Sociaal Werk - Bachelor Doc. - PDF
Document Details
Uploaded by HaleNewYork56
AP Hogeschool Antwerpen
Tags
Summary
This document provides a detailed overview of social work, including its definition, historical context, and various approaches. It covers aspects like social work identity, the welfare state, and different types of social work. This document is not an exam paper.
Full Transcript
\#sociaal werk -- identiteit sociaal werk Bachelor sociaal werk Kyenta demol Inhoudsopgave {#inhoudsopgave.ListParagraph.Kopvaninhoudsopgave} ============= [2 sociaal werk definiëren 3](#sociaal-werk-defini%C3%ABren) [2.1 introductie 3](#introductie) [2.2 een eerste beeld: de sociaalwerkboom 3...
\#sociaal werk -- identiteit sociaal werk Bachelor sociaal werk Kyenta demol Inhoudsopgave {#inhoudsopgave.ListParagraph.Kopvaninhoudsopgave} ============= [2 sociaal werk definiëren 3](#sociaal-werk-defini%C3%ABren) [2.1 introductie 3](#introductie) [2.2 een eerste beeld: de sociaalwerkboom 3](#een-eerste-beeld-de-sociaalwerkboom) [2.3 sociaal werk definiëren in historisch perspectief 4](#sociaal-werk-defini%C3%ABren-in-historisch-perspectief) [2.4 de huidige globale definitie van sociaal werk uitgelicht 5](#de-huidige-globale-definitie-van-sociaal-werk-uitgelicht) [2.4.1 sociaal werk als praktijkgebaseerd beroep 5](#sociaal-werk-als-praktijkgebaseerd-beroep) [2.4.2 sociaal werk als academische discipline 6](#sociaal-werk-als-academische-discipline) [2.4.3 sociaal werk bevordert sociale verandering en ontwikkeling, sociale cohesie, empowerment en bevrijding van mensen 6](#sociaal-werk-bevordert-sociale-verandering-en-ontwikkeling-sociale-cohesie-empowerment-en-bevrijding-van-mensen) [2.4.4 principes van sociale rechtvaardigheid, mensenrechten, collective verantwoordelijkheid en respect voor diversiteit staan centraal in het sociaal werk 8](#principes-van-sociale-rechtvaardigheid-mensenrechten-collective-verantwoordelijkheid-en-respect-voor-diversiteit-staan-centraal-in-het-sociaal-werk) [2.4.5 sociaal werk wordt onderbouwd door sociaalwerktheorieën, sociale wetenschappen, menswetenschappen en inheemse en lokale vormen van kennis 11](#sociaal-werk-wordt-onderbouwd-door-sociaalwerktheorie%C3%ABn-sociale-wetenschappen-menswetenschappen-en-inheemse-en-lokale-vormen-van-kennis) [2.4.6 sociaal werk engageert mensen en structuren om levensuitdagingen en problemen aan te pakken en welzijn te bevorderen 12](#sociaal-werk-engageert-mensen-en-structuren-om-levensuitdagingen-en-problemen-aan-te-pakken-en-welzijn-te-bevorderen) [2.4.7 kritieken op de globale definitie van sociaal werk 12](#kritieken-op-de-globale-definitie-van-sociaal-werk) [2.5 conclusie 12](#conclusie) [2.6 de vijf belangrijkste lessen uit dit hoofdstuk 13](#de-vijf-belangrijkste-lessen-uit-dit-hoofdstuk) [3 de maatschappelijke context van het sociaal werk: focus op de welvaartsstaat 14](#de-maatschappelijke-context-van-het-sociaal-werk-focus-op-de-welvaartsstaat) [3.1 wat is de welvaartsstaat? 14](#wat-is-de-welvaartsstaat) [3.2 hoe werkt de welvaartsstaat 14](#hoe-werkt-de-welvaartsstaat) [3.2.1 inkomensherverdeling 14](#inkomensherverdeling) [3.2.2 activering 15](#activering) [3.2.3 het sociale investeringsparadigma: van vangnet naar trampoline 15](#het-sociale-investeringsparadigma-van-vangnet-naar-trampoline) [3.2.4 inbedding in de Europese unie: europese pijler van sociale rechten 15](#inbedding-in-de-europese-unie-europese-pijler-van-sociale-rechten) [3.2.5 voor wie: selectief versus universeel 16](#voor-wie-selectief-versus-universeel) [3.3 enkele uitdagingen voor de welvaartsstaat 16](#enkele-uitdagingen-voor-de-welvaartsstaat) [3.3.1 armoede en sociale uitsluiting: een conceptueel raamwerk 16](#armoede-en-sociale-uitsluiting-een-conceptueel-raamwerk) [3.3.2 inkomensarmoede 17](#inkomensarmoede) [3.3.3 activering 18](#activering-1) [3.3.4 huisvesting 19](#huisvesting) [3.3.5 onderwijs 20](#onderwijs) [3.3.6 de toegankelijkheid van hulp- en dienstverlening 21](#de-toegankelijkheid-van-hulp--en-dienstverlening) [3.3.7 gezondheid 22](#gezondheid) [3.4 conclusie 22](#conclusie-1) [3.5 de vijf belangrijke lessen uit dit hoofdstuk 22](#de-vijf-belangrijke-lessen-uit-dit-hoofdstuk) [4 de historiek van het sociaal werk 23](#de-historiek-van-het-sociaal-werk) [4.1 geschiedenis van en voor sociaal werk 23](#geschiedenis-van-en-voor-sociaal-werk) [4.2 sociaal werk in de revolutionaire 19^e^ eeuw 23](#sociaal-werk-in-de-revolutionaire-19e-eeuw) [4.2.1 tijdperk van revoluties 23](#tijdperk-van-revoluties) [4.2.2 de sociale kwestie 23](#de-sociale-kwestie) [4.2.3 de arbeidersbeweging 24](#de-arbeidersbeweging) [4.2.4 de founding mothers van het sociaal werk 25](#de-founding-mothers-van-het-sociaal-werk) [4.2.5 het Willemsfonds en de start van het sociaal-cultureel werk 26](#het-willemsfonds-en-de-start-van-het-sociaal-cultureel-werk) [4.2.6 van nachtwakersstaat naar verzorgingsstaat 26](#van-nachtwakersstaat-naar-verzorgingsstaat) [4.3 sociaal werk in de democratische 20^e^ eeuw 27](#sociaal-werk-in-de-democratische-20e-eeuw) [4.3.1 sociaal werk in de welvaartsstaat 27](#sociaal-werk-in-de-welvaartsstaat) [4.3.2 het interbellum 27](#het-interbellum) [4.3.3 naoorlogse groei en bloei 28](#naoorlogse-groei-en-bloei) [4.3.4 de crisisjaren va de welvaartsstaat 30](#de-crisisjaren-va-de-welvaartsstaat) [4.4 sociaal werk in de onzekere 21^e^ eeuw 31](#sociaal-werk-in-de-onzekere-21e-eeuw) [4.4.1 waar naartoe 31](#waar-naartoe) [4.4.2 nieuwe sociale kwesties en de actieve welvaartsstaat 31](#nieuwe-sociale-kwesties-en-de-actieve-welvaartsstaat) [4.4.3 leven in superdiversiteit 32](#leven-in-superdiversiteit) [4.4.4 neoliberaal sociaal werk 32](#neoliberaal-sociaal-werk) [4.4.5 een toekomst van sociaal werk? 32](#een-toekomst-van-sociaal-werk) [4.5 de vijf belangrijke lessen uit dit hoofdstuk 33](#de-vijf-belangrijke-lessen-uit-dit-hoofdstuk-1) [5 de beroepsethiek van het sociaal werk 34](#de-beroepsethiek-van-het-sociaal-werk) [5.1 vertrouwen en confiidentialiteit 34](#vertrouwen-en-confiidentialiteit) [8 kennis van de sociale kaart 35](#kennis-van-de-sociale-kaart) [8.1 sociale kaarten 35](#sociale-kaarten) [8.2 vensters 35](#vensters) [8.3 door wie? de betrokken overheden 36](#door-wie-de-betrokken-overheden) [8.4 door wie? het juridische statuur van de organisatie 37](#door-wie-het-juridische-statuur-van-de-organisatie) [8.5 door wie? formele en informele zorg 38](#door-wie-formele-en-informele-zorg) [8.6 met wie? indivueel en collectief aanbod 38](#met-wie-indivueel-en-collectief-aanbod) [8.7 waar? nabijheid 40](#waar-nabijheid) [8.8 voor wie? de grote leeftijdsgroepen 40](#voor-wie-de-grote-leeftijdsgroepen) [8.8.1 kinderen, jongeren en gezinnen 40](#kinderen-jongeren-en-gezinnen) [8.8.2 volwassenen 41](#volwassenen) [8.8.3 ouderen 42](#ouderen) [8.9 voor wie? specifieke doelgroepen 42](#voor-wie-specifieke-doelgroepen) [8.9.1 mensen met een handicap 43](#mensen-met-een-handicap) [8.9.2 mensen in armoede 43](#mensen-in-armoede) [8.9.3 kleine of specifieke doelgroepen 43](#kleine-of-specifieke-doelgroepen) [8.10 waarover? de levensdomeinen van mensen 44](#waarover-de-levensdomeinen-van-mensen) [8.10.1 persoonlijk en relationeel welzijn 44](#persoonlijk-en-relationeel-welzijn) [8.10.2 geestelijke gezondheid 44](#geestelijke-gezondheid) [8.10.3 lichamelijke gezondheid 45](#lichamelijke-gezondheid) [8.10.4 werken 45](#werken) [8.10.5 wonen 45](#wonen) [8.10.6 veiligheid en justitie 46](#veiligheid-en-justitie) [8.11 hoe? de mate van toegankelijkheid 46](#hoe-de-mate-van-toegankelijkheid) [8.12 de sociale kaart in beweging 46](#de-sociale-kaart-in-beweging) [8.13 de vijf belangrijkste lessen uit dit hoofdstuk 47](#de-vijf-belangrijkste-lessen-uit-dit-hoofdstuk-1) [10 mensenrechten en sociaal werk 48](#mensenrechten-en-sociaal-werk) [10.1 verschillende benaderingen inzake mensenrechten 48](#verschillende-benaderingen-inzake-mensenrechten) [10.1.1 een juridische benadering 48](#een-juridische-benadering) [10.1.2 een agogische benadering: grondrechten en sociaal werk 51](#een-agogische-benadering-grondrechten-en-sociaal-werk) [10.1.3 naar een inegratie van de agogische en juridische benadering: mensenrechten als een kompas 51](#naar-een-inegratie-van-de-agogische-en-juridische-benadering-mensenrechten-als-een-kompas) [10.2 het kompas van de mensenrechten voor het sociaal werk 52](#het-kompas-van-de-mensenrechten-voor-het-sociaal-werk) [10.2.1 grondrechten als basis voor de sociale rechtsstaat: sociale noden omzetten in rechten 52](#grondrechten-als-basis-voor-de-sociale-rechtsstaat-sociale-noden-omzetten-in-rechten) [10.2.2 de benadering van (mensen)rechten in het sociaal werk 53](#de-benadering-van-mensenrechten-in-het-sociaal-werk) [10.3 conclusie 55](#conclusie-2) [10.4 de vijf belangrijkste lessen uit dit hoofdstuk 55](#de-vijf-belangrijkste-lessen-uit-dit-hoofdstuk-2) [12 krachtgericht sociaal werk 56](#krachtgericht-sociaal-werk) [12.1 introductie 56](#introductie-1) [12.2 de oorsprong van de krachtenbenadering 56](#de-oorsprong-van-de-krachtenbenadering) [12.2.1 verborgen wortels diep in de geschiedenis van het sociaal werk 56](#verborgen-wortels-diep-in-de-geschiedenis-van-het-sociaal-werk) [12.2.2 naar het expliciete strenght based social work 57](#naar-het-expliciete-strenght-based-social-work) [12.3 kenmerken van een krachtgerichte benadering 57](#kenmerken-van-een-krachtgerichte-benadering) [12.4 het krachtenmodel 58](#het-krachtenmodel) [12.4.1 uitgangspunten van het krachtenmodel 58](#uitgangspunten-van-het-krachtenmodel) [12.4.2 de voorstelling van het krachtenmodel 58](#de-voorstelling-van-het-krachtenmodel) [12.5 een krachtgerichte basishouding 59](#een-krachtgerichte-basishouding) [12.6 voorbeelden van krachtgerichte methodieken 59](#voorbeelden-van-krachtgerichte-methodieken) [12.6.1 oplossingsgericht werken met krachtgerichte technieken 60](#oplossingsgericht-werken-met-krachtgerichte-technieken) [12.6.2 persoonlijke toekomstplanning en netwerkgroepen 60](#persoonlijke-toekomstplanning-en-netwerkgroepen) [12.6.3 appreciative inquiry (waarderend onderzoek) 61](#appreciative-inquiry-waarderend-onderzoek) [12.6.4 Abcd-methodiek 62](#abcd-methodiek) [12.7 conclusie 62](#conclusie-3) [12.8 de vijf belangrijkste lessen uit dit hoofdstuk 62](#de-vijf-belangrijkste-lessen-uit-dit-hoofdstuk-3) [13 generalistisch sociaal werk 63](#generalistisch-sociaal-werk) [13.1 introductie 63](#introductie-2) [13.2 microniveau 63](#microniveau) [13.2.1 bewust omgaan met referentiekader 63](#bewust-omgaan-met-referentiekader) [13.2.2 vertrouwensrelatie 64](#vertrouwensrelatie) [13.2.3 positieverkrachtenbenadering 64](#positieverkrachtenbenadering) [13.2.4 