MODULE II: FINANCIËLE EN NIET-FINANCIËLE RAPPORTERING PDF

Summary

This document provides an introduction to sustainability reporting, focusing on the EU Green Deal and the EU Sustainable Finance Action Plan, including the CSRD and EU Taxonomy. It discusses the Non-Financial Reporting Directive (NFRD) and highlights the importance of sustainability reporting standards for comparability and investor decision-making.

Full Transcript

MODULE II: FINANCIËLE EN NIET-FINANCIËLE RAPPORTERING DEEL 1: NIET-FINANCIËLE RAPPORTERING → SUSTAINABILITY REPORTING 1.1 INLEIDING Dit onderdeel wordt gedoceerd door een gastspreker van Deloitte Wetgeving die we bespreken is pas vorige week formeel gestemd door het...

MODULE II: FINANCIËLE EN NIET-FINANCIËLE RAPPORTERING DEEL 1: NIET-FINANCIËLE RAPPORTERING → SUSTAINABILITY REPORTING 1.1 INLEIDING Dit onderdeel wordt gedoceerd door een gastspreker van Deloitte Wetgeving die we bespreken is pas vorige week formeel gestemd door het Europees Parlement ◆ " - : Enkele termen die we zullen gebruiken: ‘Sustainability’ = maatschappelijke duurzaamheid (milieu, sociaal, …) ‘ESG’ = Environmental, Social & Governance: alle niet-financiële informatie die wordt gemeten 1.2 EU GREEN DEAL & THE EU SUSTAINABLE FINANCE ACTION PLAN Slide 1: Eu Green Deal (2020) EU wilde als eerste contintent koolstofneutraal worden Veel acties en doelstellingen om dit te bereiken tegen 2050 ▪ Ontwerpen ‘Sustainable Finance Action Plan’ = de acties moeten worden gefinancierd op een duurzame manier ▪ Hieruit zijn 3 wetgevingen ontstaan: 1) CSRD 2) EU Taxonomy 3) SFDR → niet kennen EU Taxonomy = geen richtlijn, wel regulatie Regulatie = bij publicatie en goedkeuring door EU wordt dit wetgeving in alle lidstaten Richtlijn = gestemd door Europees Parlement, getransformeerd naar de EU-lidstaten en wordt vervolgens nationale wetgeving Slide 2: Belangrijk initiatief: NFRD → Non-Financial Reporting Directive (2017) Richtlijn voor grote beursgenoteerde bedrijven Deze bedrijven rapporteren over bepaalde topics (zie slide) ▪ Het beleid ▪ Resultaten van het beleid ▪ Hoe wordt het gemeten (KPI’s)? ▪ De risico’s ▪ Hoe managen ze de risico’s? Veel flexibiliteit over wijze van rapportering Geen controle/auditverplichting: geen kwaliteitscontrole MAAR er was steeds meer protest: men wilde consensus over de manier van rapporteren Hierdoor is de CRSD ontwikkeld ◆ : (zie volgende slide) " - 1.3 CRSD – WHO? Slide 3 CSRD: Corporate Sustainability Reporting Directive (2021) NFRD: grote beursgenoteerde bedrijven CRSD: alle grote bedrijven → bevatten 2 van de 3 criteria (zie slide) ▪ Hierdoor worden beursgenoteerde KMO’s ook verplicht te rapporteren ◆ " : - ▪ + Zeer speciaal: buitenlandse bedrijven buiten Europa (non-EU) met een significante activiteit (>€150 miljoen omzet) binnen Europa moeten hierdoor ook rapporteren 1.4 CORPORATE SUSTAINABILITY REPORTING DIRECTIVE (CRSD) Slide 4 Zie volgende slide Waarom is CRSD nodig? Zorgt voor een standaard over de manier van rapportering over niet-financiële informatie Gevolg: informatie kan makkelijker worden vergeleken