Stuvia - Summary of Physiology of Senses PDF
Document Details
Uploaded by CleanerMeadow
null
dedeny
Tags
Related
- Special Senses Anatomy & Physiology PDF
- Essentials of Human Anatomy & Physiology PDF
- Avian Anatomy and Physiology (3) PDF
- Special Senses (Week 14, 15) - Seeley's Anatomy & Physiology - PDF
- Anatomy and Physiology I PDF
- Human Anatomy and Physiology Eleventh Edition - Chapter 15 Part A - Special Senses PDF
Summary
This document provides a summary of the physiology of senses, covering the nervous system, endocrine system, and neurotransmitters. It details the structure and function of various components, including neurotransmitters, and discusses the processes underlying sensory perception.
Full Transcript
Samenvatting Fysiologie van de Zintuigen written by dedeny The Marketplace to Buy and Sell your Study Material At Stuvia, you will find the best notes, summaries, flashcards & other study material. Search for your school or uni and find the study material you need. www.stuvia.com Downloaded by:...
Samenvatting Fysiologie van de Zintuigen written by dedeny The Marketplace to Buy and Sell your Study Material At Stuvia, you will find the best notes, summaries, flashcards & other study material. Search for your school or uni and find the study material you need. www.stuvia.com Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 1 Samenvatting: Fysiologie van de Zintuigen: Coördinatie en regulatie van de levensfunctie: • • Het zenuwstelsel: o Geleidingssysteem o Maakt gebruik van actiepotentialen over de celmembranen heen ▪ Zeer snel (milliseconden) Het endocrien stelsel: o Transportsysteem o Zal hormonen vervoeren via de bloedbaan (overal geraken) ▪ Intracellulaire communicatie ▪ Traag (seconden tot uren) Indeling van het zenuwstelsel: • • Centraal zenuwstelsel: o Gedeelte dat in de schedelholte en het ruggenmergkanaal ligt o Bestaat uit: ▪ De grote hersenen (cerebri) ▪ De kleine hersenen (cerebellum) ▪ De hersenstam ▪ Het ruggenmerg Perifeer zenuwstelsel: o Bestaat uit zenuwen die het centrale zenuwstelsel verbinden met alle organen o 2 klassen: ▪ Craniale zenuwen (vanuit de hersenstam) ▪ Spinale zenuwen (vanuit het ruggenmerg) Functioneel onderscheid in het perifeer zenuwstelsel: • • • • Sensorieel deel: o Prikkels vanuit de periferie naar het centraal zenuwstelsel ▪ Afferente vezels Motorisch deel: o Prikkels vanuit het centraal zenuwstelsel naar de periferie ▪ Efferente vezels Willekeurig motorisch zenuwstelsel o Voor de skeletspieren Autonoom zenuwstelsel: o Bezenuwing van het hart, de gladde spieren en de klieren Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 2 Neuronen: • • • Ongeveer 50% o De grijze stof Basis-eenheid o Zal de info overbrengen Kernen zitten in de witte stof o Hoeveelheid 1011 Functies van de neuronen: • • • Actiepotentialen genereren Actiepotentialen geleiden Actiepotentialen overdragen Delen van een neuron: • • • • Receptief deel of dendriet o Ionenstromen komen hier binnen ▪ Zal cel depolariseren of hyperpolariseren o Drempel overschrijden zal zorgen voor een actiepotentiaal o Ofwel geleiding ofwel reset Soma o Integrator Geleidend deel of axon o Kan een myelineschede of geen myelineschede bevatten ▪ Zal de snelheid regelen (met zal sneller zijn) o Is zelfonderhoudend Stimulerend deel of eindvoetjes: o Zal de prikkeloverdracht voorzien ▪ Openen van calcium-kanalen ▪ Door middel van exocytose en neurotransmitterrelease Glia-cellen: • • • Steuncellen Ongeveer 50% o Witte stof 10 keer kleiner als de neuronen o Hoeveelheid 1012 Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 3 Astrocyten: • • • • • • Zullen energie leveren aan de neuronen Reguleren de extracellulaire K-concentratie Bevatten gap junctions Zullen zorgen voor synthese en uptake van neurotransmitters Zetten trofische groeifactoren vrij o Belangrijk voor neuronale overleving en synaptogenesis Moduleren de cerebrale bloedvoorziening Oligodendrocyten: • • Verantwoordelijk voor de myeline aanmaakt o Zie Schwann-cellen in perifeer zenuwstelsel Zorgen voor pH-regulering en ijzer-metabolisme Microgliale cellen: • Macrofagen van het centraal zenuwstelsel o Ondersteunen afweer o Opruimen van vreemde stoffen Perifere zenuwen: • • • • • • Samengestelde zenuwen o Axonen van afferente en efferente neuronen ▪ Somata bevinden zich in het CZS of in ganglia Kunnen al dan niet gemyeliniseerd zijn o Verschillende geleidingssnelheid o ‘compound action potential’ We onderscheiden een epineurium omheen de volledige bundel o Deze bevat ook bloedvaten en bindweefsel We onderscheiden een perineurium omheen een individuele bundel We onderscheiden een endoneurium omheen een individueel axon Verschillende gevoeligheid voor: o Anoxie o Lokale anesthetica Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 4 Cerebrospinaal vocht: • • • • Aanmaak: o Productie gebeurd in de plexus choroideus o 25 ml per uur ▪ 4 keer per dag ververst Afvoer: o Reabsorptie gebeurd in de arachnoidale villi o Via 4de ventrikel in de subdurale ruimte Samenstelling: o Zeer specifiek en constant o Eiwitvrij o 150 ml in totaal Langzame ophoping zal leiden tot hydrocephalie (zie neuroanatomie) o Opgelost aan de hand van shunts Structuur en anatomie van de hersenen: • Zie neuroanatomie Structuur craniale zenuwen: • Zie neuroanatomie Motorische baan van het willekeurige zenuwstelsel: • • Alfa motorische neuronen van de skeletspier in de cornu ventralis o Bereiken spier via gemengde spinale zenuwen Neuronen worden geprikkeld door: o Vezels afkomstig van motorische zone van de hersencortex (willekeurig) o Gevoelige vezels vanuit de spinale zenuwen (reflex) Gevoelige zenuwbaan: • • • Van prikkel via gemengde zenuw naar cornu dorsale naar het cellichaam Bereiken de hersenschors: o Bewust van de gewaarwording Voortleiding in het ruggenmerg zal leiden tot een reflex Wet van Bell en Magendie: • • Afferente axonen (sensiebel) via de dorsale wortel (soma in dorsaal ganglion) Efferente axonen (motorisch) via ventrale wortel (soma in ventrale hoorn) Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 5 Bloed-hersen barrière: • • • Eigenschappen: o Niet enkel mechanisch ▪ Ook passief ▪ Berust op actieve transportmechanismen o Selectief voor lichaamseigen stoffen Hersenen en CSF worden gevrijwaard van toxische stoffen in bloed Minder ontwikkeld ter hoogte van de hypofyse o Voor hormonen Reflex: • • • Onmiddellijke en specifieke reactie van het organisme op een prikkel Reflexboog bestaat uit minstens 4 elementen: o Receptor o Afferent neuron o Efferent neuron o Effector Het reflexcentrum bevindt zich in het centraal zenuwstelsel o Spinaal o Supraspinaal Receptor: • • Prikkel wordt opgevangen