Suïcidaliteit e-learning module PDF

Summary

This document provides a suïcidaliteit e-learning module that discusses the basisprinciples for dealing with suicidal children and adolescents, contact-making, and safety-planning.

Full Transcript

**Deel 1: Suïcidaliteit begrijpen** **1. Basisprincipes in de zorg aan suïcidale kinderen en jongeren** 4 basisprincipes: - Contact maken - Veiligheid bevorderen - Naasten betrekken - Zorgcontinuïteit bewaken **Contact maken** - Bouw een zo goed mogelijke vertrouwensband op - Pr...

**Deel 1: Suïcidaliteit begrijpen** **1. Basisprincipes in de zorg aan suïcidale kinderen en jongeren** 4 basisprincipes: - Contact maken - Veiligheid bevorderen - Naasten betrekken - Zorgcontinuïteit bewaken **Contact maken** - Bouw een zo goed mogelijke vertrouwensband op - Praat met K en J op een manier die aansluit bij hun levensfase - Hier begrip en interesse tonen voor hun leefwereld - Durf zelf het gesprek aan te gaan over een mogelijke doodswens of zelfmoordgedachten, - Zo voelen ze zich vrij om daarover te kunnen praten **WEL** **NIET** ------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------------------- Hen inspraak geven in de behandeling Beloftes maken Af en toe iets persoonlijk delen: zorgt voor authenticiteit en kan helpen bij de vertrouwensband Geheimhouding beloven Crisis vanuit hun perspectief zien: geef hen jouw volledig aandacht Duidelijke afspraken maken: aangeven wat men kan verwachten en polsen naar hun noden en verwachtingen Hem mee de topics van het gesprek laten bepalen: je biedt hen openheid en autonomie **Veiligheid bevorderen** - Samen met hen en de naasten nagaan hoe ze toekomstige crisis zouden kunnen overbruggen **WEL** **NIET** ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Samen een Safety Plan opmaken: om voorbereid te zijn op een mogelijke toekomstige crisis en biedt hierin hun autonomie en inspraak Standaard verwijzen naar opname: niet noodzakelijk doordat de meeste jongeren met suïcidegedachten gaan immers niet over tot suïcidaal gedrag Non-suïcidecontract opstellen: geen helpende interventie **Naasten betrekken** - Werk zo goed mogelijk aan contact met de naaste, en betrek hen zoveel mogelijk - Ook als het gaat over suïcidaliteit - Spreken vaak over de ouder als naaste, maak kan ook om andere zorgfiguren gaan! +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **WEL** | **NIET** | +===================================+===================================+ | Biedt naasten psycho-educatie | Betrek naasten enkel wanneer de | | over suïcidepreventie: hebben dit | jongere dit zelf voorstelt | | nodig om een actieve rol te | | | kunnen opnemen | | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | Stimuleer om steunfiguren uit de | | | persoonlijke omgeving te | | | betrekken in de zorg: | | | beschermende factor voor het | | | herstel van K of J | | | | | | (wel rekening houden met | | | beroepsgeheim) | | +-----------------------------------+-----------------------------------+ **Zorgcontinuïteit bewaken** - Goede opvolging van suïcidale K en J voor, tijdens en na de behandeling is van belang - Hiaten (= onderbrekingen) in het zorgtraject kunnen namelijk risicovolle momenten zijn en het suïciderisico verhogen **WEL** **NIET** --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- -------------------------------------------------------------------------------------- Na ontslag een follow-up contact met K of J plannen: hierna is namelijk de grootste risicoperiode voor het (opnieuw) stellen van suïcidaal gedrag Gesprek over zelfdoding zelf niet aangaan, maar overlaten aan de psychiater Suïcidaliteit regelmatig opnieuw bevragen: suïcidaliteit kent namelijk een wisselend beloop Huisarts enkel betrekken in noodgeval: om een steunnetwerk rond K of J uit te bouwen **2. Prevalentie van suïcidale