Economie I (BESPO1173-BESPO1173A) PDF

Document Details

BestKnownTucson

Uploaded by BestKnownTucson

UCLouvain

BESPO

Tom Truyts

Tags

economics business economics factor markets production functions

Summary

This document presents lecture notes on businesses in factor markets, covering topics like production, costs in the long term, and demand for factors of production. The notes specifically address the relationship between production functions, production costs, and factor demands under different market scenarios. The document uses tables and graphical illustrations to present its analysis using the concepts of marginal and average products.

Full Transcript

Economie I (BESPO1173- BESPO1173A) Tom Truyts 9. Ondernemingen op factormarkten Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten Ondernemingen op factormarkten: overzicht 1.De productie 1. Definitie 2. Het gemiddelde en marginale product 3. De marginale te...

Economie I (BESPO1173- BESPO1173A) Tom Truyts 9. Ondernemingen op factormarkten Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten Ondernemingen op factormarkten: overzicht 1.De productie 1. Definitie 2. Het gemiddelde en marginale product 3. De marginale technische substitutievoet 4. Schaalopbrengsten 5. De Cobb-Douglas productiefunctie 2.Kosten op lange termijn 1. Kostenminimalisering 2. Totale kosten op lange termijn 3. De vraag naar productiefactoren 1. De voorwaardelijke vraag naar arbeid 2. De onvoorwaardelijke vraag naar arbeid Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten Engelse ‘labour’) en het aantal machines, voorgesteld door K (van ‘fysiek’ kapitaal). De productiefunctie: Tabel Tabel 8.1 beschrijft enkele mogelijkheden voor deze autoproducent. Zo kunnen er 100 auto’s per dag geproduceerd worden met 10 arbeiders en 30 machines (combinatie Maximale A). Maar menoutput q hangt kan dezelfde outputafookvan twee inputs produceren met 20 arbeiders en 15 machines (combinatie aantal arbeiders (L)30 arbeiders en slechts 10 machines (combinatie C). Om de B), of met output aantaltemachines verhogen tot (K)125 auto’s per dag zijn er, in het geval van 10 arbeiders, meer machines nodig, 20 meer om precies te zijn (vergelijk combinaties A en D). Tabel 8.1: dagelijkse productie van auto’s bij enkele combinaties van arbeid en kapitaal dagelijkse input dagelijkse output punt in figuur 8.1 arbeid L kapitaal K q A 10 30 100 B 20 15 100 C 30 10 100 D 10 50 125 E 20 25 125 F 30 15 125 Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten Tabel 8.1 geeft slechts enkele mogelijkheden weer voor de producent. Meer in het De productiefunctie: Algebraïsch Productiefunctie: TP(L,K) beschrijft maximale (technisch mogelijke) output als functie van inputs: arbeid (L) en kapitaal (K) Algebraïsch: Bijvoorbeeld TP(L,K) voor auto’s 4 arbeiders en 9 machines → maximaal 16 auto’s Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten Productie-isokwanten Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten Ondernemingen op factormarkten: overzicht 1.De productie 1. Definitie 2. Het gemiddelde en marginale product 3. De marginale technische substitutievoet 4. Schaalopbrengsten 5. De Cobb-Douglas productiefunctie 2.Kosten op lange termijn 1. Kostenminimalisering 2. Totale kosten op lange termijn 3. De vraag naar productiefactoren 1. De voorwaardelijke vraag naar arbeid 2. De onvoorwaardelijke vraag naar arbeid Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten Productie-isokwanten 15 Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten Dekapitaal belangrijkste zijn maatstaven voor deenbaat volledig analoog vanvoor staan het inzetten van een productiefactor, de volledigheid telkens vermeld in een De productiefunctie: Algebraïsch zijnvoetnoot. het gemiddelde product en het marginale product. We kijken in wat volgt naar