Hoofdstuk Zenuwstelsel Ziekteverschijnselen PDF
Document Details
Uploaded by Luuk.nd
LOI
Tags
Summary
Dit document bespreekt verschillende aandoeningen van het zenuwstelsel bij dieren. De verschillende symptomen en verschijnselen van neurologische aandoeningen worden behandeld inclusief reflexen, reacties en positiezin. Er is ook aandacht voor functiestoornissen van de hersenen, zoals aanvallen.
Full Transcript
Hoofdstuk zenuwstelsel ziekteverschijnselen **Ataxie** Een belangrijk neurologisch verschijnsel, een verstoord bewegingspatroon. **Zenuwverschijnselen** Verschijnselen die optreden bij ziekten van het zenuwstelsel. Bijv. uiten in abnormaal gedrag, maken van dwangmatige bewegingen, het optreden v...
Hoofdstuk zenuwstelsel ziekteverschijnselen **Ataxie** Een belangrijk neurologisch verschijnsel, een verstoord bewegingspatroon. **Zenuwverschijnselen** Verschijnselen die optreden bij ziekten van het zenuwstelsel. Bijv. uiten in abnormaal gedrag, maken van dwangmatige bewegingen, het optreden van epileptiforme aanvallen of het niet meer goed kunnen coördineren van bewegingen. **Reflex/reflexboog** Een reflex is een onwillekeurige spierbeweging doordat een sensorische prikkel die gegeven wordt doorgeschakeld wordt naar een motorische prikkel zonder dat het signaal eerst naar de hersenen gaat. Er is sprake van een reflexboog. Reflexen schakelen in het ruggenmerg. Reflexen aan de kop verlopen via de kopzenuwen. **Reactie** Een reactie is een willekeurige beweging, doordat een sensorische prikkel doorgegeven wordt aan de hersenen waar een bewuste keuze gemaakt wordt voor een bepaalde motorische prikkel terug te sturen aan de spieren. **Positiezin** Bij een afwijkende reactie verloopt de terugkoppeling naar de hersenen niet goed. Het bewust zijn van de positie van het eigen lichaam en de afzonderlijke lichaamsdelen noemt met positiezin. **Functiestoornissen van de grote hersenen** Verschijnselen die uitsluitend veroorzaakt worden door een functiestoornis van de grote hersenen zijn toevallen, verminderd bewustzijn en abnormaal gedrag. **Toeval** Een toeval is het aanvalsgewijs optreden van abnormaal gedrag. Dit gedrag is variabel, maar meestal gekenmerkt door een vermindering of afwezigheid van het bewustzijn en gepaard met krampen. De oorzaak is een elektrische ontlading in de neuronen van de grote hersenen: een soort 'onweer'. Het kan ontstaan door aandoeningen buiten de hersenen, aandoeningen van de hersenen maar ook zonder oorzaak, dat laatste noemt idiopathische primaire epilepsie. **Flauwte** Een flauwte is een kortdurend bewustzijnsverlies met spierverslappingen, er treden geen krampen op en is meestal het gevolg van hartfalen door zuurstoftekort. Bij een verminderd bewustzijn wordt er gekeken naar de mate van aanspreekbaar zijn en een niveau van bewustzijn bepaald. We onderscheiden: - Sopor - Depressie waarbij het dier met lichte prikkels wekbaar is maar in afwezigheid van prikkels snel terugvalt in soporeuze toestand. - Stupor - Het dier is op bewustzijnsniveau alleen met sterke prikkels wekbaar. - Coma - Op dit bewustzijnsniveau is het dier niet wekbaar. **Abnormaal gedrag** Abnormaal gedrag afwijkend gedrag zonder doel. Veelvoorkomende vormen van abnormaal gedrag zijn: - Dwangbewegingen waarbij het dier voortdurend zinloze bewegingen herhaalt. Dit uit zich vaak in door het huis lopen cirkels. - Tegen objecten aanlopen en ertegenaan staan dringen. - Dementie: het niet meer vertonen van aangeleerd gedrag en het niet meer kunnen aanleren van gedrag. **Aangeboren aandoeningen/waterhoofd** De meest voorkomende aangeboren aandoeningen van de grote hersenen is een waterhoofd. Het is een afwijking waarbij de hoeveelheid hersenvocht vergroot is, waardoor normaal hersenweefsel verdrongen wordt. Dit komt vaker voor bij dwergrassen. De verschijnselen zijn o.a. abnormaal gedrag, verminderd bewustzijn, toevallen, ataxie, blindheid