Samenvatting Recht HVD PDF
Document Details
Uploaded by Deleted User
Tags
Summary
Dit document is een samenvatting van het recht, het behandelt enkele basisbeginselen, het ontstaan, en de ontwikkeling van het recht. Het bespreekt de definitie, de indeling, en verschillende bronnen van het recht. Bovendien bespreekt het de materie en formele bronnen en internationale en nationale rechtsbronnen.
Full Transcript
Recht 1. enkele basisbeginselen van het recht 1.1 zijn regels noodzakelijk? - Om te kunnen samenleven - Dynamisch: niet eeuwigdurend - Consensus: algemene overeenstemming - Zou rechtvaardig moeten zijn maar in realiteit is dit niet zo 1.2 het ontstaan en de ontwikkel...
Recht 1. enkele basisbeginselen van het recht 1.1 zijn regels noodzakelijk? - Om te kunnen samenleven - Dynamisch: niet eeuwigdurend - Consensus: algemene overeenstemming - Zou rechtvaardig moeten zijn maar in realiteit is dit niet zo 1.2 het ontstaan en de ontwikkeling van het recht - 3500 v. Chr. werd het schrift uitgevonden o Het ‘wetboek’ van koning Hammoerabi ▪ Op steen gegraveerd ▪ Oog om oog, tand om tand o Gewoonrecht is de belangrijkste bron van recht en bestond uit ongeschreven regels - Na WO 2: internationaal niveau o ‘een juridisering van de samenleving’ ▪ Belang recht en regels nemen toe ▪ Rechtsbescherming en emancipatie - Verschil religie en godsdienst o Recht: ▪ Opgesteld door de overheid o Godsdienst ▪ Goddelijke oorsprong (bv. 10 geboden) - Verschil recht en moraal o Bron van de moraal is de mens zelf o Rechtsnormen: ▪ Gelden algemeen ▪ Geschreven en afgekondigd ▪ Kunnen worden afgedwongen en gesanctioneerd 1.3 een definitie van recht Het recht is een geheel van bindende regels, opgesteld door de samenleving waardoor de belangen van de enkelingen die in de gemeenschap leven, geordend worden, door middel van sociale dwang. ➔ Geen universele definitie 1.3.1 een geheel van bindende regels - geschreven, ongeschreven, nationale en internationale regels - rechtsregels formuleren: o een verbod → bv: diefstal, moord… o een gebod → bv: schade vergoeden, iemand uit de nood helpen… o laten een handeling toe → bv: schenking… 1.3.2 opgesteld door de samenleving 1 - systeem van vrije verkiezingen - regels worden opgesteld door vertegenwoordigers van de samenleving - democratie: het volk heerst - de staat is de rechtsgemeenschap bij uitstek: o wetgevende macht ▪ de staat maakt nieuwe rechtsregels via wetgeving o uitvoerende macht ▪ de staat maakt de toepassing van de rechtsregel mogelijk door middel van een regering en een administratief apparaat o rechterlijke macht ▪ de staat past de rechtsregel toe in zijn rechtbanken voor de beslechting van geschillen - het wetgevend orgaan krijgt de opdracht rechtsregels te formuleren/aanpassen - het uitvoerende orgaan zal de wetten erna gaan uitvoeren 1.3.3 het recht als doel de samenleving te ordenen - orde en nood aan organisatie - recht moet het samenleven ‘leiden’ - maatschappelijk verdrag of sociaal contract o samenleving kan enkel tot stand gebracht worden door onderlinge afspraken - collectieve beslissing om macht af te staan aan overheid 1.3.4 afdwingbaarheid van het recht - rechterlijke macht - taliowet: wraak en weerwraak o kende reeds een begrenzing o escalatie van geweld - vanaf Middeleeuwen: o feodale oversten nemen recht op sanctionering over o via geweld 1.4 indeling van het recht 1.4.1 privaat en publiek recht Privaat recht Publiek recht - eenvoudig voorgesteld - verhouding tussen de burger en de - de verhoudingen tussen de burgers overheid onderling - interne organisatie van de overheid - omvat het burgerlijk recht, - de verhouding tussen de personen en familierecht, het onderscheiden overheden handelsrecht… - de verhouding tussen de staten op internationaal vlak 2 1.4.2 nationaal en internationaal recht - nationaal recht o omvat regels binnen een specifieke staat die de verhouding tussen burgers onderling en met de staat regelen. Het bestaat uit privaatrecht (bv: familierecht) en publiekrecht (bv: strafrecht) - internationaal recht o regelt relaties tussen staten en grensoverschrijdende kwesties. Het bevat internationaal publiekrecht, zoals verdragen en internationaal privaatrecht, dat conflicten tussen burgers van verschillende nationaliteiten oplost. ▪ Soevereiniteit: de onafhankelijkheid van een staat om binnen haar eigen grenzen regels te maken, zoals Nederland met haar softdrugsbeleid o 2 vormen van samenwerking: ▪ Intergouvernementeel: lidstaten behouden beslissingsmacht maar volgen gezamenlijke regels, zoals bij de VN en WHO ▪ Supernationaal: lidstaten dragen een deel van hun soevereiniteit over aan een organisatie, zoals de EU, die bindende beslissingen kan nemen 1.5 bronnen van het recht - de materiele bronnen van het recht: o zijn factoren zoals geschiedenis, politiek, economie, rechtsfilosofie en ideologieën die de inhoud van rechtsregels beïnvloeden - de formele bronnen van het recht o zijn de plaatsen waar rechtsregels te vinden zijn, en deze zijn belangrijk om te raadplegen bij juridisch onderzoek ▪ hiërarchie ontstaat 1.5.1 internationale rechtsbronnen Een verdrag is een overeenkomst tussen internationaalrechtelijke subjecten om hun onderlinge relaties te regelen - bilaterale verdragen: tussen twee partijen - multilaterale verdragen: tussen meerdere staten Er wordt onderscheid gemaakt tussen verdragen met directe werking en zonder directe werking: - directe werking betekent dat de rechten en plichten in een verdrag direct van toepassing zijn op burgers zonder aanvullende nationale wetgeving. Het Hof van Cassatie bevestigt dat internationaal en supranationaal recht met directe werking voorrang heeft op nationaal recht, wat een algemeen rechtsbeginsel vormt 1.5.2 De Grondwet - Regelt de structuur en verhouding van staatsmachten - Strikte procedureregels - Hoogste juridische status in België, met uitzondering van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU) die boven de grondwet staan 3 1.5.3 De bijzondere meerderheidswet - Nodig voor specifieke materies die in de Grondwet zijn vastgelegd o Zoals: de bevoegdheidsverdeling en de indeling van taalgebieden en provincies - = communautaire wetten - Wetten moeten worden goedgekeurd bij de Kamer als de Senaat met een dubbele versterkte meerderheid 1.5.4 De wetgevende akte: wet – decreet – ordonnantie = regels die door het parlement van de bevoegde overheid worden goedgekeurd: - Wetten: aangenomen door het federaal parlement en gelden voor heel België - Decreten: aangenomen door het parlement van Gemeenschappen en Gewesten, en gelden binnen hun territorium - Ordonnanties: specifiek voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Bij een volmachtenwet kan het parlement in crisissituaties wetgevende bevoegdheid overdragen aan de uitvoerende macht, die dan wetten mag wijzigen via Koninklijke Besluiten. 1.5.5 Koninklijke en ministeriële besluiten De uitvoerende macht werkt wetten verder uit via Koninklijke Besluiten (KB’s) en Ministeriële Besluiten (MB’s): - KB: besluit van de regering, ondertekend door de koning, maar medeondertekend door de betrokken minister(s) of staatssecretaris(sen), die verantwoordelijk zijn - MB: regelgevende norm uitgevaardigd door een minister om een Kb verder uit te werken en toe te lichten. Een MB kan alleen bestaan als er een voorafgaand KB is. 1.5.6 Provinciale en gemeentelijke verordeningen Op lager hiërarchisch niveau zijn er dan nog provinciale en gemeentelijke verordeningen, zeg maar de rechtsregels van de gemeenten en provincies. 1.5.7 De rechtspraak Omvat uitspraken van rechtbanken (vonnissen) en gerechtshoven (arresten) waarin wetgeving wordt toegepast op individuele gevallen. - Vonnis: uitspraak van een lagere rechtbank, zoals een rechtbank van eerste aanleg of vredegerecht - Arrest: uitspraak van een hoger gerechtshof, zoals een hof van beroep Rechters passen algemene en soms complexe wetten toe op concrete situaties. Ze baseren zich op de wettelijke tekst, maar houden ook rekening met de evolutie van rechtsbeginselen en maatschappelijke normen. 1.5.8 De rechtsleer Omvat juridische teksten geschreven door juristen over uiteenlopende juridische onderwerpen. Deze teksten worden gepubliceerd in boeken en tijdschriften en dienen als bron van interpretatie voor wetgevers, rechters en advocaten. Hoewel de rechtsleer geen bindende rechtsregels bevat, kan ze invloedrijk zijn. Hoe gezagvoller de auteur, hoe sterker de rechtsleer als bron van inspiratie en overtuiging. 1.5.9 De gewoonte 4 Ontstaat door langdurig, eenduidig gebruik binnen een maatschappij zonder schriftelijke vastlegging. Het heeft rechtskracht als het diepgeworteld is in het dagelijks leven van de mensen. Bijvoorbeeld: - Benoeming van een formateur door de koning - Regeerakkoord: verklaring van een nieuwe federale regering gevolgd door een vertrouwensstemming 1.5.10 Algemene rechtsbeginselen = opvattingen die in de samenleving als algemene normen gelden, zelfs als ze niet expliciet in de wet zijn vastgelegd. Rechters zijn verplicht om deze beginselen in acht te nemen bij hun beslissingen, omdat ze in de praktijk als juridische normen zijn aanvaard. Ze ontstaan uit alledaagse normen die zo diep geworteld zijn in de samenleving dat ze als "geboren recht" worden beschouwd. Voorbeelden: - Het recht van verdediging, inclusief het recht op bijstand van een advocaat. - De onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter. - Het beginsel van het persoonlijk karakter van straffen, wat betekent dat straffen gericht moeten zijn op de individuele situatie van de dader. 