Architectuur in Context 1: Les 4 PDF
Document Details
Uploaded by RockStarRuby713
KU Leuven
Prof. dr. Anne-Françoise Morel
Tags
Summary
Deze tekst geeft een overzicht van de Gotische architectuur. Het bespreekt de etymologie, historische context en constructieve elementen van deze stijl. De tekst benadrukt de Gotiek als een Middeleeuws Modernisme, een radicale verandering ten opzichte van de Romaanse architectuur.
Full Transcript
Architectuur in Context 1: Les 4 Gotiek: de symbolische interpretatie van het Middeleeuws Modernisme Prof. dr. Anne-Françoise Morel i.s.m. Prof.dr.ir.-arch. Krista Dejonge en Em. Prof.dr. Linda Van Santvoort Etymologie en historische context Gotiek als Middeleeuws Moderni...
Architectuur in Context 1: Les 4 Gotiek: de symbolische interpretatie van het Middeleeuws Modernisme Prof. dr. Anne-Françoise Morel i.s.m. Prof.dr.ir.-arch. Krista Dejonge en Em. Prof.dr. Linda Van Santvoort Etymologie en historische context Gotiek als Middeleeuws Modernisme (architecturale vernieuwing) Gotische architectuur als symbolische interpretatie van de Wereldorde De organisatie van de werf en de architectus (veranderingen in de bouwpraktijk) De Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden 1. Etymologie en Historische Context 1. Etymologie en Historische Context -Giorgio Vasari, Le Vite, 1550 > Goten invallen Rome > breuk met K.O. -Filippo Brunelleschi, ca 1430: Lavori Moderni > Duomo Firenze -Marvin Trachtenberg (leesopdracht) > Middeleeuws Modernisme : radicale architecturale vernieuwing die zich niet langer spiegelt aan K.O. itt. Romaanse architectuur (constructieve, vormelijke en stilistische vernieuwing) 1. Etymologie en Historische Context G. Vasari, Le vite de piu eccellenti Pittore, scultore e architettori, Firenze, 1550. Il y a un autre style appelé Gothique , dont les élements décoratifs et les proportions sont très différents des antiques et des modernes. Les bons architectes d’aujourd’hui ne l’emploient pas, ils le fuient comme monstrueux et Ce style fut crée par les barbare Goths. (…). Après avoir ravagé les constructions antiques et tué les architectes dans les guerres, ils élévèrent avec les survivants des édifices de ce style; ils lancèrent des voûtes sur des arcs en ogive et couvrirent des ces maudites constructions toute l’Italie, qui, lasse de n’avoir, à fini par se débarasser complètement de ce style. Que Dieu préserva tout pays de cette conception de bâtir! Leur difformité en regard de la beauté des monument fait que ces ouvrages ne méritent pas qu’on en parle plus longtemps.” Vertaling uit A. CHASTEL, Vasari, (dl. 1) 1981, p. 101. antiques => klassieke oudheid modernes => renaissance negatieve bijklank met gotiek architecten de stijl niet toepassen en de stijl is gecreeerd door een barbaars volk ➔ goten ==> gotiek gotiek = radicale breuk met klassieke oudheid met erfenis klassieke oudheid 1. Etymologie en Historische Context Firenze, Duomo Sta Maria Fiore, ca. 1432, Brunelleschi 1. Etymologie en Historische Context -Franse origine : Abt Suger, restauratie St. Denis (wijdingskerk + grafkapel “Franse” monarchen) > ideaal van de Franse monarch Louis VI als goddelijke vertegenwoordiger op aarde > “Liber de Rebus in Administratione sua gestis”, “Libellus alter de consecratione Ecclessiae” en “Ordinatio” Opus francigenum: zo wordt naar de Gotiek verwezen op de kathedraalwerf in Keulen Domaine Royale, Ile de la cité (Chartres, Reims, Amiens) versus de periferie Internationaal fenomeen met vele varianten die zich over lange periode uitstrekt 1. Etymologie en Historische Context Gotiek in Frankrijk: Vroege Gotiek: 1150-1200 Hoge Gotiek: 1200 – 1330 (Hofstijl of Rayonnante 1250-1330) Flamboyante Stijl: 1330 1. Etymologie en Historische Context Gotiek in Engeland: Early English (1150-1250) Early Decorated of Curvilinear (1300) Perpendicular (1330-1530) 1. Etymologie en Historische Context Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden: Maasgotiek: Prinsbisdom Luik, 13de-16de eeuw Scheldegotiek: Bisdom Doornik en graafschap Vlaanderen, 13de-16de eeuw Brabantse Gotiek: Hertogdom Brabant (Mechelen), 13de-16de eeuw 1. Etymologie en Historische Context Scholastiek: Sacraliteitsprincipe: theorie Neo-platonische opvatting, Thomas van Aquino 1.De toestand van het immateriële (spirituele, het sacrale) kan men slechts bereiken via het materiële/tastbare: Materiali Manductione: alle materialen zijn voorafspiegelingen van 1. Het intellectueel bevattelijke (ideeën) 2. Vera lux: God zelf. Materiële > Intellectuele > ultieme immateriële toestand (vera lux). 