overheen bedrijven in dezelfde sector ▪ Meer transparantie ▪ Investeerders kunnen makkelijker beslissingen nemen 1.5 REPORTING REQUIREMENTS Slide 5 Zie volgende slide Bedrijven moeten bepaalde zaken rapporteren: ESG-strategie: strategie & BM zijn weerbaar voor potentiële klimaatgevolgen in de toekomst Doelstellingen en de vooruitgang (hoe worden ze gemonitord?) Het gebruikte sustainability beleid Op welke manier worden ESG-aspecten meegenomen in investeringskeuzes? ‘Due dilligence’: welke risico’s zijn gerelateerd met sustainability? Hoe gaan ze hiermee om? Waar zit de verantwoordelijkheid? Het management & RvB moet er ook mee bezig zijn : " ◆ - Indicatoren nodig om het bovenstaande te meten “Hoe de marktwaarde van een bedrijf bepalen?” Antwoord: kijk naar de ‘intangibles’ = verschillende soorten kapitaal → Financieel kapitaal, intellectueel kapitaal, menselijk kapitaal, commercieel kapitaal, … Opgelet! Er wordt dus niet enkel gekeken naar het financieel kapitaal Rekening houden met de volledige waardeketen → Niet enkel kijken naar de eigen activiteiten, maar ook downstream & upstream Slide 6 Het rapporteren gebeurt volgens de dubbele materialiteit (=‘double materiality’) Dit wordt gedefinieerd door het bevragen van de stakeholders (‘stakeholder consultation’) → Wat vinden de stakeholders belangrijk & wat is hierdoor materieel voor jou als bedrijf? Dit bestaat uit 2 componenten: 1. Financiële materialiteit = Outside-in benadering: welke financiële invloed heeft de omgeving op jou als organisatie? → Welke financiële gevolgen zijn er van een bepaald concept op onze organisatie? 2. Impact materialiteit = Inside-out benadering: welke invloed heb jij als organisatie op de omgeving? !! De materialiteit is voor elk bedrijf anders ◆ - " : Voorbeeld: Luchtvaartmaatschappij: als inkomsten stijgen, dan stijgen broeikasgassen ook → Het topic broeikasgas-uitstoot is financieel materiaal voor de luchtvaartmaatschappij Dit omdat er een financieel gevolg is van de broeikasgassen (namelijk stijging van inkomsten) Voorbeeld: Bank: als inkomsten stijgen, dan stijgen de broeikasgassen ook → Het topic broeikasgas-uitstoot is GEEN financieel materiaal voor de bank Dit omdat de uitstoot niet evenredig meestijgt met de inkomsten Slide 7 Zoals eerder besproken: bij NFRD was er geen consensus over de manier van rapporteren Dit werd opgelost door CSRD: EU ontwikkelde rapporteringstandaarden Deze standaarden baseren zich op bestaande rapporteringstandaarden (vb. GRI standaarden) Uiteindelijk werd er dus een gemeenschappelijke Europese standaard ontwikkeld → Op welke manier moet gerapporteerd worden & welke indicatoren worden gebruikt? Er zijn standaarden voor alle bedrijven, maar ook standaarden voor specifieke sectoren Het rapport mag niet apart bestaan, het moet onderdeel zijn van het financieel verslag van het jaarverslag → het mag dus geen apart rapport zijn (vb. een apart MVO rapport) Doel: de niet-financiële informatie krijgt hetzelfde belang als de financiële informatie ◆ " : - Digitalisering: machine-readable format (XHTML) = het format vereist voor financiële