Eindtest 1 Communicatieve Vaardigheden PDF
Document Details
Uploaded by Deleted User
Tags
Summary
This document is an exam paper covering aspects of communication skills, including parts of speech, verb conjugation, and tenses, as well as grammar. The document includes exercises for practicing those aspects of grammar.
Full Transcript
Communicatieve vaardigheden: Eindtest 1 Schrijven Het werkwoord – zoek het onderwerp Hoe vind je het onderwerp? - Stel de vraag “wie/wat + persoonsvorm” Het werkwoord – geef de juiste vorm Tegenwoordige tijd Geen “t” toevoegen - Het onderwerp = ik; Bv: Ik maak - Jij/je staat...
Communicatieve vaardigheden: Eindtest 1 Schrijven Het werkwoord – zoek het onderwerp Hoe vind je het onderwerp? - Stel de vraag “wie/wat + persoonsvorm” Het werkwoord – geef de juiste vorm Tegenwoordige tijd Geen “t” toevoegen - Het onderwerp = ik; Bv: Ik maak - Jij/je staat achter de persoonsvorm; Bv: maak jij Stam + t - Jij/je voor de persoonsvorm; Bv: jij maakt - U als onderwerp bij de persoonsvorm; Bv: u maakt/ maakt u - Een derde persoon; Bv: Hij/ zij/ het/ het meisjes/ … maakt Ik Stam Werk Verhuis Jij Stam + t Werkt Verhuist Stam Werk jij Verhuis jij Hij/ zij/ het Stam + t Werkt Verhuist Wij/ jullie/ zij Infinitief Werken Verhuizen Verleden tijd Bij de verleden tijd van regelmatige werkwoorden wordt de uitgang –de, -den, -te of – ten gebruikt. Of je een uitgang met een –d of –t gebruikt hangt af van de laatste letter van het woord en of deze in het kofschip zit. Ik Stam + -te/-de Werkte Verhuisde Jij Stam + -te/-de Werkte Verhuisde Stam + -te/-de Werkte jij Verhuisde jij Hij/ zij/ het Stam + -te/-de Werkte Verhuisde Wij/ jullie/ zij Stam + -te/-de Werkten Verhuisden Onregelmatige werkwoorden in de verleden tijd Bij onregelmatige werkwoorden is de verleden tijd anders, hierbij verandert de klank van het werkwoord. Bij het vervoegen van onregelmatige werkwoorden in verleden tijd gebruik je niet de gewone stam, maar de verledentijdsstam. De vervoeging staat in het onderstaande schema. Ik Verledentijdsstam Liep zwom Jij Verledentijdsstam Liep Zwom Verledentijdsstam Liep jij Zwom jij Hij/ zij/ het Verledentijdsstam + en Liep Zwom Wij/ jullie/ zij Verledentijdsstam + en Liepen Zwommen Voltooid deelwoord Een voltooid deelwoord wordt gebruikt om te vertellen dat iets al gebeurd is en afgerond is. De meeste voltooid deelwoorden beginnen met ge-. Sommige voltooid deelwoorden beginnen met be-, ver-, ont- of her-. Bij deze voltooid deelwoorden gebruik je geen ge- als voorvoegsel. ik Ge + Stam + -d/-t/-en Heb gewerkt Heb gelopen jij Ge + Stam + -d/-t/-en Hebt gewerkt Hebt gelopen Ge + Stam + -d/-t/-en Heb (jij) gewerkt? Heb (jij) gelopen? hij/zij/het Ge + Stam + -d/-t/-en Heeft gewerkt Heeft gelopen wij/jullie/zij Ge + Stam + -d/-t/-en Hebben gewerkt Hebben gelopen Engelse werkwoorden 1. De Stam van het Werkwoord De stam van een Engels werkwoord in het Nederlands wordt gevormd door de hele werkwoordsvorm zonder -en (zoals bij Nederlandse werkwoorden). Soms is er een aanpassing aan de klank of schrijfwijze om de uitspraak correct te houden. Voorbeeld: to check → stam is check Voorbeeld: to downloaden → stam is download 2. Vervoegen in de Tegenwoordige Tijd In de tegenwoordige tijd wordt een Engels werkwoord op dezelfde manier vervoegd als een regulier Nederlands werkwoord: Regels: Ik-vorm: Alleen de stam. o Voorbeeld: Ik check het document. Jij/hij/zij-vorm: Stam + -t. o Voorbeeld: Jij checkt de gegevens. Wij/jullie/zij-vorm: Hele werkwoord (infinitief). o Voorbeeld: Wij downloaden de bestanden. Let op: Er komt ook in de jij-vorm geen -t als de zin in een vraagvorm staat en met “jij” begint. Voorbeeld: Check jij het document? 