Bestaat het gezin? - Systemische Hulpverlening PDF
Document Details
Uploaded by AppreciativeMoldavite3743
Thomas More Hogeschool
Tags
Summary
This document discusses the concept of family and examines different perspectives, including the sociocultural context, and how families interact. It explores various lenses used to understand the complexity of families and emphasizes a systemic approach to understanding behavior within familial structures for students and professionals.
Full Transcript
H1 -- Bestaat het gezin? ======================== Het gezin --------- "Het gezin" is enorm veelvoudig: - eenouder gezin - nieuw samengesteld gezin - gezin met 2 moeders\.... - "het gezin" is dynamisch, dit kan altijd veranderen Verschillende lenzen om naar gezinnen te kijken. --------...
H1 -- Bestaat het gezin? ======================== Het gezin --------- "Het gezin" is enorm veelvoudig: - eenouder gezin - nieuw samengesteld gezin - gezin met 2 moeders\.... - "het gezin" is dynamisch, dit kan altijd veranderen Verschillende lenzen om naar gezinnen te kijken. ------------------------------------------------ Als je maar één lens hanteert, zie je de complexiteit van gezinnen niet meer ### Context De totale omgeving waarin iets zijn betekenis krijgt. - BV: Een kind gedraagt zich storend in de klas, maar thuis is het rustig. Om de oorzaak te begrijpen, wordt ook thuis gekeken: Het is belangrijk om zowel thuis als op school naar de context te kijken voor een compleet beeld. ### Systeem - meer dan optelsom van de delen: ook: interacties, relaties, - **circulaire beïnvloeding**: vb: sportploegen die samen een hoger niveau halen. Bij systeem horen 3 verschillende lenzen: - **sociologische lens** - Kijken naar grotere maatschappelijke kaders en verbanden - BV: Armoede door lage lonen en hoge kosten veroorzaakt stress in een gezin, wat relaties en kansen van kinderen beïnvloedt - **perspectief van buitenstanders** - Hoe buitenstaanders de familie beleven vanuit hun relatie met hen - **inhoudsaspect:** Denk hierbij aan feitelijke communicatie of handelingen - **betrekkingsaspect:** de relatie en de onderliggende gevoelens of interpretaties die de buitenstaander heeft ten aanzien van het gezin. - Bv: De buurvrouw kan ook voelen dat het gezin afstandelijk is, ondanks vriendelijke woorden. - **de familie zelf** - **Gezinsscript \> familierollen** - Gedeelde verwachtingen binnen het gezin van elkaar. - **Familieverhalen/narratieven** - Verhalen/tradities die in de familie spelen - **correctieve scripts** - gezinsscript dat je zelf wilt aanpassen. - individueel perspectief - Mensen hebben meerdere identiteiten in verschillende contexten: cultuur, - Hoe je zelf naar de familie kijkt. H2 - systemische bril ===================== Systemische hulpverlening ------------------------- **Systemische hulpverlening** = met meerdere mensen spreken, kijken naar contexten. ### Waarom doen we dit?: - Cliënten functioneren in groot aantal sociale systemen. - Verschillende contexten exploreren. ### Waarop moet je letten tijdens systemische hulpverlening?: **[Focus op context en wisselwerkingen]** **Interpunctiestrijd:** ontstaat wanneer mensen dezelfde situatie verschillend interpreteren in termen van oorzaak en gevolg. Ze zien hun eigen gedrag als reactie op dat van de ander, wat tot conflicten kan leiden. Om hiermee om te gaan: - **Contextualiseren:** breng de bredere context in beeld om mensen te helpen hun problemen minder individualistisch te bekijken en effectief aan te pakken. - **Circulaire beïnvloeding**: erkent dat gedrag en gebeurtenissen elkaar wederzijds en continu beïnvloeden, zonder vast startpunt. **[Aandacht voor verschil tussen intentie en effect]** Communicatie theorie Watzlawyck : 5 axions 1. Je kan niet 'niet communiceren'; 2. **Inhouds- en betrekkingsaspect:** 3. **Interpunctieverschil:** andere interpretaties 4. **Digitale (**verbale, feiten, 20%) en **analoge** (non verbale, relaties, 80%) **communicatie;** 5. **Symmetrische of complementaire communicatie** Verschil intentie (wat je bedoelt) en effect (hoe het overkomt): je hebt controle over wat je zegt, maar niet hoe de andere het interpreteert. Daarom is communicatie nooit neutraal. - Daarom hypotheses maken als hulpverlener **[Gericht op feedbackprocessen]** Gedrag geeft informatie en lokt nieuw gedrag uit, wat leidt tot een terugkoppelingslus (feedback loop) van actie en reactie. - Feedback loops laten zien hoe gedrag binnen het systeem niet op zichzelf staat, maar continu invloed heeft op andere onderdelen. Door deze patronen te herkennen en te begrijpen, kun je ingrijpen op een manier die de dynamiek van het hele systeem positief beïnvloedt, in plaats van alleen op individueel gedrag te focussen. **[Belang van relaties en interacties]** In systeemgericht werken kijken we naar relaties tussen mensen en de context waarin ze zich bevinden (**interpersoonlijk gedrag**), in plaats van te focussen op wat er binnen een individu afspeelt (**intrapsychisch**). - **Communicatiepatronen** = terugkerende interacties. - Mensen reageren op elkaar, zij interpreteren en geven betekenis aan elkaars gedrag en reageren op basis van deze betekenis, in een voortdurende uitwisseling. - Kunnen **vicieuze cirkels** worden: onvruchtbare interactiepatronen. - Die in stand gehouden worden door **interpunctie** (ordening van de werkelijkheid) - Kan **interpunctiestrijd** ontstaan: mensen leggen de oorzaak van hun eigen handelen bij het gedrag van de ander = opnieuw **lineair i.p.v. circulair** **[Aandacht voor narratieven van mensen]** In hulpverlening vertellen mensen vaak een **probleemverhaal**. - Verhalen ontstaan door interacties in de leefwereld en beïnvloed worden door maatschappelijke verhalen. **(dominant sociaal discours)** - Systemische hulpverlening probeert deze verhalen te verrijken en biedt alternatieve perspectieven. - **Externaliseren** betekent dat het probleem niet de persoon is, maar iets wat de persoon heeft, waardoor ze afstand nemen van het probleem. **[Meervoudige partijdigheid]** Mensen vertellen, maar vertellen dingen ook niet. Daarom: verschillende stemmen uit de context in beeld brengen: bv. partner, kinderen , innerlijk dialoog.. **[Aandacht voor processen en verandering]** Mensen, relaties en contexten veranderen - Aandacht voor tijd - **Gezinsfasen,** gezinstransities: veranderingen vragen aanpassingen van\ interacties. - Onaangepaste interactiepatronen kunnen leiden tot crisissen. - Nieuwe interacties kunnen problemen verminderen **[Focus op steunbronnen en veerkracht]** focus op sterke kanten en op steunbronnen (netwerk) **Veerkracht:** Het vermogen van systemen/families om zich aan te passen aan veranderende omstandigheden, om te gaan met problemen, ervan te leren\... - Kijken naar wat goed loopt en hoe in verleden problemen werden opgelost, focus op sterke kanten **[Hulpverlening als co-constructie]** - **Co-constructie =** proces waarbij twee of meer mensen samen nieuwe betekenissen, inzichten of oplossingen creëren door hun ervaringen, kennis en perspectieven met elkaar te delen en te combineren - Hypotheses van hulpverleners: perspectieven op de werkelijkheid - Systemische hulpverlening: dialoog om nieuwe perspectieven binnen te brengen H3 -- hulpverlenen, een persoonlijk vak ======================================= De persoon van de hulpverlener en zijn context beïnvloeden de aard van de hulpverlening op verschillende manieren. Dit heeft invloed op: - Competenties en kwetsbaarheden: - Geschiedenis, ervaringen, temperament: - Bewust of onbewust van deze invloed - Nood aan reflectie: Het is belangrijk dat hulpverleners leren reflecteren op deze invloeden en hoe deze hun functioneren in de hulpverlening beïnvloeden. Contexten die een hulpverlener beïnvloeden ------------------------------------------ ### Gezin van oorsprong - **familiegeschiedenis** en -relaties - **rol en posities** als kind - omstandigheden die veerkrachtig maken of belasten - **Gezinsscript** = hoe deed men de dingen? Verwachtingen? - **Gezinsverhaal** = hoe werd over familie en zaken gedacht/gesproken? ### Levenservaring - Empathie van hulpverlener en zijn/haar/hun betekenisgeving aan ervaringen van cliënten hangt samen met eigen negatieve en relationele ervaringen. - Beter contextuele vragen stellen dan eigen mening geven. ### Eigen culturele inbedding - Iedereen heeft eigen cultuur, dit kan botsen met elkaar. ### Opleiding, professie en organisaties Als hulpverlener vorm je 'Rasters' - meer of minder