en omgezet naar 1 of meerdere actiepotentialen o De sensoriële transductie Actiepotentiaal wordt doorgegeven aan de afferente neuron o Rechtstreekse overdracht is mogelijk omdat celmembranen van de receptoren als het ware versmolten zijn met elkaar Afferent neuron: • • Geleidt prikkel van receptor naar centraal zenuwstelsel, via dorsale wortel van het ruggenmerg o Soma (cellichaam) ligt in dorsaal ganglion o Voor spinale reflexen zijn dit de T-neuronen o Voor supraspinale reflexen lopen de afferente vezels in de verschillende craniale zenuwen In het centraal zenuwstelsel zal het afferente neuron synaps vormen met het efferent neuron o Supraspinale reflexen; motorische neuronen bevinden zich in reflexcentrum Efferent neuron: • Geleidt prikkel van reflexcentrum naar effector (spier of klier) Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 6 Monosynaptische reflexen: • • Afferente neuron en efferente neuron lopen in dezelfde spinale zenuw o Op deze manier zijn de reflexen unilateraal en segmentair Bv. Kniepeesreflex Polysynaptische reflexen: • • • • Afferent neuron neemt geen synaps met efferent neuron o Ze gaat synaps vormen met 1 of meerdere interneuronen (schakel tussen efferent en afferent) Prikkel zal dus verder gevoerd kunnen worden o Naar de andere zijde (contralateraal), maar ook hoger of lager (multisegmentair) Hoe meer synapsen, hoe meer delay er zal zijn o Overgang op een synaps is veel trager dan een gewone voortgeleiding van prikkel doorheen afferent en efferente neuronen Bv. Terugtrekkingsreflex Sensoriële transductie: • • • • Omzetting van de prikkel in een potentiaal Frequentie van de actiepotentiaal o Afhankelijk van de sterkte van de prikkel (intenstiteit) Ontstaan van de receptorpotentiaal: o Duurt even lang als de prikkel ▪ Geen prikkel • Rustpotentiaal van -70 mV ▪ Wel prikkel • Mebraanpotentiaal daalt o Geen adaptatie ▪ Bij langdurige membraanpotentiaal (plateau) o Amplitude: ▪ Neemt toe bij stijgende intensiteit Ontstaan van een actiepotentiaal: o Vanaf een bepaalde drempelwaarde overschreden ▪ Actiepotentiaal in de receptor ▪ Via afferent neuron naar CZS o Stap 1: ▪ Amplitudemodulatie o Stap 2: ▪ Frequentiemodulatie Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 7 Adequate stimulus voor de receptor: • • • Receptoren zijn gevoelig voor 1 soort prikkel o Bijvoorbeeld: ▪ Oog met kegeltjes en staafjes voor licht Bij zeer sterke intensiteit o Ook gevoeligheid voor andere prikkels Wet van Muller: o Wet van de specifieke zenuwenergie o Waarneming die onafhankelijk is van aard van prikkel ▪ Maar kenmerkend voor de geprikkelde zenuw Adaptatie van receptoren: • • • • • “Weerstand is verhoogd” Bij langdurige prikkel: o Celmembraan van de zenuw en de spiercellen hebben onmiddellijke adaptatie Adaptatie bij tastreceptoren: o Kunnen volledig adapteren ▪ Denk aan horloge dat niet meer gevoeld worden Adaptatie bij lichtreceptoren: o Lange tijd in helder licht ▪ Oog wordt minder gevoelig voor licht o Pijngevoel gaat minder zijn o Ze gaan gedeeltelijk adapateren Adaptatie berust op progressieve vermindering van amplitude receptorpotentiaal o Frequentie van de actiepotentiaal verminderd ▪ Eventueel geen actiepotentiaal naar hersenen Geconditioneerde reflexen: • • • Niet aanwezig bij de geboorte Leerproces: o Samen aanbieden van conditionerende prikkel met natuurlijke prikkel o Moet onderhouden worden Kan onderdrukt worden Stimulatieveld van een neuron: • • • • Neuron staat in contact met veel postsynaptische neuronen in een stimulatieveld Centraal in het veld: o Veel eindvoetjes van het presynaptisch neuron Perifeer in het veld: o Minder eindvoetjes van het presynaptisch neuron Er zal synaps vormen tussen eindvoetje en een postsynaptisch neuron Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 8 Convergentie en divergentie: • • • Zie foto Neuronenpool: o Groep neuronen met gemeenschappelijke output en functie In het centraal zenuwstelsel bestaat elke pool uit duizenden neuronen o 1 neuron divergeert telkens naar 10tallen neuronen o 10-tallen neuronen convergeren telkens naar 1 neuron o Zo is het aantal intercellulaire verbindingen nauwelijks te schatten Neurotransmitters: • • • Perifeer zenuwstelsel: o Acetylcholine en noradrenaline Centraal zenuwstelsel: o Acetylcholine, noradrenaline, AZ en peptiden en NO Wet van Dale o Steeds dezelfde neurotransmitters aan de eindvoetjes van eenzelfde neuron Postsynaptische receptorzone: • ER is sterk ontwikkeld en aanwezigheid van ribosomen o Voor aanmaak van receptormoleculen Mechanisme van neurotransmissie : • • • • Synthese en opslag van de neurotransmitter o Synthese gebeurt in het eindvoetje o Opslag gebeurt in het synaptisch vehikeltje o Energie voor de synthese wordt gehaald uit de mitochondriën Vrijstelling van neurotransmitters: o Gebeurt als actiepotentiaal de eindvoet bereikt o 10-tallen vesikels worden geledigd in de synaptische spleet ▪ Gesynchroniseerde exocytose hiervoor zijn Ca-ionen noodzakelijk Inwerking van de neurotransmitter op de post-synaptische receptoren: o Receptor gevoelig voor de transmitter zal de ionenkanalen openen o Ionenstroom zorgt er voor dat de membraanpotentiaal zal veranderen Inactivatie van de neurotransmitter o Door enzymatische afbraak (cholinesterase) ▪ Acetylcholine wordt omgezet in choline en azijnzuur • Worden weer opgenomen en omgezet naar acetylcholine o Re-uptake (NOR) ▪ Noradrenaline wordt zonder afbraak terug opgenomen o Glia-cellen (recyclage) ▪ Glia-cellen nemen de transmitter op en dragen ze over aan de eindvoetjes van de neuronen Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 9 Exciterende synapsen: • Verminderen van de membraanpotentiaal o Natrium-kanalen in de post-synaptische membraan zal zorgen voor een exciterende postsynaptische potentiaal (EPSP) o Er zijn meerdere EPSP nodig om de drempelpotentiaal te bereiken ▪ Deze summatie kan op 2 manieren bereikt worden • Summatie in de ruimte • Summatie in de tijd Summatie in de ruimte: • • • Neurotransmitters aan alle eindvoetjes vrijstellen o Zo op meerdere plaatsen een EPSP ▪ Zo zal de depolarisatie stijgen • Zo kans op aanmaken van actiepotentiaal In het centraal gebied gaan er meer EPSP ontstaan o Deze neuronen hebben grotere kans om geprikkeld te worden o Centraal gebied is de excitatiezone Perifeer gebied is de sumliminale zone o Geëxciteerd door tegelijk 2 presynaptische neuronen te prikkelen o Facillatie-zone: ▪ Als 2 subliminale prikkels elkaar beïnvloedden om eventueel effect te krijgen ▪ 2 lichte braakprikkels zonder resultaat geven braakprikkel met resultaat Summatie in de tijd: • • Op korte tijd meerdere prikkels toedienen Neuron zal exciteren wanneer indien