LES 1 r-ag fin PDF
Document Details
Uploaded by Deleted User
Tags
Summary
This document provides information about various art periods, including the Northern Renaissance, Italian Renaissance, and Baroque periods. It details the artists and their works of art. Specific highlights include paintings by artists like Rogier van der Weyden, Jan van Eyck, and Leonardo da Vinci.
Full Transcript
1: ‘NORTHERN RENAISSANCE’ 15e eeuw Claus Sluter eerste helft 15e eeuw Jan van Eyck eerste helft 15e eeuw Rogier van der Weyden eerste & tweede helft 15e eeuw Dieric Bouts tweede helft 15e eeuw Hans Memling tweede helft 15e eeuw 2: ‘...
1: ‘NORTHERN RENAISSANCE’ 15e eeuw Claus Sluter eerste helft 15e eeuw Jan van Eyck eerste helft 15e eeuw Rogier van der Weyden eerste & tweede helft 15e eeuw Dieric Bouts tweede helft 15e eeuw Hans Memling tweede helft 15e eeuw 2: ‘NORTHERN RENAISSANCE’ 16de eeuw Gerard David tweede helft 15e eeuw Jheronimus Bosch tweede helft 15e eeuw & eerste helft 16e eeuw Albrecht Dürer tweede helft 15e eeuw & eerste helft 16e eeuw Hans Holbein tweede helft 16e eeuw Pieter Bruegel tweede helft 16e eeuw 3: ITALIAANSE RENAISSANCE quattrocento Filippo Brunelleschi eerste helft 15e eeuw Paolo Uccello eerste helft 15e eeuw Masaccio eerste helft 15e eeuw Fra Angelico eerste helft 15e eeuw Donatello eerste helft 15e eeuw (midden) Piero della Francesca tweede helft 15e eeuw Andrea del Verrocchio tweede helft 15e eeuw Sandro Botticelli tweede helft 15e eeuw 1 4: ITALIAANSE RENAISSANCE cinquecento Leonardo da Vinci tweede helft 15e eeuw & eerste helft 16e eeuw (ml) Michelangelo eind 15e eeuw & eerste helft 16e eeuw 5: BAROK Italië & Spanje Caravaggio tweede helft 16e eeuw & eerste helft 17e eeuw Artemisia Gentileschi eerste helft 17e eeuw Gianlorenzo Bernini eerste helft 17e eeuw Zubarán eerste helft 17e eeuw Diego Velazquez eerste & tweede helft 17e eeuw bloeiperiode valt rond de late 16e en vroege 17e Spaanse polychromie eeuw 6: BAROK lage landen Peter Paul Rubens eerste helft 17e eeuw Frans Hals eerste helft 17e eeuw Antoon van Dyck eerste helft 17e eeuw Jacques Jordaens eerste helft 17e eeuw Michaelina Wautier eerste helft 17e eeuw Adriaen Brouwer eerste helft 17e eeuw Rembrandt van Rijn eerste & tweede helft 17e eeuw Johannes Vermeer tweede helft 17e eeuw 2 HOOFDSTUK 1: ‘NORTHERN RENAISSANCE’: 15de EEUW PROBLEMATISCHE TERMINOLOGIE: Vlaamse primitieven = schilders Zuidelijke-Nederlanden ca. 1400-1500 ‘Primitief’? Term populair via eerste grote overzichtstentoonstelling in Brugge 1902 - Lineair perspectief nog niet helemaal onder de vingers, in tegenstelling tut hun Italiaanse tijdgenoten - Vrome religieuze onderwerpen als naïef in vergelijking met Italiaanse renaissancekunst (een zelfbewust mensbeeld en een hernieuwde interesse in de klassieke oudheid) + Status van kunstenaars als grondleggers: heel wat technische en stilistische innovaties: olieverf, detailrealisme ‘Vlaams’? Grenzen historisch graafschap Vlaanderen /= huidig Vlaanderen HISTORISCHE ACHTERGROND Filips de Stoute heerst over het succesvolle hertogdom Bourgondië en graafschap Vlaanderen nieuwe uitgerekte staat: de Bourgondische Nederlanden (lappendeken van verschillende vorstendommen met 1 heerser aan de top) Machtige steden: de vele dichtbevolkte steden zijn op zowel politiek als economisch vlak machtig en zelfstandig: stedelijke rebellie tegen de centraliseringspolitiek van de hertogen Wie zijn de opdrachtgevers? Hertogen hadden een luxueuze levensstijl: hofcultuur stond bekend om pracht en praal met kunst als middel om macht en prestige te tonen. = hof als cultureel en artistiek centrum in Europa. Rijke middenklasse / stedelijke burgerij = opdrachten voor portretten en altaarstukken om hun sociale status uit te drukken Gilden, broederschappen, stadsbesturen, kloosters… ‘conspicuous consumption’ = waarbij iemand door het aankopen van luxegoederen zijn welvaart wil etaleren ‘social emulation’ = waarbij zgn. ‘lagere’ klassen het gedrag van ‘hogere’ klassen gaan imiteren, bijvoorbeeld een rijke Gentse handelaar die zich, net zoals een Bourgondisch edelman laat portretteren op een altaarstuk De moderne devotie = verinnerlijking van het geloof: Bijbel een grotere rol in het persoonlijk leven van de individuele gelovige. ‘Imitatio christi’ = de voorbeeldige levenswandel van Christus persoonlijk na streven en Zijn lijdensverhaal emotioneel laten inwerken tijdens het gebed. MAAR: analfabete bevolking -> kunst gebruiken om individuele gelovigen actief te betrekken bij complexe concepten uit de Bijbel zoals bijvoorbeeld de verrijzenis van Christus. = grote rol bij innovatie uitbeelden emoties 3 Bloei voor veel artistieke productie: - edelsmeedkunst (toont je geld) - perkamenten boeken (unieke stukken)-> miniaturen - textiel in Brugge - muziek: Polyfonie: Guillaume Dufay, Johannes Ockeghem, Josquin des Prez Kunstproductie: (niet heel belangrijk) Kunstenaar worden is een traject 1. Leerling zijn bij een meester 2. Een meesterwerk maken om ‘af te studeren’ 3. Gezel worden van meester of zelfstandige kunstenaar Meesters waren lid van een gilde (= beroepsvereniging van ambachtslieden) Voordelen: - Politiek: vertegenwoordiging bij het stadsbestuur - Economisch: protectionisme over leden, geen lid = geen kunsthandel - Sociaal: onderlinge steun via hulpkassen - Religieus: gemeenschappelijke kapel MATERIËLE OMSTANDIGHEDEN Paneelschilderkunst - Eiken panelen - Grondlaag (kalk/dierlijke lijm) - Ondertekening (krijt/houtskool) - Verf in lagen - Vernis Olieverf Tempera Traagdrogend = tijd, nat in nat en makkelijker sneldrogende en niet-doorzichtige verf: kleuren aanbrengen kleurmening niet evident (arceren) = veel realistischer resultaat (detailrealisme) Dendrochronologie: een dateringsmethode voor hout van bepaalde soorten bomen, zoals eiken. Vastleggen wanneer schilderij ten vroegste is gemaakt Infraroodreflectografie en radiografie: ondertekening en wijzigingen in het schilderproces 4 ROGIER VAN DER WEYDEN 1399-1464 Doornik – Brussel – Italië (motief van Fra Angelico) De kruisafneming - eerste helft 15e eeuw (1435) Functie? Altaarstuk kruisboogschuttersgilde. Bogen verstopt in werk: hout, armen… Ruimtewerking: amper plaats voor de 10 figuren. Niet hoekig en stijf maar emotioneel: al het irrelevante is weg. Claustrofobie = we moeten kijken naar de emotie van de omstaanders Maria: ‘mede-lijden’ zelfde pose als haar zoon = imitatio christi Doel = gelovigen aansporen om het lijden van Christus te beleven en de ervaring ondergaan als de personages op het altaarstuk Imitaties van het werk mislukken: - plaatsen in landschap (te veel ruimte) - het paragone statement vergeten o de Italiaanse benaming voor theoretische discussies over welke kunstvorm de meest hoogstaande was. ▪ weergave van deze figuren in een gouden nis = overtreffen van houtsnijkunst en beeldhouwkunst Het Laatste Oordeel – eerste helft 15e eeuw Functie? Een Bourgondisch kanselier stichtte een ziekenhuis om een ticket naar de hemel te verzekeren. Exterieur = 6/7 dagen te zien: men kan bidden voor de kanselier en zijn vrouw - hun beschermheiligen tegen de pest - annunciatie in grisaille (inspo door lam Gods) 5 Interieur = enkel op zondag te zien (imposant) - Jesus weegt je ziel: rechter Beperking narratieve elementen: geen duivels, beperkte individuen… Klemtoon op individuele emotie Beeldtaal past zich aan de functie van het werk: grote hemelse figuren, beperkt aantal figuren en groot contrast in kleuren => draagt bij aan de zichtbaarheid vanuit de ingang van de kapel. Het werk is in slechte staat: verstopt op de zolder en later naakten overschilderd en vlammen in de hel. Atelierwerk: leerlingen Kruisiging – tweede helft 15e eeuw (1460) Ongewoon grote afmetingen: bijna 4 op 2m Functie? Geschenk aan het kartuizerklooster waar zijn zoon lid van was. ➔ Ascetisme: zeer sobere levensstijl Kruisiging ontdaan van narratieve franjes = gereduceerd tot de essentie = beeldtaal past zich aan de context aan Visueel: plooien in gewaden leiden naar Jezus, geen dieptezicht… Essentie = extreme soberheid in kleurpalet, textuur, details... De zeven sacramenten – eerste helft 15e eeuw (1460) Functie? Niet duidelijk voor waar bedoeld. Wapenschilden van Doornik en de bisschop in de bovenhoeken van de gouden imitatielijsten. Zeven sacramenten, gerangschikt rond een calvarie in de middenbeuk van een gotische kerk: Boven elk sacrament = engel met banderol. Achtergrond middenpaneel = een priester die een hostie ophoudt tijdens de consecratie, waardoor het offer van Christus herhaald wordt. Op het linkerpaneel worden het doopsel, het vormsel en de biecht uitgebeeld. Het rechterpaneel toont de priesterwijding, het huwelijk en de ziekenzalving. De personen op het middenpaneel zijn groter dan die op de zijpanelen: ze zijn belangrijker en van een andere orde. Hun kleurige gewaden richten de aandacht op de voet van het kruis. Als tegenstelling kan men twee bedelaars onderscheiden tussen de zuilen. 6 - Hoofden geschilderd op tinfolie - Door drie verschillende handen geschilderd - Onlangs gerestaureerd: veel documentatie over te vinden Portretten – tweede helft 15e eeuw De vernieuwing van de portretkunst in de 15e eeuw startte bij de vernieuwde omgang met realisme bij de Vlaamse Primitieven. ➔ Ze probeerden via fysieke eigenheden van de geportretteerde hun persoonlijkheid en innerlijke leven weer te geven. ➔ Driekwartsperspectief i.p.v. zijdelings profiel = meer diepte Effen donkere achtergrond Ter hoogte van handen afgesneden ➔ Verdergezet door van Eyck en Memling 7 JAN VAN EYCK 1390-1441 ‘als ich xan’ - ik doe wat ik kan, naar mijn beste vermogen. = zelfzeker Signeerde werk in het Limburgs = individu Komt uit betere kringen 1430 = bloeiperiode Zelfportret als een nieuw soort statement: kunstenaar als individu 1420-1424: afbeeldingenschilder voor boeken bij graaf van Holland Getijdenboek: elke schilder heeft een letter: ‘hand G’ wordt vermoed dat het Van Eyck is. Kleine afbeelding met extreem veel detail. Het Lam Gods – eerste helft 15e eeuw (1432) Enorme aandacht voor detail: belichting van de figuratie in het schilderij = werkelijke inval door de ramen van de kapel perfecte stoffen, houtwerk, juwelen etc. verschillende gelaatsuitdrukkingen van de engelen = meerstemmigheid van de polyfone muziek die zij uitvoeren exotische flora -> nog nooit eerder gezien door de eigentijdse Vlaming -> ‘hemels’ enorm op de hoogte van de juiste theologie 1. BESCHRIJVING Onderregister open - enkel op zondagen te zien Gesitueerd in de hemel, voorgesteld als een uitgestrekt landschap met uitzonderlijk rijke botanische variatie. Sommige gebouwen zijn in verband te brengen met bestaande gebouwen maar van Eyck verbeeldt de majestueuze architectuur het Hemelse Jeruzalem, de Stad Gods, die door de H. Augustinus is beschreven. 