🎧 New: AI-Generated Podcasts Turn your study notes into engaging audio conversations. Learn more

Loading...
Loading...
Loading...
Loading...
Loading...
Loading...
Loading...

Summary

This document provides an overview of blood diseases in animals, detailing causes, symptoms, and diagnostic methods. It also touches upon blood transfusions and treatment options.

Full Transcript

Hoofdstuk ziekten van bloed **Ziekten van bloed** Te verdelen in: - Bloedarmoede (anemie) - Verhoogde bloedingsneiging - Tumoren van bloedvormende organen **Bloedarmoede (anemie)** - Betekent tekort aan functionele rode bloedcellen - Geen ziekte maar een symptoom - Hierbij is de...

Hoofdstuk ziekten van bloed **Ziekten van bloed** Te verdelen in: - Bloedarmoede (anemie) - Verhoogde bloedingsneiging - Tumoren van bloedvormende organen **Bloedarmoede (anemie)** - Betekent tekort aan functionele rode bloedcellen - Geen ziekte maar een symptoom - Hierbij is de totale hoeveelheid hemoglobine die circuleert onvoldoende om het weefsel van voldoende zuurstof te voorzien - Hemoglobine is een eiwit dat zuurstof van de longen naar rest van het lichaam vervoert - Bij zeer ernstige of langdurige bloedarmoede kunnen weefsels afsterven door zuurstoftekort en zal orgaan falen optreden wat uiteindelijk kan leiden tot de dood Symptomen van bloedarmoede: - Afhankelijk van ernst van bloedarmoede - Varieert van verminderd uithoudingsvermogen, flauwtes of zelfs sterfte - Bloedarmoede kan zowel acuut als chronisch verschijnsel zijn - Belangrijkste bevinding bij bloedarmoede is bleke slijmvliezen van de ogen en bek - Kan moeilijk zijn bij sterk gepigmenteerde dieren - Vaak bij katten zijn gezonde slijmvliezen van de ogen bleekroze en kan beter gekeken worden naar slijmvliezen in bek - Bleke slijmvliezen kunnen ook optreden bij shock en hartritmestoornissen - Belangrijke vragen: - Heeft ontlasting rare, diepzwarte kleur gehad? - Heeft het dier recent bloedverlies gehad? - Heeft het dier medicijnen gekregen? - Is het dier in het buitenland geweest? - Sprake van trauma of mogelijk zonder eigenaar dit weet? Het onderzoek bij bloedarmoede: - Kleur van slijmvliezen - Variëren van bleekroze tot geheel wit - Soms zijn slijmvliezen naast bleek ook geel wat een aanwijzing is op afbraak van rode bloedcellen of leverziekte - Polsfrequentie - Met minder rode bloedcellen ontvangt het lichaam minder zuurstof per hartslag dus zou het sneller gaan kloppen, bij ernstige bloedarmoede is polsfrequentie vaak verhoogd - Ademhaling - Longen proberen zoveel mogelijk zuurstof aan het bloed te bieden, ademfrequentie is dus bij serieuze bloedarmoede vaak verhoogd - Buikomvang - Bij een snel achteruitgaand dier kan door een acute bloeding in de buik de buik opzwellen (bijv. bij miltscheur of milttumor) - Luisteren naar hart - Lymfeknopen bevoelen - Bij eventuele infectie of tumor als oorzaak van bloedarmoede kunnen deze vergroot zijn Diagnosticeren bloedarmoede: - Bloedonderzoek waarbij Ht(hematocriet) wordt bepaald - Hematocriet is een maat voor het aantal rode bloedcellen per liter bloed - Hierbij mag het altijd pas beoordeeld worden als het circulerend volume op een normaal niveau is (voldoende bloed rondgepompt) en wanneer nodig zelf aanvullen - Kent beperkingen dus moet altijd gekeken worden naar verschijnselen en klachten - Ook andere bloedwaarden kunnen ingezet worden om Ht te bepalen **Bloedtransfusie** - Als Ht bekend is moet bepaald worden of deze levensbedreigend laag is - Ook belangrijk of het acute of chronische bloedarmoede is, bij al langer aanwezige bloedarmoede kan het dier zich hier deels op aanpassen, terwijl een dier dat intern aan het bloeden is meteen behandeld dient te worden - Hierbij kunnen compensatiemechanismen van het lichaam opgegeven moment tekort schieten en het dier dan alsnog kan komen te overleiden - Afhankelijk van toestand van dier beslissing maken om met ingreep te wachten of een bloedtransfusie geven - Rekening houden met bloedgroep donor en patiënt - Bij de hond zijn eerste transfusie hoeft geen rekening gehouden te worden met bloedgroepen vanwege weinig tot geen reactie van het immuunsysteem tegen de vreemde rode bloedcellen, wel zou de hond antilichamen gaan maken tegen deze vreemde rode bloedcellen waardoor bij een tweede transfusie met niet-matchende bloedgroep een heftige afweerreactie van het immuunsysteem optreedt waarbij verschijnselen van shock kunnen optreden waaraan hond ook kan overlijden - Bij een kat moet bloedgroep altijd overeenkomen tussen donor en ontvanger vanwege antilichamen die al aanwezig zijn in het bloed tegen de andere bloedgroepen, waarbij een verkeerde transfusie al een dergelijke afweerreactie kan optreden - Opgevangen bloed kan slechts 40 dagen goed behouden worden, zelfs bij vier graden en toevoeging conserverende stoffen, dieren die bloedtransfusie nodig hebben moeten verwezen worden naar gespecialiseerde kliniek of bloed moet via bloedbank besteld worden - EVBN (Eerste Veterinaire Bloedbank Nederland) **Oorzaken bloedarmoede** Bloedarmoede kan op drie manieren ontstaan: - Door een gestoorde aanmaak van rode bloedcellen - Door een verhoogde afbraak van rode bloedcellen - Door bloedverlies Belangrijk om te weten of beenmerg wel of niet actief bezig is met aanmaken van rode bloedcellen, dit kan aanwijzing zijn op oorzaak van bloedarmoede. Hierbij is het dus belangrijk te bepalen wat het aantal jonge rode bloedcellen zijn in het laboratorium. - Deze nieuwe rode bloedcellen worden snel geproduceerd en verlaten beenmerg ook eerder (minder gerijpt) - Zijn gemiddeld groter **Gestoorde aanmaak rode bloedcellen** - Hierbij is er