de productiefactor arbeid. De overeenkomstige definities voor de productiefactor Exacte kapitaal zijnvorm/kenmerken volledig product Het gemiddelde analoog en productiefunctie vanstaan voor arbeid hangen deL)volledigheid (GP telkensaf is eenvoudigweg van vermeld het technologie totaleinproduct een uitge- voetnoot. Gemiddelde drukt per eenheidproduct arbeid,van dus:arbeid 3 GP : L Totale product Het gemiddelde productper vaneenheid arbeid (GP arbeid TP(L,K )het totale product uitge- L) is eenvoudigweg GPL(L,K ) = _____. (8.1) drukt per eenheid arbeid, dus: 3 L Om het marginale product te begrijpen, TP(L,K _____ ) kijken we eerst naar een wijziging in de GPL(L,K ) =. (8.1) hoeveelheid arbeid met ∆ eenheden. Deze L wijziging kan positief of negatief zijn en Marginale Om is het ‘ceteris product marginale paribus’, i.e.,van product de arbeid MP te begrijpen, hoeveelheid kijken: we eerst Lkapitaal naar een wijziging en eventuele in de blijven andere factoren hoeveelheid Effectarbeid met (infinitesimaal ∆ eenheden. Deze constant. vanresulterende De één wijziging inwijziging kleine) hettoename totale kan inpositief ofop arbeid product, negatief totale zijn uitgedrukt en productie per eenheid van is ‘ceteris paribus’, Voor een i.e., de hoeveelheid discrete toename kapitaal arbeid △ en eventuele andere factoren blijven de gewijzigde hoeveelheid arbeid, is dan gelijk aan: constant. De resulterende wijziging in het totale product, uitgedrukt per eenheid van de gewijzigde hoeveelheid arbeid, is TP(L+∆,K dan ) − TP(L,K ) gelijk aan: ______________. (8.2) TP(L+∆,K ) − ∆ ) TP(L,K ______________. (8.2) Bij een zeer kleine wijziging van de∆hoeveelheid arbeid, wordt uitdrukking (8.2) het 4 Bij marginale product een zeer kleine van wijziging arbeid van de (MP hoeveelheid L ): arbeid, Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen wordt uitdrukking (8.2) het en factormarkten 4 is ‘ceteris paribus’, i.e., de hoeveelheid kapitaal en eventuele andere factoren blijven De productiefunctie: Algebraïsch constant. De resulterende wijziging in het totale product, uitgedrukt per eenheid van de gewijzigde hoeveelheid arbeid, is dan gelijk aan: Marginale product van arbeid) MP TP(L+∆,K L: ______________). − TP(L,K (8.2) Effect van één (infinitesimaal kleine) ∆ toename in arbeid op totale productie Neem limiet △ → 0 Bij een zeer kleine wijziging van de hoeveelheid arbeid, wordt uitdrukking (8.2) het Eerste orde (partiële) afgeleide van productiefunctie naar arbeid marginale product van arbeid (MPL):4 TP(L+∆,K ) − TP(L,K ) _____________ MPL(L,K ) = ∆→0 lim. (8.3) ∆ Het marginale product van arbeid is dus de (partiële) afgeleide van de productiefunc- tie naar de hoeveelheid arbeid (waarbij we de hoeveelheid kapitaal constant houden). Bij benadering kunnen we ook zeggen dat het marginale product van arbeid de wij- ziging in de totale output meet voor een toename van de hoeveelheid arbeid met één eenheid. De curve in figuur 8.2 geeft de totale productie TP(L,0) weer, waarbij we dus enkel de hoeveelheid arbeid laten variëren en de hoeveelheid kapitaal vasthouden op nul. De intuïtie achter het stijgende verloop van deze functie is duidelijk: hoe meer arbeid Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten Marginaal en gemiddeld product van arbeid ‘congestie’ ‘specialisatie’ Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten Marginaal en gemiddeld product van arbeid Gemiddeld product: Helling koorde tussen punt op productiefunctie en oorsprong (‘voerstraal’) Marginaal product: Raaklijn productiefunctie Typisch patroon: Sigmoïde Eerst stijgende meeropbrengsten → arbeidsverdeling Dan afnemende meeropbrengsten → coördinatieproblemen Gemiddelde product maximaal: MPL=GPL Algemeen: MPL>GPL betekent GPL stijgt en omgekeerd Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten Marginaal en gemiddeld product van arbeid Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten Ondernemingen op factormarkten: overzicht 1.De productie 1. Definitie 2. Het gemiddelde en marginale product 3. De marginale technische substitutievoet 4. Schaalopbrengsten 5. De Cobb-Douglas productiefunctie 2.Kosten op lange termijn 1. Kostenminimalisering 2. Totale kosten op lange termijn 3. De vraag naar productiefactoren 1. De voorwaardelijke vraag naar arbeid 2. De onvoorwaardelijke vraag naar arbeid Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten De marginale technische substitutievoet § De mate van substitueerbaarheid tussen productie-factoren, voor gegeven output § Hoeveel kapitaal kan ik maximaal opgeven als ik extra arbeider aanwerver? § Marginale Technische substitutievoet (MTSV) is de voor heel kleine veranderingen, dus Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten Marginale technische substitutievoet Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten fruitpluk fiets, ontbijtgranen Professionelen q = 10Lp+6Lj jobstudenten Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten kolom. Uit onderstaande illustratie zouden we bijvoorbeeld aflezen dat 17 de landbouw 100 ton graan produceert die gebruikt wordt in de industrie Leontief en de input-output tabel (10 ton), door de gezinnen (70 ton), en ook in de landbouw zelf (20 ton). In de kolom lezen we dan de nood aan inputs voor die sector af. Zo heeft deTechnologie landbouw per met perfecte ton graan 0,2 toncomplementen: graan, 0,6 ton staal“Leontief-technologie” en 1 manjaar nodig. En de industrie Wassily heeft nood aan 0,05 ton graan, 0,5 ton staal en 2 manjaar Leontjef om 1 ton staal te produceren. Deze technische coëfficiënten geven de productietechnologie Input-output matrix weer. input-outputtabel in een economie met drie sectoren landbouw industrie gezinnen totaal landbouw 20 10 70 100 ton graan industrie 60 100 40 200 ton staal gezinnen 100 400 500 manjaar Vanaf 1930 gebruikte Leontief de Amerikaanse input-outputtabel om de ef- fecten van economischeTomveranderingen kwantitatief te voorspellen. Hij was Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten er namelijk sterk van overtuigd dat een theorie slechts interessant is indien 18 relatie MTSV en MFP wijziging inKbeide inputs M PL ΔL , ΔK L = M PK leidt tot een M PK ⇧ K van wijziging + MdePLoutput ⇧ L=0 q = M PK ⇧ K + M PL ⇧ L Langs isokwant K =is Δq MP=L 0, ofwel L M PK M P K ⇧ K + M PL ⇧ L = 0 q = M PK ⇧ K + M P L ⇧ L MTSV= K M PL L = M PK Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten Ondernemingen op factormarkten: overzicht 1.De productie 1. Definitie 2. Het gemiddelde en marginale product 3. De marginale technische substitutievoet 4. Schaalopbrengsten 5. De Cobb-Douglas productiefunctie 2.Kosten op lange termijn 1. Kostenminimalisering 2. Totale kosten op lange termijn 3. De vraag naar productiefactoren 1. De voorwaardelijke vraag naar arbeid 2. De onvoorwaardelijke vraag naar arbeid Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten Dalend? Constant? Stijgend? Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten Schaalopbrengsten Proportionele toename van alle productiefactoren Toenemende schaalopbrengsten: oorzaken Specialisatie (Adam Smith’s speldenfabriek) Fysische wetmatigheden (containerschepen)... Afnemende schaalopbrengsten: oorzaken Omgevingsfactoren (bruggen, wegen, etc.) Organisatorische problemen (coördinatie)... Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten redig. Schaalopbrengsten We kunnen deze drie mogelijkheden ook algebraïsch en grafisch uitdrukken. Be- schouw hiertoe een schaalvergrotingsfactor λ > 1 met dewelke beide inputs L en K Proportionele toename van alle productiefactoren vermenigvuldigd worden. Zo verdubbelen we bijvoorbeeld alle inputs indien λ = 2. Schaalvergroting: De cruciale vraag is danvermenigvuldig input met hoe het totale product factor 𝛌>1, toeneemt: minder dan evenredig, Bv verdubbeling 𝛌=2 evenredig, of meer dan evenredig? Op basis van de productiefunctie kunnen we algebraïsch drie gevallen onderscheiden voor een gegeven schaalvergroting λ > 1: – Bij afnemende schaalopbrengsten geldt TP(λL,λK ) < λTP(L,K ). – Bij constante schaalopbrengsten geldt TP(λL,λK ) = λTP(L,K ). – Bij toenemende schaalopbrengsten geldt TP(λL,λK ) > λTP(L,K ). Figuur 8.6 illustreert dit grafisch aan de hand van isokwanten. Punt A op de laagste isokwant van het linkerpaneel toont een combinatie van 10 eenheden arbeid en 6 een- heden kapitaal, en levert een productie op van 100 eenheden. Bij een schaalvergroting blijft de verhouding tussen de hoeveelheid Tom Truyts arbeid enenfactormarkten - Economie I - H9 Ondernemingen kapitaal ongewijzigd. De straal Ondernemingen op factormarkten: overzicht 1.De productie 1. Definitie 2. Het gemiddelde en marginale product 3. De marginale technische substitutievoet 4. Schaalopbrengsten 5. De Cobb-Douglas productiefunctie 2.Kosten op lange termijn 1. Kostenminimalisering 2. Totale kosten op lange termijn 3. De vraag naar productiefactoren 1. De voorwaardelijke vraag naar arbeid 2. De onvoorwaardelijke vraag naar arbeid Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten weergeeft: De parametereenA istechnologische in beide functiesverbetering een schaalfactor(eendietoename vande de staat van A),technologie laat toe meer te p α 1-α weergeeft: duceren een zonder TP(L,K technologische de hoeveelheid ) = verbeteringAL(een arbeid K , oftoename kapitaal van A), laat toe meer te verhogen. (8.8) Dezeteparameter pro- wo De Cobb-Douglas productiefunctie duceren zonder de hoeveelheid arbeid of kapitaal tegenoemd. verhogen. Deze parameter wordt daarom die al vlug de totale veralgemeend factorproductiviteit werdproductiefunctie: tot de vorm (tfp) daarom de Cobb-Douglas totale factorproductiviteit (tfp) genoemd. We kunnen de bovenvermelde TP(L,K ) concepten = AL α K We kunnen de bovenvermelde concepten gemakkelijk β gemakkelijk berekenen in het geval. berekenen in het geval(8.9) van deproductiefunctie de productiefunctie (8.9). (8.9). Het gemiddelde Het gemiddelde en het marginale en het marginale product product van van arbeid arbeid zijn De parameter A7 is7 in beide functies een schaalfactor die de staat van de technologie gelijkaan: gelijk aan: Gemiddeld product van arbeid: weergeeft: een technologische verbetering (eenα toename β van A), laat toe meer te pro- AL K AL Kα-1 β α-1 β ____ α β duceren zonder de hoeveelheidGP L (L,K arbeid GPofL)(L,K =kapitaal )L = ____ te= verhogen. AL K= ,ALDeze K parameter , (8.10) wordt (8 daarom de totale factorproductiviteit (tfp) genoemd.L en en Marginaal product van arbeid We kunnen de bovenvermelde concepten MPL (L,K ) = AαLgemakkelijk α-1 K β = αGPLberekenen (L,K ). in het geval(8.11) van α-1 β MPL (L,K )en de productiefunctie (8.9). Het gemiddelde = AαL K = αGP het marginale L (L,K product ). arbeid zijn van (8 Dit 7toont aan dat de gemiddelde en marginale productiviteit in de Cobb-Douglas- gelijk aan: Dit toont aan proportioneel productiefunctie dat de gemiddeldezijn aanα elkaar. AL K en β marginale productiviteit in de Cobb-Doug GP (L,K ) = ____ = AL α-1 β Kfactormarkten , (8.10) productiefunctie proportioneel L De som α + β bepaalt of er toenemende, Tom Truyts - zijn Economie I - H9aan elkaar. L afnemende of constante schaalopbrengsten Ondernemingen en α 1-α TP(L,K MPL (L,K ) = AαL K β =, αGPL (L,K ). ) = AL K α-1 (8.8) (8.11) De Cobb-Douglas toont aan dat de productiefunctie die al vlug veralgemeend werd tot de vormen marginale productiviteit in de Cobb-Douglas- Dit gemiddelde Cobb-Douglas productiefunctie: productiefunctie