F-Gassen II Opdrachtenboek PDF
Document Details
Uploaded by Deleted User
Bremen Academy
null
Bart Borst
Tags
Summary
This document is a practical workbook for F-gassen (refrigerants) covering the installation and maintenance of heating and cooling systems. This document includes a table of contents with various tasks and exercises.
Full Transcript
F-Gassen II Opdrachtenboek F- gassen || Breman Academy Bart Borst [Datum] F-Gassen II Opdrachtenboek Introductie F- gassen || Het in bezit zijn van een F- gassen certificaat is wettelijk verplicht voor personen die handelingen verrichten die onder het F- gassen...
F-Gassen II Opdrachtenboek F- gassen || Breman Academy Bart Borst [Datum] F-Gassen II Opdrachtenboek Introductie F- gassen || Het in bezit zijn van een F- gassen certificaat is wettelijk verplicht voor personen die handelingen verrichten die onder het F- gassen besluit vallen. De handelingen die onder het F- gassen || certificaat vallen zijn: Installeren van warmtepompen met minder dan 3 kilo koudemiddel; Installeren van vrijwel alle split- en multi aircosystemen met minder dan 3 kilo koudemiddel; Onderhouden van warmtepompen met minder dan 3 kilo koudemiddel; Onderhouden van vrijwel alle split- en multi aircosystemen met minder dan 3 kilo koudemiddel. Tijdens deze training krijg je de benodigde theorie aangereikt en ga je in de praktijk aan de slag. 1 F-Gassen II Opdrachtenboek Inhoudsopgave Introductie F- gassen ||........................................................................... 1 Opdracht 1.1 Lijnstukken H log p-diagram................................................... 5 Opdracht 1.2 Teken H log p-diagram.......................................................... 6 Opdracht 1.3 Tekenen leidingwerk en stand 4 weg-omkeerklep...................... 9 Opdracht 1.4 H log p-diagram................................................................. 10 1.4.1. Koudemiddel gegevens............................................................... 10 1.4.2. Benoem de lijnstukken............................................................... 10 1.4.3. Meetwaarden uitlezen................................................................ 11 1.4.4. Koude- en warmtefactor benoemen.............................................. 11 1.4.5 Bereken de COP......................................................................... 11 1.4.6. Bereken de EER......................................................................... 11 1.4.7. H log P-diagram voor opdracht 1.4.1 t/m 1.1.6.............................. 12 Opdracht 1.5 Benamingen H log p-diagram in modus koelen........................ 13 Opdracht 1.6 Benamingen H log p-diagram in modus verwarmene................ 14 Opdracht 1.7. Schema warmtepomp – aansluiten meterset.......................... 15 2.1 Veiligheid....................................................................................... 16 3.1 Analoge manometerset..................................................................... 17 4.1 Het meten van temperaturen............................................................ 18 5.1 Het beoordelen van de koudemiddelcilinder.......................................... 19 5.1.1 beoordelen op zuiverheid............................................................. 19 5.1.2 Beoordelen op gewicht................................................................ 21 6.1 Aan/uitzetten van de machine............................................................ 22 6.1.1 Hoofdschakelaar......................................................................... 22 6.1.2 Afstandsbieding keuze koelen / verwarmen.................................... 22 7.1 Het meten van de opgenomen stroom................................................. 22 8.1 Aansluitingen op de buitenunit........................................................... 23 8.1.1 Aansluitingen op de buitenunit drukken meten................................... 24 9.1 Serviceafsluiter................................................................................ 25 9.1.1 Monteren service serviceafsluiter.................................................. 25 9.1.2 Openen van de serviceafsluiter..................................................... 25 10.1 Aansluiten meterset........................................................................ 26 10.1.1. Installatie bemeten.................................................................. 26 10.1.1.1. Aansluiten om de installatie te bemeten................................. 26 10.1.1.2. Stappenplan voor het bemeten van de installatie..................... 27 10.2.1. Installatie legen....................................................................... 28 2 F-Gassen II Opdrachtenboek 11.2.1.1. Aansluiten om de installatie te legen...................................... 28 11.2.1.2. Stappenplan voor het legen van de installatie......................... 29 11.3.1 Druktest.................................................................................. 31 11.3.1.1Aansluiten om de druktest uit te voeren................................... 31 11.3.2. Vacumeren............................................................................. 32 11.3.2.1 Aansluiten om de installatie te vacuumeren............................. 32 11.4.1. Installatie vullen...................................................................... 33 11.4.1.1. Aansluiten om de installatie te vullen..................................... 33 11.4.1.2. Stappenplan voor het vullen van de installatie......................... 34 11.5 Afkoppelen koudemiddelcilinder na vullen........................................ 35 11.5.1 Leegmaken meterset en slangen door middel van pumpdown........ 35 11.6 Afkoppelen meterset na alle werkzaamheden...................................... 36 11.6.1 Leegmaken meterset en slangen door middel van pumpdown.......... 36 11.6.2 Verplichte werkzaamheden na reparatie....................................... 37 12.1 Samenvatting................................................................................ 38 12.1. Praktijk opdracht 1........................................................................ 40 12.1.1. Installatie bemeten.................................................................. 40 12.1.2. Conclusie meting..................................................................... 43 12.1.3. Beoordelen koudemiddelcilinder................................................. 44 12.1.4. Installatie legen....................................................................... 45 12.1.4.1 Aansluitingen tekenen.......................................................... 