een probleem in het beenmerg waardoor productie van rode bloedcellen onvoldoende is - Mogelijke oorzaken: - Tumoren beenmerg - Ontstekingen van beenmerg (bijv. infectie met feline leukemievirus FeLV) - Tekort aan hormoon erytropoetine (epo) door chronische nierfalen, epo stimuleert productie rode bloedcellen - Hormonale oorzaken: traag werkende schildklier en ziekte van Addison (te lage of afwezige productie van bijnierschorshormonen) - Ijzertekort: tekort aan ijzer zorgt voor vertraagde en afwijkende aanmaak rode bloedcellen, kan optreden bij te laag ijzergehalte in voeding maar ook verhoogde behoefte aan ijzer tijdens dracht of lactatie of chronisch bloedverlies **Verhoogde afbraak rode bloedcellen** Verhoogde afbraak van rode bloedcellen wordt hemolyse genoemd, hierbij gaat de wand van rode bloedcel kapot waardoor hemoglobine vrij in bloed komt. Aantal oorzaken: - Bloedparasieten - Mycoplasma; een parasiet die op de wand van rode bloedcel zit waardoor wand beschadigd raakt en kapot gaat - Bij hond ook infectie babesia canis gezien; een bloedparasiet die overgebracht wordt door teken uit mediterrane of tropische gebieden - Auto-immuungemedieerde hemolytische anemie(AIHA) - Hierbij maakt lichaam antilichamen tegen eigen rode bloedcellen waardoor deze kapot gaan - Immuungemedieerde hemolytische anemie(IHA) - Hierbij wordt ook antilichamen tegen eigen rode bloedcellen gemaakt alleen nu wordt proces in gang gezet door bijv. chronische bacteriële of virale infecties, medicatie, leukemie, maligne lymfoom of andere tumoren - Vergiftiging - Aantal medicijnen maar ook giftige stoffen rondom huis kunnen chemische beschadiging van rode bloedcellen veroorzaken waardoor deze afbreken - Bijv. geven van paracetamol aan kat, belangrijk aan eigenaar te vertellen - Post-parthumhemolyse - Afbraak van rode bloedcellen na geboorte - Afwijking die voorkomt bijv. bij een poes met bloedgroep B kittens krijgt met bloedgroep A, wanneer kittens melk gaan drinken krijgen ze via eerste melk antilichamen tegen eigen bloedcellen waardoor deze afbreken - Te voorkomen met goed fokbeleid **Bloedverlies** Kan chronisch of acuut zijn, bijvoorbeeld: - Verhoogde bloedingsneiging (dier verliest sneller bloed) - Verlies van bloed via ontlasting - Verlies van bloed via urine - Aanwezigheid van zeer grote hoeveelheden ectoparasieten (vlooien) bij pups en kittens - Verlies van bloed door trauma (binnen of buiten lichaam) **Diagnose bloedarmoede** - Te stellen door hematocriet (Ht) te bepalen - Bij sprake van bloedarmoede volgt uitgebreider bloedonderzoek - Waarbij in ieder geval hoeveelheid jonge rode bloedcellen worden bepaald en het aantal witte bloedcellen en bloedplaatjes - Ook wordt vaak een Coombs-test gedaan waarmee antilichamen tegen rode bloedcellen worden aangetoond - Bij katten een FIV/FeLV-test - Kwaliteit beenmerg onderzoeken door beenmergbiopt **Therapie bloedarmoede** Afhankelijk van oorzaak, enkele voorbeelden: - Bij acuut bloedverlies; bloeding stelpen al dan niet chirurgisch - Bij chronisch bloedverlies; primaire oorzaak achterhalen en behandelen - Bloedparasieten en ectoparasieten bestrijden - Tegen immuungemedieerde afbraak medicatie geven die afweer onderdrukken (corticosteroïden) - Vergiftigingen ondersteunend behandelen - Ernstige bloedarmoede kan transfusie nodig zijn voor genoeg tijd om behandeling te laten aanslaan **Verhoogde bloedingsneiging** - Door functiestoornis van stollingsmechanisme verliest dier sneller bloed - Om oorzaak te achterhalen is vaak nodig om dier door te sturen naar specialist - Bloedonderzoek naar stolling vaak niet mogelijk in eerstelijnskliniek - Bij dier met een bloeding moet zo goed mogelijk onderscheid worden gemaakt tussen bloeding ten gevolge lokaal probleem of door verhoogde bloedingsneiging Aanwijzingen voor verhoogde bloedingsneiging: - Aanhoudend (en groter dan verwacht) bloedverlies na operatie, het wisselen van tanden of trauma - Aanwezigheid van puntbloedingen of vlekkerige bloeding in huid - Bloedingen op meer dan een plaats tegelijk in het lichaam - Aangeboren stollingsproblemen bij familieleden - Frequentie bloedneus Kan veroorzaakt worden door: - Tekort aan bloedplaatjes - Abnormale structuur of functie van vaatwand - Stoornissen elders in stollingsmechanisme (bv. Aangeboren gebrek aan stollingsfactor) **Rattenvergiftiging** - Een van de oorzaken van een verhoogde bloedingsneiging is opname van rattengif (werkzame stof: cumarine) - Cumarine is een zogenaamde vitamine-K-antagonist (zorgt ervoor dat een vitamine-K-tekort in lichaam ontstaat) - Vitamine K speelt belangrijke rol bij vorming van stollingsfactoren, bij tekort ontstaat verhoogde bloedingsneiging - Belangrijk eigenaar te vragen of dier rattengif kan hebben opgegeten - Als kort geleden gebeurd is kan nog braakmiddel gegeven worden, gevolgd met geven van actieve kool - Actieve kool bindt stoffen aan zich zodat ze niet door het lichaam worden opgenomen - Als dier langer in contact is geweest met het gif mag het dier niet meer braken omdat bloedingsneiging te groot kan zijn en maagbloedingen kunnen optreden bij braken - Ook indirect kan rattengif binnengekregen worden via eten van vergiftigde muizenkadavers - Meest voorkomende symptoom is bloederige diarree, maar bloeding kan overal op lichaam optreden - Therapie bestaat uit toedienen van vitamine K gedurende aantal weken, in ernstige gevallen bloedtransfusie - Prognose redelijk mits tijdig wordt ingegrepen **Tekort aan bloedplaatjes** - Is meest voorkomende oorzaak van een verhoogde bloedingsneiging - Pas bij ernstig tekort zullen spontane bloedingen optreden - Kan worden veroorzaakt door