Samenvatting Analoge Productie Aspecten PDF
Document Details
Uploaded by GutsyBowenite2859
Tags
Summary
Deze document geeft een samenvatting van analoge aspecten van productie, met een focus op elektriciteit. Het beschrijft de voordelen en nadelen van elektriciteit en de fundamentele concepten zoals spanning, aarding en warmte-energie. Geschikt voor een tweede of derde graads student.
Full Transcript
**Samenvatting Analoge productie aspecten** **spanning op een stopcontact** - 230 Volt (U) **Aarding** → foutstroom gaat de aarde in → gele en groene kabels **Warmte energie** → water warmt op → stroom → turbine → alternator → energie → bewegingsenergie **Elektriciteit** +----------------...
**Samenvatting Analoge productie aspecten** **spanning op een stopcontact** - 230 Volt (U) **Aarding** → foutstroom gaat de aarde in → gele en groene kabels **Warmte energie** → water warmt op → stroom → turbine → alternator → energie → bewegingsenergie **Elektriciteit** +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **voordelen** | **nadelen** | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | - makkelijk en snel transport | - gevaarlijk ( onzichtbaar, | | | ruik je niet) | | - 300 000 km/s | | | | - moeilijk te stockeren | | - makkelijk om te zetten | | | | - nachttarief | | - bv. warmte | | | | - batterijen | +-----------------------------------+-----------------------------------+ **Wat is elektriciteit?\ ** **Atomen** **opbouw** - Protonen (+) en Neutronen (0) - in de kern - Elektronen (-) - des te groter de baan des te meer elektronen - Lading van een atoom is NUL → Protonen + elektronen volgens atoommodel van Bohr **De tabel van Mendeljev** +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **rijen** | geven het aantal schillen weer | | | | | | - 1 → 7 | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **cijfertjes rechts boven** | verdeling op de schillen | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **Koll Pomme** | valentie elektronen | | | | | | buitenste schil | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **helemaal rechts** | de edelgassen | | | | | | hebben 8 valentie elektronen | +-----------------------------------+-----------------------------------+ **Schillen** berekening = 2(n\^2) - n = Schil - = aantal elektronen / schil **Edelgasconfiguratie** drie manieren ------------------- ---------------------------- ion binding Metaal en NM ( isolatoren) Covalente binding Twee Niet metalen Metaalbinding Metalen met elkaar ------------------- ---------------------------- metalen → goede geleiders niet metalen → isolatoren **Twee kamers** - \+ en - Pool De pluspool - te weinig elektronen De Minpool - te veel elektronen → Gaan zoeken naar een evenwicht → STROOMKRING (van - naar +) **Weerstand (R) in Ohm** - lagere weerstand → betere geleider - R =1/G - R = U/I - R= Ohm.m.m /m2 - Zorgt dat de elektriciteit niet te snel gaat - bv een LDR (Light dependent resistor in een auto) **Wet van Ohm** - hoe hoger de weerstand hoe meer energie het kost voor de elektronen om er door heen te bewegen - hogere spanning over die draad - bij stroomsterkte → meer elektronen, meer spanning - **R=U/I** **Stroomsterkte (I)** - sterkte van de stroom gemeten in Ampère (A) - hoeveelheid lading/s door een draad - = Q/T - =U/R - =P/U - lading gemeten in Coulomb C - 1 Ampere = 1 coulomb/ seconde **Spanning (U)** - in volt - het potentiaalverschil tussen 2 punten in een elektrisch circuit - de druk die nodig is om stroom te laten lopen - U= P/I - U= IxR **Elektrisch vermogen (P)** - in Watt - energie/ tijdseenheid → Joule/seconde - het vermogen is de elektrische arbeid per seconde opgenomen - P= UxI - een elektrische stroom I tussen 2 punten waartussen een potentiaalverschil U bestaat levert een vermogen van P= UxI **\ Wet van Joule** - weerstand + stroom = warmte Elektrische stroom verliest energie bij zijn doorgang doorheen de geleider en wordt omgezet in warmte, het verliest door verhitting in een geleider en wordt aangegeven door de wet van joule - E= Pxt = UxIxt = RxI2xt - E= warmte energie in joule - t= tijd in seconde de soortgelijke weerstand vd geleider verhoogd met de temperatuur de verhitting is afhankelijk van de weerstand die afhankelijk is van haar temperatuur **Geleiding (G)** → het omgekeerde van weerstand - uitgedrukt in Siemens (S) - G= 1/R (R=U/I) - G= I/U **CONCLUSIE** - kabels kunnen niet onbeperkt lang zijn - lange kabels = dikke kabels - grote vermogens = dikke kabels - kabelhaspels moet je afrollen zodat ze kunnen afkoelen - lange kabels = vermogensverlies = omzet in warmte **In de praktijk** → een elektrische instalatie bestaat uit verschillende stroomkringen - 1 stroom kring → max 8 stop contacten - afgezekerd op 16A dmv smelt verzekering of automaat - spanning in EU → 230 V - maximale belasting kring = 230V x 16A → 3680 W - hoger → zekering gaat springen, zwaardere afzekering → dikkere leidingen/ - zie p 5 van studocu **Serieschakelingen** Stroomsterkte is overal in de kring gelijk - I=I1=I2=I3 Spanning - U=U1+U2+U3 Weerstand - R=R1+R2+R3 **Parallel schakeling** spanning - U1=U2=U3=U Stroomsterkte - I+ I1+I2+I3 weerstand - 1/R= 1/R1 +1/R2 +1/R3 **Gelijkstroom en wisselstroom** **Gelijkstroom ( Direct Current (DC))** → stroomt in dezelfde richting → kan toe en afnemen → aansluitdraad, negatieve pool en een positieve pool **twee soorten** ------------------------ --------------------------------- zuivere gelijkspanning pulserende gelijkspanning bv. baterijen na dubbelzijdige gelijkrichting ------------------------ --------------------------------- **1878 : edison verbeterd de gloeilamp** - grote schaal → elektriciteit distributienet nodig - in 1882 een netwerk voor 50 klanten dat werkt op lage gelijkspanning **Westinghouse en Tesla** maken wisselstroom generatoren voor elektriciteitsdistributie. **Hoogte van de spanning** - compromis tussen - een zo laag mogelijke spanning voor de veiligheid - een beperking van maximale elektrische stroom die de minimale van de geleiders bepaald om hetzelfde elektrische vermogen over te brengen → stroom verdubbelen - VS → 11V bij 60Hz - nu → 60 Hz bij 115 V - EU → 220v bij 50Hz - nu → 50 HZ bij 230 V **Wisselstroom (alternating current (AC)** **Transformator** - past spanning aan van Gelijkstroom naar wisselstroom en omgekeerd - creëert magnetisch veld → loopt door de kern naar andere spoel Primair vermogen = secundair vermogen - Pp = Ps verhouding vd wikkelingen N = Spanning U - NP = UP = IS - --- --- --- - NS = US = IP UP = primaire spanning US = secundaire spanning IP = primaire stroomsterkte IS = secundaire stroomsterkte N = aantal wikkelingen Als je een spoel toevoegt na de kerncentrale en voor het huis is het stroomverlies veel kleiner. **WIsselstroom** wisselstroom stroomt eerst in één richting en dan in de andere - verandert continue - \+ en - pool - de frequentie daarvan wordt uitgedrukt in Hz (aantal ver/sec) **voordelen** → makkelijker te transporteren dunnere leidingen, minder energie verlies → Makkelijker op te wekken → makkelijk om te zetten naar andere spanning me transformator → eenvoudig te gebruiken voor elektromotoren **Hoogte van de spanning** - laag voor de veiligheid - beperking maximale stroom - eenzelfde vermogen met U/2 → I x 2 **Periode T** → De tijd die verloopt tussen twee opeenvolgende tijdstippen waarop een grootheid dezelfde grootte en zin heeft. - T= 1/f **3 soorten spanning** -------------------- ------------- **Hoogspanning** 50 000 Volt **Middelspanning** 10 000 Volt **Laagspanning** 400 Volt -------------------- ------------- ![](media/image2.png) **De rechterhandregel** F =Kracht (wijsvinger) B= veld (duim) I = stroom (middelvinger) Als we een raam met constante snelheid in een magnetisch veld ronddraaien dan wordt er in dit raam een spanning opgewekt de geleiders a en b die zich voor de polen bevinden zullen door de draaiende beweging van het raam een aantal veldijnen