8 Verticale lezing Lam Gods: = symbool van de H. Geest Legt door de plaatsing in de compositie verband met het bovenste register van het veelluik. Onder duif = Lam = Christus Boven duif = God Christus en het offer dat Gods zoon door zijn kruisdood bracht ter verlossing van de mensheid. = essentie Christelijk geloof Kelk en altaar = eucharistie Engelen tonen objecten van Jesus’ passie Dit is de bron van het levenswater: de gelukzaligen die Christus volgen zullen het eeuwige leven genieten, hier in beeld gebracht als eeuwig stromend water. Gelukzaligen komen uit alle richtingen om het Lam Gods te aanbidden. = profeten, martelaren, apostelen… Groep rechts = Nieuwe Testament Groep links = oudtestamentische tijd Belijders = bewonderenswaardige christenen die niet gestorven zijn voor hun geloof zoals martelaren Op de zijluiken van het onderregister naderen groepen het altaar van het Lam. Rechts zien we heremieten (kluizenaars) en pelgrims, geleid door de reus Christoffel. De linkerpanelen stellen het werelds gezag, dat het geloof beschermt voor. Bovenregister open – enkel op zondagen te zien Drie-eenheid: felrode mantel = H. Geest tiara = drievoudige kroon scepter = opperste waardigheid kroon = onderwerping aan het aardse God, de Vader is geplaatst tussen Maria en Johannes de Doper: Dit gaat terug op het oude Byzantijnse Deësis-type, waarbij Christus tussen zijn Moeder en zijn voorganger werd afgebeeld. 9 Imposant karakter centrale figuren = monumentale schaal, aan de strenge symmetrische opstelling, de rijke harmonie van het blauw-rood-groen akkoord in de kleurstelling van de kledij en de bijzondere schittering van de overvloedig aanwezige juwelen. Suggestie muziek accentueert de majestueuze impact van de centrale figurengroep. Adam & Eva: enorm verschil met de andere figuren: - Bedekken hun naaktheid met een vijgenblad (geen luxueuze gewaden) - Smalle duistere nissen - Gezien van uit een laag standpunt dat overeenkomt met het standpunt van de toeschouwer o Toeschouwer identificeert zich in de eerste plaats met hen Gesloten Enorm contrast met binnenluiken -> sombere grijswaarden Boven: de engel Gabriël en Maria wijzen profeten en sybillen naar hun geschriften waarin ze de komst van Christus voorspelden. Annunciatie: eenvoudig wit gekleed met beperkte juwelen detailrealisme nog steeds verbluffend (licht, stad) Onderaan: knielende opdrachtgevers van de polyptiek in luxueuze kledij: elite van Gent Waarom? -> ze zijn oud en kinderloos = angst om vergeten te worden. Grisaille: paragone 2. DE HANDENSCHEIDING VAN HET LAM GODS Een inscriptie op de buitenzijde van de zijluiken: De schilder Hubert van Eyck, een groter heeft niet bestaan, heeft [dit werk] begonnen en zijn broeder Jan, de tweede in de kunst, heeft die zware taak voltooid op verzoek van Judocus Vijd. Deze [Judocus] verzoekt U door dit vers zorg te dragen voor wat tot stand kwam op 6 mei. Over Hubert van Eyck zijn amper biografische gegevens bewaard gebleven. Bovendien kan geen enkel werk met zekerheid aan hem toegeschreven worden. 3. MATERIËLE GESCHIEDENIS LAM GODS Helstafereel verloren bij eerste restauratie, beeldenstorm, te naakte adam en eva, napoleon, panelen verkocht, brand in kathedraal, verborgen voor Duitsers… Verdrag van Versailles. Berlijnse panelen komen terug Lam Gods na 100 jaar weer herenigd Diefstal, naar Frankrijk, nazi’s, Monuments Men’: ontdekken mijn op tijd en redden meesterwerken 10 Het portret van Arnolfini en zijn vrouw - eerste helft 15e eeuw (1434) Functie en betekenis? Moeilijk te weten… Eerst: huwelijksportret Giovanni en Giovanni MAAR: huwden pas na de dood van van Eyck Nu: - portret ter nagedachtenis van Conzana (eerste vrouw) epitaaf? - portret met een tweede, ongedocumenteerde vrouw Betekenis objecten? ‘disguised symbolism’= Ogenschijnlijk dagdagelijkse voorwerpen zouden in het oeuvre van de Vlaamse Primitieven vaak een verborgen symbolische betekenis hebben volgens cultuurhistoricus Panofsky. Deze verborgen betekenissen werden door tijdsgenoten perfect begrepen. zoals trouw (hond), kuisheid (borstel), de aanwezigheid van God bij het huwelijk (kaars). Panofsky interpreteerde het schilderij als een visueel huwelijkscontract, met Jan van Eyck als getuige, wat hij ondersteunde door van Eycks handtekening in het schilderij. (‘ik was hier’) Madonna met kanunnik Joris van der Paele – eerste helft van de 15e eeuw (1436) Functie? = Funerair Het werk was een blijvende herinnering aan de stichting die door de overledene was ingesteld, en het diende de gelovige voorbijganger aan te sporen tot een gebed voor het zielenheil van de overledene. Memoriefunctie, bij graf maar ook altaarstuk. een epitaaf = een schilderij in de nabijheid van een grafsteen Betekenis afgebeelde? Zowel Donaas (patroon Brugge) als Sint-Joris (naamheilige) fungeren als tussenpersonen tussen kanunnik van der Paele en Madonna. Sacra conversazione = schilderij waarop in een realistische manier heiligen, soms in combinatie met stervelingen zijn afgebeeld alsof ze in een alledaagse conversatie zijn verwikkeld. Van der Paele heeft een geopend gebedenboek en een bril (= statussymbool) zo realistisch geschilderd dat we zijn cataract zien 11 Bijna elk detail heeft een bepaalde symbolische betekenis en past bij theologische concepten: = het altaar en de daarop voltrokken eucharistie. Ze staan centraal en zijn afgebeeld in een soort priesterkoor waar in een kerkgebouw normaal ook het hoofdaltaar bevindt. De Heilihe Sint-Donatius houdt 5 brandende kaarsen vast -> verwijst naar een wonder uit zijn jeugd. In zijn andere hand = heilig kruis Indrukwekkend detailrealisme/materiaalrealisme maar geen werkelijke gebeurtenis verwijzingen naar de christelijke heilsgeschiedenis en de opstanding uit de dood. (in houtsnijwerkfiguren in de troon en architecturaal) De heilige Barbara – eerste helft 15e eeuw (1437) Ondertekening of zelfstandige grisaille? 12 DIERIC BOUTS 1410/20-1475 Haarlem – Leuven (stadsschilder) Kenmerken: harmonische composities in een rijk, helder en warm coloriet lange figuren, rijzig en in zichzelf gekeerd. Weinig emotioneel o ‘schilder van de stilte’ Link met Vlaamse primitieven: Realisme en monumentaliteit Thematische en compositorische invloed van Rogier van der Weyden Nauwkeurige observatie en registratie van de realiteit zoals Jan van Eyck Het laatste avondmaal – tweede helft 15e eeuw (1464-8) Functie? Besteld door het Broederschap van het Heilig Sacrament. Contract bewaard: Strikte deadline en veel inspraak opdrachtgevers Bouts werkte samen met 2 theologen voor een vernieuwende voorstelling van het Laatste avondmaal. Actualisering gebeurtenis: Christus en zijn apostelen in een eigentijdse omgeving: het 15e eeuwse Leuven (grote markt te zien) Moderniteit toont dat het een waargebeurd verhaal zou zijn. Christus’ hand zegent het brood = het allereerste Sacrament = symboliseert zijn lijden en verrijzenis en het broederschap H.S. is hieraan gewijd Zegenende hand staat ook tekentechnisch in het centrale punt van het werk Personages lijken onbewogen acteurs, ze zijn fysiek aanwezig maar lijken emotieloos. Alle aandacht gaat naar de Eucharistie zelf, en niet naar gevoel, beroering of emotie (zoals dit bijvoorbeeld wel het geval was bij Rogier van der Weyden). Rond het middenluik = Oudtestamentische prefiguraties laatste avondmaal 13 Rechtvaardigheid van keizer Otto III – tweede helft 15e eeuw (1473) Rechtvaardigheidstafereel = schilderij met een historisch voorbeeld van een rechtvaardig oordeel, dat de huidige schepenen (die ook als rechter functioneerden) moest aansporen om ook rechtvaardig te handelen. Hangt in de schepenenkamer. Gekozen verhaal: het legendarisch oordeel van keizer Otto III. De keizerin (vrouw van Otto) beschuldigd een graaf van aanranding nadat hij haar afwijst. Otto III laat de man onthoofden. Na de executie leverde de vrouw van de onthoofde graaf het bewijs van de valse beschuldiging door een gloeiende staaf van metaal ongedeerd in haar hand te houden. Otto III veroordeelt zijn vrouw ter dood op de brandstapel. Hij is de rechter die recht doet aan het extreme, zelfs als dit betekent dat hij zijn vrouw moet offeren. Bouts vat het verhaal samen in vier scènes op twee luiken, waarvan telkens een prominent op de voorgrond en een ander in de achtergrond plaatsvindt. In een halfcirkelvormig patroon worden de beide panelen met elkaar verbonden. Eigentijds: veroordeelde graaf is afgebeeld als een boeteling uit de 15e eeuw beproeving door vuur hedendaagse kleding Leuvens stadsbeeld trompe-l’oeileffect 14 HANS MEMLING 1440-1494 (Keulen-Brugge) Uitzonderlijk groot oeuvre bewaard: toont het succes, veel buitenlandse kopers Stilistische en compositorische invloeden van Van Eyck en Van der Weyden Hij gaf de portretkunst een nieuwe wending door de traditionele donkere achtergrond te vervangen door een interieur of een landschap (Vlaamse primitieven) Johannesretabel – tweede helft 15e eeuw (1474-9) Functie? Besteld door geestelijken Sint-Janshospitaal. Inspiratie? = Jan van Eycks ‘Madonna met Kanunnik Joris Van der Paele’ proporties figuur/omgeving realistischer dan Van Eyck behoudt zuilen kerkelijke ruimte maar gooit de wanden open = transparantie, blik op buitenomgeving o we zien taferelen uit het leven van Johannes de Doper en Johannes de Evangelist (=patroonheiligen hospitaal) - Lokale motieven geweven door de heiligenverhalen. - Verbeeldt de Bijbeltekst ‘Apocalyps’ zonder rechtstreekse voorbeelden Gesloten: Rustiger en somberder Op een ingenieuze manier beeldt Memling hier de voornaamste personages van de Brugse hospitaalgemeenschap