een verminderde productie, versnelde afbraak of stapeling in milt van bloedplaatjes - Meestal oorzaak moeilijk vast te stellen - Veel voorkomende oorzaak is versnelde afbraak doordat antilichamen tegen eigen bloedplaatjes worden gemaakt (bv. Bij leukemie of auto-immuunziekten) - Bij tekort aan bloedplaatjes, zonder primair ziekteproces aangetoond wordt het meestal als ITP (auto-immuun trombocytopenische purpura) gediagnosticeerd, hierbij maakt lichaam zelf antistoffen die bloedplaatjes afbreken - Verschijnselen kunnen wisselend zijn; vele puntbloedingen in huid (microbloedingen), niet ziek (sommige dieren wel) afhangend van ernst van bloedarmoede en locatie bloedingen - Wanneer geen primaire oorzaak gevonden kan worden en problemen ernstig zijn, kan beste corticosteroïden gestart worden vanwege meestal sprake van immunologische oorzaak **Leverziekten** - Alle stollingsfactoren worden in lever geproduceerd - Bij ernstige leverfalen zal productie onvoldoende zijn waardoor verhoogde bloedingsneiging ontstaat - Van belang bij nemen van leverbiopt **Tumoren van bloedcelvormende organen** In bloedvormende organen (beenmerg, milt, lever en lymfeknopen) kunnen tumoren in ontwikkeling komen, deze groep afwijkingen noemen we leukose en dit kan onderverdeeld worden in: - Leukemie: tumoren uitgaande van bloedvormende cellen in beenmerg, waarbij tumorcellen in het bloed kunnen voorkomen - Kan chronisch of acuut verlopen - Functionaliteit beenmerg aangetast waardoor bloedarmoede, afwijkende stolling en hogere vatbaarheid voor infecties optreden - Maligne (kwaadaardige) lymfomen (lymfeklierkanker) - Tumoren die uitgaan van bepaalde witte bloedcellen in bindweefsel - Kunnen in huid vormen maar ook organen - Bestaan goedaardig en kwaadaardige vormen - Plasmaceltumoren - Plasmacellen zijn witte bloedcellen die antistoffen maken Meestal niet te weten waarom tumoren van bloedvormende organen ontstaan. Er is een bekende infectieuze oorzaak, feline leukemievirus (FeLV) bij kat. **FeLV** - Virusziekte met dodelijke afloop bij kat - Virus kan in beenmerg vermeerderen en witte bloedcellen infecteren - Hierdoor kan het beenmerg niet goed zijn functie uitoefenen: witte bloedcellen worden afwijkend en overmatig geproduceerd waardoor groei van rode bloedcellen en bloedplaatjes in het beenmerg in gedrang komen - Ziektebeeld vooral veroorzaakt door secundaire infecties - Uit zich in allerlei ziekten zoals ernstige tandvleesontsteking en oogontsteking en abcessen die niet genezen - Virus wordt overgebracht via intensief contact tussen katten onderling, vooral via speeksel - Zoals uit elkaars bakje eten of elkaar likken - Kan ook overgebracht worden via urine en ontlasting - Kitten kan besmet raken tijdens dracht via placenta van moeder of via melk na geboorte - Als gezonde kat besmet raakt met sterk immuunsysteem kan het virus met goed resultaat bestreden worden - Katten die dit niet kunnen zullen het virus uitscheiden en in loop van enkele maanden tot drie jaar ziek worden - Ook kittens kunnen vaak niet het virus elimineren - Meest gebruikte testmethode is uitvoeren van een sneltest (SNAP-test) met deze test wordt het virus aangetoond in het bloed - FeLV is niet te genezen en prognose is slecht - Secundaire infecties kunnen bestreden worden met antibiotica - Meeste katten met een actieve infectie (ziek en scheiden virus uit) zullen binnen 2-3 jaar sterven - Als secundaire infecties of bijkomende verschijnselen niet behandeld worden kan dood eerder optreden - Enige manier van voorkomen is kat binnen houden zonder contact met andere katten en het testen van fokdieren **Lymfeklierkanker (maligne lymfoom)** Maligne betekend kwaadaardig. Maligne lymfoom, een kwaadaardige ontaarding van bepaalde witte bloedcellen kent een aantal vormen: - Solitair, sprake van slechts 1 tumor - Multicentrisch, waarbij in diverse organen en lymfeknopen tumoren gevonden worden (meest voorkomen) - Alimentair, waarbij tumor in maag-darmkanaal, lymfeknopen in buik en soms lever, milt en nieren zit - Mediastinaal, waarbij tumor in de thymus (zwezerik) in borstkas zit - Huid, waarbij alleen huid aangetast is Verschijnselen/diagnose: - Afhankelijk van aard van tumor, locatie, uitgebreidheid en mogelijke complicaties - Kunnen tot vrijwel elk denkbaar symptoom leiden - Eerste verschijnselen van leukemie en lymfomen zijn vaak verminderde conditie en vermageren - Diagnose soms lastig te stellen - Vergrote lymfeknopen moeten met een DNAB aangeprikt worden - Soms bloedonderzoek - Vaak beenmergbiopt nodig Therapie: - Medicatie - Bepaalde medicatie kan het leven aanzienlijk verlengen zonder dat kwaliteit van leven wordt aangetast - Chemotherapie - Behandeling stelt hoge eisen aan kliniek en eigenaren - Bij gebruik van chemotherapeutica zal in speeksel en andere lichaamsvloeistoffen reststoffen van de chemotherapie bevatten wat tot schadelijke gevolgen kan leiden voor kinderen en zwangere vrouwen, en is dus afgeraden als die in huishouden zitten - Geneesmiddelen afweersysteem onderdrukken (corticosteroïden) - Advies van oncoloog **Ziekten van de milt** Vergroting van de milt: - Kan worden veroorzaakt door primaire tumoren, bloeduitstortingen, abnormaal hoog celdeling op een of meerdere plekken of abcessen - Vooral bij hond kan sommige plekken in milt abnormaal hoge celdeling voorkomen - Bij lokale primaire tumoren; - Kunnen goedaardige fibromen en hemangiomen maar ook kwaadaardige fibrosarcomen en hemangiosarcomen zijn - Een hemangiosarcoom wordt vaak pas ontdekt als hond verbloed in buik en tekenen vertoont van bloedarmoede door bloedverlies, omdat milt een bloedrijk orgaan is en door