3. Vervoegen in de Verleden Tijd Voor de verleden tijd gebruik je de ’t kofschip-regel om te bepalen of je -te(n) of - de(n) toevoegt aan de stam van het werkwoord. De regel werkt hier hetzelfde als bij Nederlandse werkwoorden. Stappen: 1. Bekijk de laatste letter van de stam. 2. Als deze letter voorkomt in 't kofschip, dan eindigt de verleden tijd op -te of - ten. Komt de letter niet voor in ’t kofschip, dan eindigt de verleden tijd op -de of -den. Voorbeelden: Checken (laatste letter = k → zit in ’t kofschip): o Hij checkte zijn e-mail. o Zij checkten hun resultaten. Downloaden (laatste letter = d → zit niet in ’t kofschip): o Hij downloadde het bestand. o Zij downloadden de foto’s. 4. Voltooid Deelwoord Het voltooid deelwoord van een Engels werkwoord wordt gevormd door ge- toe te voegen aan de stam en te eindigen met -t of -d, volgens de 't kofschip-regel. Stappen: 1. Bepaal de stam van het werkwoord. 2. Voeg "ge-" toe aan de stam. 3. Eindigt de stam op een letter uit ’t kofschip? Dan eindigt het voltooid deelwoord op -t. Zo niet, dan eindigt het op -d. Voorbeelden: Checken (stam = check, eindigt op k → in ’t kofschip): o Hij heeft het bestand gecheckt. Downloaden (stam = download, eindigt op d → niet in ’t kofschip): o Zij heeft het document gedownload. Uitzondering: Sommige Engelse werkwoorden, zoals racen, kunnen een afwijkende spelling of uitspraak hebben. Controleer bij twijfel of het werkwoord is opgenomen in de woordenlijst van de Nederlandse Taalunie (woordenlijst.org) voor de correcte spelling. 5. Onregelmatige Engelse Werkwoorden in het Nederlands Sommige Engelse werkwoorden behouden hun Engelse vervoeging of worden onregelmatig vervoegd in het Nederlands, maar dat is zeldzaam. De meeste Engelse werkwoorden worden volgens de Nederlandse regels vervoegd. Voorbeelden: o Golfen → golfde en gegolfd (regulier) o Showen → showde en geshowd (regulier) Bij twijfel kun je de Groene Boekje-woordenlijst of woordenlijst.org raadplegen. Interpunctie 1. Punt (.) Een punt geeft het einde van een gewone zin aan. Het staat direct na het laatste woord van de zin, zonder spatie ertussen. Voorbeeld: Ik ga naar huis. Let op: Gebruik geen punt na een opsomming van losse woorden, tenzij het een volledige zin is. Geen punt na een titel of ondertitels in een tekst. 2. Komma (,) Een komma wordt gebruikt om een pauze in een zin aan te geven. Dit maakt lange zinnen makkelijker te lezen en voorkomt verwarring. Belangrijkste regels voor het gebruik van een komma: Voor opsommingen: Tussen de verschillende delen van een opsomming komt een komma, behalve voor het laatste element (voor "en"). o Voorbeeld: Ik heb appels, peren, bananen en druiven gekocht. Voor bijstellingen: Een bijstelling geeft extra informatie over een woord of zinsdeel. o Voorbeeld: Brussel, de hoofdstad van België, is een prachtige stad. Na een voorbepaling of inleidende zin: Plaats een komma na een inleidende zin of zinsdeel. o Voorbeeld: Na het eten, gingen we wandelen. Voor voegwoorden zoals "maar", "want", en "dus": Vaak zet je een komma voor voegwoorden die een tegenstelling of gevolg aangeven. o Voorbeeld: Hij wilde meegaan, maar hij voelde zich ziek. Let op: Gebruik geen komma tussen het onderwerp en het werkwoord of tussen het werkwoord en het lijdend voorwerp. 