Renaissance in het Noorden PDF

Document Details

EasedSerendipity3082

Uploaded by EasedSerendipity3082

Universiteit van Amsterdam

Arjan de Koomen

Tags

Renaissance Art History European Art History

Summary

This document describes the Renaissance in Northern Europe, specifically focusing on its spread in the early 16th century (Germany, France, and the Netherlands). It also discusses the artistic characteristics and key figures of the period, particularly Albrecht Dürer. The document explores the relationship between the Renaissance and the Reformation.

Full Transcript

Renaissance in het Noorden Arjan de Koomen Onder Noord Europa valt in dit geval alles behalve Italie. Central Europe is in dit geval vooral Duitsland. In dit college: I Verbreiding van de Renaissance in de eerste helft van de zestiende eeuw (Duitsland, Frankrijk, Nederlanden) II Het zelfbewustz...

Renaissance in het Noorden Arjan de Koomen Onder Noord Europa valt in dit geval alles behalve Italie. Central Europe is in dit geval vooral Duitsland. In dit college: I Verbreiding van de Renaissance in de eerste helft van de zestiende eeuw (Duitsland, Frankrijk, Nederlanden) II Het zelfbewustzijn van Albrecht Dürer Verhouding tot die Reformatie De reformatie heeft te maken met kerkhervorming. De reformatie laten we altijd beginnen met de 95 stellingen van Martin Luther in 1517 op de muur spijkerde. Deze waren nogal kritisch op de manier waarop de kerk handelde. Een belangrijk punt hiervan kwam vanuit een kunsthistorische kwestie. Julius II was nogal ondernemend in artistieke zin. Dit was duur, en daarom bedacht hij extra aflaten te verkopen. Het was dus een reactie op de aflaatverkoop voor de bekostiging van de bouw van de nieuwe Sint-Pieter. Dit liep uit tot een krachtig verzet, mede door de drukpers waarmee informatie snel kon worden verspreid. Janson vraagt zich af, wat heeft het voor gevolgen voor de kunst? Het was even dramatisch voor de kunst als voor de geloofswereld. Onder andere door het iconoclasme, de beeldenstorm (1566/1567). Hierdoor hebben we een gefragmenteerd beeld van onze beeldgeschiedenis. Maar ook het toenmalige heden, er werd veel kunst niet gemaakt. Grote crisis in de kunst dus, in de gebieden die protestants worden. Of toch niet? We zien een bloei van oude en nieuwe kunstvormen. De gebieden waar mensen protestants werden waren vaak ontwikkelde gebieden, ze konden lezen, ze waren kunstzinnig. Er was dus ondanks en dankzij de reformatie veel ontwikkeling. Renaissance-kenmerken Natuurgetrouwheid Klassieke thema’s Correcte anatomie Architectuur (perspectief) Evenwichtige composities Rationeel lichtgebruik Reductie van het decoratieve Geheel dominanter dan detail Duitsland: Veel steden in het zuiden waren belangrijk voor de kunstproductie. Hier zijn veel belangrijke kunstenaars uit voorgekomen, zoals Grunewald, Durer, Cranach, Altdorfer en Holbein. Grünewald, was van de generatie Michelangelo/Rafael. Hij maakte een groot altaarstuk wat we kennen als het Isenheimer altaarstuk. Het is een complex, groot altaar. Komt uit een ziekenhuisklooster in Isenheim. Dezelfde tijd als het Sixtijnse plafond. Op de eerste laag is de heilige Antonius afgebeeld. Was ook de naam van het hospitaal, en een beschermer tegen de ziekte antoniusvuur. Ontstond door een bepaald soort schimmel, en als je die at dan werd je heel ziek. Dit klooster was gespecialiseerd in de behandeling van dit soort zieken. Hoe zit het in elkaar? Van de buitenkant zien we een laag, nog een laag en dan het sculptuur van Antonius. We zien een kruisiging in een donkere situatie. Christus is heel erg toegetakeld, en aan de zijkant zien we de heiligen Sebastiaan en Antonius. Het is een aangrijpende voorstelling. Christus zit onder de wonden, hij is ‘heel erg dood’. Zijn voeten en lichaam zijn hoogst expressief. Maria valt flauw, Johannes vangt haar op. Johannes de Doper staat er bij als een soort aankondiger. Verkrampte handen, het kruis gemaakt van een stuk boon, zijn voeten zien er vies uit met de spijker er doorheen gejast. Het is dus