tumorgroei bloedvaten kunnen aangetast worden - Bij abcessen; - Miltabcessen kunnen ontstaan door verspreiding van bacteriën door bloedbaan - Kunnen koorts, ontstekingsbloedbeeld en vergroting in buik bij voelen veroorzaken - Diagnose kan met echo kan bepaald worden; - Of een massa in buik van milt uitgaat - Of het om een of meerdere massa's gaat - Of er ook haarden in lymfeknopen en/of lever aanwezig zijn - Massa's kunnen eventueel aangeprikt worden voor onderzoek - Therapie bij lokale tumoren en aanwezigheid miltabcessen in milt is een totale miltverwijdering - Prognose algemeen gunstig voor goedaardige tumoren, bij kwaadaardige tumoren is overleving zelden langer dan drie maanden - Milt kan in zijn geheel vergroot zijn bv. Tijdens verdoving omdat gladde spieren zich dan ontspannen, is tijdelijk - Ook door stuwing, ontsteking en uitzaaiing kwaadaardige tumoren kan milt geheel vergroot zijn - Ook kan milt vergroten als reactie op bepaalde prikkels zoals bacteriën, beschadigde rode bloedcellen en bloedparasieten **Ziekten immuunsysteem** Het immuunsysteem kent drie soorten afwijkingen: - Immunodeficiënties - Allergieën - Auto-immuunziekten **Immunodeficiëntie** - Een ziekte waarbij het afweerstelsel onvoldoende werkt - Kan komen doordat er te weinig of niet goed werkende witte bloedcellen zijn of doordat er te weinig antilichamen gemaakt worden - Oorzaken; - Bv. Tumoren beenmerg, infecties (FIV of hondenziekte), slechte voeding, chronische ziekten, stress, ziekte van Cushing en suikerziekte - Hierbij zijn dieren zeer gevoelig voor infecties en kunnen hier ook aan overlijden - Diagnose d.m.v. uitgebreid laboratoriumonderzoek - Therapie is het opsporen en elimineren van oorzaak - Soms niet mogelijk, dan rest een symptomatische therapie in vorm van het geven van antibiotica tegen secundaire bacteriële infecties - Jonge pups en kittens kunnen ook als immuundeficiëntie gezien worden vanwege niet volwassen afweersysteem **FIV** - Feline immunodeficiëntievirus (FIV) is familie van het virus wat bij mensen hiv en aids veroorzaakt, wordt ook wel kattenaids genoemd maar is geen zoönose - Wordt overgedragen via bloedcontact (bv. Tijdens vechten) - Tast het immuunsysteem aan waardoor gevoelig voor allerlei infecties - Klachten in het begin niet aanwezig maar ontwikkelt zich als aids - Hierbij zijn zo weinig afweercellen in het lichaam over dat klachten vooral bepaald worden door groter gevoeligheid voor infecties - Te diagnosticeren door bloedonderzoek waarbij antilichamen tegen het FIV-virus worden aangetoond (kan met sneltest in dierenkliniek zelf worden gedaan) - Niet te genezen, maar dieren kunnen nog wel jaren leven zonder klachten - Bijkomende infecties kunnen eventueel bestreden worden met antibiotica - Bestaat specifieke antivirale therapie maar niet volledig werkzaam - Per preventie van verspreiding is belangrijk om besmette kat binnenshuis te houden en apart van andere katten - Fokkers testen hun fokdieren - FIV kan ook in sperma van het dier voorkomen en via placenta en melk overgedragen worden **Allergieën** - Allergie is een reactie van het immuunsysteem op lichaamsvreemde stoffen die niet perse schadelijk hoeven te zijn zoals; pollen, huidschilfers van dieren, stofmijten of voedselbestanddelen - Therapie bestaat meestal uit geven van corticosteroïden die immuunsysteem afremmen **Auto-immuunziekten** - \- wordt gekenmerkt door dat het afweersysteem niet goed in staat is te onderkennen wat wel en niet tot eigen lichaam behoort - Witte bloedcellen die ziektewekkers bestrijden richten hun acties op lichaamseigen structuren - Belangrijke auto-immuunziekten zijn AIHA en ITP - Therapie is geven van corticosteroïden **Ziekten van hormoonstelsel (endocriene ziekten)** - Verschijnselen en afwijkingen die ontstaan als gevolg van te veel of te weinig circulerend hormoon of niet reageren van doelwitorgaan op hormoon. - Kunnen ontstaan doordat klier niet genoeg (hypofunctie) of juist te veel (hyperfunctie) hormoon maakt. - Hormoonproducerende klieren; hypofyse, bijnieren, schildklier, bijschildklier en alvleesklier **s.g. (soortelijk gewicht) urine** - Geeft aan hoeveel opgeloste stoffen er zich in urine bevinden en hoe geconcentreerd de urine is - Bij sterk geconcentreerde urine: - Is hoog gehalte aan afvalstoffen - Te weinig vocht uitgescheiden (mogelijk te weinig gedronken) - Bij weinig geconcentreerde urine: - Laag gehalte aan afvalstoffen - Te veel vocht uitgescheiden (mogelijk te veel drinken) - Hoe hoger het soortelijk gewicht, des te geconcentreerde de urine is - Normaal s.g.: - Bij kat \> 1.035 - Bij hond \> 1.025 - Pas onder de \ - Beste om ochtend urine te meten omdat doorgaans deze meest geconcentreerd is, dus als die te laag is zullen andere urines van de dag dat waarschijnlijk ook zijn - Ook kan meerdere testen over dag gedaan worden en samengevoegd - Beperking hierbij is bij enkele aandoeningen een verhoging van s.g. kan optreden terwijl wel sprake van polyurie (b.v. diabetes vanwege glucose in urine) Klacht veel drinken, veel plassen differentiaallijst: - Chronisch nierfalen - Diabetes mellitus - Ziekte van Cushing - Baarmoederontsteking - Overactieve schildklier - Te hoog calciumgehalte in bloed - Tumoren buiten bijschildklieren die stoffen produceren die op bijschildklier hormonen lijken - Overactieve bijschildklier - Diabetes insipidus - Primaire polydipsie (b.v. veel water drinken door dementie) - Leverfalen - Ophoping vocht in hartzakje - Medicatie - Overmaat rode bloedcellen **Afwijkingen van de hypofyse** - Hypofyse produceert groeihormoon en prolactine en aantal stimulerende hormonen zoals ACTG, FSH en TSH