verborgen opvattingen over geestelijke (on)gezondheid, wat wel en niet hoort bij de hulpverlening, hoe problemen al dan niet aangepakt dienen te worden en door wie - **Systemische raster**: kijk naar relaties, context, interactiepatronen, betekenisgeving\... - Botsende rasters zijn mogelijk. Botsingen tussen - **Collegiale rasters** - Rasters zijn veranderlijk ### De samenleving als context - Maatschappelijk beïnvloed: Wat als normaal of gezond wordt gezien, is vaak afhankelijk van maatschappelijke normen en waarden. - Stijgend aantal individuele diagnoses en hulpvragen door veranderende visies op thema's zoals relaties, opvoeding, rouw en genderrollen. - **Maakbaarheidsgedachten**: Er is een groeiend idee dat alles te \"maken\" of te veranderen is, wat hoge verwachtingen creëert van wat hulpverlening en medicatie kunnen bereiken. - Hulpverlener moet omgaan met druk en zich bewust zijn van zijn eigen overtuigingen. ### Interne dialoog De hulpverlener heeft tijdens de hulpverlening, persoonlijke gevoelens, gedachten.., \> Reflecteren voor bewustwording H4 -- zo gaat het niet langer ============================= Wanneer gaan mensen naar hulpverlening? --------------------------------------- **Hulpvragen:** Problemen, probleembenoemingen en bij wie en hoe men hulp vraagt. Dit alles is in de loop van de tijd sterk gewijzigd - Mensen zoeken eerst hulp in hun netwerk, als dit niet meer gaat zetten ze verdere stappen. - Pas nadien zoekt men professionele hulp, vaak toevallig gekozen (op advies van bekenden, huisarts\...) - Meestal gaat hulpverlener uit van individueel perspectief: probleem (geïdentificeerde patiënt), individuele diagnose en individuele oplossing - Systemisch gezien zijn problemen altijd verweven met de relationele context Hulpvragen veranderen door tijd en omgeving. Waar vroeger bepaalde normen en verwachtingen golden, zijn de behoeften nu anders. Daarnaast leiden ideeën over maakbaarheidsgedachten tot meer hulpvragen. Wat zijn mogelijke redenen voor systemische hulpverlening? ---------------------------------------------------------- - Intra familiaal geweld: bij problemen in partner- of gezinsrelatie: best samen oplossen - Bij problemen met grote gevolgen voor familieleden: MS, Parkinson, dementie, kanker, psychische en psychiatrische kwetsbaarheden - Als familieleden of vrienden kunnen bijdragen tot herstel of oplossing. - Omdat goede relaties veerkrachtig maken. H5 - Start van de werkrelatie ============================= Goede werkrelatie tussen hulpverlener en cliënten = belangrijke factor voor het slagen van de hulpverlening. Daarom hou je als hulpverlener rekening met:\ 1. Context van de hulpvraag\ 2. Materiële en fysieke omgeving\ 3. Werkkader\ 4. Ruimte om te spreken De context van de hulpvraag --------------------------- Manier van kennismaking heeft invloed op hulpverlening en werkrelatie - Ook bv. al voorafgaand contact met **verwijzer**, \... Context van de hulpvraag exploreren = belangrijk vanaf de **intake**!\ ⇔ **contextuele blindheid** ### A) Effect van procedures Procedure van aanmelding/uitnodiging beïnvloedt: - Werkrelatie - hoe cliënten denken en voelen over de organisaties en over de hulpverlening - verwachtingen die men heeft van het eerste gesprek De hulpverlener kan optreden als - **Expert** (medisch model, diagnoses) - **Samenwerker** (systeem gericht werken) - **Controleur** (gerecht, politie) ### b) Uitnodiging Aanmelding door cliënt - Hulpverlener: - Doet voorstel over hoe en waar de zorgen best besproken kunnen worden? - Verkent - wie er bij het eerste gesprek zeker bij moet zijn - in dat eerste gesprek wat de betrokkenheid is van elke aanwezige - wat er thuis al verteld is over het eerste gesprek = eerste aanzet tot werkrelatie - Beseft: elke vraag is zelf al een interventie, en dus nooit neutraal! ### c) Betekenis van verwijzing Vaak verwijzing door andere hulpverlener of huisarts, zo kan je gerichter exploreren. - Is cliënt verwezen? Door wie? - Hoe is cliënt verwezen? Beïnvloedt werkrelatie (verwachtingen) - Wat betekent verwijzer en verwijzing voor cliënt? - Soms nuttig de verwijzer uit te nodigen (vaak moeilijk) ### d) Ervaringen met hulpverlening Hulpverleningsgeschiedenis heeft impact op motivatie, verwachtingen, angsten