ontzettend realistisch, dus in die zin past het in de Renaissance, maar er wordt niet gestreefd naar een ideale schoonheid. Als we naar Antonius kijken zien we een raampje waar de duivel probeert door naar binnen te komen. Het raampje is ontzettend goed geschilderd. Dus het thema is niet renaissance, maar de manier waarop hij het uitbeeldt is een triomf Vande renaissance. Het tweede aanzicht zag je op zondagen en feestdagen. Het is veel kleuriger. Links een annunciatie, rechts de opstand uit het graf en in het midden de kerststal. We zien een engelen orkest met Maria als hemelse moeder die het kind aanbid, en daarnaast Maria met kind. Weidse voorstelling met veel lichteffecten. Er staan ook huis tuin en keukenspullen bij die ontzettend goed geschilderd zijn. De verkondiging, annunciatie, is bijna wonderlijk, maar ook een heel realistisch beeld in een gotische kapel. Bij de verrijzenis zien we mooie kleuren, bijzondere kleurcombinaties. De laatste werd alleen geopend op de dag van Antonius. Deze bestaat uit de verhalen van Antonius, maar ook de heiligen Augustinus en Hieronymus. Opzij zien we een scene van de ontmoeting de heilige Paulus en Antonius en rechts zien we de verzoeking van de heilige Antonius. Paulus heeft een vlechtwerk aan wat hij zelf gemaakt heeft. Het verhaal is dat er een raaf was die hem elke dag eten kwam brengen. Dit is een verhaal, Dali heeft het ook gedaan, de verzoeking van de heilige Antonius. Hij is goed in staat om hier een schrikwekkende chaos van de maken. Het is monsterlijk en gruwelijk. Hij brengt het naar iets wat we expressie kunnen noemen. Altdorfer, is een figuur die werkte in Regensburg en München. Hij maakte een schilderij van veldslag bij Issus, tussen Alexander de Grote en de Perzen en hun koning Darius. Het is een gekrioel van figuren. We kijken dus naar een antieke veldslag, dus heel Renaissance-achtig. Het voelt niet antiek. Het is hetzelfde thema als het mozaïek uit Pompeii, maar niet antiek uitgebeeld. Het thema is dus Renaissance, maar de uitbeelding niet. Dürer, komt uit Neurenberg. Hij was iemand die vooral als graficus werkte. Hij ervoer veel roem, kon met veel expressie en drama onderwerpen in beeld brengen. Hij is tegelijkertijd bezig met Italiaanse onderwerpen, zoals we kunnen zien in Adam en Eva. Het is erg bezig met hoe je zo prachtig mogelijk een lichaam krijgt, hoe je dat proportioneert en hoe je het positioneert. Hij maakte hier zelfs een boekje over. Hij was ook geïnteresseerd in perspectief. Kortom, Durer kunnen we het expressief lelijke aan zien, maar ook dat hij in de Renaissance geïnteresseerd was. Cranach, was een kunstenaar uit Wenen. Was bevriend met Martin Luther, maakte ook veel portretten van hem. Hij heeft ook klassieke en mythologische onderwerpen uitgebeeld. We kijken naar het Paris oordeel, begin van de Trojaanse oorlogen. Paris was een koningszoon die zich als herder verkleedde en hij moest op een gegeven moment over vier godinnen zeggen wie hij de mooiste vond. We kijken naar het moment dat hij hen het antwoord geeft. Wat interessant is is dat hij een heel mythologisch verhaal uitbeeld, maar als er was gezegd: dit is een antiek figuur, dan ziet hij er absoluut niet zo uit. Hij ziet er uit als een Duitse ridder. Achter hem zien we Mercurius als een oude grijze man, niet zoals normaal een jonge vent. Hij heeft ook niet gekeken naar goede proportioneren. Dus het is mythologisch, Renaissance, maar de manier waarop hij het aankleedt heeft hij totaal geen interesse in hoe antieke beelden of reliëfs er uit zouden hebben gezien, en hij is ongeoefend in vrouwenlichamen. Hoor bij de renaissance, maar is dus heel eigen. Frankrijk: Frankrijk was een natie geleid door Francois I. Hij had veel interesse in kunst, maar er waren geen locale grootheden. Hij haalde kunstenaars uit Italie, hier voerde hij ook oorlogen dus hij was er al eens geweest. Hij liet het kasteel Chateau de Fontainebleau laten maken. De architectuur lijkt op de Italiaanse Renaissance, maar in het kasteel liet hij nieuwe dingen maken. Dit liet hij doen