2. De wereld als een boek dat u in staat stelt om de Schepping van God te lezen en te begrijpen / voorafspiegeling van het hemelse Jerusalem. 3. Het aanschouwen van schoonheid lijdt de geest naar hogere, goddelijke sferen Deze visie op kunst en devotie stond radicaal t.o.v. die van Bernardus van Clairveaux die doorgedreven soberheid voorschreef om de ultieme spirituele toestand te bereiken. 1. Etymologie en Historische Context Sacraliteitsprincipe: architectuur 1. Gebouw: grote symbolische geladenheid: gotische kathedraal naar voorbeeld van het Hemelse Jeruzalem -> gedematerialiseerde architectuur van het licht (vera lux) ->streven naar hoogte ->polychromie -> schoonheid: kostbare kleuren, stenen, materialen of polychromie 2. Decoratie: belangrijke iconografische programma's: Bijbelse taferelen, historische taferelen -> glas in lood -> beeldhouwwerk 3. Liturgie: relieken blijven heel belangrijk -> architectuur van de kerk en architectuur van de reliekhouder zijn gelijkaardig --> kerkgebouw als schrijn > Vernieuwing: vormentaal, constructie, stijl 1. Etymologie en Historische Context Sacraliteitsprincipe: architectuur En hij liet mij de grote, heilige stad Jeruzalem zien die uit de hemel neerdaalde, bij God vandaan. De stad had dezelfde stralende macht en majesteit als God. Ze was zo mooi als een prachtige edelsteen, een rode jaspis, schitterend als kristal…De muur was van jaspis. De stad zelf was van zuiver goud, zó zuiver dat het doorzichtig was als glas. De fundamenten van de muur van de stad waren met allerlei soorten edelstenen versierd. Het onderste fundament was versierd met jaspis, het tweede met saffier, het derde met chalcedon, het vierde met smaragd, het vijfde met sardonyx, het zesde met sardius, het zevende met chrysoliet, het achtste met beril, het negende met topaas, het tiende met chrysopraas, het elfde met hyacinth, het twaalfde met amethist. De twaalf poorten waren twaalf parels: elke poort was gemaakt van één parel. De straat van de stad was van zuiver goud, zo helder als glas. Johannes, Openbaring 21, 10 - 21 1. Etymologie en Historische Context De componenten van “de Gotiek” (kerken, Domaine Royale) Plan: kruisbasiliek met diep koor, kooromgang en kranskapellen Opstand : 3delige west-gevel met westtoren(s) , vieringtoren Opstand interieur: streven naar maximale hoogte & openheid (arcade, tribune (galerij) , triforium (dwerggalerij), clerestorium (lichtbeuk)), -> 4 niveaus Skeletbouw: bundelpijlers, schalken, kruisribgewelf, luchtbogen, steunberen, pinakels spitsboog; niet meer rondboog / gewelf ➔belangrijk constructief vr skeletbouw Spitsboog ➔zijn vorm voor verticaalbouw Typische decoratie (ook buiten): maaswerk, wimpergen, hoogsels, gargouilles, glas-in-lood… 2. Gotiek als Middeleeuws Modernisme 2. Gotiek als Middeleeuws Modernisme De Gotische architectuur breekt met de traditie van de vrijstaande zuil/halfzuil - kapiteel - architraaf / rondboog (ton-kruisgewelf) als basisconstructie. Vier “nieuwe” constructieve elementen doen hun intrede: het rib, de spitsboog (ogive en lancet) , de luchtboog (steunbeer), de pillier cantonné > kruisribgewelf Planmatig: Basilikaal grondplan met toenemend belang van de viering, koor en kooromgang met kranskapellen Lineaire architectuur 2.1. Constructieve elementen 2.1. Constructieve elementen frame van ribben: structuur en gewelfkap worden gescheiden ribben van punt a naar punt b getrokken > niet louter op 4 hoeken krachtafleiding of lastendaling wordt gesplitst functioneren per paar: lengte-as, breedte-as, dwars-as, dwarsas tongewelf verschillend dan kruisribgewelf tongewelf= aaneenschakeling van bogen 2 tongewelven loodrecht = kruisgewelf = aaneenschakeling van rondbogen ➔gewelf constructief en bij kruisribgewelf is rib constructief noodzakelijk niet de gewelven 2.1. Constructieve elementen - Invloeden: Niet westerse invloeden: Kruisribgewelf Tunis, Medina, ca 698 2.1. Constructieve elementen Sousse, Moskee, 9de eeuw Cordoba, Moskee, 11de eeuw 2.1. Constructieve elementen Invloeden van de Oudheid : skelet Colloseum Rome Pantheon Rome 2.1. Constructieve elementen De lancetboog is constructief steviger want “centraliseert” de lasten in een smallere hoek, buiten het ribgewelf, die op zijn beurt beter verstevigd kan worden door oa, luchtbogen en steunberen (vectoren in wiskunde) 2. 