Samenvatting LES 5_theatre history PDF

Summary

Deze samenvatting beschrijft de middeleeuwse theatergeschiedenis. Het bespreekt de evolutie van middeleeuws religieus theater en seculier theater, met voorbeelden zoals mysteriespelen en moraliteiten. Het benadrukt de rol van de kerk in de vroege ontwikkeling van theater in de middeleeuwen.

Full Transcript

THEATRE HISTORY – LES 5 Middeleeuws theater 2 tijdsvakken in elkaar in verband leggen à examenvraag: grote lijnen begrijpen 1. Middeleeuwen als tijdsvak – achtergrond voor theater 1.1 Disclaimer over de ‘tusseneeuwen’ De term middeleeuwen = zeer sterk bep...

THEATRE HISTORY – LES 5 Middeleeuws theater 2 tijdsvakken in elkaar in verband leggen à examenvraag: grote lijnen begrijpen 1. Middeleeuwen als tijdsvak – achtergrond voor theater 1.1 Disclaimer over de ‘tusseneeuwen’ De term middeleeuwen = zeer sterk bepaald door de lens van de renaissance Heeft bijna een pejoratieve betekenis Einde van dit tijdsvak en het begin van de renaissance is flou. - Afhankelijk van land tot land (zie Byzantium), kunstdiscipline tot kunstdiscipline - Geschiedenis en tijdsvakken zijn dus een kwestie van perspectief Bijvoorbeeld: renaissancistische schilder- en beelhouwkunst begint in 1350 - Op dat moment beleeft middeleeuws theater nog hoogdagen - Voor theater duren de middeleeuwen wel tot 1550(!) Vraag is dus: Waarom lijst theater “achterop te hinken”? à Bij theater ben je altijd afhankelijk van elkaar. 1.2 Het Oost-Romeinse Rijk Rode lijn = oorspronkelijke grootte Romeinse Rijk. Val van het West-Romeinse rijk vond plaats in 476 NC. Het Oost-Romeinse Rijk of Byzantium overleeft tot 1453 NC. Byzantium staat een tijd los van West-Europa tot de kruistochten in de twaalfde en dertiende eeuw beginnen en de spanningen verder worden opgedreven. - In 1054 was er al een split tussen Oost en West binnen het christendom omdat de pauselijke macht in het Oosten niet erkend werd. Theater in het ORR heeft veel antieke bronnen veilig gesteld die in het WRR waren verloren: Aeschylos, Euripides, Sofokles en Aristoteles Overlevering van die bronnen in late middeleeuwen is mee verantwoordelijk voor startschot renaissance samen met wetenschappelijke invloeden uit de Moors-Arabische cultuur in het Zuid-Westen (Spanje/Portugal/Italië) 1.3 De middeleeuwen in West-Europa We spreken over vroege middeleeuwen (500-1000) en late middeleeuwen (1000-1400) Politieke situatie: Na de val van het WRR, overrrompelen “barbaren” uit het Noorden het gebied. - Romeinse institueten en stadscentra verdwijnen. Rooms-katholieke kerk is in die chaos de stabiele factor - Rome was al bekeerd voor de val - Veel barbaren assimileerden met dit geloof - Centrum voor kunst, educatie en geletterheid Blauwdruk voor rol van de kerk in maatschappij door keizerskroning van Karel De Grote in 800 NC binnen “Het Heilig Roomse Rijk.” De middeleeuwe standenmaatschappij - Een agrarische samenleving - Gebasseerd op een feodaal systeem à macht en grond in ruil voor loyaliteit Ontpopt zich tot monarchische bestuursvormen à Je werd in een bepaalde klasse geboren en je bleef daar ook in. De late middeleeuwen ziet een shift in het feodale systeem - Steden drijven meer en meer handel met elkaar en geld win taan belang (in plaats van ruilhandel) - Steden liberaliseren daarmee het feodalisme - Ze vergaren meer welvaart en autonomie -Gevolg hiervan is dat lijfeigenschap in de 15de eeuw op verschillende plekken wordt afgeschaft. - Opkomst van de gilden -Geolied systeem dat beroepsgroepen (en dus handel) nog ediciënter maakte o Bepaalden wie beroep mocht uitoefenen o Zorgen voor kwalitatieve opleidingen in hun ambact - Opkomst van universiteiten -Tegen 1500 wel meer dan 100 over heel Europa - Kennis werd verzameld en verspreid dankzij geletterdheid van de clerus 2. Liturgisch Drama – Theater in en rond de kerk à Termen die later academici er heeft opgeplakt. 