Economie I - Ondernemingen op factormarkten

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is het effect van dalende marginale kosten op de optimale productiehoeveelheid?

  • Het vermindert de vraag naar arbeid.
  • Het verhoogt de optimale productiehoeveelheid. (correct)
  • Het heeft geen effect op de optimale productiehoeveelheid.
  • Het verlaagt de kosten van kapitaal.

Hoe beïnvloedt een daling van de prijs van kapitaal de keuze tussen kapitaal en arbeid?

  • Het verandert de optimale bundel van inputfactoren niet.
  • Het leidt tot een vermindering van de vraag naar zowel kapitaal als arbeid.
  • Het stimuleert de keuze voor meer arbeid en minder kapitaal.
  • Het resulteert in een kostenminimaliserende combinatie van meer kapitaal en minder arbeid. (correct)

Wat zijn de twee hoofdeffecten van de verandering van de prijzen van productiefactoren?

  • Outputeffect en substitutie-effect. (correct)
  • Prijs-effect en aanbod-effect.
  • Vraag-effect en kosten-effect.
  • Substitutie-effect en vraag-effect.

Hoe verandert robotisering en digitalisering de vraag naar arbeid?

<p>De vraag verschuift naar meer laag- en hooggeschoolde jobs, maar minder middenopgeleiden. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een mogelijk gevolg van investeringen in nieuwe technologie zoals robotisering?

<p>Een afname van de totale arbeid in de productieketen. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt verstaan onder de marginale technische substitutievoet?

<p>De verhouding waarop arbeid en kapitaal kunnen worden vervangen zonder dat de output verandert. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat beschrijft de Cobb-Douglas productiefunctie?

<p>De output is een functie van de beschikbare technologie en de inputcombinaties voor arbeid en kapitaal. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn schaalopbrengsten?

<p>De veranderingen in output als alle productiefactoren met eenzelfde percentage worden verhoogd. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat houdt kostenminimalisering in binnen de productie?

<p>Het optimaliseren van de inzet van productiefactoren om de totale kosten te verlagen. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de definitie van de voorwaardelijke vraag naar arbeid?

<p>De vraag naar arbeid op basis van de beschikbaarheid van andere productiefactoren. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat betekent 'ceteris paribus' in de context van productie?

<p>Alle andere factoren blijven constant. (B)</p> Signup and view all the answers

Hoe wordt de resulterende wijziging in het totale product berekend?

<p>TP(L+∆,K) - TP(L,K) (B)</p> Signup and view all the answers

Wat kan een wijziging in de hoeveelheid arbeid tot gevolg hebben?

<p>Zowel een positieve als een negatieve impact op de totale productie. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat moet constant blijven om de effecten van de wijziging in arbeid te isoleren?

<p>De hoeveelheid kapitaal. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat houdt de term 'totale productie per eenheid van arbeid' in?

<p>De totale productie gedeeld door de hoeveelheid arbeid. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er als de schaalvergrotingsfactor λ groter is dan 1?

<p>Er kan meer worden geproduceerd met dezelfde inputs. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt bedoeld met totale factorproductiviteit (tfp)?

<p>De efficiëntie waarmee arbeid en kapitaal worden gebruikt. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende uitspraken is waar over schaalopbrengsten?

<p>Constante schaalopbrengsten impliceren dat de output evenredig toeneemt met de input. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat betekent het als α + β gelijk is aan 1?

<p>Er zijn constante schaalopbrengsten. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er als de parameters α en β gezamenlijk groter zijn dan 1?

<p>Er zijn stijgende schaalopbrengsten. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke uitspraak is juist als λ < 1?

<p>Er zijn afnemende schaalopbrengsten. (C)</p> Signup and view all the answers

In de formule TP(λL, λK) = A(λL)(λK), wat stelt λ voor?

<p>De schaalvergrotingsfactor. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat geeft een schaalvergrotingsfactor van λ = 1 aan?

<p>De productie blijft gelijk met veranderingen in inputs. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de voorwaardelijke vraag naar arbeid?

<p>De vraag naar arbeid afhankelijk van de prijs van arbeid w en de output q. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met de voorwaardelijke vraagcurve wanneer de prijs van arbeid daalt?