1. Constructieve elementen Luchtboog: dubbele functie: krachten afleiden en tegengewicht (steunbeer versterkt door pinakels) Meestal 2 rijen: eigen gewicht van het gewelf, winddruk Maken samen met de ribben de constructieve elementen van het gebouw zichtbaar itt bvb. Panteon waar dragende structuur tussen twee muren was ingewerkt. 2. 1. Constructieve elementen R. Lemaire, tekening KULeuven Archief, E.E. Viollet le Duc, Dictionaire Ombuiging spatkrachten Raisonné, Parijs, 1858-64 2. 1. Constructieve elementen Tas de charge 2. 1. Constructieve elementen R, Mark, Experiments in Gothic Structure, MIT, 1983. Windruk: dynamische belasting > gebouw beweegt 2. 1. Constructieve elementen Winddruk Aanzet net onder dakaanzet Druk vh gewelf Bij gewelfaanzet (daar waar gewelf aan muur ontspringt) Evolutie Conques Ste Foie, Laon en Reims > sprong in de hoogte 2.1. Constructieve elementen Parijs, Notre-Dame, 1163-1195, Luchtbogen, steunberen en pinakels: zichtbaar versterkt exterieur die de openheid van het interieur mogelijk maakt. Expliciet zichtbare constructie 2. 1. Constructieve elementen PILLIER CANTONNÉ: klassieke zuil ingekapseld door Gotische colonetten die in de ribben doorlopen De associatie met de klassieke dragende zuil wordt onhoudbaar. De zuil wordt ingekapseld en het zijn de schalken of colonetten die instaan voor de lastendraging. 2.1. Constructieve elementen Kathedraal van Laon, ca. 1160 Extra verdieping: triforium -clerestorium / lichtbeuk -triforium (dwerggalerij) -tribune / galerij -arcade scheibogen 2.1. Constructieve elementen Kranskapellen Middenschip Viering Transept Koor Apsis Travee Video:Des Racines et des Ailes: Notre Dame de Paris: https://www.youtube.com/watch?v=03YbQPKKt6U 2. Gotiek als Middeleeuws Modernisme 2.2. Evolutie Vroege Gotiek > Hoge Gotiek , Rayonnante Gotiek > Flamboyante Gotiek Evolutie van structurele “vereenvoudiging” in interieur ter maximalisatie van ornamentele complexiteit -terugbrengen van de opstand van 4 naar 3 of 2, waarbij arcade en clerestorium even hoog worden -vierdelig ipv zesdelig gewelf -doorlopende colonetten in de pillier cantonné beperkt tot constructief noodzakelijke en sterk geabstraheerd -sculptuur en het maaswerk krijgen volle aandacht -externe structuur wint aan belang: luchtbogen, steunberen en pinakels 2. 2 Evolutie: gewelf 2.2. Evolutie: opstand Laon (24 m), Parijs (32 m), Chartres (36,50 m), Reims (38 m), Amiens (42,50 m) > dwerggalerij (triforium) gaat op in lichtbeuk en galerij (tribune) gaat op in arcade 2.2. Evolutie: opstand Dwarsdoorsneden Laon, Chartres, Amiens 2.2. Evolutie: maaswerk Vroege Gotiek: eenvoudig maaswerk 2.2. Evolutie: maaswerk Rayonnante Gotiek: maaswerk als zeer fijn kantwerk 2.2. Evolutie: maaswerk Flamboyante Gotiek: zeer uitgesproken maaswerk a.h.w. vlammen in de wimbergen 2.2. Evolutie: case Chartres Kathedraal van Chartres, ca. 1200: 3 stijlen in 1 gebouw: flamboyant in toren, vroege Gotiek in westgevel, hoge Gotiek in Zuidelijk portaal en gevel 2.2. Evolutie: case Chartres 2.2. Evolutie: case Chartres Chartres: structurele vereenvoudiging: arcade heeft galerij (tribune)opgeslorpt, pillier cantonné, 4delig gewelf met 4 paar ribben 2.2. Evolutie: Case Chartres Chartres: door wegvallen tribune en zeer hoge arcade is een sterkere constructie nodig: veel en zeer massieve luchtbogen en steunberen 2. Gotiek als Middeleeuws Modernisme De Gotische architectuur kenmerkt zich dus door een radicale breuk met de klassieke tradities, zowel op constructief vlak : Zuil-Kapiteel-Architectraaf-Gewelf > kruisribgewelf (Rib, Lancetboog, Pillier Cantonné, Luchtboog) op decoratief vlak: zeer energetische architectuur dmv oa. maaswerk, pillier cantonné, pinakels, hoogsels, figuratieve sculptuur, glas-in- loodramen etc. op programatorisch vlak: architectuur als hemelse Jeruzalem, als bijbel in steen en als reliekhouder cfr. materiali manductione 3. Gotische Architectuur als Symbolische Interpretatie van de Wereldorde 3. Gotische Architectuur als Symbolische Interpretatie van de Wereldorde Belangrijke onderzoekers: Panofsky, Sedlmayer, Frankl en Bandman Belangrijke bronnen: Tomas van