2. Mensenrechten 2.1 Inleiding - Voor 18e eeuw o Recht werd vaak gebruikt om de macht van heersers te versterken. Willekeur en machtsmisbruik waren wijdverspreid, met weinig bescherming voor individuen. Er was geen eerlijk proces, en wreedheden werden vaak uitgevoerd in naam van de staat. - 18e eeuw o Toenemende weerstand tegen deze wreedheden, zoals tijdens de Franse Revolutie. De idealen van liberté (vrijheid), égalité (gelijkheid), fraternité (broederschap) markeerden een keerpunt. e - 19 eeuw o Nieuwe staatsvorm ▪ Democratie verving alleenheerschappij; burgers kregen een stem in bestuur en rechtsregels o Eerste generatie mensenrechten ▪ Burgerlijke rechten: bescherming tegen willekeur, recht op fysieke integriteit, privacy ▪ Politieke rechten: recht op deelname aan bestuur, vrije verenging en meningsuiting ▪ Individuele rechten werden verankerd in grondwetten, met de mens centraal 5 - Tweede Wereld Oorlog o Barbaarse mensenrechtenschending ▪ 60 miljoen doden, waaronder Joden, Roma, mensen met een beperking, en homoseksuelen ▪ Het naziregime pleegde systematisch machtsmisbruik, gebaseerd op ideeën van een “Arisch ras” en de classificatie van mensen als übermenschen (bovenmens) of untermenschen (ondermens). ▪ Willekeur, annexatie en genocide bepaalden deze periode - Nieuw internationale orde o Verenigde Naties (1945): ▪ Opgericht om vrede en orde te waarborgen en mensenrechten internationaal te coördineren. ▪ Begonnen met 51 leden, inmiddels 185 lidstaten o Mondialisering van mensenrechten ▪ Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) (1948) Eerste internationale bevestiging van de universaliteit van mensenrechten Combineerde klassieke burgerlijke en politieke rechten met nieuwe economische, sociale en culturele rechten ▪ Het UVRM werd later verfijnd verdragen zoals het Internationaal verdrag over Burger- en Politieke Rechten en het Internationaal Verdrag over Economische, Sociale en Culturele rechten 2.2 Kenmerken en generaties 2.2.1 Kenmerken - Mensenrechten en menselijke waardigheid o Mensenrechten zijn fundamentele waarden die beschermen tegen inbreuken door staten of individuen, ongeacht afkomst, geslacht, religie, politieke overtuiging, of andere kenmerken. Ze zijn bedoeld om ieders menselijke waardigheid te garanderen. - Eigenschappen van mensenrechten o Universeel en inherent ▪ Mensenrechten gelden voor iedereen ▪ Niet afhankelijk van cultuur/religie o Ondeelbaar en onderling afhankelijk ▪ Verbonden met andere rechten ▪ Het ene recht bevordert het andere, terwijl schendingen van een recht vaak meerdere rechten aantasten o Onvervreemdbaar ▪ Niet afgenomen worden ▪ Beperkingen zijn mogelijk, maar alleen onder strikte voorwaarden, zoals een eerlijk proces - Mensenrechten evolueren door maatschappelijke veranderingen en zijn reactie op specifieke bedreigingen , zoals slavernij/vrouwenrechten 6 - Beperkingen en noodtoestand o Legitieme beperkingen ▪ Rechten kunnen beperkt worden door legitieme doelen (zoals openbare veiligheid) als dit proportioneel en noodzakelijk is o Noodtoestand ▪ Bij crisis kunnen rechten tijdelijk worden opgeschort, maar sommige rechten (zoals het verbod op marteling) zijn niet opschort baar o Subsidiariteitsbeginsel ▪ Kan het doel ook worden bereikt met minder ingrijpende maatregelen? o Proportionaliteitsbeginsels ▪ de verhouding tussen de positieve gevolgen voor het doel dat wordt nagestreefd in evenwicht met de negatieve impact op de andere mensenrechten 2.2.2 Generatie mensenrechten - Eerste generatie: burgerlijke en politieke rechten o Burgerlijke rechten ▪ Beschermen de individuele vrijheid, zoals het recht op leven, privacy en veiligheid o Politieke rechten ▪ Zorgen voor collectieve vrijheid door participatie in het politieke proces zoals stemrecht o Onthoudingsplicht ▪ Negatieve verplichting, zoals geen inmenging in privacy o Behalve bij wettelijke vastgelegde beperkingen o Nuance ▪ Positieve verplichtingen, zoals een eerlijk proces vereist een goed functionerend rechtssysteem - Tweede generatie: economische, sociale en culturele mensenrechten o Ontstaan in reactie op sociale en economische ontberingen, zoals: ▪ De Grote Depressie en de economische gevolgen van het interbellum ▪ De nood aan eerlijke werkvoorwaarden en sociale bescherming voor arbeiders o Positieve rechten ▪ Actieve plicht ▪ Rijke en arme landen aan verschillende standaarden zijn gebonden o Programmatorische aard ▪ Vaag en algemeen geformuleerd ▪ Niet altijd een directe werking in de nationale rechtsorde ▪ Voorbeelden: recht op arbeid, onderwijs, gezondheidszorg… o Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (IVESCR) 7 - Derde generatie (jaren 70): collectieve en solidariteitsrechten o Internationaal niveau o Collectieve aard ▪ Rechten behoren toe aan gemeenschappen, groepen, of collectieven Het recht van volkeren op zelfbeschikking Het recht op beheer van eigen grondstoffen o Dekolonisatiegolf ▪ Zelfbeschikkingsrecht en controle over natuurlijke hulpbronnen spelen een belangrijke rol in de context van de dekolonisatie o Solidariteitsrechten ▪ Recht op vrede ▪ Recht op ontwikkeling ▪ Recht op gezond leefmilieu - Nog een andere indeling o Provision: recht op toegang tot basis goederen en voorzieningen ▪ Voorbeeld (kinderrechtenverdrag): recht op medische verzorging, voedsel, onderwijs o Protection: recht op bescherming tegen mishandeling, uitbuiting, foltering… ▪ Voorbeeld (kinderrechtenverdrag): verbod en bescherming tegen kindermishandeling en kinderarbeid o Participation: recht op zelfstandige uitoefening van rechten en deelname aan democratische besluitvorming ▪ Voorbeeld (kinderrechtenverdrag): hoor recht bij rechter, inspraak in leerlingenraad 2.3 Mensenrechtenwetgeving 2.3.1 Oorsprong en evolutie van mensenrechten - Codex Hammurabi o Oud bekend wetboek, werd gegraveerd op kleitabletten in het oude Babylon o Regels over eigendom, rechten van vrouwen, kinderen en slaven o Doel: willekeur en machtsmisbruik door de koning te voorkomen o Wetten van Mozes - Magna Carta o Basis voor de Engelse vrijheden en democratische deelname o Symbolisch document in de geschiedenis van mensenrechten - Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring o Alle mensen gelijk geschapen, zoals recht op leven, vrijheid en het streven naar geluk o Bescherming van mensenrechten op nationaal niveau - ‘Déclaration des Droits de l’Homme et du Citoyen’ o Opgesteld tijdens de Franse Revolutie o Basis Franse grondwet en verklaart dat de mensenrechten inherent zijn aan de mens, en niet van een hogere macht komen o Vrijheid, gelijkheid en broederschap 8 2.3.2 De afdwingbaarheid van mensenrechten - De staat als plichtdrager en verslaggever o Staten die internationale mensenrechtenverdragen ondertekenen zijn plichtendragers ▪ Respecteren ▪ Beschermen ▪ Verplichtingen nakomen o Internationale instanties, zoals het Europees Comité tegen Foltering of verslaggevers over onderwerpen zoals racisme o Juridische afdwingbaarheid o Jus Cogens en Internationale Normen ▪ Normen die zo essentieel zijn voor de internationale gemeenschap dat geen enkel land zich eraan kan onttrekken ▪ Verbod op foltering, apartheid, kolonialisme, genocide en slavernij o Mensenrechtenschending door de Staat ▪ Onrechtmatig inbreuk maakt op rechten ▪ Nalatig is in het voorkomen van schendingen door particuliere actoren ▪ Geen maatregelen nemen om de mensenrechten te waarborgen o NGO’s ▪ Niet-gouvernementele organisaties ▪ Monitoren politieke besluiten, informeren het publiek trekken ▪ Tussenpersoon tussen de burger en de overheid en dragen bij aan de bescherming van de democratie en de rechtsstaat 2.4 Mensenrechtenmechanisme 2.4.1 Het internationaal mensenrechtensysteem van de Verenigde Naties - Oprichting Verenigde Naties o Via het VN-Handvest o Moeilijke consensus: kolonies, rassengregatie… o Mijlpaal - Doelen van de VN o Mensenrechten o Vrede en veiligheid o Ontwikkeling - Structuur van mensenrechtenorganen binnen de VN o Handsvatorganen ▪ Algemene Vergadering en Veiligheidsraad (behandelen mensenrechtenkwesties) Standpunten uitwisselen Problemen kunnen bespreken en oplossen Aanbevelingen kunnen formuleren voor lidstaten en de Veiligheidsraad AV bestaat uit regeringsvertegenwoordigers 9 ▪ De veiligheidsraad 15 leden: 5 permanente leden met vetorecht en 10 niet-permanente leden Verantwoordelijke voor… o Handhaven van Internationale vrede en veiligheid o Bescherming van bevolkingen o Concept ‘Responsibility to respect’ ▪ Indien een staat zijn bevolking niet kan of wil beschermen, moet de internationale gemeenschap ingrijpen. Actiemiddelen: o Diplomatieke druk en bemiddelingen o Sancties o Vredestroepen (blauwhelmen) ▪ Het internationaal gerechtshof 15 rechters Behandelt conflicten tussen staten Belangrijke uitspraken over zelfbeschikking en de definitie van genocide ▪ De secretaris-generaal Hoofd van het VN-secretariaat en gezicht van de organisatie Huidige Secretaris-Generaal: António Guterres ▪ De mensenrechtenraad 47 staten gekozen door AV van de VN Universele periodieke doorlichting (UPR) o Beoordelen van de mensenrechtensituatie in alle landen Speciale procedures o Onafhankelijke deskundigen onderzoeken en rapporteren over specifieke mensenrechtenkwesties o Themamandaat: gericht op specifieke thema’s die wereldwijd voorkomen o Landenmandaat: gericht op mensenrechtensituaties in specifieke landen o Verdragsorganen ▪ Toezicht op naleving van mensenrechtenverdragen via verdragscomités ▪ Wettelijke verplichtingen ▪ Comités van onafhankelijke deskundigen Bijvoorbeeld: comité voor de rechten van personen met een handicap ▪ Toezichthoudende verdragsorganen ▪ Formuleren van aanbevelingen 10 2.4.2 Het Europees Mensenrechtensysteem - Raad van Europa o 1949 o Leden: 47 Europese landen o Doel: bevordering van mensenrechten, rechtsstaat en democratie o Hoofdorganen: ▪ Comité van