en scheelzien. Soms ook schedelvorm verandering bij niet gesloten fontanel. Prognose is vaak slecht en leidt tot euthanasie, bij milde gevallen kunnen wel goed leven verwacht worden. **Infecties/ontsteking** Een ontsteking van de hersenen heet een encefalitis, een hersenvlies ontsteking heet meningitis. Als zowel hersenen als hersenvlies ontstoken is dan spreken we meningo-encefalitis. Meest voorkomende hersenontsteking is de ziekte van carré en bij de kat FIP, ook rabiës kan een hersenontsteking geven. Een ontsteking van de hersenvliezen veroorzaakt halspijn gepaard met koorts. Bij de hond is het vrijwel altijd een niet-bacteriële hersenvliesontsteking met onbekende oorzaak, wordt bevestigd met een punctie hersenvocht. **Rabiës** Rabiës is, in alle gevallen, een dodelijk, zeer besmettelijke virusziekte die bij alle warmbloedige dieren voorkomt. Het virus wordt overgebracht via speeksel en kan al door een licht geschramde huid heen dringen. De klachten zijn abnormaal gedrag, erg prikkelbaar en snel bijten. Ze weigeren normaal voer te eten, slikken rare voorwerpen in en gaan kwijlen. Na een tot twee dagen treedt razernij in en bijten, scheuren of knagen ze spullen. Uiteindelijk gaat het over tot verlamming, sloomheid en sterfte en duurt het niet langer dan een week. Als verdenkt wordt van hondsdolheid dien je dit te melden bij NVWA waarbij zij de zorg zullen dragen voor het dier. Meestal wordt het dier geëuthanaseerd en een sectie gedaan d.m.v. microscopisch onderzoek van hersenweefsel om vast te stellen of het rabiës was. Iedereen die in contact is geweest wordt preventief behandeld. **Feline infectieuze peritonitis (FIP)** FIP is een virale infectie bij de kat die begint met een infectie met het relatief onschuldige coronavirus. Dit is een virus wat diarree geeft bij vaak jonge katten en doorgaans vanzelf overgaat. Het virus blijft echter in het lichaam en kan op een bepaald moment van DNA structuur muteren in een virus dat een veel heftiger ziekte beeld oplevert. In een acute vorm kenmerkt zich koorts, algehele malaise en ascites waarbij het buikvocht geel draden trekkend is. In chronische vorm kunnen ontstekingshaarden ontstaan in allerlei organen zoals, lever, de nieren, de darmen, de hersenen en het ruggenmerg. De symptomen zijn divers afhankelijk van waar het bevindt. Bij hersenen en ruggenmerg kunnen gedragsveranderingen, toevallen, ataxie en paralyse worden gezien. FIP is niet te behandelen en uiteindelijk overlijden katten eraan. **Zuurstoftekort** De zuurstofvoorziening van de hersenen kan verstoord raken als de bloedcirculatie onvoldoende is. Meest voorkomende oorzaak is anesthesie door te hoge dosering narcotica of te weinig ondersteuning van het dier kunnen ademdepressies optreden of een verlaagde bloeddruk. Zuurstoftekort leidt binnen 15 min. tot onherstelbare schade aan de hersenen. Bij harstilstand dient binnen 5 tot 10 min. reanimatie plaats te vinden. **Metabole oorzaken** Onder deze categorie vallen aandoeningen die negatief effect hebben op functioneren van de hersenen maar waar de oorzaak buiten de hersenen gelegen liggen. Bijv. te lage bloedsuikerspiegel, hersenverschijnselen door verstoorde leverfunctie en te weinig calcium in bloed. **Hersentumoren** De meest voorkomende hersentumoren zijn meningeomen en gliomen. Hersentumoren zijn veelal goedaardig in de zin dat ze niet snel uitzaaien of infiltratief groeien. Maar vanwege beperkte ruimte in de schedel zal dit opgegeven moment klachten veroorzaken door drukking op hersenweefsel. De meeste verschijnselen hierbij is gedragsverandering. En het komt het meest voor bij de brachycephale rassen (kortsnuitige rassen zoals engelse bulldog). Hoewel operatieve verwijdering mogelijk is wordt het vaak niet gedaan vanwege hoge kosten en slecht prognose op herstel. **Vergiftigingen** Vergiftigingen die hersenverschijnselen geven zijn meestal moeilijk te