af samen met hun naamheiligen. Zijn alle vier noodhelpers Diptiek (tweeluik) van Maarten van Nieuwenhove – tweede helft 15e eeuw (1487) Maria en Christus op bezoek bij Maarten van Nieuwenhove thuis (wapenschild, lijfspreuk, medaillons). Verbondenheid: zijn Bijbel rust op haar mantel Ruimtelijk concept = enorm doordacht - Maria ruggelings naast de schenker afgebeeld in bolle spiegel (status) - Uniforme achtergrond vervangen door een weids landschap - Memling bracht het driekwartsprofiel tot een nieuw hoogtepunt = vooraf ongekende diepte Moderne devotie Zelfbewustzijn opdrachtgever 15 CLAUS SLUTER 1360-1406 (Dijon) = Individuele expressie, vrijstaande beeldhouwkunst, driedimensionaliteit De hertog van Dijon bouwt het kartuizerklooster (Chartreuse de Champmol). = duidelijk maken dat er een nieuwe dynastie aan de macht is. Gedurende 20 jaar besteedde de hertog aanzienlijke bedragen aan de bouw en de versiering van het klooster. = gesamtkunstwerk met allemaal disciplines De beelden staan op zichzelf: ze komen los van de sculptuur. Voeten van Maria richting hertog en haar hoofd naar de hertogin = beweging. Mozesput – eerste helft 15e eeuw Binnenplein kloosterpand: moest een waterput/kruisbeeld komen. = zeshoekige pijler met zes profeetfiguren (Jeremia met gezicht vorst, meeste polychromie) Beeld van Maria Magdalena gesneuveld. Uniek: monumentale vrijstaande figuren, verscheidenheid draperingen, polychromie, complexe theologische gedachtegoed etc. Pleurants – eerste helft 15e eeuw (1410) Functie? Opdracht graftombe Filips de Stoute (maar beeldjes populairder) Kleine, individuele beeldjes = rouwstoet die tot in de eeuwigheid moet rouwen en bidden voor de voor de vorst. Staan in bogengalerij met piekfijne zuilen. Waarom vernieuwend? Monumentaliteit van het graf: waardoor de vorst zich bijna buiten het gezichtsveld bevindt. Kostbaarheid marmer en albast, raffinement van de polychromie (beschilderen van beeldhouwkunst), effect verguldsel Pleurants als afzonderlijke beeldjes onder het gewelf van een kloostergang. o Driedimensionale figuren in een ruimte i.p.v. opgesloten in een bogengalerij Individu: elke pleurant heeft een ander, rouwend gezicht en houding Nauwkeurigheid detail = variatie zonder afbreuk totaaleffect 16 KENMERKEN VLAAMSE PRIMITIEVEN Bloeiperiode op grens tussen middeleeuwen en vroegmoderne tijd 1) Olieverfgebruik: De schilders gebruikten olieverf in plaats van tempera. Dit zorgde voor een tragere droogtijd, wat het mogelijk maakte om kleuren soepel te mengen en nat-in-nat te schilderen. Dit leidde tot uitzonderlijk detailrealisme en levendige kleuren. 2) Gedetailleerde Ondertekeningen: Vaak werden deze met krijt of houtskool op een grondlaag aangebracht. 3) Materiaalrealisme: Realistische weergave van texturen zoals stof, juwelen en hout. 4) Detailrealisme: Een extreme focus op kleine details, zoals in stof, planten, en reflecties. 5) Illusionisme: Gebruik van technieken om diepte en realisme te suggereren, zoals driekwartsperspectief in portretten. 6) Disguised Symbolism: Alledaagse voorwerpen in schilderijen hebben vaak een verborgen symbolische betekenis. 7) Conspicuous Consumption en Social Emulation: Het bezitten van kunstwerken werd een statussymbool. Rijke hertogen, burgerij, en gilden bestelden werken 8) Moderne Devotie: Kunst diende ook voor persoonlijke geloofsverdieping, bijvoorbeeld door het tonen van imitatio Christi (Christus navolgen). 9) Emotionerende Beelden: Kunst werd gebruikt om complexe Bijbelse concepten begrijpelijk te maken, met een focus op emotie en individuele beleving. 10) Vrome Onderwerpen: Kunstwerken verbeelden vaak scènes uit het leven van Christus en de Heiligen in eigentijdse contexten. 11) Lidmaatschap van gilden gaf kunstenaars een platform voor zowel bescherming als sociaaleconomische voordelen. 12) Kunstenaars zoals Jan van Eyck, Rogier van der Weyden, en Hans Memling werkten vaak in ateliers waar leerlingen een rol speelden in grote projecten. Religieuze iconografie (gotiek) blijft dominant maar vernieuwende technieken en innovatieve vormgeving Bijbels verhaal in herkenbare, eigentijdse context Invloedrijk in rest Europa 17 HOOFDSTUK 2: ‘NORTHERN RENAISSANCE’: 16de EEUW HISTORISCHE ACHTERGROND De Habsburgse Nederlanden Op het einde van de 15e eeuw worden de Bourgondische Nederlanden en de verschillende Spaanse koninkrijken onderdeel van het Habsburgse imperium (handige huwelijkspolitiek, allianties). Na een reeks vroegtijdige sterfgevallen worden deze verschillende gebieden noodgedwongen geregeerd door één vorst: Karel V krijgt een ongeziene macht over een ongeëvenaard wereldrijk o Keizer van het Heilig Roomse Rijk o Koning van Spanje -> grote delen van de pas ontdekte ‘Nieuwe Wereld’ o Heerser over de Nederlanden o Grote delen van Italië Centraliseringspolitiek = politieke besluitvorming door de centrale regering, niet de lokale machthebbers. MAAR: Nederlanden gekenmerkt door welvarende en politiek machtige steden… Fricties Deze ‘rebelse’ steden moeten financieel bijdragen aan het bestuur van het wereldrijk (geldverslindende oorlogen) = Slecht moment voor de Nederlanden (economische crisis door religie en klimaat) De kleine ijstijd = koudegolf zestiende eeuw met extreme winters en misoogsten. Wetenschappers denken dat deze klimatologische omstandigheden verregaande gevolgen hadden: instabiele politieke situatie, Heksenwaan, religieuze oorlogen… Invloed op schilderkunst: het wintertafereel (voordien enkel in getijdenboeken) o Vaak met morele boodschappen: vluchtigheid plezier en moeilijkheid overleven in het koude klimaat Toch was niet alles kommer en kwel: Antwerpen bijvoorbeeld groeide explosief en werd in alle opzichten een toonaangevende culturele handelsmetropool in het noordwesten van Europa. De stad gold als internationaal ontmoetingscentrum voor humanistische geleerden en kunstenaars. De moderne kunsthandel ontstond er en heel wat belangrijke kunstenaars hadden er hun atelier. 18 Religie in de 16e eeuw Een groeiende groep mensen verzette zich tegen talloze wantoestanden binnen de rooms-katholieke kerk. Ze hadden kritiek op : o De lokale geestelijkheid die niet degelijk opgeleid was of niet celibaat hield o Nepotisme: bestuursambten schenken aan familieleden of hoogste bieder o Religie als oppervlakkig vertoon (aflaten, bedevaart) i.p.v. intense spirituele ervaring Aflaat = en kerkelijk document dat men kon kopen om zo schriftelijk vergeven te worden voor een bepaalde zonde. -> werd sterk gestimuleerd om bouwcampagnes te financieren (St. Pietersbasiliek De reformatie = hervormingsbeweging die vernieuwing wou binnen de katholieke kerk en een aanpak wou van deze wantoestanden. Niet de eerste maar de reformatie zal uitgroeien tot een kantelmoment. Deze hervormers/protestanten beschikten over een nieuw medium om hun boodschap razendsnel te verspreiden = de drukpers: kunst als propaganda Door gedrukte pamfletten in de gewone volkstaal kwam de definitieve breuk tussen Rome en de protestanten, die zich in verschillende kerken zouden organiseren (lutheranisme, calvinisme etc.) Algemene boodschap: ‘alleen het geloof zalig maakt’ = geen almachtige priesters, directere band God – gelovige, weg met heiligencultus (= bijgeloof) … status kunst: afbeeldingen heiligen werden verwijderd en kerkgebouwen werden veel soberder ingericht Religieuze disputen verdeelden de samenleving intens tijdens de 16e en 17e eeuw: De Nederlandse opstand (1568-1648) of De 80-jarige oorlog De Spaanse koning Filips II (zoon Karel V) Lokale autoriteiten waren voorstander van verzette zich tegen de calvinisten in de grotere religieuze tolerantie: streng moreel Nederlanden. beleid is schadelijk voor de economie. o Vernietigde boeken en pamfletten, executeerde protestanten o Beeldenstorm (1566) In verschillende belangrijke steden in de Zuidelijke Nederlanden plunderden protestantse groeperingen de katholieke kerken en ‘bevrijdden’ deze gebouwen van alle bijgelovige praktijken. Vooral heiligenbeelden en altaarstukken Niet enkel over religie: te veel bemoeienissen in de Nederlanden vanuit Madrid en onvrede economie. Uitkomst oorlog = splitsing Noordelijke (calvinisme) en Zuidelijke (katholicisme) Nederlanden. 19 GERARD DAVID (Haarlem- Brugge) Hij vat de 15e eeuw zowel technisch als inhoudelijk samen en staat tezelfdertijd al in de 16e eeuw. Invloed: Italiaanse Renaissance ‘Vlaamse’ meesters zoals Memling en Bouts Een nieuwe tijdsgeest: Bekend voor zijn gedetailleerde weergave van de natuur, die in sommige werken van even groot belang lijkt als de hoofdfiguren. o een nieuwe visie: David was meebepalend voor de evolutie van het landschapsschilderen begin 16e eeuw (zichzelf staand genre door Joachim Patinir) Hij was zowel in het Brugse als in het Antwerpse schildersgilde ingeschreven = commercieel Produceert ook werken op de vrije markt. Het oordeel van Cambyses – tweede helft 15e eeuw (1498) Functie? Gerechtigheidstafereel voor het stadhuis van Brugge. = voorbeeld van een juist en rechtvaardig oordeel Realisme en observatie (anatomie) Verhaal? Perzische koning Cambyses laat de rechter Sisamnes levend villen omdat hij zich heeft laten omkopen. De afgestroopte huid wordt vervolgens gebruikt om een voorbeeld te stellen: het vel wordt over de stoel van de nieuwe rechter gehangen: niemand minder dan Sisamnes’ eigen zoon. Dit verhaal zal later een populair thema in de schilderkunst worden. Het verhaal uit 6e eeuw v.C. wordt gesitueerd in het Brugge van zijn eigen tijd (kleding, architectuur) Omstanders met geïndividualiseerde gezichten = schepenen Inspiratie? Rechtvaardigheid van Otto III – Dieric Bouts o ook hier een cirkelvormige lezing van het verhaal Traditie & vernieuwing Veranderde een plan gebaseerd op Bouts en bracht in plaats italianiserende motieven aan = nieuwe artistieke trend volgen 20 JHERONIMUS BOSCH (?