gedachten en gedrag bij kinderen en jongeren ** - 15,1% van de -13 jarigen dacht ooit al aan zelfdoding - 16,3% van de jongens tussen 13 en 18 jaar dacht ooit al twee keer of meer aan zelfmoord  - 28,3% van de meisjes tussen 13 en 18 jaar dacht ooit al twee keer of meer aan zelfmoord  **Overlijden door zelfdoding** - ![](media/image2.png)Ook voorkomen op jonge leeftijd - Vlaanderen - ≤14 jaar: zeldzaam - ≥ 15 jaar: stijging suïciderate - Belangrijkste doodsoorzaak bij Vlaamse jongeren van 15j --19 j  - Meer jongens overlijden door suïcide dan meisjes **Poging tot zelfdoding** - Meisjes ondernemen meer (niet-fatale) suïcidepogingen - Meer dan jongens én ook dan andere leeftijdsgroepen **3. Het verloop van het suïcidale proces bij kinderen en jongeren** **Ambivalentie** Ambivalentie = je wil iets, en je wil het tegelijkertijd ook niet - Doodswens = vaak ambivalent - Bij het denken aan zelfdoding, wilt men vaak niet zozeer dood - 47,1% wilde expliciet sterven - 28,2% wilde niet sterven - 24,2% was onverschillig Zien vaak gewoon geen mogelijkheid meer om op de huidige manier verder te leven - Verlangen naar een ander leven \> verlangen om dood te zijn Breng ambivalentie in kaart tijdens een gesprek! Afbeelding met diagram, schermopname, cirkel, Kleurrijkheid Automatisch gegenereerde beschrijving **Mate van plannen van suïcidepogingen** Het hebben van een plan verhoogt het suïciderisico, maar de afwezigheid van een plan betekent niet dat er geen of een laag risico is. - 49,3% had de poging niet gepland - 22,8% had de poging minder dan 3u vooraf gepland - 27,9% had de poging meer dan 3u vooraf gepland Het is voornamelijk de overgang van suïcidale gedachten naar gedrag die bij jongeren plots en impulsief kan gebeuren (d.w.n.z. dat ze vooraf geen gedachten over zelfdoding hadden). - Bij K en J: suïcidaal gedrag voorafgegaan door een proces - Eerste gedachte meer concrete wens uitvoeren van een suïcide(poging)  - Proces niet altijd herkend - Terwijl er misschien wel heel wat factoren in meespelen **Factoren in proces** - Suïcidaal gedrag - = complex - = ontstaat vanuit een opeenstapeling van kwetsbaarheidsfactoren en stressfactoren - Risicofactoren - = stress-, kwetsbaarheids- en drempelverlagende factoren die kans op suïcidaal gedrag verhogen - Nooit 1 risicofactor - Aanwezigheid leidt niet altijd tot suïcidaal gedrag, kans erop is wel vergroot - Beschermende factoren - = drempelverhogende factoren, factoren die ervoor kunnen zorgen dat suïcidaal gedrag zich minder snel zal ontwikkelen **Deel 2: Suïcidaliteit bevragen** **1. Impact van een overlijden van een ouderfiguur door suïcide** - Grote invloed op een kind of jongere op het ontwikkelen van suïcidaliteit - Rouwproces wordt beïnvloedt door factoren - Band met de aanwezige ouderfiguur: sterke band met de ouderfiguur die na het overlijden de zorg draagt, oefent een positieve invloed uit op ontwikkeling van het K - Band met de overleden ouderfiguur: emotioneel sterke band met de overledene vergroot kans op intenser rouwproces en risico op latere psychiatrische problemen - Sociale steun: betere sociale steun leidt tot beter psychologisch welbevinden na een onverwacht of gewelddadig overlijden - Familiaal functioneren: reeds bestaande problemen binnen het gezin spelen een rol in het rouwproces en kunnen leiden tot verdere spanningen **2. Signalen van suïcidaliteit herkennen bij K en J** Mogelijke signalen: **WEL** **NIET** -------------------------------------- ---------------------- Minder eten Spelen met vriendjes Tekeningen maken over de dood Goede punten behalen Zich afzonderen op de speelplaats Minder meedoen met de les Zich alleen en een last voelen Zeggen dat ze bij haar mama wil zijn **Uiting gedachten** Ongewone preoccupatie met de dood, geen redenen zien om te leven, zelfmoordgedachten -------------------------- -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- **Uiting gevoelens** Hopeloosheid, het gevoel vast te zitten, zich een last voelen, eenzaamheid, zich niet verbonden voelen, spanning of angsten, stemmingswisselingen **Veranderingen gedrag** Risicogedrag, zich terugtrekken van familie, vrienden, samenleving, weggeven van persoonlijke voorwerpen, zelfverwonding, apathie, maken van zelfmoordplannen of ondernemen van een poging **Fysieke signalen** Vermoeidheid, slaapproblemen, concentratie- of geheugenproblemen, verstoord hongergevoel ! wijzen niet altijd op suïcidaliteit, ook signalen van rouwproces of andere problematiek - Bezorgdheid uiten en erover in gesprek gaan is essentieel Jongeren uiten zelfmoordgedachten minder vaak en minder snel dan volwassenen.  - Wees alert voor **signalen **die kunnen wijzen op de aanwezigheid van suïcidale gedachten - Ga erover in gesprek - J soms **impulsief **handelen bij ondernemen van een suïcidepoging - DUS: niet altijd sprake van duidelijke signalen, uitgesproken doodswens of duidelijk plan **3. Bevragen van doodswens en suïcidaliteit bij K of J** Suïcidaliteit kan al voorkomen bij jonge kinderen. - DUS: belangrijk om alert te zijn vóór de leeftijd van 12 jaar voor signalen - In het kader van vroegdetectie: beter niet afwachten - EERST: focus op aanwezigheid van depressieve gedachten en gevoelens en begrip van de dood en zelfdoding (in kaart brengen) - DAN: polsen naar gedachten en plannen m.b.t. zelfdoding - Bij jonge K - EERST: doodwens bevragen door te polsen wat men al van de dood weet - DAN: verder exploreren met aansluiting op ontwikkelingsleeftijd en leefwereld van K - Vermijd vage bewoordingen ! Elke leeftijd en elk K is verschillend. - Werk op maat - Rekening houden met - Signalen die je opmerkt (vb; meer woedebuien) - Situatie waarin K verkeert (vb; cultuur) - Leeftijd en maturiteit **4 componenten** - Universaliteit: begrijpen dat elk levend wezen kan doodgaan - Onomkeerbaarheid: begrijpen dat als je dood bent, je niet terug tot leven kan komen - Non-functionaliteit: begrijpen dat lichaam niet meer werkt en geen acties meer kan uitvoeren - Causaliteit: begrijpen dat er verschillende interne of externe factoren zijn die de dood kunnen veroorzaken - Naarmate K ouder wordt en afhankelijk van situaties waarin men terecht komt, krijgen kinderen een beter begrip van de dood en deze componenten - Vanaf 10 jaar: de meeste volledig begrip van alle componenten **Topics bevragen a.d.h.v. leeftijd** - Vanaf de leeftijd van 12 jaar (mits voldoende begripsvermogen) bevraag zelfmoordgedachten standaard, alsook zelfbeschadigend gedrag - Vóór de leeftijd van 12 jaar bevraag doodswens standaard en suïcidaliteit bij indicaties - Bij depressieve klachten of een doodswens - Wanneer het kind of een ouderfiguur aangeeft zich hierover zorgen te maken  - Wanneer er een historiek is van suïcidale gedachten of gedrag - Wanneer er sprake is van waarschuwingssignalen - Praten over willen sterven of zichzelf willen doden - Het stellen van zelfbeschadigend gedrag - Het stellen van zeer impulsief agressief gedrag - Het weggeven van dierbaar speelgoed of bezittingen **WEL** **NIET** ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------------------------------------------- Nagaan of K betekenis van door en zelfdoding kent (begrippen uitleggen indien nodig) Vooroordelen Bevraag suïcidaliteit concreet Minimaliseren of ontkennen Verken verder en volg op in volgende gesprekken bij sprake van doodwens, zelfverwonding en / of zelfdodingsgedachten Eenvoudige oplossingen aanreiken Iemand overtuigen van de waarde van het leven Schuld induceren Geheimhouding beloven **Familiegerichte aanpak** Onderlinge relaties en familiedynamieken hebben een invloed op het gezin, het welzijn en hulpzoekend gedrag van kinderen en jongeren.  - Ouderfiguur heeft sterke oplossingsvaardigheden: draagt bij tot een vermindering van de suïcidale ideatie bij het kind - Ouderfiguur kan leren een beschermende rol op te nemen: veiligheid van het kind verhogen tijdens periodes van acute pijn en heftige emoties - Bij een verlies of rouwproces er voor zorgen dat men elkaar in het gezin beter kan begrijpen en communiceren over rouw en gemis - Bij stimulatie van activiteiten te doen en tijd door te brengen met K bij ouderfiguren kunnen zij een positieve invloed uitoefenen op de motivatie van het kind voor de behandeling **Deel 3: Suïcidaliteit exploreren** **1. Factoren met impact op suïcidaliteit bij jongeren** Factoren die rol spelen bij ontstaan van suïcidale gedachten en gedrag: - Genetische en neurologische factoren - Genderidentiteit en seksuele oriëntatie - Socio-demografische factoren - Psychische problemen - Familiale factoren - Ingrijpende levensgebeurtenissen of -omstandigheden - Bloostelling van suïcide - Toegang tot middelen - Psychologische factoren Beschermende factoren: - Sociale verbondenheid - Coping vaardigheden - Hulpverlening **2. Bevragen van suïcidaliteit (wanneer en hoe?)** Als thema\'s zoals seksuele oriëntatie, genderidentiteit, geweldervaringen, blootstelling aan zelfdoding, zelfbeschadigend gedrag aan bod in een gesprek, dan is het aangewezen ook suïcidaliteit te bevragen. **Seksuele oriëntatie en genderidentiteit** Suïcidegedachten en pogingen komen veel vaker voor bij holebi jongeren. Bij transgender jongeren ligt deze prevalentie nog hoger. Onder meer doordat zij met veel extra stressoren kampen. --------------------------------------------- -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- **Geweldervaring** Stresserende levensgebeurtenissen zoals geconfronteerd worden met pesten of geweld kunnen het suïciderisico verhogen.  **Blootstelling aan zelfdoding** Wanneer jongeren een naaste verliezen door zelfdoding, kan dit de kans verhogen dat ze in crisismomenten ook zelf suïcide als uitweg of oplossing zullen zien. Ook het zien van expliciete beelden over zelfdoding kan jongeren die met zelfmoordgedachten zitten triggeren om tot suïcidaal gedrag over te gaan.  **Zelfbeschadigend gedrag** Jongeren die aan zelfbeschadiging doen, hebben een hoger risico om suïcidaal gedrag te ontwikkelen.  **3. Exploreren van suïcidaliteit en het risico formuleren** Om suïcidaliteit verder in kaart te brengen bevraag je de volgende elementen: - Huidige suïcidale intentie: frequentie en intensiteit zelfmoordgedachten, concrete suïcideplannen, inschatting bekwaamheid - Vb; Hoe frequent en intens zijn je suïcidale gedachten? - Risicofactoren: factoren die kwetsbaarheid van persoon verhogen - Vb; Heb je een impulsieve persoonlijkheid? - Beschikbare hulpbronnen: hulpbronnen die hulpvrager ter beschikking heeft in crisismomenten - Vb; Met wie voel je je sociaal verbonden? - Voorspelbare veranderingen: wat zou het risico snel kunnen verhogen of verlagen? - Vb; Tegen welke zaken die je op in de toekomst? = risicoformulering: bedoelt om info op een georganiseerde manier te verzamelen en te ondersteunen wanneer men in gesprek gaat over zelfdoding **Leidraad Opvang en Evaluatie Suïcidaliteit (LOES)** = semigestructureerd interview dat ondersteuning biedt bij een goede eerste opvang van suïcidale personen, het in kaart brengen van aanwezige risicofactoren en beschermende factoren en het exploreren van zorgbehoeften - Deel 1: omvat een eerste deel omvat een basisbevraging die je snel kan afnemen - Deel 2: bevat vragen voor een diepgaandere verkenning van de suïcidaliteit ![Afbeelding met tekst, Lettertype, lijn, wit Automatisch gegenereerde beschrijving](media/image4.png) **4. Safety Plan introduceren** Ook bij kinderen en jongeren kan dit helpen om de stap naar suïcidaal gedrag tegen te gaan.

Use Quizgecko on...
Browser
Browser