Ministers: Ministers van Buitenlandse Zaken beslissen over verdragen en aanbevelingen ▪ Parlementaire Vergadering o EVRM (Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens) ▪ 1950 ▪ Rechten: Klassieke burgerlijke en politieke rechten Uitbreiding via protocollen o EHRM (Europees Hof voor de Rechten van de Mens) ▪ Toezicht op naleving van het EVRM ▪ Straatsburg o ESH (Europees Sociaal Handvest) ▪ 1961 ▪ Bescherming van sociale, economische en culturele rechten Gezondheid, sociale zekerheid, onderwijs… - De Europese Unie o Oorspronkelijk opgericht als economische unie voor welvaart o Later uitgebreid met nadruk op mensenrechten, democratie en rechtsstaat o EU-Handvest ▪ Instrument ter bescherming van mensenrechten ▪ 6 hoofdstukken: Menselijke waardigheid Vrijheden Gelijkheid Solidariteit Burgerschap Rechtspleging o Democratische Participatie: Verdrag van Lissabon 11 ▪ Uitbreiding van EU-burgerschap: Recht op inspraak via burgerinitiatief of petitierecht o Externe mensenrechtenbeleid ▪ Mensenrechtenclausules Opgenomen in handels- en samenwerkingsakkoorden met derde landen ▪ Internationale invloed Eu gebruikt politieke en diplomatieke middelen om mensenrechten wereldwijd te bevorderen o Hof van justitie van de Europese Unie ▪ Behandelt verschillen tussen lidstaten, Eu-instellingen, bedrijven en burgers ▪ Controleert naleving van EU-wetgeving ▪ Sancties: Commissie kan boetes opleggen bij overtredingen 3. De Belgische staatsstructuur 3.1 Kenmerken van onze Belgische staat 3.1.1 Democratie - Ontstaan van democratie o Klassieke Oudheid: vreemdelingen, vrouwen en slaven werden niet als burger gezien. Macht lag in de handen van een aristocratie van militairen, ambtenaren en priesters o Middeleeuwen: regeerden de adel en geestelijkheid o 19e eeuw: de industriële burgerij was dominant en stelden zij regels op die in hun eigen belang waren o Begroting en belastingheffing: waren de belangrijkste reden voor de opkomst van representatieve organen o 18e en 19e eeuw: politieke theorie van volkssoevereiniteit - Representatieve democratie o Burgers kiezen vertegenwoordigers die namens hen wetten maken en beslissingen maken o Verkiezingen ▪ Wetgevende macht: burgers oefenen de wetgevende macht indirect uit door hun stem aan gekozen vertegenwoordigers te geven - Basisprincipes van democratie o Tijdelijkheid en verdeling van macht o Verlening van macht door bevolking o Uitoefening van macht op basis van meerderheid o Erkenning en bescherming van fundamentele rechten 12 3.1.1.1 De rechtsstaat Rechtsstaat kan niet zonder democratie en andersom. - Grondslagen van de rechtsstaat o Gebaseerd op liberale rechtsfilosofie ▪ Bescherming van rechten en vrijheden van burgers - Fundamentele rechten en vrijheden o Internationale Verdragen o EVRM o Grondwet - Basisprincipes: o Bescherming van minderheden o Geen discriminatie o Vrije meningsuiting - Conflicten tussen burgers of tussen burger en overheid o Onafhankelijke en onpartijdige rechtbank - Parlementaire democratie o Burgers kiezen vrij o Vertegenwoordigers maken wetten namens het volk o Verantwoording afleggen aan burgers tijdens verkiezingen 3.1.1.2 Het verschil met een dictatuur of totalitarisme - Geen vrije verkiezingen - Schijnparlement o Parlement bestaat uit marionetten van de machtshebbers zonder echt inspraak - Grondwet niet toegepast - Geen vrije meningsuiting o Kritiek is verboden en alternatieve standpunten worden onderdrukt - Dwingende levensbeschouwing 3.1.1.3 De meerderheid beslist - Meningsverschillen en debatten zijn essentieel in een democratie - Coalities en systemen o Coalitievorming ▪ Het proces waarbij meerdere politieke partijen samenwerken om een meerderheid in het parlement te vormen en een regering te kunnen vormen 3.1.1.4 De oppositie = de minderheid in het parlement die niet tot de regerende meerderheid behoort - Fundamentele rechten van minderheden worden beschermd - Godsdiensten en levensbeschouwelijke minderheden hebben gelijke rechten - In België zorgen coalities meestal voor compromissen, waardoor grote breuken tussen meerderheden en minderheden worden voorkomen 13 3.1.2 De scheiding der machten - Macht wordt verdeeld over verschillende instellingen om dictatuur te voorkomen - Montesquieu’s theorie o Hij pleitte voor scheiding van machten om vrijheid te garanderen o Drie gescheiden machten: ▪ Wetgevende macht ▪ Uitvoerende macht ▪ Rechterlijke macht - Geschiedenis: o In het Ancien Régime had de absolute vorst alle macht 3.1.2.1 De wetgevende macht = ontwerpen, debatteren en goedkeuren van regelgeving (Parlement keurt wetten goed, op basis van voorstellen van de regering) - Goedkeuring en bekrachtigd o Wetten: op federaal niveau bekrachtigd door de koning en ondertekend door een minister o Decreten en ordonnanties: bekrachtigd door deelregeringen op regionaal niveau - Publicatie o Wetten, decreten en ordonnanties worden pas bindend na publicatie in het Belgisch Staatsblad - Controle o Parlement controleert of de regering de aangenomen wetten correct uitvoert 3.1.2.2 De uitvoerende macht - Koning en regering voeren de beslissingen van de wetgevende macht uit - Wetten uitvoeren o De federale regering voert wetten uit door middel van Koninklijke Besluiten (KB) o Op Vlaams niveau voert de Vlaamse regering wetten uit door Besluiten van de Vlaamse Regering - Uitwerking van wetten o Koninklijke Besluiten worden ondertekend door de koning en ministers o Besluiten van de Vlaamse Regering worden op regionaal niveau gebruikt in plaats van KB’s - Wetgevende initiatieven o Kunnen ook via wetsontwerpen komen, vaak afkomstig van de regering 3.1.2.3 Rechterlijke macht - Beoordelen van geschillen en misdrijven - Onafhankelijk van de wetgevende en uitvoerende machten - Minister van Justitie mag zich niet bemoeien met de rechtspraak - Is een federale bevoegdheid 14 De koning - Staatshoofd van België - Maakt deel uit van wetgevende macht door het bekrachtigen van wetten - Hij benoemt en ontslaat de ministers - Leiding over de buitenlandse betrekkingen en sluit internationale verdragen af - Voert het bevel over het leger en heeft invloed op oorlogsverklaringen - Geen persoonlijke macht o Hij kan nooit alleen handelen In realiteit: raakpunten tussen de drie machten - Bevoegdheden niet scherp afgelijnd o De bevoegdheden van de drie machten zijn in de Grondwet niet afgelijnd - In realiteit overlapping o De drie machten beïnvloeden elkaar o Het parlement controleert ook de uitvoering van wetten o Rechterlijke bevoegdheden uitoefenen - Interpelleren o Een minister wordt ter verantwoording geroepen over een aspect van zijn of haar beleid - Motie van vertrouwen o Als het antwoord op een interpellatie niet voldoet, kunnen de parlementsleden een motie van wantrouwen tegen de regering indienen. Keurt de meerderheid die goed, dan moet de regering aftreden. - Onderzoekscommissie o die getuigen onder ede kunnen verhoren en onderzoeksdaden stellen zoals een onderzoeksrechter De feitelijke macht van de regering - overwicht van uitvoerende macht - wetgevende initiatieven meestal afkomstig van de regering o De regering moet het parlement dus overtuigen om de nodige wetten of decreten goed te keuren om haar regeringsprogramma uit te voeren - Automatische meerderheid - Volmachten o Heel uitzonderlijk vraagt de regering een bijzonder volmacht aan het parlement De principiële onafhankelijkheid van de rechterlijke macht De rechterlijke macht moet onafhankelijk zijn om rechtvaardig te oordelen en de burger te beschermen. Rechters interpreteren echter soms wetten, wat eigenlijk de taak van de wetgever is, ondanks de ruimte voor interpretatie. De vierde macht = (sociale) media 15 3.2 De grondwet 3.2.1 De Belgische grondwet - Grondrechte van burgers o De grondwet legt de grondrechten van de burgers vast en beschermt deze - Werking instellingen - Verdeling macht - Tweederde meerderheid o Voor een wijziging van de Grondwet is een tweederdemeerderheid in het parlement vereist - Wijzigingen: speciale procedure 3.3 Verkiezingen en partijen 3.3.1 Democratie en verkiezingen - Verkiezingen zijn de methode om te bepalen wie de samenleving bestuurt - In een democratie blijft de meerderheid in het parlement de basis van de politiek - Wie mag stemmen? Verschillende voorwaarden: o Belgische nationaliteit bezitten o 18 jaar of ouder o Ingeschreven staan in het bevolkingsregister van een gemeente o Niet uitgesloten zijn wegend criminele feiten of onbekwaam zijn verklaard 3.3.2 Het algemeen stemrecht - 1830: bij de oprichting van België mochten alleen mensen stemmen die een bepaald minimum aan belastingen betaald - 1893: algemeen meervoudig stemrecht voor mannen werd ingevoerd. Mannen vanaf 25 jaar kregen een stem, je kreeg een extra stem als je belastingbetalers, gezinshoofden of diploma-bezitters - 1919: enkelvoudig stemrecht voor mannen: elke man kreeg 1 stem - 1948: vrouwen krijgen ook stemrecht - Genderquota: vanaf de jaren ’90 werden wettelijke genderquota ingevoerd om de deelname van vrouwen aan de politieke besluitvorming te bevorderen 3.3.3 Stemrecht of opkomstplicht - Opkomstplicht o 1893 o Je moet u aanmelden in een stembureau - Arbeiders o Geïntroduceerd door socialisten o Vreesden dat werkgevers de arbeiders gingen beïnvloeden om niet te stemmen - Absenteïsme o 70-75% van de kiezers kwam opdagen 16 3.4 Het Belgisch kiesstelsel - Evenredigheidsstelsel o De zetels in het parlement worden verdeeld op basis van het aantal stemmen dat een partij heeft behaald - Kiesdrempel o Alleen partijen die in een kieskring minimaal 5% behalen, zetels kunnen krijgen 3.4.1 Zes kieskringen voor het Vlaams Parlement Opgedeeld in 5 Vlaamse provenciale kieskringen en een 6de kieskring in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Er zijn 118 zetels te verdelen in de 5 Vlaamse kieskringen en 6 zetels in de 6de kieskring. 