3. Dubbelpunt (:) de dubbelpunt hebben specifieke functies en bieden een pauze die sterker is dan een komma, maar minder sterk dan een punt. Gebruik de dubbelpunt om een opsomming, een verklaring of een citaat aan te kondigen. Voorbeeld: Hij nam alles mee: zijn jas, zijn tas en zijn boeken. Wetenschappelijke woorden - onbekende woorden Dubieuze = twijfelachtig Consciëntieus = zorgvuldig Prominent = opvallend Arbitrair = willekeurig Plausibel = mogelijk Significant = veel betekend Valide = geldig Tendentieus = vooringenomen Cohesie = samenhang Correleert = samenhang (met) Intrinsiek = wezenlijk Funest = fataal Ambigu = dubbelzinnig Differentiëren = onderscheid maken Ex cathedra = zonder interactie Consensus = gelijkgestemdheid Normatief = dwingend Convergente = samenkomend Descriptief = beschrijvend Conventioneel = traditioneel Simultaan = gelijktijdig Amorf = vormeloos flexibel = veranderlijk Innovatief = vernieuwend Exploratief = verkennend Temporeel = tijdelijk Empirisch = proefvriendelijk Rendabel = winstgevend Aggregeren = laten samenkomen Identificatie = vaststelling van de aard van een bepaalde zaak Comparatieve = vergelijkend Mentaliteit = wijze van denken en voelen Cruciaal = belangrijk, essentieel Preconditie = voorwaarde Delfstoffen = bruikbare stof die uit de grond gegraven wordt Competent = bekwaam simultaan = gelijktijdig incidenteel = heel soms/ spontaan Abominabel = afschuwelijk Preventief = uit voorzorg Consciëntieus = nauwgezet/ zorgvuldig Representatief = voorstelling Referentie = maatstaf, ijkpunt Homogeniseren = eenheid brengen in een in wezen divers iets Aspect = kant van een zaak Relativeren = afzwakken Participeren = deelnamen aan Ambivalent = tweezijdig Metamorfose = gedaantewisseling, grote verandering Instantie = voorkomend geval Concluderen = besluiten Stijgt = verhoogt, neemt toe Daalt = zakt, vermindert Afname = daling, vermindering Stagneert = hapert, blijft stil staan Spectaculair = indrukwekkend Bijgaande = bijgevoegd Afgebeeld = weergegeven Constateren = vaststellen, waarnemen Gelijk blijft = stabiel Hoog = groot, verheven Verklaring = uitleg, toelichting Conclusie = uitkomst, eindresultaat De helft = vijftig procent Percentage = verhouding, percentagepunt Diagram = grafiek, schema Samenvattend = kortom, in het kort Vergelijken = naast elkaar leggen Wetenschappelijke woorden – collocaties Overeenkomst afspraak, akkoord, pact, verbond Beschikking besluit Betrekking relatie, verband Vergelijking parallel, analogie, balans Opdracht taak, missie Gevolge resultaat, consequentie, Uitgevoerd gerealiseerd, voltooid, Valide geldig, betrouwbaar, Gaat beweegt, loopt Treffen/ nemen vaststellen, besluiten Ingesteld opgericht, geïnitieerd, Stellen beweren, bepalen Doorslaggevend cruciaal, bepalend Aselect willekeurig, toevallig, Onomstotelijk onweerlegbaar, onbetwistbaar Baanbrekend revolutionair, innovatief Haaks loodrecht, tegenstrijdig Beproefde bewezen, getest Zakelijke mail Nettiquette – aandachtspunten Genderbewust taalgebruik: Tip: Als je een e-mail stuurt naar onbekenden, vermijd dan ‘Beste mevrouw’ of ‘Beste meneer’ als je de genderidentiteit van die persoon niet kent. Opteer voor een neutrale aanspreektitel zoals ‘Beste collega’ of schrijf ‘Beste + voor- en achternaam’ Niet: Het is hem duidelijk dat hij liever aangesproken