45 12.1.4.1 Leegpompen installatie......................................................... 46 13.1 Beschrijven F-gassen handelingen na reparatie................................... 46 14.1 Lekdichtheidstest beschrijven........................................................... 47 15.1 Vacuumeren van de installatie beschrijven......................................... 48 16.1 Vullen van de installatie.................................................................. 49 16.1.1 Aansluitingen tekenen............................................................... 49 16.1.2 Vullen van de installatie............................................................. 50 17.1 Werkbon....................................................................................... 51 18.1 Registratie van beheer.................................................................... 53 19.1 Verplichte f-gassen handelingen na reparatie of installatie.................... 54 19.2 Aantekeningen............................................................................... 55 20. 1 Proefexamen 1............................................................................. 56 21.1 Proefexamen 2.............................................................................. 69 22.1 Proefexamen 3.............................................................................. 81 23.1 Solderen en monteren werkstuk....................................................... 92 3 F-Gassen II Opdrachtenboek 23.2 Soldeerdocument 1 (voorbeeld)........................................................ 93 23.3 Werkdruk/afpersdruk soldeerwerkstuk................................................. 0 24.0 Aantekeningen................................................................................. 1 4 F-Gassen II Opdrachtenboek Opdracht 1.1 Lijnstukken H log p-diagram Lijnstukken A is B is C is D is E is F is 5 F-Gassen II Opdrachtenboek Opdracht 1.2 Teken H log p-diagram Achtergrond informatie Koudemiddel R134a. Persdruk (meter) = 7 bar. Zuigdruk (meter) = 0,3 bar. Zuiggastemperatuur = 0°C Temperatuur einde verdamper = -10°C Temperatuur vloeistof einde condensor = 30°C Vloeistoftemperatuur voor expansieventiel = 20°C Persgastemperatuur = 60°C Maak een schematische tekening van een airco/warmtepompinstallatie met alle hoofdcomponenten en meetwaarden erin. 6 F-Gassen II Opdrachtenboek Teken het h log p-diagram op de volgende pagina; Hoe groot is het koeleffect? ………………….. Nakoeling condensor ………………….. Totale nakoeling ………………….. Oververhitting verdamper ………………….. Totale oververhitting ………………….. Oververhitting persgas ………………….. 7 F-Gassen II Opdrachtenboek 8 F-Gassen II Opdrachtenboek Opdracht 1.3 Tekenen leidingwerk en stand 4 weg-omkeerklep Teken het ontbrekende leidingwerk, geef de stromingsrichting aan en geef met een peil aan waar de oververhitting wordt gemeten in de onderstaande afbeeldingen voor zowel de koel- als verwarmmode. Koelmode Verwarmingsmode 9 F-Gassen II Opdrachtenboek Opdracht 1.4 H log p-diagram 1.4.1. Koudemiddel gegevens Koudemiddelsoort R Type HCFK / HFK/ HFO Veiligheidsklasse CO2 equivalent GWP waarde (AR-4) Dit is een Zeotroop / Azeotroop 1.4.2. Benoem de lijnstukken Benoem lijnstukken A t/m G met de juiste koeltechnische benaming(en). *Gebruik het h log p-diagram die toegevoegd is aan het einde van deze opdracht. A. B. C. D. E. F. G. 10 F-Gassen II Opdrachtenboek 1.4.3. Meetwaarden uitlezen Geef de waarde op voor de onderstaande onderwerpen. Pe op de manometer Pc op de manometer Persgastemperatuur Zuiggastemperatuur Condensatietemperatuur Verdampingstemperatuur Oververhitting expansieventiel Oververhitting totaal Onderkoeling condensor Onderkoeling totaal Oververhitting persgas 1.4.4. Koude- en warmtefactor benoemen Geef de koude en warmtefactor aan door middel van de letters uit het h log p-diagram. …………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………… 1.4.5 Bereken de COP. COP = ------------ 1.4.6. Bereken de EER. EER = ----------- 11 F-Gassen II Opdrachtenboek 1.4.7. H log P-diagram voor opdracht 1.4.1 t/m 1.1.6 12 F-Gassen II Opdrachtenboek Opdracht 1.5 Benamingen H log p-diagram in modus koelen Vul de tekeningen aan met de juiste coderingen en benamingen en teken de stand van de 4 weg-omkeerklep. 13 F-Gassen II Opdrachtenboek Opdracht 1.6 Benamingen H log p-diagram in modus verwarmene Vul de tekeningen aan met de juiste coderingen en benamingen en teken de stand van de 4 weg-omkeerklep. 14 F-Gassen II Opdrachtenboek Opdracht 1.7. Schema warmtepomp – aansluiten meterset Teken de aansluitingen die je moet maken om het koudemiddel uit deze warmtepomp te halen. 15 F-Gassen II Opdrachtenboek 2.1 Veiligheid Veiligheid Aan het werken met koudemiddelen zitten gevaren. - Komt je huid in aanraking met koudemiddel dan kan je huid bevriezen. Er kunnen temperaturen ontstaan van -20 tot -50. Hierbij kunnen blaren ontstaan. Is er koudemiddel op je huid terecht gekomen dan moet je onmiddellijk het deel onder stromend water houden (minimaal 10 minuten. Is een blaar groter dan 1,5 – 2 cm dan moet er altijd een arts naar kijken - Sommige koudemiddelen zijn brandbaar, dus niet roken en geen open vuur - Koudemiddelen zijn verstikkend, ze verdrijven de zuurstof. 16 F-Gassen II Opdrachtenboek 3.1 Analoge manometerset De meterset heeft: - Een blauwe manometer voor het meten van de lage-druk zijde van de koelinstallatie (tijdens de lessen en het examen mogen alle drukken afgelezen worden op de rode meter) - Een rode manometer voor het meten van de hoge-druk zijde van de koelinstallatie - 4 afsluiters - 1 kijkglas - 4 stuks ¼” aansluitingen o Lage-druk meetnippel (LOW) (1) o Aansluiting vacuüm-meter (HIGH0 (2) o Aansluiting voor afpompen/vullen koudemiddel (REF) (3) o Hoge-druk meetnippel (4) - 1 stuks 3/8” aansluiting voor de vacuümpomp (VAC) (2) Kijk hoe de verbindingen inwendig lopen in onderstaande afbeelding De lage- en hoge druk manometer zijn niet afsluitbaar en staan altijd in verbinding met de aansluitingen 1 en 4 17 F-Gassen II Opdrachtenboek 4.1 Het meten van temperaturen Voor het meten van de leidingtemperaturen en aan-/uitblaastemperatuur heb je nodig: Digitale temperatuurmeter Testo 922 Digitale oppervlaktetemperatuurvoeler Digitale luchttemperatuurvoeler Voor een juiste meting minimaal 10 cm vanaf de koppeling meten. Houdt de voeler in de luchtstroom. Steek deze niet te ver naar binnen, het ventilatorblad raakt dan de voeler. De ventilator en de voeler kunnen hierdoor beschadigen. Sluit eerst beide voelers op de meter aan, en zet daarna pas de meter aan. Doe je eerst de meter aan en daarna sluit je de voelers aan dan zal hij ze niet herkennen. 