3.4.2 Elf kieskringen voor het federaal parlement Er zijn 10 provinciale kieskringen plus een kieskring Brussel. Dat betekent dat partijen per provincie een lijst kunnen indienen, en daarnaast een lijst in Brussel. 3.5 Onze parlementsverkiezingen in de praktijk 3.5.1 Kandidatenlijsten - De volgorde is belangrijk - Een lijststem kiest de kiezer voor de partij als geheel - Een naamstem duid je een specifieke kandidaat aan - Voorkeurstemmen o Kandidaten die meestal bovenaan de lijst al staan o Meer kans om verkozen te worden - Lijstduwer o Kandidaat op de laatste plaats heeft een kleine kans om verkozen te worden, maar trekt wel extra aandacht 3.5.2 De verkiezingscampagne - Campagnes beginnen zodra de verkiezingen in aantocht zijn - Verkiezingscampagnes kosten veel geld o Jaren 70: uitgavenwedloop o 1989: verkiezingsuitgaven beperken en controleren - Partijen ontvangen geld van de overheid o Moeten daarvoor minstens één verkozene hebben uit de Kamer of Senaat 3.5.3 In het stembureau - Bestaat uit een voorzitter en een groep bijzitters - Kiesgetuigen o Aanwezig om het proces te monitoren - Geldig stemmen kan op drie manieren: o Lijststem: volgorde van de kandidaten op de lijst o Voorkeurstem: specifieke kandidaten of plaatsvervangers binnen dezelfde lijst kiest o Blanco stemmen: tellen niet mee in de zetelverdeling - Na het tellen van de stemmen worden de zetels verdeeld op basis van het aantal stemmen voor de kandidaten 17 3.6 Politieke partijen - Grootschaligheid van de democratie vraagt om partijen die de dialoog tussen burgers en verkozenen structureren o Gezien het grote aantal kiezers - Politieke partijen bindelen de uiteenlopende wensen van burgers in ideologieën en programma’s o Die antwoorden op maatschappelijke vraagstukken - Vormen van een coalitie o Ze onderhandelen over een regeerprogramma en verdelen de regeringsbevoegdheden 3.6.1 Ideologieën - Bieden structuur aan de manier waarom mensen naar de samenleving kijken en helpen hen om verlangens en belangen de ordenen - Gebaseerd op waarden en belangen o Solidariteit, veiligheid, geld verdienen, baan behouden… - Vereenvoudiging van de werkelijkheid - Vergelijken met een bril die helpt de wereld te begrijpen, maar ook als oogkleppen, die bepaalde aspecten van de werkelijkheid onzichtbaar maken 3.6.2 Links – rechts - Links en rechts worden gebruikt om de positie binnen het politieke debat te beschrijven - Franse revolutie - Links: progressief o Partijen of bewegingen die veranderingen in de samenleving willen - Rechts: conservatief o Degenen die de bestaande samenleving willen behouden 3.7 Overheden en instellingen 3.7.1 Een federale staat met gemeenschappen en gewesten - Tot 1970 was België een unitaire staat o Alle macht geconcentreerd in één parlement en regering in Brussel - Proces van federalisering o Bevoegdheden werden overgedragen aan regionale entiteiten ▪ Zoals: gemeenschappen en gewesten, die hun eigen parlementen regeringen kregen o Overgang van een eenheidsstaat naar een federale staat - 1993 werd in de Grondwet vastgelegd dat België een federale staat is o Dit werd vastgelegd in Artikel 1 van de Grondwet - Taalstrijd tussen de Nederlandstaligen en Franstaligen - Koningskwestie o De vraag of Leopold 3 opnieuw troon mocht nemen - Eenheidskwestie o Economische groei stimuleren, leidde tot veel verzette 18 3.7.2 De gemeenschappen en gewesten - 1963: oprichting van de gemeenschappen o Zoals: onderwijs en cultuur ▪ Gemeenschappen zijn verantwoordelijk voor zaken die betrekking hebben op de personen zelf - 1980: oprichting van de gewesten o Zoals economie, leefmilie en ruimtelijke ordening ▪ Gewesten richten zich op fysieke en economische aspecten van het land - België bestaat uit: o 6 parlementen o 6 regeringen ▪ Eigen domein, eigen budget en eigen administratie - De gemeenschappen en gewest beschikken over toegewezen bevoegdheden die in de Grondwet zijn vastgelegd 3.7.3 Een federale staat met gemeenschappen en gewesten - Vertegenwoordigers uit heel België o De federale overheid bestaat uit vertegenwoordigers van alle regio’s en gemeenschappen in België ▪ Het vormt een overkoepelend bestuur - Overkoepelend bestuur o Federale overheid coördineert nationale en internationale aangelegenheden en werkt samen met de gemeenschappen en gewesten - Door de complexe structuur en de noodzaak om rekening te houden met verschillende regionale en taalkundige belangen, verloopt besluitvorming vaak traag en ingewikkeld - Wetten o De federale overheid regelt de uitvoering van domeinen zoals defensie, justitie, sociale zekerheid… - Recordregeringsvorming van 493 dagen 3.7.3.1 De federale wetgevende macht: de kamer, senaat en koning Wetgevende macht wordt uitgeoefend door het Parlement en de Koning. Het federaal Parlement bestaat uit 2 kamers: - Kamer van Volksvertegenwoordigers - Senaat De kamer van volksvertegenwoordigers - De Kamer bestaat uit 150 leden die rechtstreeks door de bevolking worden gekozen - Verkiezingen vinden zich om de 5 jaar plaats - De Kamer kan voortijdig worden ontbonden o Leidt tot vervroegde verkiezingen - Geen legislatuurparlement - Kiesring o Burgers stemmen op kandidaten binnen hun regio - Kiesdrempel van 5%: Partijen moeten minstens 5% van de stemmen in een kieskring behalen om in aanmerking te komen voor zetels Werking van de kamer 19 - Meerderheid in de Kamer steunt de regering en vormt samen een coalitie - Partijen die niet deelnemen aan de regering vormen de oppositie en controleren het beleid van de regering - Tweekamerstelsel o Bestaand uit de Kamer van Volksvertegenwoordigers en de Senaat - De meerderheidspartijen stellen een regeerakkoord op dat de basis vormt voor het beleid van de federale regering DE KAMERS: 1. De Kamer geeft vertrouwen aan de regering a. Meerderheid mag regering samenstellen b. De regering moet het vertrouwen krijgen van de Kamer om te kunnen regeren 2. De Kamer keurt wetten goed a. Wetsvoorstel i. Voorstellen die door parlementsleden worden ingediend ii. Wordt eerst besproken in commissies die zich richten op specifieke thema’s iii. Na bespreking volgt een stemming in de plenaire vergadering b. Wetsontwerp i. Voorstellen die door de regering worden ingediend c. Ondertekening minister d. De koning ondertekent de wet, waarmee deze officieel bekrachtigd wordt e. Publicatie Belgisch Staatsblad 3. De Kamer oefent controle uit op de federale regering a. De Kamer keurt de begroting en rekeningen van de regering goed b. Controlefunctie i. Kamer controleert het beleid van de federale regering om na te gaan of het regeerakkoord wordt nageleefd Vragen en interpellaties - Parlementaire vragen o Kamerleden kunnen zowel mondeling als schriftelijke vragen stellen aan een minister of de hele regering ▪ Ministers zijn verplicht op deze parlementaire vragen te antwoorden - Ministers kunnen ter verantwoording worden geroepen over hun beleid via een interpellatie - Motie van wantrouwen o Indien het antwoord van een minister onvoldoende is 20 Parlementaire onderzoekscommissies - Onderzoeksrecht o De Kamer kan onderzoekscommissies oprichten om maatschappelijke of internationale kwesties te onderzoeken - Commissies mogen getuigen en deskundigen oproepen en ondervragen - Ze onderzoeken mogelijke tekortkomingen in beleid en leggen politieke verantwoordelijkheid bloot - De commissie doet de aanbevelingen of resoluties aan de regering om problemen te verhelpen - Kan leiden tot wetgevend initiatief o De onderzoeksresultaten kunnen aanleiding geven tot wetswijzigingen of nieuwe wetgevingsinitiatieven Parlementaire onverantwoordelijkheid - Politieke mening zonder vrees voor vervolging o Parlementsleden kunnen hun meningen uiten zonder slechte afloop - Voorkomen inmenging andere overheden o Beschermt parlementsleden tegen inmenging van andere overheden - Onafhankelijkheid parlement - Freedom of speech o Recht op vrije meningsuiting wordt binnen de parlementaire context beschermd om democratische debat te waarborgen o Deze bescherming geldt zowel voor Parlementsleden als ministers Parlementaire onschendbaarheid - Parlementsleden en ministers kunnen strafrechtelijk worden vervolgd o Onder specifieke voorwaarden - Tijdens mandaat niet aangehouden worden voor een misdrijf - Voor een dagvaarding, aanhouding of huiszoeking is toestemming van het parlement vereist - Bij betrapping op heterdaad vervalt de onschendbaarheid, en kan onmiddellijke vervolging plaatsvinden - Opheffing immuniteit o Het parlement kan beslissen om de immuniteit van een lid op te heffen indie nodig - Sociale procedures onderzoeksmaatregelen o Zoals de aanwezigheid van de parlementsvoorzitter of een aangewezen volksvertegenwoordiger 21 De Senaat - 60 senatoren o Aangeduid door parlementen van de deelstaten - De Senaat fungeert als platform voor overleg en samenwerking tussen de federale overheid en deelstaten - Belangenconflicten o Wanneer een overheid zich benadeeld voelt door een beslissing van een andere overheid, kan er een belangenconflict ontstaan o De senaat faciliteert een politieke dialoog om zulke conflicten op te lossen, zonder tussenkomst van de rechtbank ▪ Voorbeeld: In 2017 diende Vlaanderen een belangenconflict in tegen de strengere Brusselse geluidsnormen, die volgens hen de werkgelegenheid op Brussels Airport bedreigden. De koning - Bekrachtiging van wetten - Kan niet alleen handelen - De ondertekende minister draagt de politieke verantwoordelijkheid voor de handelingen van de koning - Rol van de koning: o Het staatshoofd op basis van erfopvolging o Symbolische en ceremoniële functie o Draagt bij aan de stabiliteit van het