BWL 11 - Urinair Stelsel 2 (PDF)

BWL 11: URINAIR STELSEL 2  LEERINHOUD Ter voorbereiding wordt het hoofdstuk “Het Urinair stelsel” uit de syllabus doorgenomen. Het huidige practicum bespreekt 4 coupes – B91: Cortex paard a (HE) – B92: Cortex paard b (HE) – B93: Nierbekken paard (HE) – B94: Ureter paard...

BWL 11: URINAIR STELSEL 2  LEERINHOUD Ter voorbereiding wordt het hoofdstuk “Het Urinair stelsel” uit de syllabus doorgenomen. Het huidige practicum bespreekt 4 coupes – B91: Cortex paard a (HE) – B92: Cortex paard b (HE) – B93: Nierbekken paard (HE) – B94: Ureter paard (HE)  LEERDOELEN De student kan de structuren die in de practicumhandleiding onderstreept zijn aanduiden op de histologische coupes. De onderstreepte structuren kunnen door de student worden benoemd op een niet gelabelde histologische coupe. De student verwerft inzicht in de relatie morfologie-functie. De student is in staat een onbekende histologische coupe te determineren op basis van de karakteristieke histologische structuren. Daarenboven slaagt de student erin om op een onbekend preparaat de voornaamste histologische structuren aan te duiden en te benoemen. De in de practicumreeks gebruikte kleuringen worden door de student herkend en deze weet welke structuren er hierbij specifiek aankleuren. B91: Cortex paard a (HE)  Pars convoluta: Nierlichaampje Tubuli contorti Mergstraal  Nierlichaampje ti tor on Mergstraal li c Tu bu bu Tu Tubuli recti li c on tor Ductus colligentes ti r ti nto o Tu lic bu u li c T ub on tor ti  TC I TC I TC I Nierlichaampje TC I TC II TC I TC II TC I TR I TC II TR II TR II Grenszone pars convoluta – mergstraal: TR I TR I onderscheid tubuli contorti vs. recti niet TR I (duidelijk) te maken TR II DC TR I TR I TR I TR II TR II DC  Ductus colligentes TR I TR II Nierlichaampje TR I TR II TR I TR I TR I TR I DC TR I TR II TR I TR I TR II DC TR I TR II TR II Capillair / Lis van Henle TR II TR I TR I Oefening … B92: Cortex paard b (HE)  Medulla, zona externa Cortex Capsula fibrosa  l traa rgs luta Me nvo s co Par Co rte x l Mergstraa co rtic is Ca psu Ca la a psu dip la fi osa bro sa Tubuli contorti l traa rgs Me Nierlichaampje  Nierlichaampje ns ge olli s sc ctu ct u s re Du ulu TC I Tub TC II TC I TC II TC I TC I Medulla, zona externa DvB DvB Capillair TR DvB TR Lis van Henle TR TR B93: Nierbekken paard (HE)  nd s renali enwa ekken Crista ekk Nierb Nierb Medulla zona interna Recessus terminalis Medulla zona externa. arc uatae a. en vv A Cortex Medulla Aa. en vv. arcuatae Me Cortex rgs aatr l Medulla zona externa Tu Tu Du bu bu lu ct lus s us re va rec Du Du ct n ct us Be tus us ct us llin va va i n n Tu Be Be bu llin llin lu i i s re Tu ct bu us lu s re ct us Medulla zona interna: Ductus papillares omgeven door veel bindweefsel Medulla zona interna: ductus papillares met éénlagig kubisch tot cilindrisch epitheel DP DP DP DP Capillair / Lis van Henle Medulla zona interna  crista renalis: ductus papillares met overgangsepitheel DP Overg Overga angs n e g p s i e theel DP DP pitheel DP DP Capillair Lis van Henle Nierbekken  Crist a rena lis Nierb ekke n Over gang sepit heel Muc euze kliere n Nier bekk enw and  Propria-submucosa T. muscularis epitheel Glad Secreet Overgangs spierweefsel Crusta Muceuze klieren Afvoerweg Vetweefsel B94: Ureter paard (HE) T. ad ve nt ris itia ula usc m T. mucosa T. L. epithelialis Propria-submucosa  Muceuze klieren Propria-submucosa angs epitheel Overg Overgangsepitheel Crusta Paraplu cellen Peer- e n ruitvo rmige c ellen Pyramida le cellen Propria-submucosa  Capillairtjes Muceuze klieren Propria-submucosa T. muscularis Uitwendige circulaire spierlaag Inwendige longitudinale spierlaag  Zenuw Uitwendige circulaire spierlaag T. adventitia