snijden, het aantal gesneden veldlijnen is maximaal als de geleiderd de veldlijnen loodrecht snijden. **AC stroomt eerst in de ene richting, en vervolgengs naar de andere kant** - voltage verandert dus tussen + en - - een pool is snel afwisselend **de effectieve spanning** = de gelijkspanning die het zelfde joule effect zou produceren als de wisselspanning - Ueff = Umax/ V2 - de spanning vh netwerk (230v) = de effectieve spanning - maximale spanning iq 325 V Motoren en transformatoren, toestellen op inductie, buiten een active energie voor levering van nuttige arbeid ( lichtn warmten beweging) ook een reactieve energie voor de opbouw van de magnetische velden. - de magnetiseringsstroom ( I) voor de opbouw van deze magnetische velden neemt niet deel aan **werkelijk vermogen (p)** - bij wisselstroom P= U x I x Cos - de arbeidsfactor = bepaald door de grootte van de verschuiving tussen stroom en spanning - = Cos, wordt uitgedrukt in Watt - maximaal als de faseverschuiving = 0 en de cos = 1 - = het nuttig vermogen **Het schijbaar vermogen (S)** - het maximale vermogen verbruikt vermogen - het vermogen als er geen faseverschuiving aanwezig is - in VA Volt Ampère - S= U xI **Verhouding P en S is Cos** - P= U x I x Cos - S= U x I - p = S x Cos - Cos = P/S - S= P/cos **Monofasige en driefasige spanning** - elektriciteit in een huishouden → éénfasig - 3 geleiders - 2 om spanning over te brengen - 1 voor de aarding ( geel of groene kabel) - blauwe draad → nulleider , constant **Driefasige spanning** - 3 gelijktijdig opgewekte wisselspanning Wordt gebruikt bij grootverbruikers en elektromotoren **fase spanning** - Tussen elke Fase en de nul zit er 230 volt - opgewekt door een generator met rotor die die wendingen van 360° maakt - spanning gegenereerd in elk van de spoelen **Neuter** - beginpunten van de spoelen brengen op dezelfde potentiaal **3 magnetische velden op gelijke afstand** - na elke omwenteling zijn alle drie de spanningen in hun max en min - op elke spoel is de fase spanning van 230v aanwezig - een spoel is tussen de L en de N - de spanning tussen de spoelen is de lijnspanning - 400 v - bv. tussen L1 en L2 **Berekeningen (lees p 12)** Ulijn = √3 ufase Ilijn = Ifase Elektrisch vermogen van 1 fase![](media/image4.png) - Pfase = Ufase x Ifase x Cos Van drie Fases - 3Pfase= 3x (Ufase x Ifase x Cos) - de optelling van de momentele waarden van L1+L2+L3 = ALTIJD 0 - 320 + 0 - 320 = 0 - fasespanning = effectieve spanning tussen elk vd lijnen en de neuter - lijnspanning = effectieve spanning tussen 2 lijnen - de lijnspanning is een factor V3 groter dan de fasespanning **af te lezen** - tussen een blauw en een ander kleurtje → Fasespanning - tussen twee kleurtjes → lijnspanning **in serie schakeling** - driehoekschakeling - geen nulpunt - fase spanning en lijnspanning vallen samen - meten tussen neuter en lijn = fasespanning berekenen - meten tussen lijnen = lijnspanning **voordelen van driefasige spanning** - krachtstroom/ drijfkracht - efficiënter gebruik van geleiders - beter voor elektromotoren - makkelijkere overdracht grote vermogens![](media/image6.png) **Rode cee** - 3 x 400V + N - u lijn = 400 - U fase = 400 / V3 **Blauwe cee** - 300 x 230 v + N - u lijn = 230 - Ufase = 230/ V3 **Elektriciteits voorziening bij evenementen** kan worden opgewekt met behulp van aggregaten of betrokken worden uit een vast net. **Hoogspanningstransformator als energievoorziening** - \> 70kV - voorzien door Elia - Eandis is verdeling van elektriciteit voor het openbare net in steden, via transformatoren naar middenspanning (10kV) - die middenspanning wordt omgevormd naar de distributiespanning (230V/400V in een transformatorstation en verder verdeeld door distributienet **Vaste aansluitingen** - is kostenbesparend in de opbouwfase van evenementen - is wel beperkt in vermogen **Aggregaat** - moeten geaard worden **hoe kiezen** - totale opgestelde vermogen - type belasting - de omvang (zones nodig?) - de afstand tussen aggregaat en verbruikende toestellen **Opgesteld vermogen** - een elektrisch toestel heeft een vermogen (P in W) - staat op elk toestel - som van alle vermogens van alle toestellen op een event site, rekening te houden met de arbeidsfactor (cos) en een gelijktijdigheids factor - niet elk toestel zal gelijktijdig gebruikt worden **de gelijktijdigheidsfactor** - niet alle toestellen staan gelijk en continu aan - belangrijk om dit te weten want in praktijk zullen we een kleiner vermogen hebben dat het theoretisch vermogen - het maximaal% dat tegelijk aan vermogen wordt gevraagd - bv. gelijktijdigheidsfactor 0,5 = 50% van het opgesteld vermogen dat je maar nodig hebt **Inschakelstromen** - aanloopstroom is soms een veelvoud vd nominale stroom - aggregaat is beperkt in het leveren van kortstondige grote stromen - 30% kortstondig meer dan het maximale vermogen - dus niet van 0 naar 100% ( step up ) **Hoe plaats je een aggregaat** - nooit binnen - moet waterpas staan - naast een uitlaat voor lucht zodat die kan koelen - deuren moeten open kunnen bij pannen - losse uitlaat moet juist gepositioneerd worden - mogelijkheid tot aarding nodig - geen toegang tot onbevoegden **Aansluitingen ( connectoren)** - de voornaamste contact dozen op een stroomkast ( PSU/ paddenstoel) - voedingsaansluiting - linkaansluting voor de volgende stroomkast - verdeelstekkers vooor toestellen - CEE -- central eastern europe **een normaal stropcontect ( een Schoku)t pagina 15.16** - 16 A CEE - 32 A CEE - 63 A CEE - 125 A CEE - powerlock - bij voorkeur spanningsloos te gebruiken **Installaties van tijdelijke aard** - soepele kabels - zwarte rubbermanten **lengte van een kabel** - liefst zo kort mogelijk( weerstand beperkt houden om spanningsverlies en foutstroom circuit te beperken) - max lengte bepaald obv de beveiliging, (moet kunnen aanspringen) - nooit meerdere haspels achter elkaar - haspels altijd afrollen om( in 8vorm) speeleffect te vermijden en anders is die te warm - langer en dunner → hogere weerstand - je spanningsverlies mag niet meer dan 5% van de nominale spanning vh toestel zijn **Onderling verbinden van kabels** - moeten onderling elektrisch en mechanisch betrouwbaar blijven - mogen niet worden blotengesteld aan torsie/ trekkracht - verbindingen moeten toegankelijk blijven voor controle, maar niet voor ongebougde - kan met kabelgoten/ yellow jackets ![](media/image8.png)![](media/image10.png) **Podia/ rigging en trussing** **keuze van een geschikr podia hangt af van** - binnen / buiten - Vloerhoogte - dakbelasting - clearance - ondergrond - afmeting speelvloer - draagvermogen - sidewings - opbouwtijd **Binnen podia** **podium elementen** - standaard = 1m x 2m - ook beschikbaar in ander ematen - pootjes afzonderlijk in te huren ( gewenste hoogte) - beperkt tot 1 m hoog **Steigerbouw** - scaffolding, échafaudage standaard Scaff materiaal → Layher +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | **wat?** | **functie** | **foto** | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | **voetspindels** | het waterpasstellen | | | | van de steiger en het | | | | verdelen van de | | | | krachten op de grond. | | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | **voetstuk** | wordt op een voetstuk | ![](media/image12.png | | | geplaatst als | ) | | | ondersteuning van | | | | staanders. Is van een | | | | rozet voorzien voor | | | | het maken van de | | | | grondslag | | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | **staander** | voorzien van rozetten | | | | om de 50cm | | | | | | | | 8 aansluitingspunten, | | | | de kleine voor | | | | liggeraansluitingen | | | | en de grote voor de | | | | diagonalen | | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | **liggers** | tussen staanders | ![](media/image14.png | | | geplaatst | ) | | | | | | | 207 cm (ook 109,157 | | | | en 307) | | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | **spiekop | stijve en sterke | | | verbinding** | verbinding | | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | **versterkte | vloerplaten worden | ![](media/image16.png | | liggers** | hierop geplaatst | ) | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | **diagonalen** | zorgen voor stijfheid | | | | van de steiger en | | | | zijn voorzien van | | | | spiekoppen | | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ **Outdoor Podia** +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | **Wat?