er een EPSP ontstaan alvorens de eerste is uitgedoofd o Als het ware een optelling van de effecten Inhiberende synapsen: • • • Vermeerderen van de membraanpotentiaal Inhiberende neurotransmitter zal de K-kanalen openen in de postsynaptische membraan o Grotere uitwaartse stroom zal er voor zorgen dat er hyperbolariseert wordt ▪ Leidt tot een inhiberende postsynaptische potentiaal (IPSP) • Kan een EPSP neutraliseren Renshaw-cellen in de voorhoorn van het ruggenmerg o Spelen grote rol in de neurofysiologie van de willekeurige bewegingen Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 10 Plasticiteit van het centrale zenuwstelsel: • • Zal bij destructie de uitvalverschijnselen beperken o Andere neuronenpools nemen de functie min of meer over Berust niet op celdeling maar op functionele en anatomische veranderingen van de synaps o Anatomische veranderingen in mindere mate Functionele veranderingen van de synaps • • Heterosynaptische modulatie: o Potentiatie of inhibitie synapswerking door inwerking van derde neuron Homosynaptische modulatie: o Potentiatie of inhibitie door verandering in eindvoetje of post-synaptische membraan Homosynaptische modulatie: • • Posttetanische potentiatie: o Hoogfrequente stimulatie van subliminale zone ▪ Synaps is gedurende bepaalde tijd gepotentieerd ▪ Gevoeligheid stijgt bij enkelvoudige prikkel • Ten gevolge van vrijstelling van neurotransmitters • Mechanisme is niet echt gekend Laagfrequentie inhibitie: o Laagfrequente prikkeling presynaptische neuronen ▪ Leidt tot inhibitie van synaps o Door vermindering exocytose van de neurotransmitter ▪ Minder gevoeligheid voor de neurotransmitter Heterosynaptische modulatie: • • Presynaptische inhibitie: o Door invloed van inhiberende synapsen ▪ Prikkelbaarheid van de prikkel zal dalen o Neuron ongevoelig voor elke aankomende prikkel o 1 presynaptische neuron uitschakelen waarbij de postsynaptische nog door andere neuronen geprikkeld wordt ▪ Zo ongewenste prikkels uit te schakelen o GABA (gekende neurotransmitter verantwoordelijk voor presynaptische inhibitie) ▪ GABA-antagonist in de voorhoorn van het ruggenmerg • Zullen effect uitschakelen, dit zal leiden tot spierkramp ▪ Anxiolytica versterken de werking van GABA in bijvoorbeeld limbisch systeem Presynaptische potentiatie: o Gewenste prikkels versterken o Ontstaan van geconditioneerde reflexen en aanleren Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 11 Anatomische veranderingen in synapsen: • • Herhaalde prikkeling zal leiden tot sprouting o Nieuwvorming van eindvoetjes Langdurige experimentele tactiele stimulatie van de vingers zal leiden tot een uitbreiding van de overeenkomstige zone in de gevoelige cortex Functionele anatomie van de neuromusculaire junctie: • • • Alfa-motorisch neuron o In spier vertakt in takjes die elk 1 spiercel innerveert o Elke spiercel wordt geïnnerveerd door 1 motorneuron Motorische eenheid: o Geheel van spiercellen wordt door hetzelfde motorisch neuron Motorische eindplaat: o In het midden van de spiercel o Speciale stuructuur gevormd door het zenuwuiteinde dat in nauw contact komt met het celmembraan o Vertoont grote overeenkomst met synaps Vrijstelling neurotransmitter in neuromusculaire transmissie: • • • • Acetylcholine wordt vrijgesteld in synaptische vesikels o Vrijgesteld door exocytose Reactie met neurotransmitters met postsynaptische receptoren o Natrium kanalen worden geopend ▪ Natrium instroom met ontstaan van een eindplaatpotentiaal o Actiepotentiaal ontstaat over de gehele spiercel o Onvoldoende acetylcholine vrijgesteld ▪ Infraliminale eindplaatpotentiaal • Dee potentiaal blijft beperkt tot eindplaat o Spiercel is niet geëxciteerd Afbraak van neurotransmitters: o Choline esterase breekt acetylcholine Reuptake en synthese o Opnieuw opgenomen en in synaptische vesikel opgeslagen Curare: • • Na toediening o Spieren kunnen nog geprikkeld worden o Prikkeloverdracht tussen spieren is verhinderd Specifiek: o Acetylcholine receptoren van de skeletspieren zijn geblokkeerd ▪ Zo onderbreking van de neuromusculaire transmissie Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 12 Zintuigen: • • • Organen voor het ‘opvangen’ van prikkels o Gewaarwordingen worden aan het bewustzijn gebracht Speciale zintuigen (zeer specifieke prikkels): o Visus o Gehoor o Reukzin o Smaakzin Sensibiliteit: o Pijn, tast en temperatuur (uiteenlopende prikkels) o Stand van gewrichten Algemeen werkingsmechanisme: • • • Prikkel wordt opgevangen door een specifieke receptor van een specifieke zenuwbaan In de zenuwbaan zullen er synapsen gevormd worden o Zo via meerdere relais naar de thalamus ▪ Deze is de laatste relais van alle zintuigen o Schakelingen kunnen ook aanleiding geven tot reflexen Vanuit de thalamus naar de specifieke zones van de cortex o Leidt tot de bewuste waarneming Wand van het visus-orgaan • • • • Wand van het oog bestaat uit 3 oogrokken Buitenste oogrok o Gevormd door sclera en cornea Middelste oogrok o Grootste deel wordt gevormd door chorioidea ▪ Netwerk van bloedvaten • Voor bloedvoorziening van binnenste oogrok o Processus ciliaris: ▪ Verbreding op grens tussen cornea en sclera ▪ Bevat de musculus ciliaris en een klier ▪ Lens is hieraan opgehangen door middel van dunne ligamenten o Vooraan iris met centrale opening, de pupil Binnenste oogrok: o Gevormd door retina ▪ Bestaat uit neuronen • Kegeltjes en staafjes ▪ Bevat geen bloedvaten o Axonen convergeren naar 1 punt ▪ Vorming van oogzenuw • Locatie van de blinde vlek o Andere speciale structuur in retina is de gele vlek ▪ Gele vlek is verantwoordelijk voor scherp zicht (‘fixeren’ van een voorwerp) Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 13 Glasachtig lichaam van het oog (functionele anatomie van het oog): • • • • Ruimte tussen lens en retina o Gevuld met oogvocht Bij verouderen ontstaan er kleine vlokjes o Worden waargenomen als wolkjes Het oogvocht wordt aangemaakt door de klier in de processus ciliaris o Vocht komt in de achterkamer ▪ Stroomt via pupil in de voorkamer o Vocht verlaat de voorkamer via kanaal van Evenwicht tussen secretie en afvoer bepaalt de intra-oculaire druk Glaucoom: • Intra-oculaire druk is chronisch verhoogd o Progressief necrose van de retina o Leidt tot verminderd gezichtsvermogen ▪ Uiteindelijk blindheid als gevolg Positie in de orbita: • • • Oogbol is vastgehangen in de orbita via de oogbolspieren Oogbol is aan huid verbonden via de conjunctiva Ruimte tussen bladen van de conjunctiva is de conjunctivale zak Oogspieren: • Zie anatomie van de zenuwen Optica van het oog: • • Voorwaarden voor breking licht o Verschillende lichtsnelheid (verschil in media) o Licht mag niet loodrecht