Samenvatting tekst hoofdstuk 2 Ges. PDF
Document Details
Uploaded by TroubleFreeSerpentine7240
Tags
Summary
Dit document is een samenvatting van hoofdstuk 2 over het Byzantijnse Rijk. Het beschrijft de keizer, het bestuur, de kunst en architectuur, en de val van het rijk. Het document heeft geen examensvragen.
Full Transcript
**Hoofdstuk 2** **Deelvraag 1** Het Byzantijnse Rijk was een christelijk rijk met aan het hoofd een keizer. Hij zag zich als rechtstreekse opvolger van de vroegere Romeinse keizers. De Byzantijnse keizer had zowel de politieke, militaire als religieuze macht en had volgens de Byzantijnen die macht...
**Hoofdstuk 2** **Deelvraag 1** Het Byzantijnse Rijk was een christelijk rijk met aan het hoofd een keizer. Hij zag zich als rechtstreekse opvolger van de vroegere Romeinse keizers. De Byzantijnse keizer had zowel de politieke, militaire als religieuze macht en had volgens de Byzantijnen die macht van God gekregen. Het bestuur van het rijk werd gekenmerkt door centralisatie: beslissingen werden door de keizer in Constantinopel genomen met steun van een uitgebreide bureaucratie. Verder had het rijk een goed ontwikkeld belastingsysteem en een geschreven wetgeving. De belangrijkste wetten werden door keizer Justinianus verzameld in een groot wetboek, het Corpus lirus Civilis. Zo versterkte hij het keizerlijke gezag. **Deelvraag 2** Christelijke kunst en architectuur werden door de Byzantijnse keizer gebruikt om zijn macht te legitimeren. De kathedraal van Constantinopel, de Hagia Sophia, diende niet alleen om gelovigen de weg naar de hemel te wijzen, maar ook om de macht van de keizer te tonen. In mozaïeken toonde de keizer zich als de plaatsvervanger van God op aarde. Daarnaast waren de wagenrennen in de hippodroom heel populair bij de Byzantijnse bevolking. De keizer steunde die wedstrijden om het volk gunstig te stemmen, volgens het principe van 'brood en spelen'. Dat liep soms helemaal mis, omdat de races tot rellen of zelfs opstanden konden leiden. **Deelvraag 3** Toen Justinianus in de 6^de^ eeuw keizer werd, wou hij het Romeinse wereldrijk herstellen. Noord-Afrika en Italië werden door zijn tropen heroverd, maar Gallië en het grootste deel van Spanje bleven buiten zijn bereik. Na de dood van Justinianus ging het snel bergafwaarts me het Byzantijnse Rijk. In de 7^de^ eeuw kwam het rijk in een grote crisis terecht. Doordat het rijk verzwakt was door een pandemie en oorlogen tegen de Perzen en de Longobarden, waren de Byzantijnen niet in staat om een nieuwe vijand tegen te houden: de islamitische Arabieren. Die veroverden een groot deel van het rijk. Toch hield Constantinopel stand. Pas in 1453 zouden de Ottomanen erin slagen om de stad in te nemen. Daarmee kwam een einde aan het Byzantijnse Rijk. **Op onderzoek** De Byzantijnse bronnen tonen enkel een mannelijk perspectief. De hedendaagse bronnen daarentegen tonen mannelijke en vrouwelijke perspectieven. In de Byzantijnse periode werd ongelijkheid tussen mannen en vrouwen normaal gevonden, omdat God dat volgens de mensen zo wilde. Vandaag bestaat er ook nog seksisme en discriminatie tegenover vrouwelijke politici, maar veel mensen vinden dat onaanvaardbaar. Zij streven naar gelijkheid tussen mannen en vrouwen. **Samenvatting** Het byzantijnse Rijk is een andere naam voor het Oost-Romeinse Rijk, dat gedurende de hele middeleeuwen bleef bestaan. Zoals het Romeinse wereldrijk was het een autocratie met een keizer aan het hoofd. Hij was de hoogste politieke, religieuze en militaire leider. De macht was sterk gecentraliseerd: de keizer heerste over het rijk vanuit Constantinopel met hulp van een uitgebreide bureaucratie. Ambtenaren zorgden ervoor dat belastingen correct geïnd werden. De Byzantijnse keizer gebruikte christelijke kunst en architectuur om zijn macht te legitimeren. Met de kathedraal van Constantinopel, de Hagia Sophia, wilde hij indruk maken op zijn onderdanen. De mozaïeken in de kathedraal toonden zijn speciale band met God. De keizer gebruikte ook de populaire paardenraces om zijn macht te versterken. Zo wilde hij het volk tevreden houden. Dat liep echter niet altijd goed af, want de wagenrennen konden leiden tot rellen en opstanden. In de 6^de^ eeuw probeerde keizer Justinianus het Romeinse wereldrijk met veroveringen te herstellen. Hij heroverde Noord-Afrika en Italië, maar het grootste deel van Spanje en Gallië niet. In de 7^de^ eeuw verzwakte het rijk door oorlogen en een pandemie en verloor het enkele belangrijke provincies aan de islamitische Arabieren, waardoor het de droom moest opgeven om het Romeinse wereldrijk te herstellen. In de Byzantijnse periode was er ongelijkheid die normaal gevonden werd ook nu is er nog seksisme en discriminatie tegenover vrouwelijke politici, wat veel mensen onaanvaardbaar vinden. Daarom streven ze naar gelijkheid tussen mannen en vrouwen. **Begrippenlijst** **De bisschop:** de persoon die aan het hoofd staat van een bisdom (kerkprovincie) **De bureaucratie:** een bestuurlijke organisatie ondersteund door veel beroepsambtenaren **Het Byzantijnse Rijk:** de naam van het Oost-Romeinse Rijk in de middeleeuwen **De centralisatie:** een bestuurlijke organisatie waarbij het politieke beleid niet centraal wordt bepaald **De decentralisatie:** een bestuurlijke organisatie waarbij het politieke beleid niet centraal wordt bepaald **De jurist:** een persoon die gespecialiseerd is in het recht **Het wetboek:** een verzameling van wetten in een boek **Legitimeren:** een synoniem voor rechtvaardigen **Het manuscript:** een met de hand geschreven werk **De pandemie:** een besmettelijke ziekt die zich over meerder continenten verspreidt **De technologie:** de praktische toepassing van wetenschappelijke inzichten in een techniek of voorwerp **De ambtenaar:** Iemand die werkt voor de overheid. **De autocratie:** Alleenheerschappij van één persoon **De aristocratie:** Een regeringsvorm waarbij de heerschappij in handen is van een kleine groep, de zogenaamde aristocraten. De macht wordt binnen de aristocratische families doorgegeven van generatie op generatie. **De democratie:** Bestuursvorm waarbij de macht (meestal onrechtstreeks via politici) uitgaat van het volk. Democratie betekent letterlijk "volksheerschappij". **Het seksisme:** Discriminatie op basis van iemands sekse. (Synoniem van sekse is geslacht.) **De discriminatie:** het ongelijk behandelen en achterstellen van mensen of groepen op basis van kenmerken die niet relevant zijn in een gegeven situatie **Vroom zijn:** Erg gelovig zijn en dat ook laten blijken. **De hippodroom:** Paardenrenbaan. **De bloemlezing**: De literaire term voor een verzameling van de mooiste en beste stukken uit poëzie of proza **De loge:** Een hokje, zoals in een theater. **De mozaïek:** Een kunstvorm waarbij een grote afbeelding wordt vervaardigd uit een groot aantal kleine gekleurde steentjes.