Aquino, Summa Theologica, 1265. Durandus, Rationale Divinorum Officiorum, 13de eeuw 3. Gotische Architectuur als Symbolische Interpretatie van de Wereldorde Thomas Aquino, Summa Theologica: -Scholastieke filosofie, gebaseerd op Plato: Materiali Manductione: -Stenen Bijbel (sculptuur, glas-in-lood) -Vera Lux: diafane structuur, het licht (glas-in- lood) -Schrijn (relieken, koor, glas-in-lood, maaswerk) 3. Gotische Architectuur als Symbolische Interpretatie van de Wereldorde Transsubstantiatie (1215, Lateraans Concilie) > Sacraliteit zichtbaar maken: de immanente aanwezigheid van God o.a. expositie van hostie > Gewijzigde perceptie van de architecturale ruimte: van liturgische ruimte naar sacrale ruimte. De gelovige komt niet louter onrechtstreeks (via relieken bvb.) en symbolisch in contact met God maar rechtstreeks door de immanente aanwezigheid van het sacrale (het godd.) in de ruimte. 3. Gotische Architectuur als Symbolische Interpretatie van de Wereldorde > Sacraliteit zichtbaar maken: de immanente aanwezigheid van God o.a. expositie van hostie Colijn de Coster, Expositie van de Hostie, Olie op paneel, ca. 1450 3. Gotische Architectuur als Symbolische Interpretatie van de Wereldorde Gotische kerkgebouw als het Hemelse Jeruzalem Gotische kerkgebouw als een monumentaal schrijn Vormentaal: drieledig portaal, verticaliteit, dematerialisatie, heel diep koor met kranskapellen Stijlkenmerken: spitsboog, maaswerk, grote polychrome glas-in-loodramen Decoratie: narratieve (bijbelse en escatologische) sculptuur, brandschildering + vloerdecoratie 3. Gotische Architectuur als Symbolische Interpretatie van de Wereldorde Kathedraal van Amiens, 1220-1247, Robert Luzarges: - sculptuurprogramma (stenen boek): West-portaal o.a. het laatste oordeel / koningsgalerij - symbool vd flêche (vinger die naar de hemel rijkt) 3. Gotische Architectuur als Symbolische Interpretatie van de Wereldorde 3. Gotische Architectuur als Symbolische Interpretatie van de Wereldorde gargouilles of waterspuwers: zowel functioneel, decoratief als symbolisch 3. Gotische Architectuur als Symbolische Interpretatie van de Wereldorde vera lux, het schrijn, het hemelse Jeruzalem: grote raampartijen, veelkleurig (edelstenen), bijbelse taferelen 3 ledige opstand: Transept + Koor: heel diep ( 8 traveeën versus 6 middenschip) gelerij in de arcade Koor en schip: heel hoog, open > galerij (tribune) is opgegaan in de arcade 4 delig; kruisribgewelf 3. Gotische Architectuur als Symbolische Interpretatie van de Wereldorde transept + koor + kooromgang is groter dan portaal + middenschip Kranskapellen Middenschip Viering Transept Koor Apsis Uitbreiding van het koor o.w.v. het Travee sacraliteitsprincipe 3. Gotische Architectuur als Symbolische Interpretatie van de Wereldorde > diep koor gescheiden van lekenruimte: koorafsluiting + flêche > kranskapellen (zij-altaren + relieken) Reliekschrijn Heilige Vedastus, Arras 3. Gotische Architectuur als Symbolische Interpretatie van de Wereldorde Labyrinth als meditatieve oefening Video:http://whc.unesco.org/en/list/162/video 3. Gotische Architectuur als Symbolische Interpretatie van de Wereldorde Notre Dame, Reims, ca. 1250, Jean Le Loup: toenemende sculpturale verfijning in lancetten, maaswerk, wimpergen, zeer belangrijke rol van de figuratieve sculptuur en glas in lood> architectuur als “stenen Bijbel” > de wereld als een boek 3. Gotische Architectuur als Symbolische Interpretatie van de Wereldorde 3. Gotische Architectuur als Symbolische Interpretatie van de Wereldorde Reims: Het Laatste Oordeel > kerkgebouw als boek (Bijbel) in steen cfr. Victor Hugo, Notre Dame de Paris 3. Gotische Architectuur als Symbolische Interpretatie van de Wereldorde Iconografie gelinkt aan Reims als kerk waar de Franse koningen werden gezalfd: Koningsgalerij: Clovis wordt gedoopt en gezalfd 3. Gotische Architectuur als Symbolische Interpretatie van de Wereldorde De doop van Clovis 3. Gotische Architectuur als Symbolische Interpretatie van de Wereldorde Koning Salomon als architect van de Tempel van Jeruzalem Toi qui as élevé au faîte de la royauté ton humble enfant David, toi qui l'as sauvé de la gueule du lion et de la main du monstre qu'était Goliath, et du glaive homicide de Saûl, et de tous ses ennemis, toi qui as enrichi Salomon du don ineffable de la sagesse et de la paix, considère favorablement