invallen Biconvexe lens: o Beide oppervlakten hebben een bol segment o Vallen loodrecht in door brandpunt o Hoe boller hoe meer lichtstralen gebroken hoe korter f o Beeldvorming: ▪ Zie formule ▪ Hoe dichter bij de lens, hoe verder b Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 14 Breking van de lichtstralen door cornea en de lens: • • • Cornea: o Licht breekt enkel aan de voorzijde o Breking van de cornea is 45D Lens: o Licht breekt aan de voor- en achterzijde afhankelijk van de bolling o Breking van de lens is 15D ▪ Variabel door accommodatie Totale breking in het oog is dus 60D Accommodatie ooglens: • • • Aanpassing breking van de lens Om voorwerp scherp te zien o Focussen op voorwerp Breking van de lens wordt aangepast door middel van musculus ciliaris o Ontspannen ciliaris heeft een difterie van 15 o Samentrekken zal er voor zorgen dat de breking stijgt ▪ Toename is gelimiteerd door elasticiteit lens en hogere leeftijd o Verzicht; ontspannen van m. ciliaris o Nabijzicht; contractie van m. ciliaris Afwijkingen van de beeldvorming: • • • • • Tot de leeftijd van 40 jaar: o Accommodatie minstens 5D Ouder dan 40 jaar: o Elastisciteit van het lenskapsel daalt ▪ De leesafstand zal vergroten waardoor een leesbril nodig is Normaal oog is emmetroop Myopie (bijziendheid): o Verre voorwerpen worden afgebeeld voor de retina (ze zijn wazig) o Oplossing, biconcaaf lens Hypermetropie (verziendheid): o Omgekeerd van myopie o Oplossing, biconvexe lens Spatiële resolutie van het oog: • • Kleinste beeldgrootte waarbij voorwerpen nog gezien kan worden Kleinste onderlinge afstand waarbij 2 punten afzonderlijk gezien kan worden o Normaal is deze 1 mm op een afstand van 5 meter Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 15 Verschil tussen perifeer en centrale retina: • • Perifere retina: o Kleinere gezichtscherpte o Grotere lichtgevoeligheid Centrale retina (gele vlek): o Grote gezichtscherpte o Indien beeld te groot voor gele vlek ▪ Oog als scanner, delen na elkaar geprojecteerd op gele vlek Pupil: • • Diameter controle gebeurt door het autonoom zenuwstelsel o OS zal dilateren o PS zal vernauwen ▪ Lichtreflex Nauwe pupil zal zorgen voor betere scherpte o Minder accommodatie nodig Binoculair gezicht: • • • Ogen geven elk verschillend beeld uit verschillende hoek o Deze worden gecombineerd in de hersenen Relatieve beeldgrootte o Je weet op voorhand dat huis groter is dan een persoon Bewegingsparallax o Als we voorwerp vanuit andere plek bekijken veranderd de positie Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 16 Structuur retina: • • • • • • Pigmentepitheel (5 lagen): o Diepste laag o Belet verstrooiing lichtstralen door weerkaatsing Boven de pigmentepitheel zijn staafjes en kegeltjes o Receptorgedeelte (kegels en staafjes) o Bevat bipolaire cellen ▪ Centraal cellichaam met twee dendrieten o Bevat ganglioncellen ▪ Lang axon die de oppervmlakte vormen van de retina (vezellaag) o Alle axonen convergeren naar de blinde vlek Horizontale cellen: o Vormen synaps met staafjes en kegeltjes en bipolaire cellen o Inhiberend Gele vlek o Ganglioncel ontvangt prikkel van 1 staafje of kegeltje o Horizontale schikking Perifere retina o 1 ganglioncel ontvangt prikkel van 100den staafjes ▪ Convergeren via bipolaire cellen naar ganglioncel o Receptief veld is kleiner dan gele vlek o Gevoeligheid voor licht is groter o Hebben een verticale schikking Blinde vlek: o In de perifere retina convergeren alle neuronen naar 1 punt waar geen andere cellen voorkomen Mechanisme van lichtperceptie: • • • Algemeen mechanisme: o Rhodopsine wordt afgebroken in staafjes door licht ▪ Geen kleureninlichting bekomen o Kegeltjes zullen 3 verschillende pigmenten afbreken door licht van een bepaalde golflengte Contrastboorden o Meeste ganglioncellen in de retina reageren niet op invallend licht in hun receptief veld maar veranderen in hun elektrische activiteit enkel wanneer in hun receptief veld een contrastboord verschijnt Kleur: o Bepaalde ganglioncellen reageren enkel als in hun receptieve zone bepaalde kleur invalt Licht- en donkeradaptatie van de retina • • • • • Retina wordt gevoeliger voor licht na betreden van een donkere kamer Verschil tussen maximale en minimale gevoeligheid is 10^6 Receptoren worden minder gevoelig als ze lang geprikkeld worden Vitamine A tekort kan leiden tot nachtblindheid Werking staafjes pas omhoog na 30 minuten in donkere kamer Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 17 Gezichtsbanen van de visuele cortex: • • • • Axonen van de retina lopen via de nervus opticus naar het chiasma opticum o Gaat over in de tractus opticus die verder loopt naar de thalamus In thalamus wordt er synaps gevormd met verschillende motorische kernen o Uitlokking voor reflexen In thalamus wordt er synaps gevormd met axonen die verder lopen naar de cortex o Radiatio optica In visuele cortex: o Prikkel komt eerst toe in de primaire visuele cortex ▪ Bewust worden van de lichtwaarneming o Verder geleid naar de secundaire visuele cortex ▪ Analyse en herkenning van het beeld o Prikkels afkomstig van geschreven woorden moeten behandeld worden in de area van Wernicke Voornaamste reflexen: • • • • Pupilreflex: o Prikkeling van retina lokt vernauwing van de pupil uit bij sterk licht Volgreflex: o Bewegingen van de oogbol en van het hooft om een voorwerp te ‘fixeren’ Accommodatiereflex: o Sterkere kromming van lens nodig voor scherpzien van dichtgelegen voorwerpen Knipreflex: o Knipperen van de oogleden bij invallen van sterk licht Bezenuwing oogbolspieren: • • • Voor spieren o Zie anatomie Geconjugeerd: o Beide oogbollen bewegen in andere richting Functie: o Ogen fixeren o Volgen van een bewegend voorwerp o Fixeren van voorwerpen bij schokkende bewegingen Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 18 Algemene structuur van het oor: • • • Buitenoor: o Oorschelp en gehoorgang eindigen op het trommelvlies Middenoor: o Holte gevuld met lucht in het rotsbeen o Verbinding met keel via buis van Eustachius o Bestaat uit 3 gehoorbeentjes ▪ Hamer ▪ Aanbeeld ▪ Stijgbeugel o Bestaat uit 2 vensters (dient als verbinding met het binnenoor) ▪ Ovaal venster • Afgesloten door een gehoorbeentje ▪ Rond venster • Afgesloten door een membraan (tympanon) Binnenoor: o Bestaat uit het evenwichtsorgaan (vestibulum) o Bestaat uit het gehoororgaan (cochlea/slakkenhuis) o Gevuld met perilymfe en endolymfe Functioneel oor: • • Geleidingsapparaat: o Geleidt trillingen (geluidsgolven) tot de perilymfe cochlea o Golven zijn onveranderd tot aan het trommelvlies ▪ Overbrenging is in alle richtingen o Golven in het middenoor verplaatst mechanisch naar het ovale venster ▪ Via gehoorbeentjes