Burgerlijk recht (11 141024) PDF
Document Details
Uploaded by Deleted User
Tags
Summary
This document covers basic concepts of Dutch civil law, including property, rights, obligations, contracts, and torts. It provides an outline of the topics and relevant subtopics, ideal for learning or revision purposes.
Full Transcript
Burgerlijk recht Basisbegrippen........................................................................................................ 3 Het vermogen....................................................................................................... 3 Vermogensrechten...........................
Burgerlijk recht Basisbegrippen........................................................................................................ 3 Het vermogen....................................................................................................... 3 Vermogensrechten............................................................................................... 4 Zakelijke rechten............................................................................................... 5 Persoonlijke rechten.......................................................................................... 7 Intellectuele rechten.......................................................................................... 8 Extrapatrimoniale rechten..................................................................................... 9 Verbintenissen...................................................................................................... 10 Begrip verbintenis............................................................................................... 10 Bronnen van verbintenissen................................................................................ 13 Modaliteiten van verbintenissen.......................................................................... 16 Tenietgaan van verbintenissen............................................................................. 20 Overeenkomsten................................................................................................... 24 Totstandkoming van overeenkomsten.................................................................. 24 Gevolgen van overeenkomsten............................................................................ 33 Nakoming van overeenkomsten........................................................................... 36 Nakoming van overeenkomsten - Overzicht....................................................... 36 Nakoming van overeenkomsten – Wanprestatie................................................. 36 Nakoming van overeenkomsten – Sancties........................................................ 38 Nakoming van overeenkomsten – Verweermiddelen.......................................... 39 Beëindiging van overeenkomsten......................................................................... 41 Onrechtmatige daad.............................................................................................. 46 Situering............................................................................................................ 46 Aansprakelijkheid voor eigen foutieve daad.......................................................... 48 Fout................................................................................................................ 48 Oorzakelijk verband, schade en herstel............................................................. 51 Kwalitatieve aansprakelijkheid............................................................................. 53 Samenloop van contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid.................. 58 Zekerheden........................................................................................................... 61 Vermogen als verhaalsobject............................................................................... 61 Wat vormt verhaalsobject van schuldeisers?........................................................ 62 Gelijkheid van schuldeisers................................................................................. 64 Voorbeeldvraag examen......................................................................................... 70 Antwoorden voorbeeldvraag examen...................................................................... 71 2 Burgerlijk recht Ekonomika-cursus Boek II Ekonomika- cursus Boek II -> hfts 3 niet en 5 beperkt te kennen Basisbegrippen Het ondernemingsrecht gaat verder op het burgerlijk recht, het is dus essentieel om eerst het burgerlijk recht te leren. Een wetboek is ook een wet. -> wet in formele zin EVRM Het vermogen Begrippen Vermogen: de totaliteit van de goederen die aan een persoon toebehoren Goederen kunnen zowel rechten als plichten zijn. Goederen: alle in geld waardeerbare rechten en plichten Vermogenstriptiek 1. Alleen personen -> rechtssubjecten Dieren kunnen geen vermogen hebben. Hoe dan wel? Je kunt een stichting oprichten voor je huisdier. Dan gaat toch al het geld naar je huisdier. 2. Elke persoon Maar, niet elke persoon is vermogend. 3 3. Slechts één vermogen Je staat met je volledige vermogen in voor je schulden. Je kunt je vermogen niet opsplitsen. Wat kan je doen om te vermijden dat schuldeisers aan je persoonlijke bezittingen komen? Je richt een vennootschap op met een eigen vermogen -> Je hebt eigenlijk 2 personen Vermogen als verhaalsobject Vermogensrechten Begrip in geld waardeerbare rechten uit een vermogen Kenmerken economische waarde geen uitdoving bij overlijden verhandelbaar Categorieën 1. zakelijke rechten 2. persoonlijke rechten of vorderingsrechten 3. intellectuele rechten 4. Economische waarde 4 Zakelijke rechten -> een rechtstreekse aanspraak van een persoon op een zaak Begrip op een bepaalde zaak/ bepaald goed verhouding tussen rechtssubject en rechtsobject onderscheid tussen (on)roerende goederen Publiciteitssysteem voor onroerende goederen -> bewijzen dat een goed van jou is. Rechtstak: zaken- of goederenrecht Kenmerken numerus clausus-beginsel: beperkt aantal Alleen die zakelijke rechten bestaan die door de wet zijn erkend. Alleen door de wet erkende zakelijke rechten kunnen zakelijke werking hebben en partijen kunnen geen nieuwe zakelijke rechten creëren. Rechtstreekse heerschappij over een goed U bepaalt wat ermee gebeurt werking erga omnes (tegenstelbaar aan iedereen) => publiciteitsvereisten Je mag niks afpakken. Tegenstelbaarheid: Derden moeten rekening houden met het bestaan en met de gevolgen van een contract voor de partijen bij dat contract. De keerzijde van deze medaille is dat de derde het bestaan én de gevolgen van dat contract voor de partijen bij dat contract ook zal kunnen inroepen in zijn voordeel. 5 volgrecht Zakelijke rechten zijn tegenwerpelijk – d.i. kunnen worden ingeroepen – tegen de derde-verkrijger van het goed waarop deze zakelijke rechten zijn gevestigd. Ook als de zaak in handen is van iemand anders. Bij diefstal -> teruggaven eisen Bescherming: ten derde te goeder trouw Voorbeelden eigendomsrecht Eigendom is niet hetzelfde als bezit! 3 bevoegdheden: recht op gebruik, genot1, beschikking2 speciale vorm: mede-eigendom Samen een goed in eigendom hebben. vruchtgebruik Afsplitsing van het eigendomsrecht twee bevoegdheden: recht op gebruik en genot beschikkingsrecht bij de blote of naakte eigenaar3 -> de rechten van vruchtgebruiker en blote eigenaar zijn complementair: samen vormen ze het eigendomsrecht Voorbeeld: vruchtgebruik langstlevende echtgenoot4 1 Men mag de opbrengsten van de zaak innen. 2 Materiële handelingen die de kapitaalwaarde van een goed aantasten en rechtshandelingen waarmee zakelijke rechten worden toegestaan op een goed ten voordele van een derde. 3 Dit is iemand die de eigendom van een goed heeft, maar niet het gebruiksrecht ervan. In het geval van een huis betekent dit bijvoorbeeld dat de blote eigenaar de eigendom bezit, maar niet het recht heeft om in het huis te wonen of het te verhuren. 4 Dit betekent dat wanneer één van de echtgenoten overlijdt, de langstlevende echtgenoot het recht krijgt om bepaalde goederen van de overledene te gebruiken of inkomsten daaruit te ontvangen, zonder dat hij/zij de volledige eigenaar wordt. 6 erfdienstbaarheid Het ene erf moet dienstbaar zijn voor het andere erf. Hoe? Afspraak via contract, verjaring, de wet,... Blijft ook na verkoop van het erf. lijdend en heersend erf Een last op een onroerend goed (het lijdend erf) tot gebruik en tot nut van andermans onroerend goed (het heersend erf). Voorbeeld: ingesloten erf5 Persoonlijke rechten Begrip recht t.a.v. een persoon bepaalde prestatie Recht hebben om te eisen dat iemand iets doet of iets niet doet. verhouding tussen twee rechtssubjecten Rechtstak: verbintenissenrecht Persoonlijke rechten vallen onder het verbintenissenrecht, dat regelt hoe verplichtingen ontstaan tussen partijen. 5 De persoon zal moeten dulden dat de eigenaar van het heersende erf een bepaald gebruik maakt van het lijdende erf (vb. het erf gebruikt om toegang te krijgen tot een openbare weg). 7 Kenmerken wilsautonomie: onbeperkt aantal Je mag zoveel nieuwe dingen bedenken als je wil. aanspraak op een andere persoon Het springt niet over op een andere persoon, tenzij iemand het over neemt. Het recht geldt alleen tussen de betrokken partijen. relatief Gelden enkel tussen de contractspartijen. Anderen zijn hier niet door gebonden. geen volgrecht Persoonlijke rechten kunnen niet mee overgaan met goederen. Voorbeelden: de meeste overeenkomsten die je tekent Intellectuele rechten (Zie later bij ondernemingsrecht) Begrip recht op een idee, op een creatie van de menselijke geest bv. auteursrecht, octrooi Voorbeeld nota’s verkopen: auteursrecht masterscriptie: auteursrecht/ plagiaat uitvinding: octrooi of patent 8 Extrapatrimoniale rechten Kenmerken rechten zonder economische waarde wel uitdoving bij overlijden niet verhandelbaar Categorieën Persoonlijkheidsrechten - Recht op afbeelding Uitzondering: publieke functie, anoniem,... - Recht op privacy Niet hetzelfde als persoonlijke rechten! Familierechten - Recht om te trouwen - Recht om te scheiden - Een kind erkennen 9 Verbintenissen Begrip verbintenis Een verbintenis is een op het objectieve recht gesteunde rechtsband tussen twee of meer personen die aan één of meer personen een aanspraak of vorderingsrecht verleent op een prestatie vanwege één of meer andere personen. 