diagnosticeren omdat klachten niet specifiek zijn. **Organische fosfaten en carbamaten** De meest voorkomende vergiftigingen zijn met organische fosfaten en carbamaten. Ze worden toegepast als antiparasietenmiddel. De verschijnselen zijn het gevolg van overprikkeling van de dwarsgestreepte spieren en het parasympatisch zenuwstelsel: krampen, trillingen, pupilvernauwing, trage hartslag, speekselen en verminderd bewustzijn. Kan leiden tot dood. **Drugs** In sommige grote stede kan het voorkomen dat een hond tijdens een wandeling in het park in contact is geweest met resten van drugsgebruikers (met drugs erin). Het is verstandig het dier gecheckt te laten worden door de dierenarts vanwege klachten met circulatie en ademhalingssysteem, meestal gaan de klachten na 24 uur weg. **Strychnine** Strychnine wordt gebruikt als pesticide voor de bestrijding van knaagdieren, en vergiftiging vindt plaats via orale opname. Verschijnselen zijn na enkele uren ontstaat er onrust en stram lopen waarna tonisch-clonische toevallen optreden (toevallen waar het hele lichaam schokt en verkrampt). En leidt uiteindelijk mogelijk tot de dood. Meestal is een maagspoeling nodig en sedatie om de krampen te onderdrukken. **Algemene maatregelen vergiftiging** Wanneer vergiftiging telefonisch wordt aangemeld: - Vraag eerst of de naam van het gif bekend is - Laat de eigenaar met spoed komen - Raad aan de verpakking van het gif mee te nemen als beschikbaar - Raad aan een monster van het gif mee te nemen als beschikbaar - Voorzichtigheid moet worden geboden want stoffen kunnen ook mensgevaarlijk zijn (gebruik handschoenen of plastic zak) - Klaarzetten benodigdheden voor intuberen beademen, intraveneus infuus en maagspoeling, braakmiddelen, laxantia, actieve kool(norit), sedativa en veelgebruikte soorten tegengif. - Contact opnemen met Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum voor advies en therapie. **Hersentrauma** Hersentrauma is meestal het gevolg van schedeltrauma. Gevolgen kunnen variëren van tijdelijk bewustzijnsverlies tot een dodelijke hersenbeschadiging. Behandeling is erop gericht om hersenoedeem (zwelling door vochtophoping) te voorkomen d.m.v. dexamethason. Met het aanleggen van een intraveneus infuus en het toedienen van extra zuurstof is er een goede zuurstofvoorziening in de hersenen. Na 24 tot 48 uur kan er pas een voorzichtige uitspraak worden gedaan over de prognose. Zonder verandering spreek je over euthanasie, met verandering of verbetering spreek je over mogelijk gedragsverandering of geheugenverlies. **Doorbloedingsstoornissen** In de hersenen kunnen bloedvaten spontaan knappen of afgesloten raken door bloedstolsel. Bij bloeding ontstaat door druk trauma op de hersenen. Bij afsluiting van bloedvat ontstaat door geen bloedtoevoer het afsterven van zenuwcellen of hersencellen. De symptomen en prognose hangen af van het aantal dat afsterft. Bij honden en katten is hier geen therapie voor en bij kleine infarcten kunnen ze herstellen uitzichzelf. Anders volgt euthanasie. **Flauwte** Wanneer verminderde doorbloeding kort optreedt maar voor een laag zuurstofniveau zorgt in de hersenen kan een flauwte optreden waarbij je kort bewustzijn verliest en de spieren hierbij verslappen. **Epilepsie** Epilepsie kenmerkt zich als een afwijkende elektrische ontlading in de zenuwcellen in de hersenen: de normale prikkelgeleiding is ernstig verstoord. Verschillende vormen epilepsie: - Epilepsie waarbij de oorzaak in de hersenen ligt (tumor, trauma, hersenontsteking) - Epilepsie waarbij de oorzaak buiten de hersenen ligt (vergiftigingen, stofwisselingen aandoening) - Epilepsie waarvan de oorzaak niet duidelijk is : idiopathische epilepsie. De eerste twee worden ook wel secundaire epilepsie genoemd en de derde primaire epilepsie. Bij de kat is primaire epilepsie erg zeldzaam, bepaalde hondenrassen komt het vaker voor (Duitse herder, de golden