door Rosso Fiorentino en Primaticcio. De gang is beschilderd en bestuurt en besneden door verschillende kunstenaars. De voorstellingen zijn erg Italiaans. Ook opzij zien we figuren uit witte pleister. Doen denken aan de Naakte Jongelingen van Michelangelo. Primaticcio werkte aan de kamer van de maîtresse van de koning. We zien langgerekte naakte figuren in maniëristische proporties. We zien dus heel erg geïmporteerde Italiaanse kunst. Cellini maakte de nimf van Fontainebleau, het kasteel. Dus kunst gemaakt door geïmporteerde kunstenaars. De Nederlanden: De Nederlanden hadden een bijzondere schilderschool ontwikkeld. Deze had de Italiaanse Renaissance niet zo zeer nodig zou je denken. Maar toch gebeurde er iets anders. De Nederlandse kunstenaars van de 16e eeuw zijn heel erg naar Italie gaan kijken. Ze gingen naar Italie om een stilistische metamorfose te ondergaan. De eerste waar we dit van weten is Gossaert. Hij reisde mee met Philip van Bourgondië naar Rome. Er zijn tekeningen van bewaard gebleven. Het is de eerste blijk dat een noordelijke kunstenaar interesse had in renaissance kwesties. Hij heeft interesse in de naakte jongeling maar ook in decoratie. Hij komt terug en blijf aanvankelijk schilderen in de tralie van van Eyck en zo. Maar dan gaat hij anders werken. We kijken naar Neptunes en Amphititre. Dit is een mytologische voorstelling, maar ook stilistisch gezien een renaissance voorstelling. Goed uitgewerkte naakte figuren in contrapost, helemaal op zijn renaissance. Zelf zijn signatuur is in een humanistisch lettertype gedaan. Dit schilderij geldt als de geboorte van de Nederlandse renaissance. De poging om iets te doen op zijn antieks in navolging van wat de meest recente Italiaanse kunstenaars aan het doen waren. Ook kijken we naar Jan van Scorel. Hij was nog heel even de opvolger van Rafael als conservator van de pauselijke kunstverzameling. Hij kwam hierna weer terug naar de Nederlanden. Jaren nadat hij terug is maakt hij het werk Heilige Sebastiaan. Je ziet een krachtig lichaam en op de achtergrond ruïnes zoals je ze in Rome zou vinden. Het lichaamstype doet denken aan Michelangelo. Duitsland trok zich dus weinig van Italie aan, maar ze worden wel beter en krijgen interesse in de oudheid en de mythologie, maar op hun eigen manier. De fransen importeren gewoon kunstenaars uit Italie en in de Nederlanden zien we dat men naar Rome reist en de kunst zijn eigen maakt. Albrecht Dürer We weten heel veel van Dürer. Je kan goed in zijn kunst doordringen. Hij is een kunstenaar die geboren is in Neurenberg. Dit was niet voor niks een favoriete stad van Hitler en de Nazi’s Het gold als de trots van de Duitse cultuur. Hij werd geboren midden in de bloei van deze kunsten. Hij was schilder en graficus. Hij was een kunstenaarszoon, dus hij tekende veel. Hij maakte al heel jong een zelfportret. Hij heeft eerst bij zijn vader geleerd, toen bij een ander kunstenaar, en hij is in 1490 gaan reizen om nieuwe dingen te leren. Hij ging op weg naar Martin Schongauer. Schongauer was de eerste kunstenaar die van de gravure een kunstvorm maakte. Dürer vond dit interessant. Dürer komt hier aan, maar hij blijk net op dat moment gestorven. Hij mag werken met de broers van Schongauer. Dürer kopieert de thema’s van Schongauer, zoals de Madonna op de Turfbank, maar je ziet hoe z Dürer in dezelfde techniek een vee grotere plasticiteit, variëteit, rijkdom weet weer te geven. De draperie is veel ingewikkelder gekreukeld. Het zijn dezelfde elementen, maar hij kan het gewoon beter. In die jaren moet hij met iemand trouwen, hij trouwt met Agnes. Ze wordt voor hem uitgekozen. Hij maakt voor die tijd een zelfportret in verf. Het geldt als het eerste zelfstandige zelfportret. Hij maakt als eerste autonome zelfportretten. We zien iemand met mooie kledij, hij heeft interesse om zichzelf in beeld te brengen. Zijn eerste Italiaanse reis maakt hij in 1494. Hij gaat van Neurenberg naar Venetië, allebei enorm belangrijke handelssteden dus een drukke route. Onderweg maakte hij aquarellen. Een van de eerste keren