Sociologie Hoofdstuk 8 Thema 3 PDF
Document Details
Uploaded by PersonalizedSpessartine
SiVi - Sint-Rembert
Tags
Summary
This document discusses Belgian voting rights, including electoral participation, conditions for voting, and different types of elections. It examines the history of voting rights in Belgium, including important dates and the evolution of the electoral system. The document also explores the advantages and disadvantages of mandatory voting, including the impact on political campaigns.
Full Transcript
***De stem van de burger (H8)*** 1. ***Stemrecht of stemplicht*** - **Electorale [ ] participatie** = Belgische burgers kunnen op gezette tijden via hun kiesrecht bepalen wie hen vertegenwoordigt. - Voorwaarden: 1. De burgers moeten de Belgische nationaliteit hebben 2. Moeten ten...
***De stem van de burger (H8)*** 1. ***Stemrecht of stemplicht*** - **Electorale [ ] participatie** = Belgische burgers kunnen op gezette tijden via hun kiesrecht bepalen wie hen vertegenwoordigt. - Voorwaarden: 1. De burgers moeten de Belgische nationaliteit hebben 2. Moeten ten minste 18 jaar zijn op de dag van de verkiezingen 3. Moeten ingeschreven zijn in het' bevolkingsregister van een gemeente van het kiesgebied 4. Mogen niet uitgesloten zijn door criminele feiten, of onbekwaam zijn verklaard. - Europese verkiezingen sinds 2022 mag je nu vanaf 16 jaar stemmen - ~~Stemrecht~~ -\> stemplicht maar eerder sprake van **opkomstplicht** - Verplicht en geheim ( sancties) - In praktijk wordt je niet bestraft als je niet gaat stemmen ( voorzitters en bijzitters van kies- en telbureaus die niet komen opdagen wel) - Door dat de stemming geheim is kan echter nooit gecontroleerd worden of een stem daadwerkelijk (geldig) werd uitgebracht op het moment dat de stembrief in de stembus valt - Opkomstplicht afgeschaft voor lokale verkiezingen - 7/10 Vlamingen gaan ook zonder opkomstplicht gaan stemmen. - Gevolgen? Niet spectaculair anders (kiesuitslag) - Maar wel voor de manier waarop de politieke partijen de kiescampagne benaderen. Hun vaste kiezers aan zich binden. ***Argumenten pro opkomstplicht*** ***Argumenten contra opkomstplicht*** --------------------------------------------------------- ------------------------------------------------------------------------------------------------------- Stem wordt gehoord Iedereen moet de keuze hebben om al dan niet te gaan stemmen Garantie op democratie. Iedereen wordt vertegenwoordigd Politici luisteren niet naar de stem van de burgers. Het heeft dus geen zin om te gaan stemmen Kwetsbare groepen worden betrokken Als burgers niet komen stemmen dan worden ze niet gesanctioneerd. Opkomstplicht heeft geen nut Recht en (burger)plicht Het zorgt voor een uitdaging voor politici. Ze worden gedwongen om kiezers naar de stembus te lokken. 2. ***Belgisch kiesrecht*** - Sinds 1948 - Specifieke invulling, die samenhing met bijhorende periode in geschiedenis 1. ***[Cijnskiesrecht (1830-1893)]*** - Alleen mannelijke burgers mochten gaan stemmen, toen Belgische staat werd opgericht. - Ouder dan 25 jaar - Bepaalde hoeveelheid belasting/ cijns betalen - Alleen rijke burgers ( amper 1% van de bevolking) - Nadat overheid cijns tot 2x had verlaagd, bleef slechts amper 2% van de bevolking kiesgerechtigd 2. ***[algemeen meervoudig stemrecht voor mannen (1893-1918)]*** - vanaf 1893 alle Belgische mannen - minstens 1 stem, sommige 2/3, afhankelijk van hun opleiding en/of de cijns die ze betaalden - gezinshoofd= extra stem - opkomstplicht ingevoerd - leeftijdsgrens opnieuw 25 jaar 3. ***[algemeen enkelvoudig stemrecht voor mannen (1918-1948)]*** - na WO1 = 1 stem - leeftijdsgrens 21 jaar - vrouwen voor het eerst beperkte inspraak ( wet in 1920) - stem uitbrengen tijdens gemeenteraadsverkiezingen, oorlogsweduwen