** | **functie** | **foto** | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | **ground support** | ondersteunt het | ![](media/image18.png | | | podium | ) | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | **mobiele podia** | een podium dat van de | | | | ene naar de andere | | | | locatie kan gebracht | | | | worden | | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | **manfrotto winch** | een statief waarop | ![](media/image20.png | | | luidsprekers, | ) | | | verlichting , etc kan | | | | geplaatst wprdt | | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | **ladder truss** | meestal voor binnen, | | | | lichtere belichtings | | | | infrastructuren | | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | **triangular truss** | | ![](media/image22.png | | | | ) | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | **square truss** | | | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | **rectangular truss** | | ![](media/image24.png | | | | ) | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | **motortakel** | takelsysteem | | | | aangedreven door een | | | | motor. | | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | **rigging** | het bevestigen van | | | | alle benodighdeden | | | | van een evenement | | | | zoals lichten, | | | | boksen, cameras etc | | | | op je podium | | | | constructie | | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | **ALP lift** | een verrijdbaar | ![](media/image26.png | | | hefgereedschap | ) | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | **handtakel** | een takel die niet | | | | wordt aangestuurd | | | | door een motor | | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | **motorsturing** | aansturing van de | ![](media/image28.png | | | motors | ) | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | **crash barriers** | barricades die worden | | | | geplaatst voor een | | | | podium zodat het | | | | publiek er niet door | | | | kan, is extra stevig | | | | zodat ze niet | | | | omvallen. | | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | **tracking** | systeem voor zwevende | ![](media/image30.png | | | podia elementen, | ) | | | vliegende personen, | | | | Led schermen | | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | **heras hek** | 3m50 Hoog | | | | | | | | hekken die worden | | | | geplaatst op | | | | evenementen om | | | | bepaalde zones af te | | | | schermen | | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | **nadar** | 2m50 breed | ![](media/image32.png | | | | ) | | | dranghek dat minder | | | | hoog is en minder | | | | stevig | | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ **Geluid** **Wat is geluid** **→ variaties in de luchtdruk, in staat om je oren te prikkelen** - een trillend object veroorzaakt variaties in de luchtdruk - die planten zich voort doorheen de lucht - die lucht laat ons trommelvlies bewegen - die prikkel wordt via ons systeem omgezet in een zenuw prikkel **geluidsgolven** - hebben een frequentie - aantal volledige golven die een bepaald punt bereiken/ seconde - meer = hogere toon - hebben een amplitude - sterkte van de druk - hebben een voortplantingssnelheid - hebben een fase **Hoorbare frquenties** - 20 - 20 000 Hz - volwassenen tot 15 000 Hz **Ultrasone toepassingen** - hondenfluitje - sonar v duikboot - echografietoestel **opbouw geluidsvorm** - lage sinustoon - fundamentele frequentei (grondtoon) - meerdere hogere boventonen/ harmonischen (niet te horen appart) de relatieve sterkte waarmee deze boventonen voorkomen bepaalt de klant kleur (timbre) van een instrument **vormen** **Blokgolf** - onneven harmonischen ( 120Hz, 360Hz, 600 Hz, 840Hz,.. - klinkt alq zzn vervomrde toon **zaagtand** - alle harmonischen - klinkt beetje als strijkers periodieke trilling - regelmatig, zelfde patroon - meeste klanken in de natuur hebben een spectrum dat varieert in die tijd - in het begin van een klank is er vaak een niet periodisch bestandsdeel een **Transient** - zonder niet te herkennen **Voortplanting en verspreiding van geluid** a= c/f - A= golflengte in meter - C = snelheid (m/s) - F= frequentie in Hertz Wanneer een voorwerp groter is dan de golflengte en je houdt die voor een geluidsbrond kan je de golf tegenhouden om dus een toon volledig hoorbaar ke krijgen moet je ruimte minstens de halve golflengte zijn - bv de laagste noot van een piano A=12,5m → ruimte moet minstens 6,25m groot zijn. - anders hoor je de toon zachter of niet. **verspreiding**![](media/image34.png) de voortplantingssnelheid is afhankelijk van temperatuur en van het medium waarin de golf zich voortplant (Dia 15 oef) **puchtbron** - geluid wordt alle richtingen gelijk uitgestraald - bestaat niet, maar als de bron klein is tov de geluidsgolf verspreidt het geluid zich in concentrische sferen (=Golffronten) - sterkte van het geluid neemt af naarmate de golven zich van de bron verwijderen - dezelfd eenergie passeert door een steeds groter wordend boloppervlak - afstand tot de bron verdubbeld → -6db (vrij veld) **Het geluidsvermogen** - wat de bron uitzendt (in watt) **het geluidsintensiteit** - in watt/Mé Naarmate de cirkels vlakker worden neemt de invloed van de afstand op de intensiteit af. geld niet in een gesloten ruimte → reflectie ![](media/image36.png) De galmstraal - Idirect = Iweerkaatst = De galmstraal - critical distance **Near field** - geluidsgolven met een lage frequentie hebben nog niet de kans gehad om een volledige golflengte te vormen **Free field** - het geluid beweegt zich voor in concentrische cirkels en de intensiteit neemt af volgens de omgekeerde kwadratische afstandswet - I= I/d2 of D= 1/v1 **reverberant field** - door de reflectie heeft de afstand geen invloed meer op de intensiteit - mic van rechtstreeks en gereflecteerd geluid **Faire field** - cirkels worden verhoudingsgewijs vlakker en de invloed van de afstand op de intensiteit neemt af. - we horen meer reflecties dan rechtstreeks geluid **Galm vs Echo** - echo - bij echo horen we de eerste relfectie lannger dan 50ms na de geluidsbron - Galm - galmtijd is afhankelijk van het absorptievermogen van een ruimte. **Reflectie en diffractie** - **reflectie** - een geluidt raakt een oppervlak en kaatst terug wanneer hun golflengte kleiner is dan het voorwerp - **diffractie** - êen geluid raakt een voorwerp en gaat rond dit opper vlak buigen en hun weg verder zetten → de gebeurt wanneer hun golflengte langer is dan het voorwerp. - een uitbreiding van geluidsgolven rond obstakels in de ruimte en achter openingen in een wand - als de afmetingen van openingen en obstakels significant groter zijn dan de golflengte vh geluid - achter de opening is het geluid te horen maar niet achter de hoek **Amplitude** - geluidsdruk → in pascal ons oor is gevoelig voor 2,10\^-5 Pa tot 20 pa pijngrens → factor 1 milj **decibels** - maat voor geluidsdrujte - 1/10 bel - verhoudingen uitdrukken - druk :dB= 20logP2/P1 - Intenstiteit in watt = dB= 10 log P2/P1 - vermogen in watt= dB = 10 log P2/P1 - I is evenredig met P2 bv. Als we op een plaats 4x zoveel geluidsvermogen meten als op een andere → 6 decibel verschil (kijk zeker naar dia 29) **equivalente geluidsniveau** - stabiel geluid - equivalent met een permanent en continu geluid dat op hetzelfd emeetpunt en gedurende dezelfde periode werd waargenomen - het equivalent geluidsniveau komt overeen met een geluidsdosis die wordt ontvangen gedurende een bepaalde tijdsduur geluidsgolven