en niet-financiële informatie Hierdoor kunnen investeerders deze informatie zeer snel terugvinden Slide 8 De relatie tussen CSRD en ESRS: CRSD = de informatie die moet gerapporteerd worden → het skelet De ESRS = de standaarden: hoe moet men rapporteren? → kleden het skelet aan Slide 9 Deze slide toont aan welke standaarden er zullen bestaan Er worden verschillende consultatierondes gedaan tussen publicatie van een draft & de stemming Voorbeeld: governance had eerst 2 standaarden, na de consultatierondes pas 1 Bedrijven hebben dus weldegelijk een inspraak op de standaarden via deze consultaties ◆ " : - 1.6 ASSURANCE REQUIREMENTS Slide 9 Tot nu toe was er geen auditverplichting, vanaf de CSRD komt dit er wel → Ook de niet-financiële informatie wordt dus ook geauditeerd ◆" : - In eerste instantie is dit ‘limited assurance’ = een beperkt nazicht Vanaf 2028 wordt dit ‘reasonable assurance’ → hetzelfde nazicht als financiële informatie Dit toont opnieuw aan dat niet-financiële informatie even belangrijk wordt als financiële informatie De personen uit het auditcomité moeten dus nieuwe vaardigheden aanleren ◆ : 1.7 EU TAXONOMY Slide 10 “Men wil naar een koolstofneutraal Europa, hoe gaan ze dit doen en hoe wordt dit gefinancierd?” Antwoord: investeerders hebben hier begeleiding bij nodig → EU Taxonomy als woordenboek Voor elke economische activiteit staat een definitie Bedrijven kunnen hierdoor analyseren of hun eigen activiteiten groen zijn → Indien niet: wat moeten ze doen om hun activiteiten groen te maken? 6 milieudoelstellingen van EU Taxonomy: 1. Beperking van klimaatverandering 2. Aanpassing van klimaatverandering Zijn al van toepassing ◆ " : - 3. Beschermen van water-en mariene hulpbronnen 4. Het verminderen van afval, recycleren & de transitie naar een circulaire economie zijn nog 5. Tegengaan en controleren van vervuiling in draft 6. Beschermen en restaureren van de biodiversiteit van ecosystemen Slide 11 “Wat moet er gebeuren binnen een bedrijf om over Taxonomy te rapporteren?” Antwoord: het bedrijf moet 4 verschillende stappen doorlopen 1. Check eligibility: Komen je activiteiten voor in het ‘woordenboek’ van de activiteiten? 2. Technical Screening Criteria: kijken of de activiteiten voldoen aan alle specifieke criteria Check 3. Do No Significant Harm (DNSH): het voldoen aan een objectief mag geen negatief effect alignment hebben op de andere objectieven objectieven (zie slide 10) 4. Comply with Minimum safeguards: kijken naar de internationale wetgevingen Als een activiteit door deze 4 stappen is gegaan, moet je rapporteren over 3 financiële indicatoren: 1. Omzet 2. CapEX (Capital Expenditure): kosten voor investeringen 3. OpEX (Operational Expenditure): operationele kosten 1.8 CRSD & EU TAXONOMY – WHEN? Slide 12 De bedrijven die vandaag al onder de NFRD vallen, moeten ook al over de Taxonomy rapporteren Vanaf rapporteringsjaar 2025 (fiscaal jaar 2024): CSRD treedt in voege voor bedrijven onder NFRD Vanaf rapporteringsjaar 2026 (fiscaal jaar 2025): CSRD treedt in voege voor gewone bedrijven Vanaf rapporteringsjaar 2027 (fiscaal jaar 