politieke systeem door zijn rol in de wetgevende macht 3.7.3.2 De uitvoerende macht: de koning en de federale regering De politieke rol van de Koning - Federale staat: steeds minder macht voor de koning - De koning is politiek onbekwaam om zelfstandig beslissingen te maken - Benoemt en ontslaat federale ministers - Speelt een rol bij de vorming van een federale regering - Toespraken met Kerstmis en Nieuwjaar De premier, 15 ministers en een aantal staatsecretarissen - Geleid door de eerste minister of premier - De regering bestaat uit leden van de meerderheidspartijen - Paritaire samenstelling o Gelijke verdeling van Franstalige en Nederlandstalige ministers - 2002: verschillende geslachten - Verkozen zijn is geen vereiste - Elke minister is verantwoordelijk voor een specifieke beleidsterrein o Zoals binnenlandse zaken, buitenlandse zaken, justitie… - Elke minister beschikt over een persoonlijk kabinet van persoonlijke medewerkers die hem of haar adviseren en informeren over de relevante dossiers - Hoofd van FOD (Federale overheidsdienst) o Verantwoordelijk voor het beleid en uitvoering binnen zijn of haar beleid 22 Hoe wordt de regering gevormd? - Onderhandelingen tussen partijen o Deze partijen komen tot een akkoord over de hoofdlijnen van het beleid - De onderhandelingen leiden tot de opstelling van een regeerprogramma o Belangrijkste doelstellingen en maatregelen voor de komende regeringsperiode worden vastgelegd - Debat in parlement o Hierna volgt een vertrouwensstemming - Koning stuurt de onderhandelingen Fasen in de federale regeringsvorming - Coalitieformatie o Wanneer er geen enkele partij de meerderheid behaalt - De koning stelt een informateur aan o Polsen bij de politieke partijen welke bereid zouden zijn om samen in een regering te zetelen - Daarna benoemd de koning een formateur o Voert gesprekken met verschillende partijen om een coalitie op de been te brengen en de regeerprogramma op te stellen o Hij stelt een regering voor aan de koning - De onderhandelingen kunnen lang duren, vooral als er conflicten zijn over de verdeling van de macht of persoonlijke wrijvingen tussen partijen - De ontslagnemende regering blijft tot er een nieuwe regering is - Koning benoemd ministers en staatssecretarissen o Daarna doen ze een eedaflegging - De nieuwe minister legt in de Kamer de regeringsverklaringen af De federale regering als uitvoerende macht - Kaderwetten o Wetten waarbij het parlement alleen de beginselen vastlegt, en de regering de opdracht krijgt deze uit te werken - Koninklijke besluiten (KB’s) o Uitvoeringsbesluit dat een wet uitwerkt ▪ Ondertekend door de bevoegde minister en de koning - Ministeriële besluiten (MB’s) o Voert een wet of KB uit, maar wordt niet door de koning ondertekend o Bevat geen nieuwe rechtsregels, wel aanvullende regels die de uitvoering van de wet of Kb verduidelijken - Omzendbrieven is de laatste stap in het uitvoeren van regelgeving o Verduidelijkt hoe bepaalde regels geïnterpreteerd en toegepast moeten worden 23 De federale regering als ploeg - Ministerraad o Geleid door de premier o Legt belangrijke beleidsbeslissingen vast ▪ Zoals maatregelen naar aanleiding van actuele gebeurtenissen, wetsontwerpen die in het parlement zullen worden ingediend, en de ontwerpen van KB’s - Consensusprocedure o Er wordt uitgebreid overlegt tot alle ministers overeenstemming hebben bereikt o Zodra een beslissing is genomen, zijn alle ministers solidair verantwoordelijk en moeten zij de beslissing gezamenlijk verdedigen, zowel in het parlement als tegenover de media - Kernkabinet o Bestaat uit de premier en de vice-eersteminister o Informele vergadering die bijeenkomt om belangrijke politieke knopen door te hakken ▪ Bestaan vaak uit experts en partij sympathisanten die de minister adviseren en informeren - Federale overheidsdiensten (FOD’s) o Ministers en staatssecretarissen werken met de federale overheidsdiensten o Bereiden het beleid voor en voeren het uit o Ondersteunen de ministers bij het voorbereiden en uitvoeren van het regeringsbeleid De federale begroting - Raming van de inkomsten en uitgaven van de federale staat voor een bepaald jaar o Het document reflecteert de politieke keuzes en prioriteiten van de regering - Toont wat de regering wil bereiken o Bijvoorbeeld: hoe ze de economie wil stimuleren, armoede willen bestrijden… - Er hoort een beleidsnota van elke minister en staatssecretaris o Zij geven aan welk beleid ze willen voeren en welke middelen zij daarvoor willen inzetten - De begroting wordt door de regering ingediend bij de Kamer van Volksvertegenwoordigers, die het ontwerp samen met de beleidsnota’s bespreekt en goedkeurt o Het parlement controleert de uitvoering van de begroting - Gebonden aan strenge Europese regels o Zoveel mogelijk evenwicht houden van de EU-lidstaten ▪ Landen mogen niet meer uitgeven dan ze ontvangen 24 3.7.4 Vlaamse overheid - Onderscheid tussen Vlaams Gewest en Gemeenschap o Vlaams gewest: ▪ 5 Vlaamse provincies ▪ Verantwoordelijk voor regionale aangelegenheden Zoals economie, infrastructuur en milieu o Gemeenschap: ▪ Alle Vlamingen, Vlaamse inwoners van Brussel ▪ Verantwoordelijk voor gemeenschapsbevoegdheden Zoals onderwijs, cultuur en welzijn - Bevoegdheden van de Vlaams Regering en het Vlaams Parlement o Oefenen zowel de gemeenschapsbevoegdheden als de gewestbevoegdheden ▪ Bepalen het beleid en voeren op een breed scala aan terrein uit Zowel regionaal als op gemeenschapsniveau - Internationale Verdragen o Geeft Vlaanderen de mogelijkheid om op internationaal niveau overeenkomsten te maken die specifiek betrekking hebben op haar gemeenschaps- of gewestbevoegdheden - Beleidsbepaling o Bepaald door de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement o Beleid heeft betrekking op veel gebieden waar de regionale overheid beslist Bevoegdheden van het Vlaams Gewest - Ruimtelijke ordening - Wonen en huisvesting - Leefmilieu - Landinrichting en natuurbehoud - Landbouw en zeevisserij - Economie - Toerisme - Dierenwelzijn - Tewerkstelling - Openbare werken en vervoer... Bevoegdheden van de Vlaamse gemeenschap - Cultuur o Taalgebruik, kunsten, musea, bib, media en sport - Onderwijs - Gezondheidszorg - Bijstand aan personen o Jeugdbescherming, jeugdbeleid, gezinsbeleid, kinderopvang… - Justitie o Vervolgingsbeleid, jeugdsanctierecht… 25 3.7.4.1 De wetgevende macht: het Vlaams Parlement Verkiezingen om de 5 jaar - Aantal leden Vlaams Parlement: 124 leden o 118 volksvertegenwoordigers die gekozen worden door de inwoners van de 5 Vlaams provincies o 6 volksvertegenwoordigers die gekozen worden door de Vlaams inwoners van het Brussels hoofdstedelijk Gewest - Beperkingen voor volksvertegenwoordigers uit Brussel o Mogen alleen meestemmen over de gemeenschapsbevoegdheden - Volksvertegenwoordigers van het Vlaams Parlement kunnen niet tegelijkertijd lid zijn van het Vlaams Parlement en van het federale parlement - Vervroegde verkiezingen zijn niet mogelijk De voorzitter - Bij elke nieuw zittingsjaar wordt er een nieuwe parlementsvoorzitter aangesteld o Door het Vlaams Parlement - Betrokkenheid in het regeerakkoord - Meerderheidspositie - Plenaire vergaderingen en zorgt ervoor dat deze ordelijk verlopen - De voorzitter vertegenwoordigt het Vlaams Parlement naar buiten toe De fracties - Volksvertegenwoordigers verenigen zich in fracties op basis van dezelfde politieke partij of kartel - Erkenning van fracties o Moet bij het begin minstens uit 5 Vlaamse volksvertegenwoordigers bestaan - Belang van partijdiscipline o Vooral als de regering over een krappe meerderheid beschikt Het Vlaams parlement als politiek arena - Wetgevende en uitvoerende macht o De uitvoerende macht heeft meer invloed in de praktijk - De regering heeft de steun van de meerderheid in het parlement nodig om te kunnen functioneren o De afspraken over het beleid worden vastgelegd in een regeerakkoord aan het begin van de regeerperiode - Oppositie biedt kritiek en stelt kritische vragen over de voorstellen van de regering o De oppositie controleert de regering, biedt alternatieven voor het beleid en kan ook initiatieven van de meerderheid ondersteunen Het Vlaams parlement als decreetgever Decreten = De wetten die in het Vlaams Parlement worden gestemd Er is geen hiërarchisch verschil tussen een decreet en een federale wet → Vlaamse codex 26 Ontwerpen en voorstellen van decreet Zowel volksvertegenwoordigers als ministers kunnen voorstellen indienen voor een decreet. - Voorstel van decreet o Wanneer een volksvertegenwoordiger het initiatief neemt - Ontwerp van decreet o Wanneer een minister het initiatief neemt De parlementscommissies - Miniparlement o Beperkt aantal volksvertegenwoordigers verdeeld volgens de sterkte van de fracties - Commissies kunnen externe deskundigen uitnodigen voor hoorzittingen of ter plaatse werkbezoeken doen om zich te informeren - Er kan een artikelsgewijze bespreking plaatsvinden en amendementen kunnen worden ingediend - Bekrachtiging door de regering Het Vlaams Parlement als controlerende instelling - Begroting geeft inzicht in hoeveel geld de ministers het komende werkjaar willen uitgeven en waarvoor dir geld wordt gebruikt - Met een interpellatie roept een parlementslid een minister ter verantwoording o Minister is verplicht om een antwoord te geven o Zoals: de aanpak van verkeersdoden of spijbelgedrag - Schriftelijke vragen worden door een parlementslid schriftelijk aan ministers gesteld o Moeten binnen de 20 werkdagen beantwoord zijn o Er is wekelijks in de plenaire vergadering een vragenuurtje - Het Vlaams parlement heeft de mogelijkheid om een onderzoekscommissie in te stellen o Kan alleen worden ingesteld als de meerderheid het voorstel steunt 3.7.4.2 De uitvoerende macht: de Vlaamse Regering - 11 leden - Wordt geleid door de minister-president - Elke andere meerderheidspartij duidt één viceminister-president aan De meeste ministers worden gekozen uit de Vlaamse volksvertegenwoordigers. De regeringsvorming - Regeerakkoord o Het resultaat van de onderhandelingen tussen de partijen worden daarin vastgelegd - Na de verkiezingen beginnen de partijen te onderhandelen over een mogelijke coalitie. Partijen raadplegen hun achterban via partijcongressen voordat ze akkoord gaan - Ministers worden verspreid over de provincies en streven naar een evenwichtige man- vrouwverhouding - Het Vlaams Parlement benoemt de Vlaamse regering 27 Hoe werkt de Vlaamse regering? - Elke minister in de Vlaamse Regering is verantwoordelijk voor de uitvoering van specifieke beleidsdomeinen o Zoals financiën, onderwijs, leefmilieu, welzijn… - Ministers beschikken over een kabinet o Persoonlijke politieke medewerkers die hen adviseren, onderhandelen en helpen bij het uitvoeren van beleidskeuzes - Beleid wordt ondersteund door Vlaamse administratie o Bestaat uit ambtenaren en experts die de ministers ondersteunen bij de beleidsvoorbereiding en uitvoering De Vlaamse regering als uitvoerende macht - Een specifieke uitvoering van een decreet gebeurt door uitvoeringsbesluiten die gepubliceerd worden in het Belgisch Staatsblad. 