en zorgen van de cliënt - Positieve ervaring: client zal meer moeite doen, is gemotiveerder. - Negatieve ervaring: zal moeilijker verlopen. Materiële en fysieke omgeving ----------------------------- Omgevingsfactoren hebben een invloed op de werkrelatie. Werkkader --------- Transparant werkkader is belangrijk - Zichzelf voorstellen - Uitleg geven over werkwijze - Manier van omgaan in de hulpverlening creëren - Afspraken maken (o.m. rond privacy, contact met verwijzers, stiptheid\...) Ruimte om te spreken -------------------- Bij systemisch werken zijn er meerdere mensen (**meerstemmigheid**) aan het woord, maak ruimte voor: - '**'joinen**" : taal, houding aanpassen aan cliënten - **Dialogische ruimte**: omgeving waarin open, gelijkwaardige en respectvolle communicatie plaatsvindt. - **Feedback** H6 -- in kaart brengen ====================== In kaart brengen = **taxatie of assessment** - Dit doen we om een passende behandeling vinden bij een problematiek. Systemische exploratiedomeinen = zijn "houvasten" ------------------------------------------------- ### Stressfactoren - **Meerstemmige probleemomschrijving:** Er mogen verschillende visies zijn op de problematiek. Er mag ook overeenstemming zijn ### Problemen en aarzelingen - Welke betekenis heeft hulpverlening voor elke betrokkene? - Om welke redenen vraagt men hulp? - Zijn er redenen om te aarzelen? Welke? - Belangrijk om onbevooroordeeld te luisteren ### Relaties en beïnvloedingen - Opzoek gaan naar gemeenschappelijke doelen - Ga opzoek naar interactiepatronen - Verken culturele en maatschappelijke invloeden (**sociale discours)** ### Veerkracht en steunbronnen - Verken ook wat er goed gaat - Relativerend en nuancerend - Zoeken naar steunbronnen, mogelijkheden en veerkracht - Niet enkel in het hier & nu, ook: Hoe hebben jullie in het verleden problemen\ overwonnen? - Wie of wat kan helpen? ### Geprefereerde toekomst Verkent wat cliënten samen willen nastreven door middel van een **'Collaborative helping map'** (gezamenlijk gedragen herstelplan) Deze **geprefereerde toekomst** moet - ruim gedeeld zijn - tot actie aanzetten - betekenisvol zijn - concreet zijn H7- Positionering van de hulpverlener ===================================== Hulpverleners willen helpen: Vanuit systemisch denkkader: expertpositie met adviesverlening onmogelijk Positionering ------------- = een actie die je bewust uitvoert als hulpverlener - **Therapeutic stance**: de algemene benadering en houding van de therapeut in de therapeutische relatie ### Positionering tijdens het samenwerken **Collaboratieve visie =** samenwerkende visie: - Hulpverlenen = samenwerken met cliënten, wederkerig proces 3 positioneringen binnen de collaboratieve visie - **Meerzijdige partijdigheid** - Hulpverlener sluit zich afwisselend aan bij elke cliënt, geen partij kiezen (joinen) - **Niet-weten positie** - Nieuwsgierig willen begrijpen wat cliënten denken en voelen - **Waarderend alliëren** - Je inspannen om je te verbinden met cliënten - Op zoek naar competentie, verbinding, hoop van cliënten ### Wat helpt om positionering vast te houden? - **Triadische positionering** Afbeelding met tekst, Lettertype, schermopname, logo - **Externaliseren** - maak het probleem los van de persoon - Een gemeenschappelijk doel - Focussen op wat cliënten steunt: - **Bufferprocessen, steunfiguren** H8 -- Spreken: met wie? ======================= Setting ------- = Wie wordt er uitgenodigd? Met wie wordt gewerkt, waaraan? - Individu, partners, (delen van) gezinnen **Verschillende settings** - Settingswisselingen kunnen bewust worden ingezet als therapeutisch instrument - Keuze voor bepaalde setting beïnvloedt de werkrelatie **Setting keuze en setting wissel** - Setting keuze - Invloed op hulpverleningsproces - Belangrijke afweging **Setting wisselingen** - Op vraag van hulpverlener of cliënt - Spontaan of overwogen ### Spreken met individuen **Dyadische relatie**: de hulpverlener en cliënt verhouden zich als twee personen tot elkaar. **Redenen voor individuele hulpverlening:** - Dominante westerse waarden: nadruk op autonomie, zelfontplooiing, verantwoordelijkheid, zelfbeschikking en geluk. - Problemen worden vaak als individueel ervaren. - Mensen willen als individu aan