18 F-Gassen II Opdrachtenboek 5.1 Het beoordelen van de koudemiddelcilinder 5.1.1 beoordelen op zuiverheid Je moet beoordelen of de koudemiddelcilinder zuiver koudemiddel bevat. De cilinder kan vervuild zijn door: - Stikstof - Omgevingslucht - Een ander koudemiddel - Andere niet condenseerbare gassen Bij een koudemiddelcilinder met zuiver koudemiddel zullen de druk en de temperatuur met elkaar in overeenstemming zijn. Meet de druk van de fles gaszijdig!! Hierdoor gaat er minder koudemiddel verloren. Zoek de temperatuur die bij de druk hoort op je koudemiddelschuif. Dan meet je de temperatuur van de fles aan de onderzijde op de bolling. Het maximale temperatuurverschil tussen de gemeten temperatuur aan de onderzijde van de cilinder en de afgelezen temperatuur op de koudemiddelschuif mag maximaal 2K zijn. 19 F-Gassen II Opdrachtenboek Controle hoeveelheid bijgevuld / afgetapt koudemiddel Voordat je aan de opdrachten begint weeg je de koudemiddelcilinder en de afpompunit. Koudemiddelcilinder Kg Afpompunit Kg Totaal 1 (voor de handelingen) Kg Na het vullen voer je dezelfde wegingen weer uit Koudemiddelcilinder Kg Afpompunit Kg Totaal 2 (na de handelingen) Kg Het verschil in Totaal 1 en totaal 2 is de hoeveelheid koudemiddel die is gevuld of afgetapt. Deze vul je in op je werkbon 20 F-Gassen II Opdrachtenboek 5.1.2 Beoordelen op gewicht Elke cilinder heeft een maximum vulgewicht, dit staat per koudemiddel vermeld op de kraag van de fles. Je moet dus voor je met het legen begint eerst de cilinder wegen. Dan heb je het totaal gewicht van de cilinder inclusief het koudemiddel in de cilinder. Als voorbeeld heb je gewogen 10,20 kg BRUTO GEWICHT dit is koudemiddel en fles samen Op de kraag van de fles kun je het gewicht vinden van de fles inclusief kranen. Als voorbeeld is dit 8 kg, dit is TARRA GEWICHT In de fles zit dus 10,20 kg – 8,00 kg = 2,20 kg koudemiddel dit is NETTO GEWICHT. Op de hals van de fles staat dat de maximaal vulgewicht voor het koudemiddel wat je gebruikt 9 kg is. Je mag dus in deze cilinder nog 9,00 kg – 2,20 kg = 6,80 kg bijvullen. Bruto - Tarra = Netto Gewicht van Gewicht van de de cilinder Koudemiddel - cilinder zonder = inclusief in de cilinder inhoud koudemiddel Wegen op de - Aflezen op cilinder = Uitrekenen weegschaal Voorbeeld: 10,20 kg - 8,00 kg = 2,20 kg 21 F-Gassen II Opdrachtenboek 6.1 Aan/uitzetten van de machine 6.1.1 Hoofdschakelaar Zet de machine aan / uit met de hoofdschakelaar. 6.1.2 Afstandsbieding keuze koelen / verwarmen Verwarmen -> Druk op HEAT en druk daarna 2x op TEMP HOGER -> 30 graden, richt hierbij de afstandsbediening op de binnenunit. Als hij het signaal ontvangen heeft piept de binnenunit. Koelen-> Druk op COOL en druk daarna 2x op temp LAGER -> 18 graden, richt hierbij de afstandsbediening op de binnenunit. Als hij het signaal ontvangen heeft piept de binnenunit. 7.1 Het meten van de opgenomen stroom Hiervoor gebruiken we een ampère tang. Om veilig te kunnen meten is er op de hoofdschakelaar een stroom meetlus aangebracht Stel de draaiknop in op Amp 22 F-Gassen II Opdrachtenboek 8.1 Aansluitingen op de buitenunit Er zitten aan de buitenunit 3 blinddoppen - 1 met daarachter een afsluiter om de vloeistofleiding (kleinste diameter) dicht te draaien met een inbussleutel. (1) - 1 met daarachter een afsluiter om de gasleiding (grootste diameter) dicht te draaien met een inbussleutel. (2) - 1 met daarachter een schraderventiel om de meetslang op aan te sluiten. (3) Verwijder de afdekkap van de meetnippel aansluiting. Let goed op dat hier geen koudemiddel ontsnapt. Het schraderventiel kan lekken !! Dunne leiding / Vloeistofleiding Koelbedrijf -> vloeistof naar de verdamper Verwarmingsbedrijf -> vloeistoftemperatuur uit de condensor naar het expansieventiel (temperatuur voor het bepalen van je onderkoeling) 1 3 2 Dikke leiding / Gasleiding Koelbedrijf -> zuiggastemperatuur vanuit de verdamper naar de compressor (temperatuur voor het bepalen van je oververhitting) Verwarmingsbedrijf -> persgas van de compressor naar de condensor 23 F-Gassen II Opdrachtenboek 8.1.1 Aansluitingen op de buitenunit drukken meten Koelbedrijf Zuigdruk = verdampingsdruk -> Verdampingstemperatuur (via schuif aflezen) Verwarmingsbedrijf Persdruk = Condensatiedruk -> Condensatietemperatuur (via schuif aflezen) 24 F-Gassen II Opdrachtenboek 9.1 Serviceafsluiter 9.1.1 Monteren service serviceafsluiter Draai eerst de serviceafsluiter op de meetnippel. Zorg ervoor dat de spindel van de serviceafsluiter helemaal uitgedraaid is !! Dan wordt de schrader niet ingedrukt en kun je emissieloos de slang aansluiten. Als je de knop helemaal linksom draait dan is de kraan gesloten. 9.1.2 Openen van de serviceafsluiter Pas na het aansluiten en het ontluchten van de slangen draai je de spindel rechtsom. Nooit helemaal vastdraaien, tot aan het einde voorzichtig indraaien dan een halve slag weer terug. Hiermee voorkom je dat het schraderventiel te vast gedrukt wordt en niet meer sluit na het afkoppelen van de slangen en service afsluiter. Als je een slang aansluit is deze gevuld met omgevingslucht. Dit is een niet condenseerbaar gas. En omgevingslucht bevat vocht. Om te voorkomen dat dit in de koudemiddel cilinder terecht komt of in de warmtepomp gaan we eerst de slangen en meterset ontluchten met de vacuümpomp. Controleer voor het monteren van de serviceafsluiter en slangen altijd of de rubbers er (goed) inzitten en of deze niet beschadigd zijn. Elke vorm van emissie is het einde van het examen 25 F-Gassen II Opdrachtenboek 10.1 Aansluiten meterset 10.1.1. Installatie bemeten 10.1.1.1. Aansluiten om de installatie te bemeten 26 F-Gassen II Opdrachtenboek 10.1.1.2. Stappenplan voor het bemeten van de installatie - Controleer of beide drukmeters van de manometerset op 0 staan. - Zet alle kranen van de manometerset dicht (horizontaal) - Sluit de rode slang en de serviceafsluiter aan op de meetnippel van de buitenunit en op de High van de meterset - De kraan van de serviceafsluiter nog NIET INDRAAIEN - Sluit de zwarte slang aan op de vacuumpomp en op de VAC aansluiting van de meterset. - Zet de vacuumpomp aan en draai dan de VAC en HIGH aansluiting op de meterset open en de kraan van de rode slang maar nog niet de serviceafsluiter!! - Laat de vacuumpomp 30 seconden draaien, dan zijn de meterset en de slangen ontlucht. - Zet de kranen HIGH en VAC weer dicht. - Zet de vacuumpomp uit. - De meterset is nu klaar om de metingen aan de installatie te gaan uitvoeren. Na controle van de docent mag ook de serviceafsluiter geopend worden 27 F-Gassen II Opdrachtenboek 10.2.1. Installatie legen 11.2.1.1. Aansluiten om de installatie te legen Gaszijdig 28 F-Gassen II Opdrachtenboek 11.2.1.2. Stappenplan voor het legen van de installatie - Voer eerste de stappen uit voor het bemeten van de installatie als je dat nog niet gedaan hebt. - Weeg de afzuigunit en noteer het gewicht. - Weeg nu de koudemiddelcilinder als je dit nog net gedaan hebt. - Zet de koudemiddelcilinder op de weegschaal. - Sluit de blauwe slang van de afpompunit aan op de gaszijde (VAPOR) van koudemiddelcilinder.