1. Rechtsband/ rechtsverhouding: juridisch afdwingbare verbintenis Als het niet nagekomen wordt dan mag je naar de rechtbank stappen. >< zuiver morele verbintenis6 >< natuurlijke verbintenis7 Niet juridisch afdwingbaar, maar als je het spontaan gedaan hebt kun je het niet terugvragen. Vb: een verjaard factuur dat je toch betaald hebt 2. Persoonlijk recht Schuldeiser = crediteur Schuldvordering: het recht dat ontstaat Schuldenaar = debiteur Schuld: de plicht die ontstaat 6 Een verplichting gebaseerd op persoonlijke ethiek en geweten, zonder juridische afdwingbaarheid. Het komt voort uit een innerlijk gevoel van wat juist is, niet uit wettelijke verplichtingen. 7 Een verplichting die moreel of maatschappelijk als bindend wordt ervaren, maar juridisch niet afdwingbaar is. Als deze wordt nagekomen, kan het niet worden teruggevorderd, omdat de voldoening van de verbintenis als geldig wordt beschouwd. 10 3. Voorwerp van de verbintenis De prestatie waarop de verbintenis slaat, is in principe in geld waardeerbaar en in rechte afdwingbaar. Klassieke opdeling: Naargelang wat het voorwerp is. verbintenis om iets te doen Het leveren van een bepaalde prestatie. verbintenis om iets niet te doen Verplicht de schuldenaar tot het niet-stellen van een bepaalde gedraging. verbintenis om iets te geven De overdracht van een zakelijk recht op een bepaald (on)roerend goed. Moderne opdeling: Naargelang hoe. Resultaatsverbintenis Je moet het resultaat bereiken, anders ben je aansprakelijk. Het verplicht de schuldenaar om een bepaald resultaat te bereiken. Aansprakelijkheid van de schuldenaar: De schuldenaar is principieel aansprakelijk indien het beloofde resultaat niet werd behaald en zal de schuldenaar moeten bewijzen dat hem daarvoor geen schuld treft. m.a.w. de schuldenaar moet laten zien dat het mislukken niet zijn schuld is om aansprakelijkheid te voorkomen. Uitweg: overmacht 11 Inspanningsverbintenis Je moet de inspanningen doen die van u verwacht wordt, maar het kan zijn dat je het resultaat niet bereikt. Het verplicht de schuldenaar ertoe om de nodige inspanningen te leveren met het op het te behalen resultaat. -> Veel moeilijker om een wanprestatie te bewijzen. Vanaf wanneer heb je niet genoeg inspanning gedaan? Aansprakelijkheid van de schuldenaar: De schuldenaar is slechts aansprakelijk indien hij onvoldoende inspanningen leverde om het beoogde resultaat te behalen. De schuldeiser zal dan ook moeten aantonen dat de schuldenaar onvoldoende inspanningen leverde. Vb: dokter die iemand probeert te genezen voorbeeld: De kopman van een wielerploeg moet zich tijdig aanmelden aan de start van de wedstrijd, met al het nodige materiaal (resultaatsverbintenis). Hij moet zijn best doen om een zo goed mogelijke uitslag te behalen (inspanningsverbintenis). De advocaat dient tijdig hoger beroep aan te tekenen tegen een vonnis (resultaatsverbintenis). De advocaat dient te pleiten of te onderhandelen voor zijn cliënt (inspanningsverbintenis). 12 Bronnen van verbintenissen Verbintenissen komen voort uit uiteenlopende bronnen. Ze kunnen voortvloeien uit rechtshandelingen (zowel overeenkomsten als eenzijdige rechtshandelingen) en uit rechtsfeiten in de strikte zin (waaronder de onrechtmatige daad). De wet of de rechtspraak knoopt aan deze rechtshandelingen of aan andere menselijke gedragingen rechtsgevolgen vast. 1. Rechtshandeling Meerzijdig: 2 wilsuitingen Rechtshandelingen die de wilsuiting van meer dan één persoon vragen. Eenzijdig: 1 wilsuiting Rechtshandelingen die de wilsuiting van slechts één persoon vereisen. vb: kat is kwijt en je hangt een affiche met een beloning voor degene die je kat kan terugbrengen. -> ja kan op dit geldbedrag niet terugkomen als er eenmaal iemand met je kat terug is gekomen 2. Onrechtmatige daad Geen rechtshandeling, maar een rechtsfeit (vroeger: artikel 1382 -> zeer bekende uitspraak, nu: artikel 6.162) De schade die ontstaat door bijvoorbeeld een fout of onzorgvuldig handelen is niet het resultaat van een bewuste juridische handeling, maar van een feitelijke gebeurtenis die onrechtmatig is tegenover een ander. SE = schadelijder (slachtoffer) SA = schadeverwekker (dader) 13 3. Oneigenlijke contracten Rechtsfeit Geen fout. Ze ontstaan door een feitelijke gebeurtenis die juridische gevolgen heeft, maar zonder dat er sprake is van een traditionele rechtshandeling. Drie soorten: zaakwaarneming, Een rechtsfeit waarbij iemand zonder verplichting handelt in het belang van een ander. Dit kan bijvoorbeeld het beheren van goederen zijn. De zaakwaarnemer kan recht hebben op een vergoeding voor gemaakte kosten, ook al is er geen contract. Vb: buren zijn lang weg en niet bereikbaar, maar er is schade aan het huis en je laat dit repareren. De buren hebben dit niet gevraag, maar ze zullen u moeten vergoeden. onverschuldigde betaling, Een rechtsfeit waarbij iemand per ongeluk een betaling doet die niet verschuldigd is. De ontvanger moet het bedrag terugbetalen, omdat de betaling zonder recht of grondslag heeft plaatsgevonden. ongerechtvaardigde verrijking Een rechtsfeit waarbij iemand zonder rechtsgrond onterecht wordt bevoordeeld ten koste van een ander. De verrijkte persoon is verplicht de waarde van de verrijking terug te geven of te compenseren, omdat deze verrijking als onrechtmatig wordt beschouwd. Vb: familielid moet zorgen voor een kind omdat de ouders dit niet kunnen door omstandigheden. Het familielid krijgt een vergoeding. 14 15 Modaliteiten van verbintenissen Niet enkel verbintenis behelst8 een dadelijk opeisbare prestatie. Of er moet gepresteerd worden of niet, kan aan een onzekere gebeurtenis of aan een bepaalde termijn gekoppeld zijn. Voorwaardelijke verbintenissen: toekomstige en onzekere gebeurtenis waarvan de uitwerking of het tenietgaan9 van een verbintenis afhangt. Opschortende voorwaarde Als het uitwerking krijgen van de verbintenis afhangt van de realisatie van de voorwaarde. Er bestaat dan reeds een verbintenis, maar deze krijgt nog geen uitwerking. Vb: een koopovereenkomst van een onroerend goed die bepaalt dat de koop enkel tot stand komt indien er een bouwkundige vergunning wordt bekomen. Zolang de opschortende voorwaarde niet is verwezenlijkt, heeft de verbintenis die ervan afhangt geen uitwerking. Ontbindende voorwaarde Als de verbintenis tenietgaat bij de realisatie van de voorwaarde. Vb: een sponsoringsovereenkomst die ontbonden wordt indien de sportbeoefenaar op doping wordt betrapt. De verbintenis onder ontbindende voorwaarde heeft onmiddellijke uitwerking en moet uitgevoerd worden, zolang de voorwaarde niet gerealiseerd wordt. Indien de ontbindende voorwaarde zich realiseert, gebeurt dit met terugwerkende kracht tot de dag waarop de verbintenis werd aangegaan. Potestatieve (zuiver of gemengde) voorwaarde Gaan we niet verder op in. 8 'betrekking hebben op', 'als thema of onderwerp hebben', 'omvatten', 'inhouden' 9 Het beëindigen of verdwijnen van een recht, verplichting of verbintenis. 16 Een verbintenis die afhangt van een onmogelijke of ongeoorloofde voorwaarde is nietig. Onmogelijk: niet-realiseerbare voorwaarden Ongeoorloofde voorwaarde: een voorwaarde die maar gerealiseerd kan worden mits een inbreuk wordt begaan op wetten die de openbare orde of de goede zeden betreffen. Verbintenissen met tijdsbepaling: toekomstige en zekere gebeurtenis Moet geen vaste datum aan verbonden zijn. Zowel de opeisbaarheid als het tenietgaan van een verbintenis kunnen aan een termijn gekoppeld worden. De termijn kan opschortend of uitdovend zijn: Opschortend: Doet het recht ontstaan, maar is niet opeisbaar voor de datum of de gebeurtenis er is. De schuldenaar kan het voordeel van een opschortende termijn verliezen, indien hij de zekerheden waarover de schuldeiser beschikt door zijn toedoen vermindert of indien hij failliet gaat. Uitdovend: De realisatie van de uitdovende termijn doet de overeenkomst tenietgaan. Vb: een lening waarbij de verbintenissen van de kredietnemer om het ontleende bedrag terug te betalen aan opschortende termijnen worden gekoppeld. Verbintenissen met meerdere schuldenaars Het uitgangspunt is dat een verbintenis één schuldenaar aan één schuldeiser bindt. Het is echter ook mogelijk dat een verbintenis meerdere schuldenaar verbindt of dat er meerdere schuldeisers zijn. 17 Regel: deelbaarheid Is er maar één schuldeiser of schuldenaar dan geldt als regel wat deze verschuldigd is, ondeelbaar is. De schuldeiser mag eisen dat de volledige prestatie wordt geleverd. Wanneer er meerdere schuldenaars of schuldeisers zijn, geldt een tegenovergestelde algemene regel: de verdeling van de prestatie. Uitzonderingen: Hoofdelijkheid/ in solidum aansprakelijkheid Een verbintenis is hoofdelijk wanneer ze meerdere subjecten (schuldenaars/schuldeisers) omvat die tot het geheel gehouden respectievelijk gerechtigd zijn. Passieve hoofdelijkheid: De schuldeiser kan aan 1 iemand het bedrag betalen. Deze moet dan maar onderling met de andere (medeschuldenaren) regelen om (al dan niet) een terugbetaling te ontvangen. Als de andere dit niet kunnen betalen dan is dat pech. Bij ondernemingen is het normaal gezien passieve hoofdelijkheid. De schuldeiser van elk van de verschillende schuldenaars kan de nakoming van de volledige prestatie vorderen, die allen samen aan hem verschuldigd zijn. Als één schuldenaar betaalt, zijn allen bevrijd. De schuldenaar die betaalde kan regres10 op zijn medeschuldenaars uitoefenen in de mate van ieders gehoudenheid. Bij passieve hoofdelijkheid wordt het risico van insolvabiliteit van een schuldenaar dus afgewenteld op andere schuldenaars. 10 Het recht van een schuldeiser of betaler om het betaalde bedrag terug te vorderen van een andere partij die in feite verantwoordelijk is voor de schuld. 