relationele problemen werken. - Partner of gezinsleden zijn niet gemotiveerd om deel te nemen aan hulpverlening. **Belangrijk aandachtspunt:** - Houd de mogelijkheid open om relevante relaties en contexten symbolisch aanwezig te stellen, bijvoorbeeld via circulaire vragen. **Contextvisualisatie:** - Gebruik een 'margriet' of contextweb om de contexten van de cliënt te visualiseren: - Identificeer alle relevante contexten - Bekijk welke contexten mogelijk meer aandacht verdienen of juist minder. - Onderzoek hoe de tekening je hypothese over samenhang tussen contexten en problemen beïnvloedt. ### Spreken met paren **Dominante ideeën over relaties:** - Liefde en romantisch ideaal centraal: persoonlijke verantwoordelijkheid om de relatie te doen slagen. Geen relatie wordt vaak gezien als een ''tekort'', maar dit is niet zo - Het dominante model bevat hoge verwachtingen: - Monogame, heteroseksuele relaties. - Gelijkwaardige partners. **Waarom gesprekken met paren?** - Hoge verwachtingen en complexe uitdagingen door verschillen in cultuur, achtergrond en geschiedenis. **Hulpverleningsrelatie in parenbegeleiding:** - **Driehoeksdynamiek (triadische relatie**) waarbij de hulpverlener: - Structureert en begeleidt. - Escalaties helpt stoppen en wisselende coalities in balans brengt. ### Spreken met ouders **Verandering in focus:** - **Vroeger:** Problemen van kinderen werden gezien als gevolg van disfunctioneren binnen het gezin (pedagogisch perspectief). - **Nu:** Hulp richt zich op het ondersteunen van ouders in hun ouderschap. **Dominante ideeën:** - Veel controle en kritiek vanuit de samenleving; ouders worden vaak geblameerd. - Ouders worden geassocieerd met problemen van kinderen, zoals geweld, verwaarlozing en uitdagingen in de puberteit. **Hulpverleningsrelatie:** - **Ouder-begeleidende positie:** uitgangspunt is dat ouders een besef van verantwoordelijkheid hebben. **Aandachtspunten bij gesprekken met ouders:** - Uitdaging voor hulpverleners: - Tegenspraak tussen maatschappelijke verwachtingen van ouderschap en onverantwoord gedrag van ouders. - Wie wordt uitgenodigd? Moeder, vader of beide ouders samen? - Focus op steun: - Ondersteunende contexten en bufferfactoren zoals taakverdeling en steun vanuit de omgeving. ### Spreken met gezinnen **Waarom gezinsgesprekken?** - Elk gezinslid is deel van een verbindend patroon. - Andere hulpbronnen binnen het gezin kunnen worden aangesproken. - Sommige problemen betreffen het hele gezin. - Individuele veerkracht hangt samen met hoe het gezin problemen waarneemt. - De hulpverlener kan direct ingrijpen in gezinsdynamieken. **Hulpverleningsrelatie:** - "Meervoudig inlevend": - Hulpverlener is verantwoordelijk voor het verloop van het gesprek. - Creëren van veiligheid en ruimte voor iedereen. - Stoppen van negatieve escalaties. - Duidelijkheid bieden over verwachtingen, structuur en doelen. **Aandachtspunten bij gezinsgesprekken:** - **Wie is aanwezig?** Het hele gezin of alleen specifieke leden (bijvoorbeeld vader en zoon). - **Generaties en communicatie:** - Aansluiten bij verschillende generaties. - Aanpassen in taalgebruik en systemische interventies (kindvriendelijk) - Rekening houden met gezinsfasen, specifieke taken en stressoren. - **Focus op verandering:** Wat lukt al goed? Wat kan verder verbeterd worden? - Andere contexten buiten het gezin in beschouwing nemen. ### Praten met groepen - Gezinsgroepen, oudergroepen, partnerrelatiegroepen en groepen gericht op individuen. - Groepen voor specifieke problematiek: - Psychiatrische problematiek. - Multiprobleemgezinnen. **Verschillende formats:** - Open of gesloten groepen, variërende duur, met één of meerdere begeleiders. **Voordelen van gemeenschappelijkheid in groepen:** - Vermindering van eenzaamheid. - Mogelijkheid tot uitwisselen van ervaringen. - Lotgenoten kunnen elkaar adviseren en ondersteunen. **Hulpverleningsrelatie in groepsverband:** - De hulpverlener: - Faciliteert de uitwisseling. - Initieert thema's. - Richt zich op mogelijkheden voor onderlinge steun binnen de groep. **Netwerkoverleg:** Bij families met meerdere betrokken hulpverleners wordt overleg georganiseerd om de aanpak te coördineren. H9 - Individuele kwetsbaarheid in context ========================================= Kwetsbaarheden versus stoornissen --------------------------------- De term *mensen met een individuele kwetsbaarheid* is een eufemisme voor *stoornis*. Het gebruik hiervan benadrukt dat de stoornis buiten de persoon ligt: je *bent* de stoornis niet, je *hebt* deze. Hoewel de stoornis een deel van je identiteit vormt, definieert het niet je volledige identiteit. Individuele diagnoses --------------------- - Problemen worden beschouwd als stoornissen of ziekten, met medicatie als behandeling. - Focus ligt op het individu: dossier, diagnose en behandeling gericht op stabilisatie of verbetering van klachten. - **Lineaire verklaringsmodellen** zoeken oorzaken in genetische kwetsbaarheid, hersenen, persoonlijkheid, trauma of veranderde leefomstandigheden. - Hierdoor gaat aandacht verloren voor relaties, steunbronnen, verbindingen en de wisselwerking met de context. - Contextualiseren: bv een recente scheiding, werkstress en een gebrek aan sociaal netwerk. De hulpverlening betrekt deze factoren en richt zich naast medicatie ook op het versterken van relaties en het bieden van praktische steun. - Externaliseren: bv; Het kind wordt bestempeld als \"een agressief kind\". Het lijkt erop dat de boosheid de controle overneemt in sommige situaties." Dit helpt om het gedrag niet te zien als een vast onderdeel van het kind, maar als iets wat beïnvloed kan worden Relationele effecten -------------------- **Psychische kwetsbaarheden beïnvloeden relaties:** - Gedragingen zoals opstandigheid, terugtrekking of extra zorgzaamheid. - Verandering in connectie tussen ouders, broer, zus en ouder-kindrelaties. - Kinderen kunnen schaamte ervaren, steun zoeken of hun ouders proberen te beschermen. **Rol van de systemische hulpverlener:** - Aandacht voor het individu, relationele patronen en de context. - Afwegen wie het beste betrokken kan worden bij de hulpverlening. ### Betrokkenheid onder druk **Kenmerken van aanhoudende problemen:** - Problemen blijven onbesproken om elkaar te sparen, wat leidt tot grotere afstand. - Onbalans in betrokkenheid: onder- of over-betrokkenheid, met mogelijke conflicten - De sfeer raakt verziekt, wat ook invloed heeft op het bredere netwerk. - Stereotiepe patronen ontstaan, zoals altijd zorgend, streng, aanklampend of vermijdend gedrag. - *Duivelse spiralen* ontstaan: onontkoombare patronen van kritiek en afwijzing die een negatieve invloed hebben op betrokkenen en de context. **Systemische hulpverlening:** - Reageert niet beschuldigend, maar richt zich op het herkennen van patronen en bespreekt hun effecten (bijvoorbeeld argwaan tegenover iemand met klachten). ### Polarisering tussen ziek en gezond **Polarisering:** - Splitsing tussen de 'zieke' (geïdentificeerde patiënt) en de 'gezonden'. - Uitspraken op betrekkingsniveau versterken deze splitsing. **Gevolgen:** - De 'zieke' of de omgeving voelt te veel verantwoordelijkheid voor verbetering. - De 'zieke' wordt gezien als het probleem, en het probleemverhaal domineert. - De 'gezonden' voelen de druk om zich sterk te houden. - Waarheidsstrijd ontstaat over schuld, oorzaak, en wie ziek of gezond is. **Oplossing:** - Deze dynamiek verdwijnt naar de achtergrond als een gezamenlijk doel voor gesprekken wordt gevonden. - Dit vereist vertaaltaken en herkadering (bijvoorbeeld autisme herdefiniëren als hoogsensitiviteit). ### Moeilijkheden met de buitenwereld **Gevolgen van moeilijkheden:** - Verlies van sociaal netwerk, werk, inkomen en gezinscohesie leidt tot isolement. - Angst voor veroordeling door de buitenwereld versterkt dit isolement. **Rol van de hulpverlener:** - Verkennen van de relaties van cliënten met de buitenwereld. - Met goedkeuring van de cliënten de buitenwereld betrekken om isolement te doorbreken. Het betrekken van familieleden en partner ----------------------------------------- Mobiele teams, ervaringsdeskundigen, netwerkoverleg, eigen krachtenconferentie \... - emotionele verbondenheid verhoogt veerkracht - anders met elkaar omgaan - beter functioneren - gemeenschappelijk gedragen oplossingen ### Zoeken naar gemeenschappelijkheid - Angst voor escalatie of veroordeling vormt een drempel voor zowel cliënten als hun omgeving. - Het uitnodigen van familie enkel als informant of steunfiguur verandert niets aan de bestaande ordening (interpunctie) en conflicten. - Individuele kwetsbaarheid bemoeilijkt het zien en waarderen van wat goed gaat, zoals verbinding en gemeenschappelijkheid. #### Focus scherp houden - Focus niet op 'individuele problematiek' - Focus wel op gevolgen voor betrokkenen en hun relaties, hun leefwereld, wat wenselijk en haalbaar is - Samen reflecteren op mogelijke oplossingen - Methoden: - Consensusgericht (gezamenlijkheid) systemisch interviewen en interveniëren:\ - Wat is er aan de hand?