en moeders van gesneuvelde soldaten uitzondering = stemrecht voor parlement 4. ***[algemeen enkelvoudig stemrecht (1948- heden)]*** - vrouwen mochten hun stem gelden op alle niveaus van Belgische politiek - in 1981 leeftijdsgrens verlaagd naar 18 jaar - vanaf 1944 kiesrecht voor EU- burgers ( stemmen bij Europese verkiezingen) - sinds 2000 ook gemeenteraadsverkiezingen , maar wel al minstens 5jaar in België wonen - vanaf 2004 kunnen ook niet- Belgen die geen burger zijn van een EU- lidstaat zijn en al 5 jaar legaal in België verblijven, stemmen bij de gemeenteraadsverkiezingen. - Stemrecht, geen opkomstplicht - Verplicht moeten registreren om te mogen stemmen. 3. ***Belgisch kiesstelsel*** - ***Evenredige vertegenwoordiging*** = zetels worden niet in 1 keer over het hele grondgebied verdeeld, maar telkens binnen een bepaalde kieskring 5. ***[soorten verkiezingen]*** - ***federale verkiezingen*** - 11 kieskringen - 150 volksvertegenwoordigers : 5 Vlaamse provincies, 5 Waalse provincies en de kieskring Brussel- Hoofdstad - Kieskring= niet gelijk verdeeld, afhankelijk van aantal inwoners ( hoe meer inwoners, hoe meer zetels) - Na elke volkstelling/ census kan aantal zetels per kieskring aangepast worden - Sommige Waalse kieskringen krijgen iets meer zetels, om te vermijden dat ze in de minderheid zou zijn. - ***Regionale verkiezingen*** - Vlaanderen 6 kieskringen - 124 volksvertegenwoordigers - ***Lokale verkiezingen (gemeente en provincie)*** - Provinciedistricten = aantal provincieraadsleden hangt af van het inwonersaantal ( 31 (limburg) en 36 ( andere vlaamse provincies) - Gemeenteraadsverkiezingen - Kieskring komt overeen met gemeentegrenzen. - Aantal zetels in gemeenteraden afhankelijk van inwoners ( 7-55 zetels verdeeld) - Europese verkiezingen - Voor heel Vlaanderen maar 1 kieskring ( stemmen voor dezelfde politici) - Politieke partijen verwerven zetels naargelang het aantal stemmen dat ze behaalden. - ***Kiesdrempel***: procentuele drempel van het aantal stemmen dat een politieke partij moet halen om bij een verkiezing zetels te verkrijgen - Waarom? = het was de levensverzekering van de centrumpartijen. Op deze manier was het moeilijker om als nieuwe partij aan de macht te komen - Nadelen? = wanneer de centrumpartijen kleiner worden is er zelf een kans dat ze onder de kiesdrempel komen. Er is weinig vernieuwing, de macht blijft lang bij dezelfde partijen. 6. ***[Belgische verkiezingen in de praktijk]*** 1. ***[Legislatuur]*** - Sinds 2014 vonden de federale (vroeger om de 4 jaar) en Europese verkiezingen plaats op dezelfde dag (niet noodzakelijk het geval) - Deelstaten nu zelf bevoegd om verkiezingen zelf te bepalen. 2. ***[Kieslijsten]*** - Partijtop van elke partij stelt de kieslijsten van elke kieskring samen - Moet 30 dagen voor verkiezingsdatum worden ingediend. - ***Wettelijke Genderquota*** = 1/3 van de kandidaten op de kandidatenlijsten moet van hetzelfde geslacht zijn ( geldt voor alle bestuursniveaus) - 1999 = regionaal, federaal en Europese verkiezingen - 2000= lokaal - 1994 = gemeente en provincieraadsverkiezingen had al max ¾ leden van hetzelfde geslacht op de kieslijsten. - ***Paritaire samenstelling*** = in 2002 moesten de kieslijsten uit evenveel mannen als vrouwen bestaan. - Eerste 2 plaatsen van de lijst moet bezet worden door een man en vrouw, in willekeurige volgorde. - Dubbele (gender)quota - 2009= regionaal, federaal en Europese verkiezingen - ***Ritssysteem***= de plaatsen op de volledige lijst afwisselend door een man en een vrouw worden ingenomen - 2018= gemeente- en provincieraadsverkiezingen van Wallonië en Brussel. - 2019= verkiezingen van de parlementsleden van het Waals parlement - Politieke partijen moeten ook rekening houden met leeftijd, etnische