participatie 64](#participatie) [13.2.5 op maat en op tempo: vanuit de noden van de cliënt 65](#op-maat-en-op-tempo-vanuit-de-noden-van-de-cli%C3%ABnt) [13.2.6 de integrale benadering 65](#de-integrale-benadering) [13.2.7 rechtenbenadering 66](#rechtenbenadering) [13.3 mesoniveau 67](#mesoniveau) [13.3.1 de generalist als informatieverstrekker 67](#de-generalist-als-informatieverstrekker) [13.3.2 de generalist als ondersteuner 68](#de-generalist-als-ondersteuner) [13.3.3 de generalist als onderhandelaar of bemiddelaar 68](#de-generalist-als-onderhandelaar-of-bemiddelaar) [13.4 macroniveau 68](#macroniveau) [13.5 conclusie: generalist op micro-, meso- en macroniveau 69](#conclusie-generalist-op-micro--meso--en-macroniveau) [13.6 de vijf belangrijkste lessen uit dit hoofdstuk 69](#de-vijf-belangrijkste-lessen-uit-dit-hoofdstuk-4) [14 structureel sociaal werk 70](#structureel-sociaal-werk) [14.1 introdructie 70](#introdructie) [14.2 sociale rechtvaardigheid volgens Martha Nussbaum 70](#sociale-rechtvaardigheid-volgens-martha-nussbaum) [14.3 sociale rechtvaardigheid volgens nancy fraser 71](#sociale-rechtvaardigheid-volgens-nancy-fraser) [14.4 posities binnen structureel sociaal werk 73](#posities-binnen-structureel-sociaal-werk) [14.4.1 beleidsgericht sociaal werk 73](#beleidsgericht-sociaal-werk) [14.4.2 op het niveau van de samenleving: radicaal sociaal werk 74](#op-het-niveau-van-de-samenleving-radicaal-sociaal-werk) [14.4.3 de eigen professie: kritisch sociaal werk 74](#de-eigen-professie-kritisch-sociaal-werk) [14.5 conclusie 74](#conclusie-4) [14.5.1 reflectie: lessen in sociale rechtvaardigheid voor het structureel sociaal werk 75](#reflectie-lessen-in-sociale-rechtvaardigheid-voor-het-structureel-sociaal-werk) [14.6 de vijf belangrijkste lessen uit dit hoofdstuk 75](#de-vijf-belangrijkste-lessen-uit-dit-hoofdstuk-5) [16 verlaatschappelijking van de zorg: tussen droom en daad 76](#verlaatschappelijking-van-de-zorg-tussen-droom-en-daad) [16.1 situering van het begrip vermaatschappelijking 76](#situering-van-het-begrip-vermaatschappelijking) [16.2 vermaatschappelijking historisch gekaderd 77](#vermaatschappelijking-historisch-gekaderd) [16.3 de verhouding tussen formele en informele zorg 77](#de-verhouding-tussen-formele-en-informele-zorg) [16.4 kansen van vermaatschappelijking 78](#kansen-van-vermaatschappelijking) [16.5 risico's van vermaatschappelijking 79](#risicos-van-vermaatschappelijking) [16.6 implicaties voor het sociaal werk 80](#implicaties-voor-het-sociaal-werk) [16.7 conclusie 80](#conclusie-5) [16.8 de vijf belangrijkste lessen uit dit hoofdstuk 81](#de-vijf-belangrijkste-lessen-uit-dit-hoofdstuk-6) [17 gebruikersperspectief 82](#gebruikersperspectief) [17.1 het cliëntperspectief in opmars 82](#het-cli%C3%ABntperspectief-in-opmars) [17.2 what's in the name? het begrippenkader onder de loep 82](#whats-in-the-name-het-begrippenkader-onder-de-loep) [17.3 cliëntparticipatie: van schijnparticipatie naar echte participatie 83](#cli%C3%ABntparticipatie-van-schijnparticipatie-naar-echte-participatie) [17.4 de cliënt als ervaringsdeskundige 84](#de-cli%C3%ABnt-als-ervaringsdeskundige) [17.5 het cliëntperspectief in de welzijnspraktijk 85](#het-cli%C3%ABntperspectief-in-de-welzijnspraktijk) [17.5.1 een hulpverleningstraject aangestuurd door het cliëntperspectief 85](#een-hulpverleningstraject-aangestuurd-door-het-cli%C3%ABntperspectief) [17.5.2 de cliëntenraad op mesoniveau 86](#de-cli%C3%ABntenraad-op-mesoniveau) [17.5.3 de vertegenwoordiging van gebruikersorganisaties in beleidsorganen 86](#de-vertegenwoordiging-van-gebruikersorganisaties-in-beleidsorganen) [17.5.4 inzet van ervaringsdeskundigen in het sociaal werk en de overheidsadministratie 86](#inzet-van-ervaringsdeskundigen-in-het-sociaal-werk-en-de-overheidsadministratie) [17.6 het cliëntperspectief in het hoger sociaal onderwijs 87](#het-cli%C3%ABntperspectief-in-het-hoger-sociaal-onderwijs) [17.7 het cliëntperspectief in onderzoek: van kwalitatief naar participatief onderzoek 87](#het-cli%C3%ABntperspectief-in-onderzoek-van-kwalitatief-naar-participatief-onderzoek) [17.8 conclusie 88](#conclusie-6) [17.9 de vijf belangrijkste lessen uit dit hoofdstuk 88](#de-vijf-belangrijkste-lessen-uit-dit-hoofdstuk-7) sociaal werk definiëren ======================= introductie ----------- - Sociaal werkers zijn overal en hebben diverse functies. - Verschillende afstudeerrichtingen of domeinen, maar ook andere sociale professionals die hebben genoten van een andere opleiding - Beroepskrachten maar ook vrijwilligers Er is een grote verscheidenheid in praktijken, professionals, functies en opleidingen. Een sociale werker vindt de benaming "sociale werker" te algemeen en onduidelijk. Door te vertellen waar en met wie je werkt, geeft een concreter beeld van je professionele activiteit. Sociaal werk is geen uitsluitend Vlaamse aangelegenheid maar we vinden dat overal ter wereld terug met nog grotere diversiteit aan praktijken en daarom is het ook belangrijk dat we een gemeenschappelijk vertrekpunt hebben. Dat vinden we in de globale definitie. Een globale definitie is belangrijk omdat steeds meer sociale problemen het nationale niveau overstijgen. We bekijken in dit hoofdstuk het volgende: - Globale definitie: historisch kader maar ook de huidige definitie want sociaal werk evolueert - Sociaalwerkboom - Kritieken een eerste beeld: de sociaalwerkboom ------------------------------------ - Historische wortels zijn de gemeenschappelijke basis - De gemeenschappelijke stam bevat gemeenschappelijke vaardigheden, kennis en attittudes die worden vertaald in methodiek, theorieën en normatieve kaders. - Vertakkingen zijn complex en de invulling van sociale werker kan anders zijn afhankelijk van je specialisatie. Verstrengelen van de takken (samenwerken) - Geen alleenstaande boom: sociale werkers werken samen met bomen die andere disciplines vertegenwoordigen om aan de slag te gaan met sociale problemen of vraagstukken aan te pakken. Sociaal werk is voortdurend in evolutie en onlosmakelijk verbonden met veranderingen in de maatschappij. Sociale werkers worden als eerste geconfronteerd met veranderingen en dynamieken in de samenleving. Evoluties zorgt ervoor dat bepaalde specialisaties niet langer worden gezien als sociaal werk en zich afscheuren (Bv. in Nl personeelswerk). Maar maatschappelijke evoluties zorgen voor een aantal 'nieuwe' specialisaties. sociaal werk definiëren in historisch perspectief ------------------------------------------------- - Veel uiteenlopende pogingen - Functie sociaal werk rechtstreeks afhankelijk van bestaande sociale structuren en sociaal beleid wijzigingen in structuren en beleid heeft invloed op sociaal werk Payne beschouwt sociaal werk als een sociaal construct: een activiteit die het product is van hoe we in een bepaalde tijd in onze samenleving kijken naar sociale problemen en hoe ze aan te pakken. Het gevolg is dat het maken van één allesomvattende, juiste definitie onmogelijk is. In 1959 zien IFSW en IASSW het als hun taak om een globale definitie die alle vormen van sociaal werk te formuleren. De omschrijving die ze geven aan sociaal werk: --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Social work is a systemic way of helping individuals and groups towards better adaptation to society. The social worker will work together with clients to develop their inner resources, and he will mobilize, if necessary, outside facilities for assistance to bring about changes in the environment. Thus, social work tries to contribute towards greater harmony in society. As in other professions, social work in based om specialized knowledge, certain principles and skills. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- - Eerste internationale definitie in 1957 door twee studiegroepen met vertegenwoordigers uit 9 Europese landen. (nadruk op ondersteunen van individuen en groepen van mensen om zich beter te kunnen inschakelen in en aanpassen aan de samenleving) Einde jaren 70 uitgebreider ingezet op de totstandkoming van een breder gedragen internationale definitie, die is aangenomen in 1982 op een conferentie. (nadruk op initiëren en begeleiden van maatschappelijke veranderingsprocessen) - 1994 voorzitter IFSW opende opnieuw hert debat over de globale definitie want er waren fundalementele veranderingen die zich hadden doorgezet. Doelstelling: mmer slagkracht geven om te kunnen participeren in belangrijke discussies. - Technologische vooruitgang - 'globale' wereld waarin internationale invloeden belangrijker werden concept natiestaat niet langer houdbaar - Sociale rechtvaardigheid en mensenrechten (wint meer en meer aan belang) - In 1996 speciale werkgroep opgericht waarin vertegenwoordigers van de 5 toenmalige IFSW-regio's met andere organisaties en experten. - Studie obv intensieve literatuurstudie waarbij acadismische bronnen, wet- en regelgeving en de ethische codes onder de loep werden genoemen. vele debatten - 2000 nieuwe internationale definitie aangenomen door vertegenwoordigerd uit 63 landen, - 2004 samenstellen van Global Agenda for Social Work en Social development want de internationale definitie kende geen lang leven door het dynamisch en voortdurend evuluerend karakter van de samenleving. In de Global Agenda legde ze de nadruk op nieuwe globale fenomenen. - 2014 IFSW en IASSW spreken van de 'globale' definitie in plaats van de 'internationale' definitie. de huidige globale definitie van sociaal werk uitgelicht -------------------------------------------------------- De globale definitie die in 2014 bekrachtigd: ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Social work is a practice-based profession and an academic discipline that promotes social change and development, social cohesion, and the empowerment and liberation of people. Principles of social justice, human rights, collective responsibility and respect for diversities are central to social work. Underpinned by theories of social work, social sciences, humanities and indigenous knowledge, social work engages people and structures to address life challenges and enhance wellbeing. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Sociaal werk is een praktijkgebaseerd beroep en een academische discipline die sociale verandering en ontwikkeling, sociale cohesie, empowerment en bevrijding van mensen bevordert. Principes van sociale rechtvaardigheid, mensenrechten, collectieve verantwoordelijkheid en respect voor diversiteit staan centraal in het sociaal werk. Onderbouwd door sociaalwerktheorieën, sociale wetenschappen, menswetenschappen en inheemse en lokale vormen van kennis, engageert sociaal werk mensen en stucturen om levensuitdagingen en problemen aan te pakken en welzijn te bevorderen. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ### sociaal werk als praktijkgebaseerd beroep We praten over een praktijkgebaseerd beroep en niet een praktijkgebaseerde professie. Een 'professie' is een controversieel begrip die verschillende ladingen dekt. Er zijn twee benaderingen van het begrip 'professie' - Essentialistische benadering: kenmerken die de kern of eigenheid van professie weergeven Ewijk: "het ondersteunen van sociaal functioneren" - Relationele benadering: staat niet op zichzelf, in interactie met andere professies De term wordt vaak gebruikt bij hoge-statusberoepen. Verzelen verwijst naar 5 kenmerken om een professionaliteit te onderscheiden. De mate waarin een activiteit hieraan beantwoordt, is de mate waarin we het als een professie kunnen beschouwen. - Het beroep is gebaseerd op een geheel van systematisch geordende en overdraagbare theoretische kennis - De beroepsbeoefenaar is een autoriteit om taken die op het gebied van het beroep liggen zelfstandig uit te voeren en daarop gebaseerde beslissingen te nemen - Het beroep heeft een door de gemeenschap gesanctioneerd prestige - Het beroep heeft een fundamentele oriëntatie op dienstverlening, veelal geformaliseerd in een ethische beroepscode en een professionele organisatie die het onderhouden van deze code bewaakt - Het beroep heeft een bepaalde beroepscultuur, gehandhaafd door formele organisaties en informele collegiale contacten, alsmede door bepaalde institutionele verbanden Sommige zeggen dat sociaal werk een professie is maar andere zeggen dat het dat juist niet is. - Abraham Flexer: sociaal werk kan geen professie zijn want het exclusief kennisdomein ontbreekt. De doelen van sociaal werk zijn niet altijd helder en het sociaalwerkveld is onmogelijk om duidelijk af te bakenen. - Etzioni: sociaal werk is een semiprofessie want dit zijn beroepen die zichzelf voortdurend opnieuw professioneel moeten heruitvinden. We gebruiken een praktijkgericht beroep want zo wordt de nadruk gelegd op het belang van de sociaalwerkpraktijk, die bijzonder verscheiden is. Sociale werkers werken in verschillende organisaties en hebben dan ook verschillende functies. Bovendien is niet iedere sociale werker houder van een diploma in het sociaal werk. Een te letterlijke interpretatie van de definitie kan zorgen voor een scheidingslijn tussen deskundigen en niet-deskundigen. Terwijl sociaal werk in de praktijk een kruisbestuiving is tussen professionals en burgerinitiatieven. Daarom is sociaal werk een sociaal construct: een open domein die zich niet aflijnen en slechts vorm krijgen in de praktijk. ### sociaal werk als academische discipline Het belang van een sterk theoretisch en wetenschappelijk raamwerk voor sociaal werk wordt in de verf gezet. - VS: sociaal werk al langer een academische discipline academische onderzoekstraditie evalueerde - Vlaanderen: sociaalwerkopleiding ontstaan in twee sporen - Opleidingen in de schoot van de zich ontwikkelende arbeidersbewegingen - Overheid sociaalwerkopleidingen oprichten in de nasleep van WOI Deze opleidingen waren zeer praktijkgericht en het was de bedoeling om sociale werkers af te leveren die onmiddellijk inzetbaar waren. Vandaag de dag vinden we in verschillende hogescholen de professionele bachelor in sociaal werk. Naar aanleiding van de Bolognaverklaring in 1999 werd er een bachelor-mastersysteem ingevoerd waardoor diploma's worden gelijkgeschakeld en een gemeenschappelijk studiepuntensysteem in voege trad. Dat zorgde voor het vergemakkelijken van studentenmobiliteit en professionele mobiliteit, maar tegelijkertijd werkte dit ook als Katalysator voor het creëren van een academische bovenbouw In Vlaanderen is sociaal werk als academische discipline nog relatief jong. Maar op internationaal vlak groeit het academisch sociaal werk steeds. Sinds 2014 hebben we dan ook de European Social Work Research Association (ESWRA). Het aantal artikels over sociaalwerkgerelateerde topics die verschijnen waren nog nooit zo groot. Dat betekent dat de uitbouw van een eigen onderzoeksveld als sociaalwerkonderzoek en kennisbasis van het sociaal werk voortdurend uitbreidt. ### sociaal werk bevordert sociale verandering en ontwikkeling, sociale cohesie, empowerment en bevrijding van mensen Internationale definitie van sociaal werk in 2001 legde de focus vooral op het individueel niveau: sociaal werk gericht op veranderingsprocessen en begeleiden met oog op het oplossen van een probleem van een individu. Maar deze invulling werd fel bekritiseerd. In de huidige globale definitie meer ingezet op collectieve of structurele opdracht. Het belang van individuele ondersteuning wordt nog erkend maar de veranderingsprocessen en begeleiden kan ook in familiale context, in kleine groepen, op stedelijk niveau, op het beleidsniveau of in de gehele samenleving. - Belangrijk dat SW bij hun interventies steeds kijken naar de sociale context en verbondenheid tussen de niveaus in die context - Concept **sociale verandering** moet breder worden geïnterpreteerd - SW moeten zich bewust zijn en zich engageren om structurele oorzaken van sociale problemen aan te pakken **Sociale cohesie** bevorderen: sociaal werk moet een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het sociaal weefsel in de samenleving. Dat impliceert dat alles wat SW doen, is gericht op het bevorderen van de sociale kwaliteit van samenleven en samenleving. **Empowerment** is een centraal begrip in de vorige en huidige globale definitie. Van Regenmortel spreekt van een paradigma. Een paradigma is het geheel van overtuigingen, waarden en manieren van handelen dat collectief gedeeld wordt in een bepaalde tijdsgeest. - Empowerment kan beschouwd worden als een richtinggevend denk- en handelingskader - Empowermentparadigma roots in Amerikaanse War on Poverty uit de jaren 60. Barbara Solomon omschrijft dit als ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ A process whereby the social worker engages in a set of activities with the client (...) that aim to reduce the powerlessness that has been created by negative valuations based om membership in a stigmatized group. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Empowerment is een process van versterking waarbij individuen, organisaties en gemeenschappen greep krijgen op de eisen situatie en hun omgeving en dat via het verwerven van controle, het aanscherpen van kritisch bewustzijn en het stimuleren van participatie. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Belangrijk is de positieve waardenoriëntatie, waarbij SW op zoek gaan naar de krachten en mogelijkheden van mensen in de plaats van de nadruk te leggen op hun problemen. Belangrijk dat mensen inzicht krijgen in hun persoonlijke kwetsbaarheden, maar ook op structurele componenten van sociale problemen. Daarom stelt van Regenmortel dat empowerment een **multilevel construct** is. voor SW is het van belang om sociale problemen te benaderen als een samenspel van factoren op de drie niveaus. - Individueel-psychologisch niveau (micro) - Is onlosmakelijk verbonden met het organisationele (meso) - En het gemeenschapsniveau (macro) Empowerment is ook een **open-ended construct**. - Empowermentproces evolueert op een iteratieve manier en de context is ook van belang - Containerbegrip geworden waardoor er een inhoudelijke uitholling dreigt Laatste doel van sociaal werk in de globale definitie is de **bevrijding van mensen** uit structuren in de samenleving die zorgen voor onderdrukking. Structurele belemmeringen zorgen dat ongelijheid, discriminatie, uitbuiting en onderdrukking blijven bestaan. Het is dus de taak van SW om een kritisch bewustzijn te ontwikkelen hierover om vervolgens strategieën te ontwikkelen om structurele en individuele belemmeringen aan te pakken en de mensen daarvan te bevrijden. ### principes van sociale rechtvaardigheid, mensenrechten, collective verantwoordelijkheid en respect voor diversiteit staan centraal in het sociaal werk Het doel sociaal werk is om sociale verandering en ontwikkeling, sociale cohesie, empowerment en bevrijding van mensen te bevorderen. Om deze doelen na te streven, worden we gedreven door een aantal ethische principes. Daarom is sociaal werk =/= neutrale of waardenvrije praktijk maar een normatieve praktijk 'Normatieve professionaliteit' wordt gehanteerd om te verduidelijken dat morele waarden en voortdurende reflectie een essentieel onderdeel vormen van de sociaalwerkpraktijk. - 'Wat is goed sociaal werk?' - Reflectieproces zijn principes van sociale rechtvaardigheid, mensenrechten, collectieve verantwoordelijkheid en respect voor diversiteit 1. Sociale rechtvaardigheid en mensenrechten - Belangrijke bron van legitimering en motivatie voor sociaalwerkpraktijk - Debat over inhoudelijke invulling, hoe ze zich verhouden tot sociaal werk en op welke manier ze zich vertalen in de praktijk - Vlaamse Sociaalwerkconferentie mei 2018 Hubeau die de discussie samenvat Maar hij pleit zelf voor de erkenning van sociaal werk als sociaal rechtvaardigheidsberoep +-----------------------------------------------------------------------+ | Allerlei benaderingen doen de ronde over hoe mensenrechten zich | | verhouden tot het sociaal werk en welke functie ze hebben. | | | | - Respectievelijk gaat het om een sociaal-politiek refentiepunt, | | een handelingskader of een oriëntatiepunt. | | | | - Ofwel behoren ze tot het DNA van sociaal werk. | | | | - Ofwel gaat het om een constuctieproces door het sociaal werk. | | | | Sociaal werk is dan mede-maker van mensenrechten. | +-----------------------------------------------------------------------+ Mensenrechten als referentiekader voor sociaal werk verwijzing Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) uit 1948. - Eerste generatie mensenrechten: burgerlijke en politieke rechten (1948) - Tweede generatie mensenrechten: economische, sociale en culturele rechten (1994) 'sociale rechten' - Derde generatie mensenrechten: zogenaamde collectieve of solidariteitsrechten UVRM later aangevuld door - Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind 1989 - Verdrag inzake de Rechten van Personen met een handicap 2006 De mensenrechtenverklaringen zijn door de Belgische staat geratificeerd, na ondertekening voorgelegd aan het parlement. De concrete vertaalslag van UVRM gebeurde in België vooral in - Wet op de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) 1976 oprichting OCMW's belangrijk scharniermoment voor sociaal beleid - 'Sociale rechten' in GW 1994 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Artikel 1 OCMW-wet van 1976: elke persoon heeft recht op maatschappelijke dienstverlening. Deze heeft tot doel eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te bieden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. Er worden Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn opgericht die, onder de door deze wet bepaalde voorwaarden, tot opdracht hebben deze dienstverlening te verzekeren. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- - Taak om dienstverlening te organiseren - Leven leiden dat beantwoordt aan menselijke waardigheid Betekenis 'menselijke waardigheid' komt tot stand in het concrete gesprek met de cliënt en dient als grond voor de concrete interventie. - Wettelijke verandering zorgt dat het afdwingbaar is +-----------------------------------------------------------------------+ | Artikel 23 GW (sociale grondrechten): ieder heeft het recht een | | menswaardig leven te leiden. Daartoe waarborgen de wet, het decreet | | of de in artikel 134 bedoelde regel, rekening houdend met de | | overeenkomstige plichten, de economische, sociale en culturele | | rechten, waarvan ze de voorwaarden voor de oefening bepalen. Die | | rechten omvatten inzonderheid: | | | | - Het recht op arbeid en op de vrije keuze van beroepsarbeid in het | | raam van een algemeen werkgelegenheidsbeleid dat onder meer | | gericht is op het waarborgen van een zo hoog en stabiel mogelijk | | werkgelegenheidspeil, het recht op billijke arbeidsvoorwaarden en | | een billijke beloning, alsmede het recht op informatie, overleg | | en collectief onderhandelen. | | | | - Het recht op sociale zekerheid, bescherming van de gezondheid en | | sociale, geneeskundige en juridische bijstand. | | | | - Het recht op een behoorlijke huisvesting. | | | | - Het recht op de bescherming van een gezond leefmilieu. | | | | - Het recht op culturele en maatschappelijke ontplooiing. | | | | - Het recht op gezinsbijslagen. | +=======================================================================+ | Artikel 24 GW (sociale grondrechten): waarborgt vrijheid en | | neutraliteit van onderwijs + recht op kosteloos onderwijs tot het | | einde van de leerplicht. | +-----------------------------------------------------------------------+ Men noemen dit 'sociale' grondrechten omdat het als doel heeft om een menswaardige samenleving te realiseren. Man kan dit beschouwen als een belangrijke basis waarop de overheid haar beleid kan enten. Decreet Lokaal Sociaal Beleid van januari 2018 kan worden beschouwd als een concretisering van de sociale grondrechten in de GW. De huidige globale definitie van sociaal werk legt dan ook de nadruk op de principes van sociale rechtvaardigheid en mensenrechten. Maar de realisatie van mensenrechten staat steeds meer onder druk door een aantal evoluties. - Mensen worden meer gewezen op hun eigen verantwoordelijkheid. Bv. 'Arbeidsdeal' waarbij de werkloosheidsuitkeringen na zes maanden sneller zullen zakken verantwoordelijk om zo snel mogelijk opnieuw werk te vinden. - Conditionalisering van sociale grondrechten: effectuering grondrechten verbonden met voorwaarden Bv. Slechts in aanmerking komen voor een leefloon als er werkbereidheid wordt getoond. - Sanctionering of criminalisering: mensen die niet aan hun rechten komen, worden gesactioneerd Bv. de aanpak van dak- en thuislozen, ze worden soms gesanctioneerd op basis van het reglement Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS). - Het versterken van het territorialiteitsbeginsel van rechten: elke lokale gemeenschap voorziet in het levensonderhoud va zijn eigen behoeftigen door onze ingewikkelde staatsstructuur en versnippering van bevoegdheden. Bv. Discussies welke OCMW verantwoordelijk is voor het begeleiden van dak- en thuislozen Het mensenrechtenperspectief en principes waarop het gebaseerd is, wonnen aan belang parallel met het ontstaan van de naoorlogse verzorgingsstaat. - Toen weerspiegeling van sociale rechtvaardigheid en herverdeling - Vandaag actieve welvaartsstaat met nadruk op individuele verantwoordelijkheid Sociaal werk moet zich voortdurend herpositioneren door de veranderende context. Ze krijgen te maken met een vraagstelling die voorwerp van het debat blijft en een eenzijdig antwoord geven doet enkel onrecht aan de complexiteit van het sociaal werk en de sociale problemen waarmee ze geconfronteerd wordt. Complexiteit erkennen en ruimte voor steeds nieuwe antwoorden te blijven zoeken 2. Collectieve verantwoordelijkheid - Opgenomen in de huidige globale definitie maar in de vorige internationale definitie nog geen spoor - Benadrukt dat individuele mensenrechten enkel kan gerealiseerd worden als mensen verantwoordelijkheid opnemen voor elkaar en voor de gemeenschap - Voor SW wil dat zeggen - Uitdaging: context faciliteren waarin mensen hun verantwoordelijkheid opnemen voor elkaars welzijn - Verschuiving van individuele aanpak van sociale problemen naar collective - Meer hun kritische rol opeisen in de ontwikkeling, implementatie en evaluatie van sociaal beleid - Nieuwe competenties verwerven om ook in gesprek te gaan met de media, politici,... 3. Respect voor diversiteiten - Diversiteit enorm gegroeid en zal ook blijven groeien - Steven Vertovec 'superdiversiteit': sociologische term analytische bril biedt om te kijken naar demografische evoluties en toenemende diversiteit. Onderling samenspel van drie tradities in de SL - Kwantitatieve transitie: enorme toename ethisch-culturele diversiteit - Kwalitatieve transitie: radicalisering van diversiteitsproces - Proces van normalisering van diversiteit: diversiteit is overal maar tot op de dag van vandaag zijn er nog steeds mensen die dit niet wenselijk vinden ('wij' tegen 'zij') De belangrijke kracht achter superdiversiteit: de ontwikkeling van nieuwe technologieën. Maar ook sociaal werk wordt geconfronteerd met de gevolgen van de transities. - Voelbaar in professionele relatie met een steeds diverser publiek - Diversiteit in de samenleving draagt een grote kracht in zich, maar ook belemmeringen SW moet competenties ontwikkelen om te leren omgaan met verschillen benadrukt door Richard Sennett, die opzoek gaat naar manieren om toch te kunnen verbinden en samenwerken - Dialectische interactie: vanuit verschillende standpunten proberen ze te komen tot een gedeeld standpund. Risico hierbij is dat de stem van de zwakste partijen verdrukt wordt of men geen gedeeld standpunt bereiken. - Dialogische interactie: er wordt geluisterd naar de beleving van de verschillende betrokken partijen, waardoor het wederzijds begrip vergroot en men meer bewust wordt ven eigen standpunt. - Hogere bewustwording elkaars anders-zijn (h)erkennen - Belang ontwikkeling van een divers-sensitief sociaal werk: vaardigheid ontwikkelen wanneer verschillen er toe doen. vijf handelingsprincipes: A. Het belang van een open en respectvolle basishouding B. Een open dialoog tussen sociaal werker en gebruiker waarin probleemverkenning en het genereren van oplossingsstrategieën gezamenlijk gebeurt in een participatief kader C. Een krachtgerichte kijk ontwikkelen waarbij de focus ligt op de mogelijkheden en inspanningen van mensen en niet op de problemen en tekorten D. Interculturele communicatievaardigheden ontwikkelen E. Een kritische kijk op de machtsverschillen in de samenleving en de negatieve wijze waarop diversiteit soms benaderd wordt. ### sociaal werk wordt onderbouwd door sociaalwerktheorieën, sociale wetenschappen, menswetenschappen en inheemse en lokale vormen van kennis ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Social work drawn on its own constantly developing theoretical foundation and research, as well as theories form other human sciences, including but not limited to community development, social pedagogy, administration, anthropology, ecology, economics, education, management, nursing, psychiatry, psychology, public health and sociology. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Door de theoretische onderbouw in de globale definitie is de body of knowlegde van sociaal werk zeer breed. Sociaal werk doet beroep op kennis uit andere wetenschappelijke disciplines, maar bouwt ook eigen theorievorming. Daarin speelt **onderzoek** een belangrijke rol. - biedt ondersteuning voor de sociaalwerkpraktijk en dat kan op verschillende manieren. - Vaak interactief, diologisch proces tussen professionals en gebruikers. Relatie tussen wetenschap, empirisch onderzoek en sociaalwerkpraktijk voortdurend in evolutie maar ook verschillende invullingen. Er zijn verschillende benaderingen die een onderscheid bieden met betrekking tot de relatie tussen sociaalwerkonderzoek en sociaalwerkpraktijk. - Kennistransfer: nieuwe kennis sociale problemen vanuit praktijk. - Actie-onderzoekbenadering: onderzoek moet sociale werkelijkheid beschrijven en analuseren maar ok sociale verandering nastreven. - Evidencebased-praktijkbenadering: oorzaken sociale problemen in kaart brengen om gepaste interventies te ontwikkelen en implementeren. - Benadering van het reflectief professionalisme: kennis ontwikkelen die SW kunnen hanteren om tot een beter begrip van sociale problemen en de situatie van gebruikers te komen. ### sociaal werk engageert mensen en structuren om levensuitdagingen en problemen aan te pakken en welzijn te bevorderen Sociaalwerkpraktijk kent verschillende interventieniveaus - Sociaal werk richt zich op alle niveaus op het bevorderen van welzijn - SW voortdurend op zoek naar verbindingen Dus SW bevinden zich in een tussenpositie tussen her publieke en het private, tussen wat gebeurt op het niveau van de samenleving en wat zich afspeelt in het privéleven van mensen Het werkwoord 'engageren' verwijst naar een participatieve aanpak. SW werken samen met mensen om levensuitdagingen en problemen op micro-, meso- en macroniveau aan te pakken. Daarover het volgende: -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- From an emancipatory perspective that this definition supports, social work strategies are aimed at increasing people's hope, self-esteem and creative potential to confront and challenge oppressive power dynamics and structural sources of injustices, thus incorporating into a coherent whole the micro-macro, personal-political dimension of intervention. The holistic focus of social work is universal. -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ### kritieken op de globale definitie van sociaal werk De globale definitie is breed gedragen maar nog steeds het voorwerk van kritiek. - Globale definitie is te abstract - Wat is het nut van een definitie als ze toch voortdurend verandert? - Is het wel mogelijk om een echte globale definitie te maken? conclusie --------- Een globale definitie is belangrijk want - Gezamenlijk uitgangspunt, verbindend referentiekader - Wereldwijde sociaalwerkgemeenschap - Eenheid in duizelingwekkende verscheidenheid in brede en mondiale praktijk - Onmogelijk om sluitend, alles verklarend en duurzaam antwoord te vinden de vijf belangrijkste lessen uit dit hoofdstuk ---------------------------------------------- - De sociaalwerkpraktijk is zeer divers en net daarom is de vraag 'wat is sociaal werk?' niet zo makkelijk te beantwoorden. - Maatschappelijke veranderingen hebben een belangrijke invloed op sociaal werk. Dat impliceert dat de definiëring van het sociaal werk mee evolueert met de veranderende samenleving. - De globale definitie van sociaal werk biedt een kader voor wat sociale werkers doen, welke waarden en normen ze daarbij hanteren en hoe dat theoretisch onderbouwd wordt. - De globale definitie heeft niet tot doel om voor eens en voor altijd te bepalen wat sociaal werk is. Dat is onmogelijk en tegelijk ook niet wenselijk: net als onze samenleving zal sociaal werk (en daardoor ook de definitie ervan) blijven evolueren. Het blijvend zoeken naar een antwoord op de vraag 'wat is sociaal werk?' is dan ook belangrijker dan het per definitie tijdelijke antwoord. - Sociaal werk definiëren is complex en elke definitie zal een beperkte houdbaarheidsdatum hebben. Maar het blijft belangrijk om een gemeenschappelijk referentiekader te hebben voor het sociaal werk en net daarin ligt de meerwaarde van de globale definitie. de maatschappelijke context van het sociaal werk: focus op de welvaartsstaat ============================================================================ wat is de welvaartsstaat? ------------------------- - Ontstaan: periode na WOII - Definiëren en bekijken hoe de welvaartsstaat functioneert - Belang van inkomensherverdeling en belang van activering en dienstverlening Deleeck en Cantillon definiëren de welvaartsstaat als volgt: ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- De welvaartsstaat kan omschreven worden als de samenlevingsvorm van sommige rijke geïndustrialiseerde landen waarbij een aantal grondrechten van de burger, met het oog op zijn materiële welvaart en de bevordering van zijn kansen tot ontplooiing, binnen een wettelijk raamwerk, effectief gewaarborgd worden. Dit alles in het raam van de parlementaire democratie, en met behoud van de vrije-markt-economische productiewijze. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Welvaartsstaten - Zijn typische samenlevingsverbanden die gebaseerd zijn op het samengaan van de economische groei en toenemende welvaart en welzijn voor iedere burger. - Realiseren van rechten op diverse levensdomeinen - Zekerheid ondernemers en werknemers waarbij ze in een pact verzekerd zijn voor risico's zoals ziekte, invaliditeit en werkloosheid 'socialemarkteconomie' + op basis van pact sociaal beleid van overheid hoe werkt de welvaartsstaat --------------------------- ### inkomensherverdeling De welvaartsstaat herverdeelt via de sociale zekerheid diverse uitkeringen (werkloosheidsuitkering, pensioenen en ziekte- en invaliditeitsuitkering), die uitkeringen zijn bedoeld om het verlies van inkomen uit arbeid op te vangen. De financiering van de welvaartsstaat gebeurt vanuit de werknemers- en werkgeversbijdragen op loon, de inkomstenbelastingen en de alternatieve financiering (bv. BTW). - Via sociale verzekering/ zekerheid: recht op een uitkering afhankelijk van bijdrage op basis van eigen loopbaan (wederkerigheid). Voor de mensen die geen aanspraak kunnen maken en geen bijdrage kunnen leveren zijn er specifieke uitkeringen behoeftebeginsel, wordt ook wel bijstand genoemd - Solidariteit: diegene die voldoende middelen hebben, financieren mee de inkomensherverdeling voor diegenen die het wel nodig hebben. Onderscheid in solidariteit: - Intergenerationele solidariteit: de personen op een actieve leeftijd betalen bijdragen voor de financiering van personen die op pensioen zijn - Verticale solidariteit: herverdeling van de welvaart tussen rijk en arm en streeft het behoud van de verworven levensstandaard na met bepaalde minimum- en maximumgrenzen. Ook is het bedrag afhankelijk van de samenstelling van het gezin. - Horizontale solidariteit: tussen mensen met een hoog en laag risico die hetzelfde bijdragen ### activering De naoorlogse welvaartsstaat die voornamelijk gericht was op inkomensherverdeling kreeg in de jaren 90 veel kritiek. De welvaartsstaat zou er niet in slagen om sociale uitsluiting structureel tegen te gaan en werklozen zouden afhankelijk worden gemaakt door enkel inkomensherverdeling. Daarom is men de actieve welvaartsstaat gaan introduceren ('activering'). - Volwaardige tewerkstelling creëren als belangrijkste remedie tegen problemen - Betere arbeidsmarktpositie voor 'zwakke' doelgroepen - Inkomen realiseren maar is ook een noodzakelijke voorwaarden om de welvaartsstaat te blijven financieren ### het sociale investeringsparadigma: van vangnet naar trampoline Het functioneren van de actieve welvaartsstaat staat recent onder invloed van het sociale investeringsparadigma. Men wil investeren om hen maximaal te integreren op de arbeidsmarkt op lange termijn. Vroeg investeren in mensen zorgt ervoor dat ze beter aangepast zijn aan de arbeidsmarkt. - Investeren in voorschoolse kinderopvang en inzetten op diverse preventieve maatregelen om gelijkheid in het onderwijs en dus de arbeidsmarkt te voorkomen. - Te vergelijken met de klassieke inkomensherverdelende sociale zekerheid als trampoline en het vangnet. Mensen die naast de arbeidsmarkt vallen opnieuw uitzicht bieden op betaalde arbeid. ### inbedding in de Europese unie: europese pijler van sociale rechten De Belgische welvaartsstaat staat niet op zichzelf en België maakt deel uit van de Europese Unie. Ze moeten zich dus houden aan Europese wetgeving. - Oprichting EU oog voor economische integratie - Doorheen de jaren meer aandacht voor sociale kwesties - Inbedding in de Europese Unie beperkingen inhouden voor de Belgische welvaartsstaat - Europese context biedt heel wat mogelijkheden voor de welvaartsstaat De Europese Commissie keurde in 2017 de 'Europese pijler van sociale rechten' goed. Dat bevat beginselen en rechten die moeten bijdragen tot eerlijke en goed werkende arbeidsmarkten en socialezekerheidsstelsels. De rechten zijn opgebouwd rond: - Gelijke kansen en toegang tot de arbeidsmarkt - Billijke arbeidsomstandigheden - Sociale bescherming en inclusie De Europese pijler is niet juridisch bindend maar biedt een kader op basis waarvan de lidstaten specifieke actief of afzonderlijke wetgeving kunnen enten. ### voor wie: selectief versus universeel - Selectiviteit: 'de armen' zijn de belangrijkste doelgroep van de welvaartsstaat. Ze willen het lijden verzachten door specifieke maatregelen. De reikwijdte van het sociaal beleid is beperkt en gericht. Er is een streng toezicht dat enkel de rechtmatige doelgroepen recht uitoefenen op de financiële uitkeringen. Selectiviteitsprincipe Bv. zo een type welvaartsstaat in VS en VK - Universaliteit: de welvaartsstaat is gericht naar elke burger. Er wordt vaak gesproken over universele rechten. De reikwijdte van het sociaal beleid is verregaand en bestrijkt diverse terreinen. Elke burger kan aanspraak maken op diverse vormen van uitkeringen en/of hulp- en dienstverlening. Bv. zo een type welvaartsstaat is België - Proportioneel universalisme (mengvorm): iedereen kan aanspraak maken maar specifieke meerwaarde voor groepen met meer noden en problematieken. Dat wil zeggen dat bepaalde delen van de welvaartsstaat selectief zijn en ondersteuning op maat bieden. Bv. België: bedrag uitkering vaak afhankelijk van gezinssamenstelling en arbeidsverleden. Bv. Sociale correctie op gezinsbijslag. enkele uitdagingen voor de welvaartsstaat ----------------------------------------- ### armoede en sociale uitsluiting: een conceptueel raamwerk Noodzakelijk om een onderscheid te maken tussen 'sociale fragmentering', 'ongelijkheid', 'uitsluiting' en 'armoede'. De volgende concepten spelen daarbij een rol. - 'Relaties': relaties tussen mensen, groepen of maatschappelijke gebieden zijn al dan niet op basis van hiërarchie gestructureerd. Een hiërarchische relatie impliceert dat een groep mensen meer macht kan uitoefenen over een andere groep, die in een ondergeschikte positie gepositioneerd zijn. - 'Breuklijnen': kwalitatief verschil tussen mensen, groepen of deelgebieden. Wanneer beide kenmerken gecombineerd worden, komen we tot een typologie van vier soorten 'sociale verschillen'. ** ** **Hiërarchie (nevenschikking of boven- en onderschikking)** ----------------- ------------------------------------------------------------- ---------------------- --- **Breuklijnen** **nee** **ja** **nee** sociale differentiatie sociale ongelijkheid **ja** sociale fragmentering sociale uitsluiting - Sociale differentiatie: mensen verschillen nu eenmaal en dak kan leiden tot verdere vormen van ongelijkheid. We spreken over sociale ongelijkheid als het verwijst naar het optreden van een hiërarchie. - Sociale fragmentering: Bv. verschillende subculturen van jongeren of over supportersgroepen in de voetbal. De groepen staan evenwaardig naast elkaar maar hanteren een kledingcodes die bepalen tot welke groep ze horen. - Sociale ongelijkheid: sommige sociale posities worden hoger geplaatst dan andere en een verklaring hiervoor is een uiteenlopende waardering van de positie of economische organisatie van de samenleving. Bv. sociaal-economische status - Sociale uitsluiting: leidt tot kloven in de samenleving die tot een scheiding tussen 'in' en 'uit' leiden op verschillende maatschappelijke domeinen. De 'buitenstaanders' beschikken niet over genoeg middelen om de kloof te overbruggen. Het is een structureel gebeuren, over de organisatie van de samenleving. Armoede is een bijzondere vorm van sociale uitsluiting, multi-aspectueel: uitsluiting op verschillende levensdomeinen die elkaar versterken. Definitie armoede Vranken en co: ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Armoede is een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het individuele en collectieve bestaan. Het scheidt de armen van de algemeen aanvaarde leefpatronen van de samenleving. Deze kloof kunnen ze niet op eigen kracht overbruggen. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- - Definitie herhaaldelijk in vraag gesteld - Armoede moet bekeken worden vanuit de samenleving, vanuit het maatschappelijk probleem en niet vanuit het individu. Als ze uit deze kloof komen, wil dat niet zeggen dat armoede uit de wereld is. Een nieuwe definitie in het jaarboek armoede en sociale uitsluiting 2017- 2018: ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- (...) een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het individuele en collectieve bestaan, in die mate dat men geen leven kan leiden dat voldoet aan de menselijke waardigheid. Hiervoor ontstaat een kloof met de rest van de samenleving. Deze kloof, die in de samenleving wordt ge(re)produceerd, kan men niet op eigen kracht overbruggen. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- - Belangrijke toevoeging 'menselijke waardigheid' maar dat is te onderscheiden van 'menselijkheid': menselijkheid gaat over een aantal universele menselijke eigenschappen (honger, dorst, onderdak), die verwijzen naar een minimum waarover mensen moeten kunnen beschikken om mens te zijn. Dat verwijst naar 'overleven'. - Nussbaum pleit om ons te richten op capabilities of 'werkelijke mogelijkheden'. 'Menswaardigheid' verwijst naar iemands werkelijke mogelijkheden of substantiële vrijheid om het leven te leiden dat ze volwaardig acht. Een rechtvaardige samenleving zorgt ervoor dat dit gerealiseerd kan worden. Lijst van tien centrale capabilities om 'menswaardig bestaan' verder invulling te geven (Fysieke gezondheid, fysieke integriteit, bewustzijn, emoties,...) De 'essentiële capabilities' zijn abstract geformuleerd en vereisen verdere specificering Armoede gaat over sociale uitsluiting op diverse levensdomeinen, we zoemen in op inkomensarmoede, nadien bekijken we vormen van ongelijkheid op enkele andere levensdomeinen: werk, huisvesting,... ### inkomensarmoede 'Relatieve armoederisico': iemand die een inkomen onder de vastgelegde grens, beschouwt als arm, zegt iets over financiële armoede. Bepaling armoedegrens: 60% van het mediaan equivalent beschikbaar huishoudinkomen van een land - Beschikbaar huishoudinkomen: wat overblijft na het aftrekken van belastingen en sociale bijdragen - Mediaan inkomen: alle inwoners gerangschikt, inkomen in de midden - 60%-grens is het resultaat van een politieke besluitvorming op het Europees niveau - Lager dan 60% van de mediaan: personen met verhoogd armoederisico - Relatieve maatstaf: inkomen vergeleken met algemene welvaartspeil, op bepaald moment - Arbitraire maatstraf: de mensen die juist boven die 60% zitten, worden niet als arm beschouwd maar hebben niet veel meer middelen dan armen Evolutie relatieve armoederisico voor België: vrij stabiel en rond de 15%. - Hoge welvaart maar we slagen er niet in om armoede terug te dringen - Armoederisico verschuift over groepen heen in de samenleving - Armoederisico is objectieve maatstaf: berekeningswijze kent tekortkomingen subjectieve inkomensarmoedemaat: aandeel van bevolking dat aangeeft dat ze het moeilijk hebben om eindjes aan elkaar te knopen (20,9% in 2017) Sociale vangnet, gekenmerkt voor welvaartsstaat? - Veel minimumuitkeringen onder de armoedegrens - Uitkeringen zijn de laatste jaren achtergebleven ten opzichte van de gemiddelde welvaart, waardoor er een stijgende armoede is bij gezinnen op actieve leeftijd ### activering Het streven naar tewerkstelling staat centraal in onze welvaartsstaat. - Werk als belangrijke hefboom om uit armoede te geraken - Veel rechten afhankelijk van arbeidsverleden - Arbeid belangrijk voor diverse andere levensgebieden: sociale contacten, verbonden voelen met samenleving Activering staat centraal in de strijd tegen armoede maar toch is er sprake van ongelijkheid op de arbeidsmarkt. Bepaalde groepen maken minder kans om een (kwalitatieve) baan te vinden. Bij de doelstelling van activering maken we een onderscheid tussen een 'eng' en een 'breed' discours. - Eng discours: doelstelling is arbeidsmarktparticipatie (doorstromen arbeidsmarkt). Oorsprong werk Murray: aanklagen van uitkeringsafhankelijkheid door 'the culture of dependency'. Sociale voorzieningen zorgen voor een afhankelijkheidscultuur nadruk op verplichtingen die bij het burgerschap horen (werken/ inspanning leveren). Oplossing afhankelijkheidscultuur: stimuleren van arbeidsparticipatie. Diegene die werkt en dan zonder werk valt, krijgt meer krediet dan een persoon die weigert te gaan werken. Er zijn een aantal beperkte criteria die ervoor zorgen hoe deserving iemand wordt gezien: - Persoonlijke verantwoordelijkheid of schuld - Identiteit of nabijheid - Behoefte - Houding - Wederkerigheid Voortzetting werk Theodore Dalrymple, bekend als workfare - Brede invulling: tegengewicht eng discours door 'sociale' of 'maatschappelijke' activering Zelfstandigheid en onafhankelijkheid van een persoon stimuleren. Vertrekpunt is de specifieke situatie en oorzaak waarom hij niet kan doorstromen naar de arbeidsmarkt individueel traject met een mix tussen ondersteuning en eigen kracht en verantwoordelijkheid op maat. Vertrouwen en onafhankelijkheid ontwikkelen staat hierbij centraal. Het onderscheid tussen niet-willen en niet-kunnen opgeheven. Activering draagt bij tot de strijd tegen armoede. Een multidimensionale definitie op armoede wordt benadrukt uitsluiting op alle levensdomeinen aanpakken en sociaal isolement doorbreken. Enkele kanttekeningen tegenover een al te sterke focus op activering in de welvaartsstaat. - Verantwoordelijkheid van activering bij het individu leggen. Activering zit vervat in een plichtendiscours, waarin betaalde arbeid centraal staat. Er zijn enkele valkuilen om iedereen aan het werk te krijgen: - Arbeidsmarkt kent een grote mismatch: Het aanbod sluit niet altijd aan bij de vraag naar arbeid door - De gevraagde kwalificaties vs het lagere opleidingsniveau - Mindere jobkwaliteit en doorgedreven flexibiliteit - Niet iedereen is activeerbaar: armoede bij ouderdom, ziekte of validiteit of al aan het werk Armoederisico 14% werkloos - Een job is niet altijd haalbaar - Activering is noodzakelijk maar biedt niet altijd bescherming tegen armoede Bv. tweeverdienersschap is de norm maar bij een alleenstaande moeder die voltijds werkt is het niet altijd mogelijk om voldoende inkomen te genereren. - Voldaan zijn aan enkele belangrijke randvoorwaarden want om meer mensen aan de slag te krijgen moet er ook waardig en kwaliteitsvol werk zijn. - Kwaliteit arbeid verhogen: overheid zet in op een betere combinatie van werk en privéleven - Loopbaanonderbreking ingeperkt - Voldoende kinderopvang tegen betaalbaar tarief - Uitgebreid openbaarvervoersnet - Het veronderstelt investeringen om de stap naar werk mogelijk te maken ### huisvesting Het wordt beschouwd als een 'wankele pilaar' want huisvesting wordt vaak genegeerd in het debat over het functioneren van de welvaartsstaat. Onze welvaartsstaat zet voornamelijk in op eigendomsverwerving. - Eigenaarschap hangt samen met socio-economische kenmerken - Eigenaarschap gestimuleerd door belastingsvermindering - 'Woonbonus' heeft een sterk mattheuseffect. Herman Deleeck lanceerde dit begrip in de jaren 90. Het wil zeggen dat een aantal voordelen van sociaal overheidsbeleid meer naar de hogere dan naar de lagere sociale categorieën gaan. Maar toch slaagt niet iedereen erin om een eigen woning te verwerven. Dat zijn voornamelijk starters en lage inkomensgezinnen, die onvoldoende kapitaal hebben. Ze worden vaak aangewezen op de private huurmarkt maar dat wil zeggen... - Van minder goede kwaliteit - Hoge energiekosten want minder goed geïsoleerd - Huurprijzen zijn een grote hap uit het gezindsbudget Mensen met een laag inkomen kunnen zich beroepen op de sociale huisvesting. Maar het aantal sociale woningen is beperkt, veel mensen staan op de wachtlijst maar tegelijkertijd zitten ze nog in de private huurmarkt. Ook hebben we sociale verhuurkantoren (SVK's), die bemiddelen in de verhuur van kwaliteitsvolle en betaalbare woningen op de private huurmarkt. Omdat er gebrek is aan private huurwoningen en sociale woningen, gaan sommige over op noodaankoop. Maar deze woningen zijn van onvoldoende kwaliteit met de bedoeling o-m later te renoveren maar dat komt er vaak niet (snel) van. Er zijn ook dak- en thuislozen, maar deze groep registreren is moeilijk. Acute nood aan een degelijk huisvestingsbeleid! ### onderwijs Qua prestaties behoort het Vlaams onderwijssysteem tot de top, maar de ongelijkheid tussen leerlingen is groot. Er is een sterke samenhang tussen hun prestaties en hun socio-economische achtergrond, maar er is ook een kloof tussen de prestaties van autochtone leerlingen en leerlingen van buitenlandse herkomst. Hoe kunnen we dat verklaren? - In de kleuterklas zijn er socio-economische verschillen. Kinderen waarvan de ouders een lagere status hebben, participeren minder en hebben een verhoogde kans op vertraging. - Lager onderwijs zet de ongelijkheid zich verder. Kinderen waarvan de ouders een lagere status hebben, hebben een grotere kans op vertraging in het eerste leerjaar en worden vaker doorverwezen naar het buitengewoon onderwijs. - Sociaal-economische achtergrond bepaalt sterk de onderwijskansen. Hierbij spelen het onderwijsniveau en de economische activiteit van de ouders een grote rol Verklarende factor secundair onderwijs is nationaliteit. De ongelijkheid neemt nog verder toe in het secundair onderwijs. Kinderen uit een lagere sociale klassen worden vaak naar de b-stroom georiënteerd, doordat ze vertraging hebben opgelopen in het lager onderwijs. Jongens lopen vaker vertraging op dan meisjes in het secundair onderwijs. - Systeemkenmerken van onderwijs: Vlaamse onderwijs is sterk hiërarchisch gestratificeerd met een reeks watervaleffecten. Daarnaast werkt de vrije schoolkeuze sociale segregatie in de hand, wat op zijn beurt de ongelijkheid in prestaties versterkt. - Vroegtijdige schoolverlaters: dit vindt plaats bij kinderen van een lagere sociale klassen. Ze verlaten school zonder kwalificatie met een beroepsfinaliteit of een finaliteit doorstroom hoger onderwijs (diploma). Ze hebben een kwetsbare arbeidspositie en hebben moeilijk tot geen toegang tot hoger onderwijs. - In het hoger onderwijs worden verschillen in participatie vooral bepaald door verschillen in toegang, waarbij sociaal-economische en etnisch-culturele afkomst een invloed heeft. Maar wat ook bepaald of men gaat verder studeren en deze studie ook haalt is.. - Onderwijsvorm - Hooggeschoolde ouders - Belgische nationaliteit heeft meer overlevingskansen dan een nationaliteit uit de EU ### de toegankelijkheid van hulp- en dienstverlening - Een belangrijke uitdaging voor de welvaartsstaat - Diverse organisatorische, relationele en individuele drempels - Overzicht factoren die de toegankelijkheid beïnvloeden op niveau van vraagzijde en aanbodzijde 1. Vraagzijde - Drempels op niveau van de cliënt en zijn (probleem)situatie: gaat over opvattingen, houdingen en overtuigingen die ze tegenhouden om hulp te vragen. De eerste stap vormt een moeilijke drempel en het is belangrijk bij de drempels om niet te wijzen naar de cliënt met schuld. - Werkingskracht sociaalwerkpratkijk vertrekt bij de relatie die hulpverleners aangaan met hun cliënten. De relatie staat vaak gekenmerkt door toewijding, vertrouwen, betrokkenheid, empathie, aanvaarding en oprechtheid. - Samenwerking hulpvragen en hulpgever kan onder druk staan door een verschil in sociale positie. Het onderscheid tussen een 'goede' en 'slechte' cliënt is een sociaal constructie, een label dat wordt toegedeeld. Een 'slechte' cliënt is een persoon die minder goed in de organisatie past maar er wordt geen rekening gehouden met specifieke oorzaken. 