18 De hoofdelijkheid gaat niet over op de erfgenomen van de schuldenaar. Wanneer de zaak die het voorwerp uitmaakt van de prestatie, door de fout van een hoofdelijke schuldenaar, tenietgaat, zijn de overige medeschuldenaars niet bevrijd.11 Actieve hoofdelijkheid: Verscheidene schuldeisers kunnen vanwege één schuldenaar de nakoming van de volledige verbintenis vorderen, zodat, indien één schuldeiser de volledige prestatie ontving, de schuldenaar tegenover allen bevrijd is. Vb: een bankrekening op naam van echtgenoten waarbij elk van hen over het tegoed op de rekeing kan beschikken en de bank moet betalen aan diegene onder hen die het tegoed opvraagt. [Ondeelbaarheid] Gaan we niet verder op in. [Verbintenissen met meerdere schuldeisers] Gaan we niet verder op in. 11 M.a.w. Wanneer meerdere personen samen verantwoordelijk zijn voor een schuld (hoofdelijke schuldenaars), betekent dit dat elke schuldenaar volledig aansprakelijk is voor het geheel. Als een van hen iets kapotmaakt of verliest door een fout, heeft dat gevolgen voor de hele groep. De overige schuldenaars worden niet ontslagen van hun verplichtingen. Dit betekent dat zij nog steeds moeten betalen, ook al is de schade veroorzaakt door de fout van één persoon. 19 Tenietgaan van verbintenissen Overeenkomsten vormen een zeer belangrijke vorm van verbintenissen en kennen specifieke vormen van beëindiging. Wanneer de overeenkomst wordt beëindigd, droogt meteen ook de bron zelf van de contractuele verbintenissen op. Betaling/ nakoming De normale manier waarop een verbintenis tenietgaat, is door betaling of nakoming. Gebeurt dit niet dan kan de schuldeiser betaling door de schuldenaar wel in rechte afdwingen. - De schuldeiser stelt de schuldenaar in gebreke. De schuldenaar wordt aangemaand om zijn verplichtingen na te komen. - Indien geen reactie van de schuldenaar: uitvoerbare titel12 De schuldeiser kan proberen om een vonnis te bekomen waarin de schuldenaar wordt veroordeeld tot het uitvoeren van de verbintenis. - Indien geen nakoming: de schuldeiser zal dwanguitvoering van de uitvoerbare titel nastreven. Hiervoor moet deze een beroep doen op de dwangmiddelen die de overheid ter beschikking stelt. Maatregelen die toelaten dwanguitvoering in natura13 te bekomen: - Als er sprake was van een verbintenis tot betaling van een geldsom, dan zal de gedwongen uitvoering kunnen gebeuren door beslag te leggen op goederen die aan de schuldenaar toebehoren. - Als er sprake was van een verbintenis om een bepaald goed te leveren, dan kan de rechter afgifte van die zaak bevelen. - Als er sprake was ven een verbintenis om iets te doen, kan de rechter de schuldeiser de bevoegdheid geven om de prestatie te laten verrichten door een derde op kosten van de debiteur. 12 De benaming voor een akte opgesteld door een openbaar ambtenaar en die toelaat om een andere partij te dwingen iets te doen of te laten. 13 Een schuldeiser kan eisen dat een schuldenaar precies datgene levert of doet wat was beloofd in het contract, in plaats van bijvoorbeeld een schadevergoeding te betalen. 20 Schuldvergelijking/ compensatie Het is een rechtsfiguur die met zich meebrengt dat wanneer twee personen elkaars wederzijdse schuldenaars zijn, beide schulden onder bepaalde voorwaarden tenietgaan ten belope van het laagste bedrag. Wat? Een wettelijke schuldvergelijking heeft plaats uit kracht van de wet, zelfs buiten het weten van de schuldenaars. Voorwaarden opdat er sprake zou zijn van schuldvergelijking van rechtswege zijn dat het gaat om: wederzijdse schuldvorderingen tussen dezelfde personen die zich in eigen naam hebben verbonden Vb: Er zal geen sprake zijn van schuldvergelijking tussen de schuldvordering die een persoon heeft op een vennoot en de schuldvordering die de vennootschap heeft op die persoon. Vennoot en vennootschap zijn immers niet gelijk. beide schulden doven uit ten belope van het laagste bedrag -> belangrijk bij faillissementen (zie later) Vb: Persoon A moet 200 euro geven aan persoon B en persoon B moet 50 euro geven aan persoon A. Persoon A geeft 150 euro aan persoon B en het is geregeld. 21 Voorwaarden geldsom of zekere hoeveelheid vervangbare voorwerpen zelfde soort zekere en opeisbare schuldvorderingen Schuldvergelijking zal niet mogelijk zijn bij schulden onder termijn of onder voorwaarde. effen schuldvordering De schuld moet zeker zijn. Er mag geen serieuze betwisting over bestaan. Het bedrag moet bepaald zijn of eenvoudig bepaalbaar zijn. Functies Betalingsgemak Schuldvergelijking biedt betalingsgemak, omdat partijen hun schulden eenvoudig kunnen verrekenen zonder daadwerkelijk geld over te maken. Als twee partijen elkaar bedragen verschuldigd zijn, kunnen ze die bedragen tegen elkaar wegstrepen, waardoor er uiteindelijk minder transacties nodig zijn. Dit bespaart tijd en vermindert de administratieve last. zekerheidsfunctie (bij insolvabiliteit van tegenpartij) De zekerheidsfunctie speelt een rol wanneer één van de partijen in financiële problemen verkeert of dreigt insolvent te raken. Door schuldvergelijking kan een partij in zo'n geval haar eigen schuld verminderen door deze af te trekken van wat de andere partij verschuldigd is. Dit biedt bescherming, want mocht de tegenpartij failliet gaan, dan hoeft de schuldeiser minder risico te lopen en wordt het eigen verlies beperkt. 22 Bevrijdende verjaring: Doel verjaring: maatschappelijke rust, je moet niet alles bijhouden (geen enorm archief nodig van documenten van lang geleden) verloop van tijd leidt tot bevrijding Bij bevrijdende verjaring blijft de schuld wel bestaan maar is deze niet meer opeisbaar in rechte. er is ook “verkrijgende verjaring”, bv. wanneer goed verkregen wordt van niet-eigenaar Algemene termijnen De procedure moet gestart zijn binnen de vernoemde periode. (Binnen deze periode is het niet noodzakelijk dat de situatie is afgerond). [Zakelijke rechtsvorderingen: 30 jaar] Persoonlijke rechtsvorderingen: 10 jaar Uitzondering buitencontractuele aansprakelijkheid: 5 jaar vanaf kennis schade Verjaart na 5 jaar na kennisname door de benadeelde van de schade of van de verzwaring erven en van de identiteit van de daarvoor aansprakelijke persoon. maximum 20 jaar vanaf schadeverwekkend feit Waarom hier 20 jaar? Contracten kun je opvolgen. Zonder contracten is het moeilijk om het gevaar te zien aankomen. Bijzondere (korte) termijnen Bijv 5 jaar: huurgelden, intresten op leningen [Schuldvernieuwing] [Schuldvermenging] Gaan we niet verder op in. 23 Overeenkomsten Totstandkoming van overeenkomsten Overeenkomst = een meerzijdige rechtshandeling die op een wilsovereenstemming berust en waarbij één of meer partijen jegens één of meer andere partijen, dan wel wederzijds, juridisch bindende verbintenissen aangaan. Verloop Precontractuele fase Onderhandelingsvrijheid, nog geen contractuele gebondenheid/aansprakelijkheid Contractsvrijheid: De partijen zijn vrij om – binnen de perken van de wet – de inhoud van hun overeenkomsten te bepalen. grens: precontractuele aansprakelijkheid foutief afbreken van onderhandelingen of schending informatieplicht Aanbod14 Alle essentiële en substantiële bestanddelen -> als deze niet aanwezig zijn is het geen aanbod, maar een voorstel Essentiële bestanddelen: De elementen die er moeten zijn opdat de overeenkomst zou kunnen tot stand komen. Substantiële bestanddelen: De elementen die objectief gezien weliswaar niet verhinderen dat de overeenkomst tot stand komt, maar waaraan partijen een doorslaggevend belang hechten. Als een partij duidelijk aangeeft dat over een element nog moet worden onderhandeld, moet dit als substantieel element worden beschouwd. 14 Een eenzijdige wilsuiting (door 1 van de partijen). 24 De partij maakt kenbaar dat zij wil contracteren en zij preciseert ook waarover en aan welke voorwaarden het contract voldoet. De meeste overeenkomsten zijn toetredingscontracten met standaardbedingen.15 Vaste wil om gebonden te zijn -> als deze niet aanwezig zijn is het geen aanbod, maar een voorstel De aanbieder moet de bedoeling hebben in geval van aanvaarding gebonden te zijn door de overeenkomst. Bindend zodra het de tegenpartij bereikt heeft Een aanbod is bindend voor de aanbieder. Hij kan dit niet wijzigen, noch intrekken zodra het de bestemmeling heeft bereikt. Aanvaarding Zonder aanvullingen, beperkingen of andere wijzigingen van essentiële of substantiële bestanddelen Aanvaarding = een eenzijdige rechtshandeling waarbij degene tot wie het aanbod werd gericht het volledige aanbod – zonder voorbehoud – onderschrijft16. Indien de tegenpartij bijkomende voorstellen doet, is er sprake van een tegenaanbod. Uitdrukkelijk of stilzwijgend Kan mondeling zijn (Vb: huwelijksaanzoek) 15 M.a.w. één partij legt haar voorwaarden op en de andere partij kan geen overeenkomst met haar sluiten, tenzij zij die voorwaarden aanvaardt. 16 goedkeuren, zich ergens mee verenigen 25 Slechts indien aanbod en aanvaarding volledig met elkaar overeenstemmen is er sprake van wilsovereenstemming en dus van een contract. Het contract bestaat vanaf het ogenblik van het akkoord van partijen. Toestemming kan ook uit de omstandigheden blijken; indien een partij uit haar gedrag stilzwijgende instemming blijkt. Meestal is dit het geval wanneer partijen de overeenkomst uitvoeren. Geldigheidsvoorwaarden ZIE IN CURSUS RECHTSHANDELINGEN BOEK 1: HOOFDSTUK IX 1. Wilsovereenstemming Vrije en bewuste toestemming van elke partij Om geldig te zijn zal vereist zijn dat de wil geuit wordt, dat deze volwaardig is, dat deze gericht is op het doen ontstaan van rechtsgevolgen en dat deze geuit is tot degene die de rechtsbetrekking betreft. Vrij van wilsgebreken: werkelijke wil = uitgedrukte wil, maar probleem bij vorming van de werkelijke wil, bij totstandkoming van de overeenkomst In principe primeert de werkelijke wil en wordt vermoed dat de uitgedrukte wil daarmee overeenstemt. Bij ongewilde discrepantie17 tussen beide wordt aan de uitgedrukte wil de voorrang gegeven, telkens wanneer de tegenpartij er redelijkerwijze op kon vertrouwen dat de uitgedrukte wil met de werkelijke wil overeenstemt. Wanneer het echter duidelijk is dat de wil zoals die is uitgedrukt in een document het gevolg is van een materiële vergissing (vb: tikfout), dan primeert de werkelijke wil. 17 niet overeenstemmen, verschillen, niet passen 26 sanctie: nietigheid en/of schadevergoeding obv18 onrechtmatige daad Soorten wilsgebreken: Wilsgebreken: er is een probleem in de manier waarop de werkelijke wil tot stand is gekomen. Een door wilsgebreken aangetaste rechtshandeling wordt gesanctioneerd met de relatieve nietigheid. Dwaling, MAAR moet “verschoonbaar” zijn Dwaling: de wil is aangetast door een verkeerde voorstelling van zaken. De dwaling moet essentieel19 of substantieel20 zijn, d.w.z. dat degene die gedwaald heeft het contract niet zou hebben gesloten indien hij zich een juiste voorstelling van zaken had gemaakt. “Ik dacht dat het iets anders was” Verschoonbaar: je had het niet kunnen weten, ook niet door beter je best te doen om info te verkrijgen. Degene die zich vergist heeft, geen vergissing mag hebben begaan die een normaal zorgvuldig persoon niet zou hebben begaan. Komt bijna nooit voor. -> de “dommerik” krijgt geen bescherming 18 op basis van 19 De dwalende heeft er niet op gewezen dat hij een bijzonder belang hechtte aan een bepaald element en dan kijkt men of die eigenschap volgens de gangbare opvatting en/of de normale bestemming als essentieel zou worden beschouwd. 