Kunst: Inleiding (Wat is kunst?) PDF

### Inleiding ( wat is kunst?) 1. ruimere definitie = Esthetica : bestudeert het proces dat zich afspeelt tussen de mens en kunstwerk. 2. Kunst is moeilijk te definiëren, wanneer is iets kunst en wanneer niet? - - - 3. - - - - 4. +-----------------------------------...

### Inleiding ( wat is kunst?) 1. ruimere definitie = Esthetica : bestudeert het proces dat zich afspeelt tussen de mens en kunstwerk. 2. Kunst is moeilijk te definiëren, wanneer is iets kunst en wanneer niet? - - - 3. - - - - 4. +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **1. naargelang het bepaalde doel | **2. naargelang de zintuigen:** | | van de kunst:** | | | | → kunst voor het oog (bouwkunst, | | → gebonden kunst (industrie, | schilderkunst) | | politiek,...) | | | | → kunst voor het oor (poëzie, | | → zuivere kunst (schoonheid) | literatuur, muziek) | | | | | | → kunst voor het oog en oor | | | (film, dans, toneel) | +===================================+===================================+ | **3. naargelang de pedagogie:** | | | | | | → plastische kunsten | | | | | | → literaire kunsten | | | | | | → muzische kunsten | | +-----------------------------------+-----------------------------------+ 5. De kunstenaar heeft inspiratie nodig -\> bron van inspo bv : natuur, cultuur, godsdienst, het alledaagse leven. Pas wanneer een kunstenaar gestalte weet te geven aan zijn ontroering, zijn verwondering, zijn verontwaardiging of zijn ideologie (gedachtegang), schept hij kunst. 6. **Fysioplastische kunst :** haalt inspiratie uit tastbare werkelijkheid, die redelijk dicht bij de realiteit blijft (bv : Altamira stier) **Ideoplastische kunst :** vertrekt vanuit zijn innerlijke ideeën , kunstwerk dat door deformatie (vervorming) meer verwijdert raakt van de werkelijkheid (bv : Lascaux stier) 7. 8. 9. 10. +-----------------------------------+-----------------------------------+ | Wim Delvoye | cloaca | +===================================+===================================+ | Marcel Duchamp |  | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | Marcel Broodthaers | | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | Andy Warhol |  | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | Jeff Koons | pink panther | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | Panamarenko |  | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | Maurizio Cattelan | | +-----------------------------------+-----------------------------------+ 2. 11. +-----------------------------------+-----------------------------------+ | techniek | 1\. de vaardigheid om het | | | gereedschap en het materiaal te | | | hanteren. (bv: penseeltoets) | | | | | | 2\. de geestelijke uitdrukking | | | die door het gereedschap en het | | | materiaal tot stand kan komen. | +===================================+===================================+ | materiaal | Materiaal en het gereedschap | | | waarmee de kunstenaar tekent, | | | schildert en beeldhouwt zijn heel | | | divers. | | | | | | - - | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | factuur | De wijze waarop de kunstenaar | | | verftoetsen, lijnen, strepen, | | | vlekken en vlakken op papier of | | | doek zet. | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | kleurensymboliek | de toekenning van symbolische | | | betekenissen aan kleuren op basis | | | van emoties, associaties of | | | culturele en contextuele | | | interpretaties. | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | kleurtoon | De verschillende gradaties van | | | eenzelfde kleur | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | kleurschaal | De verzameling van afgezwakte of | | | afgestompte kleurtonen van | | | eenzelfde kleur | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | kleurnuance | De gradaties die een kleur | | | ondergaat door vermenging met een | | | kleine hoeveelheid van een andere | | | kleur. | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | compositie | De manier waarop verschillende | | | elementen binnen een kunstwerk | | | (zoals lijnen, vormen, kleuren, | | | en texturen) worden georganiseerd | | | en gerangschikt om een | | | harmonisch, visueel aantrekkelijk | | | en betekenisvol geheel te vormen. | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | beeldbegrenzing | Het plastisch gebeuren binnen de | | | contouren van het kunstwerk | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | ruimte-indeling | De manier hoe de componenten in | | | een beeldvlak zijn geschikt | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | richtingslijnen | De denkbeeldige lijnen die de | | | beschouwer bewust of onbewust in | | | het beeldvlak volgt. | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | diepte | De illusie van de derde dimensie. | | | De kunstenaar kan het verkrijgen | | | door het gebruik van contrasten | | | of door het gebruik van | | | perspectief. | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | perspectief | De manier om objecten op een plat | | | vlak af te beelden. | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | ritme | Een terugkerende beweging van een | | | min of meer bepaalde regelmaat. | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | de gulden snede | De verdeling van een lijnstuk, | | | waarbij de verhouding van het | | | kleinste deel en het grootste | | | deel even groot is als de | | | verhouding van het grootste deel | | | en de gehele lijn. | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | de stijl | De wijze waarop de kunstenaar aan | | | zijn bedoeling gestalte geeft. | +-----------------------------------+-----------------------------------+ 12. - - - - - - **Werktuigen kunstenaar :** → Penseel, ruwe borstel met haren, mesjes, met de hand → Welk soort bijtel? : welke hamer?, lassen of plakken, glas kan je blazen maar ook persen... 13. Hij kan potlood of penseel hanteren met : - - - - - - Hij kan kiezen voor:     14. Realistische weergave  ----------------------- ------------------------ plat silhouet geïdealiseerd beeld  expressieve vorm lineaire vorm  gestileerde vorm publicitaire vorm  geabstraheerde vorm 15. - - - - - - - 16. Sommige mensen houden van een bepaalde kleur en anderen niet. =\> Mensen brengen kleuren in verband met persoonlijke ervaringen. Men kan positieve of negatieve gevoelens hebben ten aanzien van kleuren (bv : rood ; associëren met bloed en vernieling maar je kan rood ook associëren met gevoelens van warmte en genegenheid ). → Iedereen heeft een subjectief gevoel voor kleuren. 17. 18. 1. 2. 3. 4. 5. 19. → Alle veranderingen in kleurkwaliteit die voorwerpen vertonen die onderling van kleur verschillen maar naast elkaar worden waargenomen. Kijk voor Chevreuil in het boek!! 20. \* **blijheid** = door dominantie van warme (geel, oranje,rood) kleuren en door dominantie van opgaande kleuren (NB een westers schilderij van links naar rechts) \* **kalmte** = door equivalentie tussen lichte en donkere tonen 'equivalentie tussen warme en koude kleuren. (Koude kleuren zoals : blauw, grijs en wit) en horizontale lijnen. \* **droefheid** = door dominantie van donkere kleuren, dominantie van koude en kleuren en neergaande lijnen. 21. 22. 23. - - - - - 24. Net zoals bij een foto probeert de kunstenaar de ruimte te beheersen, door **de begrenzing van het beeld**. In het beeldvlak schikt de kunstenaar de beelden. Hij groepeert, voegt samen, brengt kleur aan dit alles binnen het beeldvlak.  25. De ruimte-indeling is de manier hoe de componenten in een beeldvlak zijn geschikt. Meestal zit een schematische structuur in het kunstwerk: verticaal, horizontaal, centraal, diagonaal, symmetrisch, asymmetrisch of willekeurig.  26. denkbeeldige lijnen die beschouwers bewust of onbewust in het beeldvlak volgen. Dit verkrijgt de kunstenaar door het zodanig rangschikken van de beeldelementen, stuurt de blik naar het essentiële in het kunstwerk, en kan een kunstwerk statisch of dynamisch maken. - - - - 27. mogelijkheden zijn: groot ↔ klein actieve kleuren ↔ passieve kleuren contrasten ↔ nuances --------------------------------- ------------------------------------ ------------------------------ donkere kleuren ↔ licht kleuren warme kleuren ↔ koude kleuren detail ↔ rudimentaire vormen 28. 29. 30. 31. De wijze waarop kunstenaar aan zijn bedoeling gestalte geeft. Zij het dynamisch , zij het statisch. Zij het brutaal of verfijnd, uitbundig of ingetogen in zachte toonwaarden of sterke kleurcontrasten. bijvoorbeeld: - - - - 32.  33. - - - -  Vincent van Gogh: Toen de goede vriend Gauguin hem na een ruzie de rug toekeerde, schilderde hij zijn eigen stoel, die er verlaten bij staat. De stoel van Vincent van Gogh is als het ware een innerlijk zelfportret, waarin de eenzaamheid van de schilder tot uitdrukking komt. 34. John Constable Théodore Géricault  --------------------- -- -------------------- ------------------------ Piet Mondriaan Rembrandt van Rijn  Georges Seurat Vincent Van Gogh  Gebroeders Van Eyck Ludwig Kirchner  Wassily Kandinsky 3. 35. 4. 36. - - - - - - - - - - - - - - - 5. 37. - - - - - - - - - - - 38. - - - - - - - - - - - - - - - - 6. 7. 39. - - - - - - - - - - - - - - - 1. **Algemene informatie:** - - - - **Bijdragen aan beeldhouwkunst:** - - - **Belangrijke werken:** - - - **Werk en nalatenschap:** - - 2. **Algemene informatie:** - - **Ontdekking en herkomst:** - - **Conservatie en locatie:** - - **Kenmerken van de beelden:** - - - - **Artistieke betekenis:** - -