2026): CSRD treedt in voege voor beursgenoteerde KMO’s Vanaf rapporteringsjaar 2029 (fiscaal jaar 2028): CSRD treedt in voege voor buitenlandse bedrijven Bedrijven zijn hier heel hard mee bezig, er komt veel voorbereiding bij kijken! ◆ : DEEL 2: FINANCIËLE RAPPORTERING → JAARREKENINGANALYSE 1.1 INLEIDING 1.1.1 DE JAARREKENING = eindproduct van een boekhoudkundig proces Verantwoordelijkheid van bestuursorgaan: stelt ze op samen met management Doel: externen (aandeelhouders & andere stakeholders) informeren Wat wordt nog neergelegd samen met de jaarrekening? 1. Jaarverslag/director’s report: bespreking van het voorbije boekjaar 2. Commissarisverslag/auditverslag: auditor vergt zijn oordeel over jaarrekening 3. Sociale balans: informatie over de werknemers Dit wordt neergelegd bij de Balanscentrale van de Nationale Bank 1.1.1.1 DE BALANS 1.1.1.1.1 BELGISCH WETTELIJK SCHEMA Activa: Kijken naar aard actief: wordt het goed DUURZAAM ingezet? (↔ duurtijd/verblijfsduur) Vaste activa: activa die duurzaam worden ingezet voor bedrijfsuitoefening Vlottende activa: activa die niet duurzaam worden ingezet voor bedrijfsuitoefening !! In België staan vorderingen >1 jaar als vlottend actief Oorzaak: vordering kan niet duurzaam worden ingezet voor de bedrijfsuitvoering Er wordt in België dus geen onderscheid gemaakt tussen KT en LT ◆ " : - Bij jaarrekeninganalyse wordt wel gekeken naar de verblijfsduur → herclassificatie van vlottende activa naar vaste activa: je bent geïnteresseerd naar duurtijd/verblijfsduur Passiva: Kijken naar het SOORT FINANCIERINGSBRON (↔ duurtijd/verblijfsduur) !! In België staan schulden > 1 jaar als vreemd vermogen Ook hier wordt geen onderscheid gemaakt tussen KT en LT :" ◆ - Bij jaarrekeninganalyse wordt wel gekeken naar de verblijfsduur → herclassificatie van het vreemd vermogen: je bent geïnteresseerd naar duurtijd/verblijfsduur 1.1.1.1.1 ELDERS IN DE WERELD In België: balans volgens stijgende liquiditeit Elders in de wereld (vb. US GAAP & IFRS) wordt de balans vaak opgesteld volgens DALENDE liquiditeit Hierdoor kan het dus zijn dat liquide middelen bovenaan de balans staan ◆ " : - 1.1.1.2 DE RESULTATENREKENING 1.1.1.2.1 BELGISCH WETTELIJK SCHEMA In België: kosten ingedeeld volgens aard Voorbeeld: alle lonen (van managers, arbeiders, bedienden, etc.) worden samengenomen MAAR het is vaak wel handig te weten van waar bepaalde kosten komen ◆ : Rekening 60: indicatie van KvG MAAR dit is louter vaak een materiaalkost → om KvG te bereken heb je meer nodig dan een materiaalkost: ook arbeidskost & indirecte kosten 1.1.1.2.1 ELDERS IN DE WERELD Internationaal: kosten ingedeeld naar functie: productie en verkoop & administratie Voorbeeld: er zijn verschillende lonen voor productie en verkoop & administratie Hierdoor is het voor lezer van jaarrekening duidelijker van waar bepaalde kosten komen - " : ◆ 1.1.1.3 KASSTROOMTABEL = geeft informatie over de inkomende en uitgaande kasstromen in een onderneming → Maakt geen deel uit van de Belgische jaarrekening MAAR internationaal vaak wel 1.1.1.3.1 KASSTROMEN (CASH FLOW) VERSUS WINST In België: overeenstemmingsbeginsel en realisatiebeginsel bepalen wanneer je K&O mag inboeken MAAR dit loopt niet altijd gelijk met wat er cash in de onderneming zit Je kan winstgevend zijn als onderneming, maar toch failliet gaan door een tekort aan cash op bank Boekhoudkundige winst zegt niks over de cash op de bankrekening ◆ : Voorbeeld: afschrijvingen → winst daalt MAAR dit is geen cash dat uit de onderneming stroomt !! Desalniettemin is cash wel heel belangrijk (vb. leveranciers moeten worden betaald) 1.1.1.3.2 BALANS, RESULTATENREKENING & KASSTROOMTABEL Resultatenrekening = opbrengsten – kosten → wordt verwerkt via het OR in de balans Naarmate de onderneming leeft wijzigt het OR (kan zowel stijgen als dalen) Kasstroomtabel legt uit hoe je van kaspositie op 1 januari evolueert naar kaspositie op einde BJ = ‘Hoeveel cash is er binnen en buiten de onderneming gestroomd?’ Dit is dus iets volledig anders dan het boekhoudkundige resultaat 1.1.1.3.3 KASSTROOMTABEL = overzicht van de veranderingen in de kaspositie van een onderneming gedurende de boekhoudperiode. Geeft een idee over hoeveel geld er in de onderneming binnen en buiten stroomt Er bestaan 3 grote onderdelen binnen kasstromen: 1. Kasstroom van operationele bedrijvigheid 2. Kasstroom uit investeringen: is vaak negatief (tenzij je vb. een oude machine verkoopt) 3. Kasstroom van financieringen Veranderingen in kasstromen worden dan ook verklaard door deze 3 soorten kasstromen : " - ◆ 1.1.2 DOEL VAN RAPPORTERING Doel = economische beslissingen nemen : "- ◆ Financiële toestand analyseren o.b.v. historische gegevens uit de jaarrekening ▪ In juli kun je meestal cijfers bekijken van het vorige boekjaar ▪ Deze oude cijfers geven wel een beeld van hoe de onderneming het doet Inzicht krijgen in de toekomstige evolutie van de onderneming 1.1.3 DIVERSE GEBRUIKERS Verschillende gebruikers hebben diverse doelstellingen en diverse informatienoden 1. Beleggers in aandelen (aandeelhouders): verschaffers EV: meer geïnteresseerd in: ▪ Rentabiliteit/winstgevendheid: kan onderneming winsten behalen? → Dividenden: haalt de onderneming een voldoende hoog rendement op haar EV? 2. Schuldeisers: verschaffers VV → meer geïnteresseerd in: ▪ Liquiditeit: kan onderneming haar betalingsverplichtingen op KT nakomen? ▪ Solvabiliteit: kan onderneming haar betalingsverplichtingen op LT nakomen? Onderneming kan op 3 domeinen worden geanalyseerd: liquiditeit, solvabiliteit & rentabiliteit ◆ " : - 1.1.4 VOORWAARDEN VOOR EEN GOEDE ANALYSE 3 voorwaarden: 1. Data verzamelen (vb. balanscentrale) 2. Boekhoudkundige regels en principes goed kennen en begrijpen 3. Bewust zijn van de beperkingen waaraan boekhoudkundige gegevens onderworpen zijn 1.2 HORIZONTALE EN VERTICALE ANALYSE Horizontale en verticale altijd SAMEN uitvoeren 1.2.1 HORIZONTALE ANALYSE = vergelijkt financiële gegevens in de tijd (3-5 jaar) → trendanalyse Belangrijk: probeer altijd een link te leggen waarom een bepaalde post stijgt/daalt Hoe? Via tijdinsdex: evolutie in de tijd bekijken Kiezen van een basisjaar = 100% ▪ Moet een normaal/representatief basisjaar zijn (vb. niet 2020 tijdens corona) ▪ Cijfers uit andere jaren worden vergeleken met cijfers uit dit basisjaar ▪ + of – waarden ▪ Vergelijkbaar? - Waarderingsregels - Macro-economisch: inflatie - Algemene structuur onderneming (vb. er is een fusie geweest) Linken leggen tussen posten van de jaarrekening ▪ Voorbeeld: als handelsvorderingen stijgen, dan stijgt de omzet vaak ook Als omzet stabiel blijft/daalt: klanten betalen niet (openstaande HV) → knipperlicht ▪ Voorbeeld: als handelsvorderingen stijgen, dan stijgen de schulden vaak ook Je kunt leveranciers niet betalen omdat je wacht op geld klanten → knipperlicht ▪ Voorbeeld: als schulden stijgen dan stijgen de interesten vaak ook MAAR belangrijk: bekijk enkel de posten die materieel zijn! ◆ : - " ‘Materialiteit’ = een zodanig effect dat het een economische beslissing zou wijzigen Voorbeeld: post stijgt 5x t.o.v. het basisjaar, maar betekent niks op totaliteit van balans → Om dit te weten doe je een VERTICALE ANALYSE 1.2.2 VERTICALE ANALYSE Wat? !! Bekijken of een wijziging van een post belangrijk is in de totaliteit Structuur van de balans en resultatenrekening analyseren ‘Wat is het relatieve aandeel van een bepaalde post?’ ▪ Vergelijken met bedrijven van verschillende grootte (qua balanstotaal of omzet) ▪ Benchmarking: vergelijken met een andere speler in dezelfde markt Hoe? Balans: Balanstotaal (actief) op 100% plaatsen & elke post afwegen t.o.v. het balanstotaal RR: omzet om 100% plaatsen & elke post afwegen t.o.v. deze omzet TOEGEPAST: ACTIEFZIJDE VAN DE BALANS Kijken naar de belangrijkste veranderingen overheen de tijd: basisjaar = 2017 (100%) IVA: stijging → verticale analyse: GEEN FOCUS MVA: sterke stijging → verticale analyse: 40% van balanstotaal MVA staat gewaardeerd tegen NBW 2019: stijging met 3,6 miljoen MAAR volgens Torfs is er 12 miljoen geïnvesteerd 12 miljoen investering – 7,1 miljoen afschrijvingen – 1,3 miljoen niet-recurrente afschrijvingen = 3,6 miljoen → dit is dan ook de stijging van het MVA in 2019 “Hoe hebben ze die investering van 12 miljoen gefinancierd?” Antwoord: operationele cashflow & liquide middelen + aangaan van een extra lening 6 miljoen operationele cashflow + 1,5 miljoen liquide middelen + 4 miljoen financiële schulden → Kredietinstelling: LT-rekening afbetaald voor 1 miljoen MAAR KT-lening erbij van 5,5 miljoen Dit toont weldegelijk aan dat de financiering cash is gebeurd Er zijn 5 winkels gesloten + 2 kleinere winkels worden vervangen door 2 grote Hoe zie je dit in jaarrekening? Machines, installaties en uitrusting: 19 miljoen buiten gebruik → Als je activa buiten gebruik stelt moet je afschrijvingen hiervan ook buiten gebruik stellen Er is voor 4 miljoen actief aangekocht & 6 miljoen actief afgeschreven → daling MVA FVA: relatief constant → verticale analyse: GEEN FOCUS Voorraden: daling → verticale analyse: 45% van balanstotaal 2020: Torfs schatte minder verkopen in (door corona), dus kochten ze minder voorraad aan Wat is de verklaring van de voorraaddaling? ▪ Als voorraad daalt, dan verwacht je ook een omzetdaling: daling 25 miljoen omzet MAAR