2.1 Kerk en theater Hoe kan het dat de kerk die theater zo had afgezworen in het late Romeinse Rijk nu zorgt voor haar wedergeboorte? - Religieuze rituelen leven van theatraliteit - Organisch ontstaan vanuit gezongen teksten in de kerk o Vraag-antwoord-patroon suggereert dramatische interactie Voedingsbodem voor het liturgisch drama is in de eerste plaats het kloosterleven Een troop Term uit de liturgie voor een ingevoegd gedeelte in een bestaand liturgisch gezang. Het vervaardigen van deze tropen was vanaf de vroege middeleeuwen geliefd als stijloefening onder monniken, omdat ze in goed kerklatijn geschreven moesten zijn. In de Nederlanden zijn dan ook alleen tropen in het Latijn overgeleverd. Deze tropen spelen een grote rol in de discussie rond het ontstaan van het middeleeuws toneel (drama), met name de quem quaeritis-troop. 2.2 Quem Quaeritis? à De Quem Quaeritis troop à Troop geeft startschot voor theatrale vormen Opgevoerd als vast onderdeel sinds 925 NC Titel verwijst naar de eerste zin van de tekst: vert. “Wie zoekt gij?” Engel aan de graftombe van Christus spreekt de drie Maria’s hiermee aan. De vrouwen antwoorden dat ze Christus komen bezoeken waarop de engel verkondigt dat hij herrezen is! Het is niet helemaal zeker of dit overal visueel uitgespeeld werd door de zangers, maar zeker is wel dat dit tegen de periode 965-975 tot een klein toneelstukje is uitgegroeid. Dit weten uit bronnen van de bisschop van Winchester die regels vastlegde voor het kloosterleven en daarbij ook beschreef hoe de Quem Quaeritis troop opgevoerd moest worden. (er is een video in de ppt) 2.3 Liturgisch drama Tropen ontwikkelen zich dus tot kleine korte theaterstukjes Aanvankelijk allemaal binnden de muren van het kloosterleven (= eerste faste) - Gespeeld door broeders, koorknapen of nonnen - Enkel in het Latijn - Niet voor breed publiek toegankelijk Hildegard van Bingen (1098-1179) heeft een reeks van deze tropen, korte muzikale toneelstukken, geschreven, waarschijnlijk voor het klooster dat zij overzag. Later schreef zij ook nog Ordo Virtutum wat een boorbode is van wat we later moraliteiten noemen à Meer opzoekwerk overdoen, kan wel eens examenvraag zijn! à Hilde is de eerste persoon die we kunnen toelichten aan bepaalde composotie en tekst, allereerste westerse componist die we als naam kennen in muziekgeschiedenis Hrosvitha van gandersheim – Een klerikale toneelauteur Leefde van 935-1001 NC Vroegst gekende vrouwelijke toneelschrijver Benedictijnse kanunnikes in een klooster in Ganderheim, Saksen Waarschijnlijk van adelijke afkomst Naast toneelstukken ook schrijfster van poëzie, heiligenbiografiën en geschiedenissen Leerdere Romeinse theaterteksten kennen tijdens haar studie o Grote bewondering voor de teksten van Terentius o Inhoud rijmt niet helemaal met christelijke leer (die van de grieken) o Insipratie om in izjn stijl christelijke studden te schrijven à Origineel werk gecreeërd maar niet zo braafjes als haar quote het doet lijken: “Het is altijd mijn doel geweest christelijke maagd te verheerlijken.” (is een video van in de ppt) Kenmerken van haar zes toneelstkken: à Castdrama een verhaal dat is geschreven puur in de vorm van een toneelstuk, personages die om de beurt iets zeggen De vaste thema’s zijn het martelaarschap van toegewijde christenen, intense bekeringen van ongelovigen, afzwering van eerdere zonden en boetedoening voor het verleden Paphnutius en Abraham gaan allebei over de verlossing van een vrouw haar seksuele zonden. Dulcitius schetst het martelaarschap van drie christelijke maagden: Agape, Chionia en Irena. Resterende titels van de stukken zijn Gallicanus, Callimachus en Sapienta. Mogelijks kastdrama’s die dienden als voordracht in groep. Sterke vrouwelijke personages die weerstand bieden aan mannelijke agressie Haar nalatenschap is lang onderbelicht gebleven totdat het in 1501 herontdekt werd en wijd verspreid. 