Inleiding Beleid en Management in Publieke Sector PDF

Summary

Dit document is een inleiding tot beleid en management in de publieke sector. Het beschrijft verschillende hoorcolleges over de wereld van openbaar bestuur en bestuurskunde, inclusief de beleidsomgeving en de politieke omgeving. De tekst geeft een overzicht van de belangrijkste thema's en auteurs in het vakgebied. Het belicht de rol van de overheid, de beperkingen van bestuurskracht, en de complexiteit van multi-level governance.

Full Transcript

Inhoudsopgave {#inhoudsopgave.Kopvaninhoudsopgave} ============= [Hoorcollege 1 - Introductie: de wereld van openbaar bestuur en bestuurskunde 2](#hoorcollege-1---introductie-de-wereld-van-openbaar-bestuur-en-bestuurskunde) [Janine O'Flynn 2](#janine-oflynn) [McDonald 3](#mcdonald) [Boek 11](#bo...

Inhoudsopgave {#inhoudsopgave.Kopvaninhoudsopgave} ============= [Hoorcollege 1 - Introductie: de wereld van openbaar bestuur en bestuurskunde 2](#hoorcollege-1---introductie-de-wereld-van-openbaar-bestuur-en-bestuurskunde) [Janine O'Flynn 2](#janine-oflynn) [McDonald 3](#mcdonald) [Boek 11](#boek) [Hoorcollege 2 -- Beleid en sturing 13](#hoorcollege-2-beleid-en-sturing) [Ansell et al. 14](#ansell-et-al.) [Brown, P. 18](#brown-p.) [Hoorcollege 3 -- De beleidsomgeving 30](#_Toc177919136) [Head & Alford 32](#head-alford) [Crosby (Belangrijk) 37](#crosby-belangrijk) [Hoorcollege 4 -- De politieke omgeving van het openbaar bestuur 40](#hoorcollege-4-de-politieke-omgeving-van-het-openbaar-bestuur) [Yascha Mounk 43](#yascha-mounk) [Hendriks: Nieuwe vormen van democratie 46](#hendriks-nieuwe-vormen-van-democratie) [Hoorcollege 5 -- politiek-ambtelijke verhoudingen 51](#hoorcollege-5-politiek-ambtelijke-verhoudingen) [Peters: problemen in relatie bureaucratie-democratie 53](#peters-problemen-in-relatie-bureaucratie-democratie) [Bauer: Public Administration Under Populist Rule 55](#bauer-public-administration-under-populist-rule) [Hoorcollege 6 - Politiek, bestuur en media 58](#hoorcollege-6---politiek-bestuur-en-media) [Jacobs & Schillemans 60](#jacobs-schillemans) [Vanhommerig en Karre 61](#vanhommerig-en-karre) Hoorcollege 1 - Introductie: de wereld van openbaar bestuur en bestuurskunde ---------------------------------------------------------------------------- Wat verwacht ik? Ik verwacht dat ik aan het einde van dit vak weet hoe beleid en management in de publieke sector in elkaar zit. Wat is bestuurskunde? Aanpakken van maatschappelijke vraagstukken. Alle vraagstukken die **collectieve actie vereist** en niet in je eentje te doen is. Onderdelen: - Er is een vraagstuk - Dit vereist collectieve actie - Hoe dit aan te pakken Wat is de overheid? - Overheid heeft heel veel niveaus en lagen. ### Janine O'Flynn O'Flynn, J. (2021) Confronting the big challenges of our time: making a difference during and\ after COVID-19, Public Management Review, 23(7), 961-\ 980, DOI: 10.1080/14719037.2020.1820273 **Samenvatting:** Janine O\'Flynn benadrukt in haar artikel dat de COVID-19-pandemie overheden en publieke organisaties dwong om zich snel aan te passen, samen te werken met verschillende sectoren, en innovatieve oplossingen te vinden. Ze pleit voor meer samenwerking, duurzaam langetermijndenken, het aanpakken van ongelijkheden en het opbouwen van veerkrachtige systemen. Leiderschap, zowel in tijden van crisis als daarna, speelt een cruciale rol in het aansturen van deze veranderingen en het herstellen van vertrouwen in publieke instellingen. - **[Bestuurskracht is beperkt]** De capaciteit van de overheid om dit soort vraagstukken in haar eentje aan te pakken is beperkt. - **[Fragmentatie]** (onderverdeling in kleinere fragmenten) De overheid bestaat niet. Er zijn heel veel overheden bezig met het aanpakken van een vraagstuk. Er is overeenstemming nodig tussen die overheden. Deze fragmentatie zorgt voor een beperkte bestuurskracht. - **[Vaardighedentekort]** De overheid weet niet alles. Ze moeten informatie van buiten halen, zoals van ons als burgers. Voorbeeld: Als het gaat om leefbaarheid dan weten wij de burger het beter dan de mensen in het stadhuis. - **[Aanval op deskundigheid]** Mensen zijn uitgekeken op experts. Deskundigheid wordt niet altijd geaccepteerd. De staat zegt wetenschap zegt dat, maar steeds meer mensen hebben hun eigen mening en kijk. Kijk naar klimaatverandering. - Coproductie met burgers en bedrijven: Je moet samenwerken met burgers en bedrijven - **[Bezuinigingen]**: O\'Flynn waarschuwt dat de jaren van bezuinigingen, vooral in de publieke sector, hebben bijgedragen aan de kwetsbaarheid van overheidsdiensten, zoals de gezondheidszorg, bij het omgaan met een grote crisis zoals COVID-19. Bezuinigingen hebben geleid tot onderinvesteringen in cruciale sectoren en infrastructuur, wat de capaciteit van overheden om effectief te reageren heeft verzwakt. - **[Vertrouwensverlies]**: In het algemeen verlies van vertrouwen. Dus burger verliest vertrouwen in overheid, maar ook burger in burger of burger in wetenschap. Door bepaalde ontwikkelingen verliest overheid vertrouwen van burgers, zoals de verkiezingen en coronabeleid. - **[Rechtvaardigheid, ongelijkheid en diepgewortelde achterstanden:]** O\'Flynn benadrukt dat de COVID-19-pandemie niet alleen een gezondheidscrisis was, maar ook een sociale crisis die bestaande **ongelijkheden en achterstanden** heeft verergerd. Mensen die al sociaal en economisch kwetsbaar waren, zoals laagbetaalde arbeiders, mensen zonder toegang tot gezondheidszorg en etnische minderheden, werden onevenredig hard getroffen door de pandemie. ### McDonald McDonald, B. D., Hall, J. L., O\'Flynn, J., & van Thiel, S. (2022). The future of public\ administration research: An editor\'s perspective. Public Administration, 100(1), 59--\ 71. **Samenvatting:** De toekomst van onderzoek in publieke administratie vereist een **interdisciplinaire benadering**, een focus op de impact van **technologie**, en het bevorderen van **responsiviteit, gelijkheid en duurzaamheid**. Daarnaast moeten ethische kwesties centraal blijven staan bij het gebruik van nieuwe technologieën in de overheid. De auteurs benadrukken het belang van samenwerking tussen disciplines en het blijven onderzoeken van actuele uitdagingen zoals klimaatverandering en digitale inclusie om het publieke bestuur te versterken. **[Kunde en wetenschap: ]** McDonald et all. benadrukken dat het onderzoek naar publieke administratie moet streven naar een balans tussen **praktische kunde** (vaardigheden en toepasbaarheid in de praktijk) en **wetenschappelijke kennis** (theoretische onderbouwing en methodologie). Ze wijzen erop dat wetenschappelijk onderzoek de praktijk moet ondersteunen, maar ook door de praktijk moet worden geïnformeerd. Belang: Er is een voortdurende wisselwerking nodig tussen de wetenschap (academische disciplines) en de praktijk (beleidsvorming en uitvoering) om nieuwe inzichten te ontwikkelen die nuttig zijn voor de publieke sector. **[Brede methodologische onderbouwing: ]** McDonald stelt dat toekomstig onderzoek in de publieke administratie gebruik moet maken van een **breed scala aan methoden**. Dit betekent dat zowel kwantitatieve als kwalitatieve benaderingen, maar ook experimentele en participatieve methoden, essentieel zijn om complexe beleidsvragen te begrijpen en op te lossen. Belang: Het gebruik van verschillende methodologische benaderingen biedt onderzoekers meer perspectieven om de dynamiek van de publieke sector te analyseren en te begrijpen. Dit leidt tot robuustere en completere inzichten Heel veel manieren van onderzoek. Wil je met een Kwalitatief onderzoek dmv interviews meer diepgaand kijken. Of wil je een grotere groep bereiken dmv een kwalitatief onderzoek door vragenlijsten te verspreiden. **[Inclusief en interdisciplinair: ]** McDonald pleiten voor een **inclusieve** benadering van onderzoek, waarbij verschillende perspectieven worden betrokken, inclusief minderheden en ondervertegenwoordigde groepen. Ook benadrukken ze het belang van **interdisciplinariteit**: publiek management kan niet geïsoleerd worden bestudeerd en moet inzichten uit andere disciplines zoals sociologie, economie, psychologie, en politicologie integreren. Belang: Door inclusiviteit en interdisciplinariteit centraal te stellen, kan publiek managementonderzoek effectiever inspelen op de realiteit van complexe sociale en politieke vraagstukken en oplossingen bieden die breder toepasbaar zijn. Je hebt veel invalshoeken nodig **[Brede focus: ]** Volgens McDonald is het essentieel dat onderzoek naar publieke administratie een **brede focus** heeft. Dit betekent dat onderzoekers zich niet alleen moeten richten op specifieke beleidsterreinen of sectoren, maar dat ze ook bredere maatschappelijke uitdagingen moeten adresseren, zoals sociale ongelijkheid, duurzaamheid, en klimaatverandering. Belang: Een bredere focus zorgt ervoor dat het onderzoek niet alleen lokaal of sectoraal blijft, maar ook een meer holistisch begrip van overheidsbeleid en publieke waarde biedt. Je neemt een vraagstuk en die heeft heel veel invalshoeken nodig. **[Publieke waarde centraal: ]** McDonald stelt dat het begrip **publieke waarde** centraal moet staan in het onderzoek naar publiek management. Onderzoekers moeten niet alleen gericht zijn op de efficiëntie van overheidsdiensten, maar ook op de vraag of deze diensten daadwerkelijk waarde creëren voor de burger. Belang: Het gaat er niet alleen om hoe goed de overheid werkt, maar er moet meerwaarde zijn voor de samenleving bij het aanpakken van vraagstukken. Hun moeten het als waardevol zien. Volgend en dienend aan praktijk en samenleving: McDonald benadrukt dat onderzoek in de publieke administratie **dicht bij de praktijk moet blijven**. Dit betekent dat academici zich moeten richten op de werkelijke problemen en behoeften van overheidsinstellingen en burgers, en dat hun onderzoek waardevol moet zijn voor de samenleving. Het onderzoek moet \"volgend\" zijn: het moet de praktijk observeren, ondersteunen en versterken, in plaats van los te staan van de praktijk. Belang: Het op het praktijkgerichte onderzoek zorgt ervoor dat de wetenschappelijke inspanningen bijdragen aan daadwerkelijke verbeteringen in het functioneren van de overheid en het publieke welzijn, waardoor het onderzoek relevant blijft voor beleidsmakers en burgers. De kennis, kunde en wetenschap dragen bij aan de praktijk in de samenleving. Bestuurskunde is hoe krijg je maatschappelijke meerwaarde en hoe krijgen mensen die bezig zijn met andere vraagstukken er iets aan hebben. Inrichting en werking openbaar bestuur: (dit is bestuurskunde:) Analyse en aanpak maatschappelijke vraagstukken: De overheid is niet in staat om maatschappelijke vraagstukken aan te pakken. Dit door alle bestaande aspecten. Hoe kan je het aanpakken door beleid, sturing en management. Bestuurskunde gaat je niet leren om klimaatverandering voorgoed op te lossen, maar ze gaan je wel handvatten aanreiken. Het gaat er ook om hoe je een gesprek aan de gang brengt in de samenleving over het vraagstuk. Openbaar bestuur: - Openbaar bestuur is meer dan alleen de overheid. Het klassieke beeld van dat er alleen maar een grote overheid is die alles bestuurd is niet meer zo. Maar het gaat over: Het geheel van organisaties en activiteiten primair gericht op de besturing van de maatschappij Kijk naar die organisaties in dat plaatje hieronder met allemaal partijen. Aanpakken maatschappelijke toestand Al die organisaties die belast zijn uit verschillende niveaus. page7image39500896 Dit is allemaal hoe wij denken dat de overheid werkt in Nederland. Maar het is veel breder en ingewikkelder. Achter deze geordende wereld schuilt veel meer, wat **Multi-level governance** is. Als landelijk niveau is het nog minder complex, want je hebt de alleen rijksoverheid. Als we op internationaal niveau kijken wordt dat ingewikkelder. Er komt een extra laag aan complexiteit. Je hebt verschillende lagen die ermee bezig zijn, zoals nationaal, internationaal. ![page8image39180752](media/image2.png) Deze afbeelding leert ons twee dingen: - Er is heel veel diversiteit aan wat mensen als de overheid beschouwen, vergeleken met wat is opgenomen in het huis van Thorbecke. - De meeste mensen hebben niet veel te maken met 'het