die andere endocriene klieren aanzetten tot productie van hormonen - ACTH stimuleert bijnierschors om cortisol (stresshormoon) te produceren - FSH regelt productie andere geslachtshormonen - TSH zorgt voor juiste hoeveelheid hormonen aangemaakt in schildklier - Endocriene klieren geven hun producten af aan bloed - Exocriene klieren geven hun producten af naar buiten het lichaam of darmen Hypofysaire dwerggroei: - Hierbij wordt in jeugd te weinig groeihormoon geproduceerd wat leidt tot dwerggroei - Erfelijke afwijking bij Duitse herder - Dier vertoont goed geproportioneerde bouw en normaal gedrag, verschil is grootte en dunne of gedeeltelijk afwezige vacht en schrille blaf - Aandoening kan gepaard gaan met tekort andere hormonen die hypofyse produceert waardoor secundair b.v. trage schildklier kan ontstaan - Gediagnosticeerd door bepaling hoeveelheid groeihormoon in bloed voor en na stimulatie hypofyse - Mogelijk om GH (groeihormoon) toe te dienen maar is duur Acromegalie: - Wordt veroorzaakt door overproductie van groeihormonen - Bij kat; - Groeihormoonproducerende tumor in hypofyse - Vooral voor bij oudere katten - Ten gevolg van GH-overschot worden poten en kop groter en groeit onderkaak naar voren uit - Deze katten hebben secundair suikerziekte (diabetes mellitus) - Bij hond; - Productie groeihormoon in melkklieren ten gevolg van hoeveelheid progesteron in bloed - Dit progesteron maakt lichaam zelf tijdens loopsheid maar kan ook toegediend zijn voor loopsheidpreventie - Vooral bij oudere teven die injectie tegen loopsheid krijgen - Vaak uitgroei van onderkaak waardoor tanden uit elkaar staan, poten kunnen zwaarden worden, buik dikker en er treedt zwelling van tong en strottenhoofd op - Diagnose aan hand van klinisch beeld en bepaling groeihormoon in bloed - Zeldzame ziekte gekenmerkt door veel plassen en veel drinken - Niet verwarren met diabetes mellitus (suikerziekte) - Twee oorzaken; - Hypofyse niet voldoende ADH afgeeft waardoor de nier niet genoeg water terugwint uit voorurine (centrale diabetes insipidus), kan gevolg zijn van tumor, trauma of hersenontsteking maar is meestal idiopathisch, wordt gekenmerkt door plotseling te veel drinken en plassen - Nieren reageren niet goed op ADH (nefrogene diabetes insipidus), kan aangeboren zijn of op oudere leeftijd ontstaan - Soortelijk gewicht van urine ligt tussen 1.005 en 1.010 - Diagnose gesteld door alle andere mogelijke oorzaken van pu/pd uit te sluiten - Waarna eigenaar gevraagd wordt gedurende 24 uur om de 2 uur urine monsters te nemen (snachts enkel om 4 uur), waarna s.g. bepaald wordt - Als een van deze montsters s.g. hoger dan 1.020 heeft kan er geen sprake van diabetes insipidus zijn - Als de monsters allemaal te laag s.g. hebben moeten verdere tests gedaan worden om te kijken of het inderdaad diabetes insipidus is of een probleem in nieren/hersenen - Therapie is het toedienen van ADH in vorm van druppels twee tot drie keer daags op slijmvliezen druppelen, nadeel is dat het duur medicijn is **Afwijking schildklier** - Regelt stofwisseling - Wanneer te veel schildklierhormoon produceert (T4) werkt stofwisseling te snel - Wanneer te weinig hormoon produceert, is stofwisseling te traag Te trage schildklier: - Sprake van tekort aan circulerend schildklierhormoon - Vooral bij honden tussen 2-6 jaar - Meestal veroorzaakt door auto-immuunziekte waarbij antistoffen tegen eigen schildkliercellen gemaakt worden - Symptomen; veel slapen, zoekt warme plekken in huis, snel moe en minder alert, wordt dikker en wilt niet graag wandelen, meestal eet hond weinig en wordt alsnog dikker - Bij onderzoek; zwakke pols, lage polsfrequentie en lage temperatuur, dunne en dorre vacht met kaalheid en schilfers - Diagnose aan hand van T4-gehalte en TSH-gehalte in bloed (T4 laag, TSH hoog) - Therapie bestaat uit levenslang toedienen tabletten met schildklierhormoon - Na twee maanden opnieuw bloedonderzoek om te zien of dosis correct is Te snelle schildklier: - Wordt veroorzaakt door een tumor van schildklier - Bij hond; - Meeste gevallen eenzijdige kwaadaardige tumor die op alle leeftijden kan ontstaan - Massa te voelen in hals - Pu/pd - Moet direct verwijderd worden - Voor operatie röntgenfoto maken om uitzaaiingen naar longen uit te sluiten - Omdat meestal maar 1 helft betreft kan de andere helft de functie overnemen na verwijdering en ontstaat er dus geen te trage schildklier - Bij kat; - Komt regelmatig voor - Vooral bij ouder dan 10 jaar - Meeste gevallen niet om 1 tumor maar groter aantal kleine woekeringen ontstaan door te hoge celdeling of abnormale groei van schildklierweefsel - Kan eenzijdig maar ook beiderzijdse vergroting zijn - Meestal goedaardig - Eet veel, vermagert sterk, onrustig, drinkt en plast veel, hyperactief, miauwt veel en kan soms braken en diarree hebben - Vanwege verhoogd stofwisselingsniveau moet hart extra hard werken en komt verdikking van hartspier voor - Diagnose aan hand van T4-gehalte bepalen - Schildklier kan chirurgisch verwijderd worden d.m.v. scan maken om te zien welke schildklierhelft(en) vergroot is. - Ook kan behandeld worden met radioactief jodium die het tumorweefsel vernietigd, dit is wel duur en op alleen aantal plekken te doen, ook na behandeling scheidt de kat nog een tijd radioactieve ontlasting uit (niet mogelijk met kleine kinderen of zwangere vrouwen in huis) - Ook medicamenteuze therapie mogelijk met behulp van schildklierremmers, nadeel dat sommige katten misselijk raken en slechter gaan eten - Speciaal jodium arm dieet kan ook klachten van te snelle schildklier verminderen (jodium nodig voor productie schildklierhormoon) - Als kat