2.4 De volgende fase: theater in de kerk à Plekken waar je dit soort kerken kan bouwen, zijn plekken die geld hebben, waar welkvaart heerst. à Geen centraal perspectief, denk aan straattheater, over gebeurt er iets. Verandering in architectuur tussen 1000 en 1300 o Nieuwe Gotische kerken zijn groter, ruimer en lichter dan de Romaanse. In welvarende steden waar deze nieuwe gebouwen stonden was er tijd en ruimte voor drama. o Husekens/speelhuizen: scenografische huisjes op stellages die een bepaalde bijbelse locatie representeerden o Platea: open ruimte in het midden van de kerk die als speelvloer kon dienen o Blik van het publiek wordt niet gestuurd vanuit centraal perspectief omdat ze zich rondom het drama bevinden en alle verschillende husekens al kunnen zien. Grote pijnpunt: de voertaal is nog steeds Latijn waardoor het publiek bijna niets woordelijk begrijpt. 3. Volkstalig geestelijk toneel – theater buiten de kerk 3.1 Een natuurlijke evolutie? Er werd lang aangenomen dat volkstalig geestelijk toneel zich ontpopte vanuit het liturgisch drama o Er zijn echter steeds meer bronnen die bewijzen dat deze vormen van bij het begin al naast elkaar bestonden. Beide vormen zijn waarschijnlijk een stuk naar elkaar toegegroeid. Bloeiperiode van volkstalig geestelijk toneel is tussen 1350 en 1550 Wat waren argumenten om het theater niet langer in de kerk zelf toe te staan? 1. De opvoeringen worden steeds complexer waardoor een kerk niet langer de beste plek leek 2. De financiële kost werd de kerk zelf ook een te grote last 3. De clerus voelde zelf ook wel dat de combinatie van entertainment op het heiligdom van de kerk niet houdbaar was op lange termijn 3.2 Soorten volkstalig geestelijk toneel Onderverdelingen zijn vaak artificiële categorieën die pas later door onderzoekers zijn gemaakt om bronnen te bundelen. We volgen in dit geval het handboek van Wilson en Goldfarb dat er hoofdzakelijk twee types zijn: het mysteriespel de moraliteit Binnen heel Europa zijn er heel specifieke genres en smaken ontstaan die hieronder zijn terug te brengen. Er zijn waarschijnlijk andere termen uit deze periode die jullie kennen zoals: mirakelspel, mariaspel, passiespel, heiligenspel,… 3.3 Het mysteriespel Mysterie was via misterie een verbastering van het Latijnse ministerium = kerkdienst = mis-viering Een mysteriespel dramatiseert bijbelse scènes lopend van de schepping tot het laatste oordeel. Meestal in een bepaalde opeenvolging/cyclus gebundeld (vandaar de Engelse benaming cycle play). Opvoeringen gebeurden meestal in de lente en zomer vanwege het weer Favoriete gelegenheid was het Corpus Christi, erkend als festival door de kerk in 1311 o Periode mei-juni o Inhoudelijke herinnering aan het feit dat brood en wijn het lichaam en bloed van Christus zijn en dat zijn lichaam geoderd is ter verlossing van de zonden Mysteriespelen waren in de plaatselijke taal dus waren voor een breed publiek met populaire smaak. 3.3.1 Kenmerken van het mysteriespel Bijbelse personages moesten overkomen als tijdgenoten van de middeleeuwers Theatrale stijl die bol staat van anachronismes dus totaal niet realistisch Episodische verhaalstructuur die niet mooi lineair verloopt maar gemakkelijk verspringt van tijd en plaats. o (Dit is een invloedrijk idee zo zal blijken voor Shakespeare en Lope De Vega) In de hoedanigheid van populair entertainment hadden sommige mysteriespelen ook extra aandacht voor spektakel en humor: o Bijvoorbeeld Noah in 1501 in Mons/Bergen 3.3.2 Productie van een mysteriespel De financiële last en organisatie van de mysteriespelen werd door de gildes op zich genomen: o Bijvoorbeeld: - De bakkersgilde koos voor Het Laatste Avondmaal De schipbouwers kozen voor Noah en de zondvloed De smedersgilde koos voor De Drie Koningen De regelmaat varieerde van twee- tot tienjaarlijkse festiviteiten. Dit waren echt volksfeesten voor en door de gemeenschap. Dit betekende dat vele spelers (soms in de hondertallen) allemaal amateurs waren. o Soms aangevuld met professionele acteurs als de middelen dat toelieten. 