\ - Wat is er geprobeerd qua oplossingen?\ - Wat moet er nu gebeuren? - Open-dialoogbenadering ### Psycho-educatie systemisch bekeken **Inhoud van psycho-educatie:** - Objectieve informatie over stoornis en prognose. **Systemische aanpak:** - Naast de diagnose aandacht voor betekenis en effecten voor cliënten. - Gebruik taal die aansluit bij de belevingswereld van cliënten. - Bespreek hoe anderen met de situatie omgaan. - Betrek familieleden en partners door te vragen naar hun kennis en ideeën. **Focus:** - Schep een kader waarin de effecten, contexten en relaties centraal staan. - **Externaliseer** problemen: de *ziekte* veroorzaakt problemen, niet de *zieke*. ### Valkuilen **Valkuil:** - Naasten worden uitgenodigd vanwege het vermoeden dat de problemen van de cliënt samenhangen met problemen in de partner- of gezinsrelatie. - Dit werd vroeger theoretisch ondersteund: symptomen werden gezien als een bliksemafleider voor onderhuidse gezinsproblemen, waarbij het oplossen van relationele problemen zou leiden tot het verdwijnen van de individuele problematiek. **Gevaren:** - Ouders/partners kunnen zich beschuldigd voelen. - Hulpverleners kunnen de samenhang niet meer zien en missen andere beïnvloedende factoren. Patronen in de hulpverlening ---------------------------- ### De zuigkracht van symptomen - Symptomen, zoals een diagnose (bijvoorbeeld \"autist\"), en verstoorde relaties kunnen leiden tot contextuele blindheid. - Contextuele blindheid ontstaat doordat de nadruk op symptomen of een stoornis de bredere context, zoals relaties en omgevingsfactoren, overschaduwt. - Dit gaat ten koste van: - Meerzijdige empathie. - De focus op ieders beleving. - Creatief zoeken naar ingangen voor verbetering. ### Alleen nog veerkracht De hulpverlener kijkt voorbij aan beperkingen en begrenzingen, en biedt passende 'hoop'. **Kenmerken van de hulpverlener:** - Ziet zowel mogelijkheden als moeilijkheden. - Formuleert haalbare en concrete doelen, los van persoonlijke overtuigingen. - Laat ruimte voor toekomstige mogelijkheden. ### Parallelprocessen = isomorfie **Isomorfie (parallelprocessen):** - Structurele gelijke patronen ontstaan in verschillende systemen, zoals het gezin en de hulpverlening. - Voorbeeld: In het gezin kan de vader altijd willen begrijpen, terwijl de moeder altijd actie wil ondernemen. In de hulpverlening kan de ene hulpverlener meer willen doen, terwijl de andere afstand wil nemen. **Rol van de hulpverlener:** - Het is belangrijk om deze isomorfe patronen te herkennen en te benoemen om effectief te kunnen helpen. Omgaan met verschillen in teams ------------------------------- - **Verschillende visies (rasters):** Teamleden hebben verschillende perspectieven op individuele kwetsbaarheid, gebaseerd op opleiding, beroep, functie en ervaring. - **Waarheidsgevechten vs. respect:** Het is belangrijk om respect te hebben voor elkaars deskundigheid in plaats van in waarheidsgevechten verwikkeld te raken. - **Focus op wat helpt:** Richt je op wat voor cliënten en betrokkenen daadwerkelijk behulpzaam is. - **Systemische benadering:** De focus ligt op de wisselwerking tussen individuele kwetsbaarheid en de context/relaties. - **Samenwerking:** Verschillende benaderingen kunnen gezamenlijk nuttig zijn. H10 - Meervoudige complexe problematiek ======================================= - Hulpverleners ervaren druk door crises, veel instanties en hun eigen machteloosheid, wat leidt tot zwaardere interventies. - De vraag naar veiligheid is belangrijk, en hulpverleners worden vaak verantwoordelijk gesteld, met risico op juridische aansprakelijkheid. - Dit vergroot de angst bij hulpverleners, wat kan leiden tot strengere controle, protocollen en