proportioneel zijn aan elkaar. α β TP(L,K ) = AL K De som α + β bepaalt of er toenemende, afnemende. (8.9) of constante schaalopbrengsten zijn. Dit kan gemakkelijk Meeropbrengsten: De parameter met A isdezelfde in beide nagegaan wordenwijziging proportionele functies een schaalfactor door beideproductiefactoren: inputs in vergelijking (8.9) die de staat van de technologie schaalvergrotingsfactor λ > 1 te vermenigvuldigen. Dit geeft: weergeeft: een technologische verbetering (een αtoename β van A), laat toe meer te pro- TP (λL,λK ) = A (λL) (λK ) , duceren zonder de hoeveelheid arbeid of kapitaal te verhogen. Deze parameter wordt α+ β α β = daarom de totale factorproductiviteit (tfp) genoemd. λ AL K , = λα+ β TP(L,K ). (8.12) We kunnen de bovenvermelde concepten gemakkelijk berekenen in het geval van Gegeven(8.9). de productiefunctie λ > 1, Het toontgemiddelde uitdrukking (8.12) en het aan dat we te maken marginale hebben van product met: arbeid zijn gelijk aan:7 – afnemende schaalopbrengsten ⇔ λα+ β < λ ⇔ α+ β < 1, – constante schaalopbrengstenα⇔ βλα+ β = λ ⇔ α+ β = 1, AL K α+ β ____ α-1 β – stijgendeGP (L,K ) = schaalopbrengsten L ⇔ λ = >ALλ ⇔ K β, > 1. α+ (8.10) L ___ Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten Daardoor weten we meteen dat bijvoorbeeld TP (L,K ) = √LK een productiefunctie is Ondernemingen op factormarkten: overzicht 1.De productie 1. Definitie 2. Het gemiddelde en marginale product 3. De marginale technische substitutievoet 4. Schaalopbrengsten 5. De Cobb-Douglas productiefunctie 2.Kosten op lange termijn 1. Kostenminimalisering 2. Totale kosten op lange termijn 3. De vraag naar productiefactoren 1. De voorwaardelijke vraag naar arbeid 2. De onvoorwaardelijke vraag naar arbeid Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten ctiefactoren, arbeid en kapitaal, maar de resultaten die we hieronder bekomen n zonder probleem veralgemeend worden naar andere inputs. Kosten derstel dat we de prijs per eenheid arbeid, of het loon, voorstellen door w Kosten et Engelse ‘wage’). Devan prijsbepaalde voor hethoeveelheid gebruik vanproductie q=TP(K,L) een eenheid kapitaal, of de afhankelijk van noteren we als r.Hoeveelheid Omdat kapitaalgoederen in waarde kunnen verminderen gebruikte productiefactoren K en L ebruik, bestaat deze kapitaalkost Prijs van arbeid wuit twee componenten: de intrestvoet op het albedrag en de depreciatie van hetr kapitaal zelf. De totale kosten (TK ) van de Prijs van kapitaal neming hangen dan alskosten: Totale volgt af van de hoeveelheden arbeid en kapitaal: TK(L,K ) = wL + rK. (8.13) eslissingsprobleem van de onderneming bestaat erin de hoeveelheden van haar ctiefactoren arbeid en kapitaal zodanig te kiezen dat de kosten geminimaliseerd n. Dit is dus ook een facet van winstmaximalisatie: indien de kosten niet mini- ouden zijn, dan kunnen we de mix van Tom Truyts productiefactoren - Economie wijzigen en evenveel I - H9 Ondernemingen en factormarkten Korte versus lange termijn Korte termijn Hoeveelheid kapitaal ligt vast Er moet enkel beslist worden over arbeid Lange termijn Kapitaal en arbeid variabel beide inputs moeten gekozen worden Afhankelijk van economische sector Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten Kostenminimalisering Op lange termijn zijn alle inputs variabel goedkoopste inputcombinatie moet bepaald worden Totale kosten: Isokosten-curve voor TK: Verticaal intercept Helling Isokosten-curves en isokwant laten toe om de kostenminimerende inputcombinatie te kennen die een bepaalde hoeveelheid q kan produceren Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten kostenminimaliserende productie waar: Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten Het substitutie-effect KT: relatieve prijzen spelen geen rol LT: relatieve prijzen spelen wel een rol -Substitutie