in tegenfase → heffen elkaar op geluidsgolven in fase → versterken elkaar **Kamerfilter effect** - rechtstreeks via de speaker en onrechtstreeks via weerkaatsing - geluid bereikt ons via 2 verschillende paden **De akoestische keten ( geluid Deel twee)** **Microfoons** een microfoon is de 1e stap in de akoestische keten → geluidstrillingen omzetten in stroom/ spanningen - hebben een membraan dat door geluidsgolven in trilling wordt gebracht **Soorten** - indeling volgens richtingskarakteristiek - indeling volgens werking **richtingskarakteristiek** - omnidirectional - bidirectional - cardioid - super cardioid - shotgun wordt getoond in polair diagram - bovenaanzicht van de microfoon waarop concentirsche cirkels een schaalaanduiding vormen voor de gevoeligheid op verschillende invalshoeken - 0° = voorzijde - 180° achterzijde Met een gerichte microfoon kan een veel grotere afstand worden overbrugd dan met een omnidirectioneel type voor eenzelfde verhouding geluid **Elektrodynamische microfoon** - een elektrisch signaal ( wisselstroom) wordt gegenereerd doordat een elektrische geleider beweegt in een magnetisch veld![](media/image38.png) - het membraam is rechtstreeks verbonden met een draaispoel - kunnen hoge drukken aan maar zijn maar gevoelig tot 15kHz **Voordelen** - geen voedingsspanning - makkelijk voor buiten - stevig - niet gevoelig voor contact en windgeluiden **verschillende types** +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **type** | **foto** | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **Shure SM58** | | | | | | - zang | | | | | | - cardioide | | | | | | - beta heeft blauwe ring | | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **AKG D112** | ![](media/image40.png) | | | | | - basdrum | | | | | | - cardioide | | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **shure SM57** | | | | | | - gitaarversterker, toms | | | | | | - cardioide | | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **sennheiser MD21** | ![](media/image42.png) | | | | | - spraak | | | | | | - reportage | | | | | | - omni | | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **sennheiser MD241** | | | | | | - spraak (cardio) | | | | | | | | | | | | - basgitaar | | | | | | - cardioide | | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **sennheiser MD441** | ![](media/image44.png) | | | | | - instrumenten | | | | | | - percussie | | | | | | - hypercardioide | | +-----------------------------------+-----------------------------------+ **Elektrostatische microfoons (condensator)** - flexibel membraam en metalen backplate - tussen beide een elektrische spanning - onderlinge afstand (1/100mm) vormt een condensator spanningsfluctuatie als het membraan beweegt - wordt door versterkertje versterkt voor het via een kabel wordt doorgegeven **heeft altijd voedingsspanning nodig** - habels - batterij - fantoomvoeding 48V/ zwevende voeding ![](media/image46.png) **grootmembraan membraan condensatormicrofoons** - opnemen van zang, akoestische gitaat, koren en omgevingsgeluid - door kwetsbaarheid en kostbaarheid enkel in de studio - bv Neumann U87 **Klein membraan condensator microfoon**![](media/image48.png) - drum overheads, opnemen van hihat en voor de snaren van een akoestische gitaar, violen - bv neumann KM184 HH - bv. zwanenhals **condensator microfoons → shotgun** - worden gebruikt om geluid te capteren met de perche - om contact geluid te vermeiden worden ze verend opgehangen en bij ecterieur gebruik is er een zeppelin (stok) en windjammer (precies een pluis bol) rond **speciale microfoon types** +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **type** | **foto** | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **dasspeld/ lavalier** | ![](media/image50.png) | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **stereo koppel** | | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **headset/ madonna** | ![](media/image52.png) | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **PZM** | | | | | | **pressure zone microphone** | | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **galstatief/boom** | ![](media/image54.png) | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **plofkap** | | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **perche** | ![](media/image49.png) | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **fisher boom** | | +-----------------------------------+-----------------------------------+ **Signaaloverdracht**![](media/image57.png) **audiokabels** - elektrische geleiders die info doorgeven in vorm van stroom - er moeten twee geleiders zijn → stroomkring ongebalanceerde/ asymmetrische lijnen - audioverbinding is blootgesteld aan elektrostatische velden - audio lijnen afschermen met een schild **schild** - koperdraadjes, kan gebruikt worden als signaaldraad zonder zijn afschermende werking te verliezen - 1 draad nodig als zendpad - dient als retour pad en kan gemeenschappelijk worden gemaakt - het chassis van de toestellen wordt er mee verbonden **DI Boc** → vormt een ongebalanceerde lijn om naar een gebalanceerde lijn ![](media/image59.png) **Gebalanceerde/ symmetrische lijnen** - ipv 1x een signaal door te sturen wordt het 2x gestuurd - 1x gewoon, 1x in tgenfase - liggen dicht bij elkaar en gaan dezelfde ruis oppikken - het ontvangende toestel gaat het 2e signaal terug flippen ( niet meer in tegenfase) - beide draden hebben nu hetzelfde signaal maar op staat nu enkel de ruis in de tegenfase - als je twee signalen in tegenfase optelt krijg je geen signaal meer - gezien ze bijde een ruis hebben moeten die eruit gefilterd worden Twisted pair - signaal leiders worden fysisch dichter bij elkaar gebracht doordat we ze om elkaar vlechten **soorten stekkers en contacten** ------------------------ ------------------------ **soort** **foto** **jack en mini jack** **RCA: tulp stekker** ![](media/image61.png) **midi/ spoligne DIN** **XLR** ![](media/image63.png) **Speakon** ------------------------ ------------------------ **Luidsprekers** →zetten elektrische audiosignalen opnieuw om in akoestische geluidsgolven - om luchtdeeltjes in beweging te krijgen moet het een zo groot mogelijke stijve bewegende oppervlakte hebben die ver op en af beweegt EN snel reageer![](media/image65.png) - conusvorm **verschillende conussen** - woofer → lage tonen - tweeter → hoge tonen - Mid driver → middentonen hoge tonen → sneller trillen/ fase verschuivingen moeten vermeden worden **rol vh omhulsel** - bij een vrij opgestelde conus kunnen frequenties ( golflengte\> diameter) van de conus rond eht conusoppervlak buigen - leidt tot fase uitdoving ( conus straalt naar voor en achter geluid uit) - **Oplossing** - zorgen dat de achterwaartse geluidsgolven de voorzijde niet bereiken - gesloten doos met frequentie specifieke absorptie - achterwaartse geluidsgolven benutten - bas reflex : geluidsgolven in omgekeerde fase naar buiten brengen dus de akoestische keten microfoon → kabels → speaker **PA Systeem, mengtafel en outboard** **Conventioneel** - speakers staan gestacked vooraan de zaal - verschillende speakers voor hoge, lage en middentonen - publiek vooraan hoort alles hard, achterin is het zachter **Line array** - cluster van luidsprekers die verticaal worden opgehangen - midden en hoog → aantal identieke hangende boxen, opgehangen zodat ze elkaars geluid gebied niet overlappen - lage tonen uit subs → staan op de grond - in kleinere ruimtes gestacked mogelijk **Frontfill** - speakers die in het midden voor het podium worden geplaats - mid/ hoog kasten - zorgen ervoor dat je vanvoor in het midden meer hoort dag de backline **echos oplossen** - **delay stacks** - het geluidsignaal wordt met vertraging doorverstuurd die gelijk is aan de fysieke verplaatsing vd geluidsgolven.