wordt op basis van zijn gekozen voornaamwoorden Maar: Het is hen duidelijk dat die liever aangesproken wordt op basis van hun gekozen voornaamwoorden. Basisprincipes van professioneel schrijven 1. Geef jezelf even de tijd om na te denken vooraleer je begint te schrijven: Sta stil bij de KFC van communicatie - Wat moet je lezer weten (to know)? - Wat moet je lezer voelen (to feel)? - Wat moet je lezer doen (to commit)? Sta stil bij de ontvanger van je boodschap - Wie is je doelpubliek? Wie is de ontvanger van je e-mail? Sta stil bij de mogelijke ruis - Wat kan er misgaan bij het verzenden en/of ontvangen van jouw boodschap? 2. Verzorg tekst en structuur Zakelijk e-mailen moet efficiënt verlopen: niemand wil eindeloos heen- en weer mailen Lezen op een scherm? Verhoog de ‘scanbaarheid’ van je tekst: - Gebruik een leesbaar lettertype - Voeg voldoende witregels toe - Zet enkele belangrijke woorden in het vet 3. Verzorg je taal (zie verder) Digitale tools Welke tools zijn er en voor wat kan je ze gebruiken? 1. Het digitale groene boekje Je kunt de volledige Woordenlijst Nederlandse Taal online raadplegen. Het Groene BoekjeLinks to an external site. is dé spellingbijbel van de Nederlandse Taal. Het is opgesteld door de Nederlandse Taalunie. De woordenlijst bevat duizenden ingangen. In de Leidraad worden de officiële regels van de Nederlanse spelling uitgelegd. TIP: Zet de website bij je favorieten, zo kan je heel snel de spelling van een woord checken wanneer de twijfel toeslaat. 2. Taaladvies Deze website is een initiatief van de Nederlandse Taalunie. Hier krijg je een antwoord op vele concrete vragen over taal (spelling, leestekens, grammatica, woordgebruik en nog veel meer). De website heeft een handige zoekmachine. 3. Taaltelefoon De Taaltelefoon is de openbare taaladviesdienst van de Vlaamse overheid. De Taaltelefoon geeft zowel taaladvies aan de burger als aan de diensten van de Vlaamse overheid. Je kunt bellen of e-mailen als je een taalvraag hebt, maar op de website kun je ook eerder gestelde vragen (en hun antwoorden) bekijken. 4. Schrijf assistent Kan je hulp gebruiken om goede teksten te schrijven? Gebruik dan de schrijfassistent. Deze schrijfassistent kan je teksten (gedeeltelijk, het blijft uiteraard een computer) verbeteren en naar een hoger niveau tillen. Let op: je zal merken dat er twee versies zijn. Enerzijds is er de Schrijfassistent Nederlands en anderszijds is er de Schrijfhulp. 5. Heerlijk helder Heerlijk helder communiceren is niet alleen een zaak van communicatiespecialisten en - diensten. Deze website wil je helpen om je taal heerlijk helder te houden. 6. Woordenschat-tools Betekenis van woorden: Van Dale: Links to an external site.De Dikke Van Dale is een alom bekend en betrouwbaar woordenboek, maar let op: de gratis versie die je op de website van Van DaleLinks to an external site. terugvindt, is niet de Dikke Van Dale, maar de basisversie. Voor de volledige versie is een abonnement vereist of kan je gebruik maken van de toegang via de Mediatheek. Raadpleeg ook altijd de recentste versie. Het Algemeen Nederlands WoordenboeLinks to an external site.k is een project van de Nederlandse Taalunie. Het woordenboek wil het moderne Nederlands beschrijven. Op de website kan je via verschillende zoekfuncties woorden of betekenissen van woorden terugvinden. Belangrijk om te weten is wel dat het woordenboek nog niet af is. Ander woordgebruik Zoek je een alternatief woord voor ‘mooi’, maar denk je niet automatisch aan ‘prachtig’, ‘knap’ of ‘schoon’? Surf dan naar Synoniemen.netLinks to an external site.. De synoniemendatabank bestaat uit een grote lijst trefwoorden waaraan telkens een set synoniemen gekoppeld is. De set kan als tabel of grafisch weergegeven worden. 