(blauwe kraan) LET OP DE BLAUWE SLANG STAAN ONDER DRUK !! - Sluit de gele slang aan op REF aansluiting van de meterset en de andere zijde op de IN van de afpompunit. - Ontlucht nu de gele slang. Start de vacuumpomp. - Open de zwarte VAC kraan op de meterset - Open de gele REF kraan op de meterset - Open het kraantje aan de gele slang bij afpompunit. - Laat de de blauwe VAPOR kraan van de afpompunit gesloten. - Laat de vacuumpomp 30 seconden draaien. - Sluit de VAC en REF kraan op de meterset en zet de vacuumpomp uit. - Zet nu de HIGH en REF kraan open op de meterset. - Open de van de gele slang aan de afpompunit zijde de kraan van de slang. De blauwe kraan op de afpompunit blijft nog dicht - Open de rode kraan op de afpompunit - Open de blauwe kraan op de koudemiddelcilinder - Zet de weegschaal op 0 - Zet de afpompunit aan - Regel met de blauwe kraan op de afpompunit de snelheid van afpompen. De pomp moet rustig blijven lopen. De op de blauwe manometer mag niet boven de 10 bar komen. Draai de blauwe kraan heel langzaam verder open tot hij op VAPOR staat. 29 F-Gassen II Opdrachtenboek - Wacht tot de druk op de meterset 0 bar geworden is. - Zet de blauwe kraan IN op de afpompunit dicht - Zet de afpompunit weer uit. - Draai alle kranen weer dicht. - Loopt de druk op de manometer weer op, door het uitdampen van de olie dan het afpompen herhalen. - De afpompunit mag je weer afkoppelen. Deze is niet meer nodig. - Draai de gele slang weer op de reserve aansluiting op de meterset. - Draai de blauwe slang die aan de fles zat weer op de IN aansluiting van de afpompunit. - Weeg de koudemiddelcilinder opnieuw deze opnieuw. 30 F-Gassen II Opdrachtenboek 11.3.1 Druktest 11.3.1.1Aansluiten om de druktest uit te voeren Druktest met 1,1 x de Ps waarde 31 F-Gassen II Opdrachtenboek 11.3.2. Vacumeren 11.3.2.1 Aansluiten om de installatie te vacuumeren Vacumeren < 270 pascal of 2025 Micron. Standtijd 30 miniuten 32 F-Gassen II Opdrachtenboek 11.4.1. Installatie vullen 11.4.1.1. Aansluiten om de installatie te vullen Vloeistof zijdig 33 F-Gassen II Opdrachtenboek 11.4.1.2. Stappenplan voor het vullen van de installatie - Voer eerste de stappen uit voor het bemeten van de installatie als je dat nog niet gedaan hebt. - Zet de koudemiddelcilinder op de weegschaal. - Weeg nu de koudemiddelcilinder als je dit nog niet gedaan hebt en noteer het gewicht. - Sluit de gele slang aan op REF aansluiting van de meterset en de andere zijde op de vloeistofkraan LIQUID van de koudemiddelcilinder - Ontlucht nu de gele slang,. Start de vacuumpomp. - Open de zwarte VAC kraan op de meterset - Open de gele REF kraan op de meterset - Open het kraantje aan de gele slang bij de koudemiddelcilinder. - Laat de rode LIQUID kraan van de fles gesloten. - Laat de vacuumpomp 30 seconden draaien. - Sluit de VAC en REF kraan op de meterset. - Zet de vacuumpomp weer uit. - Zet nu de REF kraan open op de meterset. - Zet de weegschaal op 0 (ZERO) - Open de rode kraan op de koudemiddelcilinder - Regel met de rode HIGH kraan op de meterset de snelheid van vullen. Sluit de HIGH kraan ca. 20 gram voor je het gewenste vulgewicht bereikt hebt. Er zit nog koudemiddel in de slangen - Draai alle kranen weer dicht. - Doe nu de pumpdown 34 F-Gassen II Opdrachtenboek 11.5 Afkoppelen koudemiddelcilinder na vullen 11.5.1 Leegmaken meterset en slangen door middel van pumpdown De rode en gele slang en de meterset zijn nog gevuld met koudemiddel. Om de koudemiddel cilinder emissie vrij af te koppelen moeten we de gele slang leegpompen. Dit koudemiddel trekken we door een pumpdown te doen de installatie in. - Zet de installatie in koelbedrijf. - Als de installatie inbedrijf komt gaan je de pumpdown uitvoeren - Draai op de meterset de gele en rode kraan open - Draai het kraantje van de rode slang aan de buitenunit kant open - Draai het kraantje van de gele slang aan de cilinderkant open - Zorg ervoor dat de rode kraan van de cilinder gesloten is en blijft !! - Draai nu met de imbussleutel de vloeistofkraan dicht. - Hierdoor gaat er geen vloeistof meer naar de verdamper, de compressor zuigt de verdamper leeg en tegelijk ook de meterset en de rode en gele slang. - Wacht tot de rode meter van de meterset op nul staat. - Sluit nu alle kranen van de meterset. - Open de vloeistofkraan van de buitenunit weer. - De rode drukmeter zal nu weer de zuigdruk van de installatie aangeven - Verwijder de gele slang. - Je kunt de koudemiddelcilinder wegen om te bepalen hoeveel koudemiddel je gevuld hebt. - Vergeet niet de dopjes op de aansluitingen van de cilinder te zetten. Je kunt nu de installatie weer gaan bemeten en de werkbon invullen. 35 F-Gassen II Opdrachtenboek 11.6 Afkoppelen meterset na alle werkzaamheden 11.6.1 Leegmaken meterset en slangen door middel van pumpdown De rode slang en de meterset zijn nog gevuld met koudemiddel. Om de meterset emissie vrij af te koppelen moeten we de meterset en de rode slang leegpompen. Dit koudemiddel trekken we door een pumpdown te doen de installatie in. - Zet de installatie in koelbedrijf. - Als de installatie inbedrijf komt gaan je de pumpdown uitvoeren - Draai het kraantje van de rode slang aan de buitenunit kant open - Draai nu met de imbussleutel de vloeistofkraan dicht. - Hierdoor gaat er geen vloeistof meer naar de verdamper, de compressor zuigt de verdamper leeg en tegelijk ook de meterset en de rode slang. - Wacht tot de rode meter van de meterset op nul staat. - Sluit nu de service afsluiter en alle kranen van de meterset - Open de vloeistofkraan van de buitenunit weer. - Verwijder de rode slang. - Vergeet niet de dopjes op de aansluitingen van de meterset en de buitenunit te zetten. Je moet nu nog een lekdetectie uitvoeren met de elektronische lekzoeker. - Zet de installatie uit - Je doet de lektest van boven beneden. - Snelheid is maximaal 2 cm per seconde 36 F-Gassen II Opdrachtenboek 11.6.2 Verplichte werkzaamheden na reparatie Bij een reparatie aan een koelmachine zijn er een aantal verplichte handelingen - Afpersen met stikstof o Dit moet tot 1,1 x Ps waarde - Afsoppen met zeepsop - Vacumeren van de installatie o Het bereikte vacuum moet 30 minuten onder ▪ 270 pascal of ▪ 2025 micron blijven - Na het vullen en afronden van de werkzaamheden een directe lektest met een lekdetector met een