3.3.3 Het mysteriespel als amateurkunst Nevenedecten van amateurperformers: o Een speler speelt vaak meerdere rollen om het totale aantal performers te drukken. o Typecasting is de makkelijkste manier om rollen in te vullen o Een sterke stem was mooi meegenomen om te spreken in open lucht o Een rol vertolken werd als religieuze verplichting gezien en niet vergoed o Wie niet repeteerde kon een boete krijgen o Kostumering werd door de speler zelf voorzien - Uitzonderingen zijn klerikale figuren, engelen of bovennatuurlijke personages (die ook maskers konden dragen) 3.3.4 Wagenspelmeeseter als beroep De wagenspelmeester is de productiemanager van een mysteriespel o Verantwoordelijk voor het realiseren van het stuk: - Performers vinden en casten - Repitities leiden - Boetes uitschrijven voor wie de regels overtrad - Inkomprijzen vastleggen - Verteller zijn tussen de verschillende stukken door - Decorbouwers vinden - Podium laten bouwen 3.3.5 Theaterpodia voor mysteriespelen Twee types ensceneringen kwamen het meest voor: 1. Enscenering tijdens een processie (op een rijdend podium) - Veelal terug te vinden in Engeland, Spanje en de Nederlanden 2. Enscenering op een vaste plek (op een verhoogd podium) - Meest voorkomende vorm - Meestal een pop-up podium gebouwd op het middenplein à Soms gebruikte men overgebleven Romeinse theaters als die nog konden dienen zoals in Rome en Bourges De scenografie bestond uit verschillende husekens/speelhuizen die naast elkaar werden opgesteld. Een huseken/Speelhuis Het speelhuis is kleiner dan het toneelplatform en er zo op geplaatst dat ervóór, en vaak ook ernaast, ruimte overblijft. Als een spel van zinne een tableau vivant bevatte werd die in het speelhuis opgesteld. Daarnaast waren er drie andere gebruiksmogelijkheden: Er kon aan een handeling op het voortoneel een tweede handeling worden toegevoegd die zich tegelijkertijd (simultaantoneel) maar op een andere plaats afspeelde; Men kon het spel laten verspringen naar een andere plaats van handeling waar het kon worden voortgezet met (grotendeels) andere personages; Het voortoneel kon vergroot worden door er een compartiment aan toe te voegen. Tussen de zo ontstane ruimten bestond continuïteit, zodat personages de grens ertussen in woord en daad konden overschrijden. 3.3.6 Mise-en-scene bij een mysteriespel De meest populaire speelhuizen waren die die de hemel of de hel voorstelden o Voor de hemel waren er ook kranen voorzien die performers als engelen in de lucht konden hijsen. o Voor de hel kon men naarstig gebruik maken van rook en vuur. Dit betekent niet dat relatie decor en locatie van het drama één op één is. o De speelvloer was meer een neutrale plek die heel snel kon veranderen en rekende op de verbeelding van het publiek Muziek begeleidde het drama en de verhaalsprongen die het maakte Het publiek stelde zich rond het podium op, meestal staand, soms zittend in tribunes verder weg. Marieke van Nieumeghen – Toneel in druk: het kastdrama 3.3.7 Toneel in druk: een middeleeuws fenomeen Mariken van Nieumeghen Geschreven tussen 1500-1515 Volledige titel luidt: o Die waerachtige ende een seer wonderlijcke historie van Mariken van Nieumeghen die meer dan seven jaren metten duvel woende ende verkeerde Auteur is onbekend Tekst bestaat uit dialogen afgewisseld met stukjes proza die expositie geven bij het verhaal o De literaire vorm werd dus “getheatraliseerd” om de middeleeuwse lezers te helpen o Dit zegt iets over geletterdheid en de algemene adiniteit met theater Een mooi voorbeeld van een kastdrama Algemeen bekend als een mirakelspel Een mirakelspel Middeleeuws toneelstuk (geestelijk drama) waarin de zondeval van een mens centraal staat. Meestal wordt de term gereserveerd voor een spel dat het wonderbaarlijke leven van een heilige tot onderwerp heeft. Vaak wordt in mirakelspelen een zondaar op miraculeuze wijze gered door de tussenkomst van Maria (Marialegende) of een heilige. De termen mirakelspel en mysteriespel worden ook wel zonder duidelijk onderscheid gebruikt voor alle toneel waarin heiligen worden opgevoerd of Bijbelse onderwerpen aan bod komen. Het mirakelspel behandelt echter een wonder, een mysteriespel is een geloofsgeheim, waarin het voorkomen van wonderen niet