risicotaxaties, wat typisch is voor de **indekmaatschappij** (maatschappij die sterk gefocust is op risico's en controle). - Dit kan de samenwerking tussen hulpverleners en families onder druk zetten, soms zelfs resulterend in uithuisplaatsing van kinderen. - Het taboe op falend ouderschap staat tegenover het gezamenlijk zoeken naar manieren om meer veiligheid en geborgenheid te creëren. - Vroeger: **Multi probleemgezinnen** = stigma - Beter: **Multi gestresseerd**: verslaving, geldproblemen, opvoedingsproblemen (geweld, verwaarlozing, grensoverschrijdend gedrag), armoede, uitsluiting\... Positionering hulpverlener -------------------------- Hulpverlener verduidelijkt: - Beschadigend gedrag is niet aanvaardbaar, - Intentie om samen te werken met de familieleden om veiligheid te verhogen **(waarderend alliëren)** - Voorkomen destructief gedrag = gemeenschappelijk doel en geen verplichting opgelegd door hulpverlener - Samenwerken en ondersteunen i.p.v. veroordelen en controleren - Ruimte maken voor het uiten van zorgen Hoe veilig is de situatie en hoe werk ik aan meer veiligheid? ------------------------------------------------------------- - **Meldpunten en risicotaxatie:** Meldpunten voor familiaal geweld en centra voor slachtofferhulp kunnen ondersteunen. Risicotaxatielijsten werken het beste in samenwerking met families en hun netwerk. ### Voorbeelden om (on)veiligheid in kaart te brengen: **Escalaties langzaam exploreren:** - Onderzoek stap voor stap wie wat deed, voelde en dacht om de relationele complexiteit te begrijpen. - Focus op verlangens, angsten en gedragswisselwerkingen in plaats van een dader-slachtoffer benadering. - Bevorder wederzijdse empathie en gebruik circulaire vragen om afwezige personen symbolisch aanwezig te stellen. **Veiligheidslandkaarten en veiligheidsplan opstellen:** - Maak samen met cliënten een kaart met hun doelen (bijv. rust en veiligheid) en de routes om deze te bereiken (bijv. time-out nemen, vrienden bellen). - Bespreek de relationele effecten van deze acties en wat al goed gaat. **Signs of Safety:** - Breng de situatie in kaart, bijvoorbeeld met een genogram. - Identificeer wat goed gaat en welke zorgen er zijn (veiligheid). - Overweeg wat er gebeurt als de situatie niet verandert en onveiliger wordt. - Beoordeel de veiligheid op een schaal van 0-10. - Stel korte-termijndoelen en bepaal concrete stappen (bijv. kinderen tijdelijk uit huis plaatsen). - Maak een veiligheidsplan en voer evaluaties en bijsturingen uit. **Geweldloos Verzet (NVR):** - Ouders worden ondersteund in het versterken van hun positie als aanwezige, verbindende ouders met gezag. - Dit wordt ook toegepast in gedwongen hulpverlening. Wie betrek ik bij de hulpverlening? ----------------------------------- - **Breder netwerk:** Betrek een breder netwerk als cliënten dit zinvol vinden. Dit kan vertrouwensfiguren, ouders (inhoudelijk of juridisch), en kinderen (indien mogelijk) omvatten. - **Sociaal netwerk:** Het sociale netwerk heeft vaak meer invloed dan de hulpverlener, dus samenwerken met **vertrouwensfiguren** vergroot de kans op succes. - **Overleg met cliënten:** Betrek cliënten zoveel mogelijk in het proces, met name ouders, en indien mogelijk ook kinderen. - **Bij kinderen:** Betrek bijvoorbeeld de school als vertrouwensfiguur. - **Eigen krachten-conferenties:** Deze kunnen nuttig zijn voor het inschakelen van het bredere netwerk. - **Afstemming tussen hulpverleners:** Verschillende hulpverleners moeten goed op elkaar worden afgestemd om effectief te kunnen samenwerken, ondanks verschillen in procedures en perspectieven. - **'Eén gezin, één plan':** Dit houdt in dat de hulpverlener die het dichtst bij het gezin staat, de coördinatie en het gezamenlijke plan leidt, samen met alle betrokkenen in een **rondetafelconferentie**. Hoe blijf ik reflectief? ------------------------ - Hulpverleners kunnen moeilijk reflecteren wanneer ze te maken hebben met meervoudige stress, machteloosheid of frustratie. - Het is belangrijk om ruimte te creëren voor vertraging, reflectie en uitstel van reacties. - Voorbereiden en uitvoeren van sessies samen met collega\'s kan helpen. - Co-creativiteit en teamwork zijn essentieel, evenals aandacht voor parallelprocessen binnen teams.