achtergrond, woonplaats en socio-economisch profiel. - Kieslijsten moeten een afspiegeling zijn van de bevolking. - ***Lijsttrekkers en lijstduwers*** = populaire en bekendste koppen bovenaan of onderaan de lijst te zetten, om als partij goed te kunnen scoren. - Om zoveel mogelijk kiezers in een kieskring te winnen, zijn sommige politieke partijen bereid om kunstgrepen uit te voeren. - Dries van langenhove als lijsttrekker op zijn kieslijst ( VB) - Jean- marie- dedecker - Strijd voor beste plaatsen kieslijst : ingegeven door zetelverdeling na verkiezingen 1. ***Gesloten lijsten***= de volgorde waarop de kandidaten op de lijst staan, bepaalt wie verkozen wordt. Wie eerst op de lijst staat, krijgt de eerste zetel, enzovoort. 2. ***Open lijsten*** = volgorde op de lijst speelt geen rol, maar het aantal behaalde stemmen van elke kandidaat wel. Kiezers kunnen voorkeurstemmen uitbrengen - In België een gemengd systeem 3. ***[verloop van de stemming]*** - ***lijststem***= bolletje kleuren bovenaan van een partij, zo ga je akkoord met de opgegeven volgorde. - ***Voorkeur- of naamstemmen***= bolletje kleuren van de kandidaten. - Voorwaarde om geldig te stemmen = bolletje kleuren van kandidaat binnen dezelfde partij. Combinatie van lijststem en voorkeurstem is toegelaten, maar de lijststem vervalt dan - Opvolgers= kandidaten houden zich beschikbaar als er zetel vrijkomt - Ongeldig/ blanco stemmen: ongeveer 6% bij elke verkiezing - Ongeldig: stemmen op een beschadigd biljet, meer dan 1 lijststem uitbrengen, stemmen op kandidaten van verschillende partijen of iets schrijven op het biljet - Sinds 1994 digitaal, ongeldig stemmen onmogelijk. Blanco stemmen kan wel nog - Worden wel geteld, maar wordt geen rekening mee gehouden. - Sinds 2021 regels voor lokale verkiezingen aangepast - Afschaffing opkomstplicht en lijststem verdwijnt - Kiezer heeft meer macht om te bepalen welke kandidaten verkozen worden - Degene met meeste voorkeurstemmen van de grootste partij in de coalitie wordt automatisch burgemeester - Lijststrekker van grootste partij krijgt 2 weken de tijd om een coalitie op de been te brengen ( voorakkoorden vermijden) - 2024: vormen stadslijsten in aanloop verkiezingen. 4. Politieke communicatie - Vanaf 4 maanden voor de verkiezingen word een sperperiode ingelast - Strikte regels voor verkiezingscampagnes en campagne uitgaven - Maximum budgetten voor uitgaven aan verkiezingspropaganda en regels voor verkiezingsborden en -- affiches en commerciële spots op radio, tv en in de bioscoop zijn verboden. - Traditionele media leggen zelf extra regels op - Politici mag allen nog te gast zijn in programma's van de nieuwsdienst van VRT tijdens sperperiode. - Mochten niet meer meedoen aan amusement- spelprogramma's - 3 kanalen om hun boodschap te verspreiden - Persoonlijk contact (1) , massamedia (2), sociale media (3) ***voordelen*** ***nadelen*** ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 1 : goede, krachtige manier om mensen te overtuigen 1: het is heel tijdsintensief, slechts een beperkt aantal mensen kunnen bereikt worden. 2: op korte tijd kunnen heel veel mensen bereikt worden. Er zijn veel mogelijkheden om een verhaal in de markt te zetten. 2: er wordt maar een beperkt aantal politici uitgenodigd. De politici staan bloot aan journalisten die moeilijke vragen kunnen stellen ipv een forum te geven aan de politici 3: politici kunnen op hun eigen manier, in hun eigen stijl mensen aanspreken. Ze kunnen differentiëren: ze brengen dat deel van de boodschap bij die mensen er het meest voor openstaan. 3: er is een overload van berichten op sociale media , waardoor het moeilijk is om de aandacht van de kiezer te vatten. - Afbeelding met tekst, Lettertype, schermopname, algebra Automatisch gegenereerde beschrijving