nauwkeurigheid van < 5 ppm 37 F-Gassen II Opdrachtenboek 12.1 Samenvatting Hoe Benaming bepaal je Waarmee Waar meet je die die Druk Manometer Aansluiting op Zuig / Verdamperdruk aflezen meterset gasleiding Pe druk instellen, Verdampingstemperatuur Aflezen Koudemiddelschuif temperatuur aflezen Koelen Contact Gasleiding (dikke Zuiggastemperatuur Meten thermometer leiding) Zuiggastemperatuur Oververhitting Berekenen min verdamper temperatuur Contact Vloeistof leiding Vloeistof temp Lage druk Meten thermometer (dunne leiding) Druk Manometer Aansluiting op Pers / Condensordruk aflezen meterset gasleiding Pe druk instellen, Condensortemperatuur Aflezen Koudemiddelschuif temperatuur aflezen Verwarmen Contact Gasleiding (dikke Persgastemperatuur Meten thermometer leiding) Vloeistoftemperatuur Onderkoeling Berekenen min condensor temperatuur Contact Vloeistof leiding Vloeistof temp Hoge druk Meten thermometer (dunne leiding) 38 F-Gassen II Opdrachtenboek Opgenomen Stroom Meten Ampèretang Op stroommeetlus Luchtvoeler Aanzuig binnendeel Meten Boven binnendeel Thermometer Koelen en verwarmen Luchtvoeler Uitblaas binnendeel Meten uitblaas binnendeel Thermometer Verschil tussen de Delta T binnendeel Berekenen aanzuig en uitblaas temperatuur Luchtvoeler Aanzuig buitendeel Meten Achter buitendeel Thermometer Luchtvoeler Uitblaas buitendeel Meten uitblaas buitendeel Thermometer Verschil tussen de Delta T buitendeel Berekenen aanzuig en uitblaas temperatuur 39 F-Gassen II Opdrachtenboek 12.1. Praktijk opdracht 1 12.1.1. Installatie bemeten Sluit de meterset aan om de installatie te bemeten. (zie hoofdtuk 10.1) - Aansluiten volgens tekening - Ontlucht de slangen - Meten, en meetwaarden noteren in het meetrapport Als je de slangen aangesloten en ontlucht hebt laat het de docent controleren voordat je de serviceafsluiter opent Paraaf docent Open pas na controle de serviceafsluiter. Meetwaarde Nr.* Verwarmen Koelen Persdruk (pe) (condensordruk) 1 Condensatietemperatuur 2 Zuigdruk (pe) (Verdamperdruk) Verdampingstemperatuur Zuiggastemperatuur Persgastemperatuur 3 Vloeistoftemperatuur 4 Ruimtetemperatuur 5 Uitblaastemperatuur binnendeel 6 Buitentemperatuur 7 Uitblaastemperatuur buitendeel 8 DeltaT binnendeel 9 DeltaT buitendeel 10 Oververhitting Onderkoeling 11 Opgenomen stroom 12 Denk aan de juiste eenheden !! Persdruk …….bar(e) -> Condensatietemperatuur..….. (-) Vloeistoftemperatuur ……. Verschil = onderkoeling =…….. Zuiggastemperatuur ……. (-) Zuigdruk …….bar(e) -> Verdampingstemperatuur ….. Verschil = oververhitting = …… 40 F-Gassen II Opdrachtenboek Verwarmen Vul het nummer van de meting hierboven in, in de onderstaande tekening in. Geef met een pijl aan waar je de oververhitting kunt meten. 41 F-Gassen II Opdrachtenboek Verwarmen Vul de waarde van de meting hierboven, in de onderstaande tekening in. Bar/ °C °C °C °C °C °C Amp Delta T binnendeel: K Onderkoeling: K 42 F-Gassen II Opdrachtenboek 12.1.2. Conclusie meting Vergelijk de gemeten waarden met de 0-meting, welke conclusie trek je hieruit? _______________________________________________________________________ _______________________________________________________________________ _______________________________________________________________________ _______________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ Motiveer je onderbouwing door de volgende waarden te vergelijken - Onderkoeling - Persgastemperatuur - Persdruk - Delta T over het binnendeel Paraaf docent 43 F-Gassen II Opdrachtenboek 12.1.3. Beoordelen koudemiddelcilinder Gewicht van de cilinder incl. vulling Kg Bruto/netto/Tarra Gewicht van de lege cilinder Kg Bruto/netto/Tarra Hoeveelheid koudemiddel in de cilinder Kg Bruto/netto/Tarra Maximaal toelaatbare vulling Kg Druk van de cilinder Bar Temperatuur koudemiddel volgens °C tabel Temperatuur van de cilinder °C Wat zijn je 2 conclusies van deze cilinder a.d.h.v. bovenstaande metingen? (Zie hoofdstuk 5.1) _______________________________________________________________________ _______________________________________________________________________ _______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ Paraaf docent Vergeet niet de hoofschakelaar uit te zetten !! Weging van: Voor Na afronden werkzaamheden werkzaamheden Koudemiddelcilinder Kg Kg Afzuigunit Kg Kg Totaal Kg Kg Het verschil tussen de weging voor / na werkzaamheden is de hoeveelheid die bijgevuld of afgetapt hebt. Dit verschil vul je straks in op de werkbon. 44 F-Gassen II Opdrachtenboek 12.1.4. Installatie legen 12.1.4.1 Aansluitingen tekenen Zie hoofdstuk 10.2.1 Paraaf docent 45 F-Gassen II Opdrachtenboek 12.1.4.1 Leegpompen installatie - Noteer eerst de gewichten van cilinder en afzuigunit voor het aansluiten - Aansluiten volgens tekening - Ontlucht de slangen (let op, net de rode slang, die is gevuld met koudemiddel !! Gewicht van de cilinder incl. vulling voor legen* Kg Gewicht van de cilinder incl. vulling na legen Kg Verschil weging voor / na legen Kg * Weeg de cilinder zonder slangen en met de dopjes op de kranen !! Gewicht afzuigunit voor het legen* Kg Gewicht afzuigunit na het legen Kg Verschil weging voor / na Kg * De afzuigunit weeg je inclusief de blauwe slang. Totaal afgepompte hoeveelheid koudemiddel _______________Kg 13.1 Beschrijven F-gassen handelingen na reparatie Je moet het expansieventiel vervangen, beschrijf welke F-gassen handelingen je moet uitvoeren. _______________________________________________________________________ _______________________________________________________________________ _______________________________________________________________________ _______________________________________________________________________ _______________________________________________________________________ _______________________________________________________________________ _______________________________________________________________________ 46 F-Gassen II Opdrachtenboek 14.1 Lekdichtheidstest beschrijven De druktest gaan we niet echt uitvoeren. Met welke druk zou je de installatie moeten afpersen? (compleet met berekening) ___________________________________________________________ ___________________________________________________________ Teken de aansluitingen die je maakt om de installatie af te persen. Aansluiten meterset op de warmtepomp om de installatie af te persen (zie hoofdstuk 11.3.1) Paraaf docent 47 F-Gassen II Opdrachtenboek 15.1 Vacuumeren van de installatie beschrijven Het vacuümmeren gaan we niet echt uitvoeren. Hoelang moet je het vacuüm laten staan ? ________________ Min/uren Wat is het vacuüm wat je in deze tijd moet kunnen handhaven? ………….. …………….. (eenheid