werd gecompenseerd met hun online winkel → verklaart het niet ▪ Post 600/8 (aankopen): aankopen van 60 miljoen (t.o.v. 78 miljoen het jaar voordien) ▪ Post 609 (voorraad): bestaande voorraad verkocht Antwoord: Torfs kocht minder voorraad aan & verkocht bestaande voorraad Vorderingen 1 jaar en 1 jaar = gezien als vlottende activa Voor analyse is het beter deze te verplaatsen naar de vaste activa Idem schulden → herstructurering ifv verblijfsduur: onderscheid tussen schulden >1 jaar en VVKT = ‘liquiditeitsbuffer’ = je hebt iets meer vlottende activa dan schulden die je moet aflossen op KT Formule 2 : 𝐵𝑒𝑑𝑟𝑖𝑗𝑓𝑠𝑘𝑎𝑝𝑖𝑡𝑎𝑎𝑙 = 𝑝𝑒𝑟𝑚𝑎𝑛𝑒𝑛𝑡 𝑣𝑒𝑟𝑚𝑜𝑔𝑒𝑛 − 𝑣𝑎𝑠𝑡𝑙𝑖𝑔𝑔𝑒𝑛𝑑𝑒 𝑎𝑐𝑡𝑖𝑣𝑎 Je wilt de vaste activa financieren met middelen die op dezelfde looptijd verschuldigd zijn Voorbeeld: een gebouw over 50 wil je niet financieren met een KT-lening (0 is onvoldoende : ◆ ook kijken naar bedrijfskapitaalbehoefte! Indien bedrijfskapitaal >0, maar bedrijfskapitaal < bedrijfskapitaalbehoefte : liquiditeitspositie 0 Het bedrijfskapitaal is negatief MAAR dit is niet altijd slecht Stel: je behoefte is kleiner dan je negatief bedrijfskapitaal Gevolg: je hebt een positieve liquiditeitspositie & vormt dus geen knipperlicht Knipperlichtsituatie: bedrijfskapitaal < bedrijfskapitaalbehoefte → liquiditeitspositie ROA → Bristol kan geen extra externe financiering aangaan 1.3.7.3 BEURSRATIO’S = ratio’s voor beursgenoteerde ondernemingen A) Winst per aandeel (EPS) Een goede maatstaf, maar er wordt vaak fout mee omgegaan 𝑁𝑒𝑡𝑡𝑜𝑤𝑖𝑛𝑠𝑡 (𝑁𝐼) Formule: 𝑊𝑖𝑛𝑠𝑡 𝑝𝑒𝑟 𝑎𝑎𝑛𝑑𝑒𝑒𝑙 (𝐸𝑃𝑆) = 𝐺𝑒𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑑𝑒 𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑎𝑎𝑛𝑑𝑒𝑙𝑒𝑛 B) Price/Earnings ratio (P/E) De prijs die beleggers bereid zijn te betalen per winst Vergelijk deze ratio in eenzelfde sector 𝑀𝑎𝑟𝑘𝑡𝑝𝑟𝑖𝑗𝑠 𝑝𝑒𝑟 𝑎𝑎𝑛𝑑𝑒𝑒𝑙 Formule: 𝑃𝑟𝑖𝑐𝑒/𝐸𝑎𝑟𝑛𝑖𝑛𝑔𝑠 𝑟𝑎𝑡𝑖𝑜 = 𝑊𝑖𝑛𝑠𝑡 𝑝𝑒𝑟 𝑎𝑎𝑛𝑑𝑒𝑒𝑙 (𝐸𝑃𝑆) 1.3.8 GEZONDHEID VAN EEN ONDERNEMING Rendabiliteit in combinatie met toont de ‘gezondheid’ van een onderneming aan ◆ " : - 1.3.8.1 SYMPTOMEN RICHTING FAILLISSEMENT Er zijn verschillende fases bij een faillissement: Stap 1: strategiecrisis Stap 2: winstcrisis: je maakt minder winsten Stap 3: liquiditeitscrisis: onvoldoende liquide middelen om schuldeisers te betalen Liquide middelen zijn enorm belangrijk (kasstroomtabel): laatste stap richting faillissement 1.4 KASSTROOMANALYSE Hier gaan we terug verder rond de liquiditeit ◆ " - : Er zijn 3 kasstromen: 1. Operationele kasstroom 2. Investeringskasstroom 3. Financieringskasstroom Conclusie: een negatieve kasstroom is niet altijd slecht Je moet je altijd afvragen in welke levensfase de onderneming zich bevindt Start-up fase: veel kasuitstroom (operaties brengen weinig op, veel investeringen, …) Matuurheidsfase: veel kasinstroom uit operationele activiteiten nodig Doel: investeren & schuldeisers terugbetalen ◆ " : - Indien we liquiditeit en rendabiliteit met elkaar vergelijken → 4 mogelijke combinaties: 4 mogelijke situaties: 1. Situatie 1: positieve nettokasstroom uit operaties met winst ▪ Bevestigt winstgevendheid 2. Situatie 2: positieve nettokasstroom