Presentatie 5 (Motivatie en emotie) PDF

Document Details

ElatedAntagonist5839

Uploaded by ElatedAntagonist5839

Odisee de Co-Hogeschool

Hans Forceville

Tags

psychology motivation emotion human behavior

Summary

This presentation covers motivation and emotion, featuring examples from daily life and practical exercises. It explores different theories of motivation, including instinct theory, drive reduction theory, and Freud's psychodynamic theory, along with Maslow's hierarchy of needs. The presentation also delves deeper into the components and functions of emotions. Includes a discussion of emotion theory models like the two-factor theory, highlighting the interplay between internal and external factors in shaping emotional responses. Discusses examples such as the Marshmallow Test and its connection to emotional intelligence.

Full Transcript

Basis psychologie Presentatie 5 (Motivatie en emotie) Hans Forceville 35 slides 2 Uit het leven op de werkvloer gegrepen…  Mevrouw Peeters is bijzonder bang voor het onderzoek met de MRI. Je legt haar uit hoe de MRI werkt en verzekert haar...

Basis psychologie Presentatie 5 (Motivatie en emotie) Hans Forceville 35 slides 2 Uit het leven op de werkvloer gegrepen…  Mevrouw Peeters is bijzonder bang voor het onderzoek met de MRI. Je legt haar uit hoe de MRI werkt en verzekert haar dat je tijdens de hele procedure beschikbaar bent. Mevrouw Peeters begrijpt dat er niets is om bang voor te zijn en toch krijgt ze haar angst niet onder controle.  Je zou je dringend eens aan je cursus anatomie moeten zetten. Je hebt je al verschillende keren voorgenomen: dit weekend begin ik eraan. Maar telkens komt er iets tussen of heb je een excuus. Je vraagt je af of je wel voldoende gemotiveerd bent.  Mevrouw Thys is bijzonder emotioneel bij haar eerste afspraak op radiotherapie. Je vindt dat je professioneel moet blijven, maar het verhaal van mevrouw Thys raakt je en je hebt het moeilijk om je eigen emoties onder controle te houden.  Mevrouw van Gelder heeft een moeilijk traject afgelegd. Na een mastectomie heeft ze zowel chemo- als radiotherapie ondergaan. De collega’s van de afdeling hebben haar leren kennen als een koppige maar ook vastberaden dame. Ondertussen is ze terug aan het werk en traint ze voor de volgende Brussels Marathon. Haar ambitie is niet alleen om haar vorige tijd te evenaren maar om deze zelfs te verbeteren. 3  Mijnheer Vanderhaegen staat op jullie afdeling gekend als niet bepaald therapietrouw. Hij heeft reeds 2 maal een afspraak afgezegd en één keer is hij gewoon niet komen opdagen.  Je leidinggevende verstaat de kunst om zijn team gemotiveerd te houden. Hij zorgt ervoor dat elk teamlid zelf mee zijn takenpakket kan bepalen en zichzelf als competent ervaart in wat hij doet. Daarnaast bouwt je leidinggevende ook regelmatig een teambuildingsmoment in, met als resultaat dat jullie een hecht team zijn waarvan jullie graag deel uitmaken.  Je stelt vast dat als je al te lang wacht met beginnen studeren voor het examen, je stress zo hoog ligt dat je nauwelijks nog iets gestudeerd krijgt. 4  Opdracht  Kies één van de bovenstaande situaties en neem ze mee in je achterhoofd tijdens deze les.  Duid (tijdens de les) aan wat je aan begrippen en verklaringsmodellen uit deze les kan toepassen op deze situatie.  Op het einde van de les resumeer je. Eventueel kan dit als inspiratie dienen voor je opdracht. 5  Appetizer  Wat is dat eigenlijk, motivatie?  Welke zaken motiveren jou om dingen te doen die je doet?  Is jouw motivatie doorgaans intrinsiek of extrinsiek?  Heb je al momenten gehad waarop je vond dat je je niet voldoende kon motiveren? Hoe ga je daarmee om? Hoe zorg je ervoor dat je gemotiveerd bent? 6 1. Wat is motivatie?  (Al te) kort/simpel: ‘innerlijke drijfveren’  innerlijk: niet rechtstreeks observeerbaar (‘ik ben heel gemotiveerd’…?! = subjectief)  drijfveer: iets wat je drijft tot, aanzet om bepaalde zaken op een bepaalde manier te doen  Let op: in de drijfveertheorie heeft dit woord een engere betekenis nl louter biologisch  Uitgebreid:  alle processen die te maken hebben met het selecteren, het aanzetten, het sturen, de intensiteit en het volhouden van lichamelijke en/of psychische activiteiten  met inbegrip van  het voelen van een (psychologische) behoefte/verlangen  ‘drive reduction’ (reductie van de biologische behoeftesensatie – bv dorst lessen)  vaak complexe combinatie van verschillende