noodzakelijk, maar wel mogelijk is. Video in PPT 3.5 Moraliteit (EXAMEN) Morele boodschap (examenvraag) “herriner mij dat gij zult sterven” à Zondig niet, verzoen jezelf bij het christendom Van het Latijn Moralis van mores = zeden, gebruiken Een moraliteit bevat dus altijd een morele boodschap (momento mori), vaak door het gebruik van allergorische personages o Bv: iemand speelt ‘vrijgevigheid’ of ‘hebzucht’ Vooral een product van de late middeleeuwen, in de volkstaal Debat of dit nu wel of niet ook geestelijk toneel is blijft duren en is eigenlijk vooral een semantische discussie. De hoofdpersonages in deze stukken zijn inderdaad gewone mannen of vrouwen (en geen heiligen of bijbelse figuren), maar hun morele kwesties zijn wel allemaal diep geworteld in het christelijke denken zoals we dat kennen uit het geestelijk toneel/liturgische drama. Bekendste voorbeeld is Everyman/Elckerlijc Elckerlijc = De meest bekende moraliteit Moraliteit Den spyeghel der salicheyt van Elckerlijc uit 1470. o Ook overgeleverd in het Enels als Everyman Hoofdpersonage is de Mensheid zelve onder de naam Elckerlijc. o Hij vreest noch kent God waardoor “die Doot” op hem word afgestuurd met de mededeling dat zijn leven erop zit o Uit angst om alleen te sterven gaat hij op zoek naar compagnons o “Gheselscap”, “Neve” en “Maghe”, “TGoet” gaan niet mee o “Duecht” wil meegaan maar is aanvankelijk te ziek o Na de raad van “Kennisse” en boetedoening bij “Biechte”, blijkt “De Duecht” genezen en klaar om mee te gaan samen met ‘Schoonheyt’, ‘Cracht’, ‘Vroetscap’, ‘Vijf Sinnen’ en ‘Kennisse’ o Al is het enkel “Duecht” die echt mee het graf in zal gaan. Elckerlijc 4. SECULIER THEATER – Theater zonder kerk 4.1 Wat is seculier theater tijdens de middeleeuwen In de medioneerlandistiek bekend als “wereldlijk toneel” Populair entertainment van komische inslag o Vaak ook met circusachtige en acrobatische elementen. o Reizende performers (zoals minnestrelen, mimespelers, jongleurs, koorddansers) o Door de kerk als heidens en heiligschennend beschouwd 4.2 Soorten seculier theater Volksspel à Een dramatisering van heroïsche verwezenlijkingen van een volksheld, vaak ook met bovennatuurlijke figuren uit volks bijgeloofd. Bv: Jeu de Robin et Marion (1385) van Adam de la Halle. Farce à Een komische afbeelding van menselijke zwaktes Bv: La Farce de Maître Pathelin (1470) Duitser Hans Sachs die als schoenmaker veel reizen maakte en maar liefst 200 farces schreef. Chatje: Een farce is een komisch toneelstuk dat menselijke zwakheden of gebreken op humoristische wijze uitvergroot. Het doel is vaak om het publiek aan het lachen te maken door middel van overdreven situaties, karikaturale personages en woordspelingen. Het genre vindt zijn oorsprong in de Middeleeuwen en werd populair in zowel Frankrijk als Duitsland. Video in ppt Interlude à Theatervorm die diende als entertainment tijdens een banket. à Vraag stijgt met d groeiende macht van monarchieën in Europa die ook seculier entertainment wensten. - Bv: Jongleeract in de afbeelding hiernaast 1200 NC. Pantomimische tableaus à Tableaus die ter verwelkoming van een machthebber doorheen de stad werden opgesteld. De wederzijds invloed van seculier drama is voelbaar in volkstalig geestelijk toneel als je denkt aan de farce-acthige personages die daar opdraven en de taferelen uit de bijbel die het populairst zijn ter opvoering. 5. EINDE VAN EEN TIJDPERK – theater voorbij de middeleeuwen 5.1 Breuklijn voor middeleeuws religieus theater Reformatie en contrareformatie o Schisme binnen het christendom begin 16de eeuw o De focus van de kerk verplaatste heel erg en voor theater was geen animo meer. - “Terug naar de bron” werd de teneur o Rooms-Katholieken verweten theater dat het de kerk verzwakt had o Protestanten zagen theater sowieso als een tool van de Katholieken Maar theater had al steeds meer laten zien dat ze die Bijbelse materie niet per se nodig had om te blijven bestaan, in moraliteiten zoals bijvoorbeeld Elkerlijc.

Use Quizgecko on...
Browser
Browser