in 1 richting ▪ Een versterking van 20 maal Eigenlijke zintuig: o Orgaan van Corti ▪ Bewegingen van ovale venster zullen er voor zorgen dat vloeistof verplaatst in het binnenoor ▪ Dit zal dan omgezet worden in actiepotentialen Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 19 Anatomie van het slakkenhuis: • • • • • • Wordt gevormd door een membranaire buis die in 3 segmenten verdeeld is o Vertoont in het rotsbeen 2 en een halve windingen Helicotrema: o Binnenste uiteinde van het slakkenhuis Verdeling van het slakkenhuis gebeurt door 2 tussenschoten in 3 scala’s Scala vestibuli: o Begint ter hoogte van het ovale venster o Staat in verbinding met het evenwichtsorgaan o Aanwezigheid van perilymfe ▪ Samenstelling lijkend op extracellulaire vloeistoffen Scala tympani: o Begint ter hoogte van het rond venster o Staat in verbinding met scala vestibuli ▪ Door versmelting van basale membraan en membraan van Reissner o Aanwezigheid van perilymfe Scala media: o Aanwezigheid van endolymfe ▪ Zeer typische ionensamenstelling o Bevat het orgaan van Corti Orgaan van Corti: • • • Bevat de gehoorcellen o Ook wel haarcellen genoemd o Eindigen aan het vrije uiteinde in microvilli o Andere einde hangt het vast aan een basale membraan Haarcellen maken synaptisch contact met de gehoorzenuw Haarcellen worden overdekt door een schut- of dekblad o Zit vast aan de microvilli Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 20 Voortgeleiding van de drukgolven in de cochlea: • • Bij trage ‘subsonische’ frequenties: o Geen verandering op in de scalia media o Stijgbeugel zal heen en weer glijden in het ovale venster ▪ Bij elke inwaartse beweging zal perilymfe vooruitgeduwd worden in de scala vestibuli o Beweging wordt verdergezet via helicotrema in de scala tympani ▪ Rond venster wordt naar buiten geduwd Hogere frequenties of geluidsgolven o Beweging zal door traagheid van perilymfe niet optreden o Drukkgolf gaat doorheen de scala media ▪ Haarcellen zullen bewegen o Gevolg: ▪ Ionenkanalen openen zich en ontstaan van actiepotentialen langs de gehoorzenuw Perceptie van verschillende toonhoogten: • • • • Basale membraan heeft op verschillende plaatsen een verschillende lengte o Door resonantie zal elke frequentie de basale membraan op een bepaalde plaats door de drukgolf bewogen worden Hoogste tonen: o De haarcellen bewegen ter hoogste van de vensters ▪ Hier is de basale membraan het korst Laagste tonen: o De haarcellen bewegen ter hoogste van het helicotrema ▪ Basale membraan is het langst Er is een continue overgang Bepalen van de toonhoogte: • • • • Wordt bepaald door de frequentie en de golflengte van de drukgolf Zuivere tonen: o Golven met slechts 1 frequentie Meeste natuurlijke klanken zijn samengesteld Harmonische klanken: o Bestaat uit een basisfrequentie en een veelvoud van die basisfrequentie o Voorkomen van een harmonie geeft aan de klank de kwaliteit weer Perceptie van verschillinde geluidsintensiteit: • • • Geluidsintensiteit wordt bepaald door de amplitude van de drukgolf Hoe sterker het geluid, hoe meer actiepotentialen ontstaan in de haarcellen op de voor frequentie typische plaats Geluidsintensiteit wordt uitgedrukt in Bell o Uitgedrukt in W/m² ▪ 10-12 W/m² is de minimale intensiteit • Wordt gelijkgesteld aan 0 dB o 140 dB zal het oor beschadigen Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 21 Bepalen van de richting van het geluid: • • • Verschil in geluid wordt waargenomen door linker en rechter oor o Afhaneklijk van de richting kunnen we de richting weten Zogenaamde faseverschil-latentietijd Als geluid niet rechtstreeks op schelp invalt o Zal leiden tot demping Zenuwbanen van het gehoor en auditieve cortex: • • • • • Van het orgaan van Corti zullen er vezels lopen naar de hersenstam o Deze zullen reflexen uitvoeren ▪ Draaien van het hoofd, opspannen van gehoorbeentjes… Van hersenstam zullen ze verder lopen naar de thalamus o Zo naar primaire auditieve cortex voor bewuste waarneming o Verder naar secundaire auditieve cortex voor analyse en interpretatie o Om te eindigen in de area van Wernicke voor het interpreteren van taal Sommige neuronen gaan de middellijn kruisen, anderen niet Plots geluid zal een reflex uitlokken o Resultaat zal zijn dat het oog en hoofd in die richting draait Hoge intensiteit zal leiden tot een reflex o Gehoorbeentjes worden aangespannen o Zo overbrenging middenoor moeilijker (leidt tot bescherming) Functionele anatomie van de smaak • • Smaakreceptoren in smaakbekers in slijmvlies van de tong o Ongeveer 5000 o Ook te vinden elders in de mondholte ▪ Schaarser en diffuus verspreid 3 types smaakbekers of taste buds: o 3 types receptorcellen o Basale cellen o Steuncellen Smaakbaan: • • • • • De smaakreceptoren zullen afferente vezels vervoeren via (1ste neuron) o Nervus facialis (meer bepaald de chorda tympani) o Nervus glossopharyngeus o Nervus vagus de 2 neuron zal de middellijn kruisen via de lemniscus medialis naar de thalamus 3de neuron zal verder lopen naar de smaakzone in de gyrus postcentralis De collateralen zullen ter hoogte van de nucleus tractus solitarius zorgen voor reflexen o Speeksel- en maagsapsecretie o Wurg- en braakreflex Verdeling van receptoren o Zie foto o Klopt niet helemaal, nog niet alles is geweten (umami niet vergeten) Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 22 Fysiologie van de smaak: • • • • Stoffen moeten eerst opgelost zijn in speeksel voor het herkennen Er zijn 5 basissmaken o Zoet, zuur, zout, bitter en umami o Alle types zijn gespreid over de tong Receptoren hebben een snelle adaptatie o Partiele adaptatie in enkele seconden o Totale adaptatie in een paar minuten Smaak wordt mede bepaald door: o Reuk, temperatuur, pijn en textuur Smaaktransductie: • • • Smaakstimulus zal ionenkanalen openen, wat leidt tot een receptorpotentiaal Potentiaalgevoelige ionenkanalen worden geopend wat leidt tot een actiepotentiaal o Calciumconcentratie zal stijgen Elke smaak heeft een andere transductie o Zie foto Functionele anatomie van de geur: • • Nauwste contact van het centraal zenuwstelsel met de buitenwereld Receptoren o Afzonderlijke cellen in het neusslijmvlies ▪ Korte axonen doorheen de lamina cribrosa ▪ Synaps wordt gevormd in de bulbus olfactorius ▪ Eindigt niet in thalamus maar wel in lymbisch systeem o Projecties naar 5 regio’s van de olfactorische cortex Fysiologie van de geurgewaarwording: • • • • • Geur wordt opgesnoven bovenaan in de neusholte Er zijn 10000-20000 verschillende geuren o Elk heeft een verschillende gevoeligheid Receptoren hebben een snelle adaptatie o Snel minder gevoelig bij langere blootstelling Feromonen kunnen invloed hebben op gedrag Reukreceptorcellen