stadhuis' (partijen uit Huis van Thorbecke). Heb je ooit met een wethouder gesproken? Mensen hebben meer te maken met de bovenstaande overheden. Hiermee wordt gezegd dat **de overheid alle organisaties bevat die meedoen aan het aanpakken van maatschappelijke vraagstukken** en organisaties die op het maatschappelijke middenveld staan die dichter bij de burgers staan (zoals die hierboven) **Aanpak maatschappelijke vraagstukken** New Public Management Verzorgingsstaat page6image56556992![page6image56545136](media/image4.jpeg) Samenvatting tijdlijn: Eerst dacht men dat het belangrijk was dat de samenleving een belangrijke rol moest spelen (community), toen de overheid (state), toen de markt (market) en nu verschillende meningen (coproduction) **[Verzorgingsstaat]**: Overheid ging een steeds grotere rol spelen in het aanpakken van het maatschappelijke vraagstukken, die door de maatschappelijk organisaties werden uitgevoerd. Ze gingen zich meer bemoeien met het beleid, hoe het wordt gedaan en het financieren natuurlijk... maar het werd nog steeds gedaan door maatschappelijke organisaties Uiteindelijk raakte het geld op en mensen waren het zat dat ze zich meer als collectief voelden in plaats van een individu. Toen dacht de overheid van wat als wij sommige taken laten uitvoeren door andere bedrijven. Dit heette de 'new public management'. Dit ging richting een markt. Mensen voelden zich steeds meer als consument, waardoor de gedachte naar bovenkwam 'als je meer geld hebt, heb je dan meer toegang op de markt?' - New public management: Zo effectief en efficiënt mogelijk alles aanpakken. Dit om geld te besparen. We gaan nog steeds dingen aanbieden, maar we gaan niet meer er zo meer op zitten. Dat laten we doen door andere partijen. Het gaat niet meer om dat de overheid alleen in charge is. Vanaf hier is men overgestapt naar het public value management. - Public value management: Het efficiënt en effectief werken om op geld te letten is belangrijk. Maar er zijn ook allemaal andere belangrijke dingen dan dat. Andere dingen hadden meer meerwaarde. Het gaat bij de aanpak van maatschappelijke vraagstukken om het creëren van publieke waarden. Er is meer een afkeer tegen dat de overheid alleen in charge is. Nu is men gaan kijken hoe we verschillende aanpakken samenvoegen in een soort coproductie. **Goed bestuur** - **[Democratie:]** Het is belangrijk dat wij als burgers mee kunnen praten. Wij willen kunnen meepraten over de aanpak van een vraagstuk; democratisch zijn. - **[Rechtmatigheid ]** Het willen van veiligheid en zekerheid dat het handelen van openbaar bestuurd gebaseerd is op wet en regelgeving. - **[Doeltreffendheid & doelmatigheid (effectief en efficiënt)]** Wij willen dat dingen die het openbaar bestuurd doen effectief en efficiënt is. Dat erover nagedacht is en dat het geld van ons niet verspild wordt, bijvoorbeeld door meer te besteden dan nodig is. - **[Integriteit ]** We willen dat openbaar bestuur integer is. Niet dat mensen wat doen om hun zelf te bevoordelen, zoals steekpenningen. Het moet onkreukbaar is. Deze doelen zijn belangrijk, maar ze zijn ook met elkaar in conflict (zie hieronder). Afbeelding met tekst, Lettertype, schermopname, symbool Automatisch gegenereerde beschrijving Voorbeeld conflicterende doelen (doeltreffend en doelmatigheid met democratie): Het beste om doeltreffend en doelmatig te acteren is eigenlijk om iemand te noemen die in charge is. Die zegt wat er gedaan moet worden... Maar hierdoor creëer je wel spanning, want het is niet democratisch. Voorbeeld conflicterende doelen (democratie met rechtmatigheid) Wij als volk willen een noodtoestand uitroepen voor het asielzoekerscentrum, maar rechtmatig moet het wel toelaten. Je kan niet zomaar een noodtoestand uitroepen zonder te kijken naar de wetgeving. Wat moet je meenemen uit het college - Voor aanpak maatschappelijke vraagstukken is collectieve actie vereist, maar die is lastig te organiseren: Hoe willen wij dat het vraagstuk wordt aangepakt. Vaak is er geen beste aanpak, maar je moet met elkaar erover hebben om te kijken welke de meeste voordelen heeft; oftewel de collectieve actie - 'Dé overheid' is een belangrijke, maar vaak niet dé belangrijkste speler. Ook bedrijfsleven en maatschappelijke actoren spelen een rol; - 'Dé overheid' bestaat eigenlijk niet: binnen de overheid bestaan tal van organisaties en belangen. - Hoge verwachtingen, doelen botsen. Dit maakt het moeilijk, want iedereen heeft zijn eigen verwachtingen en eigen waarden. - Elk betrokken speler handelt vanuit een eigen logica: elk bedrijf bekijkt een aanpak vanuit hun domein. Bijvoorbeeld: Een financiële organisatie bekijkt het meer vanuit een economisch perspectief. - Partijen hebben verschillende waarden en belangen. - Vraagstukken staan niet los van elkaar, maar hangen met elkaar samen. Wij gaan niet leren om een oplossing te vinden bij bestuurskunde. Het gaat meer erom dat wij snappen en begrijpen dat ondanks de complexiteit, wij betekenis kunnen geven. Niet de perfecte oplossing, maar in ieder geval een manier om het aan te pakken. Bekkers, Victor (2017) - \"Beleid in beweging: Achtergronden, benaderingen, fasen en aspecten van beleidsprocessen in de publieke sector\"\*\* biedt een uitgebreide kijk op beleidsvorming en -implementatie binnen de publieke sector. De eerste twee hoofdstukken introduceren de kernbegrippen en benaderingen die van belang zijn bij het begrijpen van beleidsprocessen. Hier is een uitgebreide samenvatting van de belangrijkste concepten uit hoofdstuk 1 en 2. ### Boek \#\#\# \*\*Hoofdstuk 1: Inleiding tot beleidsprocessen\*\* Hoofdstuk 1 legt de basis voor het boek door het fenomeen \'beleid\' en de bijbehorende processen in de publieke sector te introduceren. Enkele belangrijke concepten die in dit hoofdstuk aan bod komen zijn: 1\. \*\*Definitie van Beleid:\*\* \- Beleid wordt gedefinieerd als het geheel van doelstellingen, middelen en tijdskeuzes die richting geven aan het handelen van een overheid of publieke organisatie. Beleid is een manier om maatschappelijke problemen te benoemen en oplossingen te formuleren. 2\. \*\*Kenmerken van Beleidsprocessen:\*\* \- Beleidsprocessen zijn dynamisch, complex, en vaak onvoorspelbaar. Ze omvatten een reeks activiteiten die leiden tot de ontwikkeling, implementatie, en evaluatie van beleid. \- Het proces is niet lineair; er zijn terugkerende feedback loops die vaak leiden tot aanpassingen in beleid. 3\. \*\*Belang van Context:\*\* \- De context waarin beleidsvorming plaatsvindt, speelt een cruciale rol. Factoren zoals politieke verhoudingen, maatschappelijke ontwikkelingen, culturele normen en economische omstandigheden beïnvloeden de vormgeving en uitvoering van beleid. \- Beleidsprocessen moeten worden gezien als ingebed in een bredere institutionele context die bepaalt wat mogelijk en haalbaar is. 4\. \*\*Actoren en Hun Rollen:\*\* \- Beleidsvorming en -uitvoering zijn zelden het werk van één enkele actor. Verschillende actoren zoals ambtenaren, politici, burgers, belangenorganisaties, en deskundigen dragen bij aan de totstandkoming van beleid. \- De diversiteit aan actoren zorgt voor verschillende perspectieven en belangen, wat beleidsprocessen vaak complex en conflictueus maakt. 5\. \*\*Beleidstheorieën en Modellen:\*\* \- Het hoofdstuk bespreekt verschillende theoretische benaderingen van beleidsprocessen, zoals de rationele modelbenadering, incrementele benaderingen, en netwerktheorieën. \- Deze modellen helpen om de variatie en complexiteit van beleidsprocessen te begrijpen en te analyseren. Hoofdstuk 2: Benaderingen van Beleidsvorming Rationele Beleidsvorming: Een gestructureerd en systematisch proces. Problemen identificeren, alternatieven evalueren, en de optimale keuze maken. Kritiek: beperkte rationaliteit vanwege tijdsdruk, beperkte informatie, en politieke beperkingen. Incrementele Benadering: Beleidsvorming wordt gezien als een reeks van kleine, voorzichtige stappen. Vermijdt risico's en onzekerheden. Benadrukt onderhandelingen, compromissen, en geleidelijke veranderingen. Netwerkbenadering: Beleidsvorming is het resultaat van interacties binnen beleidsnetwerken. Netwerken bestaan uit verschillende actoren met eigen belangen en middelen. Samenwerking en onderhandelingen zijn cruciaal. Andere Benaderingen: Institutionele benadering: Invloed van instituties (regels, normen) op beleidsvorming. Discursieve benadering: Rol van taal en discoursen in beleidsvorming; hoe problemen worden 'geframed'. Hoorcollege 2 -- Beleid en sturing ---------------------------------- Governance = Governance omvat het systeem waarin een organisatie gecontroleerd functioneert en opereert. Dit omvat zijn mechanismen waarmee dit gebeurt, en dat zijn mensen worden ter verantwoording. geroepen. Ethiek, risicobeheer, compliance en administratie zijn allemaal elementen van governance. Binnen **[bestuurskunde]** gaat de **[governance]** meer in op **[de samenwerking]**. Bestuurskunde is van government naar governance gegaan. **Van goverment naar governance** Van overheid als de enige belangrijkste actor naar meerdere belangrijke actoren (overheid nog steeds belangrijk, maar niet meer de enige) **Beleid en maatschappelijke sturing** Beleid & sturing **Beleid** = doelgerichte beïnvloeding van een maatschappelijke toestand. Gebeurt via **maatschappelijke sturing** (uitvoering van het beleid) = het doelgericht aanpakken van een maatschappelijke toestand. Maakbare samenleving = Het idee dat de samenleving bewust is gevormd en aangepast kan worden door menselijk ingrijpen, vaak door overheidsbeleid. Dit idee was vooral populair in de periode na de Tweede Wereldoorlog, met name in Europa. De overheid werd gezien als de centrale actor die door middel van planning, regelgeving en interventie in de economie en sociale domein de samenleving kon sturen en verbeteren. Maakbare samenleving: - De overheid heeft een centrale rol De overheid was niet slechts een scheidsrechter tussen verschillende partijen, maar een actieve speler die intervenieerde om de economie, sociale gelijkheid en welzijn van burgers te bevorderen. - Wederopbouwjaren, groei verzorgingsstaat De actieve en centrale rol van de overheid zorgt voor een groei in verzorgingsstaat, waarin de overheid een sterke en centrale rol heeft. Hierin grijpt de overheid actief in om sociale en economische doelen te bereiken, vooral in wederopbouwperiode (Na 2^e^ wereldoorlog) en de daaropvolgende economische groei. - Klassiek overheidsbestuur Dit wordt gezien als het klassiek overheidsbestuur; De overheid zegt iets en iedereen volgt hen. Het idee is: de mensen van de overheid zijn heel slim en wij geven wederhoor aan hen; ander begrip De centrale overheid ### Ansell et al. 3\. Ansell, C., Sørensen, E. & Torfing, J. (2021) The COVID-19 pandemic as a game changer forpublic administration and leadership? The need for robust governance responses to turbulentproblem - Ansell zegt: problemen zijn complex, verrassend, dynamisch, onvoorspelbaar en onzeker; de wereld is te complex geworden. Voorbeeld: De coronapandemie; in zulke vraagstukken heeft de overheid geen absolute rol meer. - Ansell zegt ook: Typische bureaucratie voldoet niet meer. We zijn opzoek naar nieuwe robuuste strategieën voor een beter bestuur. Het was verrassend, omdat het vooral in het begin heel moeilijk in te schatten is. Daarnaast was het dynamisch, onvoorspelbaar en onzeker: Als het vandaag niet zo is, betekent het niet dat het morgen ook niet zo is. - De pandemie benadrukte de worstelingen van de publieke sector met turbulente problemen, die **klassieke bestuursstrategieën/bureaucratische aanpak niet goed kunnen aanpakken**. Dergelijke problemen vereisen **robuust (krachtig) bestuur**, dat aanpassingsvermogen, wendbaarheid en pragmatisme inhoudt bevat om kernfuncties te behouden ondanks voortdurende verstoringen. ![Afbeelding met tekst, schermopname, Lettertype, visitekaartje Automatisch gegenereerde beschrijving](media/image6.png) **Robuuste Bestuursstrategieën**: er zijn zes strategieën voor robuust bestuur: (De bovenstaande 6 strategieën voor robuust bestuur is een hulpmiddel om een complex vraagstuk aan te pakken) 1\. **Schaalbaarheid**: Het flexibel mobiliseren van middelen over sectoren en organisaties heen door veranderende behoeftes. 