-1516) Van de familie Aken = schildersdynastie. Hij had genoeg kapitaal, een bloeiend atelier en werd maatschappelijk hoog aangezien. Hun familieatelier viel ten prooi aan een catastrofale stadsbrand. o Traumatische ervaring verwerkt in helstaferelen Trouwde met een heel rijke vrouw en moest niet meer werken. Had contacten/opdrachtgevers bij de hoogste kringen. Carrière van ongeveer 50 jaar - slechtts 25/30 werken bewaard - invloedrijk: beeldtaal vindt navolging - mysterieus Bewuste karikaturale stijl: slechte mensen worden als lelijk afgebeeld Calvarie met schenker – tweede helft 15e eeuw (1480-85) links: Maria en Johannes de Evangelist rechts: de stichter en zijn naamheilige Petrus Ongewone compositie voor Bosch (vroeg werk) Inspiratie: Rogier van der Weyden en Dieric Bouts Ecce Homo – tweede helft 15e eeuw (1490) De Moderne Devotie -> op empathie gericht Jezus verschijnt na de geseling en doornenkroning in slechte toestand voor een opgewonden menigte die wil dat hij gekruisigd wordt. o door medelijden dichter bij God en afkeurende houding kunnen we uiten tegenover de gekarakteriseerde menigte in het schilderij Op de voorgrond zien we nog steeds de oorspronkelijk in compositie genomen portretten van de schenker en zijn vrouw (besteld door oudste zoon). Boston-Ecce Homo (1499) = door ateliermedewerkers op basis van schetsen Het illustreert hoe Bosch zich bepaalde beeldtypes eigen maakte en recycleerde. 21 Drieluik met de verzoeking van de heilige Antonius – eerste helft 16e eeuw (1502) = een van zijn meest gekopieerde en geïmiteerde werken (ook P. Bruegel) Functie?: Vermoedelijk een altaarstuk. Het is het eerste van Bosch’ grote drieluiken waarin zoveel drôleries zijn toegepast dat de hoofdfiguur bijna verdwijnt in de menigte van bijfiguren en het beeldvlak grotendeels wordt ingenomen door groteske motieven. Verhaal? Fases leven van de heilige Antonius: 1. Linkerpaneel: intrede in zijn bestaan als heremiet 2. Middenpaneel: hij wordt bestookt door demonen 3. Rechterpaneel: innerlijke rust na het weerstaan van de verleidingen Vol met omkeringen/parodieën: parodie op heilige mis, valse bedelaars, demonen etc. Achtergrond middenpaneel = van vuur en vlammen een apocalyptisch beeld: demonen branden een dorp plat. Het drieluik bevond zich al tijdens de 16e eeuw in Portugal = grote internationale waardering van tijdgenoten De Tuin der Lusten – eerste helft 16e eeuw (1500-5) Gesloten Grisaillevoorstelling van de wereld als een platte schijf in een doorzichtige sfeer. Open Linkerpaneel: = schepping Genesis: Het Aards Paradijs waarin God net Eva heeft geschapen uit Adams rib. We zien talloze exotische dieren zoals de olifant en het aapje, de giraf en de eenhoorn. Deze dieren werden in zgn. bestiaria beschreven. 22 Middenpaneel: = zondeval, moment waarop de schepping ontaardt o Iedereen geeft zich over aan de zonde van wellust We zien mannen en vrouwen schaamteloos genieten van erotische spelletjes. o Expliciet getoond maar ook erotische metaforen: aardbei = kort vleselijk genot 1. Voorplan: Tuin staat centraal. Typische middeleeuwse tuinen worden gewoonlijk weergegeven met fonteinen, plezier en liefde. De naakte bezoekers van Bosch’ tuin genieten echter zo onverhuld van hun lustgevoelens dat zij sterk contrasteren met de gebruikelijke, discretere, bezoekers van de middeleeuwse tuin, die zo vaak op wandtapijten uitgebeeld wordt. 2. Middenplan: Ronde vijver met vrouwen waar mannen op exotische fabelwezens omheen cirkelen = seksuele aantrekkingskracht die vrouwen op mannen uitoefenen. 3. Achterplan: Fantastische, half-vegetale, half-architecturale constructies. = een vals paradijs, allegorie van de zonde Rechterpaneel: = de Bestraffing/hel, laat de gevolgen van onzedig gedrag zien De zondaars uit het middenpaneel worden hier door hybride wezens (o.a. een ‘boommens’) gestraft. Directe link zonde en straf: muziek = gepijnigd door muziekinstrumenten. Op het einde van de 15deeeuw heerste de opvatting dat het Laatste Oordeel spoedig zou komen. Inhoudelijke samenhang Drieluik maar geen devotioneel altaarstuk. - Veel meer iconografische eenheid tussen het interieur en exterieur, en de binnenkant van de panelen onderling dan bij traditionele voorgangers. o Dit formaattype, en de belerende functie ervan, was echter wel gekend door Bosch’ publiek. Zijn moraliserende boodschap, de veroordeling van de zondig staat waarin de wereld zich bevindt, komt hierdoor dus zeer duidelijk over. o Ook de antiklerikale kritiek (bv. Varken met nonnenkap in de hel) wordt versterkt door de moraliserende functie die uitgaat van het drieluikformaat. 23 Interpretatie Bosch 20e eeuw: psychologische analyses, esoterisch werk ‘Bosch werkt vanuit het onderbewuste: anale en fallische symboliek, perverse seksualiteit’ ‘het werk is occult’ o Alchemie, hekserij, drugs (bad trip?) o Lid van de Adamieten? (sekte die dichter bij god wouden komen a.d.h.v. orgies) 21e eeuw: te werk via eigentijdse literaire bronnen, zoals miniaturen en bestiaria (Bax) Bosch’ raadselachtige monsters en demonen zijn niet zo inventief als wij soms denken o De motieven waren duidelijk voor grote delen van de bevolking via spreekwoorden, zegswijzen en literaire teksten Tegenstelling tussen goed/kwaad, deugd/ondeugd kan duiden op de rijken (wijs) en armen (domheid, zedeloosheid en ontucht) van zijn tijd. Hij legt veel nadruk op die zonden. Als lid van elitekringen vindt hij dat die zonden bestreden moeten worden. Bosch als moralist: Zelfbeheersing: tegen de ongeremde beleving van fysiek vermaak en genot en raadt aan om voorzichtig te zijn. o Moderne Devotie De aanbidding der Wijzen (drie koningen)– tweede helft 15e eeuw (1496-7) Wijkt af van de traditionele iconografie: o Jozef zit wat verloren op het linkerpaneel een doek te drogen aan het vuur. o Raadselachtig figuur uit de stal = de valse Messias (uitgebeeld volgens voorspellingen) Boodschap Bosch = het kwaad is in de wereld en wordt uitsluitend overwonnen door Christus Morele lezing achtergrond schilderij: en koppel dat zich overgeeft aan wereldse zonden (dansen, drinken, mogelijks bordeelbezoek en hiervoor verslonden wordt door wolven). 24 Fragmenten van een drieluik dat verloren is gegaan – eerste helft 16e eeuw (1500-10) Via dendrochronologische analyse weten we dat de panelen bij elkaar horen. Marskramer = buitenluik door grisailletint. Laat zich niet verleiden. Narrenschip = linkerluik: allegorie op de dwaze en zondige levenswandel die op snel genot is gericht/ wankel schip. Dood van een vrek: allegorie op gierigheid. Wil schatkist niet loslaten, zelf bij de dood. Duivelse demonen i.p.v. priesters -> gaat naar de hel. De keisnijding – eerste helft 16e eeuw (1505-15) Meester snijt die keye ras/ Myne name Is lubbert das Lubbert das = fictieve narrenfiguur in heel wat laatmiddeleeuwse Nederlandse teksten Kei/steen in het hoofd = bekende beeldspraak voor extreme domheid. Verhaal: naïve patiënt laat zich op advies van zijn vrouw een schijnoperatie uitvoeren Bosch speelt een spel tussen woord en beeld, tussen het afgebeelde en de beschouwer die aan het denken wordt gezet. De kruisdraging– eerste helft 16e eeuw (1520) The Bosch Project: uitgebreid wetenschappelijk onderzoek naar oeuvre Dit schilderij = geen Bosch (té karikaturaal, andere kleuropbouw) 25 PIETER BRUEGEL 1525/30 - Leven en carrière in 2 grote fases 1) Antwerpse fase: Tekeningen die op grote schaal als prenten gedrukt en verkocht werden aan een breed publiek. (Via Hiëronymus Cock = groot belang voor het spreiden van zijn oeuvre) = humanistisch, stedelijk mileu Morele boodschap in prenten via humor Complexiteit in inhoud en compositie, door een gelaagdheid in betekenis en beeldtaal. Italiëreis = onder indruk van de vele landschappen 2) Brusselse fase: Schilderijen Schilderkunst: compositie als visuele puzzels waar het zoeken naar betekenissen evenzeer een deel is van de pret als het zich vergapen aan zijn techniek. Regisseur die de blik van de toeschouwer actief doorheen zijn schilderijen leidt. o Uitmuntend gevoel voor kleur, ritme en momentopname o Repoussoir elementen: verlenen het vlak diepte o Licht vogelperspectief o Stromende rivier/ pad door beeldvlak Kracht landschappen = gebalanceerd opgebouwde compositie + overweldigde rijkdom beelddetails Humor, inventiviteit, fantasie… Hij is dus meer dan de ‘Boerenbruegel’! Firma Bruegel: Bruegels beeldtaal zal wijdverspreid worden door zijn zoon Pieter Bruegel de Jonge die een uitgebreid atelier uitbouwt, dat zich specialiseert in het kopiëren van de schilderijen van Pieter Bruegel de Oude Dulle Griet – tweede helft 16e eeuw (1563) humor: Wellicht drijft Bruegel hier de spot met hiërarchische relaties tussen mannen en vrouwen door de rollen die de seksen traditioneel toebedeeld kregen om te keren. Boerenbruiloft – tweede helft 16e eeuw (1567) iconische status: veel reproductie perspectief = nauw betrokken De boerenbruiloft was voor Bruegels tijdsgenoten een thema met een satirische inslag. 26 Val van de Opstandige Engelen – tweede helft 16e eeuw (1562) Invloed Bosch duidelijk te zien. Verhaal? Gevecht tussen de aartsengel en de opstandige engelen (beeldvlak in twee) o Engelen opgebouwd uit planten, dieren, mineralen en mensen = kennis uit Nieuwe Wereld (exotische soorten) = Bruegel in een intellectueel milieu Gaat over hoogmoed: nodigt uit om na te denken over de zoektocht naar kennis en kunst. De seizoenen - tweede helft 16e eeuw (1565) Enige schilderijenreeks van Bruegel (6). = Hoogtepunt in zijn oeuvre en een mijlpaal in de ontwikkeling van de Europese landschapschilderkunst. Bruegels scherpe waarneming: mens en natuur Functie? Voor het landgoed ‘Ter Beke’ van een Antwerpse koopman en verzamelaar Vele details op werk = van dichtbij bekijken Wat? o Natuurlijke verloop van het jaar tot leven o Seizoensgebonden rurale werkzaamheden maar ook rust en ontspanning hoofdpersonen uitgebeelde grote verhaallijn → veelheid aan activiteiten die getuigen van de verscheidenheid van het leven Grote en kleien elementen worden samengevoegd tot een totaalbeeld Miniatuurkunst? Deze reeks plaatst zich tegenover de miniatuurschilderkunst, waar het uitbeelden van de seizoenen in getijdenboeken heel populair was. Bruegel is echter een van de eerste die de maanden van het jaar op groot formaat behandelde. De typische atmosfeer van een welbepaalde tijd van het jaar wordt telkens succesvol verbeeld. Zijn landschappen zijn, zoals in al zijn werken, geen topografische voorstellingen maar hybride wereldlandschappen. Bruegel bedacht zijn composities in het atelier en combineerde zijn herinneringen aan de Alpen met Vlaamse motieven. 