2. Aanbodzijde - Organisatorische factoren omvatten kenmerken die de toegankelijkheid bemoeilijken. Vaak niet toegankelijk doordat de organisatie niet voldoet aan de zeven B's. - Bekendheid: - Bereikbaarheid: - Beschikbaarheid: - Begrijpbaarheid: - Betrouwbaarheid: - Betaalbaarheid: - Bruikbaarheid: ### gezondheid 'Arm maakt ziek, ziek maakt arm' vat de complexe relatie tussen armoede en gezondheid goed samen. Wie arm is heeft... - Een minder kwalitatieve woning - Minder middelen om gezonde voedgingsgewoontes te behouden of te sporten - Stress over financiële zorgen Maar andersom ziet iemand die ziek is zijn financiële middelen snel teruglopen want er is sprake van een inkomensverlies. Opleidingsniveau bepaalt in grote mate de kansen op een gezond en lang leven. Er is ook sprake van een 'sociale gradiënt': hoe hoger je op de maatschappelijke ladder staat, hoe meer je erop vooruitgaat. Maar daarnaast is er ook een verband tussen inkomen en bepaalde gezondheidsklachten. Gezondheid is dus geen neutraal gegeven. Ons gezondheidssysteem is financieel vrij toegankelijk door de verplichte universele ziekteverzekering en allerlei maatregelen. Maar bovendien weten mensen niet altijd waar ze recht op hebben, zoals bv. een verhoogde tegemoetkoming. En dat wil zeggen dat er sprake is van een non-take up: mensen ontvangen niet steeds waar ze recht op hebben. conclusie --------- In dit hoofdstuk behandelden we de welvaartsstaat als context waarbinnen sociaalwerkpraktijken worden gevormd. - Functioneren van welvaartsstaat + uitdagingen voor de welvaartsstaat - We slagen er niet in om de armoedecijfers te laten dalen - Een kwaliteitsvolle job is niet voor iedereen weggelegd - Toegankelijkheid tot noodzakelijke hulp- en dienstverlening wordt belemmerd door drempels - Noodzakelijk om een kwaliteitsvolle huisvesting en een goede gezondheid te realiseren de vijf belangrijke lessen uit dit hoofdstuk -------------------------------------------- - De welvaartsstaat slaagt er ondanks vele inspanningen niet in om het armoedecijfer te laten dalen. - Een kwaliteitsvolle job op de arbeidsmarkt is niet voor iedereen weggelegd. - De toegang tot de noodzakelijke hulp- en dienstverlening wordt belemmerd door diverse drempels. - Bijkomende inspanningen zijn noodzakelijk om voor iedereen een goede gezondheid en een kwaliteitsvolle huisvesting te garanderen. - Sociaal werkers moeten zich ervan bewust zijn dat de rechten van de meeste kwetsbare doelgroepen op diverse levensdomeinen geschonden zijn. Zij moeten zich zowel richten naar het individu als naar het niveau van de welvaartsstaat. de historiek van het sociaal werk ================================= geschiedenis van en voor sociaal werk ------------------------------------- Om op een brede en kritische manier inzicht te verschaffen, moet men aandacht hebben voor meerdere perspectieven. Het historisch perspectief mag daar niet in ontbreken want het is een achteruitkijkspiegel om vandaag naar sociaal werk te kijken maar het biedt ook lessen voor heden en toekomst van sociaal werk. - Geschiedenis van sociaal werk: beroepsgeschiedenis, pioniers en eerste voorbeelden - Geschiedenis voor sociaal werk: maatschappelijke geschiedschrijving, grote sociale ontwikkelingen en hoe die sociaal werk hebben beïnvloed. Er is wisselende aandacht tussen van en voor, en er is ook een verband tussen de twee. Sociaal werk deint mee op de golven van maatschappelijke ontwikkeling wat zorgt voor nieuwe vragen en uitdagingen. Hierbij wordt de geschiedenis gezien als een inspiratiebron. De wortels van sociaal werk konden we al terugzien in de feodale patronage, in het christelijke caritasideaal, in het gildewezen. Hierin vinden we de kiemen van de armen- en ziekenzorg, wederzijdse hulp en onze sociale zekerheid. In de 'moderne' 19^e^ eeuw markeren we de start van het professioneel sociaal werk vanuit de emancipatiestrijd. sociaal werk in de revolutionaire 19^e^ eeuw -------------------------------------------- ### tijdperk van revoluties Industriële revolutie, verlichting, Franse/ Amerikaanse/ Belgische revolutie is verplichte kost voor SW, want dit raakte de sociale kwesties en vormen de ontstaansachtergrond van menig sociaal werk. De vrijheids- en gelijkheidsidealen van FR liggen in het hart van sociaal werk. - Vormen haar ethische uitgangspunten en geven gestalte aan de grondhouding - Mensenrechtenberoep - 'Kritisch dialoog' tussen vertegenwoordigers verlichting en romantiek geven aan dat het 'hoofd' gedreven moet worden op een redelijke manier en de kwestie van overtuigingen en idealisme bij sociaal werk een 'harts-zaak' is verwoording Bamford: ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Sociaal werk op haar best is een combinatie van hart en hoofd. 'Hart' omdat emotionele intelligentie, sensitiviteit, empathie en warmte essentiële elementen zijn in het proces van het opbouwen van vertrouwensrelaties. 'Hoofd' omdat een warm hart niet genoeg is. Het moet samengaan met de deskundigheid om cliënten in hun sociale omgeving te kunnen plaatsen en de contextuele factoren te begrijpen die op hen van invloed zijn. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ### de sociale kwestie De IR leidde rechtstreeks tot de 'sociale quaestie': de sociale uitwassen van de snel industrialiserende, kapitalistische samenleving de ellendige werk en levensomstandigheden. De industriële bedrijvigheid gebeurde op kap van de arme arbeider, terwijl de kapitalist de winst in eigen zaken stak of investeerde in een onderneming. Waardoor armoede bij de arbeiders het gevolg was. (lange arbeidsdagen, lage lonen,...) ### de arbeidersbeweging De omstandigheden waren zo schrijnend dat protest niet kon uitblijven. - Oog op bestaanszekerheid en om eigen ambacht te beschermen - Geweld of saboteerden machines in fabrieken - Of organiseerde zich op een vreedzame manier in allerlei '**volkswerken'**: vandaag zijn sociale werkers daar nog steeds actief (vakbonden, mutualiteit,...) De verschillende volkswerken die de materiële behoeften behartigden: 1. Eerste volkwerken: Maatschappijen van onderlinge bijstand: verzekeringslogica wie premie of bijdrage betaalde, kon aanspraak maken op een uitkering bij ziekte, ongeval, ouderdom of overlijden. Kunnen gezien worden als de voorlopers van de hedendaagse mutualiteiten of ziekenfondsen. 2. Tweede volkwerken: Vakbonden: in verband gebracht met verhitting van de gemoederen en verstoring van de openbare orde en geweld. Er werd een verbod op samenscholing tussen mensen met hetzelfde beroep ingeroepen om dit te vermijden. Maar dit verbod kon men omzeilen doordat sommige mutualiteiten geheime weerstandskassen hadden (stakende arbeiders financieel steunen). De eerste vakbonden die ontstaan zijn in het Gentse textielindustrie in 1857: - Broederlijke Wevers - Noordlijdende Broeders 3. Derde volkwerken: Coöperaties (economische samenwerkingsverbanden van en voor arbeiders): bakkers, schoenmakers, apothekers,... leggen hun weinige kapitaal samen om de kapitalistische burgerij te kunnen verslaan. - Lid/ aandeelhouder: op een goedkope manier producten en levensmiddelen verkrijgen - Vooruit - Bieden vandaag innovatieve projecten in zorglandschap De volkswerken behartigden ook niet-materiële behoeften, zoals de sociale behoefte aan vorming en gezelschap. Sociaal-culturele verenigingen met educatief of animatief karakter (toneelclub, muziekclub). De arbeidsbeweging was niet eenduidig, want er ontstonden diverse verenigingen en organisaties voor mannen, vrouwen en jeugd. De organisaties hadden ook een verzuilend karakter, zo zijn er liberale vakbonden, katholieke boerenbonden,... Niet alleen de fabrieksarbeiders maar ook de vrouwen en Vlamingen hadden het moeilijk. Zij vormden de 19^e^-eeuwse emancipatiebewegingen die het sociaal werk vorm, richting en gestalte gaven. ### de founding mothers van het sociaal werk De basisideeën van feminisme gaan terug op de verlichting en de FR. Vrijheid, gelijkheid en solidariteit waren richtinggevende idealen voor stemrecht en juridische gelijkberechtiging bij vrouwelijke acties. Na 1850 was er een economische expansie waarbij vrouwen ook konden profiteren. Op die manier ging de tweede IR samen met de vervrouwelijking van de beroepsbevolking. Surintendantes d'usines: de eerste personeelswerk(st)ers? - Enkele ondernemers gaven aanzetten tot vormen van sociaal (personeels)werk in hun fabriek - 'Opzichteressen' bekleedden een intermediaire sociale positie - Oog op productiviteitsstijging - Betrokken in de processen van werving en selectie - Ook bezig met administratie, veiligheid, hygiëne en gezondheid - Gingen op huisbezoek bij langdurige afwezigheid Sommige vrouwen waren bezig met liefdadigheidswerk, dat sloot ook mooi aan bij de rol van huisvrouw. De moderne vrouw was het een middel om zich te emanciperen uit haar klassieke binnenhuisbestaan. Sommige founding mothers van social work waren actief in liefdadigheidswerk en ze slaagde erin om verschillende praktijken samen te brengen in een Charity Organisation System (COS). - Bood kansen tot uitwisseling en synergie - Lag aan de basis van professionalisering van sociaal werk als beroep: verwetenschappelijkih en methodisering. Zo evolueerde liefdadigheidspraktijken tot social casework. Malcolm Payne schrijft hierover: ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Het was in de VS dat, in de late jaren rond 1890 en begin 1900, het social casework zich ontwikkelde vanuit de (praktijk van) friendly visiting door liefdadigheidswerkers naar een diepgaand behoefteassessment. In het bijzonder (was er) de invloed van psychologie en psychoanalyse in de VS rond 1920 die de psychologische oorsprong van familieproblemen benadrukte. De methode van het huisbezoek en de persoonlijke invloed van een professional verbonden met praktische hulpverlening werden (zo) het social casework. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- - Social casework vormt de basismethode van de individuele hulpverlening - Mary Richmond als pionier van casework: "het verbeteren va de wisselwerking tussen de mens en zijn omgeving." Twee dingen van belang - De kracht van de cliënt mobiliseren - De leefomgeving van de hulpvrager toegankelijk maken Sociaal werk is dus vele meer dan individuele problemen oplossen. Andere pioniers van sociaal werk waren actief in de settlementbeweging: Jane Addams en Octavia Hill gingen zich settlen in achterstandswijken om van daaruit volksverheffing te doen. Ze stelden hun kennis open en breide uit naar de lagere sociale klassen. Educatieve activiteiten kwamen tot stand maar ook verschillende socioculturle activiteiten boden een voedgingsbodem voor collectieve belangenbehartiging en sociale actie. Hier vinden we de kiemen van groupswork en community work of ook wel sociaal-cultureel werk genoemd. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Settlements reflecteerden een ander type van organisatorische respons op de impact van industrialisatie en immigratie en introduceerden een alternatief model van dienstverlening. In tegenstelling tot de individueel georiënteerde COS, focusten settlements op de omgevingsoorzaken van armoede en op het uitbreiden van werkopportuniteiten voor armen. Terwijl het settlement zich richtte op wat later groupswork en community work ging heten, lag de nadruk bij sociaal werk in de COS meer en meer op casework met individuen en families. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Aan de basis van het ontwikkelingswerk lag een man, Lodewijk de Raet. ### het Willemsfonds en de start van het sociaal-cultureel werk In het laatste kwart van de 19^e^ eeuw vierde overal in Europa het nationalisme hoogtij. Het zorgen voor een eigen taal, cultuur en traditie, wat kan leiden tot onderlinge samenhorigheid of integratie. Maar het kan er ook tot leiden om mensen tegen elkaar op te zetten. Bv. Vlaamse beweging tegen het Franse karakter van de Belgische staat. Er waren Vlamingen die opkwamen voor de Vlaamse taal maar op een gegeven moment heeft dat ook een politiek karakter gekregen. Dat zien we terug in de staatshervormingen waarbij er meer bevoegdheden worden overgedragen naar de gemeenschappen en de gewesten. Dit illustreert dat sociaal-cultureel werk vaak de onderbouw is van sociaal-politieke actie. Het Wilemsfonds: de oudste sociaal-culturele organisatie - Jan Frans Willems - Samen met andere cultuurfondsen: nog steeds bestaat als een cultureel netwerk waar mensen kunnen genieten van cultuur in de brede zin van het woord vormen eerste bouwstenen van het sociaal-cultureel werk - Mensen in contact brengen met volksliteratuur groeide uit tot verenigingen - Ontstaan in 1851, oudste culturele organisatie in Vlaanderen De Vlaamse beweging heeft bijgedragen aan culturele verheffing en democratisering, maar bleef botsen met iets: het was een overwegend middenklassenfenomeen. - Arbeiders hadden andere zorgen dan de Vlaamse ontvoogding en verheffing - Arbeiders waren analfabeet en dus moeilijk te bereiken - Arbeiders hebben nood aan sociale zekerheid en sociale wetgeving ### van nachtwakersstaat naar verzorgingsstaat De sociale kwestie, het verlichte ideeëngoed, de arbeidersopstanden leidden in de revolutionaire 19^e^ eeuw tot sociaal werk als gehaal van praktijken en als beroep via reactie van onderop en via reactie van bovenop (staat). - Arbeidsproblemen temmen - Arme arbeiders, landlopers en bedelaars onverantwoordelijk en gemakzuchtig Maar naarmate de verlichting en industrialisatie verder om zich heen grepen, kon de overheid hun ogen niet blijven dichtknijpen voor het arbeidersprobleem. Ze moesten zich bezighouden met zaken van algemeen welzijn en welvaart. Evolutie van nachtwakersstaat naar verzorgingsstaat. In de Franse tijd 1796 ontstonden al de 'burelen van weldadigheid', de voorlopers van het hedendaagse Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW). De staat ging zich bezighouden met rioleringen aanleggen, waterzuivering en sociale huisvesting, maar ook werd er gesleuteld aan de arbeidsvoorwaarden: - Arbeidsduur verkort - Eerst wetten kinderarbeid De sociale wetgeving was erg relatief. sociaal werk in de democratische 20^e^ eeuw ------------------------------------------- ### sociaal werk in de welvaartsstaat Democratisering is in deze periode heel belangrijk. Door algemeen stemrecht en het Sociaal Pact worden belangrijke sociale fundamenten gelegd. Er komen veel nieuwe sociale wetten tot stand en de volkswerken worden verder uitgebouwd. Er is een link sociaal werk en welvaartsstaat. Welvaartsstaat of. Verzorgingsstaat: verwijst naar hardware en software van sociaal werk. - Het omvat 'sociale infrastructuur' van een veelheid aan organisaties op de uitgebreide terreinen van sociale zekerheid, publieke dienstverlening en sociaal overleg - Brengt ethiek van welvaart en welzijn voor iedereen in de praktijk. Sociaal werk en de welvaartsstaat hebben dezelfde doelen of functies. - Verzorging en verheffing - Verdeling en verzekering - Verbinding De 20^e^ eeuw kunnen we opdelen in drie belangrijke deelperioden en die gebruiken we als primair indelingscriterium. - Interbellum: periode tussen de twee wereldoorlogen - De groei- en bloeiperiode na de tweede wereldoorlog (1945-1975) - Crisisjaren (na 1975) ### het interbellum 1. Sociale zekerheid en sociale bijstand Het naoorlogse psychologische klimaat heeft meer draagvlak dan ooit om een sociaal gelijke(re) samenleving op te bouwen. - Veel ellende waar we snel komaf mee wilden maken en de 'hersteljaren' boden de nodige financiële ruimte om nieuwe sociale wetten en maatregelen in te voeren die in het belang van iedereen waren. - Overheid nam steeds meer sociale taken op zich groei van de publieke administratie en haar dienstverlening. (Armenzorg, sociale huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs) Het interbellum markeert de eigenlijke start van de sociale zekerheid (Otto von Bismarck geestelijke vader). - Sociale risico's werden gefinancierd door sociale bijdragen - Toen ontstonden ook nationale wetgevingen en verzekeringen inzake pensioen, kinderbijslag en gezondheidszorg. Bij de sociale bijstand was er een echte doorbraak tijdens deze periode. De Wet op de Openbare Onderstand 1925: mijlpaal in beroepsgeschiedenis van sociaal werk. Modernisering lokale armenzorg. Toenmalig Comité voor Openbare Onderstand (COO) vergelijkbaar met hedendaagse OCMW. - Bijstand leveren aan hulpbehoevenden, bejaarden, zieken, wezen, vondelingen - Verkozen voor termijn van 6 jaar - Verschillen liggen in de bredere en professionelere werking. - Maatschappelijke werker OCMW versterken - OCMW evolueerde meer naar 'openbaar centrum' die zich tot iedereen wil richten 2. De eerste sociale scholen Op instigatie van de overheid, maar ook arbeiders en vrouwen richtten in deze periode scholen voor SW op. Concurrentieel en kwalitatief scholenaanbod - In Vlaanderen 11 instellingen die de opleiding sociaal werk op bachelorniveau aanbieden - Sinds 2004 ook academische masteropleiding voor SW - Hogere beroepsopleidingen en talloze voortgezette opleidingen Uitbouw scholingsgraad ging gepaard met verdere verwetenschappelijking en specialisatie naar methoden en beroepsvelden, die zich enten op nog steeds herkenbare sectoren. - De sector van het kind - De industrie - De bijstand - De sociale volkswerken - De volksopvoeding - De gezondheidssector - Het justitiële reclasseringswerk Beroepsontwikkeling werd zo steeds boeiender en veelkleurig geheel. Dat zorgt er ook voor dat er verschillende visies en verschillende types van werkers zijn. Verschillende visies: sommige scholen focussen op sociale actie, strijd en emancipatie terwijl andere scholen focussen op integratie of zelfs aanpassing aan de maatschappelijke normen. Vandaag identificeren SW zich met hun functierol in de organisatie. ### naoorlogse groei en bloei ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Een nieuwe focus op solidariteit en sociaal beleid creëerde de context waarin de methode en waarden van het sociaal werk een geïnstitutionaliseerde positie verkregen. Welvaartsstaten ontwikkelden zich deels als antwoord op de ervaring van oorlog. Veel landen waren bezet geweest, verwoest door de gevechten en gedestabiliseerd. Welvaartsvoorzieningen vormden een noodzakelijk onderdeel in de herstructurering, herontwikkeling en stabilisering (van de samenleving). ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- - Sociale voorzieningen op een hoger plan gebracht. - Burgerrechten zijn niet alleen politieke stemrecht maar ook sociaal-economisch recht. - Sociaal pact: een akkoord dat tijdens de oorlog in het geheim is afgesproken en dat aan de basis ligt van de welvaartsstaat zoals we die vandaag kennen tekent de krijtlijnen uit van - Meer en nieuwe publieke dienstverlening op domeinen die relevant zijn voor SW, zoals jeug, onderwijs, arbeid en inkomen, cultuur en sport - Onze hedendaagse sociale zekerheid - Het geïnstitutionaliseerde sociaal overleg Het was dus niet allemaal nieuw. - Bestaande regelingen werden gesystematiseerd en verder uitgebreid - De evolutie naar specialisatie was al ingezet tijdens het interbellum, maar komt in een stroomversnelling: inhoudelijke professionalisering, theorievorming en specialisatie binnen sociaal werk. - Sociaal werk geraakt meer verstrengeld met de welvaartsstaat. - Van welvaart naar welzijn - Accent verschoof van 'vadertje' naar 'moedertje' staat of van tegemoetkoming aan materiële risico's naar de bevordering van psychisch en sociaal welbevinden. De materiële kwestie was geen hoofdbekommernis meer in de jaren 60 en 70, daarom dat de welvaartsstaat zich meer gaat bezighouden met immateriële welzijnsdoelen zoals emancipatie en ontplooiing. De groei van de welvaartsstaat betreft een dubbele beweging van zowel organisatorische als inhoudelijke uitbouw en de sociale structuur werd ook verder uitgebouwd. De groei van de welzijnssector betrof de ambulante maar deels ook alternatieve sector (jongerenadviescentra, diensten voor geestelijke gezondheidszorg). In de sociaal-culturele sector ontstaan nieuwe initiatieven (culturele centra en alfabetiseringsinitiatief). In het bedrijfsleven schenkt men meer aandacht aan personeelsbeleid. - Groei van de welzijnsector gekenmerkt door uitbreiding van hulpverleningsvormen - 'Methodiek' is een containerbegrip waarin zich onvergelijkbare grootheden bevinden. Het omvat concrete technieken en strategieën maar ook meer omvattende protocollen en stappenplannen. SW zijn er wel over uit wat ze moeten verstaan onder methodisch werken en wordt er een onderscheid gemaakt tussen werken op micro-, meso-, en macroniveau. Methodische specialisatie - Marie Kamphuis verbleef in Amerika en kwam daar in contact met het professionele gedachtegoed dat zich vertaalde in inzichten naar de beroepspraktijken hier. - Eerste generatie SW: freudiaanse casework - Na WOII: freudiaanse casewor