20 De dwalende heeft duidelijk gemaakt wat de bijzondere bestemming was die hij aan de zaak wou geven. 27 Bedrog: geen vereiste van verschoonbaarheid, wel van “kunstgrepen”21 tegenpartij Bij bedrog moet de dwaling van de tegenpartij niet verschoonbaar zijn! Bedrog moet uitgaan van de tegenpartij. Informatieverplichting: Bedrog kan voortvloeien uit het verzwijgen van essentiële informatie, die moest meegedeeld worden. Bedrog moet net als dwaling doorslaggevend zijn.22 Heeft het bedrog slechts tot gevolg dat degene die zijn toestemming heeft gegeven dit onder minder bezwarende voorwaarden zou hebben gedaan, dan zal enkel schadevergoeding kunnen worden gevorderd. Geweld: moet indruk maken op redelijk persoon en doorslaggevend23 Geweld: indien fysieke of morele dwang wordt uitgeoefend ten aanzien van degene die het contract aangaat (of zijn echtgenote of zijn bloedverwanten in de rechte lijn), zodat de wilsuiting die onder dwang werd geuit niet overeenstemt met de werkelijke wil. Alleen ongeoorloofde druk maakt de toestemming gebrekkig. [gekwalificeerde benadeling] 21 = materieel element Doelbewuste misleidende handelingen of gedragingen van een partij om de andere partij te beïnvloeden en tot het aangaan van een overeenkomst te bewegen. 22 d.w.z. zonder het bedrog zou het contract niet tot stand zijn gekomen. 23 Zonder het geweld zou de rechtshandeling niet tot stand zijn gekomen. 28 Wat als uitgedrukte wil ≠ werkelijke wil? Verschil in hoofde van alle partijen werkelijke wilsovereenstemming primeert op uitgedrukte wil partij die beweert dat uitgedrukte wil ≠ wilsovereenstemming draagt wel bewijslast Verschil in hoofde van één partij uitgedrukte wil primeert in beginsel tenzij tegenpartij er redelijkerwijze niet redelijkerwijze op kon vertrouwen dat de uitgedrukte wil met de werkelijke wil overeenstemt Bewust verschil in hoofde van alle partijen = veinzing = simulatie Waarom doen alsof je iets verkoopt zonder het daadwerkelijk te verkopen? Je hebt minder bezittingen, dus schuldeisers kunnen niet aan al je bezittingen. Bij veinzing wekken partijen naar buiten toe bewust de schijn een bepaalde rechtshandeling te stellen terwijl ze in werkelijkheid iets anders overeenkomen. Fictieve rechtshandeling: partijen doen alsof er een rechtshandeling is maar spreken in een tegenbrief af dat hun rechtssituatie blijft als voorheen. Vermomde rechtshandeling: partijen doen alsof ze een bepaalde rechtshandeling stellen maar in de tegenbrief spreken ze af om de aard van de rechtshandeling te wijzigen of bepaalde voorwaarden te wijzigen. Geldig tenzij strijdig met dwingend recht of openbare orde 29 Tussen partijen geldt de werkelijke wil (“tegenbrief24”) Derden hebben de keuze: zich beroepen op de tegenbrief of op de geveinsde afspraak Tussen partijen geldt de werkelijke overeenkomst en derden dienen hier geen rekening mee te houden. De werkelijke overeenkomst kan niet aan derden worden tegengeworpen. Vb: schuldeisers kunnen kiezen of het goed nog in het vermogen zit van partij A of B 2. Rechts- en handelingsbekwaamheid Niet iedereen handelingsbekwaam (vnl. minderjarigen en bepaalde geesteszieken) Rechtsbekwaamheid: De mogelijkheid om subjectieve rechten te hebben, die aan elke persoon, omwille van zijn persoon-zijn toekomt, vanaf zijn daadwerkelijk bestaan. Handelingsbekwaamheid: De bekwaamheid om de rechten, waarvan men de titularis is, ook daadwerkelijk uit te oefenen. Het uitgangspunt is bekwaamheid. Wanneer iemand handelingsonbekwaam is, is hij weliswaar drager van rechten en plichten maar kan hij ze niet zelfstandig uitoefenen. Als bescherming voor de zwakkeren in de maatschappij. 24 De werkelijke overeenkomst 30 3. Voorwerp = inhoud: wat? Het voorwerp van een rechtshandeling betreft de verbintenissen of de andere rechtsgevolgen die de partijen beogen. Beperkingen: - Moet bestaan (of kunnen bestaan) - Bepaald/bepaalbaar Bepaalbaar: het moet niet exact in het contract staan, maar er moet instaan hoe je erachter kan komen. Vb: Ik verkoop het huis aan de prijs die ons wordt voorgelegd door een specialist. - Geoorloofd Het mag op zich niet strijdig zijn met de openbare orde of dwingende wetsbepalingen. - In de handel25 Op grond van de wilsautonomie kan men aan een rechtshandeling om het even welk voorwerp geven op voorwaarde dat aan de beperkingen is voldaan. Het moet duidelijk zijn wat er is afgesproken. 25 Voorbeelden: openbare domeingoederen zijn tot ieders gebruik bestemd en daarover kan men geen privaatrechtelijke overeenkomst sluiten; ook openbare ambten kunnen niet het voorwerp zijn van een overeenkomst; ook bepaalde vergunningen zijn strikt persoonlijk en dus onoverdraagbaar. 31 4. Oorzaak = reden: waarom? De oorzaak duidt op het nut voor en de motieven van partijen bij de rechtshandeling; op de determinerende beweegredenen die partijen ertoe bewogen hebben de rechtshandeling te stellen. (Dit betekent niet dat de oorzaak steeds uitgedrukt moet zijn). In de regel zal men enkel nagaan of een oorzaak aanwezig was bij de vorming van de rechtshandeling en zal het later wegvallen van de oorzaak geen invloed hebben op de rechtshandeling. Moet geoorloofd zijn26 De nietigheid is absoluut. De regel: een contract is geldig zonder geschrift. Waarom schrijven we dan toch vaak een contract? Makkelijk om te bewijzen MAAR is niet nodig voor de geldigheid. (Er zijn echter uitzonderingen) Vormvoorwaarden In principe geen, maar aantal uitzonderingen Wel bewijsregels d.w.z. dat de bepaalde motieven van één of van beide partijen om de rechtshandeling te stellen niet 26 mogen strijden met de openbare orde of met dwingende wetsbepalingen. 32 Gevolgen van overeenkomsten Tussen de partijen27 Overeenkomst “strekt de partijen tot wet” = bindt de partijen Aan de vrij en bewuste aangegane overeenkomst tussen individuen komt een even sterk bindende kracht toe als aan de wet. Overeenkomst wordt wel te goeder trouw geïnterpreteerd (interpretatieve werking GT28) Soms méér dan uitdrukkelijk bepaald aangevuld door aanvullend recht bv. algemene contractuele norm van aanvullend recht om te goeder trouw te handelen (aanvullende werking GT) Soms minder dan uitdrukkelijk bepaald afspraken in strijd met dwingend recht worden niet toegepast bv. sommige exoneratiebedingen, zie verder bv. “onrechtmatige bedingen” (zie ondernemingsrecht) Verplichting om contractuele rechten te goeder trouw uit te oefenen als algemene contractuele norm van dwingend recht → o.a. verbod op rechtmisbruik (beperkende werking GT) 27 Partijen = allen die aanwezig waren bij het sluiten van de overeenkomst en die in eigen naam en voor eigen rekening hun toestemming hebben geuit of die geldig vertegenwoordigd waren. 28 Goede trouw Goede trouw in contracten betekent dat partijen eerlijk en redelijk met elkaar moeten omgaan, zowel bij het aangaan van de overeenkomst als bij de uitvoering ervan. 33 Ten aanzien van derden Relativiteit van de overeenkomst Derden hebben zijn niet gehouden tot de verplichtingen onder overeenkomst Derden zijn niet gehouden de verbintenissen die voortvloeien uit de overeenkomst na te komen. Alternatief: “sterkmaking” Je denkt dat iemand iets goed vindt, moest deze het toch niet goed vinden dan ben jij aansprakelijk. Als deze het wel goed vindt dan zal de andere de plaats innemen in de overeenkomst. Derden putten geen rechten uit overeenkomst In principe kunnen derden uit een overeenkomst geen rechten putten om de nakoming van verbintenissen te vorderen door een partij bij de overeenkomst. Als je een contract tekent namens een vennootschap, dan ben je zelf een derden. Je vennootschap krijgt verplichtingen en recht. Jijzelf niet. Uitzondering: “derdenbeding” Een partij verbindt zich tegenover zijn medecontractant om een bepaalde prestatie uit te voeren ten gunste van een derde. (Het opleggen van plichten aan derden is niet mogelijk) Met 2 iets afspreken dat ten goede komt van derden. Vb: levensverzekering betalen voor je kinderen 34 Overeenkomst heeft wel gevolgen voor derden Derden moeten het bestaan van het contract als feit wel erkennen en mogen zich niet gedragen alsof het contract niet bestaat. Derden moeten rekening houden met het bestaan en met de gevolgen van een contract voor de partijen bij dat contract. -> tegenstelbaarheid van een contract Derden kunnen aansprakelijk zijn op grond van “derde-medeplichtigheid aan andermans contractbreuk” Vb: brouwerijcontracten -> Vaak met exclusiviteit (je mag enkel bij mij drank aankopen). Als een andere brouwer dit weet dan mag hij geen voorstel doen om toch te leveren en hiermee het contract te verbreken. Derden moeten gevolgen van overeenkomst (bv. dat goed uit vermogen van hun schuldenaar verdwijnt) in principe laten tegenwerpen, maar: Soms voorwaarden voor tegenwerpelijkheid29 aan derden (bijv. overdracht onroerende goederen) Soms kunnen derden handeling niet tegenwerpelijk laten verklaren bij bedrieglijke miskenning van hun rechten (“pauliaanse vordering”) Tegenwerpelijkheid houdt in dat het bestaan van een contract en van de gevolgen die dat contract 29 meebrengt voor partijen ook een invloed kan hebben op het vermogen en op het gedrag van derden. 