(geluid en zanger loopt niet gelijk) **audio feedback** - **rondzingen/ larsen effect** - het uitkomende geluid van de versterker wordt opgevangen door de bron (micro) en die stuurt dat signaal weer door naar de versterker enzo verder - fluittoon als gevolg - OPLOSSING - muzikant moet ver genoeg achter de speakers staan - gerichte microfoons - zachter volume - feedback frequentie wegfilteren - reflecties in een zaal tegengaan **De mengtafel** - zorgt voor balans - 24 kanalen (ingangen) - 4 subgroepen - 2 uitgangen **Soorten ingangen** - microfoon ingang - met microfoon versterker - voorzien van een mogelijkheid voor fantoomvoeding - uitgebreide toon regeling - aux sends (voor monitormix/ effecten) - line ingang - voor effecten, keyboards en cd spelers - stereo ingang - cd spelers, 2 kanalen, 1 met gemeenschappelijke fader - Aux ingang - toevoegen van effecten Subgroepen - groep van kanalen bij elkaar voeen zodat die kanalen met één fader kunnen worden bediend - bv. blazersgroep, drums, zangers,\... **Chanel stirp** Gain ![](media/image67.png) - trim, voorversterking - inkomende signaal wordt op het juiste niveau gebracht - belangrijk voor de signaal/ ruis verhouding - mag niet te hard anders gaat het kanaal clippen (vervormen) - checken met de Pre Fade Listen knop Low cut - schakelaar die rumbles uit je geluid halen (ongewenste lage tonen) - staat bij alle kanalen uit ( buiten bij bv bas instrumenten) equalizer - hoog/ midden/ laag **Insert** - leidt het signaal even om - om bv te compresseren **AUX (auxiliary)** - 2e pre/ post fader - Pre Fader signalen gaan naar een monitor, die niet zachter moeten gaan als de mixer de fader naar beneden zet - de post fader signalen gaan naar een extern galm apparaat of een ander effect hier wil je geen galm van een instrument of stem waarvan de fader dicht staat **Pan (panorama)** - het geluid van links, naar rechts via midden zetten **Mute** - knop waarmee jee een kanaal helemaal stil zet **PF**L - pre fader listen - geluid van dit kanaal onafhankelijk van de stand van de kanaalfader horen **Routing** - in de buurt vd fader kunnen schakelaars zitten waarmee je het kanaal naar een bepaalde uitgang kan assignen. **Outboards** **delays and reverbs** - ruimtelijker laten klinken - keuze uit voorgeprogrammeerde settings **Noise Gates** - geluid onder een bepaald niveau wordt niet toegelaten - voor een cleaner te mixen geluid **compressors** - verminderen de dynamiek van een audiosignaal - meet het volume vh binnenkomende audiosignaal - wanneer het volume boven de drempelwaarde komt zal de compressor het volume vh audiosignaal verlagen **Limiters** - kan ongewenste pieken afpakken - beveiliging voor PA speakers **equalizers** - afstemmen vd PA op de zaalakoestiek **Spectrum- analyser** - voor het analyseren van verschillende frequenties in klank en akoestiek **In de praktijk** **Systeem inregelen/ soundchek en line check** als het geluidssysteem is gebouwd zal de audio operator het systeem inregelen vanuit de **front of house** - adhv pink noise en een spectrum analyser wordt nagegaan hoe verschillende frequenties weergeven worden - de operator heeft enkele test cd\'s mee om het systeem te verfijnen Wanneer dat gebeurd wordt de **backline** en alle microfoons en DI-boxen - opgesteld - **geprikt** - en daarna **gesoundcheckt** OP bv een festival is er geen tijd voor een soundcheck dus doen ze een **line check** - de operator controleert of alle micros en di's goed binnen komen op de tafel en vertrekt op de balans van het vorige optreden **stage front view** ![](media/image69.png) **stage top view** **stage plot en input list** **de stage plot** - geeft de podiumopstelling van een band aan. Waar moet de gitaar staan, de versterker, mono, hoe groot is het drum,\... **Input List** - priklijst - alles wat de band nodig heeft van materiaal ![](media/image71.png) **Stageblock** - alle microfoons en DI's worden via kabels verbonden met het multi/stage blok Ze gaan enerzijds allemaal naar de monitormixer ( de wedge) en anderzijds naar de zaalmixer ( front of house). In beide mixers krijgt elk signaal een apart kanaal zodat de operator elk instrument apart kan manipuleren een monitor mixer - zorgt samen met de muzikanten dat elke muzikant zichzelf en de instrumenten goed kan horen - de monitor maakt voor elk veld een aparte mix Voordelen van Ear Monitors - eigen mix direct in de oren - kwalitatief goede sound - minder geluidsbelasting vh gehoord - geluid onafhankelijk van plek op het podium - geen rondzing problemen![](media/image73.png) - geen invloed van de ruimte akoestiek - beter geluid in de zaal **verschil tussen analoge en digitale techniek** **nadelen analoog signaal** - te gevoelig voor storingen bij opslag en transport - er wordt geen beschrijving van het audiosignaal op te slaan en moeten op regelmatige tijdstippen samples genomen worden, de snelheid van deze opname noemt men de sampling frequentie. er moet een voldoende nauwkeurige afleesschaal zijn waarmee het signaal kan vergeleken worden, deze staan ten opzichte van een grid quantizing om geluidsfrequenties om te zetten naar een digitaal signaal moet de samplefrequentie minstens dubbel zijn van geluidsfrequenties, die frequenties noemen we de Nyquest frequentie. alle frequenties hoger dan de helft vd samplefrequentie worden verworpen met de anti aliasing filter **3 standaarden** - 32000 Hz voor de radio - 44100 Hz kwaliteit - 48 000 Hz professionele kwaliteit in de studio **Licht** **Fysische kenmerken van het licht** → van vorm ook een voortplanting golf - gekenmerkt door haar sterkte en snelheid![](media/image75.png) - door voorkomen → elektromagnetisch spectrum Kunnen opgedeeld worden in verschillende gebieden maar hebben een gezamenlijk kenmerk. - voortplantingssnelheid is 300 000 000 m/s. (bij geluid is dit maar 300m/s) **Frequentie** → aantal trillingen/sec **Golflengte** → afstand waarover een trilling zich gedurende een periode voortbeweegt. - **voortplantingssnelheid/frequentie** **onderscheid → golflengte** ----------------------------------------- ------------------- **hertzgolven** 30km tot 100µm **infrarode stralen** 12µm tot 0.75µm **zichtbare lichtstralen** 750 nm tot 400 nm **ultraviolette stralen** 400nm tot 10nm **röntgen, gamma en kosmische stralen** 10 nm en lager ----------------------------------------- ------------------- **golflengten van de afzonderlijke kleurbanden** ------------------ ----------------- **infrarood** 12 µm tot 750mm **rood** 750 tot 610 mm **geel/orangje** 610 tot 560 mm **groen** 560 tot 510 mm **blauw groen** 510mm tot 460 **blauw** 460 tot 420 mm **violet** 420 tot 400mm **ultraviolet** 400 tot 10 mm ------------------ ----------------- **Het zichtbare lichtspectrum** slechts een klein deel van de lichtgolven zijn zichtbaar voor mensen. - golflengte van 750nm tot 400nm zijn zichtbaar![](media/image77.png) - samenval van alle lichtstralen geet indruk van een wit licht de verschillende kleuren van ons zichtbaar spectrum kunnen worden gescheiden van elkaar dmv een driehoekige glazen prisma - de brekingsindex vh materiaal is afhankelijk vd golflengte **volgorde kleuren** - rood → oranje → geel → groen → blauw → donkernblauw → violet Om uv en Ir stralen zichtbaar te maken wordt er apparatuur gebruikt met een andere spectrale gevoeligheid - bv infraroodcameras **Reflectie - absorptie en transmissie** **primaire kleuren** - rood, groen en blauw (samenvallen → wit) secundaire kleuren - cyaan geel en magenta **Additieve kleurmenging** - ontstaat door menging van licht van verschillende kleuren - wordt gebruikt bij beeldschermen - een pixel gevormd door drie lichtbronnen Een kleur wordt gevormd door de mate waarin het bepaalde delen vh kleurspectrum absorbeert of reflecteert **Subrtractieve menging** - dmv filters bepaalde aspecten vh kleurenspectrum ontnemen v wit licht. - een roodfilter zal alle lichtstralen (buiten de rode) absorberen **Witbalans en kleurtemperatuur** witbalans - De witbalans bepaalt de kleurtemperatuur van de foto en wordt uitgedrukt in Kelvin. Een juiste witbalans zorgt ervoor dat