheorie: • • Kauwen ontwikkelt zich als een totaal verschillend mechanisme, complementair aan zuigen Kauwen verdringt het zuigen niet o Beide mechanismen blijven naast elkaar bestaan o Bij prothese: â–ª Activiteit van de peridontale mechanoreceptoren spelen een rol Fysiologie van het Orofaciale Systeem bij de Voedselinname Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 29 Afbijten van voedsel: • • • Een van de voornaamste functies van het orofaciale systeem Verkleinen van de voedselpartikels o Tenslotte klaarmaken van de voedselbolus voor het doorslikken Doel van kauwen: o Voedsel vekleinen tot het gereed is voor het doorslikken voor het verteringsproces Evaluatie van kauwdoelmatigheid: • • • • Eenvoudige wijze o Evalueren van het voedsel door het uit te spuwen net voor het slikken o Vervolgens zeven met zeven van verschillende groottes Test bepaalt hoeveel kauwcycli een individu nodig heeft voor het afslikken van de voedselbolus Resultaten: o Sterk variabel, ze zijn afhankelijk van meerdere factoren â–ª Kauwen is sterk individueel en wordt grotendeels bepaald door de aard van het voedsel Kauwefficiëntie neemt duidelijk af bij tandverlies o Bij mensen met een prothese zelfs tot 1/6 o Haastig eten kan ook leiden tot problemen met functionele slikstoornissen Onderscheid tussen voedsel: • • • • • • Afgewogen hoeveelheden voedsel worden gekauwd en niet-gekauwd o Werden in zijden zakjes ingenaaid en vervolgens doorgeslikt Zijde verteerd niet, maar is wel doorlaatbaar o Zakjes werden uit de feces gerecupereerd en het residu werd gewogen Ei, vis, kaas, rijst en brood: o Gekauwd of niet er is geen residu Rood vlees en groenten: o Niet gekauwd is er aanzienlijk residu o Gekauwd is er nog een zeker residu Kip en lamsvlees: o Gekauwd is er geen residu o Niet gekauwd is er een merkbaar residu Resultaat: o Weinig kauwen is nodig voor totale absorptie van sommige voedingsmiddelen o Kauwen dient dus bijna uitsluitend voor het slik-comfort Fysiologie van het Orofaciale Systeem bij de Voedselinname Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 30 Principes van kauwen: • • • • • Bewegingen in het temperomandibulaire gewricht zijn het gevolg van een interactie tussen verschillende kauwspieren Depressie van de mandibula gebeurt door vroege contractie van de musculus pterygoideus externa en de digastricus aan het einde van de beweging Heffen van de mandibula gebeurt door een gecoördineerde contractie van de pterygoieus interna, de masseter en de temporalis Protractie van de mandibula gebeurt door gelijktijdige contractie van de musculus pterygoideus interna en externa Retractie van de mandibula gebeurt door contractie van de middelste en achterste vezels van de musculus temporalis Fasen van de kauwbewegingen: • • • Afbijten van het voedsel Kauwen of vermalen van het voedsel Feitelijke kauwen gebeurt door de premolaren en de molaren Afbijten: • • • • Onderkaak wordt naar ventraal gebracht o Vervolgens een sluitbeweging wordt ingezet zodat boven en onderincisieven in occlusie komen Maximale afbijtkracht bedraagt ongeveer 100N (wordt bereikt bij een mondopening van 20 mm) Algemeen: o Kauwspieractiviteit is over het algemeen sterk lijkend op die van vrije open en sluitbewegingen o Openingsbeweging gestart door depressoren â–ª Gevolgd door contractie van de onderste kop van de pterygoideus lateralis o Sluitbeweging wordt ingezet door de musculus pterygoideus medialis â–ª Gevolgd door contractie van de andere elevatoren Alle elevatoren zijn actief (gebleken uit recent onderzoek o Integenstelling tot incisvaal klemmen, hier is de temporalis gering actief Musculus pterygoideus laterals en afbijten: • • • • Bovenste kop is actief in de krachtfase van het afbijten Onderkaak moet gestabiliseerd worden tijdens deze fase aangezien de spierkrachten en de gewrichtsreactiekrachten groot zijn en aanzienlijk in grootte en richting kunnen variëren o Pterygoideus lateralis is ideaal gelegen voor deze stabilisatie Spier heeft remmende werking op de sluitbeweging Plotselinge breuk van voedsel o Musculus pterygoideus lateralis caput superior zal voorkomen dat beide kaakkopjes een ongecontroleerde posterieure en opwaartse verplaatsing ondergaan â–ª Dit doet hij samen met de sluitspieren • Voor een goed gebalanceerde positionering van de kaakkopjes Fysiologie van het Orofaciale Systeem bij de Voedselinname Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 31 Fasen van het afbijten van de onderkaak: • • • • • Openingsfase: o Onderkaak naar beneden voor het openen van de mond o Mate van openen is afhankelijk van het voedsel Sluitfase: o Sluitbeweging ingezet tot dat onder en bovenincisieven elkaar gaan naderen o Opwaartse beweging van de kaakkopjes o Vindt plaats tot de tanden contact maken met het voedsel Krachtfase: o Onderkaak gaat verder dicht met een gelijktijdige uitoefening van kracht op het voedsel Bij grote voedselvoorwerpen: o Geen slui

Use Quizgecko on...
Browser
Browser