7. Inclusief taalgebruik Als je over een mogelijk gevoelig onderwerp schrijft, zoals gender, discriminatie, mensen met een beperking... besteed dan extra aandacht aan de formulering. Informeer waar mogelijk bij belangengroepen of vertegenwoordigers van minderheidsgroepen welke termen wel en niet geaccepteerd zijn en laat de tekst liefst ook eerst door hen nalezen. Sommige organisaties en media hebben terminologielijsten rond inclusiviteit en diversiteit online beschikbaar gemaakt. Deze sites bieden heel wat advies en tips: VRT: Woordenlijst Inclusief TaalgebruikLinks to an external site. Tropenmuseum: 'Words Matter - publicatie'Links to an external site. Women Inc. Incomplete stijlgidsLinks to an external site. Kritische kijk op actualiteit Wanneer het gaat over informatie op het internet, bestaat er een geschikt instrument om de kwaliteit van een website na te gaan: de CRAP-test. CRAP staat hierbij voor: currency (actualiteit) reliability/relevance (betrouwbaarheid/relevantie) authority/audience (autoriteit/publiek) purpose/point of view (bedoeling/invalshoek) Currency Hoe recent is de informatie? Wanneer is de website voor het laatst geüpdatet? Is dat actueel genoeg voor je onderwerp? Reliability/Relevance Wat voor soort informatie vind je terug? Is de informatie objectief (feit) of subjectief (mening)? Zijn de meningen onderbouwd? Berust informatie op degelijk onderzoek? Wordt op de website zelf naar bronnen verwezen? Is er een substantiële bibliografie? Worden ingenomen standpunten duidelijk vooraf kenbaar gemaakt? Is de informatie al beoordeeld? Authority/Audience Wie is de auteur? Is die een autoriteit ter zake? Wie financiert de site? Heeft die een goede reputatie? Staat er reclame op de website? Purpose/Point of view Worden er feiten of meningen meegedeeld? Is er sprake van vooringenomenheid? Probeert de auteur je iets te verkopen? Hoe nep nieuws herkennen? = Alle soorten berichten die niet juist zijn = Misleidend nieuws Drie voorwaarden 1. Inhoud niet waarheidsgetrouw is 2. Maker bewust is van foute info te verspreiden 3. Gemaakt met doel voor ogen, Bv politiek, mensen manipuleren om voor een partij te stemmen Lijken nep nieuws maar zijn het niet - Propaganda: doel; mensen op politiek vlak te verleiden, agressieve vorm van reclame - Haattaal: doel; bepaalde organisaties schade toe te brengen - Slechte journalistiek; berichten die niet kloppen door te weinig kennis van de journalist - Satire/ parodie nieuws; nieuws om mee te lachen, is niet echt - Framing: info is wel correct maar de zinnen en beelden worden op een bepaalde manier getoond om mensen te beïnvloeden Internet memes = afbeelding die worden gekoppeld met internet humor ➔ Ze hebben niet de bedoeling om te dienen als nep nieuws Waarom nep nieuws? ➔ Om geld te verdienen ➔ Politieke voorkeur beïnvloeden ➔ Andere personen in een slecht daglicht zetten Deep fake: = met AI fake video’s of foto’s generen Hoe herkennen - Goed kijken naar de gezichtsuitdrukkingen - Randen van het gezicht kloppen niet - Verhoudingen gezicht en lichaam niet kloppen - Watermerk Clickbait: Mensen aantrekken met een aantrekkelijke titel op afbeelding Echtheid van een bericht checken 1. Titel neutraal? 