retriever en de Drentse patrijshond. **Partiele toevallen** Bij een partiele epileptische aanval is het dier in het begin meestal bij bewust zijn. De krampen beginnen bijvoorbeeld in een poot, in dit stadium is slechts klein deel van de hersenen epileptisch. Het kan bij een lichaamsdeel blijven maar ook verspreiden waardoor het dier bewustzijn verliest en de krampen zich ook uitbreiden over het lichaam. **Atypische toevallen** Bij een atypische aanval is een klein deel van de hersenen epileptisch en treedt alleen afwijkend gedrag op. Soms lijkt het dier enkele seconden of minuten niet aanspreekbaar en is alleen wat afwezig wat heet absence. **Gegeneraliseerde toevallen** De meest voorkomende vorm is gegeneraliseerde tonisch-clonische toeval waarbij de gehele hersenen een abnormale elektrische activiteit heeft en het hele lichaam verkrampt en schokt. Dit type toevallen verloopt in drie fasen. - Aura - Periode van abnormaal gedrag (onrustig, dwangmatig, verstoppen of rare blikken) - Kan enkele seconde maar ook uren of dagen duren en eindigt bij het verliezen van bewustzijn - Ictus - Begint met verlies van het bewustzijn - Pupillen verwijden zich, het dier valt om en vertoont tonische krampen (spiersamentrekkingen), waarbij de skeletspieren stijf verkrampen en de poten van het lichaam getrekt worden. Hierna volgt de clonische krampen (afwisselen krampen en ontspannen). Bijkomende verschijnselen zijn speekselen en schuimbekken. - Het laten lopen van urine en/of ontlasting - Belangrijk is dat eigenaar kalm blijft en oplet wat hun kunnen doen voor het dier. - Kan enkele seconden maar ook minuten tot uren duren, bij langdurige ictus is het gevaarlijk voor het lichaam en moet met behulp van medicatie gestopt worden - Wanneer ictus langer dan 10 min. duurt, wordt het status epilepticus genoemd en moet het kunstmatig beëindigd worden. - Handig voor dier met toevallen om rectiole diazepem in huis te hebben, dit is een klysma die rectaal wordt toegepast en een toeval kan stoppen. - Aan het einde verslapt het dier en kan het even stoppen met ademen (apneu), het is tijdelijk en een dier zal er niet aan overlijden - Posticale fase - Ookwel herstelfase - Kan enkele seconden tot soms dagen duren - Bewustzijn keert terug, ademhaling versneld, het dier krabvelt overeind en is atactisch(dronkenmanschap) - Vaak gaat het dier verkennen en drinkt en eet veel - Dier kan verward zijn en agressief reageren door slecht zien ruiken en geheugenverlies **Clusteraanvallen** Wanneer epileptische aanvallen waarbij het herstel zeer kort is en het dier steeds overgaat in een nieuwe ictus noemen we dat clusteraanvallen. Honden van de grotere rassen hebben de neiging om toevallen in clusters te krijgen. **Diagnose/therapie** Diagnose stelling primaire epilepsie: - Is de patiënt bij de eerste aanval tussen een half en vijf jaar oud - Zijn de toevallen tonisch-clonische type - Treden de toevallen vooral op tijdens de slaap: 's avonds en 's ochtends vroeg - Zijn er tussen de aanvallen door geen andere verschijnselen of afwijkingen Therapie primaire epilepsie: - Deels behandeld worden met medicatie (anti epileptica). Maar kunnen forse bijwerkingen hebben. - Dient pas behandeld te worden als bekend is met welke tussenpozen de toevallen optreden. Als tussenpoos minder dan zes weken is dient behandeling gedaan te worden. Diagnose stelling secundaire epilepsie: - Variabele redenen Therapie secundaire epilepsie: - Therapie afhankelijk van de onderliggende oorzaak - Bij bijv. oorzaak tumor(waarvan gekozen niet behandeld worden) kan symptomatisch behandeling worden plaats gevonden, wat wil zeggen dat de behandeling gericht is op de klachten niet de aandoening. **Ataxie kleine hersenen** Ataxie is een onregelmatige en onhandige beweging te wijten aan een stoornis van de fijne coördinatie van de spierbeweging. Kan worden veroorzaakt door functiestoornissen van de