niet behandeld wordt zal het op den duur sterven door uitputting en hartfalen **Afwijkingen van de bijschildklieren** Te trage bijschildklier: - Komt niet vaak voor - Gevolg van tekort aan circulerend paraathormoon (PTH) - Dit tekort leidt tot afname van botafbraak en terug opname van calcium in nieren met als resultaat tekort aan calcium in bloed - Hierdoor een verhoogde prikkelbaarheid van spieren en zenuwen - Oorzaak is auto-immuunziekte waarbij bijschildklierweefsels vervangen wordt door bindweefsel - Bij katten kan ook optreden wanneer beiderzijds de schildklieren en bijschildklieren worden verwijderd (iatrogeen) - Symptomen: spierkrampen van spieren in gezicht en poten die ook kunnen uitbreiden over hele lichaam waardoor epilepsieachtige verschijnselen ontstaan, angstig, onrustig en hoge hartfrequentie - Diagnose aan hand van bloedonderzoek (lage calciumconcentratie) en nemen van biopsie bijschildklier - Therapie is levenslang geven van calcium en vitamine D-supplementen om verschijnselen te bestrijden Te snelle bijschildklier - Primaire vorm - Bijschildklier produceert zelf te veel PTH - Oorzaak kleine tumor uitgaande van bijschildklierweefsel - Door verhoogde PTH treedt verhoogde botafbraak en terug opname van calcium in nieren op (tekort calcium) - Verschijnselen: spierzwakte, sloomheid, pu/pd, slecht eten en soms braken - In ernstige gevallen spontane fracturen botten - Therapie is verwijderen van tumor, nabehandeling kan weken duren - Secundaire vorm - Bijschildklier wordt gestimuleerd meer PTH te produceren vanwege dreigend tekort calcium in bloed - Ontstaat meestal bij ernstige nierfalen vanwege nier niet meer in staat om vitamine D te activeren waardoor calcium niet opgenomen wordt uit voeding - Door dat tekort aan calcium verhoogt de bijschildklier de productie PTH en vergroot het zichzelf - Symptomen: naast de overheersende symptomen van nierfalen is vaak skeletafwijkingen te merken ten gevolge botontkalking - Therapie bestaat uit toedienen van vitamine D en calciumlactaat (behandelen nierfalen) - Andere oorzaak kan een te laag calciumgehalte in voer zijn (te zien bij pups en kittens die uitsluitend vlees eten, all meat syndrome), bij vogels als ze alleen zaden en fruit eten, hierbij spontane zeer typerende fracture in botten te zien waarbij uiteinden gebroken botdelen goed op plaats blijven zitten (greenstickfracturen) **Eclampsie** - Aandoening voorkomt bij zogende gezelschapsdieren (melkziekte) - Vooral bij teven van kleine rassen in derde tot vierde week van lactatie - Tijdens lactatie extra calcium nodig voor melkgift - Bij onvoldoende calciumvoorziening zal de PTH afgifte in bijschildklier verhogen waardoor calciumopname uit botten wordt gestimuleerd - In aantal gevallen is dit onvoldoende en krijgen de teven klachten van spieren (spierspasmen of krampen) - Meestal ontstaan eerste verschijnselen binnen enkele uren - Wordt onrustig, gaat hijgen, trillen, dronkemansloop en spierkrampen - Uiteindelijk epileptiforme aanvallen, ligt op zij met gestrekte poten en verhoogde temperatuur (spoedgeval) - Diagnose aan hand van klinisch beeld en calciumconcentratie in bloed - Therapie is toedienen van calcium, als mogelijk pups iets minder vaak drinken en voeding aanpassing voor moederdier **Pseudo te snelle schildklier** - Term pseudo omdat ziektebeeld lijkt op een te snel werkende bijschildklier maar bijschildklier niet betrokken is - Een metabole aandoening waarbij PTH-achtige stoffen geproduceerd worden door tumoren niet uitgaan van bijschildklierweefsel met als gevolg te veel calcium in bloed - Bekendste tumor die dit veroorzaakt is een tumor van de klieren van de anaalzak - Komen vaker voor bij oudere teven - Verschijnselen worden veroorzaakt door teveel calcium in bloed: spierzwakte, niet eten en pu/pd - Zijn kwaadaardige tumoren dus kunnen uitzaaien, dus zelfs na operatief verwijderen kunnen klachten blijven omdat uitzaaiingen ook PTH produceren **Afwijkingen van bijnieren** - Bijnierschors produceert in middelste laag van schors als belangrijkste hormoon glucocorticoïd cortisol waarvan productie afhankelijk is van ACTH afkomstig uit hypofyse - Cortisol regelt aanmaak van glucose en beïnvloed bloeddruk en werking van afweersysteem - In buitenste zone wordt aldosteron geproduceerd - Heeft invloed op water- en zouthuishouding in lichaam en speelt belangrijke rol in handhaven bloeddruk - Wanneer te veel cortisol wordt gemaakt is het meestal veroorzaakt door verhoogde afgifte ACTH door een hypofysetumor - Enkele keer gaat om een bijniertumor die zelf te veel cortisol produceert - Bij een te actieve bijnier betreft het algemeen de gehele bijnierschors, er is dan tekort aan zowel aldosteron als cortisol **Ziekte van Addison** - Wordt veroorzaakt door auto-immuunziekte waarbij de bijnierschors wordt vernietigd - Vooral bij teven tussen 2-6 jaar (bij kat sporadisch) - Klinisch beeld veroorzaakt door onvoldoende productie bijnierschorshormonen - Ziekte verloopt chronisch maar klachten vaak pas laat duidelijk - Toestand van hond meestal al erg slecht en dreigt in shock te raken (spoedgeval) - Klachten: traagheid, sloomheid, spierzwakte, verminderde eetlust, wisselend braken en diarree - Diagnose aan hand van klinisch beeld en lichamelijk onderzoek - Zwakke pols en lage frequentie - Bloedonderzoek laat tekort aan natrium en teveel aan kalium zien, vaak ook ureum en creatinine verhoogd en hoeveelheid cortisol in bloed laag - Definitieve diagnose gesteld aan hand van ACTH-stimulatietest - Wanneer dier met ziekte van Addison dreigt in shock te raken wordt meteen met therapie begonnen ondanks niet bekende bloedtest - Therapie bestaat uit infuus met fysiologische zoutoplossing en glucocorticosteroïden en mineralocorticosteroïden(vervangt aldosteron) - Levenslang vervangen bijnierschorshormonen in vorm van tabletten gecombineerd met zouttabletten om verlies natrium te vervangen - Belangrijk hond dagelijks medicijnen toegediend krijgt, zo niet kan hond in shock raken - Behoefte corticosteroïden kan onder invloed van stress verhogen (bv. Bij vakantie of voor een operatie extra medicatie toedienen) **Ziekte van Cushing** - Sprake van overproductie bijnierschorshormonen - In meeste gevallen (85%) sprake van een hypofysetymor die overmaat aan ACTH produceert - In sommige gevallen (15) sprake van een tumor in bijnierschors zelf die teveel cortisol produceert - Komt met regelmaat voor bij honden van middelbare leeftijd (vaker teef dan reu), bij kat zeldzaam - Klachten: pu/pd, eet veel, dunne en dorre vacht met kaalheid, huid dun en gepigmenteerd, snel moe, afgenomen spieromvang, vetzucht en dikke buik - Diagnose gesteld d.m.v. urineonderzoek - Hoeveelheid cortisol wordt bepaald - Ook bepaald worden of tumor in bijnier of hypofyse zit - Therapie afhankelijk van oorzaak - Tumor operatief verwijderen - Levenslang toedienen van capsules, maar regelmatig bloedcontroles en zeer kostbaar **Iatrogene ziekte van Addison** - Bij het langdurig toedienen van corticosteroïden kan een tekort aan bijnierschorshormonen ontstaan - Door het kunstmatig toedienen cortisol denkt het lichaam genoeg te hebben en produceert dan zelf niks meer, hierdoor ontstaat het tekort **Iatrogene ziekte van Cushing** - Teveel aan corticosteroïden in het lichaam door kunstmatig toedienen van diergeneesmiddelen zoals; - Glucocorticosteroïden als dexamethason en prednison - Geeft zelfde symptomen als ziekte van Cushing **Afwijkingen van de alvleesklier** - Teveel aan insuline productie - Oorzaak is tumor in alvleesklier - Hierdoor kan bloedsuiker levensgevaarlijke lage waarden bereiken **Suikerziekte (diabetes mellitus)** - Alvleesklier verantwoordelijk voor het maken hormoon insuline - Insuline zorgt ervoor dat bloedsuiker in bloed kan worden opgenomen als energie om van te leven - Is een chronische aandoening van de alvleesklier met als gevolg een blijvende te hoge bloedsuikerspiegel - De te hoge bloedsuikerspiegel is gevolg van een tekort aan insuline **Suikerziekte bij de hond** - Kan ontstaan door verkeerd werkend immuunsysteem, dat zorgt voor afbraak van insulineproducerende cellen in alvleesklier - Genetische aanleg speelt rol - Infectie speelt rol - Schade hierdoor aan alvleesklier is onomkeerbaar - Bestaat variant die bij teven gezien wordt - Na elke loopsheid komt progesteron en progestagenen vrij die leiden via een aantal opeenvolgende hormonale reacties tot een verhoogde afgifte insuline - Uiteindelijk leidt dit tot uitputting van de cellen die insuline aanmaken waardoor diabetes mellitus ontstaat - Kan ontstaan door antiloopsheidinjecties - Behoefte aan insuline wordt nog groter - Corticosteroïden stimuleren vorming van glucose waardoor meer suiker in bloed komt en de weefsels niet meer reageren op insuline - Dit leidt tot uitputting cellen van alvleesklier - 10% van honden met ziekte van Cushing krijgen dan ook suikerziekte - Ook ontsteking van alvleesklier kan leiden tot destructie van cellen die insuline maken - Verschijnselen: pu/pd, vraatzucht en vermagering - Indien onbehandeld zal lichaam afhankelijk zijn van vetverbranding om aan energie te komen - Glucose kan niet cel ingebracht worden zonder insuline, dus kan niet gebruikt worden als energiebron - Tijdens verbranding vetten in lever worden ketonlichamen (afvalstoffen die vrijkomen tijdens afbreken vetten) gevormd waaronder aceton - Aceton is te ruiken in adem - Ketonlichamen kunnen met stick ook in urine worden aangetoond - Wanneer deze situatie te lang duurt kan hond in zogenaamde ketoacidotisch coma raken, levensbedreigend omdat: - Hersenen geen energie krijgen (zijn afhankelijk van glucose als energiebron - pH van bloed levensbedreigend laag zal worden (acidose) - dieren vaak ernstig uitdrogen - Uiteindelijk kan hond in coma raken, epileptische aanvallen krijgen en sterven Diagnose: - Vaststellen van een langdurig te hoog gehalte aan glucose in bloed - Vaststellen aanwezigheid van ketonlichamen en glucose in urine - Ontstaat door hoeveelheid glucose die nier passeert - Trekt water met zich mee waardoor veelvuldig plassen optreedt - Door aanwezigheid glucose in urine is het soortelijk gewicht van urine verhoogd Therapie: - Bij iatrogene oorzaken moet onmiddellijk de corticosteroïden- en/of progesterontoediening gestaakt worden - Indien snel behandeld met insuline, kan alvleesklier herstellen en genezen van suikerziekte, duurt het te lang heeft de hond levenslang suikerziekte - Bij vernietiging van alvleeskliercellen door auto-immuunaandoening of infectie is schade onomkeerbaar en zal hond levenslang behandeld moeten worden - Bij teef in luteale fase van haar cyclus moet direct gesteriliseerd worden - Als verschijnselen niet langer dan twee tot drie weken geduurd hebben kan hond zonder verdere behandeling herstellen - Is gezondheidstoestand te slecht om te opereren zal eerst behandeld moeten worden voor suikerziekte - Na operatie bloed controleren om bepalen of behandeling voortgezet moet worden of dat alvleesklier weer insuline maakt Diabetestraject: - Levenslang behandelen met injecties met insuline - Insuline zorgt ervoor dat glucose in cel kan worden opgenomen en gebruikt kan worden als energiebron - De gebruikte insuline is meestal een traag werkende insuline - Werkt ongeveer 12 uur - Ten gevolge