les prières de notre humilité et.multiplie les dons de tes bénédictions sur ton serviteur que nous élisons comme roi *. » Godefroy, Le Cérémonial françois (Paris, 1649, in-fol.), tome I, pp. 18 : « Unguantur manus istae de oleo sanctificato, unde uncti fuerunt reges et prophetae, et sicut unxit Samuel David in regem..,» 3. Gotische Architectuur als Symbolische Interpretatie van de Wereldorde Reims: wimberg westportaal: kroning Maria > zalving van de vorst door God 3. Gotische Architectuur als Symbolische Interpretatie van de Wereldorde Sainte Chapel in Parijs, ca 1250 -i.o.v. Louis IX -Palatijnse kapel: beneden en bovenkerk -Sterk iconografisch programma: religieus en politiek (Blanche de Castille, troonkwestie, Le miroir de l’âme) -Schrijn om relieken te bewaren -Altaar is repliek van de architectuur en functioneert als “theater” van het sacrale -Constructief “hoogstandje” om raampartijen van bovenkerk zo open en groot mogelijk te maken 3. Gotische Architectuur als Symbolische Interpretatie van de Wereldorde Palatijnse kapel: -benedenkerk: stevige basis bovenkerk door interiorisering van luchtbogen en doorlopende steunberen -detail benedenkerk met wapensymbool van Louis IX en Blanche de Castille 3. Gotische Architectuur als Symbolische Interpretatie van de Wereldorde Constructie: benedenkerk met dubbele arcade als stevige basis voor bovenkerk; massieve steunberen die naar binnen toe versmallen en aan binnenkant doorlopen in colonetten; 2 concentrische metalen “ringen” verbinden de steunberen met elkaar 3. Gotische Architectuur als Symbolische Interpretatie van de Wereldorde Parijs, Ste Chapelle, buitenaanzicht, ca. 1250 (rayonnant roosvenster, steunberen, flêche 3. Gotische Architectuur als Symbolische Interpretatie van de Wereldorde Bovenkerk: als schrijn gebouwd voor de relieken o.a. doornenkroon, tevens afspiegeling van hemelse Jeruzalem (decoratie gewelf, rijkelijke materialen, glas en licht). Glas-in-lood: bijbelse taferelen, handelingen van Louis IX, taferelen uit Miroir de l’âme 4. De Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden 4. De Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden 4. De Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden Vroege gotiek (Schelde Gotiek) Brabantse Hoge Gotiek Verder ook Maasgotiek en Kustgotiek Onderscheiden zich in materiaalkeuze, opstand en decoratie Verschillende invloedssferen uit Frankrijk, afhankelijk van diverse netwerken en actoren: -kloosterordes -contacten tussen steden, handelsroutes -bouwmeesters -opdrachtgevers 4. De Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden Sint-Niklaaskerk Gent, vanaf 1225 4. De Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden 4. De Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden laat romaanse vroeg romaanse Bouwchronologie: Reconstructietekeningen door Prof.F. De Smidt en architect A. Bressers,1960, -Circa 1100: oude romaanse kerk -1200 1225: tweede kerk met groter en hoger schip twee ronde westertorens (typisch westwerk van Romaanse kerken) Ritmische travee met lisenen Ondiep transept, massieve vieringstoren en vlak koor blijven behouden 4. De Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden -1225 1250: intrede Gotische fase vijfde travee aan het schip nieuw transept, vieringtoren in Gotische vormentaal: verticaliteit, spitsbogen, opengewerkt vlak koor met luchtogen 4. De Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden 2de helft 13de eeuw: Gotiek in het interieur: -van 4 naar 3 geledingen binnen eenzelfde volume -hogere scheibogen (tribune gaat op in arcade) > meer verticaliteit -Franse travée (Verticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten) -Schalken lopen over alle verdiepingen door tot in het gewelf -Kruisribgewelf -Spitsboog -Polychromie -Dwerggalerij en lichtbeuk blijven behouden 4. De Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden 14de eeuw: vervolg verbouwing benedenkerk -zijkapellen -uitbreiding oostelijke zijde met koor + kranskapellen 4. De Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden 4. De Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden 4. De Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden Kenmerken vroege Gotiek / Scheldegotiek: -vaak verbouwingen van Romaanse kerken -kruisbasilieken (met ondiep) transept -kooromgang en kranskapellen -4delig