27 Toren van Babel- tweede helft 16e eeuw (1563) Verhaal? Bouw van de toren die tot aan de hemel moest reiken. God strafte deze hoogmoed door de Babylonische spraakverwarring (einde gemeenschappelijke taal) en vernietigde de toren (tornado in linkerhoek). We zien de verschillende bouwfases en de bedrijvigheid van de arbeiders in detail. Toren duidelijk geïnspireerd op het Colosseum. Het lijkt als een natuurmacht de overige elementen in de compositie te verdringen. De nietige kleine huisjes doen de toren nog machtiger lijken. Metaforisch? Eenheid en tweedracht Moed en overmoed Het lot van de mens als individu en deel van een gemeenschap. (positief in deze tijd? Verwijzing gouden tijdperk van eenheid en eendracht?) JOACHIM PATINIR 1480-1524 (niet kennen) = een van de eerste landschapsschilders in de kunstgeschiedenis (lof van Dürer) Wereldlandschap (hybride) = combineert verschillende geografische elementen, zoals bergen, rivieren, steden en zeeën, in een enkele, vaak fantasierijke compositie. Atmosferisch perspectief = gradatie van kleuren om diepte te suggereren: warme tinten zoals bruin en groen op de voorgrond, die langzaam overgaan in koelere blauwe tinten naar de achtergrond. Zijn innovatieve benadering inspireerde andere kunstenaars, waaronder Pieter Bruegel de Oude, en markeerde een verschuiving in de perceptie van het landschap als een volwaardig onderwerp binnen de kunst. 28 ALBRECHT DÜRER 1471-1528 Slaat een brug tussen de middeleeuwen en de renaissance. Hij is het prototype van de ‘moderne’ zelfbewuste artiest: o Verhief het zelfportret tot volwaardig genre o Schreef autobiografische teksten en kunsttheoretische geschriften o Tilde waterverf en grafiek tot ongekende hoogtes o AD-monogram = het eerste internationaal herkenbare, commerciële ‘merk’ We weten heel veel over Dürer: veel bronnen en eigen teksten: opschriften bij schetsen, kasboek bij reis naar de Nederlanden… Zelfportret als dertienjarige – tweede helft 15e eeuw (1484) Hij schrijf er als volwassene iets bij: ‘ ik heb mezelf getekend in de spiegel toen ik nog maar een kind was’ = imago Portretten ouders - Tweede helft 15e eeuw (1490) Wapenschilden → ze zijn migranten: komen uit een Hongaars dorpje, grootvader breekt veefokkertraditie, verlaat het dorp voor een grotere stad en volgt opleiding goudsmid. Ook Albrecht Dürer was voorbestemd om goudsmid te worden: “And my father took special pleasure in me because he saw that I was diligent in striving to learn. So he sent me to the school, and when I learned to read and write he took me away from it and taught me the goldsmith’s craft. But when I could work neatly, my liking drew me more to painting than to goldsmiths’ work. So, I put it to my father. But he was troubled, for he regretted the time lost while I had been learning to be a goldsmith. Still, he let me have my way, and in 1486 (30 November) my father bound me apprentice to Michael Wolgemut, to serve him three years long.” Latere portretten = veel meer psychologische diepgang, driekwartsperspectief evolueert “een doodzieke moeder” ze heeft afgezien: had veel te veel kinderen. 3 onderstreepte namen bij kinderen: alleen die overleefden Portret Wolgemut: ondernemer die met behulp van een groot atelier, opdrachten in uiteenlopende genres aanvaardt, van sculpturen tot glas in lood. Vooral zijn houtsneden behoren tot de meest verfijnde die er op dat moment te krijgen zijn in het Heilig Roomse Rijk. Hier ligt de kiem van Dürers interesse in het medium. 29 1490-1494 = eerste ‘grand tour’ als houtsnijwerker Zelfportret – tweede helft 15e eeuw (1493) ‘ik zal doen zoals mij van bovenaf is opgedragen’ 1e interpretatie 1439 ‘je moet terugkomen en ik heb een vrouw voor jou gevonden’ – zijn vader 2e interpretatie: god vindt dat ik kunstenaar moet zijn Hij is een van de eersten om zich zo zelfbewust in beeld te brengen. Hij vindt zichzelf mooi ‘ik ben content met mijn lange lokken’ Mein Agnes / de verkrachting – tweede helft 15e eeuw (1494 / 1495) In 1494 wordt Dürer teruggehaald door zijn vader, die een bruid voor zijn zoon gevonden heeft. In brieven naar goede vriend: ‘als je ze wil mag je seks met haar hebben’ → beeldt haar slecht af (gay allegations?) Amper een paar maanden na het huwelijk vertrekt Dürer, alleen, op reis naar Venetië. o Kennis met Venetiaanse school o Invloed kleurgebruik o Invloed composities Mantegna en Bellini: Haller Madonna (1480-90) o Invloed natuur Aquarel – tweede helft 15e eeuw (1495) Tweede Italiëreis 1505-1507 = Internationaal beroemd 1512-18 = in dienst bij keizer Maximiliaan 1 1519: reis met Pirckheimer door Zwitserland Dürer bekeert zich tot het Lutheranisme 1520-21: reis naar de Nederlanden 6 april 1528: Dürer sterft aan malaria 1539: Agnes overlijdt 30 MARKETING EN MASSAKUNST IN DE 16E EEUW 1495: Opstart atelier Durer als het prototype van de zelfbewuste, intellectuele artiest (i.p.v. middeleeuwse anonieme ambachtsman): Middeleeuwse kunstenaars = passief wachten op opdrachten Dürer = actief stock aanleggen en verkopen o Voornamelijk prentenmaker: houtsnedes en gravures o Apocalyps: reeks 15 prenten o Grote Passie o Kleine Passie Hij bundelt prenten die aanslaan in boekvorm: in Duits en Latijn AD-monogram ontstaat, zijn reputatie reikt over de landgrenzen en zijn prenten worden internationale bestsellers. = statussymbool en zelfpromotie 1e kunstenaar met ‘manager’: Contz Swytzer verantwoordelijk voor buitenlandse verkoop 1500: Jakob Arnold neemt deze rol over Neurenberg eerste papiermolen HRR, veel koperwerkers rijke stedelijke cultuur: festivals, processies, jaarmarkten: toeristen = souvenirs Hij maakt wat mensen willen zien Martelaars van Johannes = oosterse mensen (want daar is het volk bang van) In 1506 kwam Dürer te weten dat de Italiaanse graficus Marcantonio Raimondi gravures en houtsneden verspreidde die klakkeloze kopieën waren van Dürers werk, inclusief het Dürer- monogram. De Venetiaanse Signoria gaf Raimondi gelijk: er waren immers minieme verschillen merkbaar tussen beide versies. Verongelijkt wendde Dürer zich tot keizer Maximiliaan, die Dürer speciale bescherming bood tegen dit soort kopieerpraktijken (al was dit copyright wel beperkt tot de grenzen van het Heilig Roomse Rijk). Adam & Eva (eerste helft 16e eeuw) = extreem veel voorstudies om elk detail perfect te hebben 31 VORSTELIJKE PROPAGANDA 1512-18 Maximiliaan van Oostenrijk = keizer Heilig Roomse Rijk o Dürer om zijn heldendaden massaal te laten verspreiden met gedetailleerde houtsneden Erepoort/triomfboog– eerste helft 16e eeuw 174 houtblokken en 10 m^2 : groepsonderneming → samen met verschillende andere kunstenaars ontwierp Dürer de vele onderwerpen. = ingenieus en waanzinnig gedetailleerd iconografisch programma ter ere van Maximiliaan en zijn Habsburgse voorouders. (stamboom en privéleven afgebeeld) De triomfboog werd op ongeveer 700 exemplaren gedrukt en verspreid over het Heilig Roomse Rijk. Vergezeld door 55 meter lange papieren zegetocht (ook collectieve opdracht) Maximiliaan mag dan weinig tot geen stenen monumenten of gebouwen hebben opgericht, met deze ongeziene papieren ode aan zijn keizerschap wist hij zich verzekerd van eeuwige roem. GODDELIJKE DURER: GELOOF EN REFORMATIE IN DE KUNST VAN DÜRER briefwisseling koper en kunstenaar: Dürer wil meer geld voor het werk dan dat hij eerst vroeg (heel veel werk) No one could ever pay me to paint a picture again with so much labor. (…) Of ordinary pictures, I will in a year paint a pile which no one would believe it possible for one man to do in the time. With such things one can earn something. But very careful nicety does not pay. Therefore, I shall stick to my engraving, and if I had done so before I should today have been a richer man by 1000 florins - (Brief van Albrecht Dürer naar Jacob Heller op 10 juni 1509) Extreem veel voorstudies voor elk deel van het groot werk. Hij heeft nachtmerries/ visioenen over het einde der tijden. Hij is bang en op zoek o Water uit de hemel. Ook gravure 4 ruiters van de Apocalyps 32 DÜRER ONTKLEED: HET NAAKTE LICHAAM EN DE IDEALE MENSELIJKE PROPORTIE Net zoals da Vinci: studies ideale menselijke proporties en hoe je die in beeld brengt: = vier boeken bedoeld aks praktische richtlijnen voor toekomstige kunstenaars Ook in oeuvre: hij was gepassioneerd door de weergave van het naakte menselijke lichaam. o Eerste naakte zelfportret in de westerse kunstgeschiedenis Eerste helft 16e eeuw (ziek zelfportret) o zelfbewustzijn + fascinatie menselijk lichaam Zelfportret op 28-jarige leeftijd - 1500 = zelfvertrouwen (nog geen platte spiegels dus heel indrukwekkend) Lijkt zich als Christus te spiegelen: frontaal als een soort Christusfiguur. Dürer combineert hier de erfenis van de Vlaamse Primitieven -detailrealisme en stofdifferentiatie-met inzichten uit de Italiaanse renaissance, met name het zelfbewustzijn van de kunstenaar. Zelfportret 26 jaar: zichzelf als edelman Belangrijkste = handschoenen -> edelen dragen handschoenen = geboorte conceptuele kunstenaar: ideeën, denker die alles uitdenkt DÜRER NATUURLIJK: HET BESTIARIUM VAN DÜRER = streven realistische voorstellingen (eerste helft 16e eeuw) wereldberoemde haas = met aquarel elk haartje, ronding oren, glans ogen… Ook in weergave natuur een opportunistische zakenman: Portugese koning heeft kolonies in Indië: neushoorn arriveert in Lissabon (1515) = sensatie dooreen heel Europa. Heeft het dier zelf nooit gezien, enkel brieven en een schets Gravure van Dürer wordt instant commercieel succes: al klopt het niet, blijft het jarenlang het beeld van hoe een neushoorn er uitziet 33 HANS HOLBEIN Geïnspireerd door Dürer ontwikkelde Holbein zijn eigen stijl, die eveneens elementen uit de Vlaamse schilderkunst combineerde met Italiaanse compositorische aspecten. Holbein slaagde erin om de essentie van een persoon weer te geven met een groot psychologisch inzicht. Humanisme De ambassadeurs – eerste helft 16e eeuw (1533) Ambassadeurs die zich als intellectuelen willen uitbeelden: de objecten etc. zijn helemaal mee met alles (kolonist) Vanitasmotief: Het weelderig gestoffeerde interieur en de referenties aan menselijk vernuft worden geconfronteerd met een schedel een anamorfose: een vertekende afbeelding die er slechts vanuit een bepaalde hoek realistisch uitziet. o De schedel is dus op zich een uitdrukking van wetenschappelijke eruditie, maar is tegelijk een waarschuwende voorstelling i.v.m. de vergankelijkheid van het aardse. 