<p>De curve draait rond een punt op de isokwant. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat resulteert er uit een daling van de loonkosten?

<p>De optimale productieniveau kan stijgen. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat bepaalt de vraag naar productiefactoren?

<p>De geproduceerde hoeveelheid output, prijzen van arbeid en kapitaal, en productietechnologie. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de betekenis van de marginale technische substitutievoet?

<p>De verhouding waarin arbeid kan worden vervangen door kapitaal zonder de output te veranderen. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van de isokostencurve in de productiefactoren vraag?

<p>Het geeft de combinaties van arbeid en kapitaal aan bij constante kosten. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het 'substitutie-effect' in de context van de vraag naar arbeid?

<p>De increase van de arbeid vraag als de prijs van arbeid daalt en arbeid wordt goedkoper. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat beschrijft de productiefunctie TP(L,K) = √LK?

<p>De totaalproductie van arbeid en kapitaal. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn de componenten van de prijs van arbeid?

<p>Wage en de depreciatie van kapitaal. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de totale kostenfunctie TK(L,K) volgens de gegeven formule?

<p>TK(L,K) = wL + rK. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de hoofdtaak van een onderneming in het kostenbeslissingsprobleem?

<p>De hoeveelheden arbeid en kapitaal zodanig kiezen dat de kosten geminimaliseerd worden. (D)</p> Signup and view all the answers

Waar verwijst de marginale technische substitutievoet naar?

<p>De hoeveelheid kapitaal die kan worden vervangen door arbeid. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn schaalopbrengsten in de economische context?

<p>De veranderingen in productie door wijzigingen in alle inputfactoren. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat houdt kostenminimalisering in voor een onderneming?

<p>Het minimaliseren van de kosten voor een gegeven productieniveau. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is essentieel bij de vraag naar arbeid volgens de onvoorwaardelijke vraag?

<p>De reactie van de vraag naar arbeid op veranderingen in het loon. (C)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Productiefunctie

De productiefunctie beschrijft het maximale aantal producten dat een bedrijf kan produceren met een bepaalde combinatie van productiefactoren.

Marginale Technische Substitutievoet (MTSV)

De marginale technische substitutievoet (MTSV) geeft aan hoeveel van de ene productiefactor (bijvoorbeeld arbeid) je moet inzetten om een bepaalde hoeveelheid van de andere factor (bijvoorbeeld kapitaal) te compenseren, terwijl de output constant blijft.

Schaalopbrengsten

Schaalopbrengsten beschrijven hoe de output van een bedrijf verandert wanneer alle productiefactoren in dezelfde verhouding worden verhoogd.

Cobb-Douglas Productiefunctie

De Cobb-Douglas productiefunctie is een wiskundige formule die de relatie tussen de output en de productiefactoren beschrijft.

Signup and view all the flashcards

Kostenminimalisering

Kostenminimalisering is het vinden van de combinatie van productiefactoren die de laagste kosten genereert voor het produceren van een bepaalde hoeveelheid output.

Signup and view all the flashcards

Marginale Arbeidsproductiviteit (MAP)

De verandering in de totale productie (TP) als gevolg van een kleine toename (â–³) in de hoeveelheid arbeid (L), terwijl alle andere productiefactoren (K) constant blijven.

Signup and view all the flashcards

Toename in Arbeid (â–³L)

Een toename in de hoeveelheid arbeid (L) die leidt tot een verhoogde totale productie (TP) in een vastgestelde periode.

Signup and view all the flashcards

Totale Productie (TP) voor constant kapitaal (K)

De totale productie (TP) als alle productiefactoren (L en K) constant blijven. Er is geen verandering in de productie.

Signup and view all the flashcards

Ceteris Paribus

Alle andere productiefactoren, zoals kapitaal en technologie, blijven constant.

Signup and view all the flashcards

Totale Productie (TP)

De totale productie (TP) die wordt bereikt met een specifieke hoeveelheid arbeid (L) en kapitaal (K).