2 soorten besluiten: o Besluiten van de Vlaamse Regering ▪ Goedgekeurd door de hele ministerraad o Ministeriële besluiten ▪ Goedgekeurd door één minister en concretiseren het decreet verder - Ministeriële omzetbrieven o Verduidelijkt de toepassing van een decreet en zijn uitvoeringsbesluiten De Vlaamse regering als ploeg: de ministerraad - Vergaderen wekelijks - De minister-president werken als voorzitter van de ministerraad - Collegiaal orgaan o Alle beslissingen worden gezamenlijk genomen - Beslissingen moeten in consensus worden genomen o Alle ministers moeten akkoord gaan met de beslissing of bereid moet zijn deze naar buiten toe te verdedigen 3.7.5 De provincie - 10 provincies o 5 in het Vlaams Gewest o 5 in het Waalse Gewest - De bevoegdheden van de provincies zijn langzaam afgebouwd - Het provinciebestuur werkt vaak ten dienste van de gemeentelijke, regionale en federale overheden door taken voor hen uit te voeren o Bijvoorbeeld: uitvoeren van projecten voor milieu, natuur… - Sommige taken zijn zichtbaar voor het publiek o Zoals het beheer van provinciale bossen, fietspaden… - Andere taken spelen zich af op de achtergrond o Zoals economie stimuleren, crisiscoördinatie… 28 3.7.5.1 Het bestuur van de provincie Provincieraad - Werkt als de wetgevende macht van de provincie o Beslist over het beleid van de provincie o Legt de provinciale regels vast o Controleert de uitvoering van het beleid - Om de 6 jaar worden de leden gekozen door de inwoners - De provincieraad heeft de taak om de deputatie (dagelijks bestuur van de provincie) te controleren en het provinciaal budget goed te keuren De deputatie = dagelijks bestuur van de provincie, uitvoerende macht ➔ Beslissingen van de provincieraad uitvoeren ➔ Bestaat uit 4 leden De provinciegouverneur - Wordt benoemd door de Vlaamse Regering - Belangrijke rol in de handhaving van de openbare ode en rust in de provincie o Verantwoordelijk voor de veiligheid van de inwoners en coördineert bij grote rampen of belangrijke manifestaties ▪ Bijvoorbeeld: door samen te werken met de brandweer 3.7.6 De gemeente - Kleinste bestuursniveau in België - Gemeenten hebben bevoegdheden die betrekking hebben op lokaal belang o Initiatieven die in het voordeel zijn van de inwoners ▪ Zoals het oprichten van jeugdhuis of sporthal - Medebewindstaken o Gemeenten voeren ook taken uit die hen door andere bestuursniveaus zijn opgedragen ▪ Zoals het organiseren van verkiezingen of het bijhouden van registers… 3.7.6.1 Het bestuur van de gemeente - Elke 6 jaar lokale verkiezingen - Bevolking kiest de gemeenteraadsleden De gemeenteraad: de vertegenwoordiging van de bevolking - Gemeenteraad werkt als het parlement ven de gemeente o Bestaat uit raadsleden - Moeten beleidsvoorstellen goedkeuren - Ze controleren de uitvoerende macht o Dit gebeurt door kritische vragen te stellen - Wetgevende macht - De gemeenteraad speelt een centrale rol in het kiezen en bepalen van dat beleid 29 Het college van burgemeesters en schepenen: het bestuur van de gemeente - Uitvoerende macht - Bestaat uit de burgemeester en 2-9 schepenen o Afhankelijk van het aantal bewoners - Voorbereiden en uitvoeren: o Het college bereidt beslissingen voor die door de gemeenteraad moeten worden goedgekeurd o Na goedkeuring zorgt het college ervoor dat die beslissingen uitgevoerd worden - College bestaat uit politici van verschillende partijen o Vormt een coalitie De burgemeester - Wordt door de meerderheid van de gemeenteraad voorgedragen - Voorzitter van het Schepencollege o Leidt de vergaderingen van het college van burgermeester en schepenen - Uitvoering van Hogere Wetten o Vertegenwoordigt hogere overheden in de gemeente o Voert wetten, decreten en besluiten van hogere instanties uit - Hoofd van de Bestuurlijke Politie o Kan maatregelen nemen voor openbare orde en veiligheid ▪ Bijvoorbeeld: sluiten van milieuvervuilende bedrijven - Symbolische rol o Vertegenwoordigt de gemeente op evenementen ▪ Zoals huwelijksjubileum, tentoonstellingen… o Luistert naar de bevolking en volgt wat er leeft binnen de gemeente 3.7.7 De controleorganen van de federale staat, gemeenschappen en gewesten - Gelijkwaardigheid van bevoegdheden o Exclusieve beleidsdomeinen ▪ Elke overheid heeft haar eigen bevoegdheden en maakt haar eigen rechtsregels o Geen hiërarchie o Vermijden van bevoegdheidsconflicten - Bevoegdheidsbetwistingen o De precieze verdeling van bevoegdheden leidt soms tot conflicten tussen overheden o Geschillenbeslechting ▪ Conflicten worden opgelost door controleorganen en rechtbanken - Bescherming van de burger o Democratische rechtsstaat ▪ Burgers worden beschermd tegen willekeur en discriminatie van de overheid - Acties voor de burger o Klacht indienen o Bemiddeling ▪ Contact opnemen met een ombudsdienst o Juridische stappen 3.7.7.1 De Raad van State 30 = de hoogste administratieve rechtbank van België en bestaat uit 2 afdelingen: 1. Afdeling Wetgeving a. Geeft juridisch advies over wetsontwerpen, decreten, ordonnanties en uitvoeringsbesluiten b. Verplichtingen: i. Regeringen zijn verplicht hun ontwerpen voor te leggen ii. Volksvertegenwoordigers zijn enkel verplicht bij aanvraag van: - 1/3 van de parlementsleden - De meerderheid van een taalgroep c. Niet bindend 2. Afdeling Bestuursrechtspraak a. Bevoegd om administratieve rechtshandelingen te schorsen of vernietigen b. Wie beslist over de administratieve rechtshandelingen? i. Federale regering ii. Gemeenschaps- en gewestregeringen iii. Provincies en gemeenten - Let op: wetten, decreten en ordonnanties vallen hier niet onder! c. Voorwaarden voor vernietigen i. Op vraag van burgers, rechtspersonen en overheidsinstanties ii. Geen initiatief van de Raad van State zelf d. Gevolgen van vernietigen: i. Arrest heeft terugwerkende kracht tot de datum waarom de beslissing werd genomen 3.7.7.2 Het Grondwettelijke Hof = belangrijke rechtsinstantie in België die bevoegd is om wetten, decreten en ordonnanties te beoordelen op hun verenigbaarheid met de Grondwet - Bevoegdheden van het Grondwettelijk Hof o Oordeel over wetten, decreten en ordonnanties o De rechtsregels kunnen vernietigt worden als ze in strijd zijn met: ▪ Grondwettelijke rechten en vrijheden ▪ Belastingregels ▪ Gelijkheids- en discriminatiebeginselen o De Raad van State vernietigt administratieve handelingen en het Grondwettelijk Hof vernietigt wetten, decreten en ordonnanties - Wie kan een beroep doen op het Grondwettelijk Hof? o Overheden ▪ Regeringen en parlementen o Burgers, bedrijven en organisaties ▪ Als ze kunnen aantonen dat ze een direct belang of nadeel ondervinden door een wet of decreet o Rechters ▪ Kunnen tijdens een rechtszaak een prejudiciële vraag stellen over de grondwettelijkheid van een akte 3.7.7.3 De Hoge Raad Van justitie 31 = werd opgericht om het vertrouwen va, burgers in het Belgische gerechtssysteem te herstellen - Belangrijkste taken van de HRJ o Objectieve benoemingen en opleidingen van magistraten ▪ Einde aan politisering van het gerecht ▪ Benoemingen gebeuren via examens o Transparantie en klachtenbehandeling ▪ Burgers kunnen klachten indienen over de werking van het gerecht Meestal gaat dit over trage gerechtelijke procedures ▪ De HRJ informeer burgers over het verloop van de klachten o Adviezen aan het parlement ▪ De HRJ kan adviezen geven over wetsvoorstellen en wetsontwerpen die het gerecht beïnvloeden - Doel van de HRJ o Verbetering van de werking van justitie o Versterking van het vertrouwen van burgers in het rechtssysteem o Onafhankelijke rechtspraak 3.8 De Europese Unie 3.8.1 Inleiding - Tweede Wereldoorlog o Na WO II ontstond de behoefte aan internationale samenwerking om conflicten te vermijden en de rechtsorde te beschermen o Leidde tot de oprichting van internationale instellingen ▪ Zoals VN, NAVO en EU - Twee visies: supernationaal vs. Intergouvernementeel o Supranationaal ▪ Staten dragen een deel van hun soevereiniteit over aan een hogeren autoriteit o Intergouvernementeel ▪ Staten behouden hun soevereiniteit en werken samen zonder die af te staan - Geen scheiding der machten Bevoegdheden - buitenlands beleid: asiel- en migratiebeleid, buitenlands beleid, defensie, douane,… - cultuur en onderwijs - economie en geld: begroting van de Europese Unie, de euro, fraudebestrijding,… - gezondheid en sociale zaken: consumentenrechten, voedselveiligheid , volksgezondheid - werkgelegenheids- en sociaal beleid - landbouw en milieu: energie, landbouw, milieu, visserij - recht en veiligheid: asiel- en migratie, consumentenrechten, criminaliteit, defensie, justitie, vrijheid en veiligheid, mensenrechten, rechtspraak, terrorisme Een vrije Europese markt - Interne markt 32 o Vrije verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal - Geen handelsbarrières o Import- en exportbeperkingen - Geen grenscontroles - Beperkingen: o Nationale veiligheidsredenen of volksgezondheid o Specifieke regels voor bepaalde sectoren ▪ Zoals financiële diensten of landbouwproducten Een actief consumentenbeleid - Doel om consumenten beter te beschermen binnen de interne markt - Eenvormige regels voor alle lidstaten - Veiligheidsvoorschriften o Speelgoed, elektrische apparaten, cosmetica, medicijnen, machines… - Bescherming tegen oneerlijke praktijken: wetgeving gericht op o Misleidende reclame o Agressieve verkooppraktijken - Voedselveiligheid en etikettering o Gezondheid waarborgen o Goed geïnformeerd zijn over de samenstelling en herkomst van producten Buitenlands beleid - Gericht op het uitdragen van democratie en het bevorderen van mensenrechten wereldwijd - EU is een van de grootste handelspartners ter wereld o Leveren 50% van alle internationale ontwikkelingshulp - Weinig vooruitgang in het vormen van een gemeenschappelijk buitenlands beleid - Nood aan een eengemaakte aanpak o Financiële crisis en milieu-uitdagingen vereisen een mondelinge aanpak o De EU zou meer slagkracht hebben als ze met één stem optreedt op het internationaal toneel - Doel o De EU versterken als een geopolitieke speler o Efficiënter optreden in internationale crisissituaties en wereldwijde uitdagingen aanpakken 33 3.8.2 Europese instellingen - 2 visies op Europese eenmaking o Supranationale visie ▪ Lidstaten staan een deel van hun soevereiniteit af aan Europese instellingen ▪ Streven naar een federaal Europa met: Rechtstreeks verkozen parlement Uitvoerende Europese regering Onafhankelijke rechterlijke macht o Intergouvernementele visie ▪ Lidstaten behouden hun nationale macht ▪ Samenwerking zonder het volledig afstaan van bevoegdheden ▪ Beslissingen worden genomen door overleg tussen regeringen - Unieke structuur o Geen federatie en geen losse samenwerking o Soevereiniteit wordt gebundeld voor meer macht en invloed in de wereld o Lidstaten behouden hun onafhankelijkheid maar dragen bepaalde bevoegdheden over aan EU-instellingen - Unieke samenwerking o Onafhankelijke naties bundelen hun krachten o Overdracht van sommige bevoegdheden aan EU-instellingen voor gemeenschappelijk belang o Besluiten worden op Europees niveau genomen De Europese raad of de ‘top’: de stem van de lidstaten - Samenstelling : o Staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten o Voorzitter van de Europese Commissie neemt deel o Permanente voorzitter leidt de bijeenkomst - Belangrijke kenmerken: o Bijeenkomsten worden Europese toppen genoemd o Vinden plaats in Brussel o Bespreken grote beleidslijnen en bepalen de prioriteiten voor de EU - Functie en doel: o Strategische leiding ▪ Geeft richting aan het beleid van de EU o Startpunt voor nieuwe initiatieven ▪ De Europede Commissie werkt op basis van hun richtlijnen o Consensus en samenwerking ▪ Lidstaten zoeken samen naar oplossingen voor belangrijke uitdagingen 34 De raad van de Europese Unie - Samenstelling en werking o Bestaat uit vakministers van de lidstaten o Wisselende samenstelling op basis van het vergader onderwerp - Functies en taken: o Wetgevende en begrotingstaak ▪ Wetgevende functie ▪ Moet elk wetsvoorstel van de Europese Commissie goedkeuren ▪ Beslist (samen met het parlement) over de EU-begroting o Intergouvernementeel karakter ▪ Lidstaten kunnen invloed uitoefenen op beslissingen via hun minister ▪ Bevordert samenwerking tussen regeringen - Belangrijk onderscheid o Niet hetzelfde als de Europese raad de ‘top’ en Raad van Europa De Europese commissie: het ‘dagelijks bestuur’ van de EU - Samenstelling o 27 commissarissen ▪ Eén uit elke lidstaat - Functies en taken o Initiatiefnemer voor wetgeving ▪ Europees parlement en de Raad van de EU voor goedkeuring ▪ Behandelt beleidsdomeinen zoals: Justitie, landbouw, milieu, energie, transport… o Uitvoering van beleid en programma’s ▪ Voert beleid en actieprogramma’s uit Moet goedgekeurd worden door het Parlement en de Raad ▪ Voorbeelden: consumentenzaken, ontwikkelingssamenwerking en onderwijsprogramma’s o Controle op naleving van de Europese regels ▪ Houdt toezicht op de correcte toepassing van de EU-wetgeving in lidstaten ▪ Controleert milieuregels, voedselveiligheid en concurrentiebeleid o Handhavingsmaatregelen ▪ Start procedures bij het Europees Hof van Justitie bij overtredingen ▪ Kan boetes opleggen Het Europees parlement de stem van de burgers - Bestaat uit 705 leden uit 27 lidstaten en vertegenwoordigt 500 miljoen burgers - Om de 5 jaar verkozen met verkiezingen - Bevoegdheden en functies o Medewetgever o Controlefunctie o Begrotingsautoriteit o Democratische vertegenwoordiging 35 3.8.3 Het Europese recht - De verdragen: het primaire recht o Kenmerken: ▪ Bepalen de bevoegdheden van de EU-instellingen en de procedures die zij moeten volgen ▪ Worden goedgekeurd door de president of eerste minister van de lidstaten en vervolgens geratificeerd door hun nationale parlementen ▪ Bestaan uit twee hoofdverdragen Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap Verdrag betreffende de Europese Unie o Functie ▪ De verdragen vormen het fundament waarop de EU haar beleid en wetten baseert - De Europese regelgeving: het afgeleide recht o Verordeningen ▪ Bindend en rechtstreeks toepasbaar in alle lidstaten zonder omzetting in nationaal recht ▪ Afdwingbaar via nationale rechtbanken Bv: Roamingtarieven binnen de EU o Richtlijnen ▪ Bindend wat betreft het te behalen resultaat, maar de lidstaten mogen zelf bepalen hoe ze het doel bereiken ▪ Moet eerst worden omgezet in nationale wetgeving ▪ Kunnen in bepaalde gevallen een directe werking krijgen als ze niet op tijd worden omgezet Bv: verbetering van de werkomstandigheden voor zwangere werknemers o Besluiten ▪ Bindend voor specifieke personen of vennootschappen die afzonderlijk worden vermeld Bv: de veroordeling van Microsoft door de Europese Commissie 3.8.3.1 Het Hof van Justitie - Functie o Waakt over de uniforme interpretatie van het recht van de EU in alle lidstaten o Behandelt juridische kwesties die voorkomen uit de toepassing van EU-wetgeving o Oordeelt over betwistingen tussen lidstaten, de EU-instellingen, of tussen burgers/bedrijven en EU-regelgeving - Structuur o Het Hof van Justitie zetelt in Luxemburg o Elke lidstaat heeft één rechter in het Hof ▪ Zodat alle 27 nationale rechtsstelsels zijn vertegenwoordigd - Procedure o Behandelt overtredingen van EU-regelgeving/conflicten tussen nationale en Europese wetgeving 36 3.9 De rechtbanken en Hoven 3.9.1 De rechterlijke macht - Functie o Toepassen van rechtsregels o Geschillenbeslechting ▪ Zij behandelt geschillen tussen burgers onderling en tussen burgers en de overheid o Strafrecht o Bescherming van rechten - Kenmerken o Volgt niet de federale staatsstructuur ▪ Zoals de wetgevende en uitvoerende macht o De inrichting van hoven en rechtbanken is een federale bevoegdheid Rechtvaardige rechters - Verschillende rechtsbronnen o Baseren zicht op wetgeving, rechtsleer, rechtspraak, algemene rechtsbeginselen en internationaal recht - Impact van het spreken van recht o Kan een groot effect hebben op iemands leven dus eerlijke rechtsgang is essentieel - Fundamentele regels die het recht op een eerlijk proces garanderen o Verbod op rechtsweigering ▪ Iedereen heeft recht op een rechter o Openbaarheid ▪ Zittingen en uitspraken moeten openbaar zijn o Motivatie geven o Onafhankelijkheid ▪ Niemand mag hen beïnvloeden o Redelijke termijn ▪ Er moet na een rijd wel een uitspraak worden gedaan 3.9.2 De organisatie van de rechterlijke macht Er zijn verschillende niveaus van rechtspraak. Die structuur heeft 3 doelstellingen: 1. Men wil hoven en rechtbanken zo dicht mogelijk bij de mensen brengen die er hun problemen willen regelen 2. Hoven en rechtbanken zijn gespecialiseerd naargelang het soort geschil 3. Tegen een uitspraak van een rechtbank kan men in beroep gaan bij een hogere rechtbank 37 Gerechtelijke arrondissementen en kantons - Indeling van het land o 12 gerechtelijke arrondissementen ▪ West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Antwerpen, Limburg, Waals-Brabant, Henegouwen, Namen, Luik, Luxemburg, Leuven, Eupen, Brussel - Rechters op verschillende niveaus o Elk gerechtelijk arrondissement heeft een rechtbank van eerste aanleg ▪ Verder opgedeeld in verschillende afdelingen - Opdeling in gerechtelijke kantons o De arrondissementen zijn verdeeld in gerechtelijke kantons, elke met een vredegerecht ▪ Elk kanton omvat het grondgebied van één of meerdere gemeenten - Piramidaal systeem o Op verschillende niveaus zijn er steeds minder rechtbanken en rechters ▪ Kanton: aantal rechters groot ▪ Arrondissement: minder rechtbanken van eerste aanleg ▪ Hogere rechtbanken en hoven: beperkt aantal, per rechtsgebied of provincie ▪ hoogste gerechtshof: slecht één nationaal hof, het Hof van Cassatie, als hoogste rechterlijk orgaan Specialisatie - Burgerlijk recht o Regelt onderlinge verhoudingen tussen personen ▪ zoals conflicten over leningen, huur… o Bevoegde rechtbanken: ▪ Vredegerecht ▪ Rechtbank van eerste aanleg ▪ Hof van Beroep ▪ Hof van Cassatie - Handelsrecht o Regelt rechtsbetrekkingen tussen handelaren ▪ zoals handelsakkoorden en faillissementen o Bevoegde rechtbanken: ▪ Ondernemingsrechtbank ▪ Hof van