34 HOOFDSTUK 3: ITALIAANSE RENAISSANCE: QUATTROCENTO= 1400/ 15e eeuw TERMINOLOGIE: ‘renaissance = wedergeboorte van de klassieke oudheid’ o 1e gebruik: 16e eeuw door Vasari in zijn ‘Vite’ = kunstenaarsbiografieën ‘rinascita’ (verwijzing naar een schrijver en twee frescoschilders in Toscane) o Populair: 19e eeuw door Burckhardt = het beeld van de duistere middeleeuwen versus de prachtige renaissance ‘renaissance als radicaal breukmoment met het verleden’ ▪ opvatting was wel aanwezig in 15e eeuws Italië, maar enkel in de beeldende kunsten Renaissance was er enkel voor een kleine, stedelijke elite weinig verschil in het dagdagelijkse leven van de brede bevolking, zeker voor vrouwen die, vooral in Zuid-Europa, weinig sociale mobiliteit kenden. Uitsluitend Italiaans? Ook belangrijke omwentelingen in de Nederlanden Eerdere Renaissances? - Karolingische renaissance (9de E) - Ottoonse renaissance (10de E) - Renaissance van de 12de E = periodes waarin een bloei van de kunsten en de letterkunde waar te nemen valt. KENMERKEN ‘wedergeboorte’ klassieke oudheid - ‘Middel’-eeuwen Secularisering: niet enkel religieuze kunst Verheerlijking van het individu: antropocentrisme (vs. theocentrisme) Realisme in de kunst Lineair perspectief Symmetrie Periodes Vroege renaissance (quattrocento) Hoogrenaissance (cinquecento) Maniërisme (late 16de E) 35 HUMANISME: Renaissance is in oorsprong een intellectuele beweging: Auteurs zoals Dante en Petrarca bestudeerden teksten uit het oude Griekenland en Rome. Retorica, literatuur, geschiedenis, filosofie en kunst = de mens, het individu staat centraal (antropocentrisme), niet het goddelijke (theocentrisme) → de mens als maat van alle dingen Plato en Aristoteles uit de vergetelheid na afkeuring middeleeuws christendom: Renaissancedenkers ontwikkelden een visie: het neoplatonisme om de klassieke denkers in overeenstemming te brengen met de christelijke leer. Deze kritische ingesteldheid = heel wat wetenschappelijke onderzoeken gebaseerd op empirisch onderzoek: anatomische studies, navigatie-instrumenten, astronomische ontdekkingen… Invloed Kunst: Ambachtslieden → intellectuelen: de homo universalis die brede kennis bezit. Keken naar klassieke kunstwerken (i.p.v. teksten): Details en motieven kopiëren Hoe werden klassieke tempels ontworpen? Waarom zijn klassieke beelden zo levensecht? Griekse mythologie als bron van inspiratie o Herontdekte technieken (perspectief, contrapost-houding) werden ook toegepast in christelijke kunst. ITALIE ALS BAKERMAT: Oorzaak culturele bloei van Italië in de 15e eeuw = een complexe samenloop van gebeurtenissen en omstandigheden: 1) Geen gotische traditie: het had er nooit echt voet aan de grond gekregen Noord-Europa: de 15e eeuw stond op architecturaal vlak volledig in het teken van het voltooien van heel wat middeleeuwse gotische kathedralen Italië: leeg blad, niet belemmerd door een dominante stijl uit het verleden? 2) Ruïnes Romeinse Rijk 3) Stadsstaten: samenlevingsstructuur die welwillend stond tegenover artistieke innovaties. Samen met Nederlanden = meest verstedelijkte regio van Europa o met uitgebreid handelsnetwerk Oligarchie: een kleine groep mensen (meestal een familie zoals de Medicifamilie) die de macht greep en invloed uitoefende. = stedelijk patriottisme: nood om de stedelijke identiteit te uiten via kunst. → opdrachtgevers waren de lokale machthebbers 36 FIRENZE ALS BAKERMAT: de meeste, vroegste humanisten waren Florentijns belangrijk handelsknooppunt (dankzij de Medici) dat heel wat artistiek talent aantrok = bewijzen door middel van wedstrijden 1401: wedstrijd nieuwe poorten baptisterium: octogonaal grondplan - Filippo Brunelleschi - Lorenzo Ghiberti Sterkte in compositie, menselijke vormen en natuurlijke details. ‘Symbolische start renaissance’: met beide voeten in nieuwe stijl Moest gotisch motief zijn: doet meer → bijbelse verhalen maar menselijke emotie centraal 3D = perspectief Uitnodiging nog twee maken: heel duidelijk motieven klassieke oudheid en het mathematische perspectief (herondekt door Brunelleschi) Michelangelo: ‘deuren van het paradijs’ FILIPPO BRUNELLESCHI Samen met Donatello naar Rome om er de Romeinse architectuur te bestuderen 1296: start bouw Santa Maria del Fiore (koepelkerk) met een ambitieus plan van een koepel 1418: onderbouw klaar… hoe maken we de koepel? wedstrijd problemen oplossen: 1) kromme muur → druk neerwaarts en zijwaarts ? Brunelleschi: twee koepels die elkaar ondersteunen en visgraatstructuur bakstenen 2) hoe bouw je zo hoog? (meestal gedaan met formeel) Brunelleschi: ontwierp hefboomsystemen en hangende steigers Geen uitwendige steunberen, (on)zichtbare ribben 1421-69 San Lorenzo = familiekerk de Medici Korintische zuilen, Romeinse bogen en klassiek evenwicht → meer een klassieke tempel dan een christelijke kerk Vlak cassetteplafond leidt niemand naar de hemel (middeleeuwse kerken wel) Architectonisch evenwicht, sereniteit, gratie. rationele orde i.p.v. religieuze extase = denk na over God 37 Renaissance & architectuur = Inspiratie klassieke oudheid: Zuilen: Dorisch, Ionisch, Korintisch Ratio & proportie Symmetrie en herhaling Horizontaliteit Leon Battista Alberti: De Architectura Schilderkunst: perspectief 1417: Brunelleschi ‘herontdekt’ lineair perspectief: één verdwijnpunt Leon Battista Alberti: De Pictura (1435-41) Theoretisch werk over het ideale schilderij Enorme invloed op artiesten in het Quattrocento MASACCIO 1401-28 = een van de grootste schilders uit de vroege renaissance en een van de eersten die Brunelleschi’s perspectief toepaste De cijnspenning – eerste helft 15e eeuw 1425 Firenze, Brancaccikapel Brancaccikapel = Leven van Sint Petrus Beeldverhaal van drie episoden die in het midden beginnen, naar links gaan en tot slot naar rechts. Door Petrus’ zorgen over het betalen van belastinggeld zorgt Jezus ervoor dat Petrus een vis vangt waar een munt in zit. Verbaasde gezichten apostelen = renaissancistische verschuiving God naar de mens Wijzende vingers, gebaren en verbaasde uitdrukkingen vertellen de rest van het verhaal Perspectiefgebruik = meesterlijk: figuren geloofwaardig kleiner in verte, grijze bergen voor diepte, licht schuin van boven zoals in kapel… Hij slaagde erin om het geschilderde oppervlak als een voortzetting van de daadwerkelijke wereld te verbeelden Lichtwerking Perspectief Gebalanceerde composities Antieke architectuur Antropocentrisme 38 PIERO DELLA FRANCESCA 1416-1492 Vooropleiding wiskunde = vertrouwd met de principes van perspectief en dieptewerking Verrijzenis– tweede helft 15e eeuw (1463) (fresco) Vanuit kikvorsperspectief geschilderd = verkortingen. Christus = frontaal, domineert de compositie en kijkt ons zelfzeker aan Realiteitswaarde Tombe: gebaseerd op Romeinse sarcofaag Christus: gebaseerd op antieke sculpturen Fysieke anomalie: soldaat zonder benen om harmonische structuur niet te verstoren De verrijzenis van Christus ook symbolisch weergegeven: verdorde bomen in het linkervlak die overgaan in groen gebladerte rechts. Portret van de hertog en hertogin van Urbino– tweede helft 15e eeuw (1465) = zuiver Italiaans profielportret (tegenstelling Vlaams driekwart) Zoals munten en medailles Hertog mistte zijn rechteroog Lanschapsachtergrond = zijn bezittingen Vroeg voorbeeld humanistisch portret, ondanks afwezigheid van een onmiddellijke referentie aan intellectuele bezigheden. Kan memorieportret zijn (overleden hertogin) FRA ANGELICO 1400-1455 = ‘engelachtige broeder’: leefde in een klooster in Firenze Met een team van assistenten beschilderde hij in de loop van tien jaar de wanden met fresco’s Annunciatie – eerste helft 15e eeuw (1440) Heft de grens op tussen klooster en kunst: Annunciatie in de kloostergangen. Kracht = perfecte harmonie en eenvoud waardoor doel duidelijk wordt. Combinatie gotiek met beweging en emotie Monumentale figuren, diepte 39 PAULO UCCELLO 1397-1475 = leerling Ghiberti ‘geobsedeerd door perspectief’ -Vasari Slag bij San Romano – eerste helft 15e eeuw (1438) Slag tussen Firenze en Lucca = een van de factoren waardoor de Medicifamilie die macht kon consolideren in de stad. 1) Londen: held betreedt slagveld, ochtend 2) Firenze: hoogtepunt slag 3) Parijs: overwinning Firenze, avond Filmische weergave gewoel slagveld Perspectief: orde in de chaos (gebroken lansen in een dambordpatroon) De panelen geven een mooie inkijk in de sociale realiteit van 15de-eeuws Italië, waar de vele onafhankelijke stadstaten continu in conflict zijn met elkaar en beroep doen op huurlingenlegers, aangevoerd door Condottieri, om hun oorlogen te beslechten. Tijdloos: Picasso gebruikt paard in Guernica 40 DONATELLO 1386-1466 (firenze) = leerling Ghiberti Samen met Brunelleschi naar Rome: terug naar klassieke voorbeelden in de beeldhouwkunst en architectuur. Naturalisme/anatomie David – midden 15e eeuw (1440-60) Verhaal? David doodde Goliath dankzij een steen en een slinger, de bronzen helm van Goliath (en zijn hoofd) onder Davids voet en Davids herdershoed benadrukken dat een zachtaardige herdersjongen een brute reusachtige krijger heeft overwonnen. Eerste vrijstaand naakt in 1000 jaar, bevrijdt van beperkingen middeleeuwen. o Brons o Naakt: wel nog hoed en laarzen, sensueel o Anatomische kennis: homo universalis o Homo-erotisch?... androgyne adolescent (sodomie werd getolereerd in Firenze) ▪ Maar: was voor een binnentuin van de Medici: lijkt onwaarschijnlijk ▪ Politieke verklaring: Milaan bedreigde Firenze opnieuw → beeld suggereert dat Firenze, een stad van verfijnde kunst en schoonheid, machtiger was dan het brute, goliath-achtige hertogdom Milaan. David symboliseert dus de waarden van de republiek en dient als prototype voor de politieke macht en bloei van de jonge en dynamische stadstaat. Contraposthouding (een been volledig gewicht) o S-vorm creëert dynamiek en beweging 41 ANDREA DEL VERROCCHIO 1436-1488 = Leermeester Botticelli en Leonardo da Vinci Door een sterke Byzantijnse traditie vond de renaissance slechts tegen het einde van de 15e eeuw een ingang in Venetië. tweede helft 15e eeuw (1480-88) De Florentijnse schilder en beeldhouwer Andrea del Verrochio werd gevraagd om een groot bronzen ruiterstandbeeld te maken om de Venetiaanse legeraanvoerder Colleoni te eren. Paard: gracieus en pittig: dunne huid onthult aderen, pezen en spieren (= sterke anatomische observatie) Colleoni: zelfzekere houding, contrapost ondanks het feit dat de figuur neergezeten is. Beweging door gekanteld bovenlichaam en opgetilde poot Inspiratie uit ruiterstandbeeld van Donatello en van keizer Marcus Aurelius. 