2\. **Prototyping**: Het ontwikkelen van adaptieve oplossingen door middel van herhaaldelijk testen en feedback. 3\. **Modulaire aanpak**: Het creëren van flexibele oplossingen die kunnen worden aangepast aan verschillende aspecten van een probleem. 4\. **Gebonden Autonomie:** Lokale actoren in staat stellen om strategieën aan te passen aan lokale omstandigheden. 5\. **Creatieve oplossingen:** Creatief gebruik maken van beschikbare middelen en ideeën te combineren om te reageren op uitdagingen. 6\. **Strategische flexibiliteit**: Oplossingen ontwerpen die herbestemd kunnen worden naarmate situaties zich ontwikkelen. **Uitdagingen openbaar bestuur en politiek** - Meer meebewegen, flexibeler en wendbaarder worden; Je moet leren om niet meer als spelbepaler te acteren, dus dat iedereen aanpast aan jou. Maar dat jij moet aanpassen aan de situatie, dus als speldeelnemer. - Minder verkrampt en meer vanuit vertrouwen opereren; Wat meer toestaan/ toestaan dat fouten worden gemaakt en niet meer alleen maar regelconform dicht erop zitten; als fouten worden gemaakt focussen om te leren in plaats van zoektocht naar schuldige - Nieuwe rolverdeling: Collaboratie en co-creatie De overheid die meer samenwerkt met bedrijven en actoren, zoals partnerschappen opzetten. In plaats van zeggen wat er moet gebeuren. - Nieuw leiderschap: eerder meewerkend voorman dan afstandelijke baas Minder hiërarchische relatie, maar meer horizontaal en meer partnerrelatie. ***Dit stuk hieronder gaat er meer op in:*** **Implicaties voor Publieke Administratie**: het is van belang voor administratieve hervormingen om publieke instellingen flexibeler en wendbaarder te maken. Dit omvat het aannemen van nieuwe organisatorische ontwerpen, het bevorderen van een cultuur die fouten tolereert en leren stimuleert, en het aanmoedigen van samenwerking tussen sectoren. **Implicaties voor Publiek Leiderschap**: Publieke leiders moeten overstappen van traditionele leiderschapsmodellen naar meer collaboratieve en adaptieve benaderingen. Ze moeten onzekerheid omarmen, horizontale samenwerkingen leiden, en hun communicatievaardigheden verbeteren om hun organisaties effectief door turbulente tijden te leiden - Klassiek overheidsbestuur werkt heel veel op standaarden. Voor een probleem als corona werkt het niet, want je moet dingen uit testen. **Onderzoeksagenda**: Tot slot is het van belang om verder onderzoek te doen naar robuuste bestuursstrategieën en de rol van collaboratief bestuur bij het aanpakken van turbulentie. De COVID-19-pandemie wordt gezien als een cruciaal moment dat nieuwe onderzoekslijnen zou moeten inspireren, gericht op het voorbereiden van publieke organisaties op toekomstige onverwachte tijden. **Publieke waarde** - Wat willen we dat het resultaat is van onze inspanningen? - Wat vinden we belangrijk? - Wat is van toegevoegde waarde voor de samenleving als geheel? (dit begript helpt bij de vraag: 'Wat willen we als openbaar bestuur dat er bereikt wordt? Wat vinden wij belangrijk? Wat vinden wij belangrijk voor de samenleving?') De publieke waarde zou hierin een centrale waarde moeten zijn **Mark H. Moore** Mark heeft drie centrale concepten geïdentificeerd die cruciaal zijn voor het creëren van publieke waarde. Deze concepten vormen de kern van zijn benadering van hoe overheidsinstellingen waarde kunnen creëren voor de samenleving. Afbeelding met cirkel, tekst, diagram, ontwerp Automatisch gegenereerde beschrijving - **[Publieke waarde:]** Verwijst naar de voordelen en verbeteringen voor de samenleving door overheidsbeleid. Het concept is breder dan louter economische waarde en omvat sociale, politieke en culturele dimensies. Het idee is dat overheidsinstellingen waarde creëren door het bevorderen van welzijn, rechtvaardigheid, en algemene kwaliteit van leven. - Simpel gezegd stel je de vraag: Wat wil je bereiken? - Om de publieke waarde te bepalen ga je met verschillende actoren in gesprek Kenmerken: - Maatschappelijk Nut: Het creëert voordelen voor de samenleving als geheel, zoals betere gezondheidszorg, onderwijs en veiligheid. - Inclusiviteit: Zorgt ervoor dat beleid en diensten bijdragen aan sociale rechtvaardigheid en inclusie. - Kwaliteit van Diensten: De effectiviteit en toegankelijkheid van overheidsdiensten dragen bij aan publieke waarde. - **[Organisatische capaciteit]**: Verwijst naar de middelen en vaardigheden die een overheidsinstelling nodig heeft om effectief te functioneren en publieke waarde te creëren. Dit omvat zowel de fysieke als de menselijke hulpbronnen, evenals de processen en systemen die nodig zijn om beleid te ontwikkelen en uit te voeren. Kenmerken: - Middelen: Financiële middelen, personeel, infrastructuur. - Competenties: De vaardigheden en kennis van medewerkers, evenals de capaciteit van de organisatie om effectief en efficiënt te opereren. - Procesmanagement: Effectieve interne processen en systemen die ervoor zorgen dat beleid en diensten op een georganiseerde en betrouwbare manier worden geleverd. Simpel gezegd stel je de vraag: Het moet realistisch zijn?, oftewel: Wat kunnen wij bieden? Iedereen €1000 overmaken om de inflatie tegen te gaan, dat is niet realistisch. De overheid heeft niet dat geld (financiële capaciteit) - **[Draagvlak en Legitimiteit]**: Verwijst naar de acceptatie en goedkeuring van een overheid en haar beleid. De samenleving moet de overheid en haar beleid als waardevol achten. Dit houdt in dat de acties en beslissingen van de overheid worden erkend als gerechtvaardigd en in overeenstemming met maatschappelijke normen en waarden. Kenmerken: - Democratische Legitimering: De mate waarin beleid en acties worden ondersteund door de democratische processen en participatie van burgers. - Transparantie en Verantwoording: De bereidheid van de overheid om openhartig te zijn over haar activiteiten en resultaten, en om verantwoording af te leggen aan het publiek. - Publieke Acceptatie: De mate waarin de samenleving de beleidsbeslissingen en de manier waarop deze zijn genomen accepteert en steunt. **Samenhang Tussen de Concepten** Moore stelt dat deze drie concepten met elkaar verweven zijn en elkaar beïnvloeden: - **Publieke Waarde** kan alleen worden gerealiseerd als een organisatie over voldoende **organisatorische capaciteit** beschikt om effectief beleid te ontwikkelen en uit te voeren. - **Legitimiteit** is essentieel voor het succes van een organisatie, omdat het de basis vormt voor acceptatie en steun van beleid door de samenleving. Zonder legitimiteit kunnen inspanningen om publieke waarde te creëren gemakkelijk ondermijnd worden door een gebrek aan publieke steun of vertrouwen. - **Organisatorische Capaciteit** wordt vaak versterkt door een sterke **legitimiteit**, omdat een goed functionerende organisatie met een solide reputatie gemakkelijker middelen kan verkrijgen en partners kan aanboren om haar doelen te bereiken. ### Brown, P. Brown, P.R. (2021) Public Value Measurement vs. Public Value Creating Imagination -- the\ Constraining Influence of Old and New Public Management Paradigms, International Journal\ of Public Administration, 44:10, 808-817, DOI: 10.1080/01900692.2021.1903498 Publieke waarde (Brown) Brown vult het vage begrip 'publieke waarde' met de volgende kenmerken: - Resultaat van overheidshandelen dat als waardevol wordt beschouwd. Handelen van de overheid moet waardevol zijn voor de samenleving. De samenleving moet het zien als iets waardevols. - Uitkomst van deliberatie tussen bestuurders en stakeholders. Het is een product van het gesprek tussen de overheid, het openbaar bestuur en stakeholders - Maximalisatie van individuele waarden binnen beperkingen publieke sector. We moeten het individu als trekpunt gebruiken. Focus op individuen. - Doelmatigheid, doeltreffendheid, verantwoording. Het moet uitlegbaar zijn wat betreft rechtmatigheid etc. - Focus op outcome ipv output. Het gaat aan het einde van de rit om wat het uiteindelijke rendement dat uitkomt in plaats van de resultaten van inspanningen die er zijn gelegd gedurende het proces. Kijk op een breder termijn. Voorbeeld; Om goed onderwijs te bepalen gaat het minder om de onderwijsuren die zijn verleend, maar je kijkt verder dan de cijfers door het breder te trekken. Onderwijsuren is niet de enige indicator. - Bijdrage aan maatschappelijke meerwaarde, vertrouwen, legitimiteit, en dienstverlening. Terug naar driehoek Moore; Het moet legitiem zijn -- de samenleving moet het zien als waardevol. Typen goederen Een andere manier - naast de publieke waarde -- om te bepalen wat beleid en sturing is, is 'Typen goederen'. ![Afbeelding met tekst, schermopname, Lettertype Automatisch gegenereerde beschrijving](media/image8.png) Het idee is: gaat meer over de gebruiker, dan de aanbieder. **Privaat goederen (RU)** zijn goederen waarvoor het mogelijk is om mensen uit te sluiten van gebruik, en waarvan het gebruik door één persoon de beschikbaarheid voor anderen vermindert. Dit betekent dat als iemand een privé goed consumeert, er minder beschikbaar is voor anderen, en dat mensen kunnen worden uitgesloten van toegang als ze niet betalen. **Voorbeelden**: - **Eten**: Als je een stuk pizza eet, is dat stuk pizza niet meer beschikbaar voor iemand anders. - **Kleding**: Het dragen van een specifiek kledingstuk betekent dat iemand anders dat kledingstuk niet kan dragen. **Kenmerken**: - **Uitsluitbaarheid**: Je kunt mensen uitsluiten door betaling te eisen. - **Rivaliteit**: Het gebruik van het goed door de ene persoon vermindert de hoeveelheid die beschikbaar is voor anderen. **Club-goederen (NRU)** zijn goederen waarvoor het mogelijk is om mensen uit te sluiten van gebruik, maar waarvan het gebruik door de ene persoon de beschikbaarheid voor anderen niet direct vermindert, of dit slechts in beperkte mate doet. Deze goederen worden vaak geleverd door een privéorganisatie of een vereniging. **Voorbeelden**: - **Abonnement op een streamingdienst**: Je kunt mensen uitsluiten die niet betalen voor de dienst, maar het feit dat jij de dienst gebruikt vermindert niet de toegang van anderen die ook betalen. - **Lidmaatschap van een fitnessclub**: Alleen leden hebben toegang tot de faciliteiten, maar jouw gebruik van de fitnessclub beperkt de beschikbaarheid voor andere leden niet direct. Club-goed: Alles waar je een kaartje of abonnement voor moet kopen; Voorbeeld: je moet een abonnement kopen om te kunnen zien. **Kenmerken**: - **Uitsluitbaarheid**: Je kunt mensen uitsluiten door betaling te eisen. - **Rivaliteit**: Het gebruik door de ene persoon beperkt niet de beschikbaarheid voor anderen, of dit effect is minimaal. **Common-pool goederen** **(RNU)** zijn goederen waarvoor het moeilijk is om mensen uit te sluiten van gebruik, maar waarvan het gebruik door de ene persoon de beschikbaarheid voor anderen vermindert. Dit leidt vaak tot problemen van overexploitatie, omdat het gebruik door iedereen ten koste kan gaan van de beschikbaarheid voor anderen. **Voorbeelden**: - **Visbestanden in de open zee**: Het is moeilijk om vissers uit te sluiten, en het vangen van vis door de ene persoon vermindert de hoeveelheid vis die beschikbaar is voor anderen. - **Bosrijke gebieden**: Iedereen kan toegang hebben, maar het kappen van bomen door de ene persoon vermindert de bossen voor anderen. **Kenmerken**: - **Uitsluitbaarheid**: Moeilijk om mensen uit te sluiten van toegang. - **Rivaliteit**: Het gebruik door de ene persoon vermindert de beschikbaarheid voor anderen. **Publieke goederen (NRNU)** zijn goederen waarvoor het niet mogelijk is om mensen uit te sluiten van gebruik, en waarvan het gebruik door de ene persoon de beschikbaarheid voor anderen niet vermindert. Deze goederen worden vaak gefinancierd en geleverd door de overheid, omdat private markten vaak niet in staat zijn om ze efficiënt te leveren. **Voorbeelden**: - **Nationale defensie**: Iedereen profiteert van de bescherming zonder dat iemand kan worden uitgesloten, en de bescherming van de ene persoon vermindert niet de bescherming voor anderen. - **Straatverlichting**: Iedereen kan gebruik maken van de verlichting op straat, en het gebruik door de ene persoon vermindert niet de beschikbaarheid van verlichting voor anderen. **Kenmerken**: - **Uitsluitbaarheid**: Niet mogelijk om