dat we van een kunstenaar meekrijgen wat hij onderweg meemaakt. Ook heeft hij allerlei dorpjes van boven bestudeerd. Dit zien we later terug in zijn gravures, bijvoorbeeld Nemesis. Het landschap wordt als het ware verfrommeld. Dit dorpje kan herkent worden als een dorpje wat hij gezien moet hebben op zijn Italiaanse reis. Als je zijn tekeningen naast de gravures legt dan zie je dat het overeen komt. Hij heeft in Venetië veel getekend. Jaren later maakt hij een houtsnede serie over de apocalyps en een van de episodes is de hoer van Babylon. Hoe is zo’n hoer dan gekleed? Hij heeft hiervoor zo’n Venetiaanse vrouw gebruikt. We weten zeker dat hij heeft gekeken naar het werk van Mantegna. Bij Dürer is de plasticiteit veel groter. Vlak na zijn reis maakt hij wederom een zelfportret met hele opvallende kledij. Hij zal trots zijn geweest op zijn haar. Ook zien we dat hij een venster opent wat we ook zaken bij Maarten van Heemskerk. Dat wil zeggen, ik ben over de Alpen getrokken. Tweede Italiaanse reis in 1505 ging hij wederom naar Venetië. We weten niet of hij in Rome Rome of Florence is geweest. In een brief zegt hij dat Venetiaanse kunstenaars zeiden: in graveren ben je goed, maar in het verven weet je niet met kleur om te gaan. We zien het Rosenkranzfest, gemaakt voor een broederschap met een eigen kerk, de San Bartolomeo. Het heet het Rozenkransfeest omdat we kijken naar het aanbidden van de rozenkrans. We zien de Duitse vorst Maximiliaan en Julius II. Helemaal rechts zien we ook Dürer zelf. Hij zal zeker gekeken hebben naar het altaarstuk van Bellini. We zien ook voorstudies op blauw papier, een Venetiaans gebruik. Het kunstwerk is nu in Praag, te voet van Venetie naar Praag gebracht. Het echte klassieke liet hij dus wel liggen, hij ging niet naar Rome of zo. Hij maakte zijn beroemdste zelfportret in 1500. Hij heeft zichzelf recht van voren afgebeeld. Hij geeft het een Latijnse signatuur. Hij behoort tot de groep der geleerden. Hij heeft zichzelf uitgebeeld met verf, zijn leeftijd was 28 jaar. Dit Latijn is een hoog renaissance achtig kunstenaarsbewustzijn. Hij beeldt zich ook bijna uit als Christus. De vraag is ook, wil hij zichzelf als een soort Christus figuur afbeelden? Het is dus heel bijzonder dat hij zichzelf tot thema maakt en daar autonome schilderijen van maakt. Verder heeft hij wereldberoemde gravures gemaakt over Europa, ook wel de Meisterstiche. De meesterwerken als gravuren. We zien een Ridder ter Paard. We zien de duivel en een zandloper. Morele boodschap dat je je moet voorbereiden op de dood. De andere de Melancolia. We zien dingen die te maken hebben met wiskunde, vakmanschap. Een van de minst begrepen kunstwerken uit de kunstgeschiedenis. Het is wel een heel fascinerende gravure. We zien Hieronymus in Studeervertrek. Hij weet hier echt een vertrek van de maken. Hij maakt hele mooie reflecties van het licht en de ramen. In gravure is dat heel knap. Nederlandse reis in 1520. Hij is al tegen de 50. Hij maakt de reis omdat keizer Maximiliaan overlijdt en hij zou een pensioen krijgen. In Aken wordt de nieuwe keizer ingesteld en hij wilt zijn pensioen zeker stellen. Heel triviale reden dus. Daarna reist hij door naar Antwerpen. Antwerpen heeft hem waarschijnlijk een werkverband aangeboden om zich te vestigen in Antwerpen. Antwerpen wilde in de luxe industrieën investeren. Hij is later weggegaan omdat de vervolgingen van Lutherse heel heftig werden. Hij ontmoette hier onder ander Katharina, wie hij portretteert. Ook portretteert hij Lucas van Leyden, en Desiderius Erasmus. Later heeft hij Erasmus ook in gravure gebracht. Hij maakt ook tekeningen van dieren, waaronder een Walrus. We zien een tekening van hemzelf, bijna naakt. Hij loopt in Zeeland waarschijnlijk malaria op, en hij wijst naar een plek op zijn lichaam. “Daar waar ik naar wijs, daar doet het pijn”. Is waarschijnlijk een tekening die hij maakt om naar een dokter te sturen. Het is een kunstenaar die kennelijk durft te denken dat zijn kunst ook heel erg over zichzelf gaat.

Use Quizgecko on...
Browser
Browser