42 SANDRO BOTTICELLI 1445-1510 Late middeleeuwen en vroege renaissance (grote invloed op modern expressionisme) =overgangsfiguur Hielp mee aan de fresco’s van de Sixtijnse kapel Rome Elegantie en kleurenpracht Fantasiewereld & klassieke mythologie Invloed monnik Savonarola, die kunst goddeloze ijdelheid vond → werken vernietigd en later duistere intense religieuze werken La Primavera – tweede helft 15e eeuw (1481-2) = huwelijksgeschenk de Medici, tempera op paneel Verchristelijkt mythologisch tafereel: connotatie Venus & Maria Verhaal? Zephyr (de wind) verkracht de nimf Chloris, zij transformeert daarop in Flora, de godin van de bloemen. → boodschap aan jong koppel: als de eerste huwelijksnacht slecht gaat, moet je je geen zorgen maken Humanisme: kennis klassieke mythologie, wetenschappelijke kennis planten… = cross-over kunst en andere disciplines + poëtische inspiratie Neoplatonisme: allegorie op de platonische vriendschap waarbij de vleselijke lusten ( Zephyr en Chloris) afgezworen worden ten voordele van de goddelijke liefde en onsterfelijkheid van de ziel. De geboorte van Venus– tweede helft 15e eeuw (1484-85) Verhaal? Zephyr (god van de wind) blaast Venus, die geboren werd uit het schuim van de golven, naar de kust van Cyprus waar een gebloemde vrouw haar opwacht om Venus te kleden. Inspiratie klassieke teksten, gewichtloze figuren Venus Pudica: bedekt zichzelf Net zoals de naaktheid van Donatello’s David, is de naakte Venus uitzonderlijk (vooral gezien het feit dat de Venusfiguur de toeschouwer vrij frontaal aankijkt). Geforceerde contrapost 43 HOOFDSTUK 4: ITALIAANSE RENAISSANCE: CINQUECENTO 1495-1520 Hoog -> renaissance op haar ‘hoogtepunt’. Kritiek: Simplificeert evolutie in verschillende artistieke ontwikkelingen Compartimenteert de kunstgeschiedenis onnodig Enkel focus op ‘iconen’ en iconische werken Toch past de periode bij een ‘personencultus’, zoals blijkt uit Giorgio Vasari’s biografieënbundel Le Vite. → Het is een chronologische ordening van belangrijke kunstenaars over een periode van 300 jaar en is een duidelijke manifestatie van het feit dat de kunstenaar ontpopt is van ambachtsman tot ‘artiest’ met bijhorende sterrenstatus. Bv: Michelangelo, die ‘il divino’ werd genoemd. Kenmerken - schilderkunst: evenwicht kleur en lijn, realisme en idealisme, ratio en emotie - beeldhouwkunst: evenwicht rust en beweging tempietto van Bramante als symbolisch begin hoogrenaissance. Ronde vorm = centraalbouw: klassieke cilindervormige tempels gebaseerd op ideale verhoudingen Vitrivius 44 LEONARDO DA VINCI 1452-1519 = dé homo universalis: architect, uitvinder, ingenieur, schilder, cartograaf gevolg ontelbare interesses = veel onafgewerkte werken ‘sfumato’ = door middel van fijne licht-en donkergradaties produceert da Vinci vervagende en vervloeiende omtrekken, alsof de figuren door een soort mist omgeven zijn. DA VINCI IN DE LEER BIJ VERROCHIO IN FIRENZE: Doopsel van christus - tweede helft 15e eeuw In het atelier van Verrochio helpt Da Vinci mee aan een schilderij. Twee figuren springen eruit: engelen (beter geschilderd) = Da Vinci Het verhaal gaat dat Verrocchio hierna geen penseel meer heeft aangeraakt. De aanbidding der Wijzen - tweede helft 15e eeuw (1481-82) Ambitieus maar onvoltooid achtergelaten in Firenze: enkel de ondertekeningen. Op een inventieve wijze vormgeven aan traditionele thema’s: Geometrisch perspectief = Masaccio. Klassieke architectuur = Oude Rome Voorgrond = figuren in een piramidale structuur met de Maagd in het centrum. Vol emotie, energie en leven. ➔ Leonardo bedacht een drukke processie van mensen en dieren rondom het kind Jezus die vol verwondering en ontzag naar Christus kijken. Heel veel voorstudies: perspectieflijnen uitgezet volgens de methode ontwikkeld door Alberti en Brunelleschi. De combinatie van het precieze, meetkundige perspectief en zijn levendige verbeelding (we zien steigerende paarden, een liggende kameel die verbaasd naar het tafereel kijkt etc.) vormen een perfecte synthese van Leonardo’s werk: wetenschap en beeldende kunst. 45 DA VINCI IN MILAAN 1482-99: Sforza (vorst) roept da Vinci naar zich om de renaissance in de stad te brengen. ‘Via observatie tot kennis’ ➔ wereld kenbaar via wiskunde, kunstenaars moeten niet enkel de wetten van het perspectief kennen, maar ook die van de natuur da Vinci baseerde zich op klassieke kennis voor zijn onderzoeken. 1) Nooit gerealiseerd ruiterstandbeeld Hij moet een gigantisch ruiterstandbeeld maken op een ongeziene schaal ‘niemand heeft het ooit gedaan dus niemand weet hoe het moet’. Hij ontwerpt een bronsgieterij en verliest zijn aandacht. Maakt schetsen van paarden om dat het best te kennen. Begint ideale stal te tekenen met een riool voor de kaka. Wat als het een stad is? Begint een stad te ontwerpen. Uiteindelijk maakt hij het model uit klei en wanneer hij wil beginnen wordt de vorst van zijn troon gestoten. 2) Portretten van hovelingen driekwartsperspectief maar beweging: lijkt alsof ze zicht net omdraait. Menselijke huid met sfumato: lijkt op een mistlaagje. Madonna in de grot - tweede helft 15e eeuw (1483-86) Verhaal? Johannes de Doper aanbidt Jezus in aanwezigheid van de Maagd ➔ Populair in Firenze: meeleven met ‘menselijke aspecten’ van leven Jezus Links: baby Jezus Rechts: baby Johannes en een androgyne engel Pyramidale compositie Beginnend clair-obscur Voelt mysterieus, als een visioen: - Gesloten rotsachtige omgeving - Symbolische betekenis waterplas en planten - Contouren van figuren rijzen delicaat op uit de semi-duistere/vochtige sfeer van de grot o Sfumato - licht- en kleurwerking 46 Vitruviusman - tweede helft 15e eeuw (1490) De romein Vitruvius schreef een boek over architectuur: De Architectura. De mens is de maat van alle dingen → architectuur moet de menselijke proporties overnemen om harmonieuze gebouwen te hebben. ‘het menselijk lichaam is zo harmonieus: het past zowel in een cirkel als in een vierkant’ ➔ veel mensen probeerden dit weer te geven maar da Vinci deed het best! door de cirkel niet centraal in het vierkant te plaatsen Studiebladeren = onderzoeken: vleermuisvleugels, armen etc. Probleem: hij wordt vaak weergegeven als een ‘superman’ maar hij was niet onfeilbaar: Brengt conceptie in beeld en is fout en conservatief: ‘wanneer krijg je een ziel?’ De hersenen van de man zijn verbonden aan de teelballen: bij het moment van ejaculatie komt er een stof vrij in de hersenen en die stof wordt geïnjecteerd bij de vrouwen. = De man bezielt het nieuwe wezen. De vrouw is een lege ontvanger. Borst rechtstreekse verbinding naar baarmoeder voor moedermelk Laatste Avondmaal- tweede helft 15e eeuw (1495-1498) Functie? Voor de eetzaal van het dominicanerklooster Santa Maria delle Grazie in Milaan. → opdracht van Sforza als site om macht en eruditie van zijn dynastie te etaleren (Nieuwe) beeldtaal Het laatste avondmaal was een typisch thema voor een eetzaal maar da Vinci breekt volledig met traditie. Middeleeuwse voorlopers: vlakke figuren, geïsoleerd van elkaar. Judas als enige figuur aan de andere kant van de tafel (verrader) Da Vinci: Symmetrische en harmonische compositie (met Judas er bij) Focus op beslissend moment in verhaal: ‘iemand zal me verraden’ = theatraal o Verbazing apostelen weergegeven in groepjes: reageren niet enkel op Christus maar ook op elkaar. o Jezus: eerder geïsoleerd = kwetsbaar maar ook berustend 47 Ruimte: Perspectief is helemaal aangepast aan de refter waarin het werk zal zijn. het lijkt alsof de kloostermuren doorlopen. Aangezien het verdwijnpunt zich vlak achter Christus bevindt, blijft hij het centrum van de aandacht (het raam achter hem fungeert bovendien als een soort natuurlijke aureool). Experimentele techniek: Klassieke frescotechniek = temperaverf op een natte kalklaag die snel droogt. Secco-methode = schilderen op een droge kalkmuur. → trager met meer details Da Vinci behandelde de muur als een paneel (grondlagen) en schildert met olieverf. Aan de andere kant van de muur was een keuken = vocht ➔ De verf brokkelt af en begon te schimmelen Vasari schreef in 1550 al dat de muurschildering compleet geruïneerd was en de figuren amper nog zichtbaar: de verf bladerde af en de kleuren vervaagden. Bovendien vond men het nodig om een deuropening te kappen in de muur, waardoor het onderste register van schildering verminkt werd In de 18de eeuw maakten een paar goedbedoelende restaurateurs de situatie alleen maar erger. Na bombardementen tijdens WOII werd de muur drie jaar aan weer en wind blootgesteld onder de blote hemel en enkel beschermd door een zeildoek. In de jaren ’80 en ’90 van de 20steeeuw werd de zwaar aangetaste muurschildering grondig gerestaureerd, maar zelfs nu blijft het tafereel eerder vaag (3/4 van de oorspronkelijke verf is verloren). Gehavende toestand maakt het werk aantrekkelijk: romantiek vergankelijkheid (Warhol) Mona Lisa - eerste helft 16e eeuw (1503-1506) Vindt samen met Raphael het vrouwelijk portret opnieuw uit in de renaissance. ➔ Inspiratie driekwartsprofiel van der Weyden en Memling Handen: makkelijker emotioneel verbonden met geportretteerde Imaginair landschap Delicate verflagen: lijkt van binnenuit verlicht Sfumato Roem schilderij: hij hield het altijd bij zich en nam het mee naar het Franse hof (waar hij stief) → Louvre 48 DA VINCI’S ZWERFJAREN 1499-1519: Toen Sforza in 1499 uit Milaan verdreven werd door de Fransen, reisde da Vinci door naar Venetië, Rome en Firenze, waar hij verschillende opdrachten uitvoerde, en er evenveel onvoltooid achterliet. ‘de Slag bij Anghiari’ = een grote muurschildering in opdracht van het Florentijnse stadsbestuur. In dezelfde ruimte zou de veel jongere Michelangelo een andere slag verbeelden. Beide mannen konden elkaar niet luchten, maar da Vinci was wel onder de indruk van Michelangelo’s David, een beeldhouwwerk dat hem aanmoedigde om zijn anatomiestudies weer op te nemen (getuige zijn vele tekeningen over spieropbouw in de volgende jaren). Later trok hij weer naar Milaan, waar de Franse koning Frans I de toen al vrij oude da Vinci uitnodigde om voor zijn hof te komen werken in Frankrijk. Leonardo stierf er in 1519. 