35 Nakoming van overeenkomsten Nakoming van overeenkomsten - Overzicht Nakoming van overeenkomsten – Wanprestatie Wat partijen zijn overeengekomen is afdwingbaar. Wanneer een contractpartij haar verbintenissen niet nakomt, pleegt deze contractbreuk. Er zal echter slechts sprake zijn van wanprestatie wanneer de niet-nakoming van de verbintenis, de contractpartij ook kan worden toegerekend, m.a.w. niet te wijten is aan een vreemde oorzaak of overmacht. Wanneer een belangrijke verandering intreedt van de omstandigheden waaronder het initiële contract werd afgesloten, kan de schuldenaar aan zijn schuldeiser vragen om het contract te heronderhandelen. Niet-nakoming niet-uitvoering laattijdige uitvoering gebrekkige uitvoering Onderscheid resultaats- en inspanningsverbintenis Of er effectief sprake is van contractbreuk zal makkelijk vast te stellen zijn indien de schuldenaar een resultaatsverbintenis had. Het volstaat in dat geval dat het overeengekomen resultaat niet werd bereikt. Wanneer er sprake is van een inspanningsverbintenis, zal men moeten kijken of voldoende inspanningen werden geleverd om het beoogde resultaat te bereiken. 36 De standaard zal hier zijn wat een normaal vooruitziend en zorgvuldig persoon in dezelfde concrete omstandigheden zou hebben gedaan. Toerekenbaar Geen vreemde oorzaak of overmacht imprevisieleer Bevrijdingsbedingen = exoneratiebedingen regels over contractuele aansprakelijkheid = van aanvullend recht => contractuele uitsluiting aansprakelijkheid Merk ook op dat de partijen op voorhand de afwikkeling van gevallen van toerekenbare niet-nakomingen contractueel kunnen moduleren aan de hand van een schadebeding. Op dezelfde manier kunnen ze er ook voor kiezen om een bevrijdingsbeding op te nemen, op basis waarvan de schuldenaar geheel of gedeeltelijk kan worden bevrijd van aansprakelijkheid. in principe: geldig uitzonderingen: verboden door de wet (Niet te kennen om welke wetten het exact gaat) bevrijding voor eigen opzettelijke fout of eigen bedrog of opzettelijke fout van hulppersoon bevrijding van fouten die het leven of de fysieke integriteit van een persoon aantasten uithollingsverbod Zorgt ervoor dat rechten die mensen toekomen op basis van dwingend recht, zoals consumentenbescherming of arbeidsrecht, niet kunnen worden verminderd of ondermijnd door privé-afspraken tussen de betrokken partijen. 37 Nakoming van overeenkomsten – Sancties Er moet dus sprake zijn van een toerekenbare niet-nakoming, pas dan zal de schuldenaar contractueel aansprakelijk zijn. Stappen die schuldeiser moet zetten Stap 1: ingebrekestelling Stap 2: bekomen van uitvoerbare titel bij bevoegde rechtbank Stap 3: gedwongen uitvoering via gerechtsdeurwaarder (beslag) Efficiënt drukkingsmiddel: dwangsom Per dag dat je iets niet/ wel doet moet je een boete betalen. Algemene sanctie: Uitvoering (verderzetting) Als je schuldenaar niet vrijwillig betaalt. Als schuldeiser een vordering eisen op het vermogen van de schuldenaar. Gerechtsdeurwaarder: uitwinnen en executeren De schuldeiser kan met machtiging van de rechter de uitvoering in natura zelf te verrichten of laten verrichten door een derde op kosten van de schuldenaar die zelf in gebreke blijft. Uitvoering in natura (voorrang) Is de eerste standaard sanctie. Worden de verbintenissen nog niet nagekomen dan is uitvoering in natura het normale rechtsmiddel dat de schuldeiser ter beschikking staat. 38 Herstel van de schade Volstaat de uitvoering in natura niet om de schuldeiser terug in de positie te stellen waarin hij zich zou hebben bevonden bij de correcte en tijdige nakoming van de verbintenissen, kan de rechter ook een bijkomende schadevergoeding opleggen. Soms zal uitvoering in natura onmogelijk zijn en dan kan de schuldeiser een vervangende schade- vergoeding vragen. Deze schadevergoeding wordt zo begroot dat de schuldeiser in een toestand wordt geplaatst die financieel zoveel mogelijk de toestand benadert waarin hij zich zou hebben bevonden bij correcte en tijdige nakoming van de verbintenis. Bijzondere sanctie: Ontbinding (beëindiging) bijzondere remedie bij ernstige wanprestatie Bijzondere sanctie: Prijsvermindering (aanpassing) voor situaties waar een niet-nakoming onvoldoende ernstig is om de ontbinding te rechtvaardigen de eigen verbintenis (tot betaling van een prijs) wordt gematigd Nakoming van overeenkomsten – Verweermiddelen Exceptio non adimpleti contractus (ENAC) Vaak bij huurgeschillen: Problemen die de verhuurder niet oplost -> “Als jij je contract niet nakomt, dan ik ook niet” -> Huurder die minder betaalt. in wederkerige contracten30 Bij wederkerige overeenkomsten staat de schuldeiser een alternatief rechtsmiddel ter beschikking. De schuldeiser kan dan in plaats van de uitvoering in natura, de ontbinding van de overeenkomst vorderen, mogelijk met bijkomende schadevergoeding. 30 Wanneer er voor beide partijen verbintenissen ontstaan. 39 nakoming verbintenis schorsen Een partij stopt tijdelijk met het voldoen aan haar verplichtingen uit een overeenkomst. Dit kan in bepaalde situaties gerechtvaardigd zijn, bijvoorbeeld wanneer er onzekerheid of verzwaring van de voorwaarden optreedt. De schorsing kan een manier zijn om te wachten op een oplossing voor een probleem of om de gevolgen van een verstoring van de overeenkomst te beperken. exceptio timoris Het recht van een partij om haar nakoming op te schorten vanwege een redelijke vrees dat de andere partij haar verplichtingen niet zal nakomen. Retentierecht het recht om een goed van de andere partij bijhouden als zekerheid voor een vordering die je hebt op die partij. 40 Beëindiging van overeenkomsten Bij de beëindiging van de overeenkomst verdwijnt de overeenkomst als bron van verbintenissen. Dit kan gebeuren met behoud van de reeds ingetreden gevolgen van de overeenkomst of met het tenietdoen van de reeds ingetreden gevolgen. Nietigheid31 Nietigheid sanctioneert de overtreding van (dwingende) rechtsregels die gelden bij de totstandkoming van de overeenkomst. Een overeenkomst die nietig wordt verklaard, wordt geacht nooit te hebben bestaan.32 probleem bij de geldigheid De rechtshandeling voldoet niet aan alle geldigheidsvoorwaarden. uitspraak van rechter nodig voor nietigheid contract Je moet naar de rechtbank gaan om een overeenkomst nietig te laten verklaren. Er is steeds een rechterlijke tussenkomst vereist. terugwerkende kracht (alsof nooit overeenkomst geweest) De uitwissing geldt zowel voor de toekomst als voor het verleden. Partijen worden terug in de positie geplaatst waarin ze zich zouden hebben bevonden, indien de rechtshandeling er niet was geweest. uitzondering: zekere rechtsgevolgen blijven bestaan 31 Bij nietigheid wordt de rechtshandeling (en al haar gevolgen) door de rechter tenietgedaan. Dit betekent dat de rechtshandeling wordt geacht nooit te hebben plaatsgevonden en ze als het ware wordt ’uitgewist’. 32 De overeenkomst en al haar gevolgen worden uitgewist. Niet alleen zal de overeenkomst nar de toekomst toe geen gevolgen meer ressorteren, ook de gevolgen die reeds plaatsvonden, worden in de mate van het mogelijke uitgewist. 41 33 Openbare orde: regel die in hoofdzaak de bescherming van het algemeen belang beoogt. Dwingend recht: rechtsregel die in hoofdzaak de bescherming van een particulier belang beoogt. In beide gevallen werkt de nietigheid op dezelfde manier en zijn dezelfde gevolgen verbonden aan de nietigheid. Het onderscheid betreft uitsluitend: - De kring van personen die de nietigheid kan inroepen - De mogelijkheid om nietige handelingen te bevestigen - Het tijdstip wanneer de nietigheid kan worden opgeworpen Relatieve nietigheid dient in het begin van een geschil opgeworpen te worden. Absolute nietigheid kan in elke fase van het geding worden ingeroepen (zelfs voor het eerst in cassatie). Aanvullend recht: afwijking mogelijk, dus geen nietigheidssanctie 33 Afstand betekent dat iemand ervoor kiest om een bepaald recht dat hij of zij heeft, niet uit te oefenen. In deze context gaat het om het recht om de overeenkomst nietig te verklaren. Bevestiging betekent dat een partij die het recht heeft om een overeenkomst nietig te laten verklaren, ervoor kiest om de overeenkomst alsnog te aanvaarden of goed te keuren, ondanks de fout die erin zit. Dit houdt in dat de partij akkoord gaat om de overeenkomst te behouden, ondanks dat er een reden is om de overeenkomst nietig te verklaren. 42 (Qua gevolgen vertoont de nietigheid van de overeenkomst belangrijke gelijkenissen met de ontbinding, met dit belangrijke verschil dat bij de ontbinding een geldige overeenkomst heeft bestaan, wat bij de nietigheid niet het geval is.) Opzegging wederzijdse toestemming Bij een wederzijdse opzegging beëindigen partijen met wederzijdse toestemming hun overeenkomst zonder terugwerkende kracht. Dit is op elk ogenblik mogelijk. uitzonderlijk: eenzijdig De eenzijdige opzegging is een wijze van eenzijdig beëindigen van de overeenkomst waarbij voor de toekomst een einde wordt gemaakt aan de rechtsverhouding. Eenzijdig opzeggen is in principe niet mogelijk, maar op dit principe bestaan belangrijke uitzonderingen: contracten van onbepaalde duur Er is geen duidelijk einde van het contract. Eenzijdig opzegging, want anders zou je voor je hele leven gebonden zijn aan een contract. Er is standaard een mogelijkheid om dit eenzijdig op te zeggen (misschien wel met opzegtermijn of opzegvergoeding). Voor overeenkomsten die in de tijd gespreide prestaties inhouden en gesloten zijn voor onbepaalde tijd, wordt de mogelijkheid om eenzijdig op te zeggen geacht steeds aanwezig te zijn, mits opzeggingstermijn. 