2. wie is de auteur? 1. Kijk naar de datum 2. Wie publiceert het nieuws? 3. Bronnen checken? 4. Kloppen de links in het artikel? 5. Welke reden het de auteur? 6. Vooroordelen? 7. Hoe is de info voorgesteld, taalfouten? 8. Welk beeldmateriaal? Ai foto’s herkennen - Handen kunnen ze nog niet goed genereren - Achtergrond vaak wazig - Logo’s komen niet altijd goed door ➔ Details altijd bekijken Plagiaat en bronvermeldingen volgens APA Plagiaat Wat mag wel? citeren of referen op een correcte manier herformuleren in eigen woorden én met de nodige referentie Wat mag niet? letterlijk overnemen van stukken tekst zonder te referen vertalen zonder te refereren Plagiaat versus auteursrecht Definties Van Dale Plagiaat: Het overnemen van stukken, gedachten, redeneringen van anderen en deze laten doorgaan voor eigen werk. Auteursrecht: Het recht van de maker of een eventuele rechtverkrijgende van een werk van literatuur, wetenschap of kunst om te bepalen hoe, waar en wanneer zijn werk wordt openbaar gemaakt of verveelvoudigd. Referen Waarom moet ik refereren? vermijden van plagiaat je lezer(s) toelaten je informatie te beoordelen: komt de informatie van een betrouwbare bron? is de bron correct geïnterpreteerd? Citeren Citeren is het letterlijk overnemen van een (stuk) tekst. Indien je citeert, moet je - de overgenomen tekst tussen aanhalingstekens plaatsen - een verwijzing naar de bron vermelden na het citaat (in een tekst of in een voetnoot) - een referentie naar de bron opnemen in de literatuurlijst Parafraseren Parafraseren betekent een stuk tekst in eigen bewoordingen weergeven zodat het achterliggende idee bewaard blijft. Indien je parafraseert moet je: - een verwijzing naar de bron vermelden na het citaat (in de tekst of in een voetnoot) - een referentie naar de bron opnemen in de literatuurlijst Samenvatten Samenvatten betekent een langer stuk tekst op een beknopte manier in eigen bewoordingen weergeven zodat het achterliggende idee bewaard blijft. Indien je samenvat, moet je: - een verwijzing naar de bron vermelden na het citaat (in een tekst of in een voetnoot) - een referentie naar de bron opnemen in de literatuurlijst Vertalen Vertalen betekent het letterlijk overnemen van een tekst en vertalen naar de eigen taal. Indien je vertaalt, moet je: - eerst het citaat in de oorspronkelijke taal overnemen en tussen aanhalingstekens plaatsen - nadien de letterlijke vertaling van het citaat overnemen - een verwijzing naar de bron vermelden na het citaat (in de tekst of in een voetnoot) - een referentie naar de bron opnemen in de literatuurlijst Kopiëren van afbeeldingen en tabellen Indien je afbeeldingen, tabellen, tekeningen... overneemt, moet je: - een verwijzing naar de bron vermelden na het citaat (in de tekst of in een voetnoot) - een referentie naar de bron opnemen in de literatuurlijst - hou ook rekening met het auteursrecht (zie vorig hoofdstuk)! Wat met algemene feiten? voor feiten die algemeen bekend zijn, hoef je geen referentie te voorzien. Zo hoef je geen referentie naar Pythagoras of Eratosthenes op te nemen wanneer je zegt dat de aarde rond is Referen volgens APA Er zijn veel verschillende manieren om te refereren. Meestal wordt door een instelling gekozen voor één welbepaalde referentiestijl. Hier op de Arteveldehogeschool hanteren we de APA stijl. Referen met MS word Zie extra document