49 MICHELANGELO BUONARROTI (1475-1564) = beeldhouwer, schilder, architect en poëet Jaren 1480-90: opleiding in Firenze In humanistische kring Lorenzo de’ Medici ➔ Kennis met idealen klassieke oudheid en collectie antieke beelden Radicale monnik Savonarola: liet boeken en kunst verbranden = Michelangelo naar Bologna Rome is waar hij zijn echte meesterwerken maakte: Dronken Bacchus en Pièta. Michelangelo zou nog een paar keer heen en weer reizen tussen Firenze en Rome, waar hij het ene iconische meesterwerk na het andere schiep. Kern beeldhouwen = materiaal weghalen tot de essentie overblijft, het beeld zit gevangen in een blok marmer en moet bevrijd worden Persoonlijkheid: Getormenteerd mens: klagerig, bang voor hel en aantrekking tot mannen creatieve scheppingsdrang en diepe vroomheid ➔ vaak in de knoop met zichzelf Zijn vele brieven en poëzie geven een voor die tijd ongekende inkijk in de innerlijke leefwereld van een kunstenaar. Michelangelo beschouwde het lichaam als de gevangenis van de ziel. Dit dualisme tussen lichaam en ziel ‘bezielt’ veel van zijn kunstwerken. Uitwendig zien ze er misschien kalm uit, maar ze worden geroerd door een psychische spanning die geen fysieke uitlaatklep vindt (zie bv. David). Dronken Bacchus – einde 15e eeuw (1496-97) Vroege fase oeuvre Bewust wankel Suggestie dronkenschap 50 Pièta– einde 15e eeuw (1498-99) Functie? Opdracht van een Franse kardinaal om een treurende Maria met haar dode zoon te kappen voor zijn tombe in de Sint-Pietersbasiliek. Pieta = uiting centrale dogma christelijk geloof: Jezus is gestorven voor onze zonden. Het is een huwelijk tussen aard lijden en hemelse schoonheid. Beeld Afscheid moeder en zoon als een kalm en transcendent moment: ingetogen contemplatie. Mooie en serene figuren i.p.v. getormenteerd in een piramidale compositie Jonge maagd met haar schoot als graf ➔ Jeugd als eeuwige maagdelijkheid Controverse over de maker: De zelfbewuste Michelangelo plaatste zijn signatuur op de riem van de Maagd. Op 24-jarige leeftijd was zijn roem verzekerd. Onafgewerkte Pièta heeft iets heel modern, ze versmelten in elkaar David– eerste helft 16e eeuw (1501-04) Functie? Kerkfabriek van de duomo gaf hem de opdracht om een monumentale David te maken voor een van de steunberen van de kathedraal. Twee beeldhouwers waren al begonnen aan de karwei maar hadden moedeloos opgegeven: 12 jaar later kapt Michelangelo in 2 jaar tijd de iconische ‘David’ uit een voorbehouden blok marmer (5m!!) Wanneer het beeld af was maakte het stadsbestuur er een politiek symbool van en plaatste het in het politieke hart van de stad. ➔ Daarom lijkt zijn rechterhand te groot, het was bedoeld om van onderaf gezien te worden vanop 30 meter hoogte Beeld David als waakzame wachter i.p.v. triomfantelijke held. Balans tussen rust en spanning: Contraposto Focus blik: kalme intensiteit 51 Michelangelo’s David Donatello’s David Hoofd van goliath niet uitgebeeld Hoof van Goliath uitgebeeld = hij maakt zich klaar voor de confrontatie = na het gevecht Naakt: musculatuur, duidelijk gekeken naar de gespierde torso’s van de Hellenistische Naakt: slank, jeugdig en androgyn beeldhouwkunst. De heroïsche schaal, de bovenmenselijke schoonheid en kracht die David tentoonspreidt, werden typisch voor Michelangelo’s stijl. Michelangelo gaat in competitie met de klassieken en plaatst zich zelfzeker op dezelfde voet en overtreft ze. Niet altijd in even goede staat bewaard (bliksem en schimmel) Mozes– eerste helft 16e eeuw (1513-16) Het originele plan: Een krachtig mausoleum voor Julius II, een van de hoogtepunten van de Sint- Pietersbasiliek Het moest een combinatie van beeldhouwkunst en architectuur worden ter meerdere eer en glorie van zijn pontificaat. Op een van de lagere niveaus van dit bouwsel was de figuur van Mozes gepland o Een waakzaam en wijs man o Heeft net de 10 geboden ontvangen en staat op het punt om in woede uit te barsten als hij ziet hoe de Joden zich aan zonde overgeven. (dynamiek en spanning) ▪ Hoorns = gevolg foute vertaling - Mozes moest omringd worden door krachtige figuren, wiens betekenis nog niet volledig duidelijk is, zoals ‘De ontwakende slaaf’ of ‘De stervende slaaf’. De onvoltooide ontwakende slaaf geeft een mooi inzicht in Michelangelo’s werkproces. Het uiteindelijke plan De paus gaf Michelangelo andere opdrachten en wanneer Julius II stierf, was het onaf. Uiteindelijk kwam het tot een afgezwakte versie. 52 Sixtijnse Kapel: plafond – eerste helft 16e eeuw (1508-12) Functie? Julius II onderbrak de constructie van zijn mausoleum voor een nieuw project: het plafond van de Sixtijnse Kapel. Michelangelo klaarde de klus in amper vier jaar, hij wou zo snel mogelijk opnieuw beeldhouwen. In een gedicht uit die tijd klaagde Michelangelo over zijn werk en het fysieke ongemak dat dit met zich meebracht. Hoewel Michelangelo weinig voeling met het medium fresco had, creëerde hij een werk met een tijdloze impact. Beeld Genesis en andere oudtestamentische verhalen. Begint bij de schepping van de wereld en eindigt bij de dronkenschap van Noah Dominerend middelpunt = de schepping van Adam o Profeten, sybillen, voorvaderen christus… Geschilderde schijnarchitectuur om de scènes van elkaar te scheiden Trompe l’oeil Ignudi: naakte mannen op het plafond Massieve/elegante figuren: beeldhouwen met verf – overtreffen klassieke beeldhouwers Musculaire figuren (ook vrouwen) De schepping van Adam = het eerste moment van menselijk bewustzijn. o Menselijk lichaam met kinderlijke verwondering Renaissance: focus op de mens, Adams reactie op de schepping en niet zozeer op God (gelijke hoogte) God met baard en kleed = verwijzing Zeus Veel discussie ober identiteit figuren rond God. Het geheel aan zinnenprikkelende afbeeldingen symboliseert Michelangelo’s artistieke creativiteit en inventiviteit. 53 Sixtijnse Kapel: Altaarwand – eerste helft 16e eeuw (1536-41) functie? Voltooid onder paus Paulus III. Michelangelo teruggehaald uit Firenze. Beeld? pessimistisch werk: stad was geplunderd door Duitse troepen en de Reformatie was in volle gang. Inspiratie Signorelli (gespierde naakten in actie) Trompetterende engelen kondigen het einde der tijden aan Christus als rechter in het centrum van de aandacht ➔ Met woedende blik en opgeheven arm lijkt hij de verdoemden persoonlijk naar de hel te sturen o Maria als middelares treedt voor de zondaars op, ietwat angstig van haar zoon Doorheen de fresco buigen, vallen, draaien, kijken lichamen die er bijna bovenmenselijk uitzien door hun buitenproportionele musculatuur. De naaktheid van deze figuren schokte veel tijdgenoten en kort na Michelangelo’s dood werden heel wat schaamdelen overschilderd met lendendoeken. 54 HOOFDSTUK 5: BAROK: ITALIË & SPANJE TERMINOLOGIE Barok < ‘barocco’ = onregelmatig gevormde parel ➔ Oorspronkelijk bedoeld als minachtende verwijzing naar de overweldigende stijl Wat is Barok? Drama, emotie: overtuigen en emotioneren via de zintuigen, pathos o over the top: neemt je helemaal mee in het verhaal: o diagonale lijnvoering, ingewikkelde patronen: o Spanning en beweging (renaissance was tussen beweging en symmetriek) o grootsheid o sensuele rijkdom o Clair-obscur: licht/donker contrast = tenebrisme (donker overheersend contrast) Harmonisering van deze kenmerken doorheen verschillende kunstvormen = gesamtkunstwerk: gemaakt om in religieuze gebouwen te zitten of door vorsten. Heel internationaal, niet regio specifiek zoals Vlaamse Primitieven →We gaan de kenmerken over heel Europa zien. HISTORISCHE ACHTERGROND – Italiaanse Barok Contrareformatie = antwoord van de katholieke kerk op de reformatie en de protestantse kritieken die geuit werden tijdens de 16e eeuw Rooms-katholieke kerk komt samen: Concilie van Trente. ➔ Luisteren naar bepaalde kritiek en toepassen o Betere opleiding voor priesters o Gelovigen beter onderwezen ➔ wat protestanten hen verwijten: extra in de verf zetten ‘Bijbel is in een té moeilijke taal’ Extra nadruk op latijn ‘veel te veel heiligen’ Nog meer heiligen!! ‘Kunst leidt af’ Rol van kunst herbevestigen: veel mensen kunnen niet lezen en schrijven dus plaatjes helpen Maar wel regels over wat goede kunst en wat slechte kunst is 55 BAROKARCHITECTUUR IN ROME Echt een bouwwerf: alles wordt aangepast aan de nieuwe stijl. ➔ Architectuur om te overweldigen Grootste Renaissance project: de bouw van de Sint-Pietersbasiliek kwam tot een einde: 1502: Julius II sloopt een antieke basiliek en wil een nieuwe 1e architect Bramante sterft Raphaël Michelangelo (koepel), een meter kleiner dan die in Firenze 1615: Maderno: nog en schip en façade (gevel) de gevel is niet meer louter symmetrie en herhaling (renaissance) → er is verandering van ritmiek bij de zuilen = beweging, dynamiek. 1629: Bernini voor de decoratie van het interieur Baldakijn als intern focuspunt, geeft de kerk een menselijke schaal Beeldhouwkunst in dialoog met architectuur Monumentale constructie van brons boven graf heilige Petrus Dit meesterwerk van barokarchitectuur, gemaakt met brons afkomstig uit het Romeinse Pantheon, draagt pauselijke insignes van de Barberini-familie en symboliseert zowel religieuze als politieke triomf. Na het baldakijn kreeg Bernini de opdracht om het Sint-Pietersplein te ontwerpen. Het plein, met zijn ovale vorm en omliggende colonnades bekroond met beelden (nieuwe heiligen), heeft een sterk sculpturaal karakter en straalt monumentaliteit uit. eenheid en uniformiteit auditorium/theater symboliek Obelisken uit Egypte in stad plaatsen en kruisteken opzetten: katholiek overwint alles Borromini Grenzen van het fysiek mogelijke opzoeken: zijn gevels dansen : hol en