43 wettelijke bepaling Conventionele afwijkingen Partijen kunnen overeenkomen dat aan een contractant de bevoegdheid toekomt om een partijbeslissing te nemen over de beëindiging van het contract. Soms zegt de wet wanneer en hoe je kan opzeggen Vb: huurovereenkomsten opzegbeding Daarnaast bestaan ook wettelijke uitzonderingen op dit principe. Bij lastgeving bijvoorbeeld wordt bepaald dat aan de lastgever steeds de bevoegdheid toekomt de lastgevingsovereenkomst te beëindigen. Ook de opdrachtgever bij een aannemingsovereenkomst heeft een opzegrecht. 44 Ontbinding Ontbinding is een vorm van beëindiging van de overeenkomst, die de niet- uitvoering of de gebrekkige uitvoering van een overeenkomst sanctioneert. Ook ontbinding heeft in de regel terugwerkende kracht34. In wederkerige contracten is de ontbindende voorwaarde altijd stilzwijgend begrepen, voor het geval dat een van beide partijen haar verbintenis niet nakomt.35 beëindiging bij wanprestatie Partijen kunnen ook een uitdrukkelijk ontbindend beding in hun overeenkomst opnemen, dit laat toe de overeenkomst te beëindigen zonder voorafgaandelijke rechterlijke machtiging bij bepaalde, contractueel omschreven, wanprestaties.36 De overeenkomst wordt niet automatisch ontbonden door de wanprestatie. Er blijft een ontbindingsbeslissing nodig en een kennisgeving37. Ook bij een uitdrukkelijk ontbindend beding blijft controle achteraf door de rechter mogelijk. Deze kan onder meer nagaan of wel aan alle toepassingsvoorwaarden voor het inroepen van het beding was voldaan. Gerechtelijke ontbinding: Houdt in dat een rechter de ontbinding uitspreekt. Deze voorafgaandelijke tussenkomst van de rechter is de regel. Buitengerechtelijke ontbinding: Zonder de voorafgaande machtiging van de rechter, op eenzijdige verklaring van een partij. In dit geval blijft wel altijd een a posteriori38 redelijkheidscontrole door de rechter mogelijk. (Hiervoor bestaan voorwaarden). 34 de gevolgen van de overeenkomst ook voor het verleden worden uitgewist 35 Dit houdt in dat de schuldeiser van de verbintenis die niet werd nagekomen, de ontbinding van de overeenkomst mag vragen (in plaats van uitvoering in natura of bij wijze van equivalent), eventueel aangevuld met schadevergoeding. 36 Ook bij een uitdrukkelijk ontbindend beding blijft vereist dat de schuldeiser van de verbintenis die niet werd nagekomen, dit beding inroept. 37 De schuldeiser moet de schuldenaar op de hoogte brengen van zijn beslissing. 38 kennis die je verkrijgt uit ervaring of waarneming, dus achteraf 45 Onrechtmatige daad Situering Verbintenissen kunnen ook (onder andere) uit menselijke gedragingen voortvloeien waaraan de wet rechtsgevolgen vastknoopt. Verbintenissen uit onrechtmatige daad behoren tot deze categorie. Aansprakelijkheid: Wie moet opdraaien? Strafsancties: zorgt voor afschrikking. Grotere sanctie dan het vergoeden van de schade. Gevangenissen kosten de gemeenschap veel geld, maar is nodig als afschrikking. Burgerlijke partij stellen39 39 Een slachtoffer van een strafbaar feit voegt zich in een strafproces om schadevergoeding te eisen van de dader. Dit kan door een verklaring in te dienen bij de rechtbank. Als burgerlijke partij heeft het slachtoffer recht om gehoord te worden en bewijs te leveren, en de rechtbank kan een uitspraak doen over de schadevergoeding. 46 Persoonlijke aansprakelijkheid: Iets dat je gedaan hebt of niet gedaan hebt. Kwalitatieve aansprakelijkheid: Kwaliteit in de betekenis van hoedanigheid. - Vermoeden van fout. - Grotere kans dat het slachtoffer betaald wordt. Vb: Ouder die aansprakelijk is voor de fout van het kind. Objectieve aansprakelijkheid = risicoaansprakelijkheid In een aantal gevallen zal een slachtoffer schade lijden en geen schadevergoeding kunnen krijgen omdat men niet in staat is de schuld van schadeveroorzaker aan te tonen. Om hieraan tegemoet te komen heeft de wetgever (en soms de rechtspraak) in een aantal gevallen een objectieve aansprakelijkheid in het leven geroepen. Dit betekent dat degene die een bepaalde risicosituatie heeft gecreëerd aansprakelijk is voor bepaalde schade ver wekkende voorvallen die zich hebben voorgedaan binnen deze risicosfeer, ook al kan die persoon geen fout worden verweten. Schade Vb: burenhinder -> voordeel je moet geen fout aantonen. (Gaan we niet verder op in) 47 Aansprakelijkheid voor eigen foutieve daad Art. 6.5 nieuw BW (herformulering van art. 1382 oud BW): “Eenieder is aansprakelijk voor de schade die hij door zijn fout aan een ander veroorzaakt.” (eigen foutieve daad) 3 voorwaarden: Fout Schade Oorzakelijk verband tussen fout en schade Gevolg: verplichting tot herstel Fout Foutieve “daad”: ook niet-doen (nalaten) Objectief bestanddeel: onrechtmatigheid Handelen kan op twee manieren onrechtmatig zijn: Schending van een specifieke regel; of Je fout staat vast. (Geen sprake van beargumentering) Elke schending van een specifieke wettelijke of reglementaire bepaling waarin een welbepaalde gedraging geboden of verboden wordt, wordt als onrechtmatig beschouwd. Het volstaat voor het slachtoffer dat hij aantoont dat de regel werd overtreden.40 Vb: verbod op kartelvorming 40 Het zal dan aan de dader zijn om aan te tonen dat de overtreding te wijten is aan omstandigheden buiten zijn wil, dat hij de overtreding niet kon vermijden en dat de overtreding hem niet kan worden toegerekend. 48 Schending van de algemene zorgvuldigheidsnorm Men verwacht toch dat je iets doet ook al staat het niet omschreven in een regel. Vb: als je een boom ziet omvallen dan roep je naar de mensen die eronder staan. = abstract begrip: voorzichtig en redelijk persoon Naast een schending van een wettelijke of reglementaire norm kan iemand echter ook onrechtmatig handelen door zich te gedragen op een manier die niet overeenstemt met het gedrag van een voorzichtig en redelijk persoon. Zolang er geen schade uit voortvloeit voor iemand anders, zal je geen schadeclaim krijgen. Gedragen als een ‘goede huisvader’. geconcretiseerd: in dezelfde (externe) omstandigheden geplaatst Wat zou een redelijk en voorzichtig persoon doen in een bepaalde omstandigheden. Externe omstandigheden! (Geen interne omstandigheden) Interne omstandigheden wordt geen rekening mee gehouden. Vb: voor een zatte was ik toch nog wel voorzichtig -> Nee Voor een opvliegend persoon was ik toch nog wel kalm -> Nee Vb: Radijs in groetenafdeling op grond. Jij glijdt uit. Winkel niet aansprakelijk Radijs in textielafdeling op de grond. Jij glijdt uit. Winkel wel aansprakelijk. Overheid kan aansprakelijk worden gesteld voor een onrechtmatige daad. Vb: De overheid doet niet voldoende om de klimaatopwarming tegen te gaan. 49 Subjectief bestanddeel: schuldbekwaamheid en toerekenbaarheid Maakt niet uit of het per ongeluk is of niet. (In het strafrecht maakt dit wel uit). Schuldbekwaamheid De schadeverwekker moet onderscheidingsvermogen hebben en beseffen dat hij een fout begaat. In de regel is iedereen schuld bekwaam. uitzondering: Minderjarigen < 12 jaar Kunnen niet beseffen wat de schuld is van hun daden. Zijn niet aansprakelijk voor hun fout. -> De ouders zullen waarschijnlijk aansprakelijk zijn. Tussen 12 en 18 jaar (en personen die lijden aan een geestesstoornis): In beginsel wel aansprakelijk, maar er kan besloten worden om de schadevergoeding te verminderen. Toerekenbaarheid Hij moet op het ogenblik dat hij de onrechtmatige daad deed, de controle hebben over zijn daden. Een persoon kan niet persoonlijk aansprakelijk gesteld worden wanneer er sprake is van een grond van uitsluiting41 van aansprakelijkheid. 41 Een reden of omstandigheid waardoor iemand niet aansprakelijk wordt gesteld of waardoor een bepaald recht of plicht niet van toepassing is. 50 = geen gronden van uitsluiting van aansprakelijkheid: 1. overmacht (onvoorzienbaar en onvermijdbaar) Onmogelijkheid om iets na te leven. 2. onoverwinnelijke dwaling Je kon niets doen tegen de dwaling. 3. fysieke of morele dwang 4. bevel van wet of overheid Handelen in opdracht van de wet of een bevoegd gezag. 5. noodtoestand Een belang vrijwaren dat ernstig in gevaar kwam. Dit belang was hoger dan de regel na te leven. Vb: baby redden door een autoruit in te slaan 6. wettige zelfverdediging 7. geldige toestemming van de benadeelde Oorzakelijk verband, schade en herstel Oorzakelijk verband Een laatste element dat moet bewezen worden naast de fout en de schade is het causaal verband tussen fout en schade. equivalentieleer: elke oorzaak zonder dewelke de schade zich niet zou hebben voorgedaan zoals ze zich heeft voorgedaan Deze leer houdt in dat er sprake is van een causaal verband wanneer de feiten aantonen dat de schade zoals ze zich heeft voorgedaan, zich zonder de fout niet of niet in dezelfde mate zou hebben voorgedaan. Elke fout die een noodzakelijke voorwaarde is voor de schade geeft aanleiding tot aansprakelijkheid. Kan zeer vergaand zijn. 51 eigen fout van schadelijder → gedeelde aansprakelijkheid Kan de causaliteit doorbreken. (causaliteit- verbrekende factoren) Wanneer het slachtoffer zelf een fout heeft begaan en daarmee de schade heeft helpen ontstaan, zal hij niet vergoed worden in de mate dat hij aan de deze schade heeft bijgedragen. Vb: iemand loopt in een put terwijl hij op zijn gsm aan het kijken was. Gedeelde aansprakelijkheid. Je moet beter uitkijken, maar de put had niet zomaar open moeten zijn. Welke schade Naast een fout zal het slachtoffer tevens moeten aantonen dat er schade is. Schade bestaat uit de economische en niet-economische gevolgen van de aantasting van een juridisch beschermd persoonlijk belang. Materieel, fysieke, moreel Lichamelijke schade is moeilijk te bepalen. In België wordt er relatief een lage schadevergoeding gegeven. Enkel zekere schade Ook toekomstige schade Ook verlies van een kans Bij het berekenen van toekomstige schade zal men rekening houden met waarschijnlijkheden, zoals bijvoorbeeld de normale levensverwachtingen. Men aanvaardt ook dat het verlies van een kans schade uitmaakt.42 Volledige schade 42 bv. het verlies van de kans om onderhoudsgeld te krijgen in het kader van een echtscheidingsprocedure tegen een overleden slachtoffer of het verlies van de kans een bepaald inkomen te verwerven ingeval van arbeids- onbekwaamheid 52 Herstel Als fout, schade en oorzakelijk verband werden aangetoond, dan heeft het slachtoffer recht op integrale vergoeding43 van de