mensen uit te sluiten van gebruik. - **Rivaliteit**: Het gebruik door de ene persoon vermindert niet de beschikbaarheid voor anderen. Publiek/collectief goed: Het leger wordt beschouwd als collectief goed voorbeeld: Jouw veiligheid is niet belangrijker dan mijne en we gaan niet alleen Groningen verdedigen bij oorlog - Club-goed en commonpool-goederen is lastig. Deze classificaties helpen bij het bepalen van de juiste beleidsinstrumenten en beheerstrategieën voor verschillende soorten goederen. Ze zijn cruciaal voor het begrijpen van de rol van de overheid in het verstrekken en reguleren van diensten en hulpbronnen in de samenleving. Tentamenvraag: Geef een voorbeeld van een type goeder en leg uit waarom het daar valt en niet daar!!!! Drie wegen naar publieke waarde (drie vormen van sturing) Overheid: publieke waarde via politieke besluiten en overheidssturing Markt: publieke waarde via vraag en aanbod; we kunnen het vraag en aanbod aanpassen Maatschappelijke zelfsturing: publieke waarde vanuit eigen initiatief en eigen inzet van mensen; Mensen uit de samenleving zelf gaan organiseren om te sturen Oefenopdracht: Onderwerp: Docententekort Overheid: Werkomstandigheden verbeteren (ministerie van onderwijs) Markt: Salaris verhogen (scholengroepen) Maatschappelijke zelfsturing: Burgerinitiatief om rapportages te maken over de praktijk. Max Weber: Geweldsmonopolie Wij als samenleving hebben besloten om alles met **dwang** te outsourcen naar de overheid. - De overheid is de enige die iets over je vrijheid kan doen gevangenis. - De overheid is de enige die iets over je leven kan doen doodstraf. - De overheid is de enige die legaal mag stelen van je dwangbevel. Alles met dwang is voor de overheid Redenen voor overheidsingrijpen (Marktfalen) - [Preventie monopolies en kartels. ] Markten kunnen inefficiënt worden als er monopolies of kartels ontstaan. Het idee van de markt altijd efficiënt is niet waar. De markt is niet in preventie van samenzweren; kartelvorming. De overheid grijpt in om deze anti-concurrentiepraktijken te voorkomen. Voorbeeld 1: - Autoriteit Consument & Markt (ACM) legt boetes op aan bedrijven die prijsafspraken maken (kartelvorming), zoals bij supermarktketens. Voorbeeld 2: - De overheid dwingt grote techbedrijven zoals Google en Apple om bepaalde bedrijfsactiviteit te splitsen of te reguleren om concurrentie te bevorderen. - [Productie collectieve goederen ] Sommige goederen (zoals openbare diensten) worden niet voldoende door de markt geleverd omdat ze geen directe winst opleveren. De overheid zorgt voor de productie van deze goederen. Voorbeeld: financieren en onderhouden straatverlichting - Straatverlichting wordt door de overheid gefinancierd en onderhouden omdat het moeilijk is om individuen rechtstreeks te laten betalen voor het gebruik ervan. Iedereen profiteert van straatverlichting, ongeacht of ze ervoor hebben betaald, en het is niet mogelijk om mensen uit te sluiten van het gebruik ervan. Daarom zorgt de overheid voor de productie en het onderhoud van straatverlichting als een collectief goed. - [Regulering externe effecten] De overheid reguleert activiteiten die negatieve externe effecten hebben (bijvoorbeeld vervuiling) om marktinefficiënties te corrigeren. Voorbeeld: CO2-uitstoot (vervuiling) - De overheid stelt milieuwetten in die bedrijven verplichten om hun CO2-uitstoot te beperken. Dit gebeurt bijvoorbeeld via emissierechten in de industrie, om vervuiling (een negatief extern effect tegen te gaan. - Productie 'merit goods' De markt is niet goed in produceren en leveren van onderwijs of cultuur, omdat het niet winstgevend is. Daarom stimuleert de overheid de productie van deze merit goods. (Merit goods = Goederen of diesnten die als gunstig worden beschouwd voor individuen en de maatschappij als geheel, maar vaak te weinig worden geconsumeerd in een vrijemarkteconomie, zoals onderwijs en cultuur) Voorbeeld: Onderwijs - Scholen en universiteiten worden door de overheid gefinancierd of gesubsidieerd omdat het als belangrijk wordt gezien voor de samenleving. Als onderwijs alleen aan de markt werd overgelaten, zouden niet alle mensen toegang hebben tot kwalitatief goed onderwijs. - Ook worden minder populaire studies door de overheid gesubsidieerd. Veel scholen focussen zich meer op populaire studies, omdat die meer mensen aantrekken en het meer geld oplevert. Overheden produceren of subsidiëren deze studies om ervoor te zorgen dat ze beschikbaar blijven. - Compensatie verdelingseffecten De markt zorgt niet altijd voor een eerlijke verdeling van middelen, want als je geld hebt kan je dingen kopen en als je geen geld hebt kan je minder kopen. Overheidsingrijpen probeert dit te compenseren door rijkdom te herverdelen of essentiële diensten te leveren aan mensen die deze nodig hebben. Voorbeeld: Sociale uitkeringen (zoals bijstand en werkeloosheidsuitkeringen) - De overheid biedt financiële steun aan mensen met een laag inkomen of zonder werk om inkomensongelijkheid te verminderen en iedereen een basislevensstandaard te bieden. Overheidsfalen Situaties waarin overheidsinterventies niet leiden tot de gewenste uitkomsten of zoals negatieve gevolgen hebben. - Protectionisme Dit is wanneer de overheid maatregelen neemt om de binnenlandse industrie te beschermen tegen buitenlandse concurrentie. Dit kan leiden tot hogere prijzen en minder keuze voor consumenten Voorbeeld: Invoerheffingen op buitenlandse producten. - Invoerheffingen op buitenlandse producten, zoals hoge importtarieven op staal. Hierdoor kunnen binnenlandse staalfabrieken meer verdienen, maar voor consumenten en andere bedrijven die staal gebruiken, worden de prijzen hoger. - Inefficiënte overheidsmonopolies Wanneer de overheid het monopolie heeft op een bepaalde dienst, kan dit leiden tot inefficiëntie. Er is geen concurrentie die de overheid dwingt om diensten beter en goedkoper te maken. Voorbeeld: De oude staatsmonopolies op post- en telefoonbedrijven, zoals PTT in Nederland (nu KPN). - Toen deze markten werden vrijgegeven voor concurrentie, verbeterden de diensten en daalden de prijzen. Dus het had juist concurrentie nodig voor verbetering. - Bureaucratie en regeldruk De overheid heeft de neiging om veel te werken met regels en voorschriften. Dit kan leiden tot inefficiëntie, vertragingen en extra kosten voor zowel burgers als bedrijven. Voorbeeld: Aanvraag vergunning - Het aanvragen van een vergunning voor het starten van een bedrijf kan weken of maanden duren vanwege complexe procedures en papieren rondslomp - Selectief en onvoorspelbaar beleid Wanneer overheidsbeleid plotseling of willekeurig verandert, kan dit leiden tot onzekerheid bij bedrijven en investeerders. Voorbeeld: Toeslagenaffaire - Overheid veranderde plotseling haar beleid als gevolg van de fraudepleging. We weten wat de gevolgen waren van de toeslagenaffaire Niet goed. Voorbeeld: Verandering belastingwetgeving - Een plotselinge verandering in belastingwetgeving die gunstige regelingen voor investeerders afschaft, zoals de plotselinge stopzetting van subsidies voor zonnepanelen. Dit ontmoedigt toekomstige investeringen omdat bedrijven niet zeker zijn van de stabiliteit van het beleid. Maatschappelijk falen Situaties waarin maatschappelijke structuren of gedrag binnen de samenleving leiden tot ongewenste of negatieve uitkomsten. (Het is niet altijd handig om maatschappelijke zelfsturing toe te passen, waarom?:) - Clientelisme Dit is een situatie waarin personen of groepen steun verlenen aan politici of overheidsfunctionarissen in ruil voor bepaalde gunsten, voordelen of diensten. Dit leidt tot ongelijkheid en inefficiënt gebruik van middelen omdat beslissingen gebaseerd worden op persoonlijke relaties in plaats van algemeen belang. - Voorbeeld: Buslijn weghalen door bewoners Bewoners in een wijk willen een buslijn weghalen, omdat het te luid is in de ochtend. Hier zien we dat er sprake is van maatschappelijke zelfsturing, wat goed is. Maar vaak zijn dit soort initiatieven meer van persoonlijk belang onder de individuen en groepen die het opzetten ipv algemeen belang. Het weghalen van de buslijn is ten voordeel van hun, omdat weghalen niet direct bijdraagt aan een betere algemene ervaring van openbaar vervoer voor de hele buurt - Voorbeeld: Bouwprojecten In een gemeente krijgt een bedrijf steeds bouwprojecten toegewezen omdat de eigenaar nauwe banden heeft met de burgemeester. Dit leidt tot oneerlijke concurrentie, omdat andere, misschien efficiëntere of goedkopere bedrijven geen kans krijgen. Hierdoor kan de kwaliteit van de projecten afnemen en worden publieke middelen mogelijk niet effectief besteed. - Paternalisme Dit treedt op wanneer de overheid of bepaalde maatschappelijke groepen besluiten nemen namens individuen zonder hen de vrijheid te geven om hun eigen keuzes te maken. Men gaat ervan uit dat de overheid of een bepaalde instantie beter weet wat goed is voor de mensen Kleine groepen die denken dat ze beter weten en boven anderen verheffen. Voorbeeld: optreden overheid bij ongezond eten - Een overheid die beslist dat ongezonde voedingsmiddelen zwaar belast worden om het gedrag van mensen te sturen. Dit paternalistische beleid negeert de keuzevrijheid van individuen, terwijl sommigen misschien bewust kiezen voor hun eigen dieet of levensstijl, ondanks de gezondheidsrisico\'s. Voorbeeld: Gezondheidsactivisten - Een groep gezondheidsactivisten voert campagne voor een verbod op het verkopen van frisdranken met veel suiker in scholen. Ze eisen dat de overheid ingrijpt om de consumptie van deze producten te beperken. Hierbij gaan ze ervan uit dat ze beter weten wat goed is voor anderen dan die mensen zelf. Dit is paternalistisch gedrag, omdat ze de keuzevrijheid van anderen willen beperken door de overheid aan te sporen regels op te leggen. Hierbij denken ze beter te weten dan anderen. - Amateurisme Er komt wel meer bij kijken dan als je een vraagstuk wil oplossen. De expertise die de overheid heeft is niet zozeer aanwezig bij burgerinitiatieven. Het is er wel maar in mindere mate. Er komt meer kijken bij het oplossen van een dergelijk vraagstuk dan men in eerste instantie denkt. De beperkte expertise in dit burgerinitiatief leidt tot inefficiëntie en ongewenste resultaten. Voorbeeld: Bouwen park Bewoners van een wijk besluiten zelf een groen buurtpark aan te leggen om de leefomgeving te verbeteren. Hoewel ze enthousiast zijn en het beste voor de buurt willen, ontbreekt het hen aan de juiste expertise op het gebied van landschapsarchitectuur, bodemkwaliteit, en het beheer van groenvoorzieningen. Ze beginnen enthousiast met het aanplanten van bomen en struiken, zonder rekening te houden met de bodemgesteldheid en de juiste waterafvoer. Na een tijdje blijkt dat sommige planten niet geschikt zijn voor de grondsoort en de locatie, waardoor ze slecht groeien of doodgaan. Bovendien ontstaan er drainageproblemen die leiden tot wateroverlast. Hierdoor moet het park opnieuw worden aangelegd, wat extra kosten en inspanningen met zich meebrengt. - Je hebt drie manieren om maatschappelijke vraagstukken aan te pakken. Elke manier heeft zijn voordelen en nadelen; Marktfalen, overheidsfalen en maatschappelijke falen (zie hierboven) page9image50513104 Driehoek hybriditeit: - Veel partijen hebben een duidelijke rol, zoals politie (overheid), Kpn (markt) en Kerken (gemeenschap). - Maar je hebt ook veel organisaties die tussen de concepten in zit; ze zijn hybride. Ze mengen het bestuur. Woningcorporaties: Krijgen geld van overheid (overheid), verkopen huizen op markt (Markt), leveren huizen aan burgers in de samenleving (gemeenschap) Hybriditeit - = Verwijst naar het gebruik van meerdere sturingsmechanismen en modellen in één systeem, waarbij verschillende sectoren (zoals de markt, overheid en gemeenschap) samenwerken. Deze samenwerking leidt tot complexe bestuurlijke en organisatorische vormen - Combinatie van sturingsmechanismen Verschillende manieren van sturen en besturen worden gecombineerd Marktmechanismen, overheidsreguleringen en initiatieven uit de gemeenschap werken samen om bepaalde doelen te bereiken - Lange traditie in Nederland. In Nederland heeft lange geschiedenis van hybride vormen van bestuur, waarin verschillenden sectoren samenwerken. Dit komt door o.a. de