Signup and view all the flashcards

Outputeffect

De verandering in de hoeveelheid arbeid die een bedrijf vraagt ​​nadat de prijs van arbeid daalt, waarbij de output constant blijft. Met andere woorden, het is de verandering in de vraag naar arbeid als gevolg van een daling van de productiekosten.

Signup and view all the flashcards

Substitutie-effect

De verandering in de hoeveelheid arbeid die een bedrijf vraagt ​​nadat de prijs van arbeid daalt, waarbij de output niet constant blijft. Het is de verandering in de vraag naar arbeid als gevolg van een verandering in de relatieve prijzen van productiefactoren.

Signup and view all the flashcards

Totale effect

De totale verandering in de vraag naar arbeid als gevolg van zowel de outputeffecten als de substitutie-effecten.

Signup and view all the flashcards

Onvoorwaardelijke vraag naar arbeid

De vraag naar arbeid door een bedrijf, zonder rekening te houden met de output van het bedrijf.

Signup and view all the flashcards

Robotisering en digitalisering

De invoering van nieuwe technologieën zoals robotica en AI, waardoor de kosten van kapitaal ten opzichte van arbeid daalt, wat leidt tot meer investeringen in productie en minder arbeidskrachten.

Signup and view all the flashcards

Totale factorproductiviteit (TFP)

Een maat die de productiviteit van alle ingezette productiefactoren (arbeid en kapitaal) samen meet.

Signup and view all the flashcards

Constante schaalopbrengsten

Een productiefunctie die een constante outputverandering laat zien voor een proportionele verandering in alle inputs.

Signup and view all the flashcards

Stijgende schaalopbrengsten

Een productiefunctie die een grotere outputverandering laat zien dan de proportionele verandering in alle inputs.

Signup and view all the flashcards

Afnemende schaalopbrengsten

Een productiefunctie die een kleinere outputverandering laat zien dan proportionele verandering in alle inputs.

Signup and view all the flashcards

A

Een parameter in een productiefunctie die de staat van de technologie reflecteert.

Signup and view all the flashcards

α en β

De verhouding waarin arbeid en kapitaal een factorproductiviteit beïnvloeden.

Signup and view all the flashcards

λ (lambda)

Vermenigvuldigingsfactor voor alle inputs, gebruikt om schaalopbrengsten te analyseren.

Signup and view all the flashcards

Schaalvergrotingsfactor

Het vergelijken van outputniveau's voor verschillende schaalfactoren λ.

Signup and view all the flashcards

Factoren die de vraag naar productiefactoren bepalen

De vraag naar arbeid en kapitaal hangt af van de te produceren output (q), de prijzen van arbeid (w) en kapitaal (r) en de productietechnologie.

Signup and view all the flashcards

Voorwaardelijke vraag naar arbeid en kapitaal

De kostenminimaliserende hoeveelheid arbeid (L) en kapitaal (K) voor een bepaald outputniveau (q), gegeven w en r en productietechnologie. Dit betekent dat het bedrijf de goedkoopste combinatie van arbeid en kapitaal gebruikt om een bepaald aantal producten te maken.

Signup and view all the flashcards

Onvoorwaardelijke vraag naar arbeid en kapitaal

De kostenminimaliserende hoeveelheid arbeid (L) en kapitaal (K) voor een optimaal outputniveau (q*), gegeven w en r en productietechnologie. Dit betekent dat het bedrijf niet alleen de goedkoopste combinatie van arbeid en kapitaal gebruikt, maar ook de optimale hoeveelheid producten produceert.

Signup and view all the flashcards

Totale kosten op lange termijn

De totale kosten van het produceren van een specifieke hoeveelheid output. Deze kosten omvatten de kosten van arbeid, kapitaal, energie, grondstoffen en andere productiekosten.

Signup and view all the flashcards

Totale Kosten (TK)

De totale kosten (TK) van een onderneming worden bepaald door de hoeveelheid arbeid (L) en kapitaal (K) die ze gebruikt, en de prijzen van deze productiefactoren (loon w en kapitaalkost r). De formule is dus: TK(L,K) = wL + rK

Signup and view all the flashcards

Marginale Kosten (MK)

De marginale kosten (MK) meten de extra kosten die ontstaan bij het produceren van één extra eenheid product. In formule: MK = ∆TK / ∆Q (ofwel: de verandering in totale kosten gedeeld door de verandering in output)

Signup and view all the flashcards

Vraag naar Productiefactor (bv. Arbeid)

De vraag naar een productiefactor (bijvoorbeeld arbeid) is afhankelijk van de hoeveelheid output (de afgeleide vraag) en van de prijs van de andere productiefactor (de onvoorwaardelijke vraag).