kleine hersenen, van het evenwichtsorgaan of van de zenuwbaan. Kleine hersenen zijn verantwoordelijk voor de fijne motoriek van bewegingen. Bij gestoorde werking kan je *intentietremor* zien wat betekend dat het dier trilt en beeft door onwillekeurige spiersamentrekkingen en dit erger wordt als het dier zich inspant. Kan ook gepaard gaan met *nystagmus*: het onbewust en onbedoeld heen en weer schieten van de ogen in horizontale of verticale richting. **Onderontwikkeling kleine hersenen** Meest voorkomende afwijking van de kleine hersenen bij de kat is onderontwikkeling wat veroorzaakt wordt door een infectie in de baarmoeder of besmetting vlak na de geboorte met het *panleukopenievirus* (ook wel feline parvovirus of kattenziekte genoemd). Kan door natuurlijke infectie maar ook door vaccinatie van moederdier tijdens dracht komen. Symptomen zijn te zien tijdens het eerste moment van lopen ong. 3-4 weken oud. Soms weten de dieren zich te redden en hoeven ze niet geëuthanaseerd te worden. **Vitamine B1-tekort** Dit komt soms bij de kat voor en zelden bij de hond. Bij een kat door dieet met uitzonderlijk veel vis waardoor het dier veel *thaiminase* (een enzym dat B1 afbreekt) binnenkrijgt. Soms komt het voor dat ze volledig voer eten maar tijdelijke anorecie hebben, ze krijgen verschijnselen passend bij een vitamine B1 deficiëntie en de oorzaak is niet bekend. De dieren buigen soms de kop naar de borst, waardoor de kin bijna de borst raakt, ook zijn soms verwijde pupillen te zien. Therapie is het toedienen van B1. **Ziekten van evenwichtsorgaan** Aandoeningen in de hersenstam zijn infecties/ontstekingen, vitamine B1 tekort en tumoren. Aandoeningen van het binnenoor zijn oorontstekingen en tumoren. Aandoeningen in het perifere deel kunnen veroorzaakt worden door schadelijke stoffen of idiopathisch van aard zijn. **Ataxie evenwichtsorgaan** Een eenzijdige uitval resulteert in een scheve kop, heen en weer schieten van de ogen en een gestoord evenwicht. Aantasting aan beide kanten van het evenwichtsorgaan wordt zelden gezien. Hierbij komt duizeligheid en misselijkheid van toepassing wat niet goed te zien is op dieren, misselijkheid kan te zien zijn met smakken of speekselen en soms braken. Oogstand kan ook afwijkend zijn. **Idiopathisch (geriatrisch) vestibulair syndroom** Meest voorkomende vorm van ataxie bij de hond die veroorzaakt wordt door aandoeningen van het binnenoor. *Vestibulair* is de medische benaming voor betrekking hebbend op het evenwichtsorgaan. Komt vooral bij oudere honden voor(geriatrisch). Verschijnselen zijn : gedraaide kop, omval-en cirkel-neigingen, soms heen en weer schieten ogen(nystagmus). Geen verlamming van kopzenuw. Diagnose aan de hand van geen verlamming kopzenuw. (bij verlamd kopzenuw afhangend ooglid of afhangende lip) Genezing vindt zonder therapie plaats. **Coördinatiestoornissen (ataxie)** Bij ataxie optredend bij functiestoornissen van het ruggenmerg is de coördinatie van romp en ledematen verstoord. Geen spierafwijking maar afwijkende aansturing van spieren. Kan ontstaan door een hernia, ruggenmergtumor of ontsteking. **Parese/paralyse** Parese betekent een verminderde spierkracht, ofwel verzwakking. Paralyse betekend totale verlies van spierkracht(verlamming). Parese/paralyse kan samen met ataxie voorkomen, en kan aan een of twee of alle vier de ledematen optreden. **Tussenwervelschijfhernia** Latijnse benaming voor tussenwervelschijfhernia is hernia nuclei pulposi(HNP). Deze term betekend breuk van de nucleus pulposus wat aanwezig is in de tussenwervelschijven. De nucleus pulposus is de zachte kern van de tussenwervelschijf, bij HNP breekt de kant van de bindweefselring ervan open en puilt de zachte kern eruit. Deze zachte kern wordt zo ver naar boven gedrukt dat hij tegen het ruggenmerg druk en daardoor het ruggenmerg afknelt. Het kan ook uit de zijkant puilen en op de tredende zenuwen