zijn de enigste neuronen die bijgemaakt worden Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 23 Centrale banen van de reukperceptie: • • • Axonen van de receptorcellen gaan naar de bulbus olfactorius o Verder naar de olfactorische cortex Corticale baan: o Via thalamus naar de frontale cortex o Bewuste, discriminatieve geurgewaarwording Subcorticale baan: o Via de hypothalamus en amygdala o Emoties en gedragseffecten Signaaltransductie van de geur: • • Voorwaarden geurstoffen: o Volatiel en wateroplosbaar (in de mucus) o Lipofiel (eerst binden aan eiwitten) Receptor bindt aan eiwit na contact met geurstof o Dissociatie van het G-proteïne leidt tot activatie van adenylaat cyclase ▪ Toename van c-AMP o Opening van cathion-kanalen ▪ Leidt tot cel depolarisatie Sensibiliteit: • • • • • Kan ingedeeld worden volgens anatomie o Somatisch o Visceraal Kan ingedeeld worden volgens de aard van de gevoeligheid o Pijn o Tast o Temperatuur Voor de huid en diepere structuren van het lichaam verlopen de perifere zenuwen in de spinale zenuwen Voor de huid en diepere structuren van het hoofd en de hals lopen de perifere zenuwen in de craniale zenuwen Centrale verbindingen zijn dezelfde voor sensibiliteit van het hoofd als voor het lichaam Somatische sensibiliteit: • • Oppervlakte sensibiliteit o Vanuit de huid o Pijn, tast en temperatuurszin o Oppervlakte pijn is stekend of knagend Diepe sensibiliteit o Vanuit de spieren en gewrichten o Pijnzin en proprioceptieve zin o Pijn heeft een knagend karakter Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 24 Viscerale gevoeligheid: • • Vanuit de ingewanden Pijn heeft een knagend karakter Tastreceptoren: • • • Hoge densiteit op de vingertoppen Lage densiteit op de rug Zie tweepuntendiscriminatie o Testen van verdeling van receptoren door te vragen of de patiënt 1 of 2 prikkels voelt ▪ In de rug is dit 70 mm ▪ In de vinger is dit 2 mm Zenuwbanen en hun corticale projectie: • • • • Bestaat uit 3 neuronen De receptor: o Sensibel neuron met somata in het dorsaal sensiebel ganglion o Gaat verder via de dorsale kolom van Goll en Burdach naar de hersenstam ▪ Synaps met 2de neuron 2de neuron: o Axon zal middenlijn kruisen o Synaps vormen in de thalamus met 3de neuron 3de neuron: o Gaat verder naar de sensibele zone van de hersenschors ▪ Bewustwording van de prikkel in de gyrus postcentralis • Sensoriële zone Somatotopische organisatie: • • • Contralateraal o Linker lichaamshelft voor rechter hemisfeer Omgekeerd o Prikkels van voeten bereiken de hoogste delen van de cortex o Zie samenvatting neuroanatomie (homunculus sensibilis) Proportioneel o Corticale oppervlakte voor elke somatische zone is rechtevenredig met aantal receptoren in deze zone o Homunculus sensibilis ▪ Grote vingers en grote tong want groot aantal receptoren • Komt overeen met een grote gevoeligheid Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 25 Zenuwbanen oppervlakkige pijn en temperatuurzin: • • • • Eerste neuron o Somata in het sensibel dorsaal ganglion o Receptoren in de huid en richt naar cornu dorsale van het ruggenmerg ▪ Substantia gelatinosa • Axon neemt synaps met tweede neuron Tweede neuron o Axon zal de middellijn kruisen o De tractus spinothalamicus naar de thalamus ▪ Hier synaps vormen met derde neuron Derde neuron o Zelfde organisatie als bij tastzin In zenuwbanen: o Gemyeliniseerd zal zorgen voor stekende pijn o Niet-gemyeliniseerd zal zorgen voor knagende pijn Synaps in de substantia gelatinosa van dorsale hoorn: • • • • Neurotransmitter is polypeptide, Substance P Op eindvoetje van het presynaptisch neuron zijn er opioïde receptoren o Remmen neurotransmitters bij prikkeling ▪ Pijnbaan is onderbroken Deze receptoren worden geprikkeld door farmaca (morfine), endorfine en enkalfines o Presynaptische inhibitie Stress analgesie baseert zich op presynaptische inhibitie van de zenuwbanen o Daling van pijngewaarwording bij ernstige verwonding Diepe pijn: • • Hoeveelheid pijnreceptoren is veel geringer o Lokalisatie is dus veel moeilijker Geen gemyeliniseerde vezels o Steeds knagende pijn vaak gepaard met nausea en zweten Viscerale pijn: • • Prikkel geleidt via niet gemyeliniseerde vezels in sympathische zenuwen via sympathisch ganglion en radix dorsalis Zenuwbaan loopt ook naar de sensibele cortex Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 26 Reffered pain: • • • Bij viscerale pijn Pijn wordt uitgelokt in bepaalde somatische zone o Bijvoorbeeld hart en linker arm Door convergentie van de zenuwbanen van de viscerale en oppervlakte pijn naar neuronen in substantia gelatinosa Proprioceptieve gevoeligheid: • • • • In pezen en kapsels zijn er verschillende types proprioreceptoren o Gevoelig voor veranderingen in de stand van de ledematen Sensibele neuronen lopen naar de hersenstam o Loopt samen met die van tast in de dorsale kolommen van Goll en Burdach Zelfde zenuwbaan als tast o Kruisen van de middellijn van 2de axon, dan thalamus en dan via derde naar sensibele cortex In de hersenstam kan er ook synaps gevormd worden met een neuron naar de kleine hersenen o Van belang bij coördinatie van de willekeurige bewegingen Stimulatie van de hersenschors door RAS: • • • Noodzakelijk voor waakzaamheid en bewuste waarnemingen Waakzaamheid: o Fysiologische slaap berust op periodisch wegvallen van de activiteit van het RAS o Activiteit van RAS is geen alles of niets fenomeen ▪ Wakkere toestand; verhoogde activiteit van RAS ▪ Coma toestand; activiteit van RAS is geringer dan bij fysiologische slaap Bewuste waarnemingen: o Bij verminderde activiteit van RAS komen de prikkels van de zintuigen nog steeds toe ▪ Maar leiden niet tot bewuste waarnemingen Functionele anatomie van het reticulair activerend systeem (RAS): • • • • Thalamus zal de hersenschors stimuleren aan de hand van 2 verschillende soorten prikkels o Specifiek en gelokaliseerde prikkels van zintuigen ▪ Elk zintuig heeft een eigen specifieke kern in de thalamus o Aspecifiek en diffuus: ▪ Ontvangen prikkels uit RAS • Nodig voor bewuste waarneming en waakzaamheid Indien diffuse prikkeling van RAS onvoldoende is o Dan ontstaat na prikkeling van de zintuigen geen bewuste waarneming o Er ontstaan wel nog steeds uitgelokte potentialen RAS heeft geen intrinsieke activiteit o Moet vanuit andere zones gestimuleerd worden ▪ Gebeurt vanuit de verschillende zintuigen ▪ Gebeurt vanuit verschillende gebieden in het centraal zenuwstelsel • ‘waakcentra’ RAS kan ook geactiveerd worden vanuit de hypothalamus Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 27 o Verklaard waarom na een zware maaltijd er een verminderde waakzaamheid is Locus coeruleus: • • Kern in de hersenstam