kruisribgewelf -flankerende torentjes aan westgevel -massieve vieringstoren -gotische elementen: openmaken van de muur, luchtbogen -in latere fases vaak wimbergen en uitvoerige decoratie buiten (pinakels, hoogsels etc,) 4. De Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden Typisch Scheldegotiek: -Doornikse steen -knopkapitelen -drielichten -massieve zuilen voor arcade, met knopkapiteel van waaruit de schalken vertrekken -sleutelelementen van de constructie gepolychromeerd 4. De Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden 4. De Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden Brabantse Hooggotiek: Hertogdom Brabant > zeer uitgestrekt, verschillende bisdommen, verschillende invloeden maar evolueert naar een coherent geheel met 2 modellen in Mechelen en Antwerpen 4. De Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden Mechelen, Sint-Rombouts: Fase 1 1250-1270: transept Fase 2 1314: zijmuren van het schip + zuilen arcade (Bourges) Brand 1343 Fase 3 1375: Hooggotiek, Jan van Osy vnl. koor (Keulen) Fase 4 schip voor 1437 Fase 5 gewelven schip + zijkapellen schip voor 1451 Fase 6 toren 1452 -1520 (Keldermans) Stedelijke opdracht naar voorbeeld van Keulen (dus Amiens) opus francigenum 4. De Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden Grondplan: kruisbasiliek met diep koor kooromgang en 7 kranskapellen belangrijke westertoren (verschil met FR) 4delig kruisribgewelf tweede zijbeuk in het noorden (complexe gewelven, laatste fase) 4. De Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden Snede: Drieledige opstand: arcade, triforium en clerestorium Vieringstoren Opengewerkt Franse travée (Verticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten) Rijk maaswerk (inter & exterieur) 4. De Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden De massieve zuilen met koolbladkapiteel van het schip worden na de brand hergebruikt en ook in het koor herhaald owv uniformiteit De “toevallige” combinatie van bundelpijlers in viering met massieve zuilen in schip en koor wordt ook een kenmerk van de Brabantse Hooggotiek 4. De Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden Brabantse Hooggotiek: maaswerk loopt door van triforium naar clerestorium en boogzwikken van de arcade in koor 4. De Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden 4. De Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden In de laatste bouwfase (kooromgang, kranskapellen en vernieuwde westtoren) worden de bundelpijlers zonder kapiteel uitgevoerd, Dit zeer abstracte lijnenspel is eenvoudig in taal maar complex in uitvoering want veronderstelt een vloeiende, haarscherpe overgang van schalken naar gewelfribben zonder mogelijkheid tot correctie, 4. De Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden 4. De Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden Ontwikkeling van Hoog naar Laat Gotiek Onderste deel: Balegem Bovenste deel: Bentheim Bouw olv bouwmeesters familie Keldermans Ontwerp voor afwerking Holar 4. De Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden 4. De Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden Kenmerkend voor de Brabantse Hooggotiek Model Mechelen: Kruisbasiliek 4delig kruisribgewelf Opengewerkte Westgevel (soms driedelig!) Veel decoratie buiten: dakrand, balustrade, gevelnissen, steunberen, pinakels, wimbergen Combinatie van zuilen met koolbladkapiteel en bundelpijlers (zonder onderbreking) Maaswerk dat doorloopt van ramen over triforium tot boogzwikken (tendens naar abstractie gekoppeld aan tendens tot meer decoratie) Duidelijke invloed van de Gothique Rayonnante (Amiens) via Keulen Brabantse zandsteen (uitgeput sinds 17de eeuw) 4. De Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden OLV Kathedraal, Antwerpen, begonnen 1351 Verschillende bouwfases tot 1521 Rombout Keldermans en Domien Waghemaekers (1521) Kenmerkend: -3ledig portaal naar Frans model (zo ook in Brussel St Goedele en St Michiels) -Sterke drang naar decoratie binnen en buiten (maaswerk, beeldhouwwerk) -Geabstraheerde bundelpijlers -Opengewerkt -Complexe decoratieve gewelven (tiercerons, liërnen!) 4. De Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden 4. De Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden Grondplan: Kruisbasiliek met koor, kooromgang en 5 kranskapellen 7 beukig > broederschappen en gilden Combinatie van 4delig kruisribgewelf en stergewelven (tiercerons en liërnen) > Engelse Gotiek! Drieledig westportaal, 8hoekige vieringtoren > Engelse Gotiek! 