schade. => geen duidelijk verschil tussen beiden In beginsel in natura Is meestal niet voldoende. Vb: medische kosten betalen Vervangende / aanvullende schadevergoeding Je hebt het niet volledig in natura kunnen ‘repareren’ dan zal de schadevergoeding bij equivalent gebeuren, d.w.z. in geld. In België ga je nooit meer krijgen dan je schade. Er wordt zelfs vaak minder gegeven dan je schade (bij bijvoorbeeld morele schade). In de VS is dit anders. Kwalitatieve aansprakelijkheid Werknemer is vrachtwagenchauffeur er rijdt te snel, maar werkgever heeft hier een voordeel van want er kunnen meer bestellingen worden uitgevoerd. Er kunnen meerdere partijen aansprakelijk zijn. Je slaat iemand in de aula als minderjarige. Zowel je ouders als de prof als de KUL kunnen aansprakelijk zijn. De wetgever heeft daarnaast een regeling uitgewerkt die bepaalt in welke gevallen men kwalitatief aansprakelijk is - dit wil zeggen een aansprakelijkheid kan oplopen omwille van een bepaalde hoedanigheid; als ouder, als werkgever of als bewaker. Hier zit voor een stuk een garantie-idee achter - naast degene die de foutieve handeling heeft gesteld, wordt nog een andere persoon aansprakelijk gesteld waarvan men denkt dat de kans groter s dat deze in staat zal zijn de schadevergoeding te betalen. Ook wordt door deze bepalingen duidelijk wie instaat voor schade veroorzaakt door een dier of door een zaak. 43 Dit houdt in dat de schadevergoeding het slachtoffer terug moet plaatsen in de situatie waarin men zich zou hebben bevonden, had het schade verwekkend feit zich niet voorgedaan. 53 1. Titularis van het gezag over minderjarigen Geen tegenbewijs mogelijk als minderjarige 16 jaar of meer Ouder: “Ik heb mijn kind van 16 goed opgevoed, dus je kunt mij niets verwijten”. Ouders kunnen kwalitatief aansprakelijk worden gesteld voor de schade veroorzaakt door hun minderjarig kind. Wanneer de minderjarige zestien jaar of meer is, zijn ze niet aansprakelijk indien zij aan- tonen dat de schade niet te wijten is aan een fout van hun kant. 2. Persoon belast met het toezicht op anderen De persoon die ermee belast is op globale en duurzame wijze de levenswijze van andere personen te organiseren en te controleren, kan aansprakelijk zijn voor de schade die deze laatsten veroorzaken aan derden terwijl zij onder zijn toezicht staan. De verplichting om toezicht te houden moet voortvloeien uit een wettelijke of reglementaire bepaling, een gerechtelijke of administratieve beslissing of een contract en dat deze duurzaam is. Onderwijsinstellingen: Als de leerlingen een fout begaan op school kan het zijn dat de leerkracht aansprakelijk is. Tegenbewijs mogelijk Als de leerkracht voldoende heeft opgelet en niets kon doen aan de fout die is begaan. Zij kan zich bevrijden van aansprakelijkheid door aan te tonen dat zij geen fout heeft begaan en wel voldoende toezicht heeft gehouden. 54 3. Aansteller Iemand anders aanstellen Om kwalitatieve aansprakelijkheid op te lopen als aansteller voor de schade veroorzaakt door een aangestelde moeten de volgende voorwaarden voldaan zijn: - moet er een band van aanstelling of van ondergeschiktheid tussen de aansteller en de aangestelde zijn - moet de aangestelde een fout of een ander tot aansprakelijkheid leidend feit hebben begaan - moet de schade veroorzaakt zijn tijdens en naar aanleiding van de uitoefening van zijn functie Om als aansteller beschouwd te kunnen worden, moet een persoon voor eigen rekening in feite gezag over toezicht op het gedrag van de aangestelde uitoefenen.44 Geen tegenbewijs mogelijk Ouders kunnen een tegenbewijs geven en werkgevers niet. Waarom? Een werkgever kiest zijn werkgever, maar ouders kunnen hun kinderen niet kiezen. Een werknemer is enkel aansprakelijk voor herhaaldelijke, opzettelijke of zware fout. Anders is de werknemer niet aansprakelijk voor zijn fout tegenover derden. 44 In een juridische of organisatorische context verwijst de term "aansteller" naar een persoon die iemand anders aanstelt om een bepaalde taak uit te voeren of een specifieke verantwoordelijkheid op zich te nemen. Om als aansteller beschouwd te worden, moet deze persoon niet alleen een formele overeenkomst of opdracht geven, maar ook daadwerkelijk een mate van gezag en controle over de aangestelde uitoefenen. Dit betekent dat de aansteller het recht heeft om toezicht te houden op het gedrag en de uitvoering van taken door de aangestelde. 55 4. Rechtspersoon voor (leden van) haar bestuursorganen Een rechtspersoon kan kwalitatieve aansprakelijkheid oplopen voor de schade veroorzaakt door een bestuursorgaan en de leden ervan. Voorwaarden: - er moet sprake zijn van een bestuursorgaan - het bestuursorgaan moet een fout of een ander tot aansprakelijkheid leidend feit hebben begaan - de schade moet veroorzaakt zijn tijdens en naar aanleiding van de uitoefening van zijn functie 5. Bewaarder van een zaak De persoon moet de bewaring van een zaak hebben die is aangetast door een gebrek dat schade heeft veroorzaakt. Een zaak: onroerend goed of roerend goed Enkel materiële zaken. = ieder roerend of onroerend goed dat vatbaar is voor bewaring, met inbegrip van gebouwen, met uitzondering van dieren (daarvoor geldt een afzonderlijke regeling, zie verder) en het menselijk lichaam. Voorwaarden voor aansprakelijkheid: - Je moet de controle hebben over de zaak: je bent bewaarder45 van een zaak. - Het is een zaak - De zaak is gebrekkig46 Een zaak is gebrekkig wanneer zij door een van haar kenmerken niet de veiligheid biedt die men gerechtigd is te verwachten in de gegeven omstandigheden. Geen tegenbewijs mogelijk 45 De persoon die de niet- ondergeschikte macht van leiding en controle heeft over de zaak. De eigenaar wordt vermoed bewaarder van de zaak te zijn, tenzij hij bewijst dat de bewaring bij een ander berust. 46 De zaak moet vergeleken worden met een modelzaak. Een gebrek moet onderscheiden worden van een foutief gebruik van een zaak, een abnormale plaatsing of abnormaal gedrag van de zaak. Daaruit mag geen gebrek worden afgeleid. 56 De benadeelde moet niet bewijzen dat de bewaarder een fout heeft begaan. Het volstaat dat de benadeelde bewijst dat de zaak een gebrek vertoont en dat er een oorzakelijk verband is tussen dit gebrek en zijn schade. 6. Bewaarder van een dier De bewaarder47 van een dier kwalitatieve aansprakelijkheid oplopen als dat dier door zijn gedraging schade heeft veroorzaakt. Vb: je wordt gebeten door een hond. De eigenaar van de hond is aansprakelijk voor het dier. (Zelfs als de hond aan de leiband was en een goede opvoeding heeft gehad). Geen tegenbewijs mogelijk De bewaarder kan zich niet bevrijden van aansprakelijkheid door aan te tonen dat hij geen fout heeft begaan bij het bewaken van het dier. 47 De bewaarder is de persoon die de niet-ondergeschikte macht van leiding en controle heeft over het dier De eigenaar wordt vermoed bewaarder van het dier te zijn, tenzij hij bewijst dat de bewaring bij een ander berust. Daarom stelt de wetgever een vermoeden in dat de eigenaar de bewaarder is van het dier. Dit betekent dat de benadeelde dat niet meer moet bewijzen Maar men kan ook aansprakelijkheid als bewaarder oplopen wanneer men andermans dier bewaart. In dat geval zal de eigenaar of de benadeelde moeten bewijzen dat niet de eigenaar maar die andere persoon bewaarder is van het dier. 57 Samenloop van contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid Verbod van samenloop veranderd vanaf januari dit jaar! Dit wordt afgeschaft.48 In het nieuwe BW is het uitgangspunt dat de benadeelde kan kiezen op welke van meerdere toepasselijke regels hij zijn vordering baseert. Tussen contractspartijen: samenloop van buitencontractuele en contractuele aansprakelijkheid Contractuele aansprakelijkheid ontstaat wanneer een partij een contractuele verbintenis niet nakomt op een manier die aan die contractpartij kan worden toegerekend. Alle andere privaatrechtelijke aansprakelijkheid is dan buitencontractueel. Contractspartij kan naast contractuele ook buitencontractuele aansprakelijkheid inroepen Het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht vindt nu in beginsel dus ook toepassing tussen medecontractanten. Een benadeelde kan zich m.a.w. ook tegen een medecontractant beroepen op de regels van de buitencontractuele aansprakelijkheid indien aan de toepassingsvoorwaarden ervan voldaan is. Tenzij: uitgesloten door wet of overeenkomst Partijen kunnen bij een contract de gelijktijdige toepassing van contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheidsregels uitsluiten. 48 Volgens de rechtspraak onder het oude BW kon men slechts in zeer uitzonderlijke omstandigheden een buitencontractuele vordering instellen tegen een contractspartij en dat er m.a.w. samenloop mogelijk was van beide aansprakelijkheidsgronden. 58 Correctie: tegenpartij kan verweermiddelen uit wet of overeenkomst inroepen49 Als een benadeelde partij schadevergoeding eist op grond van buitencontractuele aansprakelijkheid, terwijl de schade is ontstaan door niet- nakoming van een contract, kan de wederpartij nog steeds de verdedigingsmiddelen inroepen die voortkomen uit het contract. Hierdoor kan de benadeelde partij niet zomaar contractuele afspraken en speciale regels (zoals vrijwaringsbedingen en verjaringstermijnen) omzeilen door te kiezen voor een buitencontractuele vordering. Tenzij aantasting van fysieke of psychische integriteit of fout begaan met het opzet schade te veroorzaken Tussen benadeelde en hulppersoon: buitencontractuele aansprakelijkheid A kan naast tegen C buitencontractuele aansprakelijkheid inroepen Er is geen contract tussen hoofdschuldeiser A en hulppersoon C. Een contractuele vordering van A tegen C is dus niet mogelijk. Maar kan A wél een buitencontractuele vordering instellen tegen hulppersoon C. Het hoofdcontract tussen A en B kan een buitencontractuele aansprakelijkheidsvordering van A tegen hulppersoon C uitsluiten. Tenzij: uitgesloten door hoofdcontract 49 Normaal kunnen er verdedigingen (beschermingsmiddelen) worden ingeroepen om aansprakelijkheid of straf te verminderen. Maar als de fout of handeling serieuze schade heeft veroorzaakt aan de fysieke of psychische gezondheid van iemand, of als het doel was om schade te veroorzaken, dan zijn die verdedigingen niet van toepassing. 