vanwaar adrenergische neuronen naar talrijke andere kernen vertrekken Werkt functioneel samen met orthosympathisch zenuwstelsel o Zo in talrijke stressituaties toename van de waakzaamheid Slaap- en waakcyclus: • • • • Slaap: o Activatie van RAS is gedaald o Cortex is onvoldoende gestimuleerd ▪ Bewustzijn zal dalen Wisselende activiteit van de waakzaamheidscentra REM-fase o Rapid eye movements o Dromen ▪ Door activatie van de cortex via RAS • Wordt niet gevolgd door ontwaken N-REM fase: o Grootste deel van de slaap o Destructie van het slaapcentrum heeft geen invloed op slaapcyclus ▪ Slaapwaak is afhankelijk van waakzaamheidscentra o Minder slaap minder afweer Elektrische activiteit van de hersenschors (uitgelokte potentialen): • • • Na stimulatie van de zintuigen Explorerende elektrode op specifieke sensoriële cortex o Neutrale elektrode op de huid Onafhankelijk van activiteit van RAS o Dus bewaard onder anesthesie Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 28 Elektroencefalogram: • • • • Registratie van spontante niet uitgelokte elektrische activiteit Afhankelijk van activiteit RAS Wakker iemand o Visuele stimulatie RAS zal dalen ▪ Door gesloten ogen o Geopende ogen ▪ Desynchronisatie patroon dat bij het sluiten overgaat in synchronisatie patroon ▪ Trage ritmische golven (alfa-ritme) N-REM: o Zeer trage golven (delta-ritme) Motorische functie van ruggenmerg: • • • Motorneuronen: o Bij prikkeling geven ze spiercontracties Direct: o Van prikkel naar spiercel Indirect o Van prikkel naar direct motorneuron via interneuron Directe motorneuronen: • • Alfa en gamma neuronen Spierspoel bestaat uit intrafusale spiervezels samengehouden door een kapsel o Intrafusaal: ▪ Dun, enkel uiteinden zijn contractiel ▪ Bevat geen sarcomeer ▪ Innervatie door gamma motorneuronen • Geen onmiddellijke spiercontractie o Extrafusaal ▪ Innervatie door alfa motorneuronen • Onmiddellijke contractie Indirecte motorneuronen: • • • Prikkeling exciterende indirecte motorneuronen o Spiercontractie door excitatie alfa motorneuronen o Interneuronen breiden het effect uit Prikkeling inhiberende indirecte motorneuronen o Dalen prikkelbaarheid alfa motorneuronen ▪ Effect van andere exciterende prikkels teniet gedaan Renshaw cellen: o Nabij alfa-motorneuronen ▪ Inhiberende werking Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 29 Uitrekkingsreflex: • • Enige spinale reflex die monosynaptisch is Fysiologie: o Snel adapterend ▪ Geprikkeld bij kortdurende uitrekking o Lengte receptor is een intrafusale vezel o Bij toegenomen activiteit van het gammamotorneuron ▪ Receptor zal uitrekken zonder uitrekking spier ▪ Pathologische toename spiertonus • Spasticiteit • Verdwijnen na doorsnijden radix dorsalis o Alfamotorneuronen blijven wel bestaan na doorsnijden Peesorgaanreflex: • • • • • Spanningsreceptoren (peesorgaantjes van Golgi) Spierspoeltjes liggen parallel met extrafusale vezels Receptoren liggen in serie o Geprikkeld bij actieve en passieve spiercontractie Van receptor via een afferente zenuw o Zal synaps vormen met flessenhalsneuron o Inhiberen alfa motorneuron Enkel geprikkeld bij hoge spanning o Autogene inhibitie ▪ Spier kan niet meer samentrekken Terugtrekkingsreflex en gekruiste strekreflex: • • Polysynaptische reflexen o Hoe hoger de prikkelintensiteit, hoe meer spieren betrokken Schadelijke prikkeling o Buigers worden geprikkeld en lidmaat wordt weggetrokken o Zal uitstralen Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 30 Pathologie bij ruggenmergletsels: • Destructie van de cornu ventrale o Verlammen van de betrokken spieren o Wegvallen van de spiertonus en spinale reflexen Functionele anatomie van de hersenstam: • • • In hersenstam liggen verschillende kernen van waaruit zenuwbanen afdalen naar de motorneuronen in het ruggenmerg Voornaamste kernen: o Nucleus vestibularis en tractus vestibulospinalis o Nucleus ruber en tractus rubrospinalis o Formation reticularis en tractus retrospinalis Kernen ontvangen prikkels vanuit verschillende structuren o Motorische zone van de hersenschors o Basale ganglia naar de formatio reticularis o Evenwichtsorgaan naar nucleus vestibularis o Kleine hersenen naar de nucleus ruber Motorische functies van de hersenstam: • • • Posturale tonus Voorprogrammatie van bepaalde stereotype bewegingen Behouden van het evenwicht Posturale tonus : • • Decerebratiestijfheid o Snede tussen hersenstam en cerebrum o Spasticiteit in spieren die lichaam rechthouden tegen de zwaartekracht Formatio reticularis: o Vezels naar ruggenmerg o Synaps vormen met gamma motorneuronen ▪ Stijfheid is gevolg van verhoogde gamma activiteit Voorprogrammatie van bepaalde stereotype bewegingen: • Anencefalie o Nog primitieve bewegingen ▪ Likken en slikken Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 31 Anatomie van het evenwichtsorgaan: • • • • Membraneuze structuur waarin men 2 gedeelten kan onderscheiden o Sacculus en utriculus en 3 halfcrikelcormige kanalen Sacculus en utriculus: o Twee bolvomrige structuren die onderling verbonden zijn door een smal kanaaltje 3 halfcirkelvormige kanalen vertrekken van op de utriculus o Liggen in 3 verschillende vlakken (telkens loodrecht op elkaar) ▪ Dicht bij een van de uiteinden vertonen deze kanalen een verbreding • De ampulla Sacculus: o Verbonden met de scala media door middel van een smal kanaal o Vanbinnen in de membraneuze structuur gevuld met endolymfe o Tussen de membraneuze structuur en het been is het gevuld met exolymfe ▪ Via een smal kanaaltje in verbinding met CSF in de subdurale ruimte o Binnenzijde van de membraneuze structuur is bekleed met een epitheel waarin de receptoren van het evenwichtsorgaan voorkomen Werking evenwichtsorgaan: • • • Doorgeven van inlichtingen over stand en verplaatsing o Statische functie met sacculus en utriculus (stand) o Dynamische functie (verplaatsing) Lineair o Utriculus en sacculus Angulair o Halfcirkelvormige kanalen Werking utriculus en sacculus: • • • Haarcellen in gelatineuze vloeistof met otolieten Boven otolieten is er endolymfe Bij lineaire verplaatsing o Otolieten onderhevig aan traagheid ▪ In een lift worden haren onderaan nog meer samengedrukt o Wel gewaarwording maar geen reactie Werking halfcirkelvormige kanalen: • • • Epitheel: o Ampulla zonder otolieten Crista ampullaris is onder invloed van beweging in endolymfe o Receptor zal actiepotentiaal sturen naar n. VIII Angulaire verplaatsing: o Door traagheid endolymfe zal deze naar achter gaan o Verplaatsingen in 3 richtingen Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 32 Houdingsreflexen: • Compensatoire bewegingen om het zwaartepunt te behouden o Uitsteken van de armen o Buigen of strekken