traditionele samenwerking tussen overheid, bedrijven en maatschappelijke organisaties om maatschappelijke uitdagingen aan te pakken - Gevolgen van hybriditeit: - Variëteit aan stakeholders. Verschillende stakeholders (belanghebbenden) die deelnemen aan het bestuur, zoals de overheid, bedrijven, non-profitorganisaties en gemeenschappen. Elk van deze groepen heeft verschillende belangen en verantwoordelijkheden. Voorbeeld: In de woningmarkt hebben we te maken met overheidsinstanties (die regelgeving en subsidies verstrekken), private projectontwikkelaars (die woningen bouwen) en huurdersorganisaties (die de belangen van bewoners behartigen). \- Verschillende en vaak tegenstrijdige doelen. Elke organisatie (stakeholder) heeft haar eigen belangen. Deze belangen kunnen tegenstrijdig is. Wat voor de ene partij voordelig is, kan voor een andere partij nadelig zijn. Voorbeeld: Een projectontwikkelaar wil winst maken door dure woningen te bouwen, terwijl een gemeente goedkope, betaalbare huurwoningen wil realiseren. Dit kan leiden tot conflicten en vertragingen. - Uiteenlopende of onsamenhangende activiteiten. (Mair et al., 2015, p. 714) Door de verschillende doelen en benaderingen van stakeholders kunnen de activiteiten binnen een hybride systeem onsamenhangend zijn. Stakeholders werken aan verschillende zaken die soms niet goed op elkaar zijn afgestemd Voorbeeld: In een stedelijk renovatieproject kunnen gemeenten zich richten op duurzaamheid, terwijl projectontwikkelaars vooral gefocust zijn op esthetiek en winst. Dit gebrek aan samenhang kan kleiden tot inefficientie. - Voordelen: synergie en innovatie Doordat verschillende partijen met uiteenlopende expertises en perspectieven samenwerken, kan hybriditeit leiden tot dat de samenwerking betere resultaten oplevert dan losse bijdragen (= synergie). Daarnaast stimuleert de innovatie door het combineren van ideeën en middelen (= innovatie). Voorbeeld: In een samenwerking tussen technologiebedrijven en zorginstellingen kunnen nieuwe zorg technologieën ontwikkeld worden die de efficiëntie in de gezondheidszorg vergroten samen betere resultaten + samen kennis en ideeën combineren. - Nadelen: mission drift, ambiguïteit, complexiteit Mission drift Mission drift treedt op wanneer een organisatie of samenwerkingsverband te ver afwijkt van zijn oorspronkelijke doelstellingen doordat verschillende stakeholders te veel invloed uitoefenen. Hierdoor kan het oorspronkelijke doel verloren gaan. Voorbeeld: Een non-profitorganisatie die samenwerkt met commerciële partijen kan zich teveel richten op winst, waardoor er van de oorspronkelijke sociale missie wordt afgeweken. Ambiguïteit en complexiteit De betrokkenheid van verschillende partijen met tegenstrijdige belangen kan leiden tot onduidelijkheid (ambiguïteit) over wie verantwoordelijk is voor bepaalde beslissingen en taken. Dit maakt het systeem complexer en moeilijker te managen Voorbeeld: In een publiek-privaat partnerschap kan het onduidelijk zijn wie verantwoordelijk is voor eventuele verliezen of risico's, wat kan leiden tot vertragingen in besluitvorming of uitvoering. Voorbeeld Hybride organisaties: Een ander voorbeeld zijn sociale ondernemingen; die zijn opgericht met een bepaalde doel (brownie en downies). Organisatie die ontstaat uit markt/samenleving, het is vooral een bedrijf (er moet geld binnenkomen), maar het krijgt ook subsidie van de overheid (omdat ze een bepaald doel hebben voor de maatschappij; werkervaringen opbouwen onder bepaalde groepen Privatisering en marktwerking Privatisering en marktwerking is een voorbeeld van hybriditeit omdat ze een mengeling vormen van publieke en private invloeden binnen een sector die traditioneel door de overheid werd bestuurd. Hybriditeit ontstaat wanneer zowel publieke als private sturingsvormen worden gecombineerd om een organisatie of dienst te beheren. Bij **[privatisering]** *[gaat een publieke dienst of organisatie deels of volledig over in private handen, terwijl de overheid nog steeds een rol kan spelen in regulering en toezicht]*, wat leidt tot een hybride bestuursvorm. Voorbeeld Privatisering (Privaat worden): - **Voorheen publieke dienst**: KPN (koninklijke PTT Nederland) was vroeger een staatsbedrijf dat volledig in handen was van de overheid en verantwoordelijk was voor de levering van telecommunicatiediensten, zoals vaste telefonie en post. - **Privatisering**: In de jaren '90 besloot de Nederlandse overheid om KPN te privatiseren. Dit betekende dat KPN een beursgenoteerd bedrijf werd en de overheid haar aandelen in het bedrijf grotendeels verkocht. Het bedrijf opereert nu als een commerciële entiteit in een vrije markt. Marktwerking (werking op markt): - Concurrentie: Met privatisering kwam ook de introductie van marktwerking. Andere telecombedrijven, zoals Vodafone, T-mobile en Tele 2, kregen toegang tot de Nederlandse telecommarkt (omdat overheid niet alles meer voor het zeggen had). Hierdoor ontstond er concurrentie, wat zorgde voor lagere prijzen, betere dienstverlening en innovatie, zoals sneller internet en uitgebreidere mobiele diensten. - Keuzevrijheid voor consumenten: Dankzij privatisering en de marktwerking kunnen consumenten nu kiezen tussen verschillende aanbieders voor hun telefoon- en internetdiensten, afhankelijk van hun wensen en budget. Dit heeft geleid tot lagere tarieven en betere klantgerichte producten. Voordelen: - **Lagere prijzen**: de concurrentie tussen telecombedrijven heeft geleid tot lagere prijzen voor consumenten - **Betere service**: de aanbieders moesten hun dienstverlening verbeteren om klanten aan te trekken en te behouden - **Innovatie:** Marktwerking stimuleert technologische innovatie, zoals de introductie van glasvezel- en 5G-netwerken. Mogelijke nadelen: - **Kwaliteit van dienstverlening**: In sommige gevallen kan de focus op winstgevendheid ten koste gaan van de servicekwaliteit, vooral als bedrijven kosten willen besparen. - **Toegankelijkheid**: In sommige gebieden kan de toegang tot bepaalde diensten minder zijn, vooral als bedrijven niet veel winst kunnen maken in dunbevolkte regio\'s. Samenvattend Aanpak maatschappelijke vraagstukken gericht op publieke waarde. Maar wat is dat? En hoe moet die worden bereikt?\ In theorie drie wegen om publieke waarde te bereiken, maar in praktijk veel mengvormen (hybriditeit). Heeft voor- en nadelen: het is niet kop of munt, maar kop én munt. []{#_Toc177919136.anchor}Hoorcollege 3 -- De beleidsomgeving**\ ** *Boek***\ Hoofdstuk 8: \"Implementatie van Beleidsveranderingen\"** **Kernpunten:** - **Beleidsimplementatie:** Dit hoofdstuk behandelt hoe beleidsveranderingen daadwerkelijk worden uitgevoerd binnen overheidsorganisaties. Het bespreekt de uitdagingen van beleidsimplementatie, waaronder bureaucratische barrières, resource management, en de rol van verschillende stakeholders. - **Succesfactoren:** Er worden succesfactoren besproken die bijdragen aan een effectieve implementatie, zoals duidelijke doelstellingen, adequate communicatie en training van personeel. - **Beleidsimplementatie:** Dit hoofdstuk behandelt hoe beleidsveranderingen daadwerkelijk worden uitgevoerd binnen overheidsorganisaties. Het bespreekt de uitdagingen van beleidsimplementatie, waaronder bureaucratische barrières, resource management, en de rol van verschillende stakeholders. - **Succesfactoren:** Er worden succesfactoren besproken die bijdragen aan een effectieve implementatie, zoals duidelijke doelstellingen, adequate communicatie en training van personeel. - **Case Studies:**  Er worden voorbeelden gegeven van beleidsimplementaties in de praktijk, waarbij zowel succesvolle als problematische gevallen worden besproken om lessen te trekken. **Hoofdstuk 9: \"Evaluatie en Beoordeling van Beleid\"** **Kernpunten:** - **Evaluatiemethoden:** Dit hoofdstuk richt zich op hoe beleidsmaatregelen geëvalueerd en beoordeeld worden. Het bespreekt verschillende methoden voor beleidsbeoordeling, zoals kosteneffectiviteitsanalyses en impactevaluaties. - **Belang van Evaluatie:** Er wordt benadrukt waarom evaluatie essentieel is voor het verbeteren van beleid en voor verantwoordingsdoeleinden. Evaluaties helpen bij het identificeren van sterke en zwakke punten van beleid en kunnen leiden tot beleidsaanpassingen. - **Evaluatiemethoden:** Dit hoofdstuk richt zich op hoe beleidsmaatregelen geëvalueerd en beoordeeld worden. Het bespreekt verschillende methoden voor beleidsbeoordeling, zoals kosteneffectiviteitsanalyses en impactevaluaties. - **Belang van Evaluatie:** Er wordt benadrukt waarom evaluatie essentieel is voor het verbeteren van beleid en voor verantwoordingsdoeleinden. Evaluaties helpen bij het identificeren van sterke en zwakke punten van beleid en kunnen leiden tot beleidsaanpassingen. - **Praktische Overwegingen:**  Er worden praktische overwegingen besproken, zoals het kiezen van de juiste evaluatiemethoden en het omgaan met beperkingen en biases in evaluatieprocessen. **Hoofdstuk 10: \"Transparantie en Verantwoording in Publieke Organisaties\"** **Kernpunten:** - **Transparantie:** Dit hoofdstuk onderzoekt de rol van transparantie in publieke organisaties en hoe open communicatie en toegankelijkheid van informatie bijdragen aan goed bestuur en publieke vertrouwen. - **Verantwoording:** Het bespreekt de noodzaak van verantwoording in publieke sectoren, waarbij overheidsfunctionarissen verantwoordelijk moeten worden gehouden voor hun beslissingen en acties. - **Transparantie:** Dit hoofdstuk onderzoekt de rol van transparantie in publieke organisaties en hoe open communicatie en toegankelijkheid van informatie bijdragen aan goed bestuur en publieke vertrouwen. - **Verantwoording:** Het bespreekt de noodzaak van verantwoording in publieke sectoren, waarbij overheidsfunctionarissen verantwoordelijk moeten worden gehouden voor hun beslissingen en acties. - **Mechanismen:**  Er worden verschillende mechanismen en praktijken besproken die kunnen helpen bij het bevorderen van transparantie en verantwoording, zoals audits, rapportages en publieke betrokkenheid. **Vorige keer:** Voordelen hybriditeit: Innovatie en synergie; woningcorporatie haalt geld op uit de markt en investeert dat in huizen voor de samenleving. Nadelen hybriditeit: doelverschuiving; woningcorporaties gingen allemaal koopwoningen op de markt brengen, omdat het minder hoofdpijn was met wetgeving van overheid. Hun wijken af van hun sociale doel om mensen te voorzien van onderdak (geld verdienen belangrijker dan sociale doel)   - Hybriditeit; veel bedrijven vinden het moeilijk te verantwoorden wat ze zijn? Hoe ben je sociale partij en onderneming tegelijk? Maatschappelijke vraagstukken gebeuren niet zomaar; er spelen actoren en factoren. Beleidstheorie: - =De logica en veronderstellingen die beleidsmakers gebruiken om te verklaren hoe en waarom bepaalde beleidsmaatregelen tot de gewenste resultaten zullen leiden. - Is het theoretisch kader voor het beleid Beleidskompas - = Een hulpmiddel dat beleidsmakers helpt bij het systematisch ontwerpen, uitvoeren en evalueren van beleid. Het biedt een gestructureerde aanpak om doelen, middelen, actoren en de context van het beleid te overwegen en te verbinden met de praktijk. - Vertaalt de beleidstheorie (theoretisch kader) naar concrete en praktische aanpak. Verbindt theorie naar praktijk. Beleidstheorie en kompas - Beleidstheorie: Wat is het causaal verband van een probleem - Beleidskompas is al iets meer onderbouw dan beleidstheorie.   - Overheid werkt met beleidskompas. Wat zijn de oorzaken, gevolgen en voorkeursoptie? ---\> Hier neem je burgers, stakeholders etc in mee. Beleidstheorie is een versimpelde weergave Een festival (Vroesenpark) kent twee brillen - Voor festivalgangers draagt het bij aan de leefbaarheid, omdat er dichtbij het centrum een festival is en genoeg openbaar vervoer is ernaast - Voor buurtbewoners draagt het bij aan een mindere leefbaarheid, omdat het hun rust verstoord. ---\> aan het voorbeeld (leefbaarheid) kan je al zien dat het heel complex is. Hoe meer je gaat nadenken en verplaatsen, hoe meer je erachter komt dat het lastig is. vb. Wat de een ziet als een probleem, kan voor een andere een oplossing zien voor leefbaarheid. ### Head & Alford Head, B.W. & Alford, J. (2015). Wicked Problems: Implications for Public Policy and\ Management. Administration & Society, 47(6), 711-739 **Head & Alford: Kenmerken maatschappelijke vraagstukken** Head & Alford leggen uit dat maatschappelijke vraagstukken sociaal gecontroleerd zijn en niet zomaar is. Het gebeurt met een reden. Kenmerken: - **[Meervoudig  ]** Wicked problems zijn problemen met **meerdere dimensies** en oorzaken. Ze zijn zelden eendimensionaal en worden beïnvloed door factoren zoals economie, politiek en maatschappij Voorbeeld: Klimaatverandering wordt beïnvloed door factoren als energieverbruik, industrie, landbouw en politiek. Geen enkele aanpak kan het probleem volledig oplossen. - **[Waardegeladen]**; Buurtbewoner vindt rust belangrijk, festivalganger vindt een open luchtbelangrijk i.p.v. in een donkere ruimte. Bij wicked problems spelen vaak conflicterende waarden en belangen. Verschillende groepen in de samenleving kunnen andere prioriteiten en normen hebben (waardes), wat het moeilijk maakt om tot een oplossing te komen die voor iedereen acceptabel is Voorbeeld: Bij immigratiebeleid kunnen waarden zoals, nationale veiligheid, economische voordelen en mensenrechten botsen, waardoor het lastig is om een beleid te formuleren dat aan al deze waarden recht doet. - **[Pluralistische samenleving]**; Heterogene/multiculturele samenleving Wicked problems ontstaan vaak in samenlevingen met een grote diversiteit aan culturen, meningen en belangen (hetrogeen; ongelijksoortig). Deze diversiteit maakt het moeilijk om overeenstemming te bereiken over wat de juiste oplossing zou moeten zijn Voorbeeld: In een multiculturele samenleving kunnen verschillende opvattingen hebben over wat belangrijk is, zoals bij discussies over religieuze vrijheden of integratiebeleid. - **[Institutionele complexiteit]**; Je hebt veel instituties die zich bemoeien met zulke vraagstukken (openbaar bestuur).   Wicked problemas vereisen vaak samenwerking tussen verschillende instellingen en overheidslagen (lokale, nationale, internationale). Deze complexiteit maakt het moeilijk om beleid te coördineren en af te stemmen, omdat iedere instelling zijn eigen agenda en werkwijze heeft Voorbeeld: Bij het oplossen van luchtvervuiling moeten zowel nationale regeringen, lokale autoriteiten als internationale organisaties samenwerken. Dit leidt vaak tot institutionele conflicten of inefficiëntie - **[Beperkte kennis]**; Vaak is kennis beperkt en omstreden voor zo een vraagstuk. Voor wicked problem is vaak geen volledige of duidelijke kennis beschikbaar. Omdat deze problemen zo complex zijn, is het moeilijk om de volledige omvang ervan te begrijpen of de beste oplossingen te identificeren. Beleidsmakers moeten vaak werken met onvolledige informatie. Voorbeeld: Bij de aanpak van pandemieën, zoals COVID-19 is de wetenschappelijke kennis over de verspreiding en de beste behandelingen in het begin beperkt, wat besluitvorming moeilijk maakt. Drie verschillende problemen Dat leidt ertoe volgens Alford dat er 3 verschillende problemen zijn: ![Afbeelding met tekst, schermopname, Lettertype Automatisch gegenereerde beschrijving](media/image10.png) **Type 1-probleemsituaties** (In Engels 'getemde problemen') - Geen discussie over probleem en oplossing Duidelijk oorzaak-gevolg relatie en specifieke oplossingen die effectief kunnen worden toegepast - Standaard- en routineoplossingen door experts - Geringe mate aan complexiteit Deze problemen zijn relatief eenvoudig en kunnen worden aangepakt met standaardprocedures en methoden Uitleg: Getemde problemen zijn problemen die goed gedefinieerd, duidelijk en oplosbaar zijn met bestaande kennis en middelen. Voorbeeld drinkwater: We willen schoner drinkwater en om daar te komen hebben wij al de benodigde technieken al, namelijk standaardroutineactiviteiten die we al doen. We hoeven niets opnieuw uit te vinden. We moeten alleen meer doen. **Type 2-probleemsituaties** (Complexe problemen) - Discussie over oplossing Oorzaak is duidelijk, alleen oplossing niet concreet - Discussie en leren stakeholders - Gedeeltelijk onduidelijk en omstreden Uitleg: Complexe problemen zijn lastig te begrijpen en te beheersen door de vele onderling verbonden factoren en betrokken partijen. Hoewel de uitkomst onzeker is, kunnen ze met voldoende inspanning en strategische aanpak worden aangepakt. Er is geen simpele oplossing, maar met samenwerking en analyse kan vooruitgang worden geboekt. Voorbeeld: straatgeweld (in ppt) We weten dat oorzaak is, namelijk straatgeweld. Maar er zijn een tal van oplossingen, zoals straffen verhogen en minder drank. Alford zegt: mensen moet met elkaar in gesprek gaan. Mensen met hardere aanpak en zachtere aanpak moeten in gesprek gaan en kijken wat er van elkaar geleerd kan worden voor een oplossing **Type 3-probleemsituaties**  (Wicked problems; hardnekkige problemen) - Discussie over probleem en oplossing  - Discussie en leren samenleving - Zeer onduidelijk en omstreden Wicked problems zijn zeer complex en moeilijk op te lossen vanwege hun onvoorspelbaarheid en veranderlijkheid. Ze hebben conflicterende belangen, onduidelijke oorzaken, en geen duidelijke oplossingen. Elke poging tot oplossing kan nieuwe problemen creëren, waardoor een definitieve oplossing vrijwel onmogelijk is. Voorbeeld: Grote problemen zoals klimaatverandering Wat is het oorzaak naast dat het mensgemaakt is? Zijn het bedrijven in het buitenland? Of is het omdat iedereen teveel op vakantie gaat? Geen duidelijke oorzaak. Ook geen oplossing ervoor. Je hebt geen lijst van oplossingen en de oplossingen zijn eenmalig. De omstandigheden zijn dynamisch, zoals politiek (kabinet veranderd) en fysiek (weer veranderd).   Alford zegt dat de gehele samenleving in gesprek moet gaan voor een wikkend problem. Rittel & Webber: Wicked problems   Voorbeelden van wikkend problems - Geen definitieve probleemstelling.   -  Geen ultieme oplossing. - Geen objectieve maatstaven voor succes. - Geen mogelijkheid tot testen. - Geen leren door herhaling mogelijk. - Geen lijst van mogelijke oplossingen. - Elke oplossing is eenmalig. - Geen oplossing die iedereen tevredenstelt. - Oorzaken zijn meervoudig en complex. - Geen leren door herhaling mogelijk. - Geen lijst van mogelijke oplossingen.  -  Elke oplossing is eenmalig.  -  Geen oplossing die iedereen tevredenstelt.  - Oorzaken zijn meervoudig en complex. -  Publieke en politieke druk, geen ruimte voor experimenten en fouten; Er is ook heel veel politieke druk. Je hoort nooit van getemde problemen, omdat mensen het niet zo belangrijk achten. Complexiteit, diversiteit en onzekerheid   - Klassiek, hiërarchisch bestuur kan slecht omgaan met wicked problems. Klassiek bestuur is gericht op reguleerbare, voorspelbare klussen, massaproductie. Voorbeeld: New Public Management is gebaseerd op precieze kwantificeerbare opdrachten en ontmoedigt samenwerking. New public management werkt niet omdat het te bedrijfsmatig is. Je stelt x aantal euro vrij om iets op te lossen. Na het spenderen verwacht je dat die oplossing komt, maar dat werkt gewoon niet voor wicked problems (Kwantificeerbare opdrachten). Wel zoals er gezegd wordt voor simpele dingen. Daarnaast is het te zakelijk. Bedrijven gaan niet graag hun kennis delen, omdat iedereen elkaar ziet als concurrentie (ontmoedigt samenwerking). Wat werkt dan wel? - Discussies verbreden, traditionele denkkaders ter discussie stellen.   - Focus op samenwerking met verschillende partijen, bijvoorbeeld de burger (coproductie, coöperatie) - Nieuwe vormen van leiderschap.  Mensen moeten een leider anders zien. Niet als iemand die geld ontvangt en alleen maar regels opstelt die iedereen moet volgen. - Nieuwe vormen van organiseren. Interactieve beleidsvorming (Ladder van docent) **Manieren die de overheid kan gebruiken om met burgers in gesprek te gaan over maatschappelijke vraagstuk** - **[Informeren]** De overheid gaat de burger informeren dat er iets gaat gebeuren Voorbeeld: Je krijgt een bericht op sociale media of brief thuis voor informatieavond. Er is enige vorm van participatie. Niet veel, maar wel minimaal. - **[Raadplegen]** De overheid wil wat doen en gaat de burger om input vragen - Belangrijk om te weten dat het vrijblijvend is wat de overheid daarmee gaat doen. Het wordt meegenomen, maar het hoeft niet daar op uit te komen. Overheid kan kiezen voor input van andere stakeholder - Adviseren De overheid wil wat doen en gaat de burger om input vragen - VERSCHIL MET RAADPLEGEN IS DAT HET NIET VRIJ BLIJVEND IS.   Voorbeeld: Een overheidsenquete. Meestal gebruikt de overheid wel deze input. Het is niet vrijblijvend dat de overheid de informatie gaat gebruiken. - Coproduceren De burger gaat echt meewerken aan een plan. Er wordt georganiseerd dat bepaalde burgers meedoen en meedesignen voor een aanpak. Uiteindelijk neemt de overheid nog een besluit om het echt uit te voeren - (Mee)beslissen De burger heeft het voor het zeggen. De overheid is meer faciliterend. Vaak weten burgers het best wat het handigst is. - VERSCHIL IS DAT BURGERS ECHT INVLOED KUNNEN HEBBEN OM TOT UITVOERING TE KOMEN Voorbeeld: Bouwen speelplaats in wijk. Ouders met kinderen weten beter wat zo een speelplaats doen, dan een man in stadhuis. - Hoe hoger je op ladder bent, hoe hoger democratische waarde. Sociale innovatie Sociale innovatie: er moet samenwerking zijn tussen verschillende partijen komen om tot een innovatie te komen Innovatie: Focus op kansen ipv op beperkingen - Collaboratief proces (samenwerking tussen verschillende partijen) - Probleem herformuleren: focus op   kansen ipv beperkingen; Veel overheidsmensen kijken al snel naar beperkingen zijn voor beleid, maar focus op wat we willen (kansen). - Nieuwe ideeën genereren: onderzoek creatieve en ongeteste interventies. - Experimenteren: Gebruik trial-and-error met snelle, constructieve feedback voor snel leren. - Iteratief proces: Ontwerp, beoordeel en verspreid oplossingen continu; je hoeft niet vooraf een hele plan te bedenken. Ga tussentijds na of je on track bent, evalueer constant om te kijken of je echt leert. Stadslab; Het idee dat je in real time kan experimenteren met maatschappelijke vraagstukken; de stad is het lab! - Er is heel veel participatie; hoge user involvement   - Geografisch afgebakend - Heel erg experimenteel en leerzaam - Leiderschap - Vaak worden deze stadslab met kennisinstituten om het leren te bevorderen, zoals Erasmus universiteit. Hoe kan je van ELKAAR leren. Het is niet een leert van ander, maar van elkaar leren. ### Crosby (Belangrijk) Crosby, B.C., 't Hart, P. & Torfing, J. (2017) Public value creation through collaborative\ innovation, Public Management Review, 19:5, 655-\ 669, DOI: 10.1080/14719037.2016.1192165 Crosby et al.; Nieuwe leidsschapsrollen Afbeelding met tekst, schermopname, Lettertype, menu Automatisch gegenereerde beschrijving **[Sponsoren]** - Formele politieke macht met middelen en legitimiteit - Verwijderen barrières, smeden allianties, nemen risico's Voorbeeld: burgerbeest Aboutaleb; iemand met macht die ambtenaren middelen kan geven voor project. **[Pleitbezorgers]** - Informele macht die faciliteren en mensen samenroepen - Betrekken actoren, stimuleren creativiteit, zorgen voor flexibiliteit Mensen met informele macht die status hebben in de buurt. Zij kunnen zeggen tegenbuurtbewoners; ey, ga hiernaar kijken. Het is echt leuk. Voorbeeld: buurtvaders **[Katalysatoren]** - (In-)formele macht die proces verstoord met nieuwe ideeën brengen, experimenten stimuleren, transformatie bevorderen Het is leuk om mensen mee te nemen die het proces verstoord. Iemand die van buiten ideeën brengt om het proces te versnellen Voorbeeld: Een universiteit **[Uitvoerders]** - Uitvoeringskracht die gedurfde ideeën zonder regels naar werkbare oplossingen vertalen Voorbeeld: ambtenaren Je hebt een ambtenaar nodig die heel goed wist hoe dingen geregeld moeten worden. Je hebt iemand nodig met uitvoeringskracht. Je hebt allemaal wilde ideeën, maar je hebt iemand binnen en buiten openbaar bestuur die op een rechtmatige, democratische en financiële manier het tot uitvoering kan brengen. Politieke en ambtelijke support kan brengen. Wildavsky: "Organization is bias" (Interne beleidsomgeving) - Organiseren is niet neutraal Hoe wij het straatgeweld willen aanpakken, dan framen we het