drukken wat in beide gevallen pijn veroorzaakt en eventueel verlammingen. Slijtage is normaal verouderingsproces waarbij de geleiachtige structuur verandert in fibreus kraakbeek en de grens van zachte kern en bindweefselring vervaagt. Bij een kat is HNP zeldzaam. Een HNP kan voorkomen zonder dat deze afwijkingen geeft. Klinische problemen van HNP in het hals-ruggebied komen vooral voor bij de rassen dashond, dwergpoedel, pekinees, beagle en cockerspaniel. De verschijnselen kunnen sterk variëren rugpijn(pijn bij oppakken, stijve bolle rug), geringe of ernstige parese/paralyse posterior met of zonder pijn gevoel. Kan acuut maar ook chronisch voorkomen. Bij hernia van de halswervels is het belangrijkste verschijnsel halspijnlijkheid en treed vaak aanvalsgewijs op, vaak houdt de hond een voorpoot omhoog ten gevolge van uitstralingspijn. Diagnose wordt gesteld via CT- of MRI-scan. **Pijnperceptie** Bij het testen van het pijngevoel wordt een pijnprikkel toegediend d.m.v. een tangetje of de vingernagels in de tussenteenhuid te knijpen. Een passende reactie zou het terugtrekken van de poot zijn maar ook een reactie van het dier(omkijken, grommen, afkeurend geluidje). Als er geen reactie is maar enkel het terugtrekreflex is er mogelijkheid dat het dier de pijnprikkel dus niet voelt en er beschadiging is aan het ruggenmerg. **Prognose HNP** Vuistregels prognose HNP: - Acute uitvalsverschijnselen hebben slechtere prognose dan verschijnselen van chronische hernia's. - Er zijn verschillende symptomen bij een HNP. De prognose hangt af van de symptomen die kijken erbij, een hond die alleen atactisch is heeft betere prognose dan een hond met paralyse aan de achterhand zonder pijn gevoel. Therapie hangt af van patiënt, locatie beschadiging, de ziekteverschijnselen en de wens eigenaar. Een aantal richtlijnen: - Bij pijn en milde parese of ataxie zijn rust en pijnstillers belangrijk - Bij ernstige parese/paralyse met behoud van pijngevoel kan gekozen worden 48 uur te wachten met chirurgie. Corticosteroïden kunnen positief effect hebben mits in de eerste 24 uur toegediend, indien verbetering kan prednison worden gegeven. (met verzorging: blaaslediging, bewegingsoefeningen) - Is paralyse aan de achterhand zonder pijnreceptie langer dan 24 uur aanwezig is de prognose erg slecht en wordt vaak overgegaan tot euthanasie. **Spondylose** Spondylose bestaat uit botwoekering aan de voorste en achterste uiteinden van de wervellichamen en dan vooral de onderkant en zijkant. Hierdoor ontstaan kleine uitsteeksels of zelfs brugvorming tussen twee opeenvolgende wervels. Vooral bij oudere dieren, zelfs bij konijnen. Sommige dieren hebben wat trilbenen terwijl andere dieren pijn hebben door druk op uittredende zenuwen. **Tumoren in het wervelkanaal** Hebben geen voorkeurslocatie en betreft meestal kwaadaardige tumoren. Klachten zijn afhankelijk van de locatie en ontstaan meestal door de druk op het ruggenmerg. Klachten zijn vaak (sub)acuut met vrij snelle progressie waarvan de prognose slecht is. Diagnose via CT-of MRI-scan. **Trauma** Door trauma aan het ruggenmerg kan bloeding optreden, maar ook zwelling door vochtophoping. **Spinale shock** Spinale shock is een tijdelijk functieverlies van het ruggenmerg waarbij de reflexen afwezig zijn, de spierspanning weg is en er geen pijngevoel is achter het ruggenmergtrauma, dit moet na zes uur verbeterd zijn. Wanneer deze toestand langer aanhoudt is er sprake van een groter probleem, bijv. een verspreidende bloeding op het ruggenmerg. De bloeding kan zich alleen naar voor of achter verspreiden waardoor het gevaar bestaat dat het dier stikt door aantasting van de zenuwen die de ademhalingsspieren aansturen. Prognose is afhankelijk van het pijngevoel. Vochtophoping hoort na meestal 24 uur verminderd te zijn en dus pijngevoel terug te komen, is dat niet zo duidt het op ernstig ruggenmerg trauma en is de kans op herstel