zelf kiezen) Teken de aansluitingen die je maakt om de installatie af te vacuümeren Aansluiten meterset op de warmtepomp om de installatie te vacuumeren (zie hoofdstuk 11.3.2) Paraaf docent 48 F-Gassen II Opdrachtenboek 16.1 Vullen van de installatie 16.1.1 Aansluitingen tekenen Als je een installatie gemonteerd of gerepareerd hebt mag je hem na een druktest en lekdetectie en het vacumeren weer gaan vullen. Teken de aansluitingen om de installatie weer te vullen en sluit de meterset aan. Aansluiten meterset op de warmtepomp om de installatie te vullen (zie hoofdstuk 11.4.1) Paraaf docent 49 F-Gassen II Opdrachtenboek 16.1.2 Vullen van de installatie - Noteer eerst het gewicht van cilinder voor het aansluiten - Aansluiten volgens tekening - Ontlucht de slangen (let op niet de hele unit gaan vacuumeren) Gewicht van de cilinder incl. vulling voor vullen Kg Gewicht van de cilinder incl. vulling na vullen Kg Verschil weging voor / na legen Kg Gewicht cilinder Kg Wat is de nominale vulling volgens typeplaatje Kg Wat is de hoeveelheid die je gevuld hebt Kg Paraaf docent Afronden werkzaamheden Wat bent u verplichte te doen nadat u de installatie met koudemiddel gevuld hebt: _______________________________________________________________________ _______________________________________________________________________ _______________________________________________________________________ 50 F-Gassen II Opdrachtenboek 17.1 Werkbon 51 F-Gassen II Opdrachtenboek 52 F-Gassen II Opdrachtenboek 18.1 Registratie van beheer Datum Rapport Aard van N/O/S R. Type Afgetapt Bijgevuld nr. werkzaamheden kg/ton kg/ton CO2 CO2 (nieuwbouw/ onderhoud/ storing) 53 F-Gassen II Opdrachtenboek 19.1 Verplichte f-gassen handelingen na reparatie of installatie Bij een reparatie aan een koelmachine zijn er een aantal verplichte handelingen - Leeghalen / afpompen installatie bij lekkage - Afpersen met stikstof o Dit moet tot 1,1 x Ps waarde - Afsoppen met zeepsop - Vacumeren van de installatie o Het bereikte vacuum moet 30 minuten onder ▪ 270 pascal of ▪ 2025 micron blijven - Na het vullen en afronden van de werkzaamheden een directe lektest met een lekdetector met een nauwkeurigheid van < 5 ppm 54 F-Gassen II Opdrachtenboek 19.2 Aantekeningen 55 F-Gassen II Opdrachtenboek 20. 1 Proefexamen 1 Tijd voor de opdracht is 120 minuten. Datum: ________________________________ Starttijd: _______________ Naam:_____________________________________________________ Opdrachten omschrijving Opdracht 1 → visuele inspectie en een indirecte lekdetectie van de installatie. Gebruik de 0-meting uit het logboek. Opdracht 2 → Weging koudemiddel (legen) van de installatie. Aangegeven procedure voor het correct vervangen van een onderdeel volgens het f- gassen besluit. Opdracht 3 → Vullen, inbedrijfsstellen en werkregistratie. Opdracht 4 → Bemeten, onderhoudsrapport opmaken. Installatie gegevens De opdrachten moeten worden uitgevoerd op trainingsunit: __________ Koudemiddel R410A/ R 32* Airco buitendeel is voorgevuld. Maximale temperatuur verschil bij cilinder controle op zuiverheid is 2 K. 56 F-Gassen II Opdrachtenboek Opdracht 1 – Controle werking van de installatie A. Sluit de benodigde apparatuur aan om de installatie te kunnen bemeten. Ontlucht het geheel en laat dit door de opleider beoordelen voordat je met het legen begint. Controle docent. Meetrapport Merk ___________________________ Koudemiddel R 410A / R32* Veiligheid klasse A1 / A2L* Verwarmingscapaciteit ____________________________ kW Inhoud ____________________________ gram Stek installatie nummer ____________________________ A. Voer een meting uit aan de installatie Verwarmen / Koelen Meetwaarde Verwarmen Koelen Persdruk (pe) (condensordruk) Condensatietemperatuur Zuigdruk (pe) (Verdamperdruk) Verdampingstemperatuur Zuiggastemperatuur Persgastemperatuur Vloeistoftemperatuur Ruimtetemperatuur Uitblaastemperatuur binnendeel Buitentemperatuur Uitblaastemperatuur buitendeel DeltaT binnendeel DeltaT buitendeel Oververhitting Onderkoeling Opgenomen stroom 57 F-Gassen II Opdrachtenboek B. Controleer of de installatie goed werkt. GOED / NIET GOED* C. Onderbouwing ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ Opdracht 2 – weging van de aanwezige koudemiddel in de installatie 58 F-Gassen II Opdrachtenboek Geef in de tekening aan welke aansluiting(en) je gebruikt en hoe je het apparatuur aansluit om te legen. 59 F-Gassen II Opdrachtenboek Gewicht voorraad cilinder inclusief koudemiddel ……………… Kg, is dit Bruto / Netto / Tarra ? Gewicht lege fles ……………… Kg, is dit Bruto / Netto / Tarra ? Koudemiddel in cilinder ……………… Kg, is dit Bruto / Netto / Tarra ? Maximale vulgewicht ……………… Kg Gewicht afzuigunit ……………… Kg A. Koudemiddel cilinder beoordeling ________________________________________________________ ________________________________________________________ ________________________________________________________ B. Sluit de benodigde apparatuur aan om de installatie te legen. Voordat je met het legen begint laat de opstelling door de opleider beoordelen. Controle docent. C. Start het leeghalen van de installatie en voer de weging zo nauwkeurig mogelijk uit. D. Afgetapte hoeveelheid koudemiddel is ________________ Gewicht afpompunit _______________________________ 60 F-Gassen II Opdrachtenboek LET OP! Voordat je het apparatuur afkoppelt laat je de opstelling door de opleider controleren en leg je uit hoe je zonder koudemiddel verlies uitvoert. Controle docent. E. Wat zijn de handelingen (stappen) bij het vervangen van een onderdeel volgens het F- gassen besluit? _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ 61 F-Gassen II Opdrachtenboek Geef in de onderstaande tekening aan hoe er apparatuur moet worden aangesloten om een lektest te doen. 62 F-Gassen II Opdrachtenboek Geef in de onderstaande tekening aan hoe er apparatuur moet worden aangesloten om te vacumeren. 63 F-Gassen II Opdrachtenboek Opdracht 3 – Vullen van de installatie A. Leg aan de opleider uit hoe je gaat vullen. B. Vul de onderstaande gegevens in Gewicht cilinder _______________________________________ Bedrijfsvulling van de installatie ___________________________ C. Geef in de onderstaande tekening aan welke aansluiting(en) je gebruikt en hoe je het apparatuur aansluit om te vullen. 64 F-Gassen II Opdrachtenboek D. Sluit de benodigde apparatuur aan op de installatie. LET OP! Laat de opstelling controleren door de opleider voordat je de installatie vult. Controle docent. E. Met welk middel heb je de installatie afgevuld? De installatie heb ik afgevuld met _____________________________________________ F. Wat ben je volgens het F- gassenbesluit verplicht uit te voeren na het vullen van een installatie met koudemiddel? ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ G. Stel de airco-unit/ warmtepomp in bedrijf en vul onderstaande registratie van onderhoud/werkbon in. H. Voordat je de meterset afkoppelt laat je de opstelling door de opleider controleren. Controle docent. 65 F-Gassen II Opdrachtenboek Opdracht 4 – Rond de werkzaamheden af volgens het F- gassen besluit en de BRL 100. Registratie van beheer Totaal overzicht van de uitgevoerde werkzaamheden. Installatie: Blad: Datum Rapport Aard van N/O/S R. Type Afgetapt Bijgevuld nr. werkzaamheden kg/ton kg/ton CO2 CO2 (nieuwbouw/ onderhoud/ storing) *Vul voor deze opdracht ook bijlage 1 in. 66 F-Gassen II Opdrachtenboek 67 F-Gassen II Opdrachtenboek 68 F-Gassen II Opdrachtenboek 21.1 Proefexamen 2 Tijd voor de opdracht is 120 minuten. Datum: ________________________________ Starttijd: _______________ Naam: ______________________________________________________________________________ Opdrachten omschrijving Opdracht 1 → visuele inspectie en een indirecte lekdetectie van de installatie. Gebruik de 0-meting uit het logboek. Opdracht 2 → Weging koudemiddel (legen) van de installatie. Aangegeven procedure voor het correct vervangen van een onderdeel volgens het f- gassen besluit. Opdracht 3 → Vullen, inbedrijfsstellen en werkregistratie. Opdracht 4 → Bemeten, onderhoudsrapport opmaken. Installatie gegevens De opdrachten moeten worden uitgevoerd op trainingsunit: _______________________________ Koudemiddel R410A/ R 32* Airco buitendeel is voorgevuld. Maximale temperatuur verschil bij cilinder controle op zuiverheid is 2 K. 69 F-Gassen II Opdrachtenboek Opdracht 1 – Controle werking van de installatie D. Sluit de benodigde apparatuur aan om de installatie te kunnen bemeten. Ontlucht het geheel en laat dit door de opleider beoordelen voordat je met het legen begint. Controle docent. De indirecte lekdichtheid dient in de verwarmingsmode worden uitgevoerd. Meetrapport Merk ___________________________ Koudemiddel R 410A / R32* Veiligheid klasse A1 / A2L* Verwarmingscapaciteit ____________________________ kW Inhoud ____________________________ gram Stek installatie nummer ____________________________ B. Voer een meting uit aan de installatie verwarmings/koelmode. Meetwaarde Verwarmen Koelen Persdruk (pe) (condensordruk) Condensatietemperatuur Zuigdruk (pe) (Verdamperdruk) Verdampingstemperatuur Zuiggastemperatuur Persgastemperatuur Vloeistoftemperatuur Ruimtetemperatuur Uitblaastemperatuur binnendeel Buitentemperatuur Uitblaastemperatuur buitendeel DeltaT binnendeel DeltaT buitendeel Oververhitting Onderkoeling Opgenomen stroom E. Controleer of de installatie goed werkt. GOED / NIET GOED* F. Onderbouwing 70 F-Gassen II Opdrachtenboek ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ Opdracht 2 – weging van de aanwezige koudemiddel in de installatie Geef in de tekening aan welke aansluiting(en) je gebruikt en hoe je het apparatuur aansluit om te legen. Gewicht voorraad cilinder _________________________________________________________ Gewicht afzuigunit _________________________________________________________ 71 F-Gassen II Opdrachtenboek Tarra gewicht fles _________________________________________________________ Maximale vulgewicht _________________________________________________________ F. Koudemiddel cilinder beoordeling ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ G. Sluit de benodigde apparatuur aan om de installatie te legen. Voordat je met het legen begint laat de opstelling door de opleider beoordelen. Controle docent. H. Start het leeghalen van de installatie en voer de weging zo nauwkeurig mogelijk uit. I. Afgetapte hoeveelheid koudemiddel is ________________________________. Gewicht afzuigunit ________________________________________________. LET OP! Voordat je het apparatuur afkoppelt laat je de opstelling door de opleider controleren en leg je uit hoe je zonder koudemiddel verlies uitvoert. Controle docent. J. Wat zijn de handelingen (stappen) bij het vervangen van een onderdeel volgens het F- gassen besluit? _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ 72 F-Gassen II Opdrachtenboek _____________________________________________________________________ Geef in de onderstaande tekening aan hoe er apparatuur moet worden aangesloten om een lektest te doen. 73 F-Gassen II Opdrachtenboek Geef in de onderstaande tekening aan hoe er apparatuur moet worden aangesloten om te vacumeren. 74 F-Gassen II Opdrachtenboek Opdracht 3 – Vullen van de installatie I. Leg aan de opleider uit hoe je gaat vullen. J. Vul de onderstaande gegevens in Gewicht cilinder ______________________________________________ Bedrijfsvulling van de installatie ______________________________________________ K. Geef in de onderstaande tekening aan welke aansluiting(en) je gebruikt en hoe je het apparatuur aansluit om te vullen. 75 F-Gassen II Opdrachtenboek L. Sluit de benodigde apparatuur aan op de installatie. LET OP! Laat de opstelling controleren door de opleider voordat je de installatie vult. Controle docent. M. Met welk middel heb je de installatie afgevuld? De installatie heb ik afgevuld met _____________________________________________ 76 F-Gassen II Opdrachtenboek N. Wat ben je volgens het F- gassenbesluit verplicht uit te voeren na het vullen van een installatie met koudemiddel? ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ O. Stel de airco-unit/ warmtepomp in bedrijf en vul onderstaande registratie van onderhoud/werkbon in. P. Voordat je de meterset afkoppelt laat je de opstelling door de opleider controleren. Controle docent. Opdracht 4 – Rond de werkzaamheden af volgens het F- gassen besluit en de BRL 100. Registratie van beheer Totaal overzicht van de uitgevoerde werkzaamheden. Installatie: Blad: Datum Rapport Aard van N/O/S R. Type Afgetapt Bijgevuld nr. werkzaamheden kg/ton kg/ton CO2 CO2 (nieuwbouw/ onderhoud/ storing) 77 F-Gassen II Opdrachtenboek *Vul voor deze opdracht ook bijlage 1 in. 78 F-Gassen II Opdrachtenboek 79 F-Gassen II Opdrachtenboek 80 F-Gassen II Opdrachtenboek 22.1 Proefexamen 3 Tijd voor de opdracht is 120 minuten. Datum: ________________________________ Starttijd: _______________ Naam: ______________________________________________________________________________ Opdrachten omschrijving Opdracht 1 → visuele inspectie en een indirecte lekdetectie van de installatie. Gebruik de 0-meting uit het logboek. Opdracht 2 → Weging koudemiddel (legen) van de installatie. Aangegeven procedure voor het correct vervangen van een onderdeel volgens het f- gassen besluit. Opdracht 3 → Vullen, inbedrijfsstellen