van de nek ▪ Buigen bij val naar achter ▪ Strekken bij val naar voor Rol van de nekreflexen en visuele info voor houdingsreflexen: • • Angulaire verplaatsing zonder verplaatsen van het lichaam o Interactie tussen evenwichtsorgaan en receptoren in de nekwervels Bij voorover vallen o Nekwervels zijn niet geprikkeld o Halfcirkelvormige kanalen zijn wel geprikkeld o Prikkel voor beschermende armbeweging vanuit het evenwichtsorgaan Functie van de basale ganglia: • • • Inhibitie spiertonus o Neuronen substantie reticularis naar gamma motorneuronen naar de tonus van skeletspieren o Remming formatio reticularis Controle over willekeurige bewegingen o Basale ganglia ontvagnen info van de visuele zone en associatiezones o Basale ganglia plannen bewegingen Pathologie van de basale ganglia o Hyperkinetisch-hypotonisch syndroom ▪ Spiertonus verminder en continu willekeurige bewegingen ▪ Chorea • Grote trage bewegingen ▪ Asthetose • Snelle en kleine bewegingen o Hypokinetisch hypotonisch syndroom ▪ Spasticiteit en willekeurige bewegingen zijn traag en aarzelend uitgevoerd • Te veel controle is gelijk aan een lage tonus Primaire motorische zone: • • Gyrus precentralis o Zie boven Axonen vormen tractus corticospinalis in capsula interna Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 33 Secundaire motorische zone: • • • • Minder prikkelbaar dan de primaire Verantwoordelijk voor aanleren van bewegingen en motorisch geheugen Centrum van Broca o Coordinatie van veschillende spieren voor spraak ▪ Afasie • Geen woorden wel nog werking van spieren Centrum handvaardigheid o Motorisch handelen Pathologie: • Piramidaal syndroom o Bloeding in capsula interna leidt tot hemiplegie (contralterale verlamming) o Verhoogde spiertonus Anatomie van cerebellum: • • • Archicerebellum Paleocerebellum Neocerebellum Neuronen in het cerebellum: • • • • Afferente neuronen zullen synaps vormen met neuronen in de kernen (kernneuronen) of met neuronen in de schors (Purkinjeneuronen) Axonen van de Purkinjeneuronen nemen synaps met dei van de kernneuronen o Zo ontstaat er een lus tussen kern en Purkinje Er is een evenwicht tussen excitatie en inhibitie o Synapsen afkomstig van de afferente axonen zullen de kernneuronen exciteren o Synapsen afkomstig van de Purkinjeneuronen zullen de kernneuronen inhiberen o Timing tussen de 2 effecten ▪ Directe excitatie zal steeds enkele ms voorafgaan op de indirecte inhibitie ▪ Maakt het mogelijk voor het cerebellum om snel in te grijpen Axonen van de kernneuronen zullen het cerebellum verlaten o Gaan naar het cerebrum, ruggenmerg of de hersenstam Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 34 Motorische functie van cerebellum: • • • Error control mechanisme: o Prikkel van spieren uit motorische cortex en op zelfde moment prikkel naar cerebellum ▪ Cerebellum wordt ingelicht over de gewenste beweging ▪ Ook prikkels vanuit de proprioreceptoren o Zo wordt er info over de gewenste beweging en het verloop er van overgebracht o Wanneer prikkels niet gelijk zijn zal er in de nucleus ruber een corrigerende prikkel gestuurd worden Voorspellingsmechanisme o Cerebellum wordt ingelicht over beweging vanuit de motorische cortex ▪ Informatie over de afstand en de snelheid van de beweging o Berekent op welk ogenblik andere spieren geactiveerd moeten worden ▪ Lus tussen de kernneuronen en de purkinjeneuronen fungeert waarschijnlijk als soort klok voor tijdsberekening Initiatie willekeurige bewegingen: o Primaire prikkel voor willekeurige beweging niet uit primaire motorische cortex o Associatiezones worden enkele ms geactiveerd voor de motorische area Cerebellair syndroom: • • Typische stoornissen in de coördinatie van de bewegingen Soort van dysmetrie o Naast een glas grijpen o Vinger niet op de neus plaatsen Orthosympathisch stelsel: • • Preganglionair komt uit de cornu ventrale van de grijze stof o Lopen naar paravertebrale ganglia ▪ Vormen hier synaps met postganglionair axon Postganglionair zal viscerale organen innerveren Parasympatisch stelsel: • • Craniaal: o Preganglionaire neuronen in de hersenstam gaan via axonen via de vagus naar de borst en de buik o Preganglionaire vezels bestemd voor hoofd en hals lopen via andere craniale zenuwen Caudaal o Voor organen in de kleine bekken o Preganglionaire neurinen in de voorhoorn van het sacrale wervels ▪ Nervi erigentes Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 35 Neuromusculaire transmissie ter hoogte van PS zenuwuiteinden: • • • Vrijstelling van de neurotransmitter o Acetylcholine door middel van exocytose onder invloied van een actiepotentiaal Reactie met postsynaptische receptoren o Kunnen niet geblokkeerd worden door middel van curare ▪ Wel door atropine o Muscarine receptor o Hyperpolarisatie ▪ Orgaan wordt minder prikkelbaar • Exciterend of inhiberend Afbraak neurotransmitter o Choline esterase ▪ Mogelijk om te remmen • Zal de concentratie van de neurotransmitter verhogen Neuromusculaire transmissie ter hoogte van OS zenuwuiteinden: • • • Vrijstelling van de neurotransmitter: o Noradrenlaine in vesikels van OS zenuwuiteinden ▪ Vrijgesteld door middel van exocytose Reactie met postsynaptische receptoren o Zie tabel Re-uptake: o Terug opname van noradrenaline en opgeslaan in vesikels Reactie van effectororganen op OS en PS prikkeling: • Zie tabel Hypothalamus: • • Kleine kernen rondom het derde ventrikel Grenzen o Ventraal; chiasma opticum o Dorsaal; corpora mamillaria o Onderaan; verbonden met hypofysesteel aan hypofyse ▪ Bestaat uit adeno- en neurohypofyse Fysiologie van de Zintuigen Downloaded by: FARMA21 | [email protected] Distribution of this document is illegal Want to earn $1.236 extra per year? Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material 36 Verband hypothalamus en endocrienstelsel: • • Secretie van hormonen uit de adenohypofyse o Gereguleerd door hypothalamus Secretie van endocriene hormonen uit de neurohypofyse Verband hypothalamus en autonoom zenuwstelsel: • • Zenuwvezels moduleren vezels van preganglionaire OS en PS vezels o Geen regulerende invloed Volledige OS en PS worden geregeld door reflexen Gedragsfuncties van de hypothalamus: • • Belonings en bestraffinscentra o Stimulatie limbisch systeem en hypothalamus geeft een aangenaam gevoel ▪ Beloning o Stimulatie van andere centra ▪ Bestraffing Gedragsbepaling: o Vluchtgedrag o Zoekgedrag Hypothalamus en regeling van viscerale functies: • • Cyclische fenomenen o Zoals menstruele cyclus o Hormonen in dag en nacht ritme Honger, dorst en lichaamstemperatuur o Zie neuroanatomie Afasie: • • • • • Stoornis in verbale communicatie Sensoriele afasie o Geen betekenis aan worden geven en geen woorden ophale