59 Correctie: C kan verweermiddelen uit hoofdcontract en ondercontract inroepen Vb: vaak bij onderaannemers C veilig stellen anders wilt C niet meer voor B werken. Naast de uitzonderingen krijgt de hulppersoon een dubbele bescherming. Als de benadeelde op grond van de buitencontractuele aansprakelijkheid schadeloosstelling voor schade veroorzaakt door de niet-nakoming van een contractuele verbintenis vordert van een hulppersoon van zijn medecontractant, kan de hulppersoon dezelfde verweermiddelen inroepen als zijn opdrachtgever. Verweermiddelen inroepen. (Beschermingsmiddelen) De bedoeling is dat A tegen deze hulppersonen niet meer aanspraken heeft dan tegen B. De hulppersoon kan eveneens de verweermiddelen inroepen die hij zelf in dit verband tegen zijn medecontractant kan inroepen. Tenzij:50 - aantasting van fysieke of psychische integriteit - fout begaan met het opzet schade te veroorzaken 50 Voor de hulppersoon geldt dezelfde uitzondering op de correcties als voor medecontractant B die door A buitencontractueel wordt aangesproken. 60 Zekerheden Met de term zekerheid verwijst men naar een rechtsfiguur die het verhaalsrecht van de schuldeiser versterkt bij het innen van zijn schuldvordering. Dit kan doordat de schuldeiser een zakelijk recht verkrijgt (zakelijke zekerheden) of doordat een bijkomende schuldenaar instaat voor de schuld (persoonlijke zekerheid). De schuldeiser zal dan zijn schuld ook op het vermogen van deze bij- komende schuldenaar kunnen verhalen. Vermogen als verhaalsobject Rechtssubject heeft: Rechten Zakelijke rechten Persoonlijke rechten is SE, heeft “schuldvordering” Intellectuele rechten Extrapatrimoniale rechten Verbintenissen is SA, “heeft schuld”, “is aansprakelijk” Uit rechtsfeit (vnl. OD), rechtshandeling (vnl. OV) of oneigenlijk contract Zakelijk recht verbinden aan een schuldvordering -> meer kans op terugbetaling van de schuldenaren bij een faillissement. Art. 3.36 nieuw BW: Algemeen verhaalsonderpand “Tenzij de wet of het contract anders bepaalt, kan een schuldeiser zijn vordering op alle goederen van zijn schuldenaar verhalen. In geval van samenloop tussen de schuldeisers, wordt de opbrengst ervan onder hen naar evenredigheid van hun vordering verdeeld, tenzij er tussen de schuldeisers wettige redenen van voorrang bestaan. Een schuldeiser kan met zijn schuldenaar overeenkomen dat hij tegenover bepaalde of alle schuldeisers een lagere rang neemt dan de wet hem toekent.” 61 Wat vormt verhaalsobject van schuldeisers? Een verhaalsobject is een goed (zoals een woning, voertuig of banktegoed) waarover een schuldeiser kan beschikken om zijn vordering te verhalen als de schuldenaar niet betaalt. In principe alle in geld waardeerbare goederen (dus: het vermogen) van SA - Ook als ze pas in het vermogen van SA zijn gekomen nadat de schuld van SE ontstond Als de schuldenaar rijker wordt dan behoort dit mee tot het vermogen. - Ook als die zich bij een derde bevinden - Ook schuldvorderingen die SA op zijn eigen SA’s heeft (zijdelingse vordering51) Vb: Beslag leggen op het loon van de werknemer. Aan de werkgever vragen om het loon rechtstreeks aan de schuldeiser te geven. - [Niet bepaalde goederen die de wet onbeslagbaar maakt of waarvoor onbeslagbaarheids-verklaring werd afgelegd] Geen beslag op het bestaansminimum. Je kan een onbeslagbaarheids-verklaring doen bij de notaris. (Wordt niet veel gebruikt) 51 Schuldeisers mogen bij stilzitten van hun schuldenaar alle rechten en vorderingen van hun schuldenaar uitoefenen, met uitzondering van degene die uitsluitend aan de persoon verbonden zijn. De schuldeiser oefent zo de rechten uit van zijn eigen schuldenaar tegenover diens schuldenaren. Deze mogelijkheid voor de schuldeiser bestaat echter enkel wanneer zijn eigen schuldenaar inactief is en nalaat om zijn rechten te laten gelden. De schuldeiser wordt daarbij geenszins partij bij de overeenkomst; hij treedt enkel op als wettelijk bevoegd vertegenwoordiger van zijn schuldenaar. 62 In principe niet goederen die verdwenen zijn uit vermogen van SA, tenzij: - de overdracht door SA niet tegenwerpelijk is aan SE Als je een huis koopt: meteen laten registreren in het hypotheekregister! - SE erin slaagt via de pauliaanse vordering de overdracht niet tegenwerpelijk te maken Heb je je bewust verarmd om niet aan je SE te kunnen terugbetalen? Een bijkomende vordering zal niets uitmaken. Je hebt al een vordering waaraan niet voldaan wordt. Wat kan je wel doen? Pauliaanse vordering. Pauliaanse vordering (of actio pauliana): SE mogen in hun eigen naam opkomen tegen de handelingen die hun schuldenaar heeft verricht met bedrieglijke benadeling van hun rechten. Met deze vordering zal de benadeelde SE vragen dat de rechtshandeling hem niet tegenstelbaar wordt verklaard. Indien de rechter de vordering gegrond bevindt, betekent dit dat de schuldeiser geen rekening moet houden met de bedrieglijke rechtshandeling. Bij veinzing: derde (o.a. SE) heeft keuze zich te beroepen op werkelijke of op geveinsde situatie (zie totstandkoming OV) 63 Gelijkheid van schuldeisers Als een SA genoeg geld heeft dan is er geen probleem. Bij samenloop in principe gelijke behandeling van SE’s Elke SE krijgt deel van opbrengst van uitwinning in verhouding tot zijn vordering Gelijke behandeling -> elk hetzelfde percentage van de schuldvordering. (Vaak is dit in de praktijk maar enkele percentages) Uitzonderingen om positie SE te verbeteren Voorrechten Rechten die je kan hebben bij wet (niet contractueel) Als het goed te veel zou opbrengen dan gaat de rest naar de andere SE. Als het goed te weinig opbrengt dan krijgt hij al dat deel, voor de rest komt hij in ‘de pot’ bij de andere SEs. Voorrechten zijn dus zekerheden die op een welbepaalde zaak, op een breukdeel van het vermogen of het ganse vermogen van de debiteur slaan en waarbij de schuldeiser, om wille van de aard van de schuld, een recht van voorrang van betaling krijgt op de andere schuldeisers van zijn schuldenaar. algemene voorrechten: op alle goederen (of alle (on)roerende goederen) van SA (enkel volgende te kennen) Op het hele vermogen van de SA Fiscus en de sociale zekerheid -> is typisch voor bedrijven om dit laat/ niet te betalen Begrafeniskosten Laatste kosten voor medische zorgen 64 bijzondere voorrechten: op welbepaalde goederen van SA (enkel volgende te kennen) Kosten voor behoud van de zaak -> zaakwaarneming We willen mensen aanmoedigen om toch behulpzaam te zijn Vb: huis van arme buur blussen Verhuurder kotbaas heeft voorrang Zakelijke zekerheden Een zakelijke zekerheid is en zakelijk recht dat aan de schuldeiser de mogelijkheid verschaft om bij voorrang betaling te bekomen uit de opbrengst van de verkoop van een of meerdere daartoe bestemde goederen in geval van samenloop met andere schuldeisers. Zakelijke zekerheden vormen zo een uitzondering op de regel dat de schuldeisers naar evenredigheid van hun vordering gerechtigd zijn tot de prijs van de goederen van hun schuldenaar. Kan je contractueel voorzien. Als dit niet zou bestaan dan gaat een bank nooit een lening geven. Pand: op roerende goed Pandrecht: een zakelijk zekerheidsrecht op roerende zaken. Inpandgeving: de rechtshandeling waarbij het pandrecht wordt gevestigd. De tegenwerpelijkheid van het pand zal in beginsel worden gerealiseerd door registratie in een centraal pandregister dat nationaal wordt georganiseerd en waar iedereen toegang toe heeft. Wrm? Kan makkelijk verdwijnen, verplaatsen, weg zijn,... 65 In sprookjes: een juweel in pand geven Bij een roerend goed: het goed zelf afgeven -> buitenbezitstelling OF Een consensuele52 overeenkomst: Het pandrecht geeft zo een zakelijk zekerheidsrecht aan de pandhouder, zonder en buitenbezitstelling van de bezwaarde goederen te vereisen. Voor het bewijs van de inpandgeving is een geschrift vereist. Door de inpandgeving ontstaat voor de pandhoudende schuldeiser een voorrecht. Wanneer de pandgever geen consument is, kan de pandhouder, bij niet- betaling van zijn schuldvordering, zijn pandrecht uitoefenen door de verpande goederen geheel of gedeeltelijk te verkopen of te verhuren ter voldoening van de gewaarborgde schuldvordering. 52 Een overeenkomst waarbij de pandgever aan de pandhouder het recht verleent om bij voorrang boven de andere schuldeisers te worden betaald uit de bezwaarde goederen. 66 Hypotheek: op onroerend goed Een hypotheek is een zakelijk zekerheidsrecht op een onroerend goed. Een hypotheek verleent aan een schuldeiser in wiens voordeel de hypotheek werd gevestigd, het recht om het onroerend goed waarop de hypotheek werd gevestigd te laten verkopen wanneer de hypothecaire schuldenaar in gebreke blijft. Uit de opbrengst van de verkoop kan de hypothecaire schuldeiser zich laten betalen met voorrang op de andere schuldeisers. Een hypotheek is een accessoir53 recht. Soorten hypotheken: - Wettelijke hypotheken - Testamentaire hypotheken - Convetionele hypotheken (contractueel) De inschrijving in de registers van de hypotheekbewaarder is een publiciteitsmatregel met zeer belangrijke gevolgen. Inschrijving houdt in dat de gegevens die van belang zijn voor derden worden overgenomen. Deze inschrijving laat toe aan derden (bv. een kredietverlener) om de toestand van de onroerende goederen van een bepaald persoon na te gaan. Op een onroerend goed kunnen verschillende hypotheken worden gevestigd. De eerst ingeschreven hypotheek zal voorrang hebben op de volgende in rang. 53 Het recht is bijkomstig aan de verzekerde schuldvordering. Dit betekent dat wanneer de schuldvordering, tot zekerheid waarvan de hypotheek strekt, uitdooft, ook het zekerheidsrecht vervalt. 67 >< persoonlijke zekerheden54 (bv. borgstelling): geen uitzondering op gelijke behandeling bij SA, maar schuldeiser krijgt er andere SA (en dus bijkomend vermogen) bij Borgstelling: iemand anders aanspreken voor uw schuld Borgtocht is een overeenkomst waarbij iemand (de borg) zich verbindt voor andermans schuld voor het geval deze zelf daaraan niet voldoet.