Signup and view all the flashcards

Afgeleide vraag naar Arbeid

De afgeleide vraag naar arbeid is de vraag naar arbeid die nodig is om een bepaalde hoeveelheid output te produceren. De afgeleide vraag wordt dus bepaald door de vraag naar de output.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Economie I - Ondernemingen op factormarkten

  • Productie:
    • Definitie: Productie is de omzetting van inputs (grondstoffen, arbeid, kapitaal) tot outputs (goederen of diensten).
    • Gemiddeld en marginaal product: Het gemiddelde product is de output per eenheid input. Het marginale product is de verandering in output bij een kleine toename van één input, terwijl de andere inputs constant blijven.
    • Marginale technische substitutievoet (MTSV): Geeft aan hoeveel kapitaal je kan vervangen door een extra arbeider, terwijl de output constant blijft.
    • Schaalopbrengsten: Dit beschrijft hoe de output verandert wanneer alle inputs in dezelfde verhouding toename. Het kan toenemend, constant of afnemend zijn.
    • Cobb-Douglas productiefunctie: Een wiskundige formule die de productie illustreert als functie van arbeid en kapitaal. De coëfficiënten bepalen de schaalopbrengsten.

Kosten op lange termijn

  • Kostenminimalisering: Ondernemingen streven naar de laagst mogelijke kosten voor een bepaalde productieomvang.
  • Totale kosten op lange termijn: Kosten om een bepaalde hoeveelheid output te produceren, wanneer alle inputs variabel zijn.
  • Isokostencurves: Lijnen die alle mogelijke combinaties van inputs voorstellen die dezelfde totale kosten hebben voor een constante prijs van input.

Vraag naar productiefactoren

  • Voorwaardelijke vraag: De vraag naar productiefactoren (arbeid en kapitaal) afhankelijk van de gewenste output.
  • Onvoorwaardelijke vraag: De vraag naar productiefactoren (arbeid en kapitaal), afhankelijk van de prijs van de inputs.

Marginale en gemiddeld product van arbeid

  • Gemiddeld product: De gemiddelde hoeveelheid output per eenheid arbeid (output/arbeid).
  • Marginaal product: De verandering in de totale output als de arbeid met 1 eenheid toeneemt. Dit kan stijgen, dalen of constant zijn.
  • Verbanden: Het marginale product stijgt eerst, bereikt een maximum en daalt dan. Het gemiddelde product stijgt eerst, snijdt het marginale product bij het maximum van het marginale product en daalt verder.

Leontief en input-output tabel

  • Leontief-technologie: Een manier van productie waarbij inputs perfecte complementen zijn, d.w.z. ze moeten in een specifieke ratio worden gebruikt.
  • Input-output matrix: Een tabel die de input requirements voor iedere sector in een economie aangeeft (Bv landbouw, industrie, gezinnen). Dit laat toe om te berekenen hoeveel output van elke sector er nodig is om een bepaald volume van output van elke sector te bereiken.

Kostenminimalisering

  • Onvoorwaardelijke vraag: De vraag naar een input, ongeacht de hoeveelheid van een andere factor. Het is afhankelijk van de relatieve prijzen van inputs.
  • Substitutie-effect: Wanneer de prijs van een input daalt, zullen ondernemingen die input vaker gebruiken dan de andere input.
  • Output-effect: Een verandering in productieoutput zorgt voor een verandering in de vraag naar productiefactoren.

Robotisering en digitalisering

  • Nieuwe technologie leidt tot veranderingen in de vraag naar productiefactoren. De vraag naar arbeid kan stijgen of dalen, afhankelijk van de specifieke technologie. Het kan leiden tot veranderingen in de output- en productiestructuur.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

More Like This

Use Quizgecko on...
Browser
Browser