Biomedische Vraagstelling en Onderzoeksmethodiek PDF

Summary

Deze document beschrijft verschillende biomedische vraagstellingen en onderzoeksmethoden, focussend op zowel fysiologie als pathologie. Het bestrijkt onder andere de niveaus van analyse, van organisme tot subcellulair niveau, en verschillende onderzoekstypes als in vivo, ex vivo, in vitro en in silico. Het document bevat ook een discussie over maatschappelijke aspecten.

Full Transcript

2.2. Biomed. Vraagst. & Methodiek 2. 2.- 1 2.2. Biomedische vraagstelling en onderzoeksmethodiek...

2.2. Biomed. Vraagst. & Methodiek 2. 2.- 1 2.2. Biomedische vraagstelling en onderzoeksmethodiek 2.2.1. Zeer breed gamma aan vraagstellingen  BMW focust op mens  Fysiologische vraagstellingen  pathologische vraagstellingen fysiologie pathologie hoe werkt ons lichaam? wat loopt er fout? Hoe werkt ons geheugen ? Hoe ontstaat de ziekte van Alzheimer? Wat regelt het kloppen van ons hart? Waarom doet cholesterol onze aders dichtslibben? Wat stimuleert spierontwikkeling? Hoe ontstaat kanker? Hoe ontstaat een hongersignaal? Wat is multiple sclerose? … Wat gebeurt er bij Covid-19? …  Maatschappelijk belang 2.2. Biomed. Vraagst. & Methodiek 2. 2.- 2  niveaus organisme weefsel cel subcellulair  Vaak combinatie  mens zelf of modelorganismen  Vaak combinatie 2.2. Biomed. Vraagst. & Methodiek 2. 2.- 3 2.2.2. Er is een zeer breed gamma aan vraagstellingen  open exploratief  hypothese-gedreven open exploratief onderzoek: = onderzoek waarbij we breed gaan zoeken naar een antwoord zonder specifieke richting te kiezen hypothese-gedreven onderzoek: = onderzoek waarbij we een antwoord vooropstellen (hypothese) en dit toetsen 2. 2.- 4  fundamenteel / translationeel / klinisch 2.2. Biomed. Vraagst. & Methodiek fundamenteel: gericht op een gedetailleerde analyse van de moleculaire bestanddelen en processen in cel en in organisme translationeel: Maakt overgang tussen fundamenteel en klinisch onderzoek klinisch: patiënt-gericht  optimaliseren van diagnose  verbetering van behandeling  nieuw geneesmiddel 2. 2.- 5 2.2. Biomed. Vraagst. & Methodiek  analyses in vivo / ex vivo / in vitro / in silico In vivo: bepalingen bij levende organismen Voorbeelden: -meting van lichaamstemperatuur, bloeddruk -medische beeldvorming -… Ex vivo: metingen op stalen van organisme Voorbeelden: -immunohistochemie van biopt -… In vitro: metingen in proefbuis Voorbeelden: -celcultuur -kloneren -… In silico: analyses met computer Voorbeelden: -(re)analyse genexpressiedata - studie van interactienetwerken -... 2.2. Biomed. Vraagst. & Methodiek 2. 2.- 6 2.2.3. Enkele definities Precisie = variabiliteit = maat voor reproduceerbaarheid  standaard deviatie, coëfficiënt van variatie Accuraatheid = verschil tussen gemeten waarde en de “echte” waarde  populatiestatistiek (confidentieniveau / confidentie-interval) Detectielimiet = gevoeligheid = kleinste waarde die kan gemeten worden Kwantificatielimiet = kleinste waarde die voldoende nauwkeurig kan gemeten worden Robuustheid = mate waarin de methode een consistent resultaat geeft ondanks kleine verschillen in experimentele parameters (bv. pH) 2.2. Biomed. Vraagst. & Methodiek 2. 2.- 7 2.2.4. Selectie van de methode Criteria: - te meten variabelen - vereiste precisie, detectielimiet - aantal stalen / waarden / subjecten - beschikbaarheid apparatuur - kosten - vergunningen / ethische toestemming - veiligheidsrisico's - vroegere / gepubliceerde ervaringen -persoonlijke voorkeur

Use Quizgecko on...
Browser
Browser