van arbeid door kapitaal -Hogere kost om q=100 te produceren (maar zonder substitutie, nog hoger) Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten Totale kosten op lange termijn Toenemende & afnemende schaalopbrengsten = minimale kost om q te produceren Toenemende & afnemende schaalopbrengsten Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten Totale kosten op lange termijn Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten Ondernemingen op factormarkten: overzicht 1.De productie 1. Definitie 2. Het gemiddelde en marginale product 3. De marginale technische substitutievoet 4. Schaalopbrengsten 5. De Cobb-Douglas productiefunctie 2.Kosten op lange termijn 1. Kostenminimalisering 2. Totale kosten op lange termijn 3. De vraag naar productiefactoren 1. De voorwaardelijke vraag naar arbeid 2. De onvoorwaardelijke vraag naar arbeid Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten Vraag naar productiefactoren Vraag naar arbeid en kapitaal hangt af van de te produceren hoeveelheid output q prijzen arbeid en kapitaal w en r productietechnologie Voorwaardelijke vraag naar L en K = kostenminimaliserende hoeveelheid L en K voor een bepaald outputniveau q, gegeven w en r en productietechnologie Optimale productiemix K en L Onvoorwaardelijke vraag naar L en K = kostenminimaliserende hoeveelheid L en K voor een optimale outputniveau q*, gegeven w en r en productietechnologie Dus niet meer voor elke mogelijke q, maar voor optimale outputniveau q* Optimale productiemix K en L EN optimaal outputniveau q* Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten Voorwaardelijke vraag naar arbeid Vraag naar L in functie van prijs van arbeid w, voor gegeven output q Isokwant q=q0 Kostenminimaliserende bundel in E0 → hoeveelheid L0 bij loon w0 Punt (L0, w0) op vraagcurve Daling w naar w1: voorwaardelijke vraagcurve = blijf op dezelfde isokwant q=q0 arbeid goedkoper → kostenminimaliserende bundel E1 = meer arbeid L1 Voorwaardelijke vraagcurve door punt (L1, w1) Het “substitutie-effect” Voor alle niveau’s van w → voorwaardelijke vraagcurve Vraag naar arbeid voor elk loonsniveau voor q=q0 Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten Voorwaardelijke vraag naar arbeid Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten Onvoorwaardelijke vraag naar arbeid Echter: loonkost lager → marginale productiekost lager → outputregel MO(q*)=Mk(q*): waarschijnlijk q* hoger productie goedkoper → hoger optimaal productieniveau het “outputeffect” "! "" Isokostencurve door E0 met nieuwe helling (− i.p.v. − ) → hogere # # productie (hogere isokwanten) mogelijk tegen dezelfde kostprijd (op dezelfde isokostencurve Hogere q* door daling marginale kosten (wegens w1) → naar optimale bundel E2 → punt (L2, w1) op onvoorwaardelijke vraagcurve Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten Onvoorwaardelijke vraag naar arbeid Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten Onvoorwaardelijke vraag naar arbeid Naast outputeffect verandert relatieve prijs K en L → substitutie-effect Bv. prijs van kapitaal daalt → kostenminimaliserende combinatie K en L → meer K en minder L Totale effect van verandering prijs productiefactoren: outputeffect + substitutie-effect Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten Onvoorwaardelijke vraag naar arbeid Totale effect van verandering prijs productiefactoren: outputeffect + substitutie-effect Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten Robotisering en digitalisering Nieuwe technologie: robotica, AI… → kostprijs K tegenover L gedaald → grote investeringen in productie, maar minder L Soort gevraagde jobs verandert: meer laag- en hooggeschoolde jobs, minder middenopgeleid → maar generatieve AI… Tom Truyts - Economie I - H9 Ondernemingen en factormarkten

Use Quizgecko on...
Browser
Browser