zowel biologische als psychologische als sociale factoren (bv drinken o.w.v. dorst, sociale normen, plezier, reclame, prestatie…) 7  Intrinsieke extrinsieke motivatie  Beloningstheorie (1) verwachtingstheorie (2) 1. … 2. … als men verwacht in de taken succesvol te zijn + als men de resultaten (de producten en de beloningen) waardeert  Prestatiedrang of prestatiemotivatie (Need for achievement)  Verlangen om een moeilijk maar aantrekkelijk doel te bereiken  Thematic apperception test (TAT) 8  Prestatiemotivatietest (lezen)  Crosscultureel perspectief op prestatie (lezen)  Flow (lezen)  Behoefte aan affiliatie (verbondenheid)  Behoefte aan macht (neutrale betekenis!)  Overrechtvaardiging  Experiment met ‘diploma’  Wanneer geen rekening gehouden wordt met kwaliteit van de prestatie 9 2. Hoe worden onze motivatieprioriteiten gesteld? 1. Instincttheorie  Instincten = niet aangeleerde/aangeboren gedragspatronen die bij de gehele soort op dezelfde manier voorkomen en die essentieel zijn voor overleving  Evolutionair bepaald (begrip adaptatie)  ‘Gefixeerde actiepatronen’  Vb nestbouw, vogeltrek, zuigreflex  kritiek:  term ‘instinct’ wordt vandaag voor zoveel zaken gebruikt dat hij eerder als een label fungeert dan als een verklaring  houdt weinig of geen rekening met effecten van leren  verouderde theorie, enkel interessant om gedrag met een sterke biologische basis te verklaren maar minder geschikt om complexer gedrag te verklaren 10 2. Drijfveertheorie  3 begrippen:  ‘drijfveer’ = toestand van energie of spanning die organisme beweegt om biologische behoefte te vervullen en op die manier de drijfveer te reduceren (‘drive reduction’); bv dier dat dorst heeft, wordt ‘gedreven’ om te drinken  ‘behoefte’ = biologische onevenwichtigheid die de overleving in gevaar brengt  ‘homeostase’ = biologisch evenwicht dat het organisme tracht te handhaven  kritiek:  biedt geen verklaring voor gedrag dat geen functie heeft in herstellen v/h evenwicht of dat stimulatie vergroot (bv. parachute springen…)  net zoals instincttheorie verouderde theorie die onvoldoende aandacht voor cognitieve , culturele, sociale elementen bij gedragingen als eten 11 3. Freuds psychodynamische theorie  Motivatie = onbewust:  Eros en thanatos  + alle onbewuste strategieën om deze binnen de perken te houden door er een acceptabele uitlaatklep voor te zoeken 12 4. Behoeftehiërachie van Maslow  We zijn pas bezig met hogere behoeften als lagere behoeften bevredigd  Kritiek! 13 5. Een nieuwe behoeftehiërarchie volgens analyseniveaus  Behoeftehiërarchie bestaat wel degelijk maar verandert continu door invloeden op 3 niveau’s:  Functionele analyseniveau  // Maslov  er is inderdaad een soort standaardhiërarchie in onze behoeften: van overlevingsbehoeften tot ‘hogere’ behoeften  Proximale analyseniveau  welke prikkels zijn het meest ‘dichtbij’ (= betekenis van ‘proximaal’)  Vb geur van verse croissants kan de prioriteit van het hongermotief verhogen  Ontwikkelingsanalyseniveau  wat is levensfase waarin je je bevindt?  Vb seksuele motieven nemen tijdens de puberteit toe, nadien (bij sommigen) 14 kinderwens, … 15  Seks en ouderschap bovenaan in plaats van zelfactualisatie  Controversieel!  Zijn hogere motieven niet los komen te staan van procreatie/verder bestaan van de soort? 6. Zelfdeterminatietheorie  Mensen hebben van nature uit een groeitendens (die zich in een stimulerende omgeving manifesteert)  3 basisbehoeftes:  autonomie  competentie  verbondenheid 16 17 3. Waar staan honger en seksuele motivatie in de motivatiehiërarchie? (lezen) 18 4. Hoe motiveren onze emoties ons? 1. De ‘onderdelen’ van emoties  Niet enkel een subjectief gevoel, maar 4 componenten: 1. Fysiologische arousal 2. Cognitieve interpretatie 3. Subjectieve gevoelens 4. Gedragsmatige expressie  Geef een vb naar aanleiding van een zelf gekozen gebeurtenis 19 20 2. Wat emoties doen (functie)  adaptief: signaal dat helpt om met belangrijke gebeurtenissen om te gaan (evolutionair/natuurlijke selectie!)  ‘toenadering’ bij positieve emotie  ‘vermijding’ bij negatieve emotie  emoties bij gebeurtenissen worden als een soort label opgeslagen in het geheugen zodat we snel kunnen reageren bij gelijkaardige gebeurtenissen  ‘somatische marker’ = emotioneel lichaamsbeeld dat in het geheugen opgeslagen wordt  Bv hartkloppingen, zweten, verstijven, wegrennen, …  spiegelneuronen: hersencellen die geactiveerd worden wanneer je de emotionele toestand van een ander waarneemt, waardoor bij jou dezelfde emotionele toestand wordt opgeroepen  emotionele expressies bevorderen sociale interactie (helpen ons om op de ander te reageren) 21  zonder emoties kunnen we geen beslissingen nemen: door emoties en concepten te 3. Emoties tellen + universele expressie  basisidee = grote aantal (‘complexe’) emoties is terug te voeren tot beperkt aantal ‘elementaire’ emoties  Ekman :  7 elementaire emoties: verdriet, angst, woede, geluk, verrassing, afkeer, minachting  op basis van universele emotionele gezichtsuitdrukkingen (cf. peuters, chimpansees…): voor iedereen herkenbaar  Let op: er zijn wel culturele verschillen door uitingsregels  Amerikanen leren hun emoties uiten Aziaten leren ze beteugelen  Uitsteken van tong kan voor Chinezen verrassing betekenen  Genderverschillen: emotionele uitingen van dominantie worden bij mannen bekrachtigd van verdriet afgestraft 22 23  Plutchik  8 elementaire emoties  Primaire en secundaire 24 5. Waar komen onze emoties vandaan? 1. De neurowetenschap van emotie  Hoe komt het dat we zo irrationeel kunnen zijn in emoties, bv. angst voor spinnen?  te maken 2 verschillende emotionele systemen/banen in onze hersenen om emoties te verwerken 1. onbewust en zeer snel/automatisch ‘waarschuwingssysteem’  zorgt ervoor dat je snel op een gevaarlijke gebeurtenis reageert, zelfs voordat je je van de gebeurtenis bewust wordt  heeft aangeboren gevoeligheid voor bepaalde cues + leert door klassieke conditionering snel nieuwe emotionele responsen  adaptief/evolutionair 2. bewust en veel langzamer emotieverwerkingssysteem  bewuste verwerking van prikkels 25 26  De rol van verschillende hersengebieden bij emoties: niet kennen, behalve:  Emoties kunnen verlammend werken waardoor afgewogen besluitvorming onmogelijk wordt  Extreme/langdurige emotionele responsen kunnen lichamelijke kwalen veroorzaken  Arousal, prestatie en de omgekeerde U  Optimale prestatie bij laag/gemiddeld/hoog arousalniveau is afhankelijk van de moeilijkheid van de taak! 27 28 2. Theorieën van emotie: niet kennen behalve  Tweefactorentheorie (Schachter)  Emoties = afhankelijk van inschatting van  interne lichamelijke toestand  externe situatie waarin we ons bevinden (emotie oproepende stimulus)  Maar: in complexe situaties (waarin veel stimuli onze aandacht vragen) indien beiden elkaar niet bevestigen => vaak misattributie v/d arousal  cfr. Brugexperiment: arousal door wiebelige brug wordt geïnterpreteerd als emotionele aantrekking tot de vrouwelijke onderzoekster 29 3. Het beheersen van emoties  Belang  Haal eens enkele situaties voor de geest waarin dat je wou dat je je emoties beter had kunnen beheersen…  Zoek enkele voorbeelden i.v.m. je toekomstige job  Te maken met emotionele intelligentie. Wat is dat?  Aangeboren of aangeleerd? 30  Emotionele intelligentie =  emoties waarnemen (bewustworden van je eigen emoties + waarnemen bij anderen)  begrijpen (verband tussen gebeurtenissen en emoties, tussen emoties onderling, verschillen in emotionele responsen)  bijsturen/beheersen (reguleren van eigen emoties + die van anderen beïnvloeden)  op gecontroleerde manier uiten  ontmaskeren in geval van misleiding  gebruiken (in probleemoplossing en denken) 31  Marshmallowtest: EQ als voorspeller van succes?  Marshmallowtest = goede voorspeller voor aanpassingsvermogen op latere leeftijd  Filmpje  test hoe goed je er als kind in slaagt om je gevoelens te beheersen en handelen op basis van die emoties te bedwingen  Hoog EQ = (geen perfecte!) voorspeller van goede schoolresultaten, harmonische relaties, positief zelfbeeld, professioneel succes…  Maar: EQ is geen onveranderlijke grootheid, maar kan ontwikkeld worden (cf. vele cursussen) 32 33  Extreme beheersing van emoties is ook niet gezond:  Onoprechtheid  Link met onvermogen om emotioneel geladen gebeurtenissen te herinneren  Bedrog  Bedrog/misleiding ontmaskeren  Cognitieve inspanning om waarheid te verbergen leidt tot verscherpte aandacht = kleinere pupillen, pauzes tijdens spreken door woordkeuze…  Verdraaide elementen herhalen  Verhoogde arousal = hartslag, ademhaling, bloeddruk… (cfr. Leugendetector) 34  Woede beheersen  Negatieve gevoelens worden niet minder door ze op agressieve manier te uiten, integendeel!  Spiraal van geweld  Wachten tot razernij wegebt en vertellen wat je zo boos heeft gemaakt en welke gevoelens het bij je oproept 35

Use Quizgecko on...
Browser
Browser