van de insuline zal bloedglucose in tijdbestek van aantal uren dalen (de dip) - Injecties meestal tweemaal daags onder huid toegediend door eigenaar zelf met van belang; - Injecties zoveel mogelijk op vaste tijdstippen geven - Hond moet zelfde dieet eten en zelfde hoeveelheid per dag krijgen, liefst iedere dag ongeveer zelfde hoeveelheid beweging - Bewaarinstructies insuline opvolgen - Dosis afhankelijk per hond, belangrijk om regelmatig bloedglucosecontroles uit te voeren eerste tijd tijdens dip - Wanneer hoeveelheid insuline bepaald is en hond het klinisch goed doet, is prognose gunstig **Suikerziekte bij kat** - Voorkomende oorzaken voor diabetes millitus bij kat: - Behandeling met glucocorticosteroïden - Alvleesklierontsteking - Overgewicht en weinig beweging - Verschijnselen; pu/pd, vraatzucht en vermageren - Vaak overheersen klachten van ontsteking; sloom, weinig eten en braken - Gevaar voor ketoacidotisch coma Diagnose: - Vaststellen van een langdurig te hoog gehalte aan glucose in bloed - Belangrijk dat bij kat door stress een te hoog gehalte aan glucose in bloed kan ontstaan, dit kan acuut dus bij bloedafname of blaffende hond in wachtkamer al ontstaan (en dus niet genoeg om suikerziekte vast te stellen) - Vaststellen aanwezigheid van ketonlichamen en glucose in urine - Bepalen concentratie aan fructosamines (eiwitten die suikerachtige stoffen aan zich binden) in bloed - Deze concentratie verhoogt als er gedurende aantal weken sprake is van te hoog suiker in bloed - Hiermee kan onderscheid gemaakt worden tussen eenmalige verhoging door stress of door suikerziekte met langdurige verhoging Therapie: - Behandeling met insuline tweemaal daags via injectie door eigenaar - Behandelschema sterk afhankelijk per individu en beschikbare type insuline - Speciaal voeding met laag gehalte aan koolhydraten, hierdoor krijgt kat minder glucose binnen en dus minder insuline nodig - Kat die voor het eerst speciale koolhydraatarme voeding krijgt en start met insuline moet 25% minder insuline krijgen als startdosis - Sommige katten kunnen zelfs door dit dieet geen insuline nodig hebben - Bij kat zijn regelmatige bloedcontroles nog belangrijker omdat alvleesklier van de kat kan herstellen als hij rust krijgt - Na verloop van tijd kan alvleesklier weer insuline produceren - Als eigenaar zelfde hoeveelheid insuline blijft injecteren ontstaat gevaar van te laag bloedglucosegehalte (hypo) - Bij alvleesklierontsteking als oorzaak is prognose minder gunstig omdat het lastig te behandelen is **Somogyi-effect** - Een complicatie die kan optreden bij een te hoge insulinedosis - Bij te hoge insuline dosis: - Daalt bloedglucose wat leidt tot afgifte cortisol en glucagon(hormoon aangemaakt in alvleesklier dat bloedsuikerspiegel verhoogt als die zakt) waardoor bloedspiegel zal stijgen - Deze reactie wordt somogyi-effect genoemd - Als dan bloedglucose wordt gemeten waar normaal gesproken dit laag hoort te zijn wordt onterecht gedacht dat hoeveelheid insuline te laag is - Om erachter te komen of dit zo is zal een bloedglucosecurve gemaakt moeten worden - Wordt opgenomen in kliniek en nadat insuline is toegediend wordt ieder uur bloedglucose bepaald - Hiermee wordt gekeken naar het tijdstip waarop de dip optreedt en hoe hoog glucosewaarden in verloop van tijd zijn - Als eigenaar alle controles thuis doet is het mogelijk dat dosis insuline alleen maar verder wordt verhoogd, belangrijk om regelmatig contact te houden met eigenaar over dosering **Te laag bloedglucosegehalte (hypo)** - Te laag bloedglucosegehalte : hypoglykemie - Belangrijkste complicatie bij behandelen suikerziektepatiënten - Kan gebeuren als te veel insuline gegeven wordt of als dier niet genoeg gegeten heeft of eten uitbraakt - Te herkennen aan: spiertrillingen, wankelheid, omvallen, sloomheid, eventueel spierkrampen en zelfs coma - In dit geval meteen dextrose (druivensuiker) oplossen in water en in bek van dier druppelen - Hierna zijn dieren vaak hongerig en kan ook blikvoer gegeven worden - Dierenarts moet geraadpleegd worden om bloedglucose te controleren en zo nodig intraveneus glucoseoplossing toedienen - Na een hypo mag pas weer insuline krijgen als sprake van te hoog glucosegehalte in bloed - In geval van noodgevallen moet altijd druivensuiker in huis zijn **Te laag bloedglucosegehalte door insulinoom** - Een insulineproducerende tumor van de insulineproducerende cellen van de alvleesklier is belangrijkste oorzaak voor een te laag bloedglucosegehalte - Betreft meestal kwaadaardige tumoren - Gemiddelde leeftijd voor deze diagnose is 9 jaar - Zeldzaam bij kat - Vaker voorkomend bij de fret - Verschijnselen treden op als hond niet gegeten heeft; uitputting tijdens wandeling, door poten zakken, verwarde indruk - Soms duurt het maanden of weken tot volgende aanval optreedt - Uiteindelijk zullen aanvallen karakter van toeval krijgen gepaard gaande met spierkrampen en bewusteloosheid - Bij verdenking van toeval door bloedglucosegehalte dient altijd nagegaan te worden of dier bij bewust zijnde is om eerst het dier te voeren (of druivensuiker), zo niet moet zo snel mogelijk naar praktijk gegaan worden voor intraveneus infuus met glucose - Diagnose d.m.v. meerdere keren op dag laag bloedglucose te meten - Kan bij vastende hond maar in kliniek vanwege risico op toeval - Met echografie kan tumor soms in beeld gebracht worden - Therapie is het chirurgisch verwijderen van de kleine tumoren **Te laag bloedglucosegehalte bij pups** - Meestal doordat ze onvoldoende kunnen zogen/eten - Bij pups tussen 6-12 weken oud - Vooral bij minirassen zoals chihuahua

Use Quizgecko on...
Browser
Browser