4. De Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden Spanning tussen constructieve “eenvoud” en veelvuldige decoratie: -Tweeledige opstand: arcade en lichtbeuk -Zeer abstracte bundelpijlers wordt systematisch gebruikt -Maaswerk loopt door van ramen over balustrade en boogzwikken, geeft indruk van triforium en onderstreept verticaliteit en openheid -Stergewelven -Achthoekige vieringstoren 4. De Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden Stergewelf met daarin aangegeven verschillende onderdelen: A: twee gordelbogen, B: twee diagonaalribben, C: een tierceron, D: een druiper of doorhangende sluitsteen, E: een lierne en F: twee schild- of muraalbogen Tierceron: decoratieve gewelfrib die verbonden is met een punt waarop het gewelf rust(zuil, pijler) Liërne: decoratieve gewelfrib die niet met een dragend element verbonden is 4. De Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden Brabantse Hooggotiek Model 2 Antwerpen: Driedelige westgevel Kruisbasiliek Tweeledige opstand Algemeen gebruik van de bundelpijler in zijn meest abstracte vorm Doorlopend maaswerk Complexere gewelven Zeer gedecoreerd exterieur 5. De organisatie van de werf en de bouwmeester 5. De organisatie van de werf en de bouwmeester Bronnen: -gebouwen zelf -iconografische bronnen -stadsrekeningen -patroenen of beweerp -formelen en profielen -machines in situ bewaard (bvb tredrad) -Carnet de Villard de Honnecourt Zeer lange bouwperiodes over generaties heen (verschil in techniek, stijl en materiaal) Vordering per travee en niet per verdieping Zie David Macauley, Cathedral- the story of its construction, 1981. Zie http://classes.bnf.fr/villard/pres/index.htm 5. De organisatie van de werf en de bouwmeester Zie David Macauley, Cathedral- the story of its construction, 1981. 5. De Organisatie van de werf en de bouwmeester Le Carnet de Villard de Honnecourt, detailtekening van een toren van de Kathedraal van Laon ca. 1250 (bewaard in Bibliothèque Nationale Parijs) 5. De Organisatie van de werf en de bouwmeester Villard de Honnecourt (ca 1225) Reisdagboek in Picardisch Zowel architectuur als medische informatie, recepten …. o.a. detailtekeningen van Kathedraal van Laon en Reims (maar ook buiten Frankrijk) Architectuur (details, technische tekeningen), sculptuur, stereometrie, machines 5. De Organisatie van de werf en de bouwmeester Laon: Detailtekening en Basisschema van de toren (ad triangulum / ad quadratum ) waarbij de verschillende snijvlakken op elkaar zijn gebracht – eigenlijk een soort montage tekening 5. De Organisatie van de werf en de bouwmeester opper-bouwmeester (plant totaal-concept) Geen gedetailleerde plannen maar bouwtekeningen bouwmeester op verschillende werven, ambachtslui meestal 1 werf > gilden Niet enkel maatwerk, ook geprefabriceerde onderdelen cfr. Familie Keldermans in Brabant 14de-15de Ontwerp door Josse Metsijs voor de westgevel van de Sint Pieterskerk, eeuw Leuven, 1505 (Museum Stam Leuven) 5. De Organisatie van de werf en de bouwmeester 5. De Organisatie van de werf en de bouwmeester Sulpitius van Vorst Jan II Keldersmans Mattheus de Layens Jan de Mesmaker Alaïd Duhameel Matthys II Keldermans Allen stadsbouwmeester MONS St.Pieters Leuven, ca. 1425 - 1483 5. De Organisatie van de werf en de bouwmeester LEUVEN Mons, Collégiale Sainte Waudru, 1450 -1621 1450: Mattheus de Laeyens 5. De Organisatie van de werf en de bouwmeester Meester timmerman: belang van de formelen en de profielen (molles) Alle onderdelen worden eerst op de grond gemonteerd en gemarkeerd Tredrad 5. De Organisatie van de werf en de bouwmeester Profielen OBV patroen In duurzaam materiaal 6. Gotiek in Engeland 6. Gotiek in Engeland Kent een totaal andere ontwikkeling dan de Gotiek in Frankrijk (die ook in de Nederlanden en in het Heilig Roomse Rijk een sterke spreiding kent) Oorzaak: politieke vijandigheid + angelsaksische liturgie Maar doet wel intrede onder de Frans-Engelse monarch Henry II Plantagenet > beginfase sterkere Franse invloed 6. Gotiek in Engeland Basiskenmerken: -Organisch grondplan -Schermgevel -mur-épas -Toenemende mate van decoratieve complexiteit in ribben en gewelven: Early English (1150-1250); Early Decorated, Curvilinear (1300); Perpendicular (1330-1530). -Constructieve logica is nauwelijks zichtbaar 6. Gotiek in Engeland Salisbury Cathedral, 1220-1260, Early English: organisch plan, schermgevel, er is geen link tussen de decoratie en articulatie van het exterieur en het interieur, door de massieve muren zijn er nauwelijks luchtbogen nodig 6. Gotiek in Engeland Salisbury: Franse invloed: opstand (arcade, galerij, lichtbeuk), spitsboog, ribgewelf, pillier cantonné MAAR geen constructieve eenheid tussen de pillier cantonné en de ribben. De bogen van het schip zijn heel sterk geprofileerd (mur épas), materiaalpolychromie > ondanks hoogte van het gebouw toch een sterke horizontale gelaagdheid MAAR geen constructieve eenheid tussen de pillier cantonné en de ribben. De bogen van het schip zijn heel sterk geprofileerd (mur épas), materiaalpolychromie > ondanks hoogte van het gebouw toch een sterke horizontale gelaagdheid 6. Gotiek in Engeland Lincoln Cathedral, 1190, Early English: hoogtepunt van de schermgevel 6. Gotiek in Engeland Lincoln: Schip: aanzet naar Tiercerongewelf (waaiergewelf) in het koor: decoratieve ribben leiden naar een punt op een kruinrib 6. Gotiek in Engeland Stergewelf met daarin aangegeven verschillende onderdelen: A: twee gordelbogen, B: twee diagonaalribben, C: een tierceron, D: een druiper of doorhangende sluitsteen, E: een lierne en F: twee schild- of muraalbogen Tierceron: decoratieve gewelfrib die verbonden is met een punt waarop het gewelf rust(zuil, pijler) Liërne: decoratieve gewelfrib die niet met een dragend element verbonden is 6. Gotiek in Engeland Exeter Cathedral, Decorated Style: gekenmerkt door eindeloze repetitie van decoratieve element en zware volumes 6. Gotiek in Engeland Exeter Cathedral: Waaiergewelf (Tiercerons): kenmerkend voor de Decorated Style Decoratie ontstaat door een eindeloze repetitie van elementen: collonetten rond de zuil, de bogen in de arcade, de ribben in de gewelven. Er ontstaat er zeer energetische doch massieve architectuur. De constructieve logica is zoek: schijnbaar constructieve elementen worden louter als decoratie ingezet 6. Gotiek in Engeland Wells: schoorbogen van het koor: sinuzoïdale vorm > curvilinear > louter owv decoratie, geen constructieve logica 6. Gotiek in Engeland Wells Cathedral, 1240, Curvilear: waaiergewelf in middenschip, netgewelf in koor > voorliefde voor de gebogen diagonaal > curvilinear > heeft niks meer te maken met de Franse ribgewelven itt Tierceron die daar nog een afgeleide van was 6. Gotiek in Engeland Ely Cathedral, 1330, Curvilinear: stergewelf gecombineerd met waaiergewelf 6. Gotiek in Engeland Ely: koor met stergewelf + waaiergewelf 6. Gotiek in Engeland Ely: detail plafond van Noordelijk transept met engelen en beschilderd houten plafond 6. Gotiek in Engeland Ely: de viering met de Ely Octagon 6. Gotiek in Engeland Ely Octogon: optische illusie (ongezien in Frankrijk!) : -draagstructuur is verborgen, lijkt te zweven -is een houten constructie die als steen geschilderd is -de ribben hebben geen enkele constructieve functie 6. Gotiek in Engeland Perpendicular: de ongebreidelde vindingrijkheid van de decoratie wordt in een regelmatig kader geordend, herhaling van een standaard patroon binnen een frame die zich zowel over plafond als muur herhaalt maar ook in het houtsnijwerk en de ramen. Tudorboog als centraal motief. 6. Gotiek in Engeland King’s College Cambridge, Perpendicular, geometrische maaswerkpatronen in frames die zich over het gehele gebouw ontwikkelen > tudorboog als centraal motief 6. Gotiek in Engeland King’s College chapel: perpendicular gewelf 6. Gotiek in Engeland De traceringen van het gewelf gaan over op de ramen en de muren 6. Gotiek in Engeland Kings College Cambridge Voorbeeldvraag 1 Argumenteer en illustreer volgende stelling aan de hand van voorbeelden: De oorsprong van de term Gotiek als "Architectuur van de Goten" zoals geïntroduceerd door Giorgio Vasari in 1530, illustreert de beperkingen van stijlbegrippen. De Gotiek kan beter als Middeleeuws modernisme beschreven worden. Voorbeeldvraag 2 Teken en bespreek de skeletbouw van een “standaard” Hooggotische kathedraal. Benoem en duidt alle componenten aan en bespreek hun functie. Voorbeeldvraag 3 Bespreek de Gotiek in de Zuidelijke Nederlanden. Som de onderscheidende kenmerken op en bespreek de evoluties.