al als een sociaal vraagstuk. Het is een uitdrukking van ons politieke beeld. - Organisaties zijn dus ook niet neutraal. - Keuzes uit het verleden bepalen toekomstige handelingen Hoe zaken in het verleden zijn geregeld heeft invloed met hoe zaken nu geregeld worden. Verleden heeft invloed op toekomst. Als iets in het verleden is gedaan, wat een grote impact had dan wordt het in de toekomst vermeden. - Het maakt dus uit, waar je precies een maatschappelijk vraagstuk belegd. - Interne beleidsomgeving is beetje zelfde als externe omgeving. Focust op vertrouwen en samenwerken **Samenvattend** Beperkingen klassiek bestuur en New Public Management in omgang met wicked problems Voor focus op financiële vraagstukken is klassiek management goed (vraagstukken mbt geld). Daarbuiten is het niet goed, zoals bij hedendaagse vraagstukken. Hierin is burger input essentieel. Het is niet meer ik ben de baas, maar de overheid neemt verschillende rollen tegelijk. ** ** Verschillende vormen van interactieve beleidsvorming en collaboratieve (sociale) innovatie - dit is meer nodig. Hoorcollege 4 -- De politieke omgeving van het openbaar bestuur --------------------------------------------------------------- Agenda voor vandaag Wat is politiek? In bestuurskunde kijken we breder naar dit begrip dan alleen mensen die besturen. Politiek gaat dus over deelvraagstukken: 'Who gets what, when and how?' (Boek Harrold Lasswell) Politiek gaat om strijd om waarden. Wat is het belangrijkste? Wij als samenleving krijgen een deel van de beperkte resources. Politiek gaat altijd om macht. Als je macht hebt is het makkelijker om de resources te verwerven. Veranderingen in de politieke context van het openbaar bestuur. - 20 jaar geleden heel saai en degelijk - Pim Fortuyn heeft politiek opgeschud. Pim kwam van buiten naar de politiek. Sindsdien is het meer zoals andere landen. Populisme en polarisatie Populisme = Politieke benadering die beweert de belangen van 'het volk' te vertegenwoordigen in tegenstelling tot een elite die als corrupt of afstandelijk wordt gezien Interessante ontwikkeling: Meer populisme en polarisatie, meer linkse en rechtse bewegingen. - Populisten zetten vaak \"gewone mensen\" tegenover een kleine groep machthebbers, politici, of andere invloedrijke groepen waarvan ze zeggen dat deze de belangen van de bevolking negeren. Kenmerken: - Verzet tegen de elite - De wil van het volk - Eenvoudige oplossingen - Charismatisch leiderschap Populistische leiders zijn vaak charismatisch en proberen een directe band met aanhangers te creëren. Identiteitspolitiek - Interessante ontwikkeling: Voor de val in het oosten ging het om de grote verhalen van de kapitalisten en communisten. Tegenwoordig is de politiek gekoppeld aan de eigen identiteit: Waar je vandaan komt? Wat is je culturele achtergrond? Kleine ideologieën? Wat vind je belangrijk? Voor veel van die onderwerpen heb je een partij die het vertegenwoordigd, zoals partij van de dieren. Moraal is: [Het kan ook om kleine dingen gaan i.p.v. het ene grote verhaal zoals vroeger, zoals tegen dierengeweld in plaats van 'ik heb dat stuk land veroverd of deze economie verhoogd!!'] Schudson: Monitorial citizen (Monitorial = toezichthoudende (burgers)) - Interessante ontwikkeling: Door mobiele telefoon kan je veel meer zien van het politiek. Je hoeft niet heel veel te doen om erachter te komen van wat er in de wereld gebeurt; je kijkt gewoon op je telefoon. Je kan nog filteren op onderwerpen die je interessant vindt. Je hoeft niet de volledige aandacht te geven aan de politiek, je kan met een schuin oog het in de gaten te houden. Pas wanneer je iets ziet wat jouw identiteit raakt, dan kom je in actie. Deze actie wordt bevorderd door de sociale media. Je hoeft veel minder inspanning te leveren om het nieuws op je te nemen, waardoor drempel lager is om actie te ondernemen. - Bij New Public Management was de burger meer een soort consument voor de overheid. Hoe werd gedacht door de overheid dat burgers lastig waren, dachten de burgers ook over de overheid (overheid is lastig) - Je wilt geen polarisatie hierdoor ontstaan burgeroorlogen (gebeurt in andere landen) - Politiek is who gets what, when en how. Politieke discussies worden niet alleen gevoerd in de representatieve democratie, maar ook op straat bijvoorbeeld. Kijk naar Palastina-Israel (demonstraties), extention rebellion (klimaatverandering), Coronademonstraties. Politiek vertrouwen daalt; mensen vinden dat overheid niet (genoeg) opkomt voor hen. Hoe herstel je vertrouwen? - Uit onderzoek blijkt: Ga de straat en wijk op en praat met ze. De mensen hebben hoge verwachtingen van de politiek, maar verschillen van mening over wat ze belangrijk vinden en welke oplossingen ze willen. - In Nederland is het nieuw dat politieke mensen worden aangevallen Nu is het een groter geworden. Veel mensen gaan politiek uit, omdat ze bedreigd worden. Het is vooral problematisch op lokaal niveau. Waar ze de personen kunnen tegenkomen en waar de personen weten waar de kinderen naar school gaan. Op korte termijn is er een relatief klein risico op geweld tegen personen of objecten, op langere termijn kan het risico groter. Lange termijn = Bredere ontwikkeling dat wetenschappers niet meer alles durven te zeggen omdat ze lastig worden gevallen of mensen niet meer de politiek in durven te gaan omdat ze niet lastiggevallen willen worden Caspar van den Berg: Van zuilen naar bubbels Eerste verklaring (we gaan in bubbels wonen): **Caspar** We gaan van zuilen (verzuiling) naar bubbels (filter bubble).\ **Sociaaleconomische en territoriale bubbels**; Sociaaleconomisch Uitleg: Van den Berg zegt: De Nederlandse samenleving is niet meer georganiseerd volgens traditionele verzuiling (zoals katholiek en protestants), maar hoe nieuwe sociaal-economische en territoriale scheidslijnen de samenleving scheidden. Mensen leven steeds meer in gescheiden bubbels, gebaseerd op hun sociaal economische positie (Meer/minder inkomen, werkende/ niet werkende) en geografische locatie (stedelijk/ lankelijk) **Voorbeeld vroeger**: Vroeger was dat nog minder, dan had je katholieke werkende mensen en protestantse werkende mensen. **Voorbeeld heden**: Hoogopgeleide mensen met goede banen wonen vaak in stedelijke gebieden, terwijl laagopgeleide mensen en werklozen meer geconcentreerd zijn in rurale of achtergebleven gebieden **Diametraal tegenovergestelde leefwerelden**. **Uitleg**: Deze bubbels leiden tot totaal verschillende leefwerelden. Mensen in verschillende sociaaleconomische en territoriale groepen hebben nauwelijks contact met elkaar en beleven de samenleving op zeer uiteenlopende manieren. Dit leidt tot een groeiend onbegrip en afname van sociale cohesie. **Voorbeeld**: Mensen in welvarende stedelijke gebieden ervaren de voordelen van globalisering, zoals toegang tot banen, technologie en culturele diversiteit, terwijl mensen in arme, rurale gebieden vaak te maken hebben met werkloosheid en vergrijzing. Nauwelijks overeenstemming en gezamenlijkheid door de blik van mensen op maatschappelijke vraagstukken. **Gedifferentieerde beleving van globalisering.** **Uitleg**: Van den Berg wijst erop dat de globalisering door verschillende groepen in de samenleving verschillend wordt ervaren. Waar de stedelijke elite profiteert van de open grenzen, internationale handel en culturele uitwisseling, voelen andere groepen zich bedreigd of achtergelaten door deze ontwikkelingen. **Voorbeeld**: Hoogopgeleide stedelingen zien de voordelen van migratie en globalisering als iets positiefs, terwijl mensen in minder welvarende gebieden migratie en globalisering eerder zien als bedreigend voor hun banen en culturele identiteit. Er zijn winnaars en verliezers door globalisering - **Verliezers** **Uitleg**: Deze scheiding in bubbels zorgt voor gevoelens van verlies, met name onder mensen die zich in de minder geprivilegieerde bubbels bevinden. Zij voelen dat ze niet meer meetellen in de samenleving en dat hun manier van leven wordt bedreigd door de veranderingen die globalisering met zich meebrengt. **Voorbeeld**: Mensen in rurale gebieden kunnen het gevoel hebben dat ze de verbinding met de rest van het land verliezen en dat hun waarden, banen, en gemeenschappen worden aangetast door economische en sociale veranderingen. Verliezers: Mensen op platteland die werk verliezen door globalisering, omdat anderen ook dat beroep doen Winnaars: Mensen in de stad die kunnen makkelijk reizen, omdat grenzen openstaan - **Places that don't matter anymore'.** **Uitleg**: Dit concept verwijst naar gebieden die economisch en sociaal steeds meer worden vergeten of genegeerd door de centrale machtscentra. Deze gebieden voelen zich vaak achtergelaten door de overheid en zien hun economische en sociale positie steeds verder achteruitgaan. **Voorbeeld**: In landen zoals Nederland zijn er steeds meer regio\'s (bijvoorbeeld plattelandsgebieden) waar mensen het gevoel hebben dat ze niet meer meetellen in het economische of politieke systeem. Deze plekken worden gezien als \"irrelevant\" voor het nationale en mondiale succes van het land. ### Yascha Mounk Mounk, Y. (2018). The Undemocratic Dilemma. Journal of Democracy 29(2), 98-112.\ doi:10.1353/jod.2018.0030. Dilemma volgens Mounk: Moet politiek bemoeien met sommige dingen ja of nee? Er zijn bepaalde dingen die niet democratisch zijn, maar als je ermee gaat bemoeien dan verbeek je de stabiliteit en continuïteit. Zijn dilemma gaat eigenlijk hierover. Liberal = Hiermee bedoelt hij landen die grondwetten hebben (bijv. Rusland heeft dictatuur en heeft deze niet) ![](media/image12.png) **Liberaal democratisch** Uitleg: Dit is het ideaalbeeld van een politieke orde die zowel democratisch als liberaal is. In een **democratisch** systeem worden leiders gekozen door het volk en hebben burgers politieke participatierechten (zoals stemrecht en vrijheid van meningsuiting). Tegelijkertijd wordt het systeem ook **liberaal** genoemd, omdat de rechten van minderheden en individuele vrijheden worden beschermd door bijvoorbeeld een grondwet en onafhankelijke rechtbanken. **Voorbeeld**: Traditionele westerse democratieën, zoals Nederland of Duitsland, streven ernaar beide dimensies in evenwicht te houden. **Illiberaal democratisch** Uitleg: Dit verwijst naar een systeem dat **democratisch** is omdat er verkiezingen worden gehouden en de meerderheid van de bevolking regeert, maar dat **illiberaal** is omdat het de rechten van minderheden of individuele vrijheden niet goed beschermt. In deze systemen kunnen gekozen leiders de macht centraliseren en burgerlijke vrijheden onderdrukken, ondanks dat ze door de meerderheid van het volk zijn gekozen. **Voorbeeld**: Hongarije onder Viktor Orbán, waar verkiezingen worden gehouden, maar persvrijheid, rechterlijke onafhankelijkheid en rechten van minderheden zoals migranten worden beperkt. Voorbeeld Illiberal democracy (Polen): Landen waar we denken: het is democratisch, maar illiberal. Bij de grondrechten worden gecrippeld. Er is wat mis met de rechtstaat. **Ongedemocratiseerd liberaal** **Uitleg**: Dit verwijst naar een systeem dat **liberaal** is in de zin dat burgerlijke vrijheden en de rechten van individuen worden beschermd, maar dat **niet volledig democratisch** is omdat belangrijke politieke beslissingen worden genomen door niet-gekozen elites of instellingen. Dit kan voorkomen wanneer supranationale instellingen (zoals de EU) of rechters veel invloed hebben op beleid zonder directe democratische verantwoording. **Voorbeeld**: De EU is niet democratisch, maar wel liberal. De Europese Unie, waar veel beslissingen worden genomen door technocratische instellingen (zoals de Europese Commissie of het Europees Hof van Justitie), terwijl nationale verkiezingen minder directe invloed hebben op supranationaal beleid. **Dictatorschap (Ongedemocratiseerd iliberaal)** **Uitleg**: Dit type systeem is zowel **ondemocratisch** als **illiberaal**, wat betekent dat het geen vrije en eerlijke verkiezingen heeft en tegelijkertijd de rechten en vrijheden van burgers niet respecteert. In deze systemen wordt de macht vaak gecentraliseerd in handen van een kleine groep (zoals een dictator of een autoritair regime), en worden politieke oppositie en burgerlijke vrijheden onderdrukt. **Voorbeeld**: Noord-Korea of Syrië, waar er geen vrije verkiezingen zijn en mensenrechten en politieke vrijheden ernstig worden geschonden. Democratie onder druk: Veel beslissingen worden genomen door organisaties buiten het oog van het publiek en politiek (zoals banken). 