uit operaties met verlies ▪ De onderneming is tijdelijk ziek ▪ Indien de onderneming belangrijke niet-kaskosten heeft (vb. afschrijvingen) ▪ Niet problematisch, maar moet wel in het oog gehouden worden 3. Situatie 3: negatieve nettokasstroom uit operaties met winst ▪ Problematisch: je genereert geen cash uit je operationele activiteiten → knipperlicht ▪ Vaak ook gevolg van een snel groeiende onderneming 4. Situatie 4: negatieve nettokasstroom uit operaties met verlies ▪ Extreem problematisch ▪ Bevestigt gebrek aan winstgevendheid TOEGEPAST OP TORFS Heeft altijd operationale kasinstroom: bevestigt dat het een relatief gezonde onderneming is Negatieve kasuitstroom bij investeringen = normaal! Reden: de onderneming is aan het investeren Financiering: is onderneming schulden aan het terugbetalen of fondsen aan het verwerven? TOEGEPAST OP BRISTOL Operationele cashflow is niet stabiel Er is onvoldoende cash om opnieuw te investeren & de onderneming te boosten Extra kapitaal nodig om de investeringen te doen Een ongezonde situatie 1.4.1 WAARDERING – DISCOUNTED FREE CASH FLOW (DCF) METHODE Wat? De waarde van een onderneming berekenen op basis van de free cash flow (DCF) = de KASSTROOM van een onderneming NA OPERATIES EN INVESTERINGEN Startpunt: welke cashflow kan een onderneming genereren over een bepaalde tijd? Vervolgens: kasstromen verdisconteren tegen gemiddelde vermogenskostenvoet (WACC) Optelsom van DCF leidt tot de waarde van een project of onderneming Enkel het omkaderde deeltje kennen van de formule ◆ " : - 1.5 CASH IS KING Rendabiliteit zegt 1 ding, als de liquiditeit niet aanwezig is ben je er niks mee De kasstroomtabel maakt GEEN deel uit van de Belgische jaarrekening MAAR cash is o zo belangrijk!! Zonder cash is het zeer snel gedaan met de onderneming : ◆ 1.5.1 BETAALINDEX VAN GRAYDON Graydon: meet hoe goed ondernemingen (elkaar) betalen Financiële crisis: enorme daling in betaalgedrag 2019: enorme daling in betaalgedrag → Hoge onzekerheid door het zoeken naar een nieuwe regering: angst 2020: enorme daling in betaalgedrag door corona ‘Sneeuwbaleffect’ tijdens financiële crisissen: klanten betalen de ondernemingen niet → ondernemingen betalen hun leveranciers niet → leveranciers betalen hun leveranciers niet → … Hoe goed ondernemingen (elkaar) betalen is gerelateerd aan het aantal faillissementen Uitzonderlijk: tijdens coronacrisis daalde het aantal faillissementen Oorzaak: de overheid gaf massaal geld aan ondernemingen om te overlevenAls deze overheidsfinanciering stopt komen alsnog faillissementen ◆ : MAAR ook deze golf is nog niet gekomen Oorzaak: de fiscus stapt minder vaak de stap naar de rechtbank om faillissement aan te vragen 1.5.2 OVERLEVEN IN TIJDEN VAN CRISIS Enkele manieren om te overleven: 1. Aan de basis: Voldoende liquide middelen hebben 2. Lage schuldgraad en dus lage/beperkte vaste kosten 3. Actief in laag-risico-industrie of shift in business (vb. naar een online webwinkel) 4. Steun van de overheid en banken 1.5 CASE STUDY: LOTUS BAKERIES BELGIUM Zie uitgewerkte case + slides

Use Quizgecko on...
Browser
Browser