de kleuren op de foto er net zo uitzien als in het echt. Een andere witbalans maakt de foto geler (warmer) of juist blauwer (koeler) **De kleurtemperatuur** een voorwerp straalt licht uit bij voldoende opwarming![](media/image79.png) - als de opwarming verandert zal de intensiteit en de kleur veranderen Een kleurtemperatuur wordt uitgedrukt in **Kelvin** - 0K =-273°c kleurtemperaturen liggen - boven 7000k → licht wordt blauwer - onder 2000K licht wordt roder Hoe groter de temperatuur hoe kouder het licht hoe lager de temperatuur hoe warmer het licht. **Functies van het licht** **aanvullen van ontbrekend en ontoereikend licht** - meest voor de hand liggend - vereist voor indoor activiteiten - maar ook voor het verhelderen bij concerten en optredens s avonds **verzwakken of versterken van de gevoelswaarde** - sfeer creëren - zakelijk, cosy, strak **het richten van de blik van de kijker** - het menselijk oog is aangetrokken tot lichtere elementen, een beperkt deel van een podium belichten trekt de aandacht.![](media/image81.png) **decoratieve/ show functie** - bv.lasers bij shows **een lichtarmatuur is een lampenhuis met lenzen en spiegels** **Lichtbronnen** **Gloeilampen** **Wolfraam lampen** → gasgevulde lampen met gloeidraad spiraal - gevuld met een gasmengeling (stikstof,argon en krypton) - met een gloeidraad spiraal van wolfram - verschillende vormen maar werken altijd hetzelfde - elektrische spanning gaat doorheen de gloeidraad vloeien en zo deze doen opwarmen en oplichten, het gas geeft een verhoogd effect. - opdrijven van spanning → lichtopbrengst stijgt → kleurtemperatuur stijgt - kleur temperatuur is relatief laag en daalt naarmate het aantal branduren stijgt - brandende lamp niet te verplaatsen - voor gloeispanning nodig om levensduur te verlengen **Wolfraam halogeenlampen** → verbeterde versie van de wolfraam lampen - toevoeging van halogeengas - zorgt voor een regeneratiecyclus zodanig dat de verdampte wolfraam deeltjes terug op de gloeidraad komen - omhulsel dat omwille van hoge temperatuur, vervaardigd is uit kwartsglas - de vulling is een mengeling van jodium gas met broom en de wolfraamdraad - !nooit rechtstreeks aanraken! huidzuren maken het kwartsglas mat en broos ![](media/image83.png) **PAR-lampen** - **lamp met interne reflector** - werken op dezelfde manier als een gloeilamp - veel steviger, achter de gloeispiraal is er een parabolische reflector - afhankelijk van uitvoering hebben ze een verschillende stralingshoek waarbinnen de lichtopbrengst wordt gebundeld - \"very narrow tot wide flood" - afhankelijk vd vorm, sterkte en lampvoet is er een onderscheidt tussen - PAR 16![](media/image85.png) - PAR 38 - PAR 46 - PAR56 - PAR64( meest gebruikt) **Gasontladingslampen** **Fluorescentielampen/ TL lampen** - bestaat uit een gecoate buis, elektrodes, lamp contacten en een ballast - licht spanning wordt opgewekt door een elektrische stroom doorheen een gas te leiden - de glazen buis is gevuld met Argon Damp, kwikdamp, neondamp - aan de uiteinden is een gloeispiraal (elektroden) aangebracht - in de buis bevindt zich een kwikdruppel en is voorzien van een wit fluorescerend poeder - als de lamp ontstoken wordt verdampt het kwik - de elektronen botsen met de kwikzilver atomen en worden hierdoor uit hun baan gekaatst, wanneer ze terugvallen gaat dit gepaard met uv stralingen - reactie tussen de uv straling en de fluorescerende laag zorgt voor licht Nadelen - niet dimbaar - kleurspectrum niet continu ( groene blauwe zweem mogelijk) - starten niet onmiddelijk op **HMI lampen** - gas onder grotere druk aanwezig → groter lichtrendement - kwik zorgt voor een vlamboog tussen de elektroden dat in combinatie met het kwik halogenen opwekt die mede instaan voor de hoge lichtproductie![](media/image87.png) - tot 5000W en zelfs meer - lange aanlooptijd (5-20 minuten ) voor volledig rendement - hoge kleurtemperatuur (5600k) tov halogeen lampen 3200K - voorzien van kwartsglas - gebruikt voor volgspotten of krachtige buitenarmaturen **Industriële HID lampen (high intensity discharge)** - metaalhalogeenlampen - sportstadia, shoppingcenters en fabriekshallen - witblauwe kleur - natriumlampen - geelkleurig - bv op de autostrade - lampen met een discontinu spectrum dat soms slechts enkele golflengtes uitzend in de vorm van pieken **Led lampen** - **light emitting diode** - diodes die licht uitstralen als er stroom doorheen wordt gestuurd - kleur afhankelijk van aard vd materialen - gering stroomgebruik → lichtbron vd toekomst - kunnen elektronisch aangestuurd worden om van kleur te veranderen![](media/image89.png) - ook powerleds **Lasers** - **light amplification by stimulated emission of radiation** **verschil tussen laserlicht en gwn licht** - laserlicht is monochromatisch - een laser produceert een zeer smalle bundel van evenwijdige stralen, niet alle richtingen zoals gwn licht **Lichtarmaturen** **Conventioneel** **FIllers** - invullicht verspreiden met grote stralingshoek en stralingsoppervlakte - weinig harde schaduwen - kan met groot reflectie oppervlakte of verschillende lichtbronnen dicht bij elkaar of met diffusor![](media/image91.png) **Vlakstralers** - floodlights - bakvormige armaturen opgebouwd uit een lamp en symmetrische reflector - zeer hoog rendement, grote verspreiding vh licht - werklicht en algemene verlichting **horizonbak/ cyclorama armatuur** - asymmetrische spiegel - de reflectie van de spiegel wordt de bundel vd buisvormige halogeenlamp - is egaal verspreid over het hele doek - de parabolische vorm vd spiegel kan de lichtbundel een richting meegeven - hangen boven het doek of staan op de grond (uit het zicht) **Een horizondoek → theater** **Cyclorama → stuido** - een grootwit of lichtgrijs doek dat achteraan een podium hangt op een railsysteem - wanneer het belicht wprdt kan het de ruimte een grotere diepte geven - aangespannen een infini → Backdrop → doek achteraan live podium Blue/ green key ![](media/image93.png) **Blackbox** → kale ruimte verkleden met zwarte molton doeken (backdrops) → opgehangen of via pipe en drape systeem ( selfsupporting kliksysteem) **effect doeken** - spaghetti, gaas, sterdoek voor projecties - showtex is een belgisch internationaal erkend merk -------------------------------------- ------------------------ **lichtbak met TL's** ![](media/image95.png) **Reflectie paneel (licht bouncen)** **diffusor** ![](media/image97.png) -------------------------------------- ------------------------ **Spotlicht armaturen** **→ voorzien van een interne reflector en een lens vooraan** - **flood → bredere bundel** - **spot → smaller** **Plano convex spot** - verstellen vd bundelgrootte met een beweegbare lampvoet - platte kant → plano - bolle kan → convex![](media/image99.png) - achter de lamp zit een holle spiegel om het naar achter vallende licht naar voor te richten - verbeterde lens → Fresnel lens - PC is het meest gebruikte type in de theater/ spektakel wereld - vooral gebruikt om vlakken op grote afstand te verlichten **parallelle lichtbundel** als de lichtbron langs de platte zijde in het brandpunt is geplaatst gaat aan de andere zijde een parallelle lichtbundel ontstaan **Divergentie** lichtbron aan de platte zijde voor het brandpunt geplaatst stralen voor de lens en lopen uiteen **Convergentie** lichtbron aan de platte zijde voorbij het brandpunt, stralen voor de lens vallen samen **Lichtarmaturen die gebruik maken van een fresnellens** zijn opgebouwd uit een aantal concentrische vlakken met een gezamenlijk brandpunt. Dit type lens kan een grote en gelijkmatigere spreiding vh licht bekomen.![](media/image101.png) de lens laat meer licht door ( dunnere lens, kleinere absorptie coefficient) is minder warm en minder zwaar. **Profiel Spots** - belichtingseffecten in een voorstelling - oorspronkelijk ronde lichtbundel die te verstellen is in vorm en diepte - vast opgesteld - gobos → metalen platen met daarin uitgesneden figuren en