1. Een manier van onder druk is opkomen technocratie Artikel Yascha: Mensen nemen belangrijke beslissingen waar vaak politieke mensen niet aankomen. Onafhankelijke bureaus worden ingehuurd, maar kunnen zelfstandig heel veel doen zonder dat een politiek proces eraan toe komt. Kijk naar NS (hun kunnen prijzen verhogen) 2. Tweede manier is afstand tussen burger en bestuur Ondemocratische ontwikkeling die Yascha beschrijft: Er zijn een aantal ontwikkelingen die de democratie onder druk zet. Je kan bijvoorbeeld niet de centrale bank afhankelijk laten worden en geld printen, wat vanuit democratisch punt logisch is. Maar aan de andere kant brengt het gevolgen voor stabiliteit en continuïteit. Het is een wisselwerking ### Hendriks: Nieuwe vormen van democratie Hendriks, F. (2020). Unravelling the New Plebiscitary Democracy: Towards a Research\ Agenda. Government and Opposition, 1-25. doi:10.1017/gov.2020.4 De concepten van **plebiscitaire toevoegingen (plebiscitary additions)** en **deliberatieve toevoegingen (deliberative additions)** die **Hendriks, F. (2020)** bespreekt, gaan over manieren waarop democratische systemen worden versterkt door directe participatie van burgers. Hier is een uitleg van beide concepten: - **Plebiscitary additions** Plebiscitaire democratie verwijst naar een vorm van democratie waarin burgers via referenda of directe stemmingen beslissingen nemen over belangrijke kwesties. De rol van de burger is hierbij vrij passief, omdat ze voornamelijk gevraagd worden om ja of nee te zeggen tegen voorstellen die door de politieke leiders worden voorgelegd. **Kenmerken:** - Beslissingen worden genomen door directe stemmen van het volk (referenda of volksstemmingen). - Burgers krijgen de kans om hun goedkeuring of afkeuring te geven over een specifiek onderwerp. - Het proces is vaak simpel en gericht op een enkele uitkomst, zoals "ja" of "nee" op een beleidsvoorstel. - De betrokkenheid van burgers is meestal beperkt tot het stemmen en biedt weinig ruimte voor diepgaande discussie of dialoog. **Voorbeeld België:** De begroting werd samengesteld door middel van burgerberaad **Voorbeeld**: Het Brexit-referendum in het Verenigd Koninkrijk, waarin burgers direct werden gevraagd of ze wilden blijven in de Europese Unie of niet. Hier kregen ze een directe keuze tussen twee opties, zonder veel ruimte voor diepgaande deliberatie of discussie. - **Deliberatieve additions** (liberatie gaat in gesprek met elkaar) Deliberatieve democratie legt meer nadruk op het proces van overleg en discussie. Het doel is dat burgers niet alleen stemmen, maar ook actief deelnemen aan het debat over beleidskwesties. Burgers komen bij elkaar en gaan met elkaar in gesprek. Het is een vorm van coproduceren en meewerken, waarbij ze luisteren naar verschillende perspectieven en tot geïnformeerde beslissingen komen. **Kenmerken**: - Burgers worden actief betrokken bij discussies en beraadslagingen over complexe beleidskwesties. - Er is ruimte voor een breed scala aan standpunten, waarbij deelnemers luisteren naar argumenten en tegenargumenten voordat ze tot een beslissing komen. - Het proces bevordert samenwerking, leren en het zoeken naar gemeenschappelijke grond. - Vaak georganiseerd via burgerjury\'s, burgerfora of deliberatieve panels, waarbij een representatieve groep burgers wordt betrokken. **Voorbeeld Ierland:** Gevoelige vraagstukken zoals homohuwelijk, abortus. De overheid heeft een paar willekeurige burgers geselecteerd om deel te nemen aan bijeenkomsten en lezingen een jaar lang. Uiteindelijk hebben die burgers een besluit kunnen nemen op deze onderwerpen die best wel verdeeld zijn. **Voorbeeld**: Burgerfora over klimaatverandering, waarbij willekeurig gekozen burgers worden gevraagd om samen te komen, te discussiëren en aanbevelingen te doen over klimaatbeleid. Dit proces biedt ruimte voor dialoog, en het resultaat is vaak een genuanceerder en beter geïnformeerd besluit. **Voordeel**: Deliberatieve democratie moedigt diepgaande discussie en samenwerking aan, wat kan leiden tot duurzamere en beter geïnformeerde beslissingen die rekening houden met verschillende belangen en perspectieven. Dus... deliberatieve democratie: je brengt burgers bij elkaar om over een onderwerp te praten. De burger weet beter dan ambtenaar over haar leefomgeving, maar er zijn ook uitdagingen **Uitdagingen deliberatieve democratie** Deliberatieve democratie richt zich op het actief betrekken van burgers in besluitvormingsprocessen door middel van discussie en beraadslaging, maar dit kent zijn moeilijkheden - **[Representiviteit:]** Het is altijd moeilijk om de groep burgers representatief te laten zijn voor de samenleving. Vaak doen mensen mee die al geïnteresseerd zijn in politiek, wat betekent minder vertegenwoordigde groepen (zoals lager opgeleiden of minderheden) mogelijk buiten worden gesloten Niet een goede weerspiegeling van samenleving **Voorbeeld**: Als een burgerpanel voornamelijk bestaat uit hoogopgeleide mensen, weerspiegelt dit niet de diversiteit aan meningen in de samenleving, waardoor het moeilijker is om brede steun voor de uitkomsten te krijgen. - **[Inclusiviteit]**: We moeten wel proberen om iedereen te betrekken. Meestal zijn mensen die meedoen mensen die veel vrije tijd hebben. Je moet ook mensen betrekken die geen tijd hebben voor zulke projecten en die bijvoorbeeld altijd werken. Dit is een inclusiviteitsprobleem. - **[Politieke en democratische inbedding]**: Het is essentieel dat de deliberatieve democratie goed ingebed is in het bredere politieke systeem. Burgers moeten niet het gevoel krijgen dat hun deelname slechts symbolisch is (\"voor spek en bonen\"), zonder dat hun inbreng echt invloed heeft op de uiteindelijke beslissingen. **Voorbeeld**: Als burgers deelnemen aan een consultatieproces maar de politiek niets met hun adviezen doet, kunnen ze het gevoel krijgen dat hun inspanningen nutteloos zijn, wat tot frustratie en onserieusheid tegen de overheid kan leiden. - **[Gerichte vraagstelling voor urgentie kwesties]**: Deliberatieve processen moeten worden gebruikt voor belangrijke, urgente kwesties. Je kan niet zomaar burgers elke keer bij elkaar roepen. Niet iedereen heeft altijd tijd om iets te doen waar niks uitkomt. Alleen bij urgente kwesties. **Voorbeeld:** Burgers moeten alleen worden betrokken bij cruciale vraagstukken, zoals klimaatverandering of hervormingen in de gezondheidszorg, en niet voor triviale kwesties. Dit voorkomt tijdsverspilling en demotivatie. - **[Mag niet in zichzelf staan]**: De deliberatieve democratie mag niet het enige instrument zijn in het besluitvormingsproces. Als de overheid te veel aan burgers overlaat, kunnen burgers het gevoel krijgen dat de overheid haar verantwoordelijkheden niet meer serieus en denken ze niks meer aan je hebben (slechte beeldvorming). **Voorbeeld**: Als de overheid voortdurend de verantwoordelijkheid voor besluitvorming afschuift op burgerfora, kunnen burgers zich afvragen waarom er nog een overheid nodig is en kan er wantrouwen ontstaan richting de politieke leiders. **Hendriks: Plebiscitaitre democratie (stemmingendemocratie)** Hendriks: Dat er stemmingen zijn is niet iets nieuws, het is al langer. Maar hij bekijkt de mogelijkheden wat internet en sociale media ons kan bieden. Hendriks zegt ook: de stem van het volk is god. Die stem is het belangrijkst. Hoe kunnen we met sociale media die stemmen bereiken Alle vier kenmerken hieronder kunnen worden onderscheiden in twee vormen: intern of extern/ leider of niet leider - **[Binaire keuzes]** Bij plebiscitaire democratie worden burgers vaak geconfronteerd met eenvoudige, binaire keuzes, zoals \"ja\" of \"nee\" bij een referendum. Dit betekent dat complexe vraagstukken gereduceerd worden tot twee opties, waardoor de nuance en diepgang van het debat verloren kunnen gaan. Ben je voor of tegen? Ja of nee? Er zijn niet veel antwoordopties. Het gaat niet om wat je ervan vindt, maar alleen om 'ja of nee' of 'voor of tegen'. **Voorbeeld:** Het Brexit-referendum, waarin burgers alleen konden kiezen tussen \"blijven\" of \"vertrekken\" uit de Europese Unie, zonder dat er rekening werd gehouden met de complexiteit van de onderliggende kwesties. - **[Meerderheidsdemocratie]** In plebiscitaire democratie bepaalt de **meerderheid** de uitkomst. Dit betekent dat er weinig aandacht is voor de opvattingen of belangen van minderheden. De \"winnaar\" krijgt de volledige zeggenschap, wat kan leiden tot verdeeldheid en polarisatie in de Samenleving **Voorbeeld**: Als 51% van de bevolking voor een bepaalde keuze stemt, wordt dat de definitieve beslissing, zelfs als 49% het er niet mee eens is. Er is geen ruimte voor compromissen of overleg tussen verschillende groepen. - **Clicksultation** Dit verwijst naar de tendens om politieke participatie te vereenvoudigen tot simpele digitale handelingen, zoals het klikken op een keuze in een online stemming. De term combineert \"click\" (klikken) met \"consultation\" (raadpleging). Hoewel het laagdrempelig is en gemakkelijk toegang biedt, kan het ook leiden tot oppervlakkige participatie zonder dat er diepgaand over complexe vraagstukken wordt nagedacht (bijv. enquete). **Voorbeeld**: Een online poll waarbij burgers gevraagd wordt om voor of tegen een nieuwe wet te stemmen, zonder dat er een grondige discussie of analyse plaatsvindt over de voor- en nadelen van de wet (Minder diepgang in bijv. enquete). Voorbeeld: Intern/leider Type 1 clicksultation: Lijsttrekkesverkiezingen CDA Type 2 clicksultation Extern/ gericht op alle europeanen en inhoud Online consultatie zomertijd - **[Clicktivism]** **Uitleg**: Dit verwijst naar het fenomeen waarbij politieke participatie zich beperkt tot symbolische of oppervlakkige acties, zoals het \"liken\" van een bericht of het ondertekenen van een online petitie. Hoewel het een vorm van betrokkenheid is, wordt het vaak bekritiseerd omdat het geen echte verandering teweegbrengt of geen diepgaande betrokkenheid van burgers vereist. **Voorbeeld**: Mensen die online petities ondertekenen of hun steun uitspreken voor een politieke zaak door op \"like\" te klikken, maar verder geen echte actie ondernemen om verandering te bevorderen. Type 3 clicktivism intern/ gericht op leider Hashtagactivisme op Twitter; \#Trumpwon, \# Notmypresident bijvoorbeeld. Type 4 clicktivism extern/ gericht op inhoud Online petities. **Uitdagingen**: - Past niet bij klassiek Nederlands model consensusdemocratie (zie Lijphart):\ Amerikanisering. - Voting inflation (campagnes, bots) Met campagnes kan je je stemmen omhoog drijven en online stemmen zijn gevoelig voor bots die stemmen omhoog drijven - Leidt tot verharde fronten, maar niet per se tot oplossingen. Je hebt de ja's of nee's verzameld, maar je hebt geen uitleg waarom dat zo is. Het blijft oppervlakkig. **Oplossing: combinatie van deliberatieve en plebiscitaire democratie?\ ** Samenvattend\ Van stabiliteit naar volatiliteit. Vroeger heel saai en nu meer diversiteit Meer polarisatie en democratie onder druk. Je hebt meer bubbels en zuilen. Het lijkt moeilijker om een consensus te vinden tussen de groepen door de grote (emotionele) verschillen \--\> Democratie onder druk Populistische oplossingen zijn contraproductief. Populistische oplossingen verbreken de stabiliteit en continuïteit (voorbeeld bank en geld printen). Het is leuk, maar niet bepaald realistisch omdat het de vaste structuur verbreekt. Er zijn bepaalde dingen die niet democratisch zijn, maar als je ermee gaat bemoeien dan verbeek je de stabiliteit en continuïteit. Nieuwe vormen van democratie in ontwikkeling, maar hebben ook voor-\ en nadelen Hoorcollege 5 -- politiek-ambtelijke verhoudingen ------------------------------------------------- - Meer samenwerking ambtenaar en politici - Verambtelijking vb. minsiter geeft uitleg aan ambtenaren, waarbij de minister een achtergrond heeft als ambtenaar - Ambtelijke logica en politieke logica **Nederland heeft een uniek ambtenarensysteem. **

Use Quizgecko on...
Browser
Browser