en werkregistratie. Opdracht 4 → Bemeten, onderhoudsrapport opmaken. Installatie gegevens De opdrachten moeten worden uitgevoerd op trainingsunit: _______________________________ Koudemiddel R410A/ R 32* Airco buitendeel is voorgevuld. Maximale temperatuur verschil bij cilinder controle op zuiverheid is 2 K. 81 F-Gassen II Opdrachtenboek Opdracht 1 – Controle werking van de installatie G. Sluit de benodigde apparatuur aan om de installatie te kunnen bemeten. Ontlucht het geheel en laat dit door de opleider beoordelen voordat je met het legen begint. Controle docent. De indirecte lekdichtheid dient in de verwarmingsmode worden uitgevoerd. Meetrapport Merk ___________________________ Koudemiddel R 410A / R32* Veiligheid klasse A1 / A2L* Verwarmingscapaciteit ____________________________ kW Inhoud ____________________________ gram Stek installatie nummer ____________________________ C. Voer een meting uit aan de installatie verwarmings/koelmode. Meetwaarde Verwarmen Koelen Persdruk (pe) (condensordruk) Condensatietemperatuur Zuigdruk (pe) (Verdamperdruk) Verdampingstemperatuur Zuiggastemperatuur Persgastemperatuur Vloeistoftemperatuur Ruimtetemperatuur Uitblaastemperatuur binnendeel Buitentemperatuur Uitblaastemperatuur buitendeel DeltaT binnendeel DeltaT buitendeel Oververhitting Onderkoeling Opgenomen stroom H. Controleer of de installatie goed werkt. GOED / NIET GOED* I. Onderbouwing ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 82 F-Gassen II Opdrachtenboek Opdracht 2 – weging van de aanwezige koudemiddel in de installatie Geef in de tekening aan welke aansluiting(en) je gebruikt en hoe je het apparatuur aansluit om te legen. Gewicht voorraad cilinder _________________________________________________________ Gewicht afzuigunit _________________________________________________________ Tarra gewicht fles _________________________________________________________ Maximale vulgewicht _________________________________________________________ 83 F-Gassen II Opdrachtenboek K. Koudemiddel cilinder beoordeling ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ L. Sluit de benodigde apparatuur aan om de installatie te legen. Voordat je met het legen begint laat de opstelling door de opleider beoordelen. Controle docent. M. Start het leeghalen van de installatie en voer de weging zo nauwkeurig mogelijk uit. N. Afgetapte hoeveelheid koudemiddel is ________________________________. Gewicht afzuigunit ________________________________________________. LET OP! Voordat je het apparatuur afkoppelt laat je de opstelling door de opleider controleren en leg je uit hoe je zonder koudemiddel verlies uitvoert. Controle docent. O. Wat zijn de handelingen (stappen) bij het vervangen van een onderdeel volgens het F- gassen besluit? _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ 84 F-Gassen II Opdrachtenboek Geef in de onderstaande tekening aan hoe er apparatuur moet worden aangesloten om een lektest te doen. 85 F-Gassen II Opdrachtenboek Geef in de onderstaande tekening aan hoe er apparatuur moet worden aangesloten om te vacumeren. 86 F-Gassen II Opdrachtenboek Opdracht 3 – Vullen van de installatie Q. Leg aan de opleider uit hoe je gaat vullen. R. Vul de onderstaande gegevens in Gewicht cilinder ______________________________________________ Bedrijfsvulling van de installatie ______________________________________________ S. Geef in de onderstaande tekening aan welke aansluiting(en) je gebruikt en hoe je het apparatuur aansluit om te vullen. 87 F-Gassen II Opdrachtenboek T. Sluit de benodigde apparatuur aan op de installatie. LET OP! Laat de opstelling controleren door de opleider voordat je de installatie vult. Controle docent. U. Met welk middel heb je de installatie afgevuld? De installatie heb ik afgevuld met _____________________________________________ V. Wat ben je volgens het F- gassenbesluit verplicht uit te voeren na het vullen van een installatie met koudemiddel? ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ W.Stel de airco-unit/ warmtepomp in bedrijf en vul onderstaande registratie van onderhoud/werkbon in. X. Voordat je de meterset afkoppelt laat je de opstelling door de opleider controleren. Controle docent. 88 F-Gassen II Opdrachtenboek Opdracht 4 – Rond de werkzaamheden af volgens het F- gassen besluit en de BRL 100. Registratie van beheer Totaal overzicht van de uitgevoerde werkzaamheden. Installatie: Blad: Datum Rapport Aard van N/O/S R. Type Afgetapt Bijgevuld nr. werkzaamheden kg/ton kg/ton CO2 CO2 (nieuwbouw/ onderhoud/ storing) *Vul voor deze opdracht ook bijlage 1 in. 89 F-Gassen II Opdrachtenboek 90 F-Gassen II Opdrachtenboek 91 F-Gassen II Opdrachtenboek 23.1 Solderen en monteren werkstuk 92 F-Gassen II Opdrachtenboek 23.2 Soldeerdocument 1 (voorbeeld) Dit document moet je invullen met je examen. Examenlocatie: Examinator: Kandidaat nummer: Je STEK nummer uit je oproep per mail Naam kandidaat: Geboorte datum: jouw geboortedatum Jouw naam Geboorte plaats: jouw geboorteplaats Wijze van identificatie (soort legitimatie): Identificatienummer: Je ID of rijbewijs, vergeet deze dus niet (geen Kopie !!) Testgebied: ½ tot 7/8 middenlijn koperen leiding Volgens de tekening van de examenopdracht module S&M Soort verbinding Koper – Koper Euro koppeling Koper – staal Soldeer proces Hardsolderen Hardsolderen Nozzle type en pit nummer Nr. 2 Nr. 2 Type verhittingsgas Propaan i.c.m. zuurstof Propaan i.c.m. zuurstof Gasdruk Gas – Zuurstof Gas – Zuurstof 1 : 10 (0,3 – 3 bar) 1 : 10 (0,3 – 3 bar) Toevoegmateriaal Lasstaaf 3* mm met 5% 45% zilver, zilver rond/vierkant* …… mm Type specificatie - Indirect verwarmen Vorm en afmeting geleidelijk aanbrengen Methode van aanbrengen FLUX (vloeimiddel) Geen vloeimiddel Pasta Flux AG 145 Type en specificatie en / of Vorm en afmeting Methode van aanbrengen Poeder Flux U25/1 Opstelling werkstuk 45 graden 45 graden Voorbereiding voor het Ontbramen, schuren, solderen ontvetten Nabehandeling na het solderen Deze soldeermethode beschrijving behoort bij de persoonscertificering van de F- gassenverordening categorie | & || 93 F-Gassen II Opdrachtenboek 23.3 Werkdruk/afpersdruk soldeerwerkstuk Je werkstuk is een onderdeel van een machine. Vul onderstaande tabellen in Koudemiddel R134a Max. buitentemperatuur Condensortemperatuur Ps waarde Afpersdruk* Koudemiddel R407c Max. buitentemperatuur Condensortemperatuur Ps waarde Afpersdruk* Koudemiddel R410a Max. buitentemperatuur Condensortemperatuur Ps waarde Afpersdruk* Koudemiddel R32 Max. buitentemperatuur Condensortemperatuur Ps waarde Afpersdruk* Afpersdruk met berekening Handelingen F-Gassen II 24.0 Aantekeningen Handelingen F-Gassen II