logo's![](media/image103.png) **Volgspots** - vergelijkbare constructie met profielspots - manueel - van op afstand → ground control - moving heads volgen automatisch een personage - verschil → sterkte, concentratie en wendbaarheid **PAR armaturen** gebruikt als tegenlicht om accenten vast te leggen en personages/ voorwerpen los te maken uit de achtergrond **led varianten** - voordelen - verschillende kleuren → goede kleurmenging - worden niet warm / laag verbruik - gebruikt als uplighters (van onder naar boven) **intelligent licht** **op afstand bestuurbaar** - intensiteit regelen - lichtbronnen bewegen - kleuren en gobos wisselen - diafragma aanpassen - scherp stellen de instellingen kunnen van te voren worden ingesteld **spots → afgelijnde stralen** **washen → Diffuse stralen** +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **moving mirrors (scans)** | ![](media/image105.png) | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **spots/ moving heads van Robe, | | | clay paky** | | | | | | **afgelijnde stralen** | | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **PC** | ![](media/image107.png) | | | | | **washen** | | +-----------------------------------+-----------------------------------+ **effect licht** ---------------------- ------------------------- **audience blinder** ![](media/image109.png) **stroboscoop** **sunstrip** ![](media/image111.png) **city color** ![](media/image113.png) **sky tracer** ![](media/image115.png) **space flower** ![](media/image117.png) ---------------------- ------------------------- **Led licht** **kinetic led bals/ tubes** → tubes aan wich → samenspel tussen licht en beweging **Rookmachines** → lichtbundels visualiseren +-----------------------------------+-----------------------------------+ | Hazer | | | | | | → onzichtbare nevel | | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | Dry ice | ![](media/image119.png) | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | fogger | | | | | | (water +paraffine → zichtbare | | | rook) | | +-----------------------------------+-----------------------------------+ **Special effects** - Be en Nl nr1 in fspecial Fx - wordt altijd gedaan door firmas met vergunningen - kost veel ---------------------- ------------------------- **CO2 Jets** ![](media/image121.png) **Flames** **Confetti Shooter** ![](media/image124.png) ---------------------- ------------------------- **Lichtmengtafels en vermogen sturing** **de stuurtafel** - lichtorgel - lichtsterkte op afstand regelen - verschil bij aantal lichtkringen ( sommigen meer dan andere) - sommige kunnen de kringen samenvoegen tot groepen die aangestuurd worden door een master fader - effect overgangen zoals crossfading, flashing en pach **Analoge lichtstuurtafels** - de voedingsspanning van verschillende lampen wordt geregeld dmv een stuurspanning (0-10v) - di via een multikabel een multikabel de dimmers aanstuurt - dit maakt het mogelijk om dimmers vlakbij een podium te plaatsen terwijl de sturing achteraan in de zaal staat ![](media/image126.png) **dimmercity** → dimmers worden gegroepeerd in een dimmer city → vlak bij het podium opgesteld → hier staan de patch en power suply units (PSU) **dimmers** **→** werken met thyristoren - een soort van elektronisch gestuurde regeltransformator - vaak leveren de dimmers een uitgangsspanning met blokgolf karakter, waardoor harmonischen en bijgevolg "brom" kan ontstaan - hierdoor kan er interferentie optreden tussen de sturing vh licht en de invloed op de geluidssignalen - de verbinding tussen de digitale lichttafel en de dimmer gebeurt door middel van een DMX kabel. vanaf de dimmer kasten verloopt de aansluiting met de lichtarmaturen door middel van stroomkabels en of multikabels (harting/scocapex)![](media/image128.png) **Harting socapex** ![](media/image130.png) **Digitale lichtstuurtafel** - kan ter plekke en vooraf instellingen programmeren. - via WYSIWYG (cast software) - light design \> plan , renders, programmeren op voorhand - De tafel levert als uitgangssignaal een digitaal DMX signaal bestaande uit bits en bytes. - Elk toestel wordt aangestuurd en krijgt een receiver code. Die moet worden ingesteld op elk vd toestellen. - zo weet het toestel op welk pakket het moet reageren - grote nauwkeurigheid vd informatie - elk kanaal krijgt een waarde tussen 0 en 255 volt ![](media/image133.png) **DMX Kabel** - een 3- of 5-pin XLR kabel - signaal doorlinken van toestel naar toestel - beperkt tot 400mm - kan worden verholpen door splitters en repeaters tussen het signaal te plaatsen. - op het laatste toestel moet een afsluitweerstand worden geplaatst van 100 ohm - kan ook kleurwisselaars, gobowielen, beweging, kabuki ![](media/image135.png) **Lichtplan** - alle elementen worden verwerkt die belangrijk zijn voor plaatsing, instelling en sturing van verschillende lichtarmaturen - ook de verschillende lichtgroepen worden aangeduid - De invulling van het lichtplan kan zowel door middel van een vooraanzicht als van een bovenaanzicht worden ingetekend. - bij opmaak worden gestandaardiseerde symbolen, liggen vast in een Deutsche Industrie Norm (DIN norm) - een band geeft meestal zijn eigen lichtplan in de rider ![](media/image137.png) **Beeld**![](media/image139.png) **Beeldregistratie** **→** vastleggen van gereflecteerd licht - veel contrast door het verschil tussen donkere en lichte delen vh beeld - ons oog regelt de lichttoevoer naar ons oog met de pupil - een camera regelt dit met een diafragma en sluitertijd (of filmgevoeligheid) **Videobeelden** eerste opname van bewegende beelden - **pellicule** - 24 beelden/ seconde **analoge video** - EU → 24 beelden/sec (PAL) - VS → 30 Beelden/sec (NTSC) **Interlaced scanning/ interliniëring** - techniek om met een videocamera bewegende beelden op te nemen en op een beeldbuis te weergeven, waarbij de kwaliteit vh beeld wordt verbeterd zonder meer bandbreedte te hoeven gebruiken (niet goed te gebruiken voor lcd schermen) - was nodig om flikkereffect bij progressive scan tegen te gaan in oude tvs - het beeld wordt opgedeeld in 2 fields/ rasters - het ene bestaat uit alle even lijnen/ scanlines - de andere uit alle oneven lijnen/ odd scanlines - om en om worden beide rasters ververst → refresh rate - als het hele beeld in één keer getekend wordt dan spreken we van progressive scanning, die beelden hebben een hogere verversingssnelheid (100 Hz of meer) - dit maakt het beeld rustiger om naar te kijken - moderne tvs zijn progressive en hebben elektornica om de frames samen te voegen - zorgt voor kameffect - Dit komt doordat er bij een bewegend beeld verschillen zijn tussen de twee frames. Er worden dan twee frames samengevoegd die in tijd 1/50e van een seconde verschillen. Dit resulteert in twee verschillende momentopnames in één beeld. Hiervoor moet de televisie compenseren. De-interlacing noemt men dit. **PAL en NTSC** **Phase alternating Line** - systeem in europa - PAL - 50 Hz - 25 beelden → 50 rasters - één beeld → 1/25 seconden → 0.04sec **National television standards committee** - vs systeem - NTSC - 60Hz - 30 beelden - één beeld → 1/30 seconden → 0.0333333 sec De eerste televisiesystemen gebruikten de frequentie van wisselstroom om de camera en beeldbuis te synchroniseren. Hierdoor ontstond het verschil tussen PAL en NTSC Doordat de berekening bij NTSC niet uitkomst past dit systeem een correctie toe![](media/image141.png) - om de zoveel tijd wordt er een beeld weggelaten → drop frame Tijdcode - elk beeld krijgt een numerieke code - belangrijk om beelden te synchroniseren - HH:MM:SS:FF - H → uur - M → minuten - S → Seconde - F → framenummer - Film = 00 → 23 - PAL = 00 → 24 - NTSC = 00 → 29 **Kleuren televisie** **additieve kleurmenging** - rood, groen en blauw - primaire kleuren![](media/image143.png) **subtractieve kleurmenging** - cyaan, magenta en geel - secundaire kleuren **Beeldaspect ratio** **→** het beeldscherm van de eerste televisies was 