klein. **Schiff-Sherrington-fenoneem** Dit geeft een idee over de mate van ruggenmergtrauma. Hierbij is de achterhand verlamd maar zijn de voorpoten overtrekt. Deze houding geeft aan dat er sprake is van ernstig ruggentrauma. **Gekruiste strekreflex** Dit betekent dat als in de ondervoet van de ene poot geknepen wordt waardoor deze terugtrekt, de andere poot zich trekt. De prognose hangt af van verbetering in de eerste 24-48 uur. Therapie is er niet, corticosteroïden kunnen in het acute stadium helpen de zwelling te verminderen. **Fracturen wervels** Bij fracturen wordt gekeken naar: - Instabiel - Bij instabiele fractuur kan er geopereerd worden om het vast te zetten - Stabiel - Door de steun van spieren kunnen stabiele fracturen met voldoende rust vaak genezen **Embolie** Dit is een peracute aandoening van het ruggenmerg ten gevolge van embolie: de afsluiting van slagaders en/of aders van het ruggenmerg. Hierdoor sterft weefsel af. **FCE (fibrocartilaginous embolism)** De embolie kan van materiaal een bloedprop zijn maar ook van fibreus kraakbeen afkomstig van nabijgelegen versleten zachte kern van tussenwervelschijf. Dit wordt ook wel *FCE (fibrocartilaginous embolism)* genoemd. Komt vooral bij middenslag tot grote hondenrassen voor van middelbare leeftijd na lichamelijke inspanning. Vaak is er sprake van directe parese/paralyse en van asymmetrie (een poot erger dan de andere poot). **Wobbler-syndroom** Bij dit syndroom is er sprake van instabiliteit van de halswervels. Er treden veranderingen op van de achterste halswervels en slijtage van het ruggenmerg. De oorzaak is onbekend. Komt vooral voor bij grotere hondenrassen en bij dobermann als erfelijke aandoening. Deze instabiliteit zorgt ervoor dat HNP sneller kan ontwikkelen op die plek. Klachten zijn ataxie, parese die steeds erger wordt en halspijnlijkheid (vooral bij strekken). Diagnose aan de hand van het beeld, ras en röntgenfoto's. therapie is rust, het gebruik van een borsttuig en corticosteroïden en eventueel chirurgie als optie. **Paardenstaart** Is een bundel van uitlopers van de ruggenmergzenuwen wat lijkt op een paardenstaart. Afwijkingen hieraan bestaan uit vernauwingen, ontstekingen van onder andere de tussenwervelruimte en trauma. Trauma hieraan kan resulteren in een (sub)luxatie van de overgang van de laatste lendenwervel naar het heiligbeen. Gevolgen zijn afhankelijk naar mate van trauma, meestal schade aan staart, blaas en anus. Vaak treedt verlamming op. Therapie is vaak afwachting met tussentijdse behandeling en zorg wat bestaat uit blaaslediging en pijnstilling. Als er na aantal weken niet voldoende herstel is, is de kans op volledig herstel klein. Er kan soms chirurgisch gestabiliseerd worden. **Ischemische neuromyopathie** Neuromyopathie wil zeggen een aandoening van een zenuw en de bijbehorende spier, ischemie wil zeggen verminderde weefseldoorbloeding. Dit ziektebeeld komt met name voor bij de kat. Wordt vaak veroorzaakt door trombosering van de slagaders van de achterpoten. Er is parese/paralyse aan de achterpoten en geen pols meer voelbaar door gebrek van doorbloeding en voelt koud aan. **Beschadiging grote zenuwen** Trauma van de grote beenzenuw kan worden veroorzaakt door fracturen van het bekken of door chirurgische ingrepen aan het bot van het bovenbeen, echter het vaakst veroorzaakt door intramusculaire injecties in de achterpoot. Wordt er door een schone, scherpe, dunne naald geprikt zal dit geen schade leveren. Wel als er een irriterende stof in of vlak naast de zenuw wordt gespoten, wat kan leiden tot parese/paralyse van de achterpoot. Het geven van een intramusculaire injectie moet alleen gedaan worden als echt niet anders kan bijv. bij narcosemiddelen. Om dit te voorkomen, worden deze injecties vaak in de rugstrekkers gegeven. Behandeling bestaat uit het verwijderen van afwijkend weefsel rondom zenuw. Herstel kan maanden duren.