Beroep ▪ Hof van Cassatie - Familie- en jeugdrecht o Familiegeschillen ▪ zoals afstamming, adoptie, echtscheiding… o Bevoegde rechtbanken ▪ Vredegerecht ▪ Rechtbank van eerste aanleg ▪ Hof van Beroep ▪ Hof van Cassatie 38 - Strafrecht o Regelt welk gedrag strafwaardig is, welke straffen opgelegd kunnen worden en via welke weg strafoplegging plaatsvindt o Bevoegde rechtbanken ▪ Politierechtbank ▪ Rechtbank van eerste aanleg ▪ Hof van Beroep ▪ Hof van Cassatie ▪ Bijzondere situatie: Assisenhof, Raadkamer, Kamer van Inbeschuldigingstelling, strafuitvoeringsrechtbank, onderzoeksrechter - Sociaal recht o Bestaat uit sociale zekerheidsrecht en arbeidsrecht ▪ Het arbeidsrecht behandelt conflicten tussen werkgever en werknemer ▪ Sociaal zekerheidsrecht gaat over conflicten met betrekking tot sociale uitkeringen o Bevoegde rechtbanken ▪ Arbeidsrechtbank ▪ Arbeidshof ▪ Hof van Cassatie 3.9.3 Enkele typische termen - De rechtbank o Een officiële instantie die beslist over geschillen waarin burgers menen dat hun rechten zijn geschonden. Mensen kunnen naar de rechtbank stappen om hun zaak te laten behandelen, maar de rechter kan geen zaken opstarten - De rechter o De persoon die de zaak beoordeelt en een beslissing neemt, ze behoren tot de zittende magistratuur o Hoger beroep ▪ Als men het niet eens is met een uitspraak, kan men de zaak aan een hogere rechtbank voorleggen o De rechter interpreteert de situatie en beslist wat als rechtvaardig wordt beschouw in de samenleving - Griffier o De persoon die de rechter bijstaat tijdens de zitting, onder meer door het voorbereiden van de dossiers en het notuleren van het verloop van de zitting o Hij zorgt ervoor dat alle documenten rechtsgeldig worden opgesteld en coördineert administratieve en boekhoudkundige taken in de griffie - Advocaat o Een jurist die een partij vertegenwoordigt in rechtszaken. De advocaat pleit voor de rechtbank en treedt op als woordvoerder voor iemand rechten o Pleitmonopolie ▪ Alleen de advocaten mogen voor de rechtbank pleiten in België - Openbaar Ministerie o Is verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde en brengt elementen aan die de rechter nodig heeft om een oordeel te vellen in strafzaken 39 o Synoniem: het parket 3.9.4 Rechtbanken en hoven Het vredegerecht - Staat dicht bij de burger - Bemiddelende rol o Hij probeert de partijen in een geschil met elkaar te verzoenen - Procedure tot verzoening o Als de partijen tot een akkoord komen, wordt dit vastgelegd in een proces-verbaal van verzoening, dat bindend is en niet in beroep kan worden aangetekend - 187 vredegerechten verspreid over heel het land - Bevoegdheid van het Vredegerecht o Algemene bevoegdheden ▪ Behandelt burgerlijke samen met een waarde van minder dan 5000 euro o Specifieke bevoegdheden ▪ Ongeacht de hoogte van het bedrag Geschillen over (huis)huur Maatregelen tot gerechtelijke bescherming van meerderjarige Burenruzies… De politierechtbank - Behandelt kleine misdrijven die strafbaar zijn met een gevangenisstraf van maximaal 7 dagen o Zoals: nachtlawaai, vandalisme, winkeldiefstal… - Wanbedrijven die normaal voor de correctionele rechtbank komen, kunnen door verzachtende omstandigheden worden gecontraventionaliseerd of verlicht - Verkeersongevallen en misdrijven in verband met wegcode o Kan ook hogere straffen zijn dan 7 dagen - Schadevergoeding verkeersongevallen - Beroep tegen administratieve sancties die opgelegd zijn in het kader van de Voetbalwet o Zoals stadionverbod - Gemeenten kunnen G(emeentelijke)A(dministratieve)S(ancties)-boetes opleggen voor overlast o Overlast: sluikstorten, belletje trek… o Opgelegd vanaf 14 jaar o 14-15 = politierechtbank o 16-18 = jeugdrechtbank 40 De rechtbank van eerste aanleg - Burgerlijke kamer o Behandelt alle burgerlijke geschillen met een waarde van meer dan 5000 euro o Behandelt hoger beroep tegen de vonnissen van de vrede- en politierechtbank in burgerlijke zaken - Correctionele kamer o Bevoegd voor wanbedrijven en gecorrectionaliseerde misdaden o Behandelt hoger beroep tegen vonnissen van de politierechtbank in strafzaken o Het Openbaar Ministerie is de vervolgende partij in deze kamer - Jeugdrechtbank o Behandelt minderjarigen die strafbare feiten hebben gepleegd of in een verontrustende situatie verkeren o Behandelt beroepszaken tegen administratieve sancties in het kader van de Voetbalwet of GAS-boetes voor minderjarigen vanaf 14 jaar ▪ Jeugdige dader in ernstige gevallen wordt door gewezen naar de correctie- of assisenrechtbank o Bestaat uit verschillende kamers: ▪ Jeugdkamers voor jeugddelinquentie ▪ Kamers van uithandengeving voor ernstige gevallen - Familierechtbank o Behandelt geschillen over familiezaken ▪ Zoals huwelijk, echtscheiding, adoptie… o Behandelt beroepszaken tegen beslissingen van de vrede- of politierechtbank in familiezaken ▪ Zoals bewind o Bevat een kamer voor minnelijke schikking - Strafuitvoeringsrechtbank o Beslist over de uitvoering van straffen ▪ Zoals elektronisch toezicht, beperkte detentie, en voorwaardelijke invrijheidstelling - Arbeidsrechtbank o Behandelt geschillen op het gebied van arbeidsrecht en sociaal zekerheidsrecht - Hoven van Beroep o 5 hoven van beroep o Elk hof van beroep heeft verschillende kamers: ▪ Burgerlijke en handelszaken ▪ Kamer voor correctionele zaken ▪ Jeugdkamer ▪ Familiekamer o Er zijn 5 arbeidshoven die zich specifiek richten op arbeidszaken - Hof van Assisen o 1 Hof van Assisen per provincie o Tijdelijk gerecht dat oordeelt over de zwaarste misdaden die niet veroordeeld kunnen worden doorverwezen ▪ Zoals moord, verkrachting… 41 o Oordeel wordt gegeven door een jury van burgers o Geen hoger beroep mogelijk - Hof van Cassatie o Hoogste rechtscollege in België o Waakt over de juiste interpretatie en toepassing van de wet en onderzoekt procedurefouten o Oordeelt wanneer er sprake is van een “schending van een substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven vormvereiste” - Het Europees voor de Rechten van de Mens o Het EVRM beschermt fundamentele rechten en vrijheden ▪ Zoals lijfstraffen, huisarrest, gedetineerde rechten, persvrijheid… o Voorwaarde: ▪ Alle nationale rechtsmogelijkheden moeten eerst zijn benut voordat men de zaak bij het Europees Hof kan indienen 3.9.5 Hoe verloopt een rechtszaak? 3.9.5.1 Burgerlijke procedure - Geen maatschappelijk belang - Meestal gaat het om geldsommen o Zoals: schadevergoedingen, achterstallige betalingen, opzegvergoederingen… - Wie iets beweert, moet het bewijzen → voor de eiser - De verweerder heeft het recht om tegenbewijs te leveren - Procesverloop: o Eerst wordt de eiser gehoord daarna de verweerder o Mogelijk kunnen deskundigen worden aangesteld om te helpen bij het bewijs o Na het sluiten van de debatten neemt de rechtbank de zaak in beraad en volgt de uitspraak, meestal op een latere datum o De rechtbank kan nooit meer toekennen dan wat de eiser heeft gevraagd - Tegen een uitspraak kan de verliezende partij in hoger beroep gaan bij een hogere rechtbank - Als een partij versterkt, kan deze in sommige gevallen verzet aantekenen o Zo wordt het door dezelfde rechtbank opnieuw behandelt - Uitvoering van het vonnis - In geval van hoogdringendheid kan een kortgeding worden aangespannen om voorlopige maatregelen te treffen 3.9.5.2 De strafprocedure - Strafbare feiten en indeling o Strafbare feiten schenden de belangen van de maatschappij en zijn onderverdeeld op basis van ernst ▪ Overtredingen: Straf: gevangenisstraf (1-7 dagen), werkstraf(20-45 uur), geldboete (tot 25 euro x 8) Bevoegde rechtbank: Politierechtbank ▪ Wanbedrijven: 42 Straf: gevangenisstraf (8 dagen – 5 jaar), werkstraf (46-300 uur), geldboete (vanaf 26 x 8 euro) Bevoegde rechtbank: Correctionele rechtbank - Doel van strafprocedure o Het opsporen, vervolgen en bestraffen van vaders ▪ Openbaar ministerie verdedigt de maatschappij, maar respecteert ook verdedigingsrechten - Fasen van de strafprocedure o Opsporingsonderzoek ▪ Lichtere misdrijven en eenvoudig onderzoek door de procureur des Konings en politie ▪ Mogelijke beslissingen: Sepot (geen verdere stappen) Minnelijke schikking (geldsom betalen) Bemiddeling (herstel schade) Dagvaarding of overdracht naar de onderzoeksrechter voor verder onderzoek o Gerechtelijk onderzoek ▪ Voor zwaardere misdrijven onder leiding van de onderzoeksrechter ▪ Onderzoeksmethoden: verhoren, huiszoekingen, reconstructies, voorlopige hechtenis ▪ Resultaat: Verwijzing naar rechtbank Buiten vervolging stellen Beroep mogelijk bij kamer van inbeschuldigingstelling - Het proces o Dagvaarding: oproeping via gerechtsdeurwaarder o Rechtsgang ▪ Politierechtbank (overtredingen) ▪ Correctionele rechtbank (wanbedrijven) ▪ Hof van Assisen (misdaden) o Bewijsvoering: openbaar ministerie toont schuld; verdachte krijgt laatste woord o Uitspraak: vrijspraak of veroordeling - Beroep en Cassatie o Beroep: hoger beroep bij een hogere rechtbank o Cassatie: uitsluitend onderzoek naar procedurefouten. Geen nieuwe behandeling van de feiten o Bij vernietiging door Cassatie: doorverwijzing naar een andere rechtbank - Hof van Assisen o Voor zware misdrijven ▪ Bv: moord o Jury van 12 burgers beslist over schuld o Jury + rechters bepalen eraf o Geen beroep mogelijk, enkel Cassatie 43 3.9.6 Soorten straffen - Gevangenisstraf o Voor wanbedrijven: 8 dagen tot 5 jaar gevangenisstraf o Voor misdaden: 5 jaar tot levenslange opsluiting o De periode van voorlopige hechtenis wordt afgetrokken van de uiteindelijke straf o Modaliteiten zoals elektrisch toezicht, beperkte detentie, penitentiair verlof, uigaansvergunningen en voorwaardelijke invrijheidstelling kunnen van toepassing zijn - Geldboete o De veroordeelde betaalt een bedrag aan de Belgische Staat