4 inch op 3inch (4:3) - is de standaard verhouding Ons waarnemingsveld is breder dan hoger. we zien - 180° breed - 90° hoog![](media/image145.png) - breedbeeld weergaves komen natuurlijker over - meestal hebben we hierdoor een letterbox oplossing → zwarte balken **Audiovisuele productie** **Single cam : ENG/ EFP reportage + montage** - **electronic news gathering** - **electronic field production** draaien van rapportages - ploeg bestaat uit camera- en geluidsman - \+ journalist en regisseur - materiaal - reportage camera + reportagestatief, mixette, perche, handhelmmicro, dasspeldm icro - beelden worden nadien gemonteerd **Montagecel** - worden de beste takes uitgekozen - takes worden geknipt en geplakt - audio toevoegen en kleuren corrigeren **Multicamera** inkomende signalen - camera's - weergave toestellen (playout) - slo mo (EVS) - grafiek - externe feeds (straal, satelliet, ip Alle videosignalen die in de beeldmenger gebruikt worden moeten gesynchroniseerd worden. - als ze afkomstig zijn van externe bronnen moeten ze door een frame synchronizer voor ze gecut kunnen worden - genlock Videosignalen worden getransporteerd door een coaxkabel met **SDI** aansluiting (serial digital interface). Voor consumer/ prosumer toepassingen worden meestal **High definition media interface** aansluitingen gebruikt Het beeld van een multicam hoeft dus niet in de camera zelf te worden opgenomen. bij een multicamera de camera\'s zijn verbonden met de regie via triax- of fiberkabels het beeld, geluid,2x intercom, tally en sturing worden gemultiplexed over deze kabel - afstanden van +300 meter **multiplexen gebeurt in de camera adapter** in de regie zit een Camera Control Unit (ccu) die het signaal demultiplexer![](media/image147.png) een **Tally Light** geeft aan wanneer de camera 'on air' is (rood lichtje) EFP LENS BOX LENS ( groter zoom bereik)![](media/image149.png) **vaste tv studio** - bij tv-stations die hun eigen producties hebben zoals het nieuws, shows en presentaties, en dit dagelijks met eigen middelen willen doen. - Er zijn ook onafhankelijke productiehuizen zoals EMG waar je studio\'s kan huren voor producties. - tv zenders hebben ook vaak een eigen eindregie voor continuïteit **captatiewagen** **flight case setup** → kleine setup **altijd opgedeeld in 3 ruimtes** per camera worden alle technische instellingen en de kleurcorrectie (shading) op een OCP (operational control panel), uitgevoerd door een shader![](media/image151.png) **benodigdheden voor een beeldproductie** - audio/ soundruimte - vision en techniek ruimte - shader zit er om een kleurcorrectie te doen op de Operational control panel - regiekamer - met monotorwall en videomenger - keuze van de beeldbron - audio mixer en beluistering - shaders, tape operators, slomo en snelheid - regisseur, assistent, beeld switcher **OB outside broadcasting** - gebruik van een ob wagen laat je opnames doen op locaties waar de middelen niet voorhanden zijn - het doel van een regiewagen is dus hetzelfde als een vaste regie maar dan mobiel en flexibeler - verschillende soorten en maten **Flightcase configuraties** - werken op plekken waar je geen OB wagen niet mogelijk - wordt in een zaal/ lokaal/ container geplaatst - is modulair en afhankelijk van de noden van de klant kan worden uitgebreid **Intercom** - communicatie tussen regie, camera's, operators, floormanagers en iedereen in de productie - nodig voor een multi camera opname - bestaat uit een basisstation en beltpacks, de onderdelen worden doorgelust met XLR audio kabel, de communicatie gebeurt in beide richtingen en de voedingsspanning van 48V loopt over de XLR kabel **Weergave** **projectie** lichtopbrengst van een projector wordt uitgedrukt in ansilumen - van 500 tot +50 000 - keuze hangt af van - grootte vd zaal/ publiek - vuistregels - hoogte scherm = ⅙ v afstand tussen scherm en laatste rij - hoogte scherm x 1.5 = min afstand tot de 1e rij stoelen - 1m50 boven de vloer een projectiescherm reflecteert het beeld egaal richting publiek zonder de inhoud te beïnvloeden. dit resulteert in een uniform, scherp en gedetailleerd beeld **Beeldaspect ratio** - 4:3 standaard tv - 16:9 HDTV - 16:10 computer formaat - 2,35;1 cinemascoop (projectie dvd) **front projectie of back projectie** - back projectie → zorgt ervoor dat de speker niet verblindraakt en geen schaduw kan werpen op het scherm - je moet heirvoor wel extra ruimte achter het scherm voorzien **Projectie Afstand berekenen** - vermeningvuldig de breedte vh scherm met de throw-ratio om de astand vd projector tot het scherm te berekenen **Plasma en LCD schermen** - geschikt voor presentaties en videoweergave in niet verduisterde ruimtes - bestaan in verschillende formaten (in inch) - wordt op voet geplaatst of opgehangen aan een beugel bevestigt aan een truss + baseplate **Video wall** - wordt samengesteld uit meerdere naadloze LCD schermen - Matrix sturing **Daylight pixel (led) screens** - led schermen zijn opgebouwd uit duizenden kleine ledlampjes - ideaal voor evenementen in dachtlicht - modulair, makkelijk uittebreiden - out en indoor versies **Videomapping** - foto van object in 3d nagemaakt - de digitale animatie wordt aangepast aan de structuur van dat 3d model - animatie wordt gegenereerd banuit een bepaalde hoek - het voorwerp wordt vanuit die hoek geprojecteerd op dat voorwerp **3D projectie** - anaglyph methode - polarisatie filter - shutterbril Hologram dia 61 **Formularium** +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **Elektrisch vermogen (P)** | uitgedrukt in Watt (W) | | | | | | - Joule/ sec | | | | | | **P = U x I** | | | | | | = (spanning x stroomsterkte) | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **Spanning ( U)** | uitgedrukt in Volt (v) | | | | | | **U = P/I** | | | | | | = ( vermogen/ stroomsterkte) | | | | | | **U = I xR** | | | | | | = ( stroomsterkte x weerstand) | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **stroomsterkte (I)** | uitgedrukt in Ampère (A) | | | | | | **I =P/U of Q/T** | | | | | | = (vermogen/ spanning) | | | | | | **I = U/R** | | | | | | = (spanning/ weerstand) | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **Weerstand (R)** | uitgedrukt in Ohm | | | | | | **R= U/I** | | | | | | = (spanning/ stroomsterkte) | | | | | | Ro x L /s | | | | | | ohm. m. m /m/2 | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **Wet van pouillet** | R = P X L / S | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **Wet van Joule** | warmte energie | | | | | | W = P xT = u x i x T = R x I2 x t | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **Serieschakeling** | stroomsterkte | | | | | | - I1 =I2 =I3 | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | | Spanning | | | | | | - U1 + U2 +U3 | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | | Weerstand | | | | | | - R1 + R2 +R3 | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **Parallel schakeling** | Stroomsterkte | | | | | | - I1+I2+I3 | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | | Spanning | | | | | | - U1=U2=U3 | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | | Weerstand | | | | | | - 1/R =1/R1 + 1/R2 + 1/R3 | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **Geleiding (S)** | SIemens | | | | | | 1/R | | | | | | omgekeerde van weerstand | | | | | | **= I/U** | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **Spanningsverlies (Uv)** | I x R | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **vermogensverlies** | I2 xR | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **werkelijk vermogen/ nuttig | P= U x I x Cos | | vermogen** | | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **schijnbaar vermogen** | S = U.I | | | | | | pCosµ | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **Ulijn** | √3 ufase | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **Ilijn** | Ifase | +-----------------------------------+-----------------------------------+